NEDERLAND VOETBALLAND

Vergelijkbare documenten
Anders georganiseerd sporten: verder kijken dan de sportvereniging

Factsheet Sportparticipatie in Utrecht

Koninklijke Nederlandse Voetbalbond District West I. Gemeente Bergen: Toekomstige Behoeftebepaling Zeevogels & Egmondia

Sportaccommodatiegebruik in de toekomst: implicaties van trends en ontwikkelingen

Jeugd in Schildersbuurt-West. De buurt Schildersbuurt-West ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners (1 januari 2015).

26 // VLAAMS TIJDSCHRIFT VOOR SPORTBEHEER / 2013 / N 234. Sportaccommodaties in Nederland in beeld. Joke Van der maelen

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Waar sporten we in 2030? 10 maart 2016 Dag van de Sportaccommodaties

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Het grote NGF en NVG spelersonderzoek: kansen voor de golfsport

Jeugd in Schildersbuurt. De wijk Schildersbuurt ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft inwoners (1 januari 2015).

Enquête Jeugdbeleid vv SDS

Sportvoorzieningen en sportdeelname in stad en land

Praktische opdracht Wiskunde C Bevolkingsgroei

cvv FIT Boys Voetbaltechnisch Beleidsplan

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Vervoer in het dagelijks leven

Harold van der Werff Remco Hoekman

Bereikbaarheid van voorzieningen wat is een acceptabele afstand?

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Eerste resultaten van de Monitor-enquête over de mobiliteit van de Belgen

Schaatsrapport Mulier

Jeugdzaalvoetbal. Meer voetbal per m2

Sportdeelname en accommodatiegebruik in Noord-Brabant Sven Bakker Harold van der Werff Remco Hoekman

Overzichtsrapport SER Gelderland

Factsheet. Bewegen en sporten. Gelderland-Zuid. Onderzoek onder volwassenen en ouderen

SCHEIDSRECHTERSOPLEIDING III ZAALVOETBAL AANKONDIGING SEIZOEN 2019/ 20

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan

5 VERDELING VAN GEZINNEN VOLGENS

Samenvatting WijkWijzer 2017

Jeugd Opleidingsplan SV Lycurgus

(Jeugd-) Beleidsplan Voetbalvereniging Neerlandia 31

Veilig opgroeien in Leeuwarden Factsheet Haulerwijk. bijlage

Haalbaarheidsonderzoek

SCHEIDSRECHTERSOPLEIDING VELDVOETBAL III AANKONDIGING SEIZOEN 2018/ 19

Algemene informatie. (Oud-mulo en world master team)

In dit websheet wordt dieper ingegaan op ontwikkeling van de ruim sportverenigingen die Nederland telt.

Voetbaltarieven in Arnhem en omstreken

Werkloosheid 50-plussers

Demografische gegevens ouderen

KNVB Sportiviteit & Respect Hoe staat het ervoor in 2013?

Fit en Gezond in Overijssel 2016

Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Voorwoord. Beste voetbalvrienden,

Onderzoek naar de nieuwe vrijwilliger in de sport in Ommen en Hardenberg. Rapportage 31 mei 2017

Toekomst SVMM Voetbal Jeugd en Senioren (Vanaf seizoen 2009/2010 t/m 2010/2011) Definitief. 20 april 2009 (versie 1.0)

Bijlage. Behoeftepeilingen Haven- en Transportdagen Maasbracht en Nijmegen

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Samenwerking Jeugdafdelingen Urmondia en IVS. Mei 2013

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrouwenvoetbal is de snelst groeiende sport Over ontwikkelingen in deelname van meisjes- en vrouwenvoetbal

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

SPORTCLUB GENEMUIDEN

Voetbalvereniging Zuidland

HET RUIMTEBESLAG VAN DE SPORT

Namens de sponsorcommissie bieden wij u hierbij een overzicht aan van de sponsormogelijkheden bij onze voetbalvereniging STEENBERGEN.

Ledenraadpleging VV Zelhem & Z.S.V. Zelos

Technisch Beleidsplan ST Beilen/Fit Boys

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Sportdeelname en accommodatiegebruik in Limburg. Update Harold van der Werff Remco Hoekman

9 Sport, ruimte en tijd

Stadsmonitor. -thema Sport-

Imago-onderzoek 2014 Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeente Apeldoorn

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens

Regionale VTV Bevolking. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Maastricht

Financiële opvoeding. September 2007

Meisjes- en vrouwenvoetbal SDV Barneveld. Beleidsplan

En weer door!!!! Lopende projecten.. Beste Fce'ers, Vrijwilligers

SPORTPARTICIPATIE (2014)

01 CRUYFF COURTS. Cruyff Courts Geef kinderen hun speelruimte terug

Voor alle spelers, ouders/ verzorgers, leiders, trainers, kaderleden en alle vrijwilligers

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Technisch Beleidsplan ST Beilen/Fit Boys 2018

Algemene informatie. (Oud-mulo en world master team)

Age Stinissen September 2017

Samen Sterker? Spiegelbijeenkomst voetbalvereniging Zelhem. Datum: 1 mei 2017 Versie: 1.0 Status: Definitief

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Ambitieplan vv Winsum Commissie Voetbalzaken (CVZ)

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik

Harold van der Werff Sven Bakker Remco Hoekman

SPORTPARTICIPATIE (2013)

Toelichting Bovengenoemde voorstellen worden per club nader toegelicht. Tevens wordt een prioriteitstelling aangegeven.

Informatieboekje HVV Hengelo

Hoe gaan gemeenten en sportverenigingen de crisis te lijf?

Hoofdstuk 3. Jeugd. 3.1 Inleiding

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

SAMENWERKEN, NUT & NOODZAAK!

Jeugd bij Oranje Nassau.

Nieuwsbrief Meisjes- en vrouwenvoetbal

INDELEN COMPETITIES VAN HANDMATIG NAAR AUTOMATISCH

Bereikbaarheid van winkelvoorzieningen voor senioren op het platteland onder druk

Vitaliteit Index organisatiekracht en maatschappelijke oriëntatie sportverenigingen

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Sport biedt veel mensen ontspanning en draagt ook bij aan de gezondheid van mensen en aan de sociale contacten.

Dordt sport! Inhoud 2014 DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN OP EEN RIJ. 1 Sporten

Stadsmonitor. -thema Sport-

Informatie / ouderavond R.K.S.V. Groesbeekse Boys

Transcriptie:

22 Voetbalaccommodaties sportaccom» september 2016» nummer 3 NEDERLAND VOETBALLAND Zeer hoge dichtheid voetbalaccommodaties ook in krimpgebieden Door Remco Hoekman en Hugo van der Poel (Mulier Instituut) De gemiddelde Nederlander vindt de dichtstbijzijnde voetbalaccommodatie in de buurt, om precies te zijn op 1.575 meter van zijn of haar woonplaats 1. Maar die gemiddelde Nederlander legt bijna een kilometer meer af naar het thuishonk van de vereniging waar hij of zij lid van is. Waarom is dat? Zijn er daarbij verschillen te zien tussen categorieën voetballers? Doet leeftijd ertoe? Of hoe hoog men speelt? Of dat men in de stad woont, of in een krimpgebied? We gaan bovenstaande vragen te lijf met bevolkingscijfers van het CBS, cijfers over voetbaldeelname uit het bevolkingsonderzoek OBiN en gegevens over voetbalaccommodaties en voetbalvelden uit het Databestand SportAanbod (DSA). Verder maken we dankbaar gebruik van lidgegevens van de KNVB. We schetsen allereerst een meer algemeen beeld van wie voetbalt en waar en waarop hij of zij dat doet. Daarna spitsen we de aandacht toe op de afstanden die mensen afleggen naar de voetbalaccommodaties, de verschillen die zich daarbij voordoen en de verklaringen die daarvoor te geven zijn. Tot slot komen we met conclusies en aandachtspunten voor onderzoek en beleid. Aantal reguliere voetbalaccommodaties daalt Het aantal voetballende leden van de KNVB 2 is gegroeid tot een ledenaantal van 1.223.168 in 2014/2015 (figuur 1). Mede door de opkomst van het meisjes- en vrouwenvoetbal en de aangepaste spelvormen voor oudere leeftijdsgroepen (bijvoorbeeld 35+ voetbal) weet de KNVB indrukwekkende ledencijfers te noteren. Figuur 1. Ledental KNVB per seizoen, periode 2010-2015. Bron: KNVB 2015. Het grote aantal jeugdleden wordt ook zichtbaar in het landelijk onderzoek Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN) (tabel 1). Meer dan een kwart van de jeugd voetbalt minimaal twaalf keer per jaar.

23 Tabel 1. Deelname aan voetbal (minimaal 12 keer per jaar) naar geslacht, leeftijd en huishoudinkomen, bevolking 6-79 jaar (in procenten). Figuur 2. Context van voetbalbeoefening, voetballers (minimaal 12 keer per jaar). 2011 2012 2013 2014 Totaal 7 7 7 8 Geslacht Man 12 13 12 13 Vrouw 2 2 2 2 Leeftijd Jeugd 24 28 27 29 Volwassenen 5 5 6 6 Ouderen 1 1 1 1 Huishoudeninkomen Beneden modaal 4 4 4 4 Modaal 8 8 8 8 Boven modaal 8 9 9 10 Bron: OBiN 2012-2014. Ondanks de opkomst van het vrouwenvoetbal is voetbal nog altijd vele malen populairder onder jongens en mannen dan onder meisjes en vrouwen (respectievelijk 12% en 2% in 2014). In huishoudens met een modaal of bovenmodaal bruto huishoudeninkomen wordt verhoudingsgewijs meer gevoetbald dan in huishoudens met een inkomen beneden modaal. 85% Van de voetballers speelt (ook) bij een voetbalvereniging. Daarnaast vindt een deel van de voetbalbeoefening plaats samen met het gezin, familie, vrienden en buren (41%). Bron: OBiN 2012-2014. Het aantal voetballers neemt toe, maar het aantal veldvoetbalverenigingen in Nederland neemt af, van 2.654 in 2010/2011 naar 2.586 in 2014/2015. Logisch gevolg van beide ontwikkelingen is dat de gemiddelde grootte van de voetbalvereniging toeneemt en gestegen is tot 473 leden in 2014/2015. Een op de vijf voetbalvelden is een kunstgrasveld De locatie waar gevoetbald wordt is overwegend de reguliere voetbalaccommodatie. Daarnaast maken voetballers gebruik van speelveldjes (21%) en in mindere mate ook van schoolpleinen (15%) en de eigen tuin (15%). Vaak wordt gebruik gemaakt van deze voorzieningen in aanvulling op het gebruik van de voetbalaccommodatie (tabel 2). Tabel 2. Accommodatiegebruik van voetballers (6-79 jaar), naar leeftijdsgroepen in procenten. Totaal 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar 25-34 jaar 35-49 jaar 50 plusser Sportpark/sportveld 85 92 85 83 84 73 84 Ander soort speelveldje 21 25 30 18 14 11 7 Op een schoolplein 15 30 20 7 5 3 - Eigen tuin 15 30 15 9 4 6 4 Openbare weg 10 20 15-2 4 2 Park 9 12 6 11 8 7 1 Cruijff Court / Krajicek Playground / Zone parc 6 5 8 6 11 1 - Strand/duinen 6 7 8 4 3 6 1 Andere buitenruimte 4 5 5 3 1 4 8 Bron: OBiN 2012-2014.

24 Voetbalaccommodaties sportaccom» september 2016» nummer 3 MEER DAN EEN KWART VAN DE JEUGD VOETBALT MINIMAAL TWAALF KEER PER JAAR De voetbalverenigingen maken gebruik van een van de 2.315 reguliere voetbalaccommodaties die Nederland rijk is. Een voetbalaccommodatie is een adres waar een of meer voetbalvelden te vinden zijn en een of meer voetbalverenigingen hun thuiswedstrijden spelen. Op het merendeel van de voetbalaccommodaties is overigens maar één voetbalvereniging actief. Op maximaal 10% van de accommodaties zijn twee of meer verenigingen actief. Het is daarom te verwachten dat het aantal voetbalaccommodaties terugloopt als het aantal voetbalverenigingen terugloopt. Een aanwijzing daarvoor is dat de KNVB in 2010 2.379 voetbalaccommodaties telde (zie Romijn & Hoekman, 2013), 63 meer dan in 2015 in het DSA stonden geregistreerd. In Nederland is per 7.300 inwoners een reguliere voetbalaccommodatie en per 2.300 inwoners een voetbalveld beschikbaar. Voor KNVB-leden zijn deze aantallen, eveneens afgerond, een accommodatie voor 530 leden en een veld per 170 leden (tabel 3). Tabel 3. Aantal inwoners en KNVB-leden per accommodatie en per veld in Nederland (in aantallen). Inwoners (2015) KNVB-leden (2014/2015) Totaal 16.900.726 1.223.168 per accommodatie 7.297 528 per veld 2.330 169 Bron: CBS, DSA, KNVB. Tabel 4. Aanwezigheid voetbalvelden in Nederland, naar doeleinde en type (in aantal en in procenten). Landelijk Percentage Aantal velden 7.253 100% Type velden Natuurgras 5.859 81% Kunstgras 1.394 19% Bron: DSA 2015. Grootste afstand in stedelijke gebieden Diverse onderzoeken laten zien dat de leden van voetbalverenigingen niet altijd lid zijn van de dichtstbijzijnde vereniging (Diepenveen & Starrenburg, 2010; Hermie, 2013; Romijn, Wezenberg-Hoenderkamp & Hoekman, 2014; Van der Steenhoven, 2000). Op basis van landelijke data van de KNVB hebben we inzicht in de afstanden die de leden van de KNVB overbruggen naar de vereniging waar ze lid zijn en hoe dit verschilt naar leeftijd, speelniveau van de vereniging en regio. De KNVB-leden wonen hemelsbreed gemiddeld genomen 2.400 meter van hun vereniging. Op basis van data uit het DSA weten we dat de gemiddelde afstand over de weg voor de inwoners van Nederland naar de dichtstbijzijnde voetbalaccommodatie 1.575 meter is. Omdat de afstand over de weg meestal langer is dan de afstand hemelsbreed kunnen we veilig aannemen dat de afstand die de voetballers overbruggen naar de voetbalaccommodatie waar hun eigen vereniging speelt minstens een kilometer groter is dan wat op basis van de aanwezigheid van voetbalaccommodaties nodig lijkt te zijn. Ook wij vinden dus dat een deel van de voetballers niet actief is bij de dichtstbijzijnde voetbalvereniging. De gemiddelde afstand die wordt overbrugd verschilt afhankelijk van de leeftijdscategorie (figuur 3). De gemiddelde afstand neemt toe naarmate voetballers ouder worden. Opvallend genoeg is de afstand die de leden overbruggen in de zeer sterk stedelijke gebieden het grootst, waar verwacht werd dat juist in plattelandsgebieden, en in het bijzonder in krimpregio s, de afstand die leden overbruggen het grootst zou zijn (figuur 4). Een belangrijke verandering die zich op de voetbalaccommodaties heeft voorgedaan is de opkomst van kunstgrasvelden. De eerste kunstgrasvelden werden aangelegd rond 2000. Er waren 500 kunstgrasvelden in 2007 (Hoekman & van den Heuvel, 2007) en bijna 1.200 kunstgrasvelden in 2010 (Romijn & Hoekman, 2013). In 2015 zijn in het DSA 1.394 kunstgrasvelden geregistreerd (tabel 4). Hiermee is nu een op de vijf voetbalvelden een kunstgrasveld. De KNVB heeft Nederland opgedeeld in 6 districten: Noord, Oost, West I, West II, Zuid I en Zuid II. De afstand die de voetballers overbruggen naar de voetbalaccommodatie blijkt op het niveau van de KNVB-districten uit te middelen en onderling weinig te verschillen (figuur 5). Alleen voor district Zuid II valt op dat de afstand afwijkt van de andere districten. Waar andere districten variërend een afstand noteren tussen de 2,3 en 2,7 kilometer, is

25 Figuur 3. Afstand tot vereniging voor spelende leden KNVB, naar leeftijdsgroep en geslacht (in kilometers). Figuur 5. Afstand tot vereniging voor spelende leden KNVB, naar district (in kilometers; links (blauw) naar vereniging waar men lid is, rechts (oranje) naar dichtstbijzijnde vereniging). Bron: KNVB Figuur 4. Afstand tot vereniging voor spelende leden KNVB, naar krimpregio en stedelijkheid (in kilometers). Bron: KNVB. Figuur 6. Afstand tot vereniging voor spelende leden KNVB, naar speelniveau 1e elftal (in kilometers). Bron: KNVB; bewerking Mulier Instituut. Bron: KNVB. de gemiddelde afstand in district Zuid II minder dan twee kilometer (1,8 km). Dit is mede te verklaren door het grote aantal sportaccommodaties per 10.000 inwoners in Zuid II, waardoor ook de afstand tot de dichtstbijzijnde voetbalaccommodatie voor de inwoners korter is dan in andere districten. In Zuid II is de gemiddelde afstand tot de dichtstbijzijnde voetbalaccommodatie 1,3 kilometer, waar dit in andere districten 1,6 kilometer is. Tot slot verwachten we dat de afstand tot de vereniging groter is, naar mate het speelniveau van het eerste elftal hoger is. Dit inderdaad blijkt op te gaan voor de verenigingen waar het eerste elftal actief is in de topklasse. Maar opvallend genoeg geldt dit overigens ook voor de verenigingen waarvan het eerste elftal actief is in de laagste klassen (7e klasse en 8e klasse) (figuur 6). Soort zoekt soort Nederland kent een zeer hoge dichtheid aan voetbalaccommodaties: gemiddeld zes per gemeente. Geen wonder dat de gemiddelde Nederlander in een straal van anderhalve kilometer over de weg een voetbalaccommodatie kan vinden en de bereikbaarheid van accommodaties niet hoog scoort als belemmering om te sporten. De hoge sportdeelname in Nederland kan deels worden verklaard uit het feit dat afstand als belemmering zo goed als opgeheven is. Sterker nog, de afstanden zijn zo beperkt, dat veel leden van voetbalverenigingen niet voetballen bij de vereniging die het dichtst in de buurt ligt, maar bij een vereniging die gemiddeld genomen een kilometer verder weg ligt.

26 Nederland voetballand sportaccom» september 2016» nummer 3 HET AANTAL VOET- BALLERS NEEMT TOE, MAAR HET AANTAL VELDVOETBALVERENI- GINGEN NEEMT AF De verschillen die in de gepresenteerde tabellen en figuren zijn waar te nemen zijn goed te verklaren uit het mechanisme soort zoekt soort. Spelen in de buurt wordt bevorderd door sociale homogeniteit. Neemt de dichtheid en diversiteit in de directe omgeving toe, dan zullen degenen die mobieler zijn op een wat hoger schaalniveau dan de eigen buurt op zoek gaan naar aanbod dat aansluit op hun voorkeur. Zo is op het platteland de bevolking homogener dan in de steden en bestaan minder categorale verschillen tussen de verenigingen. Natuurlijk is de vereniging uit het dorp verderop vanouds de aartsvijand, maar dat is omdat dat het de vereniging van het dorp verderop is, en niet omdat de bevolking daar anders is samengesteld of die vereniging een ander aanbod heeft. Juist omdat de verenigingen onderling vergelijkbaar zijn, is er geen reden om in een andere vereniging te spelen dan die van het eigen dorp. Waarbij nog eens komt dat het dorp op de vereniging komt, en de vereniging een cruciale plaats inneemt in het dorpsleven. Het tegengestelde geldt voor het meest verstedelijkte gebied. Hier bestaat een verzorgingsgebied voor categorale verenigingen: studentenverenigingen; Turkse en Marokkaanse verenigingen; verenigingen waar homo s zich thuis voelen; enz. Daarnaast zijn er verschillen tussen verenigingen naar aanpak en speelniveau: wel/geen jeugdafdeling; wel/niet goede begeleiding bij jeugdelftallen; wel/niet vrouwenafdeling; wel/niet prestatief op hoog niveau spelend. Hier is dus wat te kiezen, hetgeen verklaart waarom men in sterk stedelijk gebied wat verder reist dan naar de dichtstbijzijnde club. Voor de jeugd in stedelijk gebied geldt eveneens dat er iets te kiezen is. Maar hierbij speelt wel dat kinderen graag spelen waar de vriendjes spelen. Die vriendjes kennen ze vaak van de buurt en/of de school in de buurt 3. Dit vergroot de kans dat de uitverkoren vereniging er toch een is die niet al te ver weg ligt. Ook omdat de ouders er een belang bij hebben uit oogpunt van veiligheid en beperken van de tijd voor halen en brengen dat de kinderen naar een vereniging in de buurt gaan. Diezelfde sociale component levert als senior overigens een tweede reden om verder te reizen dan naar de dichtstbijzijnde vereniging: men verhuist, maar blijft spelen bij de club waar men ooit is begonnen te spelen. Of preciezer: bij het team waarmee men op seniorniveau is begonnen te spelen. Dit verklaart ook waarom in de LEDEN VAN VOETBAL- VERENIGINGEN ZIJN NIET ALTIJD LID VAN DE DICHTSTBIJZIJNDE VERENIGING lagere klasse teams verhoudingsgewijs meer wordt gereisd (figuur 6). We hebben hier te maken met veel vriendenteams, die hooguit een keer per week trainen en waarvan de leden het vooral belangrijk vinden eens per week hun oude maten op een meter bier te kunnen trakteren. Aandachtspunten Tot slot distilleren we uit voorgaande twee aandachtspunten. Ten eerste is de grootste sociale diversiteit te verwachten bij stedelijke

27 Voetbalaccommodatie Juliana Sportpark, s Gravenzande. Thuishaven van FC s-gravenzande. Ontwerp en illustratie: WnS Architecten voetbalverenigingen met een flinke jeugdafdeling, en dan vooral bij de pupillen. Met de uitsortering naar verschillende middelbare scholen start een soortgelijk proces in het voetbal. Op volwassen leeftijd voetbalt men waar, en zolang, men een sociale klik heeft met teamgenoten. Voor zover voetbal kan bijdragen aan het leren omgaan met diversiteit ligt de uitdaging vooral bij de pupillenteams van stedelijke verenigingen. De vraag is of er niet meer kan of moet worden geïnvesteerd in de kwaliteit van trainers en begeleiders, zodat zij met meer pedagogische tact kinderen met verschillende achtergronden en (sociale en motorische) vaardigheden kunnen opvangen en begeleiden in de omgang met elkaar. Ten tweede geven de cijfers aan dat afstanden niet het probleem zijn in krimpgebieden. Als door verdere krimp en vergrijzing de verzorgingsgebieden voor bestaande voetbalverenigingen en voetbalaccommodaties te klein worden, ligt herschikking van de accommodaties en fusie of opheffing van verenigingen voor de hand. Zo kan men de bezettingsgraad op peil houden en de kosten beheersbaar. Op dit moment is de dichtheid aan voorzieningen in de krimpregio s zo hoog, dat een iets minder grote dichtheid niet hoeft te leiden tot onoverbrugbare afstanden. Althans fysiek en hemelsbreed. Herschikking lijkt daarmee vooral een sociale opgave en te vragen om procesbegeleiding. Wie weet heeft de aartsvijand in het dorp verderop dezelfde problemen als de eigen vereniging, en kan er een nieuwe aartsvijand worden gevonden, niet in het dorp, maar in de gemeente verderop? 1. Dit artikel is en verkorte en bewerkte versie van hoofdstuk 6 Voetbalaccommodaties in Nederland uit het brancherapport Sportaccommodaties in Nederland. 2. Naast voetballende leden, kent de KNVB ook officials, zoals scheidsrechters, die lid zijn van de KNVB. In dit artikel zijn alleen de voetballende leden meegeteld en de officials buiten beschouwing gelaten. 3. Overigens zien we ook bij de schoolkeuze het soort-zoekt-soort effect optreden en vooral kinderen uit de hogere sociale klassen niet altijd naar de dichtstbijzijnde school gaan. Zie oa. Karsten en Felder (2016).