Vrijheid om af te wijken

Vergelijkbare documenten
ontstaat ruimte voor medisch maatwerk en voor innovatie daar waar deze waarde toevoegt. Daarnaast biedt deze benadering grote kansen voor het waarborg

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag GMT-CB-U okt. 08

Onderwerp: Achmea Voorschrijf Flits 1 Het voorschrijven van generieke statines

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 17 januari 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Evidence-Based Nursing. Bart Geurden, RN, MScN

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde

De rol van epidemiologisch bewijs in de zorg voor individuele patiënten

Verzekeringsgeneeskunde en Wetenschap

LUSTRUMPROGRAMMA OPLEIDING MONDZORGKUNDE UTRECHT:

Rapport. Cardiovasculair risicomanagement. Simvastatine: keuze en dosering

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn

Op welke vragen geeft dit digitale kaartenboek antwoord?

Persoonsgerichte zorg in richtlijnen: contradictie of paradox? Trudy van der Weijden 16 juni 2017

Juridische aspecten van behandel- en vergoedingsbeslissingen

Richtlijnen: Minimaal vereiste - of optimale zorg? Stollen of uitdagen

Evidence Based Practise versus Practice Based Evidence

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het College Geneeskundige Specialismen,

Kamervragen antidepressiva en taperingstrips

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

ANONIEM BINDEND ADVIES

Linda van Saase november 2016

Leidraad beoordelingen behandelingen tot verzekerde pakket door Kenniscentrum GGZ van Zorgverzekeraars Nederland

Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Kant en Van Gerven over het gebruik van cholesterolverlagers ( )

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samenvatting (Summary in Dutch)

ANONIEM BINDEND ADVIES

Leren verbeteren met gegevens over voorgeschreven medicijnen. Bram Plouvier Predictive analytics consultant

ZiN en kwaliteitsbeleid

Stappenplan aanvragen off-label indicatie

GENEESMIDDELEN Veel gestelde vragen en antwoorden. Augustus 2008

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Prof dr Patrick J.E. Bindels. Hoofd Afdeling Huisartsgeneeskunde ErasmusMC Rotterdam Voorzitter NHG Verenigingsraad

Voorschrijven door internisten en cardiologen

Er blijft gezondheidswinst liggen doordat vaccins onvoldoende benut worden

EVIDENCE-BASED ALLIED HEALTH CARE. Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Evidence Based Nursing

Onderdeel III sub d, aanpassing van de definitie beroepsbeoefenaar met toelichting:

Bouwen aan vertrouwen: perspectief van de industrie

Het schrijven van een artikel of casus voor Oedeminus

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

FAQ FNV 4 machtiging fysiotherapie/ oefentherapie versie

Peer review EBM. Ontwikkeld door WVVK in opdracht van Pro-Q-Kine

ANONIEM BINDEND ADVIES

VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE

Datum 21 mei 2015 Betreft Beantwoording vragen over de aanwijzing Extern optreden in relatie tot de vrijheid van meningsuiting

ANONIEM BINDEND ADVIES

Betreft: Multidisciplinaire Richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES

Inkoop vanuit meerdere perspectieven. Mirjam de Bruin. Perspectief kosten

Datum 1 juli 2014 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over het onderzoek naar het verband tussen medicijngebruik en agressie

ANONIEM BINDEND ADVIES

Inleiding 11 INLEIDING. Aanleiding. Onderwerp en doel

Consensus based methodiek

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Gerven (SP) over de nieuwe LDL-cholesterolrichtlijn (2019Z10224).

BELEIDSREGEL BR/CU-7073

Rob Heerdink Universitair Hoofddocent Klinische Farmacoepidemiologie Universiteit Utrecht

Decision making in drug reimbursement

ANONIEM BINDEND ADVIES

Figuur overgenomen uit Value Based Healthcare prijsinschrijvingsdocumentatie van The Decision institute die hier ook opleidingen voor aanbieden.

ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE

Uw brief van Uw kenmerk Datum 3 november 2006 Farmatec/P december 2006

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

Zoeken naar evidence

Gebruik van internationale richtlijnen voor de NVIC Commissie richtlijn ontwikkeling NVIC, Marcella Müller juli 2019

Input AstraZeneca op consultatiedocument Advies langetermijnvisie geneesmiddelenbeleid

ANONIEM BINDEND ADVIES

Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen

MULTIDISCIPLINAIRE VISIE op DIAGNOSTIEK en BEHANDELING van het LUMBOSACRAAL RADICULAIR SYNDROOM

Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen

ANONIEM BINDEND ADVIES

Cochrane Netherlands. Cursus Evidence-Based Practice voor zorgprofessionals

ANONIEM BINDEND ADVIES

Zeldzame ziekten, weesgeneesmiddelen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 september 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Evidence Based Practice. Marije de Lange. MANP, MSc verpleegkundig specialist CTC - klinisch epidemioloog

Protocol gecontroleerde experimenteerruimte GGZ Kwaliteitsstatuut 1. Toelichting experimenteerruimte

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 24 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Programma Doelmatigheid Cardiovasculair Risicomanagement. Welke rol speelt u bij de preventie en behandeling van hart- en vaatziekten?

Arbokennis ontsloten

Pilotstudie naar effectiviteit Physical Sense Methode bij RSI patiënten

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige

Geneesmiddelen met een therapeutische minderwaarde ten opzichte van andere in het pakket opgenomen behandelmogelijkheden. Hiervan is sprake indien

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bouwmeester (PvdA) over besparingen in de zorg (2012Z19125).

BINDEND ADVIES , p. 1/6

KINDERFORMULARIUM. Tjitske van der Zanden Coordinator Kinderformularium Disclosure belangen spreker:

NVT. Relatie NVT en de medische industrie GEDRAGSCODE VOOR DE PROFESSIONAL. Gedragscode NVT

Hoezo, bewijs? prof.dr. Y.M. Smulders

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

ANONIEM BINDEND ADVIES

Voorbeeld adviesrapport MedValue

Het behandelprogramma Vroege Intensieve Neurostimulatie

Sponsoring van nascholingsactiviteiten

Aanvragen van accreditatie bij het Accreditatie Bureau Cluster 1 (ABC1) of bij de beroepsvereniging?

Achtergrond Waarom een zorgstandaard naast richtlijnen en protocol en?

ANONIEM BINDEND ADVIES

Transcriptie:

Behandelrichtlijnen zijn niet zomaar te gebruiken als vergoedingscriteria Vrijheid om af te wijken prof. dr. Y.M. Smulders, internist, VU Medisch Centrum Correspondentieadres: y.smulders@vumc.nl; c.c.: redactie@medischcontact.nl Aanbevelingen in behandelrichtlijnen zijn niet geschikt om te bepalen of de geleverde zorg voor vergoeding in aanmerking komt. Want een dokter moet van richtlijnen kunnen afwijken. Dit artikel is mede gebaseerd op: Y.M. Smulders: Hoezo, bewijs, oratie uitgesproken op 11 juni 2008 bij de aanvaarding van de leerstoel Algemene Inwendige Geneeskunde aan de Vrije Universiteit, Amsterdam. De volledige tekst is verkrijgbaar bij de auteur. Auteur is lid van de CBO-richtlijnwerkgroep Cardiovasculair Risicomanagement, die werkt aan de revisie van de gelijknamige CBO/NHG-richtlijn. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven. Financiële ondersteuning: de auteur ontvangt, via zijn werkgever, enkele unrestricted research grants van farmaceutische bedrijven ter ondersteuning van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van hart- en vaatziekten. In januari maakte minister Klink (VWS) zijn Visie Geneesmiddelenbeleid en Stappenplan openbaar. Hierin stelde hij dat evidence-based richtlijnen de basis moeten vormen voor contracten tussen zorgaanbieders en verzekeraars.1 Het College voor Zorgverzekeringen onderschrijft dit beleid. In het Rapport Pakketadvies 2008, dat het CvZ in april uitbracht, werden bijvoorbeeld de vergoedingscriteria voor cholesterolverlagende therapie nadrukkelijk gebaseerd op de CBO/NHGrichtlijn Cardiovasculair Risicomanagement.2 Het CvZ-advies was echter restrictiever dan de CBO/NHG-richtlijn. Inmiddels heeft de minister besloten het CvZ-advies niet op te volgen, omdat het uitgaat van een door de overheid geformuleerde, gedetailleerde beperking van de aanspraak.3 De minister wil de aanspraak baseren op de richtlijn van de beroepsgroep en dus geen restrictieve vergoedingsbeperkingen opleggen naar aanleiding van een interpretatie van de richtlijn. Vervolgens werd een motie ingediend die de minister adviseerde om alleen simvastatine te vergoeden, tenzij er sprake is van familiaire hypercholesterolemie. De Tweede Kamer nam deze motie, die dus nog restrictiever is dan het CvZ-advies, verrassenderwijs aan.4 5 Maar de minister heeft inmiddels besloten deze motie naast zich neer te leggen, wederom onder verwijzing naar de richtlijn en de bewegingsvrijheid die artsen daarin wordt geboden om maatwerk te bieden bij het voorschrijven van statines.6 Recentelijk signaleerde Damoiseaux een probleem met de voorgestelde systematiek om richtlijnen naar vergoedingscriteria te vertalen.7 Hij betoogt dat de meeste richtlijnen slecht eenmaal per 3 à 4 jaar worden herzien en dat daardoor de vergoeding van effectieve nieuwe geneesmiddelen onnodig lang op zich kan laten wachten. Ook de ophef over belangenverstrengeling van richtlijnopstellers maakt volgens Damoiseaux het vertalen van richtlijnen in vergoedingscriteria problematisch. Ik zie nog een ander, principieel probleem. In richtlijnen hebben artsen vrijheid om in individuele gevallen van de geformuleerde aanbevelingen af te wijken. Richtlijnen vormen dus een raamwerk voor klinisch handelen, geen dwingend protocol. Toetsing of artsen op juiste gronden van de geboden vrijheidsgraden gebruikmaken, is vrijwel onmogelijk, en kan niet aan zorgverzekeraars worden overgelaten. Vrijheidsgraden Elke NHG-Standaard bevat de opmerking: Afweging van de relevante factoren in de concrete situatie zal beredeneerd afwijken van het hierna beschreven beleid kunnen rechtvaardigen. Het CBO is nog explicieter: Aangezien de aanbevelingen gericht zijn op de gemiddelde patiënt, kunnen zorgverleners op basis van individuele patiëntkenmerken zonodig afwijken van de richtlijn. Afwijken van de richtlijn is, als de individuele situatie van de patiënt dat vereist, soms zelfs noodzakelijk. Niet alleen deze disclaimers, maar ook de specifieke aanbevelingen bevatten vrijheidsgraden. Zoals de aanbeveling voor cholesterolverlagende therapie in de richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement, die omstandigheden beschrijft waarin de arts het standaard aanbevo- 63 nr. 43 24 oktober 2008 Medisch Contact 1763

len middel simvastatine kan vervangen door een krachtigere, maar ook duurdere statine. Echter, ook elders in deze en andere richtlijnen vindt men voorbeelden van vrijheidsgraden bij aanbevelingen voor zowel diagnostiek, behandeling, als follow-up. De vrijheidsgraden zijn weliswaar in algemene zin geëxpliciteerd, maar het is onmogelijk om alle situaties te definiëren waarin het gerechtvaardigd is om van de aanbevelingen af te wijken. Daarom volstaat men veelal met enkele voorbeelden van uitzonderingssituaties. Onderbouwing Om verschillende redenen zijn vrijheidsgraden in aanbevelingen van richtlijnen noodzakelijk: - Veel klinische handelingen worden niet onderbouwd met epidemiologisch onderzoek. Naar schatting ontbreekt voor bijna de helft van veelgebruikte behandelingen het klinisch epidemiologisch bewijs geheel (http://clinicalevidence.com). Voor de onderbouwing van deze behandelingen zijn wij dus afhankelijk van klinische expertise, wat gepaard gaat met variatie in de formulering van de aanbevelingen en variatie in de patiëntenpopulatie waarop een aanbeveling van toepassing wordt geacht. - Is er wel epidemiologisch bewijs voor een behandeling, dan is dit doorgaans verkregen met streng geselecteerde patiënten. Vaak kan minder dan 10 procent, soms zelfs minder dan 1 procent van de patiënten met een bepaalde aandoening meedoen aan klinische trials.8 De meeste patiënten uit de klinische De situatie in het Verenigd Koninkrijk In Engeland en Wales spelen richtlijnen een belangrijke rol in het vergoedingensysteem. Verreweg de meeste inwoners vallen onder de National Health Service (NHS). De NHS wordt geadviseerd door een omvangrijke richtlijnenorganisatie, het National Institute of Clinical Excellence (NICE). Van overheidswege krijgt NICE opdracht om richtlijnen over een bepaald onderwerp op te stellen. In deze richtlijnen spelen kosteneffectiviteitsanalyses een centrale rol. De aanbevelingen zijn zeer gedetailleerd en worden door de NHS gehanteerd als criteria voor vergoeding van individuele zorg. Niettemin bevatten ook de NICE-richtlijnen disclaimers dat van de aanbevelingen moet kunnen worden afgeweken als individuele afwegingen dit vereisen. In de praktijk is dit evenwel niet eenvoudig en de NHS heeft een netwerk van regionale steunpunten voor artsen en patiënten toegerust om bij individuele problemen een oplossing te bedenken. Huisartsen verwijzen vaak snel naar specialisten als ze met de NICE-richtlijnen niet uitkomen, om rompslomp te vermijden en omdat het via specialisten soms beter lukt een vergoeding alsnog te regelen. Er zijn enkele belangrijke verschillen tussen de NICE-richtlijnen en richtlijnen zoals ze doorgaans in Nederland worden opgesteld. Zo gaat NICE bij kosteneffectiviteitsanalyses uit van kosten per gewonnen levensjaar; een benadering die uitgaat van het individu en deze daarmee een zekere bescherming biedt. Behande lingen kunnen namelijk op individueel niveau als kosteneffectief worden beschouwd, terwijl ze vanwege het aantal mensen dat ervoor in aanmerking komt op landelijk niveau moeilijk betaalbaar zijn. Daarentegen stelt bijvoorbeeld de CBO/NHG-richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement macro-economische overwegingen centraal. NICE-richtlijnen zijn doorgaans ook veel gedetailleerder, wat noodzakelijk is om de rechten op vergoeding in verscheidene uitzonderingssituaties te beschermen. De gedetailleerdheid maakt evenwel ook dat het veel lastiger is de aanbevelingen in grote lijnen uit het hoofd te kennen. 1764 Medisch Contact 24 oktober 2008 63 nr. 43

patiënt die in de trials is onderzocht. Zoals gezegd is er sowieso al een kleine kans dat de patiënt die tegenover een arts zit, voldoet aan de inclusiecriteria van klinisch epidemiologische trials. Echter, als dit al het geval is, dan is kans dat die patiënt voldoet aan het profiel van de gemiddelde bestudeerde patiënt nog steeds klein. Het merendeel van de medische literatuur is mogelijk onjuist beeld: images.com praktijk worden derhalve nimmer in trials geïncludeerd.9 Dit beïnvloedt de balans tussen gunstige en ongunstige effecten van een behandeling, zoals bijvoorbeeld is aangetoond voor behandeling met orale anticoagulantia.10 De extrapolatie van aanbevelingen van de ideale trialpatiënt naar de echte spreekkamerpatiënt is intrinsiek onzeker, wat tot uiting komt in de vrijheidsgraden rondom de aanbevelingen. - Vertekening (bias) van onderzoeksresultaten speelt een belangrijke rol. De epidemioloog Ioannidis berekende dat gerandomiseerde klinische trials hooguit een gemiddelde waarheidsgraad van 85 procent halen en dat het merendeel van de gepubliceerde medische literatuur mogelijk zelfs onjuist is.11 12 Het besef dat epidemiologisch bewijs vaak niet zo sterk is als het lijkt, maakt dat bij de vertaling van dit bewijs naar richtlijnen de onzekerheidsmarges, en daarmee de vrijheidsgraden rondom de aanbevelingen toenemen. - Zelfs indien het epidemiologisch bewijs voor een bepaalde behandeling als absolute waarheid wordt geaccepteerd, dan nog geldt deze waarheid slechts voor de gemiddelde Verleidelijk Het beoordelen van trialresultaten in subgroepen is verleidelijk, maar lost dit probleem maar gedeeltelijk op.13 De arts zal zich dus bij het toepassen van epidemiologisch bewijs altijd de vraag moeten stellen of dit bewijs ook op deze patiënt van toepassing is. Deze vraag is niet te beantwoorden met cijfermatig onderbouwde argumenten. Wat nodig is, is kennis van de fysiologie, klinische expertise en bijvoorbeeld eerdere ervaringen van de arts met soortgelijke patiënten of zelfs met dezelfde individuele patiënt. Deze benaderingswijze vormt de kern van evidence-based medicine. Niet voor niets definieert David Sackett evidence-based medicine als: Integratie van individuele klinische expertise met het best beschikbare externe bewijs uit wetenschappelijk onderzoek.14 De gedachte dat evidence-based medicine bestaat uit het rechtlijnig vertalen van epidemiologisch bewijs naar individuele patiëntenzorg is een tragische misvatting. Het besef dat bij iedere patiënt een afweging moet worden gemaakt of, en zo ja, op welke wijze epidemiologisch bewijs van toepassing is op dit specifieke geval, vormt misschien wel de belangrijkste rechtvaardiging voor het handhaven van generieke vrijheidsgraden in de toepassing van aanbevelingen uit richtlijnen op individuele patiënten. Slechte dokter De in richtlijnen opgenomen vrijheidsgraden zijn niet vrijblijvend. Sterker nog, wie er nooit gebruik van maakt, is een slechte dokter. Ook moge duidelijk zijn dat de vrijheidsgraden niet exact zijn af te grenzen. Controle op het correcte gebruik van vrijheidsgraden is daarom zeer moeilijk, zo niet onmogelijk. Immers, als deskundigen er al niet in slagen deze in richtlijnen te definiëren, wie moet dan achteraf toetsen of een arts terecht van een aanbeveling is afgeweken? Natuurlijk, als het misgaat, staat het medisch tuchtcollege klaar. Maar de grondigheid waarmee dat te werk gaat, is bijvoorbeeld voor verzekeraars niet haalbaar. Het is niet te hopen dat een ziektekostenverzekeraar al zulke gevallen inhoudelijk gaat toetsen en dan beslist over vergoeding. 63 nr. 43 24 oktober 2008 Medisch Contact 1765

Individuele zorg is nooit geheel in richtlijnen te vangen Eerdere MC-artikelen over dit onderwerp vindt u onder de digitale versie van dit artikel op www.medischcontact.nl. Hier vindt u ook de literatuurlijst en verwijzingen naar websites met meer achtergrondinformatie. Deze combinatie van factoren geeft artsen de vrijheid om van aanbevelingen uit richtlijnen af te wijken. In zekere zin is dit een nachtmerrie voor partijen die, bijvoorbeeld in het belang van kostenbeheersing, de zorg strakker willen reguleren. Dat het expliciteren van vrijheidsgraden vanuit het oogpunt van zorgregulatie ongewenst is, blijkt indirect uit het eerdergenoemde CvZ-advies van april dit jaar.2 In het advies over cholesterolverlagende therapie wordt bijvoorbeeld de algemene disclaimer uit de CBOrichtlijn simpelweg weggelaten. De vrijheidsgraden van specifieke aanbevelingen, die in de oorspronkelijke CBO/NHG-richtlijn met voorbeelden zijn geïllustreerd, worden in een aantal gevallen niet genoemd. In andere gevallen hebben ze een limitatief karakter gekregen, bijvoorbeeld door voorbeelden van uitzonderingssituaties als enige uitzonderingssituaties te noemen. Hierdoor is het CvZ-advies restrictiever dan de oorspronkelijke CBO/ NHG-richtlijn. De generieke en aanbevelingsspecifieke vrijheidsgraden in richtlijnen maken de vertaling van richtlijnen in vergoedingscriteria problematisch. Richtlijnen gaan over de behandeling van de gemiddelde patiënt; vergoedingscriteria gaan over de rechten van iedere patiënt. Als lid van de werkgroep voor de richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement wil ik goede aanbevelingen helpen formuleren. Als ik zou weten dat ik in feite vergoedingscriteria aan het schrijven was, dan zou ik de aanbevelingen stellig anders formuleren. In Groot-Brittanië zijn de richtlijnen zo geformuleerd dat ze meer geschikt zijn als vergoedingscriteria (zie kader op blz. 1672). Willen we in Nederland naar vergoedingscriteria op basis van richtlijnen, dan zouden we eerst een topzwaar instituut zoals NICE moeten hebben om onze richtlijnen heel anders op te zetten. Maar ook de Britse systematiek stuit in praktijk op problemen, omdat individuele zorg nooit geheel in algemeen-geldende richtlijnen is te vangen. Gemiddeld Het vertalen van aanbevelingen in criteria voor vergoeding van individuele zorg stuit dus op bezwaren. Wat is dan de oplossing vanuit het perspectief van de overheid en de zorgverzekeraars, die onnodige en kostenineffectieve zorg aan banden willen leggen? Het zou natuurlijk eigenaardig zijn als bij dit streven geen gebruik kan worden gemaakt van richtlijnen die mede met het oog op kosteneffectiviteit zijn opgesteld, zoals de CBO/NHG-richtlijn Cardio vasculair Risicomanagement. Het alternatief voor vertaling van de richtlijn in individuele vergoedingscriteria is mogelijk het gemiddelde beleid van artsen te toetsen aan de richtlijnen. Immers, de aanbevelingen uit richtlijnen betreffen gemiddeld beleid, voor de gemiddelde patiënt. Dat betekent dat, indien volgens de richtlijnen wordt gehandeld, er soms agressiever en soms minder agressief wordt gehandeld. Een interessante vraag is of het gemiddelde beleid van groepspraktijken, of zelfs van individuele artsen, hierop kan worden getoetst. Een moeilijk te vervullen voorwaarde is dan bijvoorbeeld dat moet worden aangetoond dat deze arts(en) ook echt gemiddelde patiënten zien. Samenvatting n Ophef over vergoeding van statines roept de vraag op of, en zo ja hoe, behandelrichtlijnen kunnen worden vertaald naar criteria voor vergoeding van individuele zorg. n Deze richtlijnen geven adviezen voor de gemiddelde patiënt. Afwijken van de aanbevelingen is in individuele gevallen vaak gerechtvaardigd en soms zelfs noodzakelijk. n Deze vrijheidsgraden worden ook in belangrijke richtlijnen, zoals die van NHG en CBO, expliciet genoemd. De grondslag voor vrijheidsgraden is gelegen in de beperkte beschikbaarheid of individuele toepasbaarheid van evidence voor behandelingen. n Als alternatief voor vergoedingscriteria voor individuele zorg zouden richtlijnen kunnen worden gebruikt voor toetsing van therapeutisch beleid op (groeps) praktijkniveau. Traliewerk Richtlijnen vormen een raamwerk voor klinisch handelen. Dit raamwerk moet geen traliewerk worden, wat gebeurt als aanbevelingen worden vertaald in restrictieve criteria voor het vergoeden van individuele zorg. De vrijheidsgraden bij de aanbevelingen zijn niet exact definieerbaar, maar zijn tegelijkertijd essentieel om goede zorg te verlenen. Het door artsen afwijken van aanbevelingen uit richtlijnen is op individueel niveau derhalve niet alleen gerechtvaardigd, maar ook buitengewoon lastig toetsbaar. Mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, kan als alternatief voor individuele toetsing mogelijk op het niveau van (groeps-) praktijken het naleven van de richtlijnen worden getoetst. 1766 Medisch Contact 24 oktober 2008 63 nr. 43

Referenties: 1. Ministerie van VWS. Visie geneesmiddelenbeleid en stappenplan. Den Haag, 15 januari 2008. 2. College voor Zorgverzekeringen. Rapport Pakketadvies 2008; aanpassing nadere voorwaarden cholesterolverlagende medicatie. Diemen, 14 april 2008 3. Ministerie van VWS. Standpunt pakketadvies 2008. Den Haag, 20 juni 2008. 4. Croonen H. Tweede kamer wil minder statines. Medisch Contact 2008; 28: 1202. 5. Croonen H. Simvastatine meestal prima start. Medisch Contact 2008; 29-30: 1244. 6. http://www.minvws.nl/kamerstukken/gmt/2008/motiecholesterolverlagers.asp. 7. Damoiseaux RAMJ. Goed vergoed: geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) is zo gek nog niet. Medisch Contact 2008; 21: 916-7. 8. Rothwell PM. External validity of randomised trials: to whom do the results of this trial apply? Lancet 2005; 365: 82-93. 9. Spall HGC van et al. Eligibility criteria of randomised controlled trials published in high-impact general medical journals, JAMA 2007; 297: 1233-40. 10. Levi MM et al. Bleeding in patients receiving vitamin K antagonists who would have been excluded from trials on which the indication for anticoagulation was based. Blood 2008; 111: 4471-6. 11. Ioannidis JPA: Why most research findings are false. PloS Medicine 2005; 2: 696-701. 12. Pronk E. Wetenschap en waarheid zijn niet één. Medisch Contact 2007; 26: 1128-30. 13. Rothwell PM et al. From Subgroups to individuals: general principles and the example of carotid endarterectomy. The Lancet 2005; 365: 256-65. 14. Sackett DL et al. Evidence-Based Medicine: what it is and what it isn t. BMJ 1996; 312: 71-2. 63 nr. 43 24 oktober 2008 Medisch Contact 1767