Leven onder de grond Wie woont onder de grond? Ben jij al onder de grond geweest? In een kelder, een tunnel, een grot? Waarom zouden sommige dieren onder de grond wonen? Noem zoveel mogelijk dieren die je onder de grond tegenkomt. Er is geen plaats op aarde of er zijn levende wezens die zich erin gespecialiseerd hebben. Onder de grond kun je jezelf verstoppen en ben je veilig voor vijanden die daar niet kunnen komen. Het is dus een goede plaats om jongen te krijgen. Onder de grond is voedsel dat de bovengronders niet vinden. Een goed gegraven nest is heel sterk. Onder de grond is het altijd even warm en je hebt er geen last van het weer. Waar woont de vos? c onder de grond c in de struiken c in een hol in de muur van de bank - 30 - - 31 -
Wat groeit er aan de boom? Aan welke boom groeien appels? En eikels? Groeit aan alle bomen fruit? Neem de schijven en plaats ze in de juiste boom. Je hebt de keuze uit: Appel Peer Kastanje Eikel Denappel Hoe snel kun je alle vruchten aan de juiste boom hangen? Veel bomen dragen vruchten. Bijvoorbeeld eikels, of denappels, of noten. Als die vruchten zoet en mals en sappig en eetbaar zijn, noemen we ze fruit. Alle bomen dragen bloemen, maar alleen de vrouwelijke bomen dragen ook vruchten. Mannelijke bloemen produceren stuifmeel. Als dat een vrouwelijke bloem bereikt vaak met de hulp van bijtjes dan groeit die bloem uit tot een vrucht. Sommige bomen dragen vrouwelijke én mannelijke bloemen, maar er zijn ook bomen die helemaal mannelijk of helemaal vrouwelijk zijn. - 32 - - 33 -
Kijk als een vlieg Kijk door de ogen van een vlieg. Ken je dieren met zulke ogen? Moet een vlieg haar kop draaien om opzij te kunnen kijken? Hoeveel insecten kun je opnoemen? Zulke ogen heten facet-ogen. In feite zijn het verzamelingen van allemaal kleine oogjes, elk met zijn eigen lens en oogzenuw. De hersenen van een insect plakken al die afzonderlijke beeldjes aan elkaar tot één groot beeld. (Onze hersenen doen hetzelfde: onze twee ogen leveren ook slechts één beeld op.) Insecten hebben tientallen tot tienduizenden facetten. Insecten die op het gezicht jagen, zoals libellen, hebben er het meest. Wie heeft er nog facetogen? c kolibrie c bij c inktvis - 34 - - 35 -
Wie eet wat? Verbind het juiste voedsel met het juiste dier. Ken jij een dier dat muizen eet? Eet jij ook muizen? Noem zoveel mogelijk dieren die klaver en gras eten. Sommige dieren eten alleen maar planten, andere alleen maar vlees, en enkele eten allebei: kippen eten graantjes én wormpjes, varkens eten zo ongeveer alles wat mensen eten. Alle levende wezens samen vormen een voedselweb: de afval van de ene is het voedsel van de andere. Mest is dierenafval en plantenvoedsel, zuurstof is plantenafval maar levensnoodzakelijk voor dieren. Alles in je lichaam heeft al een keer in een ander organisme gezeten. Het spreekwoord zegt: de grote vissen eten de kleine. Dat klopt meestal, maar klein eet ook wel eens groot. Ook de grootste dieren en de grootste bomen worden na hun dood opgegeten door wormpjes, kevertjes, schimmels en bacteriën. c Wat eet de uil die hier woont? muizen c appels - 36 - - 37 -
Doe de wolken drijven Wat volgt er op bliksem? Heb jij het al zien bliksemen? Komen er uit alle wolken bliksems? Uit welke dan? Durf je aan het raam komen kijken als het bliksemt? Bliksems ontstaan enkel in zwarte onweerswolken. Bliksems zijn elektrische vonken die ontstaan door wrijving. Zoals het geknetter als jij je trui uittrekt, maar dan in het groot. Bliksems kunnen flitsen binnen in de wolken, tussen de wolken en ook tussen wolken en grond. De donder is het geluid van de lucht, die in een fractie van een seconde tot 30 000 graden verhit wordt en uiteenspat. - 38 - - 39 -
Dierenlaarzen Van welk dier zijn deze poten, denk je? Maak jij zelf ook pootafdrukken? Hoe ver kun je met deze laarzen stappen zonder vallen? Dieren hebben verschillende soorten van poten. Vogelpoten bestaan uit alleen maar lange tenen; bij zwemvogels zitten er bovendien zwemvliezen tussen die tenen. Andere dieren hebben poten met een hoef: kijk maar naar een paard. Nog andere hebben twee hoeven onder elke poot; bijvoorbeeld koeien en schapen. Weer andere hebben een voet met tenen, bijvoorbeeld een kat. Bij het spoor van een hond zie je rond die voet met tenen ook nog eens de afdruk van zijn nagels (bij een kat niet, die kan haar nagels intrekken). Ervaren natuurvrienden kunnen aan de pootafdrukken zien welk dier er gepasseerd is, en of het rustig stapte of integendeel holde. Stap in de poten en wandel ermee. Zet ze nadien netjes terug voor de volgende.? - 40 - - 41 -