Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Denken Kunnen dieren denken? 10. Les 2. Geluk Wat is het verschil tussen blij zijn en gelukkig zijn?

Vergelijkbare documenten
Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken?

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken?

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken?

Thema in de kijker : Filosoferen met kinderen

Wijsneuzen in de klas

Kinderboeken in de klas. Begeleidingsbrochure voor leerkrachten

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Lesmethode filosoferen met groep acht

Wat is? filosofie? Wat is. en kwaad. Hoofdstu

Duurt eerlijk het langst?

Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015

TIPS & TRICKS VOOR DOCENTEN

Onderwijskundige Visie

Het gymnasium: iets voor jou?

Ouderavond De Vreedzame School

ADHD en lessen sociale competentie

Ik geloof, geloof ik. Levensbeschouwelijk dossier Griftland college Bovenbouw. Mijn naam en klas:

Ik geloof dus ik ben?

Luisteren. Bij deze hand-out hoort ook een presentatie document om te gebruiken in de klas. U kunt het hier downloaden.

Filosofie. Op het VWO. Filosofie juist op Lyceum Oudehoven!

Obs de Bouwsteen. Notitie actief burgerschap en sociale integratie OBS DE BOUWSTEEN. actief burgerschap en sociale integratie

Burgerschapsvorming LVGS

Day a Week School Doelstellingen

Day a Week School Doelstellingen

Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren. Ada van Dalen

VRIJMETSELARIJ WAT IS DAT EIGENLIJK?

De Klankhof t Kofschip waar iedereen tot zijn recht komt

Darling Dong :49 Formatted: Position:Horizontal: Right, Relative to: Margin, Vertical: 0 cm, Relative to: Paragraph, Wrap Around

Vier je fouten! Is het leuk om fouten te maken? Filosoferen met kinderen in de maand van de filosofie 2019

R U I MTE VI NDE N BINNE N DE KADE RS Een verslag van de workshops voor schoolleiders

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder

Reflecteren. op binnen- en buitenschoolse burgerschapservaringen

Het Socratisch Gesprek als methode voor kritisch denken

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Het haalt je volledig weg bij je intuïtie: de enige plek waaruit je gaat weten wat de juiste relatie is voor JOU.

Luisteren en samenvatten

Opleiding Filosofisch gespreksleider voor kinderen en jongeren

Pedagogische aanpak op de St. Plechelmusschool

De Vreedzame School. Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs

Studenten lerarenopleiding. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Mentor Datum Groep Aantal lln. Helma Goudsmits a 32

DE 12 VAN DOK12. Dit ben ik

De Vreedzame School. Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs

PROCESDOEL 1 VRIJ EN ZELFSTANDIG LEREN DENKEN EN HANDELEN

Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden.

Nieuwsbrief De Vreedzame School

Effectief aansluiten bij overbelaste leerlingen en hun ouders: Zo makkelijk is dat niet!

WAARDEGOED. betekenisvol leren en werken WIE? WAT? WAARDE! Methode voor waardengericht leren in bestaande lessen. HANDLEIDING voor docenten

De Vreedzame School Sociale competentie en actief burgerschap

DKJL PPOZO deel 3 27 januari 2016 Nienke Bakker

4 communicatie. Ik weet welke informatie anderen nodig hebben om mij te kunnen begrijpen. Ik vertel anderen wat ik denk of voel.

Primair Onderwijs. 6 lessen

Onderwijssociologie & Diversiteit

LESSEN MEDIAWIJSHEID VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS

Samen Inspireren Ontdekken. Informatiegids. IKC de Plattenburg.

Filosoferen over kunst. Educatief programma over kunst voor primair en voortgezet onderwijs. 4 k i d s

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

vaardigheden - 21st century skills

Kinderboeken in de klas. Begeleidingsbrochure voor leerkrachten

Verbindingsactietraining

Opleiding Filosofisch gespreksleider voor kinderen en jongeren

Prettige en niet prettige aanrakingen

Ondernemerschapsblokkades

Cultuureducatie met Kwaliteit

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Moeilijke kindervragen

IK WIJZER. Ik wil graag weten wie ik ben

& Sociale Integratie. Beleidsstuk ACTIEF BURGERSCHAP. Actief burgerschap & Sociale integratie. Het Palet MeerderWeert 1

Ik-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016

Pestprotocol. Plagen en pesten. Pesten op school, hoe gaan we er mee om?

1. Wat is een controverse? Praktijk en theorie. 2. Vaardigheden: empathie, denken vanuit meerdere perspectieven en een kritische houding

Sint-Jan Berchmanscollege

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

Help! Mijn cursisten spreken geen Nederlands buiten de klas.

Hieronder geven wij antwoord op een aantal vragen, die van belang kunnen zijn bij het kiezen van een school voor uw kind(eren).

Hoeveel kost het schoolreisje? Groep 5 rekenen 1

Opbrengsten van CNV thema onderwijsdag 20 april 2016 Masterclass leerstrategieën door Karin Nijman & Inge Verstraete

GELOOFSVRAGEN EN LEVENSVRAGEN

ACTIEF BURGERSCHAP EN SOCIALE INTEGRATIE

1. Doel 2. Soorten gesprekken 3. Vormen 4. Afspraken en regels. Kringen en kringgesprekken

Versterking Samenwerking. Ik-doelen De reflectietaart

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

Handleiding Gespreksvormen Discussie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

Maatschappelijke vorming

12peciale voorlichtingns-eum,

Bijzonder procesdoel 4: beleven van de democratie

Activiteit: Filosoferen met kinderen over taal

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

DOCENTENSCAN TEST MARIEL 24 APRIL :58

Samen zijn we SBO Horizon. Hoe we omgaan met elkaar op school

leerling elke OBS de Bongerd Boomgaardlaan KJ Amsterdam T M E info@obsbongerd.nl W

Olympisch Lespakket 2004

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

BIJLAGE 3 DE LEERPLANNEN EN RELATIONELE EN

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

Wat is de identiteit voor de schoolraad van de PBS?

Dialogisch communiceren

Kanjerbeleid Samenvatting voor ouders

Beleid Kanjertraining op De Meeander

Transcriptie:

>> Inhoudsopgave Inleiding 4 Les 1. Denken Kunnen dieren denken? 10 Les 2. Geluk Wat is het verschil tussen blij zijn en gelukkig zijn? 15 Les 3. Oneindigheid Hoeveel is oneindig + 1? 19 Les 4. Democratie Hebben kinderen betere ideeën voor de school dan volwassenen? 24 Les 5. Morele dilemma s Mag een arme man een brood stelen voor zijn kinderen? 30 Les 6. Gedachten Kun je stoppen met denken? 36 Les 7. Mens vs. Robot Kan een robot echt bang zijn? 39 Les 8. De ziel Waar zit de ziel? 44 Les 9. Kennis Wat weten we zeker? 49 Les 10. De dood Kunnen we ooit weten wat er na de dood is? 54 Les 11. Kunst Wanneer mag iets in een museum? 57 Les 12. Filosofie Wat is een filosofische vraag? 61 Inhoudsopgave >>

>> Inleiding Filosoferen in de klas: wat, waarom, en hoe? Om te filosoferen met je klas is het niet nodig om zelf filosoof te zijn. Met interesse voor de gedachten van je leerlingen, een open blik en een goede voorbereiding kun je al heel mooie filosofielessen neerzetten. De lessen in dit boek zijn speciaal geschreven voor leerkrachten in het basisonderwijs die graag willen filosoferen met hun groep, maar geen filosofische achtergrond hebben. De speerpunten bij het ontwerpen van de lessen waren de toegankelijkheid voor de leerkracht en de variatie in de lessen. Alle lessen zijn uitgeprobeerd in verschillende groepen en op basis van een evaluatie met leerkrachten en leerlingen waar nodig aangepast. Basisschoolleerkrachten die de lessen hebben uitgeprobeerd, beoordeelden ze als toegankelijk, vernieuwend en goed uitvoerbaar. Dit boek bevat twaalf lessen van vijfenveertig minuten. Elke les begint met een inleiding voor de leerkracht waarin wordt uitgelegd waarom het onderwerp filosofisch is en welke vragen aan de orde kunnen komen. De lesdoelen zijn telkens duidelijk vermeld, evenals de lesopbouw en de voorbereidingen die eventueel nodig zijn. De lessen beginnen en eindigen altijd met een kort groepsgesprek, en bestaan verder uit uiteenlopende werkvormen. De activiteiten zijn op een zodanige manier ontworpen dat leerlingen worden gestimuleerd verder na te denken of te praten over de filosofische vragen. Op deze manier zijn leerlingen op verschillende manieren met het filosofisch thema van een les bezig, zodat het voor niemand gaat vervelen. Alle lesonderdelen staan telkens stap voor stap beschreven, inclusief de mogelijke wendingen die het gesprek kan hebben. Bij een aantal lessen zijn kopieerbare werkbladen opgenomen. In twaalf lessen worden uiteenlopende onderwerpen behandeld: van oneindigheid tot geluk, en van denken tot morele dilemma s. Iedere les sluit goed aan bij de belevingswereld van de leerlingen en sommige lessen zijn zelfs ontworpen op aandringen van leerlingen zelf, zoals de lessen Oneindigheid, Mens versus Robot en De dood. De lessen raken zoveel mogelijk terreinen van de filosofie: ethiek, politieke filosofie, taalfilosofie, filosofie van de geest, deugdethiek, kunstmatige intelligentie, esthetica, wetenschapsfilosofie. 4 << Inleiding

Wat is filosofie? Filosofie betekent letterlijk houden van wijsheid. Het komt van het Oudgriekse woord Philosophia: philo betekent houden van, en sophia betekent wijsheid. We zoeken naar wijsheid door na te denken over vragen waar geen eenduidig antwoord op bestaat, zoals Kunnen dieren denken? Wat is het verschil tussen blijdschap en geluk? Hebben we een geest die los van ons lichaam staat? Door zulke vragen te stellen, te beschouwen en samen te bespreken komt een antwoord misschien iets dichterbij. Door te filosoferen krijgen leerlingen vooral inzicht in een onderwerp, begrijpen ze beter waarom een antwoord niet voor handen ligt, leren ze zich te verdiepen in het standpunt van de ander en hun gedachten nauwkeurig te verwoorden. De onderwerpen die bij filosofie aan de orde komen zijn groot en alledaags, zoals kennis, waarheid, macht, geluk, liefde, vriendschap, eerlijkheid, intelligentie en schoonheid. De vragen bij die onderwerpen draaien altijd expliciet of impliciet om de vragen wat moeten we doen? of wat moeten we geloven?. De onderzoeksmethode van filosofie is anders dan die van andere wetenschappen. Mogelijke antwoorden op filosofische vragen worden niet gezocht door een experiment uit te voeren of door het op te zoeken in de bibliotheek. Bij filosofie worden antwoorden gevonden door kritisch na te denken, door samen mogelijkheden te verkennen, door te luisteren naar anderen en door logisch te redeneren en argumenteren. Niet alle antwoorden zijn zomaar goed, een losse mening is weinig waard. Standpunten moeten worden onderbouwd met redelijke argumenten. Aan het begin van de eerste les wordt stilgestaan bij de vraag: wat is filosofie? Dit is om zowel leerkracht als leerling kennis te laten maken met dit vak, dat net iets anders is dan andere basisschoolvakken. Leerlingen leren onderscheid maken tussen filosofische vragen en kennisvragen (Moeten dieren dezelfde rechten hebben als mensen? versus Wie is de koning van Nederland?). Is het nog niet helemaal duidelijk wat filosofie precies is? Misschien kunnen leerlingen uit de bovenbouw helpen, die helder verwoorden wat ze doen in een filosofieles: Filosoferen is nadenken over een vraag waarvan je het antwoord eigenlijk niet kan weten. Bij filosofie denken we na over dingen die nog een stapje verder zijn dan alles wat je voor je ziet. Meestal denk je alleen aan de kleine dingen, zoals ga ik de toets halen of wat ga ik vanavond eten. Maar als je aan het filosoferen bent, dan denk je aan grote dingen, zoals het heelal en de dood. Bij filosofie leer je dat je het antwoord op een vraag bijna nooit zeker weet, en dat niet iedereen denkt zoals jij. Inleiding >> 5

Waarom filosoferen met leerlingen? In de filosofieles is het belangrijk dat leerlingen argumenten vormen, naar andermans ideeën luisteren en standpunten nuanceren. Er wordt een kritische blik verwacht, en het is dan ook geen toeval dat hun kritisch denkvermogen zich door de filosofielessen sneller ontwikkelt. Ook heeft het filosoferen een positief effect op het creatief denkvermogen van leerlingen. Ze krijgen immers volledig de ruimte om zelf ideeën te vormen. Zoals een leerling uit groep acht het verwoordde: Een stapje verder te denken dan alles wat je voor je ziet.. Abstract denken, probleemoplossend denken en logisch redeneren zijn andere denkvaardigheden die leerlingen in filosofielessen kunnen ontplooien. Uiteraard profiteren andere vakken van deze denkvaardigheden. Abstract denken is belangrijk voor rekenen, argumenteren en het verwoorden van je gedachten is belangrijk voor taal, en bewustwording van jezelf en mensen om je heen is belangrijk voor vakken als geschiedenis, aardrijkskunde en levensbeschouwing. Ook is aangetoond dat filosofie in de klas een positief effect heeft op de sfeer in de klas en op school. Openheid, tolerantie en begrip voor elkaar zijn essentieel in de filosofieles. Hierdoor leren leerlingen respectvol met elkaar om te gaan en onenigheid op een redelijke manier op te lossen. Een laatste belangrijke reden om te gaan filosoferen met de klas is dat het kan bijdragen aan burgerschapsvorming, sinds 2006 onderdeel van het basisschoolcurriculum. Eén van de kerndoelen van het primair onderwijs is om leerlingen voor te bereiden op kritisch democratisch burgerschap. Filosofie is een ideaal vak om hier invulling aan te geven. Het bevordert immers precies de vaardigheden en houding die belangrijk zijn voor burgerschap, zoals kritisch denken over jezelf en je omgeving, het aangaan van de dialoog en je kunnen verplaatsen in andermans positie. Ook belangrijke democratische principes worden gewaarborgd en besproken in de filosofielessen. Gelijkheid, erkenning en tolerantie van verschil, diversiteit en vrijheid van meningsuiting komen in de lessen duidelijk naar voren. De leerlingen kunnen op deze manier kennis maken met de werking van een democratie, omdat ze ervaren hoe het is om de principes te volgen, ze leren het niet slechts uit een boekje. Een filosofisch gesprek is een democratische praktijk op zichzelf, waarin verschillen worden geaccepteerd, waarin leerlingen gemotiveerd worden om een gefundeerde mening te vormen, en waarin iedereen als gelijke behandeld wordt. Op deze manier heeft het filosoferen in de klas ook een belangrijke maatschappelijke functie. 6 << Inleiding

Filosofie in groep 6, 7 en 8 Veel leerlingen uit de bovenbouw denken veel na over zichzelf en de wereld om hen heen. Het is vaak niet de eerste keer dat ze nadenken over de onderwerpen die in de lessen aan de orde komen. Ze zijn meestal erg enthousiast omdat er goed wordt geluisterd naar hun ideeën. Ook vinden ze het leuk om de gedachten van medeleerlingen te horen en met elkaar in discussie te gaan. De leerlingen kunnen ook met eigen ideeën voor de filosofieles komen. Deze leeftijdsgroep is gefascineerd door het ongrijpbare, zoals oneindigheid, de dood en het heelal. Sommige lessen in dit boek zijn ontworpen naar aanleiding van de interesses van de leerlingen. Hoe geef je een filosofieles? Rol van de leerkracht Tijdens de filosofieles is de leerkracht niet degene die het antwoord heeft op vragen, zoals bij andere lessen meestal het geval is. De ideeën van leerlingen staan in de filosofieles centraal, en de leerkracht neemt de rol aan van de vragende gespreksleider. De leerkracht: leidt een gesprek in; geeft leerlingen de beurt; helpt leerlingen hun gedachten te formuleren en structureren; stimuleert de leerlingen op elkaar te reageren; luistert kritisch naar de leerlingen en vraagt om uitleg of argumenten wanneer deze ontbreken; volgt het gesprek nauwgezet, om verbanden te kunnen leggen, en om precies die opmerkingen uit te lichten die een gesprek een interessante nieuwe wending kunnen geven; vat een gesprek samen; legt de verdiepende opdracht/activiteit uit. De leerkracht waarborgt ook een veilig klimaat in de groep, waarbij elke leerling zich vrij voelt om te praten. Dit kan expliciet worden besproken met de leerlingen. Inleiding >> 7

Vuistregels bij het filosoferen met groep 7 of 8 1. Laat de leerlingen aan het woord. Hun gedachten en argumenten vormen de basis van de les. Laat je eigen mening dus achterwege. Op deze manier geef je leerlingen de volledige ruimte om hun eigen mening te vormen en laten ze zich niet leiden door verwachtingen of gewenste antwoorden. Dit betekent ook dat je meningen van alle leerlingen op een gelijke manier beoordeelt. 2. Spring niet te snel van de ene naar de andere vraag. Leerlingen in groep acht willen graag hun mening uiten en die van anderen horen. Bovendien kan een gesprek zich alleen goed ontwikkelen als er langer bij een vraag wordt stilgestaan. 3. Leerlingen in de bovenbouw hebben soms hulp nodig bij het vinden van structuur in hun gedachten. Ze kunnen moeite hebben met het verwoorden van abstracte ideeën, en zijn geneigd deze duidelijk te maken door voorbeelden te noemen. Als leerkracht kun je de leerlingen helpen hun punt nauwkeurig te formuleren door sturende vragen te stellen.* 4. Volg de interesses van de groep. Sommige leerlingen uit de bovenbouw zijn al veel aan het filosoferen. Wanneer je ruimte geeft aan hun eigen vragen en onderwerpen wordt hun natuurlijke neiging tot filosoferen gestimuleerd, en zullen ze inzien dat denken buiten de kaders van gewone schoollessen waardevol is. Bovendien voelen leerlingen zich serieus genomen, als hun opmerking of vraag eruit gepikt wordt voor een les of gesprek. 5. Reflecteer af en toe op het filosoferen, en vraag wat ze denken dat filosofie is, wat ze hebben geleerd bij een les, en waarom het bij filosofie belangrijk is een mening te beargumenteren. Zo weet je als leerkracht hoe leerlingen een filosofieles ervaren, en worden ze meer bewust van het doel van filosofie. Neem ook regelmatig (bijvoorbeeld aan het einde van elke les) de tijd om te vragen of zij nog vragen of onderwerpen hebben die ze graag in de filosofieles zouden willen behandelen. 6. Wanneer leerlingen niet goed naar elkaar luisteren, door elkaar heen praten of elkaar niet serieus nemen is het belangrijk hierbij stil te staan. Een manier om dit te doen is om met de groep een paar regels op te stellen voor de filosofieles. Leerlingen komen zelf waarschijnlijk al met regels als vinger opsteken en respect voor andermans mening. Er kan ook voor gekozen worden om tijdens de eerste filosofieles regels voor het samen filosoferen op te stellen. 8 << Inleiding

* Bij vuistregel 3: Er kan een dieper inzicht ontstaan wanneer de leerkracht doorvraagt na een enkele opmerking: Leerling: Nee, een robot kan niet echt bang zijn, zoals wij dat kunnen zijn. Leerkracht: Wat bedoel je precies met echt bang? Leerling: Dat ze dat ook van binnen voelen, die bangheid. Leerkracht: Kun je beschrijven wat je dan voelt, als je echt bang bent? Leerling: Dan wil ik weg, en dan word ik een beetje trillerig. Leerkracht: Kan een robot niet weg willen, of trillerig worden, als reactie op iets engs? Inleiding >> 9