prunusbeheerplan Amsterdamse WaterleidingduineN

Vergelijkbare documenten
LIFE+ IN DE AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN

Begrazingsbeheerplan Amsterdamse WaterleidingduineN

Oplegnotitie bestrijding Japanse duizendknoop.


Aanpak Invasieve exoten. Henk Siebel mei 2014

Opruimen verbrand bos, op weg naar gezonde Duinen!

Manteling van Walcheren

Programmatische Aanpak Stikstof TERSCHELLING

Invasieve uitheemse planten in het beheer

Verslag Bezoekersavond 2013 Noordhollands Duinreservaat

Ecologische meerwaarde gehoede schaapskuddes. Loek Kuiters en Pieter Slim

Programma informatieavond Programma Aanpak Stikstof (PAS)

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 25 september 2011) Nummer 2551

Effecten van begrazing in kustduinen

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

Accumulatie van C en N gedurende successie in kalkrijke en kalkarme duinen

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Holtingerveld

Maatregelen voor bosherstel

Motivaties in het beheer van de duinen

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 14 mei 2014) Nummer 2935

Werkplan bosbeheer AWD : werkblok 1

Kleine waterteunisbloem op Tiengemeten. Astrid Withagen 12 juni 2015

Kleinschalige verstuiving/dynamiek

Het natuurbeheerplan. Martine Waterinckx De Europese natuurdoelen in vraag en antwoord 09 september 2014

1. Natuur Vaardigheden van herder bij het proces van planning en uitvoering begrazing

Actualiteit mei BEGRAZINGSBEHEERPLAN AMSTERDAMSE WATERLEIDINGDUINEN

Waterschap Vechtstromen benut voor blauwe diensten de mogelijkheid van cofinanciering vanuit POP3, te weten:

EFFECTEN VAN GRAZERS OP BELANGRIJKE KWELDER PROCESSEN

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147)

Kennemerland-Zuid. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 88. PAS-bureau

NATUURHERSTEL MOST-KEIHEUVEL

Indeling lezing. Herstel van leefgebieden voor de gladde slang. Ringslang. Gladde slang. Adder

NATUURHERSTEL MOST-KEIHEUVEL

Duinen Ameland. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 5

Cultuurhistorisch natuurbeheer kan!

Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries,

Gebiedswijzer Wierdense Veld

Programma. Beheerplan Elperstroomgebied

Gedeputeerde Staten. Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland T.a.v. het bestuur Bezuidenhoutseweg AW DEN HAAG

Natuurkwaliteit en bosgebruik Natura Rienk-Jan Bijlsma

3. Inventarisatie. Organisatie. Figuur 1: Grafiek met het aantal retour gezonden inventarisatieformulieren per organisatie.

HEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND. Beleidsnota

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

1. ecologische functie

Duinen Terschelling. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 4

Gebiedswijzer De Bruuk

KRW en Gedragscode: Houvast of last? Janneke van Goethem Platform beek- en rivierherstel17 april 2014

Programmatische Aanpak Stikstof: PAS

Herstel natuurbeheer Kwintelooijen Han Runhaar, coördinator Natuurwerkgroep Kwintelooijen Bert van de Haar, voorzitter Vrienden van Kwintelooijen

natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN

Provincie Antwerpen als katalysator voor duurzame energie, focus op houtige biomassa

Zwin & Kievittepolder

Natura 2000 Botshol. Fleur Smout. Indeling van de avond. Stand van zaken beheerplan Presentatie Natuurmonumenten Terugkoppeling en vragenronde

NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK

Loonse en Drunense Duinen en Leemkuilen

Monitoring Wat doen we ermee? Het gebruik van gegevens in de praktijk

Natura zonder centen?

Bermenplan Assen. Definitief

Kostenefficiënte en verantwoorde oogst van tak- en tophout

Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Ede, t.a.v. mevrouw D.W. Vreugdenhil, wethouder, Postbus 9022, 6710 HK Ede.

Bestrijding Duizendknoop

HOE WERKT DE PROGRAMMATISCHE AANPAK STIKSTOF (PAS)?

1. Wat vindt u ervan dat het GOB gronden in (nieuwe) natuurgebieden wil aankopen voor de aanleg van zonnevelden?

Compensatieplan. natuurcompensatie. parkeren De Heimolen. juli 2015

Fauna in de PAS. Hoe kunnen we effecten van N-depositie op Diersoorten mitigeren? Marijn Nijssen Stichting Bargerveen

Eindrapportage rietmaaiproject 2017

Bundel 3 van veldoefening en cases

Notitie Verlagen maaifrequentie bermen 2013

Overeenkomst tussen de provincie Oost-Vlaanderen en RATO vzw voor de bestrijding van terrestrische exoten

Programma publieke avond 26 januari 2012

As Leiden - Katwijk. Plan van Aanpak. Provincie Zuid-Holland Regio Holland Rijnland. 13 september 2004

Memo. Aanleiding De Cie. m.e.r. heeft kritiek op de Passende Beoordeling voor de Structuurvisie Veere. Het gaat om het aspect stikstofdepositie.

Intentieovereenkomst mitigatie significante effecten stikstofdepositie Zeetoegang IJmond

Met de steun van: Boerenbond, ABS, Werkers, VLM, ANB en ADLO

Winst voor ons landschap

PRAKTIJKADVIES. Phytophthora ramorum. en het beheer van Rhododendron in bossen en natuurgebieden

Praktijkproef duizendknoop

Overtredingen en daarbij horende mogelijkheden voor herstel of sancties

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet. Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag

Stikstofdepositie en Natura 2000: een PASsend antwoord. Dick Bal (ministerie EZ / Natura 2000)

De Boswet in de nieuwe Wet natuurbescherming. Hoofdstuk Houtopstanden

Natuurbeleid in Zuid-Holland

Spiegelplas en Ankeveense plassen

Welkom bij de Informatieavond Engbertsdijksvenen. Donderdag 30 november 2017

Collectief Waddenvogels. Pakket Terschellinger elzen- en geriefhoutsingel

Heidebeheer in de 21 e eeuw

Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost

Groengebied Amstelland AB Agendapunt 8 Ecologische verbinding Holendrechter- en Bullewijkerpolder BIJLAGE 2: NOTA VAN UITGANGSPUNTEN

andschap 2008 andschap Amsterdamse Waterleidingduinen wandelroute Colofon Start De Zilk Lengte 7,5 km

Plan van aanpak Natuurvisie Gelderland

Natura 2000 Zouweboezem Presentatie gemeenteraad Zederik 2 sept Laurens van Ruijven Miriam de Boer Afdeling Water en Groen

Wat valt er te kiezen?

WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD.

Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in]

Handleiding hulpmiddel kwaliteitsformulieren. Het is onderverdeeld in een aantal thema s: De uit te voeren werkzaamheden

De landbouwer als landschapsbouwer. 4. De landbouwer als landschapsbouwer ICT-opdracht ehorizon

Investeren in het waddengebied is de moeite meer dan waard!

Transcriptie:

prunusbeheerplan 2011-2013 Amsterdamse WaterleidingduineN

Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1 Inleiding... 3 1.1 Historie... 3 1.2 Probleemstelling... 3 1.3 Doelstelling... 4 1.4 Uitgangspunten prunusbeheer... 4 1.5 Locaties prunusbeheer... 5 2 Methode... 6 2.1 Monitoring en evaluatie... 7 2.2 Biomassa... 7 2.3 Regulier prunusbeheer... 8 3 Kosten... 9 4 Subsidies... 10 4.1 Vernatting AWD door terugdringen verhouting... 10 4.2 Source for nature... 10 5 Bijlagen... 11 Bijlage 1: stand van zaken 2010... 12 Bijlage 2: veldkartering 2008 t.o.v. nabeheer... 13 Bijlage 3: Overzichtskaart prunus meerjarenplan... 14 Waternet Afdeling Bron & Natuurbeheer Postbus 94370 1090 GJ Amsterdam www.waternet.nl

1 Inleiding In het beheerplan 2011-2016 van de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD) wordt op hoofdlijnen aangegeven hoe Waternet de Amerikaanse vogelkers (prunus serotina) de komende jaren gaat beheren. De concrete uitwerking hiervan staat in dit meerjarenplan prunusbeheer voor de komende twee jaar uitgewerkt. Het team Beheer & Onderhoud van de afdeling Bron- en Natuurbeheer is verantwoordelijk voor de uitvoering van dit plan. 1.1 Historie Prunus is in de vorige eeuw aangeplant, met name als ondergroei in dennenbos. Het bleef lange tijd alleen in de bossen woekeren tot halverwege de jaren negentig. Vanaf dat moment heeft prunus zich massaal gevestigd in het open duin. Prunus verdringt inheemse soorten waardoor habitattypen in kwaliteit achteruitgaan en verdwijnen en de biodiversiteit sterk afneemt. Vanaf 1992 is Waternet bezig met prunusbeheer door middel van de inzet van vee en het zagen van prunus. Sinds 2005 is er gestart met de ontwikkeling van grootschalig prunusbeheer zoals we dat nu kennen. De focus is om de uitbreiding vanuit het zuiden richting het noorden tegen te gaan. Met machines en vee wordt gewerkt om in deze gebieden de prunus beheerbaar te houden. 1.2 Probleemstelling Beheer is nodig omdat prunus inheemse soorten in de AWD verdringt. Prunus verdringt inheemse soorten waardoor habitattypen in kwaliteit achteruit gaan en verdwijnen. De biodiversiteit neemt sterk af. Zonder beheer is de prognose dat oppervlakte aan uniek duinhabitattypen verloren gaat 1. 1 Bron: beheerplan Amsterdamse Waterleidingduinen 2011-2016

1.3 Doelstelling Prunusbeheer zorgt ervoor dat juist die unieke duinhabitattypen in stand blijven en/of toenemen waardoor het open duinlandschap met hoge ecologische waarden wordt vergroot. Doelstelling van Waternet is om het grijze duinen habitattype (H2130B) met 50 ha te laten groeien in de periode van 2011-2013. Deze 50 ha aan grijze duinen habitat komt uit paragraaf 3.2 van het beheerplan 2011-2016. Hierin wordt als natuurdoel gesteld om 100 ha aan grijze duinen te creëren vanuit regulier beheer. Verwacht wordt dat de helft (50 ha) kan worden gerealiseerd in de periode 2011-2013. Habitattypen uitbreiding tot/ 2013 kwaliteit H2130B Grijze duinen (kalkarm) 50 40 Zo wordt in het kader van de Natura 2000 opgestelde instandhoudingsdoelen voor Kennemerland-zuid gehaald. Het prunusbeheer wordt op een duurzame en publieksvriendelijke manier uitgevoerd. Er worden geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt. Machines worden alleen ingezet om het grove werk te verrichten. Duurzaamheid van het beheer wordt vergroot doordat het nabeheer wordt ingevuld met begrazing door schapen en koeien. Daarnaast wordt in het beheer en nabeheer gebruik gemaakt van vrijwilligers. Het creëren van maatschappelijk draagvlak met betrekking tot het gevoerde beheer is eveneens een doelstelling. 1.4 Uitgangspunten prunusbeheer Voor de komende drie jaar blijft de strategie hetzelfde als in voorgaande jaren. Vanuit het zuiden gestructureerd prunus beheren richting het noorden. Daarnaast wordt zoveel mogelijk getracht om de gebieden (randen, infiltratiegebieden) die nu vrij zijn vrij te houden. Omdat de aanwezigheid van prunus in het gebied een grote (negatieve) invloed heeft op de habitatontwikkeling en de vernatting wordt geprobeerd om het prunusbeheer te versnellen. Met name de infiltratiegebieden zijn van belang om versneld op te pakken omdat deze nu nog relatief schoon zijn. Extra knelpunt in deze gebieden vormt het nabeheer. In de infiltratiegebieden kan niet worden nabeheerd met de inzet van begrazing (geen vee in de meeste delen van het waterwingebied). Mechanisch zijn deze gebieden nu nog te beheren. Uitstel van het beheer in deze gebieden leidt tot een verhoging van de kosten voor het beheer in de toekomst. Om deze versnelling te realiseren zijn extra financiële middelen nodig. Daarom is er in 2010 een ILG-subsidie aangevraagd. Een besluit over deze subsidie wordt verwacht in 2011.

Verder gelden bij de beheer van prunus de volgende punten: - Alle beschikbare middelen worden ingezet in de gebieden die aansluiten op de systematische manier van werken. Deze gebieden hebben de hoogste prioriteit. - Er wordt geen gebruik gemaakt van chemische bestrijdingsmiddelen - Het prunusbeheer dient duurzaam uitgevoerd te worden: o in de uitvoering wordt rekening gehouden met de nog aanwezige relicten van goed ontwikkeld duinhabitat o financieel verantwoord o maatschappelijk draagvlak creëren o uitvoering met behulp van de gedragscode Natuurbeheer en werkprotocollen - B&N onderzoekt welke positieve mogelijkheden Prunus biedt om het hout en vruchten goed te gebruiken. Waar mogelijk wordt de uitvoering aangepast op basis van het onderzoek. - Voor relevante alternatieve Prunus beheermethoden moet ruimte gemaakt worden. Op projectbasis voeren we experimenten uit om alternatieve methoden te testen op haalbaarheid en doelmatigheid. - Het benutten van subsidieregelingen. - Het actief betrekken van vrijwilligers bij de prunusbestrijding. 1.5 Locaties prunusbeheer Om geen gebieden over te slaan in het prunusbeheer is het belangrijk om goed in beeld te hebben welke gebieden reeds zijn beheerd en waar beheer nog moet plaats vinden. Voor de periode 2011-2013 wordt in het begrazingsgebied de Vellen alle prunus gezaagd, gerooid en aan nabeheer gedaan. In de zelfde periode worden de infiltratiegebieden geschoond van prunus. Deze twee gebieden 2 worden toegevoegd aan het reeds geschoonde deel van de AWD waar nabeheer plaats vindt door middel van begrazing, vrijwilligers en mechanisch nabeheer. 2 Zie bijlage Overzichtskaart Prunus meerjarenplan

2 Methode B&N heeft een systematische en specifieke werkwijze in haar prunusbestrijding. Het beheer is erop gericht om zaaibomen te verwijderen en de hele prunus zaadbank in één keer te laten ontkiemen. Op deze manier is geen zaad meer aanwezig in de jaren daarna. Door op de explosie van kiemplanten nabeheer toe te passen worden deze onder controle gehouden en sterven uiteindelijk af. Behalve prunusbestrijding voert B&N tegelijkertijd ook beheer tegen verruiging. Verruigde vegetaties zijn een kiemplaats voor prunus en wordt derhalve ook meegenomen in de bestrijding van prunus. De methodiek is op te delen in verschillende fases. Fase 1: Begrazen Eerst kunnen grazers worden ingezet om onderbegroeiing weg te eten. Hierdoor neemt de verjonging van prunus af en wordt het gebied toegankelijker voor de volgende fase. Op welke locaties begraasd wordt en met welke methode wordt vastgelegd in het meerjarenplan begrazing. De begrazing hoeft niet persé de eerste fase te zijn en kan op ieder moment worden ingezet. Fase 2: Zagen en snipperen De prunus wordt tot ongeveer één meter boven maaiveld afgezaagd. Dit is handig voor fase 3 rooien. Het gezaagde wordt versnippert en uit het terrein gehaald, hierdoor kan het nabeheer beter worden uitgevoerd en wordt voorkomen dat prunus zich ontkiemt in de bescherming van de gezaagde takken. Een deel van deze stobben begraasd en niet gerooid. De grazers eten de uitlopers af waardoor de stobben niet verder uitlopen en uiteindelijk, na jaren, afsterven. De stobben die niet begraasd worden doen er ongeveer 3 jaar over om tot zaadzetting te komen. Er is te veel Prunus om uitsluitend begrazing als nabeheer in te zetten. In de volgende fase worden aanvullende maatregelen ingezet. Fase 3: Rooien De prunus is nu gereed om met wortel en al uit het veld te worden gerooid. Dit gebeurt met een mobiele rupskraan. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met kwetsbare elementen. De stobben worden op locatie goed van de grond ontdaan om het reliëf in het landschap niet te verstoren. De bodem is nu helemaal open en prunus zaden kunnen ontkiemen. De stobben worden naar een depot vervoerd. Fase 4: Nabeheer: Begrazing, klepelen, vrijwilligers en plaggen Om de beheerlocatie te ontdoen van alle kiem prunus worden runderen en schapen ingezet. Dit is een natuurvriendelijke en goedkope manier van nabeheer. Schapen en

runderen kunnen op diverse manieren worden ingezet: extensieve begrazing, drukbegrazing, jaarrond-, winterbegrazing en begrazing met een gescheperde kudde. Daar waar nodig wordt in het terrein met een klepelmachine of door middel van plaggen van de toplaag ernstige verruiging en prunusopslag verwijderd. Deze vormen voor nabeheer zijn ook geschikt voor beheer in de randgebieden (Hoekgatterduin, Houtpoort, etc) van de AWD. Vrijwilligers zullen hierbij een prominente rol spelen om in het nabeheer 3 prunus weg te zagen of te trekken. Jaarlijks wordt een uitvoeringsplanning gemaakt waarin de locaties worden weergegeven waar prunusbeheer wordt uitgevoerd. 2.1 Monitoring en evaluatie Aan het einde van de periode van dit plan wordt geëvalueerd of doelstellingen zijn behaald en wat de mogelijke verbeterpunten zijn. Om te beoordelen of is voldaan aan de doelstelling om de grijze duin habitattypen te doen vergroten is monitoring nodig. Hoe deze monitoring tot stand komt is beschreven in het monitoringsplan beheer AWD. Team beheer en onderhoud houd jaarlijks bij welke gebieden zijn beheerd zodat Waternet informatie heeft voor de evaluatie. 2.2 Biomassa Het beheer op prunus zorgt voor een hoeveelheid biomassa die hierbij vrijkomt. Waternet zet deze biomassa al sinds jaren duurzaam op de markt. De massa van houtchips die vrijkomen bij het versnipperen van hout bedraagt per jaar ongeveer 600 ton. Dit is goed voor ongeveer 470700 kwh aan stroom. Dit komt overeen met groene stroom voor ongeveer 150 huishoudens. Het schredder materiaal ofwel de verkleinde prunus stobben wordt afgevoerd en gebruikt voor opwekking van energie of compost. 3 Voor locaties zie bijlage 3: prunusmeerjarenplan 2010-2013

Huidige situatie versus gewenste situatie De stand van zaken 4 in 2010 is als volgt: - in ongeveer 1500 ha is prunus bestreden. Deze gebieden zijn nu in nabeheer - van de hierboven genoemde 1500 ha is 1100 ha in gebruik als begrazingsgebied voor runderen en/of schapen - in 1900 ha is (nog) geen prunusbeheer ingezet Aan de hand van de veldkartering van 2008 5 is te zien dat in de beheerde gebieden de prunus in beheerbare mate aanwezig is. Hoe lichter het blokje, hoe minder prunus aanwezig is. In deze gebieden zal de komende jaren nabeheer essentieel zijn om daadwerkelijk controle te krijgen over de prunus. De kartering is van 2008, in sommige gebieden is de prunus al terug gedrongen of toegenomen. 2.3 Regulier prunusbeheer Op jaarbasis wordt in een gebied van 200 hectaren prunus gezaagd en gerooid. Daarbij wordt op 1100 ha aan nabeheer (vee en klepelen) gedaan. In de bijlage 3 is te zien welke gebieden wanneer in beheer gaan. Over drie jaar is ongeveer 600 ha aan prunus bestreden en is 2100 ha in nabeheer. De grootte van het oppervlak aan nabeheer wordt ieder jaar groter. Dit zal steeds een groter deel van de middelen vergen om dit uit te voeren. Voor deze delen moet telkens worden afgewogen of er een andere vorm van nabeheer mogelijk is om het controleerbaar te houden. Ook kan overwogen worden (in het projectenmeerjarenplan) om bij bestrijding al nadrukkelijker ook de zaadbank te verwijderen door middel van plaggen, zodat het nabeheer beperkter kan zijn. Hiervoor dient een afweging gemaakt te worden in kosten en baten in de vorm van kwaliteitsontwikkeling van de duinhabitats. Het wat, waar en hoe over de begrazing staat in het begrazingsmeerjarenplan 2011-2013. Dit plan hang sterk samen met het prunusmeerjarenplan 2011-2013. 4 Zie bijlage 1: stand van zaken 5 Zie bijlage 2: veldkartering 2008

3 Kosten Hieronder volgt de kostenraming per jaar voor het reguliere prunusbeheer gedurende de periode 2011 2013 excl. inzet Waternetmedewerkers en eigen materieel. Bedrag in Bedrag in prunusbeheer zagen 50.000 rooien 100.000 versnipperen 10.000 stobben transport in duin 45.000 schredderen en afvoeren 20.000 totaal beheer 225.000 nabeheer klepelen 25.000 overige nabeheer 50.000 totaal nabeheer 75.000 Baten houtchips 7500 TOTALEN KOSTEN 300.000

4 Subsidies De afdeling B&N probeert door middel van subsidies beheerprojecten te realiseren die mede prunusbestrijding kunnen ondersteunen en waardoor zo mogelijk een versnelling kan worden gerealiseerd op het lange termijn einddoel. 4.1 Vernatting AWD door terugdringen verhouting Op dit moment loopt een ILG subsidie aanvraag voor het project Vernatting AWD door terugdringen verhouting. Dit project, dat onderdeel uitmaakt van het Programma herstel projecten (PHP), heeft een relatie met het prunusbeheer. De verhouting in de AWD komt voor een groot deel door toename van de prunus. Door verhouting tegen te gaan wordt de vernatting bevordert. Hierdoor ontstaat financiële ruimte voor extra prunusbeheer. Besluitvorming over deze subsidie wordt verwacht in 2011. 4.2 Source for nature In 2011 dient Waternet het project Source for nature in voor een Europese LIFE+ Nature subsidie. Ook dit project, dat onderdeel uitmaakt van het Programma herstel projecten (PHP), heeft een relatie met het prunusbeheer. Bij goedkeuring heeft het project een looptijd van 1-6-2012 tot 31-12-2016. Voor dit project wordt ook geprobeerd om co-financiering van de provincie Noord-Holland te krijgen. Dit project kan de planning en uitvoering van dit meerjarenplan beïnvloeden.

5 Bijlagen

Bijlage 1: stand van zaken 2010

Bijlage 2: veldkartering 2008 t.o.v. nabeheer

Bijlage 3: Overzichtskaart Prunus meerjarenplan