Haven Amsterdam. Onderzoek lange termijn beschikbaarheid gekwalificeerd logistiek personeel



Vergelijkbare documenten
Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol

FIGURES, FACTS & TRENDS

Haven Amsterdam Gateway to Europa

Samenvatting Samenvatting

index Technocentrum Kwantitatieve regioanalyse technisch beroepsonderwijs Provincie Noord-Brabant

Zuidoost-Drentse arbeidsmarkt van zorg en welzijn Een regionaal arbeidsmarktonderzoek voor de zorg- en welzijnssector in Zuidoost- Drenthe

Samenvatting onderzoek Medewerkers in het MBO

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

HavenCollege Amsterdam De kunst van het verbinden.

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Noord-Holland

Onderzoeksrapport: zorgelijke terugloop leerwerkplekken mbo

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Noord-Holland Zuid

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Zeeland/West-Brabant

Jaarmonitor goederenvervoer

Monitor bedrijventerreinen provincie Noord-Holland

Onderzoeksvoorstel Techniek het jaar rond! Onderzoek naar techniekbevorderende activiteiten in het basisonderwijs van Rivierenland

Sectorkamer Mobiliteit, transport, logistiek en maritiem

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Groot Amsterdam - Gooi en Vechtstreek

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Noord-Holland Noord

Samenvatting Onderwijs- en Arbeidsmarktmonitor. Metropoolregio Amsterdam. Oktober amsterdam economic board

Arbeidsmarktanalyse Logistiek Een analyse van vraag en aanbod: 2015, trends en prognoses tot 2020

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Zuid-Limburg

Facts & Figures Utrecht

KWANTITATIEVE REGIOANALYSE TECHNISCH BEROEPSONDERWIJS

Functie Profiel. Manager Operatie

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

25 jaar bewegen rond de luchthaven

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Analyse instroom

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Gouda

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Eindhoven

Facts & Figures Utrecht

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Flevoland

Facts & Figures Flevoland

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Breda Bergen op Zoom

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Den Haag

Samenvatting. De Kvk en IKE hebben de onderzoeksresultaten aangeboden aan het College van B&W van Etten- Leur.

TI-Arbeidsmarkt

Nieuwe bedrijvigheid. Flevokust Lelystad. unieke multimodale situering. Lokale ontwikkeling. 115 hectare havengebonden bedrijventerrein

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Dordrecht-Gorinchem-Zwijndrecht

Monitor Economie 2018

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid

Gelet op artikel 11, tweede lid, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening;

[ARBEIDSMARKTRAPPORTAGE] Trends en inzichten in de vraagzijde van de arbeidsmarkt over het derde kwartaal van 2011.

Bronnenlijst Monitor Logistiek & Goederenvervoer

Facts & Figures Limburg

Districtsrapportage. NOORDWEST -Noord-Holland-Noord -Zuidelijk Noord-Holland

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Arnhem

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Doetinchem

DECANOLOGICA LEERJAAR 2 VMBO

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) April 2011

ACT, Amsterdam Connecting Trade, wordt het meest innovatieve en duurzame logistieke knooppunt van Europa.

Samenvatting Twente Index 2016

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Groningen

DOORSTROOMFORMULIER van VMBO naar MBO Van: VMBO

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt

Facts & Figures Drenthe

Leegstand van bedrijfsruimten in Noord-Holland

Arbeidsmarkt in beeld

Trendrapportage Economie Arnhem

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Arbeidsmarktregio Noord-Holland Noord

Regiorapportage Mobiliteitsbranche Rotterdam

Factsheet arbeidsmarkt Overijssel (bijlage bij Investeringsvoorstel Iedereen in Overijssel doet mee )

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Toon Berkers Maartje Geenen Cécile Stallenberg

MAASVLAKTE 2 IN GEBRUIK

6. Zee- en luchthavens: poorten op Europa en de wereld

in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013

Facts & Figures Overijssel

Facts & Figures Friesland

WELKOM. 8 e netwerkbijeenkomst 27 oktober 2011

Studenten aan lerarenopleidingen

HET APOLLO MODEL. studentenhuisvesting op.

Resultaten enquête leerbedrijven Kans op werk 2018

BIJLAGE 7 Nadere toelichting en begrippenlijst Social Return

Amsterdam (incl Diemen en Amstelveen)

Arbeidsmarktregio Oost-Utrecht

Quickscan Techniek in. onderwijs en werkgelegenheid

Sectormonitor 2017-Q2

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 4

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

Van Kennisbrug naar KennisDC

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

Facts & Figures Groningen

Facts & Figures provincie Noord-Brabant

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

De Gemengde Leerweg. wellantcollege ll. Informatie voor leerkrachten basisscholen

Sectormonitor 2016-Q3

Instroom in sector transport en logistiek. Kees Verboom adviseur werk Louis de Jong - marketeer

Samenwerkingsovereenkomst initiatiefgroep HST Cargo Schiphol

Werkgelegenheidsrapportage Haarlemmermeer Inleiding

Transcriptie:

Haven Amsterdam Onderzoek lange termijn beschikbaarheid gekwalificeerd logistiek personeel - eindrapportage - Maarssen, 7 januari 2009, Nr.: 09/ 5404 / GJH /CBO / JWI / JZU

Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en vraagstelling... 3 1.2 Afbakening van de opdracht... 3 1.3 Onderzoeksteam... 3 1.4 Projectactiviteiten en rapportage... 4 2 DE BEDRIJVENTERREINEN IN BEELD (VRAAGZIJDE)... 5 2.1 Stand van zaken... 5 2.1.1 Amsterdam Noordzeekanaalgebied... 6 2.1.2 Schiphol en omstreken... 8 2.1.3 Overig... 10 3 DE AANBODZIJDE... 11 3.1 Afbakening onderzoeksopdracht... 11 3.1.1 Invloedsfactoren op de vraagontwikkeling... 11 3.1.2 Weglekeffecten... 11 3.2.1 Algemeen... 13 3.2.2 VMBO... 14 3.2.3 MBO... 14 3.2.4 HBO... 14 3.2.5 Uitzendbureaus... 14 4 ONTWIKKELINGEN VRAAGZIJDE... 15 4.1 Ontwikkelingen vraagzijde... 15 4.2 Berekening van de vraag naar logistieke fte s in 2008 en 2020... 16 4.2.1 In kaart brengen bedrijventerreinen... 16 4.2.2 Berekening aantal logistieke fte s per linie... 17 4.3 Amsterdam Noordzeekanaalgebied... 18 4.4 Schiphol en omstreken... 19 5 ONTWIKKELINGEN AANBODZIJDE... 21 6 VERWACHTE OMVANG SPANNING VRAAG- EN AANBODZIJDE... 24 6.1 Berekening groei logistieke terreinen 2020... 24 6.2 Berekening benodigde logistieke fte s 2020... 26 6.3 Kwantitatieve indrukken aanbodzijde... 26 6.4 De verwachte Gap tussen vraag en aanbod in het jaar 2020... 29 1

6.4.1 Verdeling vraag naar logistieke fte s in 2008... 29 7 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN... 31 7.1 Conclusies... 31 7.1.1 Algemeen... 31 7.1.2 Vraagzijde van de logistieke arbeidsmarkt... 31 7.1.3 Aanbodzijde van de logistieke arbeidsmarkt... 31 7.2 Aanbevelingen... 32 Bijlagen Bijlage A: Geïnterviewde personen Bijlage B: Literatuurlijst Bijlage C: Kwantitatieve samenvatting vraagzijde 2

1 Inleiding 1.1 Aanleiding en vraagstelling De basis voor dit onderzoek ligt in de ontwikkeling van de logistieke arbeidsmarkt in de omgeving Amsterdam. Zowel in de zeehaven- als luchthavengebieden zal de vraag naar logistiek personeel naar verwachting sterk toenemen. Daartegenover staat een relatief klein aanbod van logistiek personeel door de beperkte aanwas vanuit opleidingsinstituten/scholen. Tevens wordt het loopt het aanbod van personeel terug door ontgroening en vergrijzing. Districon heeft samen met Stichting Economisch Onderzoek (SEO) onderzoek verricht naar de verwachte spanning op de logistieke arbeidsmarkt in de omgeving van Amsterdam. De opdracht aan Districon en SEO luidde als volgt: Maak een analyse van de logistieke arbeidsmarkt van het Amsterdam Noordzee Kanaal Gebied en de regio Schiphol aan de hand van bestaande logistieke bedrijventerreinen en de nog te ontwikkelen logistieke bedrijventerreinen (tot het jaar 2020) enerzijds en de verwachte ontwikkelingen aan de opleidingsinstituten/scholen anderzijds. Houd daarmee rekening, voor zover mogelijk, met de verwachte ontgroening en vergrijzing van de arbeidsmarkt. Het onderzoek geeft antwoord op de geschatte omvang van de zogenaamde Gap tussen vraag en aanbod op de logistieke arbeidsmarkt. Op basis van deze analyse kan Haven Amsterdam in samenwerking met regionale partners uit het bedrijfsleven, onderwijs en (lokale) politiek een aanpak ontwikkelen voor het opvangen van eventuele schaarste. Gegeven de gekozen methodiek (zie paragraaf 4.2) heeft dit onderzoek het karakter van een quick-scan. De uitkomsten dienen dan ook als indicatief en richtinggevend te worden beschouwd. 1.2 Afbakening van de opdracht De afbakening van het project is tweeledig. Als eerste is het onderzoeksgebied geografisch afgebakend tot het Noordzeekanaalgebied en de Schipholregio. Flora Holland te Aalsmeer is niet in het onderzoek opgenomen en ook de ontwikkelingen rond Almere vallen buiten het te onderzoeken gebied. Verder zijn alleen de zee- of luchthaven gerelateerde bedrijven en bedrijfsactiviteiten opgenomen. Omdat de focus ligt op gebieden die de mogelijkheid hebben om sterk te groeien in de komende jaren, zijn Corus en Canon te Amstelveen afgevallen als interessante onderzoeksgebieden. 1.3 Onderzoeksteam Districon en het SEO hebben samen het onderzoek uitgevoerd. Van Districon waren Gert- Jan Hermelink en Coby Boersma betrokken bij het onderzoek. Districon heeft vanwege haar ervaring in de logistiek en het uitgebreide netwerk met logistieke bedrijven de vraagzijde van het onderzoek uitgevoerd. Namens het SEO hebben Jaap de Wit en Joost Zuidberg de aanbodzijde onderzocht. 3

1.4 Projectactiviteiten en rapportage Deskstudie De eerste fase van het onderzoek betrof een uitvoerige deskstudie. Het doel van deze deskstudie was het inventariseren en selecteren van relevante informatie en deze vervolgens te gebruiken voor de analyse. De deskstudie is uitgevoerd om de vraag- en aanbodzijde van logistiek personeel in kaart te brengen. In bijlage A is een overzicht van de gebruikte literatuur opgenomen. Interviews Een belangrijke fase in het onderzoek was het afnemen van interviews. De interviews verschaften de onderzoekers zowel kwalitatieve feitelijke informatie als meningen, beelden en gedachten van gesprekspartners. De gesprekspartners zijn werkzaam binnen verschillende typen van organisaties, zoals bedrijven, uitzendbureaus en onderwijsinstellingen. In bijlage B is een overzicht van de geïnterviewde personen opgenomen. Analyse De laatste inhoudelijke fase betrof het analyseren. In de analyse zijn de resultaten van voorgaande activiteiten gebundeld om zodoende conclusies te kunnen trekken over de vraagen aanbodzijde en een algemene (overall) conclusie te kunnen trekken ten aanzien van de gap. De kwantitatieve samenvatting van de gevonden informatie in de deskresearch en interviews van de vraagzijde is opgenomen in bijlage C. 4

2 De bedrijventerreinen in beeld (vraagzijde) 2.1 Stand van zaken De havenactiviteiten in het zeehavengebied en de cargostromen van Schiphol zijn een grote bron van werkgelegenheid voor de regio. Anno 2008 beslaat de Amsterdamse haven een oppervlakte van 1.900 hectare havengebied en 600 hectare vaarwater. Van het totale oppervlakte havengebied, zijn 1.170 hectare bestemd voor logistieke activiteiten. Haven Amsterdam beheert, exploiteert en ontwikkelt dit havengebied (www.havenamsterdam.nl). Tevens vallen de havens van IJmuiden, Beverwijk, Velzen en Zaanstad onder de nautische verantwoordelijkheid van de Haven Amsterdam. Samen vormen deze terreinen het Noordzeekanaalgebied (NZKG). De bedrijventerreinen op en rondom Schiphol hebben een totale oppervlakte van 662 hectare. In de volgende paragrafen worden terreinen die onderdeel uitmaken van het Amsterdams Noordzeekanaalgebied en de Schipholregio besproken. Er zal ingegaan worden op het aantal vierkante meter bedrijfsterrein dat momenteel in gebruik is voor logistieke activiteiten. Daarna zijn de terreinen ingedeeld in eerste, tweede en derde linies. Vervolgens zijn per linie in de zeeen luchthaven weergegeven hoeveel fulltime-equivalent (fte) er momenteel werkzaam zijn. Het genoemde aantal fte betreft alleen diegenen die in een bedrijf direct betrokken zijn met de logistiek operationele activiteiten. Andere functies in de bedrijven als financiële administratie, personeelszaken en IT zijn buiten beschouwing gelaten. 5

M 2 x 1.000 2.1.1 Amsterdam Noordzeekanaalgebied Van de bedrijventerreinen in het Amsterdam Noordzeekanaalgebied (ANZKG) zijn alleen de logistieke bedrijventerreinen opgenomen. De groei van deze gebieden zal de vraag naar logistieke fte s positief beïnvloeden. De terreinen zonder logistieke bedrijvigheid zijn niet in het onderzoek opgenomen, omdat deze terreinen geen invloed hebben op de vraag naar logistieke fte s. In onderstaande grafiek zijn de huidige vierkante meters per bedrijventerrein in het ANZKG opgenomen. Hierbij is uitgegaan van het huidige netto oppervlak van de bedrijventerreinen in vierkante meters. Onder het netto oppervlak wordt verstaan het bruto oppervlak van het terrein voor zover het bedrijfsbestemming heeft, verminderd met het oppervlak voor de openbare voorzieningen, zoals wegen, openbaar parkeerareaal en openbaar groen (We re Amsterdam, 2008, p.72). Het huidig aantal netto vierkante meters bedrijventerrein is verminderd met de gronden die nog niet in gebruik zijn genomen als bedrijventerrein. Hiertoe is besloten omdat deze gronden het huidige aantallen logistieke fte s in de regio niet beïnvloed hebben. De toekomstig uit te geven gronden worden besproken in paragraaf 6.1. 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 2008 Overige havens 1e linie Amerikahaven 1e linie Westhaven Velsen-Beverwijk Havens Ijmuiden Afrikahaven Hoogtij Overige havens 2e linie Sloterdijk III Noord Amerikahaven 2e linie Atlaspark Figuur 1: vierkante meters bedrijventerrein ANZKG 2008 Uit bovenstaande figuur valt op te maken dat de Afrikahaven, de Amerikahaven, de overige havens en de Westhaven verreweg de grootste havens zijn in het ANZKG. Onder overige havens vallen de Petroleumhaven, Houthavens, Vlothaven, Mercuriushaven, Minervahaven, Hemhaven en de Jan van Riebeekhaven. Deze bevindingen zijn gebaseerd op informatie over bedrijventerreinen van Economische Zaken Amsterdam en op informatie van het Masterplan Noordzeekanaalgebied. De logistieke activiteiten in de Afrikahaven, de Amerikahaven, de Westhaven en de overige havens zijn ruimte-intensiever dan in de andere haventerreinen, dit omdat de overslagterminals en stuwadoors, als Ceres, IGMA, Koopman, VCK en Rietlanden, in deze havens gevestigd zijn. De activiteiten van deze bedrijven vallen onder de noemer eerstelijns activiteiten. Zij verzorgen de overslag van schip op kade van containers, auto s, cacao, grind/zand etc. Voor het wegzetten van deze bulkgoederen of auto s op de kade is veel ruimte nodig. In het kader van het onderzoek is gesproken met Giséla Plat, personeelsmanager van de Ceres Paragon Terminal. 6

De Ceres Paragon Terminal is de grootste containeroverslagterminal in de haven van Amsterdam met een terreinoppervlakte van circa 50 hectare. De overslag ging in 2007 naar 370.000 teu ten opzichte van 305.000 teu in 2006. Door de unieke insteekhaven kunnen grote containerschepen sneller gelost worden, wat besparingen oplevert voor Ceres en de rederijen. De bedrijventerreinen in IJmuiden en Velsen-Beverwijk vallen ook onder de eerstelijns terreinen, echter zijn de terminals in deze terreinen van een kleinere omvang dan in de overige eerstelijns gebieden. In Hoogtij wordt een kade van 900 meter ontwikkeld, waarna in Hoogtij meer grootschalige eerstelijns activiteiten zullen plaatsvinden. Vanwege de omvang en de karakteristieken van de producten die in de haven binnenkomen zijn er geen duidelijke tweedelijns activiteiten te onderscheiden. De bulkproducten gaan veelal per binnenvaartschip verder Nederland of Europa in. Vanuit Amsterdam varen binnenvaartschepen naar België, Duitsland, Frankrijk en Zwitserland (Maritiem Nederland, 2008). De grootste ontwikkelingen in de tweede/derde linie van het Amsterdam Noordzeekanaalgebied zullen plaatsvinden op het Atlaspark en Sloterdijk III Noord. Deze terreinen zijn bestemd voor de opslag, bewerking en (fijn) distributie van de per zeevracht vervoerde goederen. In Sloterdijk III Noord is nog tweederde van de uit te geven grond beschikbaar. Binnen het Atlaspark is 37 hectare gereserveerd voor bedrijventerrein Greenport. De eerste bedrijven zijn onlangs gevestigd in het Atlaspark, ten behoeve van andere bedrijven wordt op dit moment gebouwd. Een van de eerste bedrijven op Atlaspark zal TNT Fashion zijn. Met de site-manager van dit toekomstige pand, is in het kader van dit onderzoek gesproken. TNT Fashion bouwt ten behoeve van M&S mode een DC van 15.000m2 op het Atlaspark. Verwacht wordt dat er inclusief management 80 mensen gaan werken in dit DC. Doordat er ook reeconditionering plaats gaat vinden is het proces vrij arbeidsintensief. De bouw van het DC is nog gaande, waardoor men geen uitspraken kan doen over tekort aan personeel voor deze locatie. Wel stelt TNT Fashion dat men voornamelijk in de Amsterdamse regio moeite heeft met het vinden van geschikt personeel, op alle niveaus. 7

M 2 x 1.000 2.1.2 Schiphol en omstreken Schiphol is een interessant gebied voor logistieke activiteiten. De cargostromen zorgen voor werkgelegenheid, niet alleen op Schiphol maar ook in de wijde omgeving. Tevens zorgen de cargostromen ervoor dat de Schipholregio interessant is voor Europese distributiecentra (EDC s) om zich te vestigen. Op Schiphol vinden veel cargoactiviteiten plaats, in 2006 werd 1.526.501 ton vracht afgehandeld op Schiphol (Ruimtelijke Ontwikkelingsplan Schiphol, 2007). Eind 2006 waren er in de bedrijven die zich bezighouden met vervoer door de lucht, transport naar bestemming en distributie naar de eindlocatie ruim 82.000 personen werkzaam. Van deze 82.000 mensen zijn 11.000 fte direct verbonden met het vrachtproces (Schiphol Item, 2007). Onderstaande grafiek geeft een overzicht van de eerste, tweede en derde linie bedrijventerreinen gelegen in de omgeving van Schiphol. De ontwikkeling van deze terreinen is in handen van Schiphol SRE, SADC of gemeentes. Mede daarom worden deze terreinen in deze rapportage samengevoegd onder de noemer Schiphol regio. In onderstaande grafiek worden de huidige, in gebruik genomen, vierkante meters per bedrijventerrein weergegeven. 400 350 300 250 200 2008 150 100 50 0 Schiphol 1e lijns Schiphol de hoek Schiphol noord Schiphol 2e lijns Fokker Business Park Osdorp Airport Business Park Figuur 2 : vierkante meters bedrijventerreinen regio Schiphol A4 zone west President Schiphol Logistic Park APB Oude meer Nieuw-Vennep (zuid) Graan voor Visch Lijnden Polanenpark De bebouwing van Osdorp Airport Business Park is in 2008 begonnen, alleen de reeds in gebruik genomen gronden van dit bedrijventerrein worden weergegeven. Eind 2008 is de bouw op de A4 Zone West, Schiphol Logistic Park, Polanenpark en President nog niet begonnen, de gronden van deze parken zijn om deze reden niet opgenomen in deze figuur. Ook de panden die op dit moment gebouwd worden zijn niet opgenomen in deze figuur. Schiphol Centrum, Zuid en Zuidoost zijn de eerstelijns bedrijventerreinen op Schiphol. In dit onderzoek zijn deze terreinen samengevoegd tot Schiphol 1 e lijns. Op deze terreinen wordt de vertrekkende lading opgebouwd in vrachtunits die bestemd zijn voor luchttransport. Tevens worden de per vliegtuig aangekomen vrachtunits afgebroken. Doordat de vrachtunits in en uit relatief kleine ruimtes moeten komen, zijn de eerste linie activiteiten niet erg 8

geautomatiseerd. Hierdoor zijn de eerste linie activiteiten op Schiphol arbeidsintensiever en minder ruimte-extensief dan de eerstelijns activiteiten in de haven. In het kader van dit onderzoek is gesproken met Aeroground / Aviapartner. Het totale terrein van Aeroground / Aviapartner is 76.000 m 2, waarvan de logistieke activiteiten 44.000 m 2 in beslag nemen. Op dit moment werken er 516 fte s, waarvan 240 fte s en 30 uitzendkrachten direct betrokken zijn bij de logistieke activiteiten. Aeroground / Aviapartner heeft moeite om geschikt personeel te vinden. Opvallend is dat de Nederlandse uitzendkrachten in veel gevallen niet voldoen aan de eisen, waardoor uitgeweken is naar Engelse uitzendkrachten. De tweede linie is het gebied direct achter de eerste linie waar de overslag van luchtvracht tussen verladers, expediteurs en afhandelaren plaatsvindt 1. Als tweede linie bedrijventerreinen kent Schiphol eind 2008 de 2 e lijns terreinen op Schiphol, Zuid en Zuid Oost, evenals Schiphol Noord en Schiphol de Hoek. De parken die nog in ontwikkeling zijn of nog in ontwikkeling gaan komen, zijn het Fokker Business Park, Schiphol Logistic Park en A4 zone West. De tweede linie bedrijven waarmee in het kader van dit onderzoek is gesproken zijn DHL en Schiphol Express. De overige terreinen in de Schiphol regio vallen onder de derde linie, hier worden de goederen afkomstig of bestemd voor luchttransport opgeslagen, bewerkt en gedistribueerd. De terreinen die onder deze noemer samengevat kunnen worden zijn: Graan voor Visch, Nieuw-Vennep, Osdorp Airport Business Park, Lijnden en Airport Business Park Oude Meer. Bedrijventerreinen President en het Polanenpark zijn nog in ontwikkeling. Yamaha is een derdelinie bedrijf waarmee in het kader van dit onderzoek gesproken is. Doordat de activiteiten die in de derdelinie bedrijventerreinen rondom Schiphol en de Haven Amsterdam meer met elkaar overeenkomen, kunnen deze terreinen onderling met elkaar vergeleken worden. Hierdoor is ook uitwisseling van personeel een optie. De derde linie bedrijven stellen overeenkomende eisen aan personeel, waardoor synergie tussen de haven en de Schiphol regio goed mogelijk is. 1 Schiphol Item, 2007, p4 9

M 2 x 1.000 2.1.3 Overig Corus en Canon zijn twee grote spelers in de regio Amsterdam. De belangrijkste activiteit van Corus ligt in het verwerken en produceren van staal. Het distributiecentrum (DC) van Canon te Amstelveen verzorgt de opslag en distributie van de Canon producten in Europa. Het ligt niet in de lijn van verwachting dat deze bedrijven hun logistieke terreinen in de komende jaren zullen uitbreiden. Aangezien de uitbreiding van gronden de belangrijkste maatstaf is in dit onderzoek om de toekomstige aantallen logistieke fte s te berekenen, is besloten om Corus en Canon buiten beschouwing te laten in dit onderzoek. 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 2008 3.000 2.000 1.000 0 Corus Canon Figuur 3 : vierkante meters bedrijventerrein Corus en Canon 10

3 De aanbodzijde In dit hoofdstuk wordt de aanbodzijde van de logistieke arbeidsmarkt beschreven. Als eerste wordt het kader waarin het onderzoek heeft plaatsgevonden geschetst, gevolgd door een beschrijving van de rol van de onderwijsinstellingen en de uitzendbureaus besproken in paragraaf 3.2. 3.1 Afbakening onderzoeksopdracht 3.1.1 Invloedsfactoren op de vraagontwikkeling De (ontwikkeling van de) vraag op de logistieke arbeidsmarkt wordt bepaald door verschillende factoren. Er moet worden benadrukt dat in dit onderzoek alleen is gefocust op de groei van de vraag als gevolg van de beoogde ontwikkeling van logistieke onroerend goed (zie hoofdstuk 2). 3.1.2 Weglekeffecten Er bestaat geen één op één relatie tussen de vraag- en de aanbodzijde op de logistieke arbeidsmarkt in een bepaalde regio. De mensen die in Groot-Amsterdam zijn opgeleid, zullen na het afronden van hun studie niet allen werkzaam zijn in deze regio. Omgekeerd geldt hetzelfde, mensen die buiten Groot-Amsterdam hun opleiding hebben genoten, kunnen naar deze regio komen om te werken. Dit wordt geïllustreerd door het feit dat de herkomst van de Schiphol medewerkers vrij divers is (zie figuur 4). In deze figuur zijn de gegevens van het regioplanonderzoek en het mobiliteitsonderzoek opgenomen. De gegevens uit het regioplanonderzoek zijn nauwkeuriger, maar daar staat tegenover dat de resultaten uit het mobiliteitsonderzoek, gebaseerd op een steekproef, specifiek gelden voor medewerkers uit de logistieke sector. Uit de figuur blijkt dat ongeveer 20% van de Schiphol medewerkers afkomstig is uit de regio Amsterdam. Ook in de regio s Zuid-Holland, Noord-Holland ten noorden van het Noordzeekanaal en Haarlemmermeer is een substantieel deel van de medewerkers woonachtig. 11

Zuid-Holland Amsterdam Noord-Holland tnv NZkanaal Haarlemmermeer Het Gooi / Utrecht Kennemerland Flevopolders Overige landsdelen Amstelland Herkomstpercentage Regioplan 2007 Mobiliteitsonderzoek 2006 25,0% 20,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0% Herkomstregio Figuur 4: herkomst Schipholwerkers Verder is er niet alleen sprake van concurrentie tussen de verschillende regio s, maar ook binnen de regio Groot-Amsterdam is er een concurrentiestrijd gaande als het gaat om het aantrekken van scholieren door bedrijven. Als men een logistieke opleiding heeft afgerond is de kans aanzienlijk dat men in een andere sector werkzaam wordt. Hierdoor is het belangrijk dat scholieren kennis maken met de haven en het werk aantrekkelijk wordt gemaakt. De ORAM heeft over het binden van logistieke leerlingen aan de sector de volgende visie. De BBL-opleidingen waarin de scholieren vier dagen in de week werken en een dag in de week naar school gaan, zijn nog niet erg in trek. Om scholieren voor deze opleidingen en het werken in de haven te interesseren, zou het verhogen van de stagevergoedingen en het door betalen van de schooldag een goede stap zijn. Afstudeerders Noordzeekanaalgebied Schipholregio Andere regio Andere sector Figuur 5: overzicht weglekeffecten 12

3.2 De aanbodzijde in beeld Zoals in hoofdstuk 1 vermeld, zijn contactpersonen bij verschillende opleidingsinstituten geïnterviewd om een beeld te krijgen van de aanbodzijde in de logistieke arbeidsmarkt. In eerste instantie zou het onderzoek zich primair richten op middelbaar beroepsonderwijs (MBO)- en hoger beroepsonderwijs (HBO)-instellingen in de regio. Gedurende het onderzoek bleek echter dat een substantieel deel van de logistieke medewerkers in de onderzochte gebieden een voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (VMBO)-achtergrond heeft of instroomt via een uitzendbureau. Daarom is ook naar de rol en visies van deze partijen gekeken. Hieronder is kort aangegeven welke opleidingsinstituten zijn benaderd. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de trends en de initiatieven die er zijn om de toestroom naar de logistieke arbeidsmarkt te vergroten en op de problemen die op de logistieke arbeidsmarkt spelen. VMBO Geen diploma Basisberoepsgerichte leerweg / leer-werktraject Basisberoepsgerichte leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Gemengde leerwg Theoretische leerweg HAVO MBO Niveau 1: assistant beroepsbeoefenaar Niveau 2: basisberoepsbeoefenaar Niveau 3: vakfunctionaris Niveau 4: Middenkaderfunctionaris / specialist Taken MBO Uitvoerdende werkzaamheden onder begeleiding Uitvoerende werkzaamheden Volledig zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden Volledig zelfstandig uitvoeren van werkzaamheden met een brede inzetbaarheid of specialisatie HBO Hoger beroepsonderwijs (HBO) Figuur 6: inrichting VMBO en MBO 3.2.1 Algemeen Figuur 6 geeft een overzicht van de verschillende niveaus op het VMBO en het MBO. Tevens geeft de figuur de doorstroommogelijkheden aan. Via de basisberoepsgerichte leerweg in combinatie met het leerwerktraject is doorstroom mogelijk naar niveau 1 van het MBO. Ook mensen zonder diploma kunnen zich inschrijven voor deze opleiding. Via de basisberoepsgerichte leerweg op het VMBO is doorstroom naar niveau 2 op het MBO mogelijk, terwijl de kaderberoepsgerichte, de gemengde en de theoretische leerweg toegang geven tot niveau 3 en 4 van het MBO. Om toegang te krijgen tot het HBO dient een MBOopleiding op niveau 4 te zijn afgerond. 13

3.2.2 VMBO Een contactpersoon bij de Zaanse VMBO-scholen is geïnterviewd, om een beeld te krijgen van de VMBO-opleidingen gericht op het werken in de haven. Momenteel is het VMBO verdeeld in vier sectoren; techniek, zorg & welzijn, economie en landbouw. Binnen de sector techniek bestaat een programma transport & logistiek. Op de VMBO-scholen in Zaanstad wordt op dit moment geen programma transport & logistiek aangeboden, waardoor op de VMBO-scholen jongeren niet concreet worden opgeleid voor de logistieke arbeidsmarkt. Toch worden op de VMBO-scholen verschillende initiatieven ontplooid om de haven van Amsterdam als werkomgeving onder de aandacht van jongeren te brengen, zoals een pilot voor tweedejaars klassen waaruit interesse voor de haven moet ontstaan en een intersectoraal programma waarin veel aandacht wordt besteed aan transport & logistiek. 3.2.3 MBO Om inzicht te krijgen in de logistieke opleidingen die op MBO-scholen in de regio worden aangeboden zijn er interviews gevoerd met contactpersonen van het Nova College, ROC ASA en het Schiphol College. Het Schiphol College werkt samen met het ROC van Amsterdam. Door het ROC van Amsterdam is een schriftelijke vragenlijst ingevuld. Op deze MBOscholen worden verschillende opleidingen aangeboden voor de logistieke arbeidsmarkt. Het gaat hierbij om de opleiding medewerker havenoperaties (niveau 2) (Nova College IJmuiden), manager opslag en vervoer (4) (Nova College Hoofddorp), assistent logistiek medewerker (1) (ROC ASA) en luchtvaartlogisticus (4), manager opslag en vervoer (4), logistiek supervisor (4), logistiek teamleider (3), logistiek medewerker (2) en assistent logistiek medewerker (1) (ROC van Amsterdam) 2. 3.2.4 HBO De HBO-scholen in de regio die een rol spelen in het opleiden van logistiek personeel zijn INHolland Haarlem en de Hogeschool van Amsterdam. Met contactpersonen van beide opleidingsinstituten zijn gesprekken gevoerd om hun visie op de logistieke arbeidsmarkt in kaart te kunnen brengen. De relevante opleidingen die op bovenstaande HBO-scholen worden aangeboden zijn logistiek en technische vervoerskunde (Hogeschool van Amsterdam) en logistiek & economie (INHolland Haarlem) waarin ook de vroegere luchtvrachtopleiding is opgenomen als verplichte minor. 3.2.5 Uitzendbureaus Tijdens de interviews met de bedrijven is naar voren gekomen dat uitzendbureaus voor een belangrijk deel voorzien in logistieke werknemers. Om deze reden is er contact geweest met Tempo-Team. Dit uitzendbureau levert direct mensen aan logistieke werkgevers. In hoofdstuk 5 wordt dieper ingegaan op (de importantie van) de rol van uitzendbureaus in het opvangen van de vraag op de logistieke arbeidsmarkt. 2 Er zijn meer opleidingen die een link hebben naar de logistieke arbeidsmarkt, zoals chauffeur goederenvervoer (2) en vestigingsmanager groothandel (4), maar door het algemene karakter van deze opleidingen zijn deze in de analyse niet meegenomen gelet op de uitgesproken concurrentie met andere economische sectoren. 14

4 Ontwikkelingen vraagzijde In dit hoofdstuk worden de ontwikkelingen aan de vraagzijde besproken. Het hoofdstuk begint met een toelichting op relevante studies, waarna de belangrijkste impressies zullen worden weergegeven. In de paragrafen daarna zal worden ingegaan op de bedrijven in het Amsterdam Noordzeekanaalgebied en in de Schipholregio. 4.1 Ontwikkelingen vraagzijde Het rapport Pieken aan de Amstel wijst er op dat het aantal vacatures in de regio Amsterdam snel toe neemt. Tussen eind april 2006 en eind april 2007 nam het aantal vacatures met ruim 30% toe. De snelle groei van vacatures wordt mede veroorzaakt door de gemiddeld hoge leeftijd van de werknemers in deze regio. De bedrijven kennen een hoge gemiddelde leeftijd, waardoor er in de komende jaren een uittredingsgolf wordt verwacht. Koos Krokké, personeelsmanager bij stuwadoor IGMA, waarmee is gesproken zegt hierover het volgende: De zwaarte van de uittredingsgolf kan verklaard worden door het omscholen van havenarbeiders ten tijde van de intreding van mechanisatie. Hierdoor kon men met dezelfde mensen veranderd werk blijven doen en zijn er weinig jonge mensen in dienst gekomen. In de komende jaren zitten deze mensen tegen hun pensioengerechtigde leeftijd aan, omdat er weinig jongeren werkzaam zijn en deze snel van baan wisselen, drukt de uittredingsgolf zwaar op veel bedrijven. Volgens het rapport Pieken aan de Amstel bedroeg de havengebonden werkgelegenheid in het NZKG in 2006 6.400 arbeidsplaatsen. Vanwege de ontgroening zijn er minder jongeren beschikbaar om de vacatures in het havengebied op te vullen en zullen bedrijven er aan moeten wennen om oudere werknemers aan te nemen. Ook zal bijscholing van werknemers een steeds grotere rol gaan spelen zodat externe werving niet meer nodig zijn. 15

4.2 Berekening van de vraag naar logistieke fte s in 2008 en 2020 4.2.1 In kaart brengen bedrijventerreinen Stap 1: Vaststellen vierkante meters Van de logistieke bedrijventerreinen in de regio van het ANZKG of Schiphol is het aantal vierkante meter terrein vastgesteld. Het vaststellen van deze vierkante meters is gedaan door middel van deskresearch. Voor de havengebieden is in eerste instantie gebruik gemaakt van de gegevens van Economische Zaken Amsterdam. Economische Zaken heeft rapportages beschikbaar waarin de bruto, netto en de nog uit te geven gronden per bedrijventerrein zijn weergegeven. Verdere aanvulling op deze gegevens is verkregen door interviews en het raadplegen van de websites van de bedrijven. Indien deskresearch onvoldoende inzicht gaf in het aantal vierkante meters, zijn de gaten in de informatie aangevuld door gesprekken met Haven Amsterdam of het parkmanagement van de betreffende bedrijventerreinen. In individuele gevallen is de oppervlakte van de terreinen of terminals gemeten met behulp van Google Earth. De cijfers over de gebieden in de Schipholregio zijn verkregen door middel van de website van Schiphol Group, gegevens over de aantallen vierkante meters van SADC, het rapport Overzicht Ruimtelijke Ontwikkeling 2015 en overige bronnen, zoals Google Earth en gesprekken met bedrijven. Stap 2: Indelen terreinen in linies Na het vaststellen van de vierkante meters bedrijventerreinen zijn de terreinen ingedeeld in linies. Deze stap is gemaakt omdat bedrijven in een linie dezelfde type logistieke activiteiten uitvoeren. In de eerste linie vinden overslagactiviteiten plaats, in de tweede linie zijn de expediteurs gevestigd. De EDC s zijn gelegen in de derde linie. In de zeehaven zijn twee linies onderscheiden: de eerste linie en de combinatie van tweede en derde linie. De zeehaven kent geen duidelijk onderscheid tussen de tweede en derde linie. Dit onderscheid is niet mogelijk omdat producten die per schip binnen komen, veelal of met een binnenvaartschip Europa in gaan of naar een producent in het Amsterdams Noordzeekanaalgebied worden gebracht. Het stuwadooringsbedrijf IGMA lost grote vrachtschepen. In een gemiddeld schip ligt 70.000 ton. Indien deze vracht door vrachtwagens het binnenland ingereden wordt, zou de lading van een vrachtschip 1.750 vrachtwagen ladingen betekenen. Wat onmogelijk is, in verband met de beschikking over vrachtwagens en de congestie van het Nederlandse wegennet. Om deze reden worden de vrachten per binnenvaartschip verder vervoerd. In tegenstelling tot het moeilijke onderscheid in de haven tussen de tweede en derde linie zijn deze linies in de Schiphol regio wel duidelijk te onderscheiden. De terreinen die zowel de functie van eerste als tweedelijns bedrijventerrein vervullen, zijn naar werkelijke aanwending van de oppervlakte opgeknipt in twee delen. De gebieden Centrum, Zuid en Zuidoost zijn samengetrokken tot een gebied, dit omdat in elk van deze gebieden eerste en tweede lijns 16

activiteiten plaatsvinden en het samennemen van deze terreinen betrouwbaardere resultaten oplevert. Belangrijk is op te merken dat alleen de bebouwde en al voor logistieke activiteiten in gebruik genomen gronden in deze berekening zijn meegenomen. Het opnemen van de nog niet in gebruik genomen gronden en gronden met andere dan logistieke doeleinden, zou een grote afwijking veroorzaken in de berekening van het toekomstige aantal benodigde logistieke fte s. 4.2.2 Berekening aantal logistieke fte s per linie Stap 1: Verkrijgen inzicht in personeelsopbouw Om inzicht te krijgen in de aantallen personeel en de personeelsopbouw van de logistieke bedrijven in de regio van het ANZKG en Schiphol zijn diverse personeelsmanagers van representatieve bedrijven geïnterviewd. De geïnterviewde personeelsmanagers is gevraagd naar het totaal aantal fte van het bedrijf op de locatie. Vervolgens is gevraagd naar hoe het totaal aan fte s is verdeeld over de verschillende functies. In het bijzonder is aandacht besteed aan de logistieke aansturings en operatieve functies. Ten slotte is gevraagd naar de opleidingsniveaus waar men in deze functie over moet beschikken. Uit de interviews is gebleken dat de operationele functies veelal worden uitgevoerd door VMBO ers terwijl de aansturingfuncties worden ingevuld door MBO ers. In veel kleinere aantallen zijn HBO ers werkzaam in de haven- of luchthavenlogistiek. Universitair opgeleide mensen zijn in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten, daar deze werknemers niet honkvast zijn en het in de logistiek niet de grote aantallen werknemers zijn. Stap 2: Achterhalen logistiek terrein geïnterviewde bedrijven Dit onderzoek baseert de toekomstige vraag naar logistieke fte s op de huidige ratio vierkante meters per logistieke fte. Aan de geïnterviewde personeelsmanagers is gevraagd hoeveel vierkante meter het totale terrein is, hoeveel vierkante meter het kantoor is en hoeveel vierkante meter het logistieke terrein is. Door op bedrijfsniveau de vierkante meters per fte bepalen en deze te vergelijken met gegevens uit voorgaande projecten en ervaring van Districon en SEO, is een basis ontstaan waarmee de totalen aan fte s per linie kan worden uitgerekend. Stap 3: Berekenen ratio vierkante meters per fte per linie Op basis van de door interviews verkregen ratio s vierkante meters per fte zijn de totalen aan logistieke fte s op de logistieke bedrijventerreinen in het ANZKG en in de Schipholregio bepaald. De verkregen resultaten zijn gecontroleerd op hun betrouwbaarheid door deze te vergelijken met de bevindingen uit eerdere rapporten en onderzoeken. Doordat dit onderzoek zich alleen richt op de aantallen logistiek personeel en daardoor alleen de gronden van logistieke 17

M 2 x 1.000 bedrijven meeneemt, valt een afwijking naar beneden ten opzichte van de andere onderzoeken te verklaren. In onderstaand kader volgt een voorbeeld van deze berekening. Bedrijf X, een eerstelijns havenbedrijf heeft 100 man personeel, 80 fte s zijn direct betrokken bij de logistieke processen. Het logistieke terrein van dit bedrijf is 40.000 m 2. Hieruit volgt de ratio van 500 m 2 per logistieke fte. Toepassing van deze ratio op de totale eerste linie zeehaven, met een oppervlakte van 4.000.000 m 2 ; leidt tot een totaal van 8.000 logistieke fte s in de eerste linie zeehaven. 4.3 Amsterdam Noordzeekanaalgebied Het Amsterdam Noordzeekanaalgebied wordt gekenmerkt door een snelle groei in de afgelopen jaren. De pijler die hierin het snelst groeit, is de overslag van containers. De Ceres Paragon Terminal, de grootste containerterminal in de haven van Amsterdam, draagt hier het meest aan bij. In de Amerikahaven heeft de Ceres Paragon terminal de beschikking over een terrein van 55 hectare. Indien de maximale capaciteit wordt bereikt heeft de terminal een optie tot uitbreiding op een naastgelegen terrein met de dezelfde omvang. Ceres Global exploiteert nog één andere terminal, de Ceres Marine Terminal. Hier worden schepen met cacao en auto s overgeslagen. Andere voor dit onderzoek belangrijke terminals in het Amsterdam Noordzeekanaalgebied zijn de Waterland Terminal, welke de overslag verzorgt van staal, metalen, papier, hout en containers en de terminal van de Ter Haak groep, waar containers met cacao en koffie worden overgeslagen. De Koopman Car Terminal is groot in het overslaan van auto s, de Rietlanden en de OBA hebben zich gespecialiseerd in de overslag van kolen. De IGMA, onderdeel van Cargill, is stuwadoor van agribulk, mineralen en biomass. Onderstaande figuur geeft de oppervlakte in vierkante meters van de bedrijventerreinen in het Amsterdams Noordzeekanaalgebied weer. 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 2008 Overige havens 1e linie Amerikahaven 1e linie Westhaven Velsen-Beverwijk Havens Ijmuiden Afrikahaven Hoogtij Overige havens 2e linie Sloterdijk III Noord Amerikahaven 2e linie Atlaspark Figuur 7: vierkante meters bedrijventerrein regio Haven Amsterdam 18

Op basis van de interviews met de personeelsmanagers van bedrijven in het ANZKG of de Schipholregio zijn de eerder genoemde ratio s per vierkante meter opgesteld. Tabel 1: ratio s vierkante meter per FTE Eerste linie zeehaven 3.972 m 2 Tweede + derde linie zeehaven 410 m 2 Eerste linie luchthaven 123 m 2 Tweede linie luchthaven 300 m 2 Derde linie luchthaven 309 m 2 Ratio m 2 per FTE In onderstaande tabel zijn de aantallen werknemers per linie voor de zeehaven weergegeven. Alleen de fte s die direct betrokken zijn bij de logistieke processen worden hierin weergegeven, andere functies binnen de bedrijven zijn wegens het logistieke karakter van dit onderzoek buiten beschouwing gelaten. Tabel 2: Aantallen fte s regio Haven Amsterdam Eerste linie haven 2.750 Tweede linie haven 1.800 Totaal logistieke fte s haven 4.550 Aantallen fte s Deze bevindingen op basis van de ratio vierkante meters per fte komen overeen met de bevindingen uit het rapport Pieken aan de Amstel. Pieken aan de Amstel vermeldt een totaal van 6.100 fte werkzaam bij haven die betrokken zijn bij de havengerelateerde logistiek. Omdat in het kader van ons onderzoek alleen de fte s die direct betrokken zijn bij de logistieke activiteiten zijn meegenomen, valt een afwijking naar beneden te verklaren. 4.4 Schiphol en omstreken Ook op Schiphol groeien de goederenstromen snel en de verwachting is dat deze groei zich in de komende jaren zal voortzetten met een groeipercentage van gemiddeld 6% per jaar. Op basis van deze prognose zal het volume in 2015 2,5 miljoen ton vracht zijn. Indien de groei zich voorzet als geprognosticeerd zal in 2015, de maximaal te creëren voorraad ten behoeve van de eerstelijns activiteiten op Schiphol Centrum, Zuid en Zuidoost bereikt zijn. Hierna zal worden uitgeweken naar de nog aan te leggen en uit te geven gronden in de A4 Zone West 3. De A4 Zone West en Schiphol Logistic Park maken deel uit van de visie ACT 4. Zoals hierboven vermeld vinden de eerstelijns activiteiten plaats op Schiphol Centrum, Zuid en Zuidoost. De grootste cargo afhandelaren zijn KLM Cargo, Aviapartner / Aeroground en Menzies. In de eerste linie zijn alleen de mensen werkzaam in de operatie meegenomen, de mensen op kantoor zijn buiten beschouwing gelaten. Het meenemen van het logistieke kantoorpersoneel in de eerste linie zal een te grote negatieve afwijking van de aantallen logistiek personeel veroorzaken. 3 Ruimtelijk Ontwikkelingsplan Schiphol 2015 4 Amsterdam Connecting Trade 19