B-Bot.nl Dierendag spel

Transcriptie

1 B-Bot.nl Dierendag spel Maak het B-Bot.nl Dierendag spel: Knip de kaarten met die dieren uit en plaats deze onder een Transparante mat of in de Transparante Pocket mat. Knip de omschrijvingskaarten ook uit. Spelregels Lees omschrijving 1 van het dier voor en laat de leerlingen de Bee-Bot naar het juiste dier programmeren. 2 is een wat moeilijkere omschrijving van het dier. Gebruik deze om het wat uitdagender te maken. Wanneer ze het goede dier hebben gevonden kan je het weetje voorlezen over het gevonden dier. Wat weten de kinderen nog meer over dit dier? Vraag bijvoorbeeld of ze zelf iets kunnen vertellen over het gevonden dier. Tips om het moeilijker te maken De Bee-Bot mag alleen linksaf en vooruit De Bee-Bot mag niet naar rechts De Bee-Bot mag niet over een bepaald dier heen

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14 Spel kaarten voor Het B-Bot.nl Dierendagspel Eekhoorn 1. Dit dier heeft grote puntige oren en een pluizige staart en vind je in het bos. 2. Dit dier klimt graag in bomen en eet noten. : Eekhoorntjes kunnen niet boeren of overgeven Kat 1. Dit dier kan heel goed spinnen en ligt graag bij je op schoot. 2. Dit dier behoort tot de katachtigen en vind je veel in huis. Katten slapen bijna 18 uur per dag! En ze kunnen net als mensen ook dromen. Hond 1. Dit dier gaat graag met je wandelen en kwispelt als het blij is. 2. Dit dier kan een hele drukke baan hebben. Een hond kan keer beter ruiken dan een mens Konijn 1. Dit dier heeft grote hangoren en een kleine wiebelstaart. 2. Dit dier heeft grote langwerpige achterpoten. Een konijn kan wel 2.5 meter ver springen. Koe 1. Dit dier heeft vaak vlekken, en een hele grote tong. 2. Dit dier zorgt ervoor dat je sterke botten krijgt. Koeien kunnen traplopen, helaas kunnen ze alleen maar naar boven lopen naar beneden lopen kunnen ze niet.

15 Cavia 1. Dit kleine diertje kan heel hard rennen maar ook heel hard piepen. 2. Dit dier heeft familie in Zuid-Afrika die wel 80 kg kan wegen. Cavia s kunnen 175 keer per dag poepen. Spin 1. Dit dier heeft heel veel poten maar ook meer dan 2 ogen. 2. Veel mensen zijn bang voor dit dier omdat het hard kan rennen en er eng uitziet. Spinnen hebben in tegenstelling tot mensen blauw bloed, dit komt omdat ze ande re stofjes in hun bloed hebben dan mensen. Paard 1. Dit dier heeft geen poten maar benen. 2. Dit dier is gek op gras en wordt vaak gebruikt om mee te sporten. Het snelste paard ter wereld kan meer dan 70 km per uur rennen. Zebra 1. Dit dier is zwart met wit of is het wit met zwart? 2. Dit dier lijkt veel op een boef met gevangeniskleren aan. Elke zebra heeft zijn eigen strepen, je kan het vergelijken met de vingerafdruk van een mens. Ringstaartmaki 1. Dit dier heeft een hele lange staart en kan heel goed klimmen. 2. Dit dier heeft ringen om zijn staart. Ringstaartmaki s worden geboren met blauwe ogen, als ze ouder zijn worden hun ogen steeds geler.

16 Papegaai 1. Dit dier heeft een grote snavel en heeft heel veel kleuren. 2. Dit dier is een echte naprater. Papegaaien kunnen wel 100 jaar oud worden. De gemiddelde leeftijd is 50 jaar. Schildpad 1. Dit dier is heel erg traag en kan heel oud worden. 2. Dit dier heeft een harde schild. Sommige schildpadden zijn zo klein als je hand, andere schildpadden kunnen wel 3 meter lang worden en 1000 kilo wegen. Mus 1. Dit dier is heel klein en kan heel mooi fluiten. 2. Dit dier vind je in bijna elke tuin en zingt graag. De vleugels van een mus gaan 13 keer per seconde heen en weer. Kikker 1. Dit dier kan heel ver springen en kan ook heel hard kwaken. 2. Sommige mensen zeggen dat wanneer je dit dier kust hij verandert in een prins. Een kikker hoeft niet te drinken, hij neemt water op door zijn huid. Schaap 1. Dit dier heeft een hele zachte vacht en zie je vaak op de boerderij. 2. Misschien is jouw trui wel gemaakt van zijn vacht. Een schaap heeft net als een koe vier magen: de pens, netmaag, boekmaag en de lebmaag

17 Dolfijn 1. Dit dier leeft in de zee en kan heel hoog springen. 2. Mensen gaan graag zwemmen met deze dieren. Dolfijnen kunnen slapen en zwemmen tegelijk. Knap hé? Slapen zonder te verdrinken! Muis 1. Dit dier is heel klein, heeft grote ogen en een lange staart. 2. Dit dier wordt gezien als ongedierte maar ook als huisdier. Muizen kunnen zichzelf door hele kleine gaatjes wurmen, ze hebben al genoeg aan een opening van 5mm. IJsbeer 1. Dit dier is wit en is gek op ijs. 2. De huid van dit dier is zwart maar zijn vacht niet. De tong van een ijsbeer is blauw. Kameleon 1. Dit dier kan bijna alle kleuren van de regenboog worden. 2. Dit dier jaagt met zijn tong en is een reptiel. Kameleons hebben een hele lange tong, deze tong kan wel tot 2 keer hun eigen lichaamslengte lang worden. Giraf 1. Dit dier heeft de langste nek van het dierenrijk. 2. Dit dier heeft lange poten en je kunt ze vinden in Afrika. De giraf slaapt bij elkaar ongeveer 2 uur per dag, vaak maar enkele minuten per keer.

18 Leeuw 1. Dit dier heeft een wilde bos met haar en brult graag. 2. Van dit dier is een film gemaakt. Leeuwen kunnen een snelheid halen van 80 km per uur en kunnen sprongen maken van 11 meter ver. Lieveheersbeestje 1. Dit dier heeft allemaal stippen op het lijfje. 2. Dit dier kan vliegen maar kan geen geluid maken. Een lieveheersbeestje is gek op bladluizen, ze eten er wel 100 van op één dag. Varken 1. Dit dier heeft een klein krulstaartje en een grote neus 2. Dit dier graaft graag met zijn neus in de modder. s Varkens kunnen heel goed zwemmen, er is zelfs een eiland in de Bahama s waar allemaal varkens lekker in de zee zwemmen. Kip 1. Dit dier legt eieren en heeft heel veel veren. 2. Dit dier gaat in de avond op stok. Kippen eten naast insecten en granen ook gras. Dit eten ze alsof het spaghetti is, ze slurpen het zo naar binnen toe.