BK5STA handleiding 2016/2017 Opgesteld door B. Aukema, aangepast door E.L. Degenaar, student assistent, op 10 oktober 2015 Inhoud Praktische informatie 2 Studie gids 3 Stappenplan stageperiode 4 Stage verslag 6 1
Praktische informatie Op de Faculteit bouwkunde kan een student in de bachelor stage lopen in vier richtingen. Bij elke richting worden de stages begeleid door een andere stagecoördinator. Architectuur: Ir. L.A.M. Willekens RE&H: Ir. L.H.M.J. Lousberg Bouwtechniek: Ir. B. Gremmen Stedenbouw: Dr. F.L. Hooimeijer Dit document is opgesteld voor de studenten die een stage willen volgen die valt onder de categorie: Architectuur en Compositie Coördinator Ir. L.A.M. Willekens. L.A.M.Willekens@tudelft.nl Studenten kunnen langskomen op het spreekuur voor goedkeuring van stage en het onderzoeksthema: Dag en tijd zijn wisselend, neem contact op met de Student assistent voor een afspraak. Locatie van het stagespreekuur is altijd Secretariaat architectuur, Oost, 1e verdieping Voor algemene vragen, opmerkingen en het reserveren van een plek op het spreekuur neem je contact op het: Student assistent Eline Degenaar E.L.Degenaar@student.tudelft.nl 2
Studiegids VAKINHOUD De stage minor als totaal bestaat uit drie onderdelen en daarmee drie onderwerpen: het opdoen van praktijkervaring door het lopen van een stage (20 ects); het doen van onderzoek in de praktijk (5e cts) en het bewust worden en bijhouden van je persoonlijke professionele ontwikkeling (5 ects). 1. Het lopen van een stage bij een bureau (BK5STA 20 ects) geeft je de mogelijkheid het vak te leren toe te passen in de praktijk. Afhankelijk van het bedrijf waar er stage wordt gelopen, is de inhoud gerelateerd aan je interesse en aan een van de master richtingen (in casu Architectuur) waardoor de stage kan helpen om een juiste masterrichting te kiezen. Naast de ontwikkeling en de verschillende fasen van het ontwerpen, leer je daarnaast overzicht te krijgen over de organisatie en planning van activiteiten binnen een bureau. Je houdt je werkzaamheden en ervaringen bij in een logboek. 2. Stage lopen betekent niet alleen het (mee)werken op een bureau. In relatie tot de opleiding moeten je werkzaamheden expliciet gekoppeld zijn aan een leervraag. Daarvoor moet je een onderzoeksvraag formuleren waarop een antwoord gevonden kan worden tijdens het lopen van de stage. De onderzoeksvraag moet relevant zijn voor het bureau en gerelateerd aan een van de afstudeerrichtingen (in casu Architectuur). De beantwoording van de onderzoeksvraag werk je uit in een onderzoeksverslag (BK5STVA 5 ects). 3. Tijdens de stage doe je ervaring op in de praktijk van bouwkunde. Daarbij ontwikkel je niet alleen je inhoudelijke kennis, maar ontwikkel je ook jezelf. Voor het derde onderdeel van de minor, BK5STPO (5 ects), hou je je persoonlijke ontwikkeling bij. Van tevoren zal je kijken naar je eigen goede en slechte kanten zijn, wat verbeterpunten kunnen zijn, wat je denkt dat je rol wordt binnen het bureau etc. Door deze zelfde vragen telkens opnieuw te stellen aan jezelf, ben je bewust bezig met je persoonlijke en professionele ontwikkeling. LEERDOELEN Maakt kennis met de bouwkundige werkpraktijk bij een zelfgekozen stagebedrijf Neemt (volwaardig) deel aan de bedrijfseigen processen tijdens de stage Werkt samen met anderen (intern en extern) in de bedrijfseigen processen Voert zelfstandig de werkzaamheden uit die nodig zijn om de vakinhoudelijke leervraag te kunnen beantwoorden (zie BK5STA) ONDERWIJSVORM De onderwijsvorm bedraagt een stage bij een architectenbureau of bouwkundig gerelateerd bedrijf van minimaal 560 uur (20 ECTS maal 28 uur per ects). Je houdt een logboek bij waarin je werkervaringen, (deel) antwoorden op je onderzoeksvraag en ervaringen in je persoonlijke ontwikkeling noteert. Je ervaringen met het werk, je vorderingen in het onderzoek en je persoonlijke ontwikkeling worden besproken op terugkomdagen. Je hebt daar de gelegenheid om je bevindingen terug te koppelen aan je stagebegeleider en te delen met mede stagiaires: bijvoorbeeld (niet) waargemaakte verwachtingen tijdens het lopen van een stage, ergernissen en goede punten samen. Tijdens de terugkomdagen wordt er ook gesproken over de ontwikkelingen van het onderzoeksverslag en heeft de student de mogelijkheid om eventuele vragen te stellen. Ter ondersteuning van de stage en de persoonlijke ontwikkeling worden op de terugkomdagen lezingen en discussies georganiseerd. Zelfreflectie en reflectie worden gedurende de stage ondersteund met vragenformulieren die in het logboek opgenomen worden. Wanneer stage in het buitenland gelopen wordt, worden de terugkomdagen vervangen door e-mail en/of skype contact. Ondersteunend materiaal wordt digitaal aangeboden. WIJZE VAN TOETSEN Het lopen van de stage wordt getoetst door middel van een logboek. Het bevat zowel algemene ervaringen, als onderzoekvoortgang en observaties, en vorderingen in persoonlijke ontwikkeling. Het logboek bevat ten minste antwoorden op gestelde vragen over persoonlijke ontwikkeling en wordt ten minste eens per week bijgewerkt. Het logboek wordt niet beoordeeld met een cijfer maar met O/V: het is een instrument om je te helpen het onderzoeksverslag te maken en je persoonlijke ontwikkeling te monitoren. Het wordt beoordeeld door de stagecoördinator. 3
Stage stappenplan stageperiode STAGE STAPPENPLAN De procedure voor het lopen van een stage voor BK5STA is als volgt: 1. Je zoekt een stagebureau 2. Je solliciteert 3. Je wordt aangenomen 4. Je vult het BK5STA stageformulier in te vinden op: (http://studenten.tudelft.nl/informatie/faculteitspecifiek/bouwkunde/formulieren/) 5. De stagecoördinator keurt het bureau goed. Voor de goedkeuring moet de stagecoördinator beoordelen of het bureau en je onderzoeksvraag geschikt zijn. Daarom moet je op een van de spreekuren (maak hiervoor een afspraak met de student assistent) meenemen: het volledig ingevulde stageaanvraagformulier en enkele projecten van het bureau. 6. De examencommissie keurt hierna je complete minor goed. 7. Je gaat stage lopen. Wij raden je aan tijdens het lopen van de stage een logboek bij te houden. 8. Je schrijft het reflecterend stageverslag, inleveren binnen 2 maanden na afloop. 9. Het verslag wordt beoordeeld en het cijfer wordt doorgegeven aan de examencommissie. Voor de stage zelf (BK5STA) ontvang je een V. Voor het verslag (BK5STVA) een cijfer. Voor stage lopen in het buitenland geldt in principe hetzelfde. Ook hier moet het bureau eerst worden goedgekeurd door de stagecoördinator STAGE STAPPENPLAN EXTRA INFORMATIE 1. Ik zoek een stage Het is de bedoeling dat je zelf op zoek gaat naar een bureau. Op blackboard kun je onder [BK5STA] [Lectures] ons up to date stage aanbod vinden. Voordat je gaat solliciteren dien je je verdiept te hebben in de visie van het bureau. Het is belangrijk dat het bureau duidelijke architectonische opvattingen heeft. Bij gerenommeerde architectenbureaus is dit vaak geen probleem. 2. Solliciteren Probeer een brief te schrijven waarin je het stagebureau kan lezen dat je daadwerkelijk geïnteresseerd bent en je je verdiept hebt in het bureau. Vertel wat je aanspreekt in het bureau, en waarom je stage zou willen lopen. Voeg hierbij ook je Curriculum Vitae. Vaak is het handig om een portfolio van je projecten bij te voegen, zodat je jezelf goed kan profileren aan het architectenbureau. Uiteindelijk gaat het er om dat het architectenbureau zichzelf herkent in de sollicitatiebrief. Maak je brief niet te lang, maar beschrijf zo duidelijk mogelijk je motivatie. 5. Goedkeuring stagecoördinator Elk architectenbureau dient goedgekeurd te worden door de stagecoördinator en daarna de complete minor door de examencommissie. Dit gebeurt in principe nadat je bent aangenomen als stagiair(e). Je dient dus zelf van te voren in te schatten of het bureau een duidelijke architectonische visie heeft. Bij twijfel kun je langskomen op het spreekuur van de stagecoördinator. Betreft het echter een bureau wat voor de stagecoördinator onbekend is dan moet het bureau geprofileerd worden, zodat de stagecoördinator kan beoordelen of de leerdoelen van architectuur en compositie daadwerkelijk aanwezig zijn. De visie van het bureau moet worden beschreven en dient ondersteund te worden met enkele projecten. Voor de goedkeuring dient het formulier op blackboard ingevuld worden. Hier wordt naar je motivatie gevraagd. Beschrijf wat je aanspreekt in het bureau. Dat het bureau vlakbij je woonplaats ligt moet bijvoorbeeld niet de hoofdreden zijn waarom je er stage zou willen lopen. Verder is het belangrijk dat je op het stagespreekuur, ook al een onderzoeksvraag hebt opgesteld. Het is niet de bedoeling dat je voor het stagebureau een onderzoek doet, maar dat je een zelfstandig onderzoek doet. Dit onderzoeksthema is vrij te kiezen, en is een verplicht onderdeel van het stageverslag. Het is niet de bedoeling dat je in je verslag een opsomming geeft van wat je allemaal gedaan hebt, maar de stage reflecteert aan de hand van jouw gekozen thema. Voorbeeld van een onderzoeksvraag 1 Voordat je gaat stage lopen heb je, je als het goed is al verdiept in de visie het stagebureau. Je weet bijvoorbeeld hoe het bureau beweert te ontwerpen. Jij kunt dan bijvoorbeeld gaan onderzoeken in hoeverre de visie van het bureau ook daadwerkelijk in hun ontwerpen terugkomt. Dit kun je ook specifieker maken: Hoe gaat het bureau om met de bebouwde omgeving? Of: Wat is de betekenis van het detail voor de Architectuur van het bureau? 4
Voorbeeld van een onderzoeksvraag 2 Je houdt je tijdens je stage bezig met het ontwerpen van een ziekenhuis. Het is dan een mogelijkheid om onderzoek te doen naar de architectuur van ziekenhuizen, en verschillende architecten met elkaar te vergelijken. 7. Stageperiode Je dient je verwachting van de stage achteraf te reflecteren in het verslag. Na de stageperiode kan je mening veranderd zijn over het bureau. Het is dus handig dat je voordat je stage gaat lopen je verwachting en motivatie op papier hebt staan. Daarnaast raden wij aan om voor je zelf een logboek bij te houden. Een mogelijke indeling: 1. Adressen en telefoonnummers van met begeleiding van de stagiair(e) belaste vertegenwoordiger van de stagebiedende organisatie, externe contacten. 2. Het werkplan, afspraken over regels 3. Afspraken over werkwijze, verzuim en dergelijke 4. Afspraken over vaste werkbesprekingen 5. Afspraken met de stagebegeleider 6. De agenda en notulen van besprekingen 7. Het tijdschema van het project in grote lijnen, de verschillende fasen, inleverdata van verschillende onderdelen, presentatiedata. Een beknopt overzicht in het verslag is voldoende. 8. Losse notities over het project met voorstellen, schetsen, schemaʹs 9. Opmerkingen en voorstellen over de samenwerking 10. Een door de leidinggevende ondertekend overzicht van de taken per week. 5
Stage verslag INHOUD VERSLAG Het verslag moet in ieder geval de volgende onderdelen bevatten: 1. Omslag 2. Titelpagina met daarop de titel, voornaam en achternaam van de auteur, studienummer, de datum, de met de begeleiding van de stagiair(e) belaste vertegenwoordiger van de stageverlenende organisatie, stageverlenende organisatie, adres stageverlenende organisatie, data stageperiode 3. Voorwoord 4. Inhoudsopgave 5. Contract met het bureau 6. Goedgekeurd stageformulier van de examencommissie. 7. Inleiding met daarin opgenomen de probleemanalyse, vraagstelling, werkwijze of aanpak, keuze voor het bureau en achtergronden van het bureau. 8. Inventarisatie, bestaande uit: literatuur, referenties, empirisch onderzoek (voorbeelden van gemaakte tekeningen), mogelijk met deelstudie toegepast op project waaraan gewerkt is. 9. Analyse: uitgebreide architectonische analyse naar aanleiding van de onderzoeksvraag, waarbij je de onderdelen van de inventarisatie kunt gebruiken (ook schetsen/tekeningen). 10. Ervaringen opgedaan tijdens de stage, met daaruit voortvloeiend een visie op je toekomst/ carrière als architect. 11. Conclusies van onderzoek in woord en beeld (schetsen/analyse tekeningen) 12. Aanbevelingen. 13. Reflectie 14. Bijlagen (bevat in ieder geval een kort overzicht met urenverantwoording) 15. Bronvermelding INHOUD VERSLAG EXTRA INFORMATIE 8/9. De architectonische analyse De architectonische analyse vormt het belangrijkste gedeelte van het verslag. Als bijlagen kun je enkele werktekeningen toevoegen, maar dit is niet de essentie van je verslag. Dat is de architectonische analyse. Je dient per project waaraan je hebt gewerkt tijdens je stage een architectonische analyse te doen. Dit dient per project te gebeuren in vier hoofdthema s: 1. Locatie: Karakter van de locatie en context. 2. Programma: Clustering, maatschappelijk karakter van het gebouw. Wat is de betekenis voor het gebouw? 3. Idee, concept, Typologie, expressie, icoon 4. Materialisatie Het is de bedoeling dat je deze thema s beschrijft in woord (30%) en beeld (70%). Je kunt dan bijvoorbeeld gebruik maken van kleine maar duidelijke simpele schetsen die je verhaal verduidelijken. Het is niet de bedoeling dat je het project van A tot Z beschrijft, maar dat je aangeeft hoe het bureau omgaat met deze punten. 11. Conclusie in beeld Later in je conclusies onderzoek je ook weer in woord (30%) en beeld (70%) hoe het bureau omgaat met jou vooraf opgestelde onderzoeksthema. Je analyseert de projecten aan de hand van dit onderzoeksthema en probeert in concluderende analyse tekeningen het antwoord op je onderzoeksvraag weer te geven. 6