Beoordeling ENVO-LIO

Vergelijkbare documenten
Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht

Competentievenster 2015

Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)

Aantekenformulier van het assessment PDG

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

Portfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van:

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Competenties in beeld

Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep.

Zelfevaluatie. Inleiding:

ALEXANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013

kempelscan K1-fase Eerste semester

Om te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen:

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat

BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3

1. Interpersoonlijk competent

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

1 Interpersoonlijk competent

Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007)

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 1 (jaar 1)

Leerwerkstage 1. voorbereiden, uitvoeren en evalueren lesactiviteiten. Project: informatievaardigheden (mediawijsheid)

Lijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten

Beoordeling werkplekleren jaar 2 DEELTIJD

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

kempelscan P2-fase Studentversie

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

1/8. Voor leerkrachten zijn 7 bekwaamheden geformuleerd:

Mogelijke aandachtspunten voor het invullen van het lesevaluatieformulier

Beoordelingsrapport. Keimaat is een product van b&t begeleiding en training B.V.

Leerwerktaak Bouwen aan grammatica

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007)

Beoordeling en evaluatie

Thermometer leerkrachthandelen

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 2a Competentiematrix schoolstage

EVALUATIEFORMULIER ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING DEELTIJD

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Competentieprofiel onderwijsassistent voor de periode

Door de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan de docenten.

Hoofdstuk 3 Beoordeling en evaluatie. 3.1 Beoordelingsformulier beroepshouding. Instructie beoordeling: Beoordeling

P.1 Creëren van een veilig en stimulerend leerklimaat

Pluspunt Een professioneel voorbeeld zijn voor leerlingen en in gesprek blijven over de vraag hoe gaan we met elkaar om.

Toelichting student op zijn ontwikkeling aan de hand van voorbeelden uit de stage:

Rapport Docent i360. Angela Rondhuis

Beoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics)

Assessment Startbekwaam

Beoordelingsrapport Studie en Werk 1B - voltijd

Beoordelingsrapport S&W 3 en S&W4 (LIO-fase) Kopopleiding

EVALUATIEFORMULIER ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING Voltijd/Deeltijd/Duaal. Docent Beeldende Kunst en Vormgeving Duaal

Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse. Datum:

Handleiding Portfolio assessment UvA-docenten

ROC Friese Poort. UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

MASTER LGL COMPETENTIES

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Docent LB. Inhoudsopgave. Docent LB Inter-persoonlijk. Leesinstructies Rapportgegevens

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Competenties. De beschrijvingen van de 7 competenties :

De competenties van een docent MBO

Leerwerktaak Hoor je wat ik zeg?!

POP Martin van der Kevie

Avans ontwikkelrichtlijn voor docenten

Door de stage en de theorie ontwikkel ik mij beroepsmatig. Op mijn stage vraag ik veel aan mijn stagebegeleidster.

Faculteit Geesteswetenschappen BASISGEGEVENS STAGE. onvoldoende voldoende. goed. goed. Eindoordeel (cijfer): Toelichting: ONDERTEKENING STAGEDOCENT

Workshop zelfbeoordelingslijst PARTNERS IN PASSEND ONDERWIJS

Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

Zelfevaluatieformulier

Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.

WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR Geachte stagementor, vakmentor(en)

Competentieprofiel voor rekendocenten in het mbo

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden

Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding, tweedegraads lerarenopleidingen Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (versie september 2011)

Leerwerktaak Spreken is goud!

1. Interpersoonlijk competent

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

Beoordeling Stage 2 Code: ST2

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Compentieprofiel Adjunct-directeur AB

Kijkwijzer formulier. Naam leerkracht. Groep leerkracht. Naam beoordelaar. Beoordeelde les. Datum. Bijzonderheden

School: Hoge school van Amsterdam Datum:

ASSESSMENT STARTBEKWAAM MINOR 2 HJK of HOK Beoordelingsformulier Criteriumgericht interview en reflectie

Hoe hebben de Aios alle stafleden van de afdeling gemiddeld beoordeeld? (N= totaal aantal Aios-beoordelingen van alle stafleden van de afdeling)

Competentiescan Propedeuse Academie voor Beeldende Vorming Tilburg

Leraar basisonderwijs LA FUNCTIEBESCHRIJVING

Competentie- en indicatorenoverzicht Masteropleiding Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam IVL/Kenniskring Versterking Beroepsonderwijs

Competentieprofiel van de opleider CHVG

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering

Transcriptie:

Beoordeling ENVO-LIO Naam student: Suzan Westdorp Studentnummer: Naam school / onderwijsinstelling: Naam vakcoach/schoolopleider: Henk Zielstra (HZ) Naam leerwerkbegeleider: Betreft 1 : Tussenbeoordeling (lio-funct 1 / lio-funct 2) Eindbeoordeling LIO (lio-end) Vereist niveau Startbekwaam LiO De student probeert bewust nieuwe handelingen uit en - slaagt daar in in complexe situaties met een hoge mate van zelfstandigheid, - zijn/haar reflectie is kritisch en heeft diepgang - kan de keuzes in zijn/haar handelen met behulp van de achterliggende theorie verantwoorden : De student probeert niet bewust nieuwe handelingen uit, en heeft zich niet of nauwelijks verder ontwikkeld. Er wordt niet of weinig gerefereerd aan de achterliggende theorie. De reflectie is niet kritisch en diepgaand. Het portfolio is oppervlakkig, eerder beschrijvend dan analytisch. Het portfolio heeft weinig ordening en samenhang. De bewijzen tonen niet aan dat de competenties worden beheerst. Er is sprake van een slechte schrijfstijl, er worden veel spellingfouten gemaakt. De student probeert bewust nieuwe handelingen uit en heeft zich grotendeels zelfstandig verder ontwikkeld. Er wordt gerefereerd aan de achterliggende theorie. De reflectie is kritisch en diepgaand. Het portfolio is meer analytisch dan beschrijvend en heeft een herkenbare structuur en opbouw. De bewijzen tonen in voldoende mate aan dat de competenties worden beheerst. Er is sprake van een behoorlijke schrijfstijl, er worden nauwelijks spellingfouten gemaakt. De student probeert zeer bewust nieuwe handelingen uit en heeft zich zelfstandig verder ontwikkeld. Er wordt duidelijk gerefereerd aan de achterliggende theorie. De reflectie is kritisch en diepgaand. Het portfolio is analytisch en heeft een zeer herkenbare structuur en opbouw. De bewijzen tonen meer dan voldoende aan dat de competenties worden beheerst. Er is sprake van een juiste schrijfstijl, er worden nauwelijks spellingfouten gemaakt. Cesuur: Alle deelbeoordelingen van het eindportfolio dienen voldoende of te zijn; De beheersing van de zeven SBL competenties dient aan het einde van het LiO traject voldoende te zijn. Dit formulier moet ondertekend zijn door alle genoemde betrokkenen en in het dossier van de student bij het bedrijfsbureau gevoegd worden. 1 Doorhalen wat niet van toepassing is.

Voorwaarden voor de eindbeoordeling De titelpagina bevat minimaal je naam, opleiding, studentnummer en de namen van de begeleiders. Er is een overzichtelijke inhoudsopgave met paginanummering Literatuurvermelding is volgens geldende regels (bijv. APA) Opmaak is helder en consistent Taalgebruik is in orde (grammatica, spelling en interpunctie is juist) Elke competentie beschouwing begint op een nieuwe pagina Verwijzing naar bewijzen is duidelijk en consistent niet Portfolio Inleiding Presentatie van jezelf en je onderbouwde onderwijsvisie. Presentatie van de school; de context van de school en de klassen waaraan je les geeft. Persoonlijk ontwikkelingsplan POP met daarin aandacht voor leerpunten, activiteiten en te verzamelen bewijsmaterialen. Voldaan Niet

C1 INTERPERSOONLIJKE COMPETENT Het gaat er hierbij om dat de student: - met een open houding naar leerlingen luistert, contact maakt en communiceert - een klas zowel leiding als begeleiding geeft - leerlingen zonodig confronteert - gevoel heeft voor de groepscultuur, zodat er een goede sfeer van samenwerken en omgaan met de leerlingen ontstaat. ALGEMENE Suzan heeft een uitstekende houding voor de groep. Zij blijft rustig en weet op een prettige wijze de leerlingen te motiveren. Ze gaat confrontaties niet uit de weg, maar doet dat op een dusdanige manier dat het niet opvalt in de klas. Ze spreekt leerlingen aan op storend gedrag, zoals te laat komen en het aanhouden van hun jassen. Er wordt in de groep geen spanning opgebouwd, doordat Suzan evenwicht en rust blijft uitstralen. Gedragsindicatoren: De student kan zorgen voor een prettig leerklimaat. Dit is te zien doordat hij / zij: vriendelijk, respectvol en op positieve wijze met leerlingen omgaat enthousiasme uitstraalt goed verstaanbaar en op gevarieerde toon spreekt mondeling en schriftelijk taalgebruik aanpast bij het niveau / belevingswereld van de leerlingen een effectieve lichaamstaal hanteert leiding aan een klas / groep geeft een klas/groep begeleidt regels en afspraken met leerlingen maakt zich aan de gemaakte regels houdt zicht heeft op verschillen tussen leerlingen. (soms) inspeelt op verschillen tussen leerlingen

C2 PEDAGOGISCH COMPETENT ALGEMENE Het gaat er hierbij om dat de student: - Leerlingen zich op hun gemak kan laten voelen - Leerlingen zich gewaardeerd kan laten voelen - Leerlingen op een respectvolle manier met elkaar om laat gaan - het sociale klimaat in de groep bevordert - leerlingen initiatieven en verantwoordelijkheden laat nemen, zodat zelfverantwoordelijkheid en zelfstandigheid van leerlingen wordt bevorderd. De pedagogische sfeer is prima, ondanks het feit dat de groep bestaat uit nogal wat ongemotiveerde leerlingen. Respectvol en stimulerend begeleidt Suzan de verschillende groepjes, die ze echt aan werk krijgt. Veel waardering voor haar uitstraling. Gedragsindicatoren: De student kan zorgen voor een veilig leerklimaat. Dit is te zien doordat hij / zij: interesse toont in leerlingen en hun ontwikkeling leerlingen op het juiste moment complimenten geeft leerlingen aanspreekt op ongewenst taalgebruik en gedrag praat met leerlingen over gewenst gedrag leerlingen stimuleert tot actieve inzet het geloof in eigen van leerlingen bevordert zich naar leerlingen toe probleemoplossend opstelt waarden en normen ten aanzien van omgaan met elkaar bespreekbaar maakt leerlingen ruimte geeft voor eigen initiatieven en verantwoordelijkheden

C3 VAK/DIDACTISCH COMPETENT ALGEMENE Het gaat er hierbij om dat de student: - Leerlingen betekenisvolle leerdoelen geeft - Leerlingen gemotiveerd met hun leertaken aan de slag laat gaan - Leerlingen adequate ondersteuning geeft bij het uitvoeren van hun leertaken, waarbij rekening wordt gehouden met individuele verschillen - leerlingen laat leren leren, waarbij leerlingen gestimuleerd worden te reflecteren op hun leerproces zodat een stimulerende en uitdagende leeromgeving ontstaat die het zelfstandig leren van leerlingen bevordert Met de suggestie om leerlingen meer het doel te laten zien van hun activiteit in de les, is dat het enige dat ik toe kan voegen. Aanvankelijk leek dit door mij minder gewaardeerd, maar de uitleg van Suzan is dusdanig dat ook hier met goed kan worden beoordeeld. Leerlingen vooraf motiveren, zeker in een les met grafen lijkt noodzakelijk te zijn, maar dit bleek vooraf te zijn gebeurd. Suzan zet de leerlingen, na de instructie, snel aan het werk in groepen. Dit kost nauwelijks tijd. Voldaan Niet Minimaal 4 bewijzen aanwezig Gedragsindicatoren: De student kan zorgen voor zinvolle leerinhouden en leeractiviteiten. Dit is te zien doordat hij/zij: de les/onderwijsactiviteit vakinhoudelijk goed voorbereidt, daarbij rekening houdt met het niveau / de belevingswereld van leerlingen op een( lesplan)formulier relevante lesdoelen formuleert en aangeeft hoe deze worden geëvalueerd lesdoelen en lesinhoud vertaalt in zinvolle en gevarieerde leeractiviteiten verband legt met eerdere leerinhouden (voorkennis) en andere vakken activerende werkvormen toepast leerlingen begeleidt en ondersteuning biedt bij zelfstandig werken leerlingen motiveert en betrekt bij de lesstof via betekenisgeving, actualisatie, visualisering e.d. functioneel gebruik maakt van hulpmiddelen en media, m.n. ICT toetsen gebruikt, maakt en beoordeelt, toetsen evalueert leerlingen feedback geeft op hun leerproces het leerproces met leerlingen evalueert oog heeft voor verschillen tussen leerlingen qua leerstijl, motivatie en niveau didactisch inspeelt op verschillen tussen leerlingen Vakspecifieke eisen aardrijkskunde, geschiedenis en economie De student begeleidt leerlingen bij het zelf informatie verzamelen en beoordelen daarvan (buiten het aanbod in de lesmethode om). Bij geschiedenis: de student draagt bij aan het ontwikkelen van historisch besef

Vakspecifieke eisen Frans, Duits De student gebruikt de doeltaal als voertaal tijdens een substantieel deel van de les. De student stimuleert de leerling tot gebruik van de doeltaal. De student verzorgt didactisch verantwoord opgebouwde lesactiviteiten gericht op ontwikkeling van de taalvaardigheden Vakspecifieke eisen natuurkunde, scheikunde Bij competentie 3 laten studenten NaSk in hun bewijsvoering zien dat zij in hun stage bezig zijn geweest met vakdidactiek NaSk die in de colleges is behandeld. Expliciet zichtbaar moet zijn: het gebruik van de conceptendriehoek (definitie/concept/context), het voorbereiden en geven van inductieve lessen en de keuzes rondom de inzet van practicum. Bij competentie 4 laten studenten NaSk in hun bewijsvoering zien dat ze tijdens hun stage bezig zijn geweest met het organiseren van practicum en dat ze inzicht hebben opgedaan in de zaken die daarbij een rol spelen. Vakspecifieke eisen Nederlands De student verdeelt de onderwijskundige activiteiten evenredig over de domeinen taalbeheersing, taalkunde en fictie. - De student laat zien wat hij of zij bij diverse onderdelen Nederlands geleerd heeft en verantwoordt dit in het Vakspecifieke eisen Engels De student gebruikt de doeltaal een substantieel deel van de les als voertaal. De student probeert diverse theorieën en methodieken van het grammaticaonderwijs uit in zijn/haar lessen. De student gebruikt een variatie aan werkvormen voor het aanleren van vocabulaire. De student verzorgt zorgvuldig opgebouwde lesactiviteiten voor de taal-vaardigheden, waarbij hij/zij gebruik maakt van taalvaardigheidsdidactiek De student gebruikt een variatie aan werkvormen voor het ontwikkelen van gespreksvaardigheid De student gebruikt een variatie aan werkvormen voor het verbeteren van uitspraak Vakspecifieke eisen wiskunde de student kan aansluiten op informele of preformele wiskundekennis van de leerling de student kan werken vanuit voorbeelden naar abstractie en komt tijdig tot abstractie en tot formaliseren de student is in staat de denkwijze van de leerling te achterhalen en met verschillende oplossingen en redeneringen van de leerling mee te denken en daarbij aan te sluiten de student kan leerlingen helpen bij het mathematiseren de student kan de te behandelen theorie contextualiseren

C4 ORGANISATORISCH COMPETENT Het gaat er hierbij om dat de student: - de onderwijsactiviteiten in voldoende mate plant en organiseert - sturing geeft en houvast biedt in wat en hoe leerlingen moeten leren - leerlingen zorgvuldig, effectief en veilig met de verschillende leermiddelen leert omgaan, zodat leerlingen voldoende structuur, maar ook ruimte wordt gegeven voor optimale leerprestaties. ALGEMENE De organisatie van de les staat als een huis. De onderwijsvorm is duidelijk en logisch. Suzans rol is ijzersterk. Er ontstaat geen probleem bij haar n.a.v. gedrag van haar leerlingen. Ze weet dit in de kiem te smoren. Leerlingen accepteren haar rol. Laatkomers worden ongemerkt opgenomen in de groepen en gaan op hun manier aan het werk. Gedragsindicatoren: De student kan zorgen voor een overzichtelijk, ordelijk en taakgericht leerklimaat. Dit is te zien doordat hij/zij: de les/onderwijsactiviteit voldoende structureert met een duidelijke opbouw leerlingen duidelijkheid geeft t.a.v. de lesopzet: wat gaan we doen, hoe en waarom voldoende overzicht heeft over de groep m.b.t. de activiteiten van leerlingen de les/onderwijsactiviteiten / practicum efficiënt organiseert het inzetten van leermiddelen goed en zorgvuldig/veilig voorbereidt en organiseert kan improviseren, bijv. de opzet/uitvoering (indien nodig) kan aanpassen de zelfwerkzaamheid en het initiatief van leerlingen stimuleert de nodige cijfer/leerlingenadministratie tijdig en overzichtelijk bijhoudt

C5 COMPETENTIE OM SAMEN TE WERKEN ALGEMENE Het gaat er hierbij om dat de student: - zich bewust is van gedeelde normen en waarden en deze weet te concretiseren - een bijdrage levert aan overleg en uitvoerende taken en afspraken nakomt - een actieve bijdrage in de (vak)groep levert en bijdraagt aan een goede werksfeer - op een constructieve manier kan omgaan met kritiek geven en ontvangen, zodat er in de school een breed gedragen pedagogisch en didactisch klimaat kan bestaan en er sprake is van goede werkverhoudingen en een effectieve schoolorganisatie. Tijdens het nagesprek kwam dit aan de orde. Bovendien nam een collega een deel van de les over. Suzan kan goed samenwerken. Zij stelt zich collegiaal op. Voor mij lijkt dit duidelijk, maar is verder niet te meten bij het bezoek. Wel in haar Daar komt goed terug wie zij is en hoe zij handelt. Gedragsindicatoren De student kan samenwerken met collega s. Dit is te zien doordat hij/zij: zich actief op de hoogte stelt van de schoolorganisatie en ontwikkelingen binnen de school in het contact met leerlingen en collega s aansluit bij de waarden en normen van de school taken die binnen een (vak) groep worden verdeeld op zich neemt gebruik maakt van de deskundigheid van collega s deelneemt aan overleg binnen de (vak/intervisie) groep en daarin een eigen inbreng heeft op positieve wijze zinvolle feedback geeft op het functioneren van medestudenten (en collega s)

C6 COMPETENTIE OM OM TE GAAN MET MENSEN EN INSTELLINGEN BUITEN DE SCHOOL Het gaat er hierbij om dat de student goede contacten met personen en instellingen buiten de school kan leggen en onderhouden bij deze contacten de waarden en normen van de school uitdraagt in contacten met ouders de onderwijskundige en pedagogische aanpak van de school verwoord, zodat de relatie met mensen en instellingen buiten de school wordt versterkt ALGEMENE Het contact met ouders is een belangrijk punt. Dat doet Suzan goed, zoals haar portfolio laat zien. Zowel bij individurele situaties als bij collectieve activiteiten laat ze zien wat ze kan. Zo is de powerpoint presentatie voor een ouderavond een goed bewijsstuk, maar ook haar gestelde doelen laat zien dat ze gericht is op haar omgeving. Gedragsindicatoren De student heeft het vermogen om te gaan met mensen en instellingen buiten de school. Dit is te zien doordat hij/zij: belangstelling toont voor ouders/verzorgers en andere betrokkenen bij de school gebruik maakt van informatie en adviezen van personen en instellingen buiten de school. Deze informatie wordt veelal verstrekt door de mentor of vakcoach en heeft bijv. betrekking op leerlingenzorg. zich op de hoogte stelt van inhoud en opzet van ouderavonden en spreekavonden en eventueel een bijdrage hieraan levert zich oriënteert op de externe contacten die de school onderhoudt met culturele instellingen, hulpverleners, pedagogische centra, andere onderwijsinstellingen etc.

C7 DOORGROEICOMPETENTIE ALGEMENE Het gaat er hierbij om dat de student: - een professionele houding ontwikkelt (zelfbewust, gemotiveerd, reflectief en ontwikkelingsgericht) - aangeeft welke vorderingen hij/zij gemaakt heeft en hoe hij/zij zich verder kan ontwikkelen - de eigen beroepsidentiteit op gefundeerde wijze onder woorden kan brengen, zodat hij/zij de eigen doorgroei ter hand kan en wil nemen. De doorgroeicompetentie is enorm. Het portfolio is zeer helder en goed verzorgd. Haar ambitie is gericht op het onderwijs van de leerlingen MBO-2-. Ze stelt zich daar vragen over en geeft aan hoe zij dit invult. Daarmee laat Suzan zien dat ze kan reflecteren op haar situatie, maar ook op die van haar leerlingen. Gedragsindicatoren: De student heeft zelfsturend vermogen. Dit is te zien doordat hij/zij: in een POP een duidelijke lijn uitzet hoe hij/zij zich verder kan ontwikkelen en dat ook uitvoert gebruik maakt van de achterliggende theorie, o.a. vanuit BRP en het vak, om het eigen handelen verder te ontwikkelen de verschillende beroepstaken formuleert en inhoud geeft met zinvolle en uitdagende activiteiten en die aansluiten bij het gekozen uitstroomprofiel zelf voldoende eigen initiatieven neemt, actief zoekt naar eigen leermomenten zelfbewust optreedt flexibel is, in staat zich aan te passen aan zich wijzigende omstandigheden de manier van werken zo nodig bijstelt op basis van ontvangen feedback zelfreflectie toepast en daarbij zich zelf bijstuurt en verbetert de eigen ontwikkeling kritisch volgt, gemaakte vorderingen onderbouwt en zich verder kan ontwikkelen met argumenten kan onderbouwen in welke mate het leraarsberoep bij hem/haar past

KOPPELING MET THEORIE De student heeft in het portfolio in voldoende mate / bij minimaal vier competenties een koppeling gemaakt tussen eigen praktijk en de achterliggende theorie. Verantwoording: Licht de beoordeling toe aan de hand van het portfolio Een goed portfolio dat echt bij haar hoort. De koppeling met de theorie is voor mij minder zichtbaar. Dat zou versterkt kunnen worden met verwijzing naar literatuur en modellen afkomstig uit relevante artikelen. Als suggestie doe ik Marzano. BEWIJZEN Het totaal aan bewijzen is gevarieerd en bevat een film opname met analyse Het totaal aan bewijzen heeft kwantiteit Het totaal aan bewijzen heeft intersubjectiviteit Verantwoording: Licht de beoordeling toe aan de hand van het portfolio Voldaan Niet Suzan bewijst haar ontwikkeling aan de hand van een aantal bewijsstukken en doet dit op een bijzonder overzichtelijke manier. Haar bewijsstukken zijn duidelijk van opzet en geven aan waar zij staat.

ALGEMENE (EIND) Ruim O OPMERKINGEN EN EVENTUELE ADVIEZEN Tussenbeoordeling is GOED. Datum: 03-12-14 Handtekening vakcoach/schoolopleider: Henk Zielstra Directeur Academie voor Educatie en Pedagogiek HZ Handtekening student: Handtekening Leerwerkbegeleider: