Beleidsregels voor huisvesting van meer dan één huishouden in een woning

Vergelijkbare documenten
Beleidsnota Plattelandswoning

Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot vaststelling de Beleidsnota Plattelandswoning.

BELEIDSREGEL NIET-ZELFSTANDIGE WOONRUIMTEN (KAMERVERHUUR)

huisvestingsverordening kamerbewoning Lith Dienst/afdeling SLWE

R e g e l s rgl

Bestemmingsplan. Buitengebied West, 1 e herziening. Ontwerp

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Convenant huisvesting arbeidsmigranten Oss 2017

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

Parapluplan plattelandswoningen Venlo

Paraplubestemmingsplan Omzetten woningen

Bijlage 1: Ambtelijke toelichting belangrijkste aspecten Huisvestingswet 2014

Beleidsregel Plattelandswoningen 2014

Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen

Nota Plattelandswoningen Wijdemeren

Ontwerpbestemmingsplan Plattelandswoningen Someren Gemeente Someren

Collegebesluit Aanpassing beleidsregels kleine buitenplanse afwijkingen o.g.v. de Wabo (planologische kruimelgevallen)

Wijzigingsplan It West 2a Augustinusga

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Bijlage 2: Bestemming Wonen - 1

Beleidsregels planologische afwijkingsmogelijkheden 2017

BELEIDSNOTA AFHANKELIJK WONEN (mantelzorg) gemeente Boxtel

Voor wat betreft het aspect mantelzorg is specifiek beleid geformuleerd (Beleidsregels Huisvesting ten behoeve van mantelzorg gemeente Noordenveld).

Inhoudsopgave. Regels. Bijlagen bij regels

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205

ONTWERP Paraplubestemmingsplan

Zundertse Regelgeving

Notitie. niet-woonactiviteiten aan huis

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo)

1 Inleiding. 1.1 Aanleiding. 1.2 Doel

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Oplegnotitie tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Buitengebied

Hoevensestraat 14 Vught. Regels. Wijzigingsplan. Opdrachtgever: Datum vrijgave. Opstellers: Rapportnummer: Dhr. en mevr. H.J.G. Hendriks.

Zienswijzennota. Bestemmingsplan Croddendijk 5a

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening'

Pelgrimsche Hoeve. Kavelgegevens prijs: 325 / m² ex. btw. Fase 3 kavelnummer: 1. 's-hertogenbosch. PRIJS: k.k. ex. btw.

NOTA ZIENSWIJZEN ONTWERP- BESTEMMINGSPLAN. "Bedrijventerreinen 2015"

GEMEENTE VALKENSWAARD

Beleidsregels buitenplanse afwijkingen opbouwen Oud-Beijerland

BELEIDSREGEL "PRÉ-MANTELZORGWONINGEN"

O m g e v i n g s v e r g u n n i n g

Besl ispu nten 1. Het bestemmingsplan Wegelaar 7 vast te stellen. 2. De ingekomen zienswijze te weerleggen.

Regels 1e herziening Nieuwe Dordtse Biesbosch, locatie Zanddijk

Beleidskader voor bedrijfsmatige kamerverhuur in Bodegraven-Reeuwijk 2015

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

1.1. Bestemmingsplan: De geometrische bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende

Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

Wonen. 1.2 Bouwregels

Notitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland

Namens cliënte, familie Van Kessel, woonachtig aan de Kwadestaartweg 10 te (5752 PV) Deurne, richt ik mij tot u met het volgende.

BESTEMMINGSBEPALINGEN

Nota zienswijzen bestemmingsplan Landelijk gebied Tussen Poelweg en Noorddammerweg. Gemeente Uithoorn Mei

Verklaring. In verband met wijziging agrarische bedrijfswoning tot status plattelandswoning

Besluit Wij verlenen u de gevraagde omgevingsvergunning voor de duur van drie jaren ten behoeve van de activiteiten:

Beleidsregel Bed & Breakfast in Lelystad

Aan- en uitbouw Een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

Duinkampen 23 te Paterswolde

1.1. Bestemmingsplan: De geometrische bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende

Beleidsregel Mantelzorg beoordelingscriteria bij vrijstelling van functie bijgebouwen

Toelichting Beleidsnotie voor bedrijvigheid aan huis Pekela 2013

Artikel 16 Woongebied

In werking treden vergunning en onherroepelijkheid De vergunning treedt in werking een dag na afloop van de beroepstermijn. Deze vergunning ligt

2 - Datum vergadering: ŭ Nota openbaar: Ja

Reactienota Motie bestemmingsplan Buitengebied Wakker Emmen. Inhoud motie

Reactienota beheersverordening Eelde - Paterswolde

In een aantal bestemmingsplannen is een bepaling opgenomen over dakterrassen. Voor dit beleid is aangesloten bij deze bepaling.

Reparatiebesluit Bestemmingsplan Buitengebied Valkenburg aan de Geul Regels

Planregels uitwerking Schoenmakershoek Oost fase 3 (20 oktober 2015)

Beleidsnota plattelandswoningen

Overzicht wijzigingen in de regels

Beleidsregels. Mantelzorgwoningen

Inhoudsopgave. Regels 3

Inhoudsopgave. Bijlage regels

Wijzigingsplan Julianastraat 30, Avenhorn Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Nota van zienswijze bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Stuifzandseweg 59a

Beleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening

P l a n r e g e l s vrs

1.3 gevel bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak;

Geluidruimteverdeling Wageningen Campus e.o.

Beleidsnotitie Internetwinkels Gemeente Putten

BESTEMMINGSPLAN ZWAANSHOEK BENNEBROEKERDIJK 187 TOELICHTING

Beleid Woningsplitsing en meergeneratiewoningen

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN

Onderwerp Aankoop woning aan de Beukenrode 170 voor huisvesting statushouders - Besluitvormend

Regels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden

Beleidsregel kamerverhuur en woningsplitsing

Beleidsnota. Verkoop snippergroen.

BELEIDSREGEL BIJ BEEINDIGING AGRARISCHE

Nota zienswijzen bestemmingsplan Landelijk gebied De Kwakel Tuinbouwgebied. Gemeente Uithoorn Mei

Notitie beleidsregels mantelzorgwoningen 2016

De Beljaart. Opdrachtgever. Uitwerkingsplan 3; fase 5 / Beljaartlaan. Gemeente Dongen Postbus GE DONGEN

Beleid paardenbakken (buitenmaneges)

Correctief bestemmingsplan De Kamp

6.3 Handhaving in het plangebied

Aanvraagformulier vergunning op grond van de Huisvestingsverordening gemeente Medemblik

Voormalige vliegbasis Twenthe Zones. Regels

Nota bedrijfswoningen op verblijfsrecreatieterreinen

Bestemmingsplan Herziening Laagraven - Oudwulverbroek Gemeente Houten

Transcriptie:

Beleidsregels voor huisvesting van meer dan één huishouden in een woning 1. Aanleiding Deze nota gaat over beleidsregels voor huisvesting van meer dan één huishouden in één woning. De Osse standaardregels voor bestemmingsplannen staan in principe maximaal één huishouden per woning toe. Onder voorwaarden laten de standaardregels huisvesting van meer dan één huishouden in een woning toe bij vrijstaande woningen. Daarvoor is een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid opgenomen in de standaardregels. De standaardregels voor bestemmingsplannen vormen de interne leidraad voor alle nieuwe op te stellen bestemmingsplannen. In veel bestaande bestemmingsplannen is ook nog een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor rij-, halfvrijstaande en geschakelde woningen voor huisvesting van meer dan één huishouden in een woning. Deze bestaande afwijkingsmogelijkheden willen we niet meer toepassen. Deze beleidsregels leggen dit vast. Voor rij-, halfvrijstaande en geschakelde woningen worden dus geen toestemmingen voor meer dan één huishouden in een woning meer verleend. De voorwaarden voor binnenplanse afwijking bij vrijstaande woningen in de standaardregels voor bestemmingsplannen zijn vrij algemeen. De voorwaarden leveren ook vragen op in de handhavingspraktijk. Daarom zijn voor toepassing van de binnenplanse afwijkingsbevoegdheid voor vrijstaande woningen nu aanvullende beleidsregels gemaakt. De bedoeling is dat deze beleidsregels ook worden toegepast bij verzoeken om buitenplanse medewerking (dus als het bestemmingsplan geen bepalingen bevat over huisvesting van meer dan één huishouden in een woning). Huisvestingsverordening is per 1 juli 2015 vervallen De meeste bestaande bestemmingsplannen bevatten nu behalve voor vrijstaande woningen, ook voor rij-, halfvrijstaande, geschakelde woningen nog de mogelijkheid om onder voorwaarden meer dan één huishouden toe te staan in een woning (meer dan 4 niet-verwante personen). Tot 1 juli 2015 gold daarnaast ook de Huisvestingsverordening met een set uitwerkingsregels (beleidsregels). Op grond hiervan werden voor rij-, halfvrijstaande en geschakelde woningen in principe geen omzettingsvergunningen 1 verleend voor meer dan 4 personen. In de praktijk werden dus ook in het verleden nooit meer dan 4 niet-verwante personen toegestaan in rij- halfvrijstaande of geschakelde woningen. We willen deze praktijk voortzetten, ook nu de Huisvestingsverordening is vervallen. De beleidsregels maken dit duidelijk. 2. Doel We willen werken met duidelijke, eenduidige en werkbare beleidsregels. Er moet in iedere situatie eenvoudig kunnen worden beoordeeld of huisvesting van meer dan één huishouden in een woning 1 Vergunning voor het omzetten van zelfstandige naar niet-zelfstandige woonruimte.

vanuit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar is. We willen overbewoning en de negatieve effecten hiervan op de omgeving voorkomen. Daarom wordt bij rij-, halfvrijstaande en geschakelde woningen geen medewerking verleend aan huisvesting van meer dan één huishouden in een woning. Omdat de impact van bewoning door meer dan 4 niet-verwante personen op de omgeving groter kan zijn dan bij reguliere bewoning het geval is, willen we bij vrijstaande woningen per geval een afweging kunnen maken aan de hand van de opgenomen beleidsregels. 3. Bestaand ruimtelijk beleid voor huisvesting van meer dan één huishouden in een woning Onze standaardregels voor bestemmingsplannen bevatten een algemeen gebruiksverbod voor een woning en woonhuis : Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan: Het gebruik van een woning voor de huisvesting van meer dan één huishouden. Een woning is volgens de standaardregels: een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor niet meer dan één huishouden. Een woonhuis is volgens de standaardregels: een gebouw dat één grondgebonden woning omvat. Een huishouden is volgens de standaardregels: de leefvorm of samenlevingsvorm van een alleenstaande of een gezin, waaronder mede wordt begrepen: a. het inwonen of het bewonen van kamers door ten hoogste 2 verwanten of andere personen in het hoofdgebouw en/of aan- en uitbouw, al dan niet bij wijze van mantelzorg en al dan niet met eigen voorzieningen; b. een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband, waaronder mede wordt begrepen: 1. een woongroep van mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking of aandoening met inbegrip van begeleiding en toezicht gericht op zelfstandige bewoning; 2. de gezamenlijke huisvesting van een groep van maximaal 4 niet verwante personen, die gebruik maken van de gemeenschappelijke voorzieningen in de woning. Verder bevatten de standaardregels voor bestemmingsplannen een afwijkingsmogelijkheid van het gebruiksverbod voor vrijstaande woonhuizen. Dit is als volgt geregeld: Binnenplanse afwijkingsmogelijkheid volgens standaardregels voor bestemmingsplannen: Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken:

van het verbod een (vrijstaand) woonhuis te gebruiken voor de huisvesting van meer dan één huishouden om inwoning of kamerbewoning door meer dan 2 personen dan wel de gemeenschappelijke huisvesting van meer dan 4 niet verwante personen toe te staan, mits: 1. de grootte van de woning daarvoor geschikt is; 2. voorzien kan worden in de parkeerbehoefte; 3. de privacy en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen niet onevenredig worden aangetast. Buitenplanse afwijkingsmogelijkheden Er is nu geen specifiek beleid voor buitenplanse medewerking aan huisvesting van meer dan één huishouden in een woning. 4. Voorstel voor nieuw ruimtelijk beleid voor huisvesting van meer dan één huishouden in een woning Hieronder volgen de nieuwe beleidsregels. NIEUWE BELEIDSREGELS VOOR HUISVESTING VAN MEER DAN ÉÉN HUISHOUDEN IN EEN WONING Artikel 1 Begripsbepalingen In deze beleidsregels wordt verstaan onder: bedrijfswoning: een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is. huishouden: de leefvorm of samenlevingsvorm van een alleenstaande of een gezin, waaronder mede wordt begrepen: c. het inwonen of het bewonen van kamers door ten hoogste 2 verwanten of andere personen in het hoofdgebouw en/of aan- en uitbouw, al dan niet bij wijze van mantelzorg en al dan niet met eigen voorzieningen; d. een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband, waaronder mede wordt begrepen: 1. een woongroep van mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking of aandoening met inbegrip van begeleiding en toezicht gericht op zelfstandige bewoning; 2. de gezamenlijke huisvesting van een groep van maximaal 4 niet verwante personen, die gebruik maken van de gemeenschappelijke voorzieningen in de woning.

gebruiksoppervlakte: De bruikbare vloeroppervlakte, geschikt voor het beoogde gebruik, bepaald volgens NEN2580. plattelandswoning: Een bedrijfswoning zoals omschreven in artikel 1.1a Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht. slaapplaats: Een ruimte of plek waarop een ledikant, een slaapbank of iets dergelijks staat, dan wel waarop een matras, slaapmatje, luchtbed of iets dergelijks ligt, en waarop men slapen kan of pleegt te slapen, alsmede een plek of ruimte waarop een voorwerp staat dat geschikt is om op betrekkelijk eenvoudige en snelle wijze te worden omgebouwd tot een plaats waarop men slapen kan. woning: Een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor niet meer dan één huishouden. woonhuis: Een gebouw dat één grondgebonden woning omvat. woongebouw: Een gebouw dat meerdere naast elkaar gelegen en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijk als een eenheid kan worden beschouwd. Artikel 2 Toepassingsbereik Voor de beoordeling van verzoeken voor huisvesting van meer dan één huishouden in een woning: 1. door inwoning of kamerbewoning door meer dan 2 personen dan wel 2. door de gemeenschappelijke huisvesting van meer dan 4 niet-verwante personen gelden de artikelen 3 tot en met 6 van deze beleidsregels (bij binnenplanse en buitenplanse planologische medewerking). Artikel 3 Verzoeken voor woongebouwen Verzoeken zoals omschreven in artikel 2 voor woongebouwen komen niet in aanmerking voor planologische medewerking. Artikel 4 Verzoeken voor bedrijfswoningen Verzoeken zoals omschreven in artikel 2 voor bedrijfswoningen komen niet in aanmerking voor planologische medewerking, met uitzondering van vrijstaande agrarische bedrijfswoningen als deze als plattelandswoning zijn aan te merken. Artikel 5 Verzoeken voor rij-, halfvrijstaande of geschakelde woningen Verzoeken zoals omschreven in artikel 2 voor rij-, halfvrijstaande of geschakelde woningen komen niet in aanmerking voor planologische medewerking.

Artikel 6 Verzoeken voor vrijstaande woningen Verzoeken zoals omschreven in artikel 2 voor vrijstaande woningen met een woonbestemming of aan te merken als plattelandswoning komen alleen in aanmerking voor planologische medewerking als: a. Er in totaal niet meer dan 8 personen in een vrijstaande woning worden gehuisvest. b. Er maximaal één slaapplaats per persoon aanwezig is. c. De grootte van de woning geschikt is. De grootte van een woning is geschikt als er ten minste 12 m2 gebruiksoppervlakte (GO) per persoon aanwezig is; d. Voldaan kan worden aan de geldende gemeentelijke parkeernormen. e. De privacy en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen niet onevenredig worden aangetast.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1 Begripsbepalingen In dit artikel leggen we enkele begrippen uit, die bij de toepassing van de beleidsregels een rol spelen en een extra toelichting behoeven. Het gaat om de begrippen bedrijfswoning en slaapplaats. Toelichting op het begrip bedrijfswoning Uit de omschrijving blijkt dat in een bedrijfswoning alle vormen van bewoning zijn toegestaan die volgens het begrip huishouden worden gelijkgesteld met de bewoning door één huishouden (bijvoorbeeld bewoning door 4 niet verwante personen). Dit echter alleen als dit noodzakelijk is gelet op de bedrijfsbestemming. Dit laatste volgt rechtstreeks uit het begrip bedrijfswoning. De jurisprudentie stelt strenge eisen als het gaat om de noodzaak om bij een bedrijf te wonen. Toelichting op het begrip slaapplaats De afdeling Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving heeft verzocht om handhaafbare beleidsregels. In artikel 6 leggen we daarom niet alleen het maximaal aantal personen vast dat in een vrijstaande woning mag worden gehuisvest. We leggen ook vast dat er maar één slaapplaats per persoon aanwezig mag zijn. Dit is nodig als we kijken naar de bestaande handhavingspraktijk. Hiermee willen we overbewoning (met ongewenste ruimtelijke gevolgen) daadwerkelijk voorkomen. Vanwege het bepaalde in artikel 6 is het ook nodig om te omschrijven wat een slaapplaats is. De definitie van slaapplaats is overgenomen uit bestaande jurisprudentie. Artikel 2 Toepassingsbereik In dit artikel wordt de reikwijdte van de beleidsregels omschreven. De beleidsregels 3 tot en met 6 zijn van toepassing bij beoordeling van verzoeken voor huisvesting van meer dan één huishouden in een woning. Artikel 3 Verzoeken voor woongebouwen Het huisvesten van meer dan één huishouden in een woning, binnen een woongebouw, heeft een directe uitstraling naar de omliggende woningen. Dit omdat er meestal sprake is van gemeenschappelijke voorzieningen. Vanwege deze directe uitstraling worden woongebouwen uitgesloten van de mogelijkheden voor planologische medewerking aan verzoeken als bedoeld in artikel 2. In de standaardregels voor bestemmingsplannen is om deze reden ook geen binnenplanse afwijkingsmogelijkheid opgenomen bij woongebouwen. De beleidsregels sluiten dan ook aan bij deze bestaande regeling.

Artikel 4 Verzoeken voor bedrijfswoningen De categorie bedrijfswoningen is een zeer specifieke groep woningen. Voor de bestemming bedrijfswoning is gekozen omdat het bewonen van een bedrijfswoning door een persoon (eventueel met huishouden) ter plaatse, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein, noodzakelijk is. De laatste jaren is ingezet op het niet meer toestaan van (bedrijfs)woningen op bedrijventerreinen. De redenen hiervoor zijn: 1) ze zijn voor de bedrijfsuitoefening bijna nooit echt nodig, 2) ze beperken de bedrijven omdat het milieuhindergevoelige objecten zijn 3) er kan geen goed woonen leefklimaat worden gegarandeerd. Het is, gelet op deze redenen, ook niet wenselijk om huisvesting van meer dan één huishouden toe te staan in bestaande bedrijfswoningen op het bedrijventerrein. Ook het toestaan van meer dan één huishouden in een bedrijfswoning in het buitengebied (of op andere plekken) is niet gewenst vanwege bovenstaande punten 1 tot en met 3. Alleen voor de zogenaamde plattelandswoningen is een uitzondering gemaakt. Dit heeft te maken met de ontstaansgeschiedenis van plattelandswoningen : Plattelandswoningen De plattelandswoning is in het leven geroepen om leegstand te voorkomen en het buitengebied niet te laten verpauperen. Het gaat er kort gezegd om dat de agrariër die zijn bedrijf beëindigt graag op zijn boerderij wil blijven wonen dan wel deze voor een reële prijs wil verkopen aan mensen die op het platteland willen wonen. Dit vormde eerder een probleem want de bedrijfswoning/boerderij werd dan een gewone woning en dat mocht niet volgens de huidige Wet milieubeheer. De kans bestond daardoor dat (karakteristieke) boerderijen leeg kwamen te staan en verpauperden. Sinds 1 januari 2013 is dit veranderd. Plattelandswoningen zijn woningen die feitelijk als burgerwoning worden bestemd, maar die voor de wet als bedrijfswoning blijven gelden. Hierdoor worden de activiteiten van omliggende agrarische bedrijven niet belemmerd. De Wet plattelandswoning regelt dat de milieunormen die van toepassing zijn op een bedrijfswoning bij een boerderij ook (blijven) gelden wanneer deze agrarische woning wordt afgesplitst van de boerderij. Voor nabijgelegen bedrijven vindt dus geen aanscherping van de milieueisen plaats zoals normaal gesproken bij burgerwoningen. Voor door burgers bewoonde plattelandswoningen gelden dus dezelfde eisen voor luchtkwaliteit 2 en geluid als voor 2 Recente jurisprudentie zegt dat een beoordeling van de luchtkwaliteit op grond van de Wm (nog steeds) vereist is. Dit heeft tot gevolg dat een plattelandswoning toch gevolgen kan hebben voor wat betreft luchtkwaliteit voor de ontwikkelingsmogelijkheden van het eigen bedrijf. Dit laten we bij het vaststellen van de beleidsregels buiten beschouwing, omdat de beleidsregels gelden voor vergunde of bestemde plattelandswoningen.

bedrijfswoningen. De bewoners van een plattelandswoning worden dus niet beschermd tegen de milieugevolgen van het bijbehorend boerenbedrijf. Het is voor iedereen kenbaar dat sprake is van een plattelandswoning. Als mensen kiezen om hier te gaan wonen, is dat een eigen keuze. Artikel 5 Verzoeken voor rij-, halfvrijstaande of geschakelde woningen Hoewel een eengezinswoning in rijen, geschakeld of halfvrijstaand meestal een eigen ingang heeft en ook overige voorzieningen niet gedeeld zijn, is er wel degelijk sprake van uitstraling naar de directe buren. Dit kan betrekking hebben op de huisvestingssituatie zelf. Een dergelijke eengezinswoning is niet gemaakt om een groep niet-verwante personen te huisvesten. De gemeente wil geen ongewenste huisvestingssituaties laten ontstaan. Vanwege de uitstraling naar de directe buren worden rij-, halfvrijstaande en geschakelde woningen uitgesloten van de mogelijkheden voor planologische medewerking aan verzoeken als bedoeld in artikel 2. In de standaardregels voor bestemmingsplannen is ook geen binnenplanse afwijkingsmogelijkheid meer opgenomen bij rij-, halfvrijstaande of geschakelde woningen. De beleidsregels sluiten dan ook aan bij deze bestaande regeling. In een aantal bestaande bestemmingsplannen is nog wel een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid opgenomen. Deze wordt dus niet toegepast (dit gebeurde voorheen ook al niet vanwege de toenmalige beperkende regels uit de Huisvestingsverordening en de bijbehorende uitwerkingsregels). Artikel 6 Verzoeken voor vrijstaande woningen Toelichting artikel 6 sub a Voor vrijstaande woningen kan per geval een afweging plaatsvinden. Gaat het bijvoorbeeld om een ruim opgezette buurt of niet? Hierbij wordt verondersteld dat directe overlast vanuit een vrijstaande woning beperkter is doordat er geen fysieke raakvlakken zijn met de naastgelegen woningen en het perceel veelal meer ruimte biedt. Het maximum aantal personen dat in een vrijstaande woning kan worden gehuisvest is daarom bepaald op 8. Het aantal personen dat per situatie wordt toegestaan hangt af van de omvang van de vrijstaande woning en de situatie ter plaatse. Per situatie dient dus maatwerk geleverd te worden als het gaat om het aantal personen. Het aantal personen dat wordt toegestaan, moet ook eenvoudig gehandhaafd kunnen worden. Daarom hebben we in de beleidsregels opgenomen dat maximaal één slaapplaats per persoon aanwezig mag zijn.