Raadsvoorstel *Z0150D438FB* Aan de raad Documentnummer : INT-14-14335 Afdeling : Bedrijfsvoering Onderwerp : Verwerking septembercirculaire 2014 in de begroting, als 1 e begrotingswijziging op de programmabegroting 2015 Inleiding De septembercirculaire 2014 heeft financiële gevolgen voor de jaren 2014 tm 2018. Voorgesteld wordt om de financiële gevolgen voor de jaren 2015 tm 2018 uit de septembercirculaire als 1 e begrotingswijziging op de programmabegroting 2015 te verwerken. Hierdoor wordt de begroting 2015 geactualiseerd. Daarnaast wordt er voorgesteld om de financiële consequenties voor het jaar 2014 in de jaarrekening 2014 op te nemen. Relatie met collegeprogramma Niet van toepassing Relatie met gemeentebegroting / budgetregels De financiële gevolgen, voor de jaren 2015 tm 2018, van de septembercirculaire 2014 worden verwerkt in de begroting 2015. Hierdoor wijzigt het exploitatiesaldo. Zie voor het verloop van het meerjarig exploitatieresultaat de samenvatting op pagina 2 van dit voorstel. De financiële gevolgen voor het jaar 2014 worden opgenomen in de jaarrekening 2014. Relatie met regionale samenwerking Niet van toepassing Eerdere besluiten / bestaand beleid / nieuw beleid Concept Programmabegroting 2015, inclusief meerjarenraming 2015-2018 (INT-14-13806) Motivering voorgesteld besluit Hierbij ontvangt u de uitwerking van de septembercirculaire 2014 waarin de financiële gevolgen voor Beverwijk worden genoemd. Dit voorstel is als volgt opgebouwd: 1. Samenvatting 2. Verklaring verschillen septembercirculaire 2014 meicirculaire 2014 3. Budgettaire effecten 4. Slot 1. Samenvatting De septembercirculaire is op 16 september 2014 uitgebracht. Hierdoor is er bij de programmabegroting 2015 al een eerste doorrekening opgenomen. Deze doorrekening was gebaseerd op het totale effect voor alle gemeenten. Momenteel is de circulaire volledig doorgerekend en komt er een ander effect voor Beverwijk naar voren. De verklaring van dit effect staat in hoofdstuk 3 budgettaire effecten.
In de septembercirculaire zijn diverse wijzigingen opgenomen, dit betreft onder andere: Het wijzigen van het sociaal deelfonds in een integratie-uitkering sociaal domein De accresontwikkeling De ontwikkeling van de uitkeringsbasis. Deze wijzigingen hebben per saldo het volgende effect op de begroting: 2014 2015 2016 2017 2018 Exploitatiesaldo conform Meerjarenraming 2015-2018 (2014 conform 2e bestuursrapportage 2014) Effect op de begroting vanuit de doorrekening van de septembercirculaire 2014 201.506 7.037 2.084.219 2.808.649 2.950.836 82.665 179.889 24.641-81.637-317.127 Voorstel spaardoelstelling ophogen 0-100.000 0 0 0 Aangepast exploitatiesaldo 284.171 86.926 2.108.860 2.727.012 2.633.709 In het aangepast exploitatiesaldo is een spaardoelstelling verwerkt van: 423.557 646.469 646.469 646.469 646.469 In hoofdstuk 2 zijn de verschillen tussen de septembercirculaire en de meicirculaire nader toegelicht. Deze wijzigingen zijn financieel technisch. Vervolgens zijn in hoofdstuk 3 de budgettaire effecten opgenomen. Hierin kunt u de toelichting vinden van de regel Effect op de begroting vanuit de doorrekening van de septembercirculaire 2014 van bovenstaande tabel. 2. Verklaring verschillen septembercirculaire 2014 meicirculaire 2014 In onderstaande tabel staan de verschillen tussen de septembercirculaire en de meicirculaire 2014. Aansluiting mei- septembercirculaire 2014 2015 2016 2017 2018 1 Meicirculaire 2014, conform brief UIT-14-09861 41.898.948 50.134.696 51.298.580 51.038.434 51.079.218 2 Effecten Participatiewet 6.151.588 5.782.278 5.423.703 5.140.280 3 Meicirculaire 2014 inclusief Participatiewet 41.898.948 56.286.284 57.080.858 56.462.137 56.219.498 Septembercirculaire 2014 42.112.241 56.436.998 57.053.989 56.602.423 56.323.544 Verschil meicirculaire (inclusief Participatiewet) en septembercirculaire 2014 213.293 150.714-26.869 140.286 104.046 (plus is hogere uitkering bij septembercirculaire) Wijzigingen: (plus is voordeel, min is nadeel) Algemeen: 4 Accresontwikkeling -55.000-260.000-16.000 28.000 113.000 5 Plafond BTW compensatiefonds -108.000-138.000-56.000 0 6 Ontwikkeling uitkeringsbasis (hoeveelheidsverschillen) 139.000 319.000 426.000 460.000 328.000 Integratie uitkering (IU)/ decentralisatie uitkering (DU)/ Specifieke uitkering (SU): 7 Wet maatschappelijke ondersteuning (IU) -23.818 33.398-382.813-391.360-391.360 8 Centra voor jeugd en gezin (DU) 5.149 5.149 5.149 5.149 5.149 9 Koopkrachttegemoetkoming (DU) 149.297 0 0 0 0 10 Integratie-uitkering sociaal domein: Decentralisatie Wmo 2015 0-30.172-12.303-11.961-11.928 Decentralisatie Jeugdzorg 0 0-43.051-8.522-55.893 Decentralisatie Participatiewet 0 112.450 106.508 108.617 105.205 Overig: 11 Herberekening groot onderhoud verdeelstelsel 0 82.793 0 0 0 12 saldo kleine mutaties en afronding -1.335-3.904 27.641 6.363 11.873 213.293 150.714-26.869 140.286 104.046 1. Meicirculaire 2014, conform brief UIT-14-09861 Dit saldo sluit aan met het saldo zoals deze is opgenomen in de brief van de uitwerking van de meicirculaire. 2. Effecten Participatiewet Het budget voor de Participatiewet is na het uitkomen van de meicirculaire 2014 (17 juni 2014) bekend geworden. Daarom was dit budget nog niet verwerkt in het saldo van de meicirculaire. Het bedrag is budgetneutraal verwerkt in de INT-14-14335 pagina 2
programmabegroting 2015 (zowel de lasten op programma 12, als de baten bij de algemene uitkering). 3. Meicirculaire 2014 inclusief Participatiewet Dit is de telling van de meicirculaire plus de effecten van de Participatiewet. 4. Accresontwikkeling Het accres geeft de jaarlijkse groei of afname van het gemeentefonds aan, dit is de bron van de algemene uitkering. Het accres hangt samen met de ontwikkelingen op de rijksbegroting. Hogere rijksuitgaven en/ of lagere inkomsten bij het Rijk leiden via de samen de trap op en samen de trap af methode tot een toename van de algemene uitkering en lagere rijksuitgaven en/ of meer rijksinkomsten leidt tot een afname van de algemene uitkering. Het lagere accres wordt veroorzaakt door een lagere loon- en prijsstijging bij het Rijk dan eerder verwacht. Ook vallen de kosten aan de kinderopvangtoeslag, wat het Rijk uitkeert, lager uit. De nadelige bijstelling voor het jaar 2014 wordt grotendeels gecompenseerd door hogere rijksuitgaven aan asielzoekers. Voor de jaren 2016 en verder is er een stijging van de rijksuitgaven door de kosten voor de studiefinanciering. 5. Plafond BTW compensatiefonds (BCF) De declaraties bij het BCF hadden tot 2014 het karakter van een open-eind-regeling (er was geen maximum verbonden aan het bedrag wat gemeenten bij het Rijk gedeclareerd kan worden door de gemeenten). Vanaf 2014 is daar door het ministerie een plafond in aangebracht. Jaarlijks bij de septembercirculaire wordt een nieuwe inschatting gemaakt. Als de ruimte onder het plafond kleiner wordt dan leidt dit tot een uitname uit het gemeentefonds. Voor de jaren 2015, 2016 en 2017 is dat het geval. 6. Ontwikkeling uitkeringsbasis (hoeveelheidsverschillen) Bij dit begrip gaat het over mutaties in de landelijke aantallen inwoners, woonruimten, leerlingen, uitkeringsgerechtigden, WOZ-waarden, enzovoort. De actualisering van het aantal maatstafeenheden en de bedragen per eenheid leveren ten opzichte van de berekening bij de meicirculaire voordelige effecten op. 7. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Bij de verwerking van de meicirculaire is reeds een bezuiniging van macro 465 miljoen verwerkt in de integratie-uitkering Wmo. In de berekening van de septembercirculaire is de extra taakstellende bezuiniging van macro 145 miljoen verwerkt in de integratie-uitkering Wmo. De totale korting komt daarmee op macro 610 miljoen. De verschillen voor 2014 en 2015 zijn ontstaan doordat er een correctie plaats vindt op de eerdere Rijksindexatie. 8. Centra voor jeugd en gezin Het macrobedrag is gelijk gebleven maar de verdeling tussen de gemeenten is aangepast. Voor de jaren 2015 en verder is het bedrag van 2014 aangehouden. 9. Koopkrachttegemoetkoming Huishoudens met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum hebben in 2014 recht op een koopkrachttegemoetkoming. De gelden worden via een aparte decentralisatie-uitkering verstrekt. Beverwijk krijgt hiervoor een eenmalige uitkering van 149.297. Voor meer informatie zie ook hoofdstuk 3, letter C. INT-14-14335 pagina 3
10. Integratie-uitkering sociaal domein Het kabinet heeft besloten de tijdelijke bestedingsvoorwaarde voor de decentralisaties te laten vervallen. Dit heeft consequenties voor de uitkeringsvorm waarmee de nieuwe middelen worden verstrekt. De middelen worden vanaf 2015 verstrekt via één integratie-uitkering Sociaal domein, in plaats van het eerder aangekondigde deelfonds sociaal domein. Het college stelt voor om de verschillen in de integratie-uitkering ook te verwerken op de betreffende budgetten, zie ook de toelichting bij hoofdstuk 3, letter D. Het onderzoek naar het objectief verdeelmodel Wmo 2015 is afgerond. De afronding van het objectieve verdeelmodel jeugd is voor dit najaar voorzien. De invoering van de objectieve verdeelmodellen gaat geleidelijk. Er is nog geen duidelijkheid hoe dit eruit gaat zien, waarschijnlijk volgt er bij de decembercirculaire meer verduidelijking. 11. Herberekening groot onderhoud verdeelstelsel Het ministerie heeft van de herverdeeleffecten en de bijbehorende suppletieuitkering een herberekening gemaakt ten opzichte van de meicirculaire 2014. Dit is naar aanleiding van opmerkingen over onder andere de bommenregeling, maatstaf krimp enzovoort. Als gevolg hiervan wordt ook de suppletieregeling aangepast. 12. Saldo kleine mutaties en afronding Diverse kleine mutaties en afrondingen. 3. Budgettaire effecten In onderstaande tabel zijn de budgettaire effecten opgenomen: Budgettaire effecten: 2014 2015 2016 2017 2018 Meicirculaire 2014, conform brief UIT-14-09861 41.898.948 50.134.696 51.298.580 51.038.434 51.079.218 Effecten Participatiewet 0 6.151.588 5.782.278 5.423.703 5.140.280 Septembercirculaire 2014 42.112.241 56.436.998 57.053.989 56.602.423 56.323.544 Verschil meicirculaire (inclusief Participatiewet) en septembercirculaire 2014 213.293 150.714-26.869 140.286 104.046 Integratie uitkering/ decentralisatie uitkering/ Specifieke uitkering: A Wet maatschappelijke ondersteuning (IU) 23.818-33.398 382.813 391.360 391.360 B Centra voor jeugd en gezin (DU) -5.149-5.149-5.149-5.149-5.149 C Koopkrachttegemoetkoming (DU) -149.297 0 0 0 0 D Integratie-uitkering sociaal domein: Decentralisatie Wmo 2015 0 30.172 12.303 11.961 11.928 Decentralisatie Jeugdzorg 0 0 43.051 8.522 55.893 Decentralisatie Participatiewet 0-112.450-106.508-108.617-105.205 E Budgettaire effect: 82.665 29.889 299.641 438.363 452.873 F Eerste inschatting effect septembercirculaire 2014 (cf regel 10 in de meerjarenraming 2015-2018) -150.000 275.000 520.000 770.000 G Nog te verwerken budgettaire effect: 82.665 179.889 24.641-81.637-317.127 H Voorstel spaardoelstelling verhogen 0-100.000 0 0 0 I Saldo inclusief oorspronkelijke spaardoelstelling 82.665 79.889 24.641-81.637-317.127 A. Wet maatschappelijke ondersteuning Het college stelt voor om de korting (macro 145 miljoen) op de Wmo integratieuitkering (zie hoofdstuk 2, nummer 7) als stelpost in te boeken op het product 15083 WMO Individuele voorzieningen, programma 10 Maatschappelijke ondersteuning individuele voorzieningen. Deze korting gaat in vanaf 2016, de aankomende periode wordt gebruikt om te onderzoeken op welke wijze de korting gerealiseerd kan worden. Deze verwerking is consistent met de verwerking van de korting (van macro 465 miljoen) zoals deze is opgenomen bij de uitwerking van de meicirculaire 2014. B. Centra voor jeugd en gezin Conform de beleidslijn in de afgelopen jaren wordt voorgesteld om de hogere decentralisatie-uitkering Jeugd en gezin (zie hoofdstuk 2, nummer 8) toe te voegen aan het budget van het programma Jeugd, product 13084 Jeugd- en jongerenwerk. INT-14-14335 pagina 4
C. Koopkrachttegemoetkoming Op grond van de Wet koopkrachttegemoetkoming hebben personen met een inkomen van ten hoogste 110 procent van de van toepassing zijnde bijstandsnorm recht op een koopkrachttegemoetkoming in het jaar 2014. Het gaat daarbij om een bedrag van 100 euro voor gehuwden, 90 euro voor een alleenstaande ouder en 70 euro voor een alleenstaande. Gemeenten hebben de taak om de koopkrachttegemoetkoming nog in het jaar 2014 te verstrekken. De inwerkingtreding van de wet- en regelgeving, wordt begin oktober 2014 verwacht. Het college stelt voor om het bedrag wat beschikbaar is (in 2014) voor de koopkrachttegemoetkoming ook voor dit doel beschikbaar te stellen (zie hoofdstuk 2, nummer 9). De lasten zullen geboekt worden op het programma Maatschappelijke ondersteuning individuele voorzieningen, product 15072 Voorzieningen voor minima. D. Integratie-uitkering sociaal domein Het college stelt voor om de verschillen (zie ook hoofdstuk 2, nummer 10) in de integratie-uitkering sociaal domein bij de diverse producten in de begroting te verwerken. E. Budgettaire effect Het budgettaire effect is het effect voor de exploitatie, ontstaan door de verschillen tussen de meicirculaire (inclusief Participatiewet) en de septembercirculaire, minus de voorstellen A tm D. F. Eerste inschatting effect septembercirculaire 2014 Bij het opstellen van de meerjarenraming 2015-2018 is reeds een grove inschatting gemaakt van de gevolgen van de septembercirculaire. De precieze doorrekening was nog niet gemaakt, maar de inschatting is wel al verwerkt in de meerjarenraming 2015-2018. G. Nog te verwerken budgettaire effect Dit is het verschil tussen E F en het effect op de meerjarenraming. Het budgettaire verschil tussen de mei- en de septembercirculaire is voor 2015 bijna 30.000 positief. Doordat er bij de meerjarenraming 2015-2018 al een inschatting voor het jaar 2015 van 150.000 negatief is opgenomen is het effect wat momenteel in de begroting verwerkt kan worden voor het jaar 2015 bijna 180.000 positief. Bij regel E staat het effect zonder de eerste inschatting. H. Voorstel spaardoelstelling verhogen Bij de programmabegroting 2015 is de spaardoelstelling met 100.000 verlaagd. Doordat het financiële effect van de uitwerking van de septembercirculaire positief is voor het jaar 2015 wordt er voorgesteld om de spaardoelstelling weer op te hogen naar het oorspronkelijke bedrag van 646.469. Hiermee is er in de begroting voor de jaren 2015 tm 2018 weer jaarlijks een bedrag van 646.469 opgenomen als spaardoelstelling (storting in de algemene reserve). I. Saldo inclusief spaardoelstelling verhogen Dit is het verschil tussen G H. 4. Slot Het college stelt voor om de financiële effecten voor het jaar 2014 te verwerken bij de jaarrekening 2014 en de jaren 2015 en verder te verwerken als 1 e begrotingswijziging op de begroting 2015. INT-14-14335 pagina 5
Consequenties voorgesteld besluit Door de effecten uit de septembercirculaire 2014 als 1e begrotingswijziging te verwerken wordt de begroting voor de jaren 2015 tot en met 2018 geactualiseerd. Verdere procedure Niet van toepassing Voorgesteld besluit en commissieadvies Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerpbesluit. Het advies van de commissie treft u aan in de beknopte besluitenlijst van de Raadscommissie. Beverwijk, 14 oktober 2014 burgemeester en wethouders van Beverwijk, de gemeentesecretaris, de burgemeester, mw. mr. A.L. Schölvinck F. Ossel INT-14-14335 pagina 6
Raadsbesluit Documentnummer : INT-14-14335 Afdeling : Bedrijfsvoering Onderwerp : Verwerking septembercirculaire 2014 in de begroting, als 1 e begrotingswijziging op de programmabegroting 2015 De raad van de gemeente Beverwijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 oktober 2014, nummer INT-14-14335; gehoord de Raadscommissie; gelet op artikel 189 en 192 van de Gemeentewet; b e s l u i t : 1. De financiële gevolgen van de septembercirculaire 2014 als 1 e begrotingswijziging op de begroting 2015 te verwerken, in de jaarschijven 2015 tot en met 2018. 2. De spaardoelstelling incidenteel in 2015 met 100.000 te verhogen en dit als 2 e begrotingswijziging te verwerken in de begroting 2015. Het exploitatiesaldo per jaarschijf wordt na de 1 e begrotingswijziging: Exploitatiesaldo conform Meerjarenraming 2015-2018 (2014 conform 2e bestuursrapportage 2014) Effect op de begroting vanuit de doorrekening van de septembercirculaire 2014 2015 2016 2017 2018 7.037 2.084.219 2.808.649 2.950.836 179.889 24.641-81.637-317.127 Voorstel spaardoelstelling ophogen -100.000 0 0 0 Aangepast exploitatiesaldo 86.926 2.108.860 2.727.012 2.633.709 In het aangepast exploitatiesaldo is een spaardoelstelling verwerkt van: 646.469 646.469 646.469 646.469 Beverwijk, de raad voornoemd, de griffier, de voorzitter,