Levensloopbestendig (ver)bouwen

Vergelijkbare documenten
LEVENSLOOPGESCHIKT BOUWEN: PRAKTISCHE OVERWEGINGEN

Schouwen-Duiveland Levensloopbestendig? Eric Schellekens 26 mei

Bijlage 1: Beleidslijn WoonKeur

aedes-magazine 24/2009

Seniorenappartementen in De Woerd De Meern

Verslag Workshop WoonKeur 17 januari 2012

Informatie avond Driehoek; PWleane Meamerterdyk Molepaed dd

Meer woonkansen voor ouderen

het certificaat voor nieuwbouw woningen

Opplussen Nieuwe Stijl

Wonion legt lat steeds hoger

WoonKeur NB. Presentatie WoonKeur. Wijs bouwen voor ouderen. 16 december SKW Certificatie BV Drs. W.C.M. Englebert Directeur SKW Certificatie

Niet omdenken maar omdoen

Woon-zorgprojecten Visualiseren van wensen

PROGRAMMA VAN EISEN EIGEN WONING

Onderzoek woningzoekenden Texel. Samenvatting. Inleiding

Meer woonkansen voor ouderen

samen maken we de stad, toch?

Gewoon Thuis met Hodes. Zelfstandig en in uw eigen, vertrouwde omgeving ouder worden? Dat kan met de woonoplossingen van Hodes!

Aanbod woningen 2008/ ,25

Kaart 1: Wmo = meedoen Achtergrondinformatie voor patiënten

Meerwaarde van het flexibiliseren van bestaande sociale huurwoningen?

Seniorenwoningen in Alphen aan den Rijn

Vraag en aanbod Noord Veluwe Classificatie Staatssteun Betaalbaarheid

Notitie Blijverslening Inleiding

WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN

De richtlijnen vergeleken

Naam en voorletters. Is er eerder een medische urgentie gevraagd ja nee Zo ja, wanneer?

MEI het Nieuwe Zorgwonen

Levenslang wonen Aanpasbaar (ver)bouwen

Wensen en ideeën over Wonen met Welzijn en Zorg vanuit cliëntenperspectief in de regio Eemland: een Quick Scan

Strategisch plan Woontij Uitslag enquête

Gemeentelijk beleid wonen en zorg

Veel woningen van chronisch zieken nog niet toekomstbestendig

Bewonerspanel Woonvormen

THEMABIJEENKOMST WONEN. 29 juni 2015

BIJZONDERE WONINGEN ALGEMEEN

Naam en voorletters. Is er eerder een medische urgentie gevraagd ja nee Zo ja, wanneer?

Niet iedereen is gelijk Mensen zijn verschillend van maat; ze kunnen lang zijn of kort, dik of dun.

Programma van eisen voor uw eigen woning

geen keuze 30% huur woning 21%

Aan het College van Burgemeester en Wethouders Postbus GA Etten-Leur. Begrip Pluswoningen. Geacht College,

Quick scan geschiktheid van de woningvoorraad voor mensen met beperkingen

Inhoudsopgave. Waarom het Piramidemodel? Aanpak Voorbeeld Dronten Op de kaart zetten Tot slot

Woonvisie gemeente Drimmelen

1. probleemverkenning

Activiteitenoverzicht Midden-Groningen 2019

absoluut % van totaal % van 55+ < % - Huishoudens

Raadsstuk. Onderwerp Vaststellen verordening Blijverslening: Langer zelfstandig wonen:

Waarom dit onderzoek?

Managementcontract Beatrijs Kortman, adviseur strategie Portaal Utrecht

Kwantitatieve uitslag enquête Woonwensen 55-plus

* 44 mensen geven aan te willen verhuizen binnen 5 jaar en nog eens 27 tussen 5 en 10 jaar

Vergelijking van de sociale huurwoning voorraad met de particuliere huurwoning voorraad

BIJZONDERE WONINGEN ALGEMEEN

WONEN EN ZORG REGIO LEKSTROOM

COSBO WONEN WELZIJN & ZORG. Enquête door COSBO en betrokken organisaties in Soest SOESTERS WILLEN SAMEN OUDER WORDEN, MAAR.IN SOEST NATUURLIJK.

ENQUETE SPOORBUURT. 1. Woonsituatie. Werkgroep Spoorbuurt Laagbouw Werkgroep Spoorbuurt Beneden-bovenwoningen Opmerkingen Werkgroepen

Kernboodschappen Woningcorporaties Nederland dicht bij huis

*Z DA7* nummer : 71 onderwerp : Voorstel tot het vaststellen van de Verordening blijverslening gemeente Heemskerk 2018.

Geschikt wonen het aanpassen nú aanpakken

Geschiktheid woningvoorraad

WOONWENSENONDERZOEK PARKSTAD LIMBURG

Visie op wonen. Open Huis 16 mei Gesprek raad en stakeholders

29 mei 2019 Vogelbuurt Liendert CS Amersfoort, 29 mei Beste actiegroep,

Zicht op een toegankelijke woning

NOTA WOONKWALITEIT. Gemeente Woerden

1. Woonzorgzone / woonservicegebied. 2. Serviceflat. 3. Verzorgingshuis. 4. Verpleeghuis. 5. Zorghotel. (Nieuwe) woonvormen voor senioren

Onderzoek naar informatie behoefte woningaanbod voor senioren in de regio Arnhem Opdrachtgever Volkshuisvesting Arnhem de heer G.

5 Kwantitatief en kwalitatief regionaal woningbouwprogramma

KoersWijzer. Woningstichting Leusden

Inhoudsopgave. Handboek WoonKeur Achtergronden. 2. Beoordelingsrichtlijn en procedure WOONKEUR NIEUWBOUW WONINGEN

4 februari Woonvisie Woerden. in gesprek met Zegveld. LINT woon en welzijn, Angela van Velden

Fact sheet Wonen in Weesp 2017

Ouder worden in je eigen huurwoning

AANMELDFORMULIER PROJECT

venlo Raadsnotitie GEMEENTEBESTUUR Lokaal woonbeleid 5 H. Brauer

BELEIDSREGEL SOCIALE WONINGBOUW

Woonwensen van 55-plussers in Pijnacker-Nootdorp; een samenvatting

(VER)BOUWEN AAN PLEZIERIG WONEN

Beleidsregels indicatiestelling aangepaste woningen gemeente Zaanstad 2016

PRESTATIECONTRACT WONEN

Adviesrapport Bewoners adviesgroep Doorstroming Oktober 2015

Verslag belanghouders bijeenkomst SallandWonen

Interessebijeenkomst Nieuwbouw Prins Hendrikstraat /Jolinkstraat. 7 maart 2017

. etc wonen _levensloop.indd :18

Workshop NUL op de METER + Langer Thuis

verrassendehuisvesting Vanaf ,- Heilijgers WoningConcept Van casco tot full-service

Kennis- en experimentenprogramma Langer Thuis

Ouderen op de woningmarkt: feiten en cijfers

Vivare Gemeente Renkum

VOOR SLIMME CORPORATIES

SENIORENRAAD S-HERTOGENBOSCH. Blijvend Thuis in Eigen Huis 1 oktober 2013

Uithuizen, 16 november Aan de raad, KORTE INHOUD :

Elkien maakt haar woningen soarchklear

Mantelzorg woonoplossing

Planpresentatie Beschermd Wonen en Ontmoeten DGZ Molenstraat-Veldhuislocatie Apeldoorn 22 februari 2016, update d.d. 12 augustus i.s.m.

Bijeenkomst Bondenberaad, gemeente Goes & RWS

Transcriptie:

Levensloopbestendig (ver)bouwen

Levensloopbestendig (ver)bouwen Ter inleiding In de nota van de gemeente Hilvarenbeek getiteld Kiezen en Delen staat dat de gemeente wil stimuleren, en in nieuwe situaties zelfs wil afdwingen, dat nieuwe woningen zoveel mogelijk levensloopbestendig gebouwd worden. De nadere uitwerking van het begrip en de voorwaarden die de gemeente hiertoe gaan opleggen, gaat de gemeente uitwerken in nauw overleg met het Platform Beeks Wonen. De gemeente zal ook de Werkgroep Wonen van de Seniorenraad vragen hierover een advies te geven. Deze werkgroep beschikt, als initiatiefnemer van het project Langer thuis wonen, over veel kennis en informatie op het gebied van huisvesting. In deze notitie geeft de werkgroep ongevraagd antwoord op de adviesvraag. Omschrijving Er bestaan veel benamingen voor levensloopbestendige woningen: nultredenwoningen, MIVA (minder validen)-woningen, Fokuswoningen, bezoekbare woningen, rolstoelwoningen, woningen met Seniorenlabel, woningen met Oppluslabel, Dubbelplus woningen, WIBO (woningen in beschermde omgeving) woningen, Opwaarderen, zorgwoningen, kangoeroewoningen, levensloopgeschikte woningen (een taalkundig betere omschrijving van levensloopbestendige woning). In de nota Kiezen en Delen van de gemeente Hilvarenbeek wordt de volgende omschrijving gegeven voor levensloopbestendig(ver)bouwen: Pagina 1

Woningen die geschikt zijn of op relatief eenvoudige manier geschikt te maken zijn voor bewoning op hoge leeftijd, ook als er sprake is van fysieke handicaps of chronische ziekte. Hiermee wordt een onderscheid gemaakt in woningen die levensloopbestendig gebouwd zijn (nieuwbouw) en bestaande woningen die levensloopbestendig gemaakt worden (verbouw). Waarom levensloopbestendig (ver)bouwen? In het huisvestingsbeleid van de gemeente zal de gemeente willen streven naar voldoende passende woningen voor alle doelgroepen. Ook woningcorporaties hebben baat bij levensloopbestendig(ver)bouwen, immers deze woningen kennen een langere verhuurbaarheid en verhogen de flexibiliteit en waarde van het vastgoed. De toenemende vergrijzing van de bevolking is hierbij een belangrijke factor. De gemeente Hilvarenbeek kent veel inwoners in een hogere leeftijdscategorie: 42% is ouder dan 55 jaar (Woningbehoeftenonderzoek Hart van Brabant 2014). Het aantal huishoudens van een en twee personen van vooral senioren groeit tot ongeveer 2030. Vanaf 75 jaar is de groei ongeveer 94% (Primos 2013). Dit impliceert dat er ook een toenemende vraag voor zorg zal zijn. Landelijk gezien blijkt dat mensen naarmate ze ouder worden, ze langer in de zelfde woning blijven wonen. In de leeftijdscategorie van vijftig tot tachtig jaar wordt er zeer weinig verhuisd. Ook de gemiddelde verhuisafstand neemt af: men verhuist het liefst naar een woning in de eigen gemeente of in een naburige gemeente. Het merendeel van de senioren stelt een verhuizing uit totdat men niet meer zelfstandig wil of kan wonen. Vandaar dat over het algemeen de verhuismobiliteit na het 85 e jaar weer stijgt. Het onderzoek Zorgeloos Thuis uitgevoerd onder inwoners (55-plus) in Hilvarenbeek door Stichting Zet in 2014 geeft een ander beeld. Ruim 40% overweegt in de toekomst te verhuizen. Ouderen van 85 jaar en ouder willen echter zo lang mogelijk in de eigen woning blijven. Bij voorkeur verhuist men naar de kern Hilvarenbeek, gevolgd door de eigen kern, met een plaats buiten de gemeente als derde optie. Als ouderen zo lang mogelijk in de eigen woning willen blijven wonen is het tijdig aanpassen van de eigen woning en de beschikbaarheid van zorg, diensten en domotica extra belangrijk. De belangrijkste verhuisreden voor 50-plussers is dat men kleiner wil wonen. Pagina 2

Andere belangrijke redenen zijn dat de huidige woning niet meer aan de wensen voldoet of dat men wil verhuizen vanuit voorzorg: men verwacht in de toekomst meer zorg nodig te hebben. Een kleine meerderheid heeft de voorkeur voor een huurwoning en ruim een derde kiest het liefst voor een koopwoning. Uit het onderzoek Zorgeloos Thuis blijkt dat tweederde van de respondenten wil verhuizen naar een huurwoning. De belangrijkste wensen voor 50-plussers om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen in een daarvoor geschikte woning zijn: Privacy Aanwezigheid van winkels in de buurt Mogelijkheid om zelf te kunnen koken Natuur in de buurt Aanwezigheid van een tuin Gezelligheid Nabijheid van vrienden en familie. Wanneer ouderen verhuizen verruilen zij het liefst hun eengezinswoning voor een appartement, die geschikt is om oud in te worden. De resultaten van het onderzoek Zorgeloos Thuis geven aan dat één derde van de respondenten een zelfstandig appartement zoekt en een kwart een appartement in een zorgcomplex, beide bij voorkeur in huur. Ouderen willen zo lang mogelijk in de eigen woning blijven wonen. Als er veel in die woning aangepast moet worden, verhuist men liever naar een aangepaste woning. Bij senioren kan er sprake zijn van ontkennings- en ontwijkgedrag: men wordt niet graag geconfronteerd met maatregelen die te maken hebben met ziekte en beperkingen. Ook de te maken kosten en de overlast die gepaard gaat met verbouwen spelen hierbij een rol. Kortom het is van belang senioren er van te overtuigen als zij in hun eigen woning willen blijven wonen, ze tijdig maatregelen moeten nemen hun woning daartoe geschikt te maken als dat nog niet het geval is. Pagina 3

De Werkgroep Wonen van de Stichting Seniorenraad Hilvarenbeek (SSH) organiseert daarom in samenwerking met de KBO informatiebijeenkomsten over woningaanpassing. Woningcorporatie Leystromen kan huurders stimuleren in het kader van Zelf Aangebrachte Voorzieningen hun woning aan te passen. In de Prestatieafspraken 2016 staat dat Woningcorporatie Leystromen in samenwerking met de convenantpartijen een lokaal project, gericht op langer zelfstandig thuis in huis, zal stimuleren en faciliteren. Daarnaast kan Woningcorporatie Leystromen nagaan bij mutatie en renovatie of een woning levensloopbestendig verbouwd kan worden, zodat er steeds meer levensloopbestendige huurwoningen beschikbaar komen. De gemeente wil, gezien het gestelde in de nota Kiezen en Delen, een rol spelen in het beschikbaar komen van meer levensloopbestendige woningen door bouwers hiertoe te stimuleren of zelfs toe te verplichten. Wat is een levensloopbestendige woning? In een levensloopbestendige woning zijn voorzieningen aangebracht die het mogelijk maken deze te gebruiken, ook als men in de toekomst minder goed ter been is of om een andere reden de veiligheid of toegankelijkheid een belangrijkere rol gaan spelen. Voorbeelden van voorzieningen in levensloopbestendige woningen: drempelloos waar mogelijk inloopdouche slaapkamer en badkamer op begane grond traplift beugels aangepaste keuken aangepaste badkamer betere verlichting antislipvloer automatische deuropener tillift seniorenbed seniorenstoel ringleiding bereikbaar en toegankelijk met loophulp bereikbaar en toegankelijk met rolstoel Met andere woorden er zijn een scala aan maatregelen die maken dat een woning levensloopbestendig is te noemen. Om te voorkomen dat ieder een willekeurige greep uit deze reeks van maatregelen kan nemen en dan een woning levensloopbestendig noemt, is standaardisering nodig en gewenst. Nieuw te bouwen levensloopbestendige woningen kunnen al tijdens de bouw volledig levensloopbestendig gemaakt worden, maar er kan ook gekozen worden de woning zodanig te bouwen dat alle aan te brengen noodzakelijke voorzieningen om langer in de woning te kunnen blijven wonen later eenvoudig aan te brengen zijn. Bij verbouw van bestaande woningen die levensloopbestendig gemaakt worden, kan men kiezen voor het volledig levensloopbestendig maken of voor het treffen van maatregelen die het mogelijk maken later de noodzakelijke aanpassingen aan te brengen. Pagina 4

Verschillende eisenpakketten Bij een eisenpakket voor levensloopbestendige woningen gaat het om een combinatie van eisen op het gebied van toegankelijkheid, veiligheid, bereikbaarheid en privacy. In Nederland zijn verschillende pakketten ontwikkeld waarin eisen zijn opgenomen die de toegankelijkheid van een woning waarborgen. Het meest bekende landelijke label is WoonKeur. Daarnaast is er het Oppluslabel. Ook zijn er de laatste jaren regionale classificatiesystemen ontwikkeld binnen samenwerkingsverbanden van corporaties en (soms) andere belanghouders zoals gemeenten en zorgorganisaties. Ten slotte zijn er woningcorporaties die een eigen programma van eisen voor levensloopbestendige woningen hebben ontwikkeld. Hierna worden de verschillende eisenpakketten kort toegelicht. Waarbij duidelijk moet zijn dat alle eisen, voor zover ze niet in het Bouwbesluit staan, geen bindend karakter hebben. WoonKeur WoonKeur richt zich op gebruikskwaliteit, inbraakwerendheid, sociale veiligheid, toegankelijkheid, flexibiliteit en aanpasbaarheid. WoonKeur is het resultaat van samenwerking tussen diverse consumentenorganisatie en organisaties woningcorporaties en bouw. Het pakket van WoonKeur is samengesteld uit de eisen van de vier meest bekende, door woonconsumenten opgestelde eisenpakketten voor nieuwbouw: het Seniorenlabel, het Politiekeurmerk Veilig Wonen voor Nieuwbouw, de VAC- Kwaliteitswijzer en het Handboek voor Toegankelijkheid. In het Handboek Woonkeur 2015 zijn zowel de eisenpakketten voor WoonKeur Nieuwbouw als voor WoonKeur Bestaande Woningen opgenomen. Pagina 5

Het pakket bestaat uit de volgende onderdelen: Basispakket Nieuwbouw Pluspakket Wonen met zorg deel 1 ontwerpeisen voor deel 2 eisen uitvoering voor woning en woongebouw. A woning B woongebouw Bestaande woningen Pakket rollatorgeschikt Pakket rolstoelgeschikt (Meer informatie in Bijlage 1: WoonKeur) Oppluslabel Dit label wordt beheerd door de Stichting Kenniscentrum Opplussen (SKO). Het Opplussen is gericht op het verbeteren en aanpassen van woningen die al gebouwd zijn om ervoor te zorgen dat de woningen geschikt worden om daarin langdurig te blijven wonen, ook op hoge leeftijd. (Meer informatie in Bijlage 2: Oppluslabel). Regionale classificatiesystemen De afgelopen jaren zijn in verschillende regio's in ons land nieuw ontwikkelde classificatiesystemen in gebruik genomen. Binnen dergelijke systemen wordt door middel van een classificatie aangegeven hoe toegankelijk en doorgankelijk een woning is. Hoe hoger het niveau, hoe geschikter de woning is. De verschillende classificatiesystemen kennen een vergelijkbare indeling in vier à vijf toegankelijkheids-niveaus. De indeling is als volgt: gelijkvloers geschikt voor rollator rolstoel-toegankelijk rolstoel-doorgankelijk elektrisch rolstoel gebruik. De classificatiesystemen hanteren voor de verschillende toegankelijkheidniveaus vaak uiteenlopende normen en uitgangspunten. Deze normen en eisen zijn over het algemeen gebaseerd op andere, bestaande eisenpakketten, zoals WoonKeur. Het verschil is dat een classificatiesysteem meestal uit minder eisen bestaat en dat er soms beredeneerd afgeweken wordt van normen die WoonKeur hanteert. De classificatiesystemen worden ook gebruikt om bestaande woningen te toetsen waar mogelijk te labelen. (Meer informatie in Bijlage 3: Regionale classificatiesystemen) Pagina 6

Eigen opgestelde eisenpakketten Verschillende gemeenten en woningcorporaties werken met zelf opgestelde standaardprogramma's van eisen voor levensloopbestendige woningen. Hierin verwerken zij eisen uit andere, bestaande eisenpakketten. Naast WoonKeur nemen zij soms ook eisen van het Handboek voor Toegankelijkheid over (wat één van de onderdelen van WoonKeur is) en specifieke NEN-normen, terwijl soms van de eisen beredeneerd wordt afgeweken. Dergelijke programma's van eisen komen vaak tot stand in overleg met verschillende partijen, zoals de gemeente, woningcorporatie, zorg- en welzijnsorganisaties en huurderplatforms. (Meer informatie in Bijlage 4). Hoe nu verder? De gemeente Hilvarenbeek wil stimuleren, en in nieuwe situaties zelfs wil afdwingen, dat nieuwe woningen zoveel mogelijk levensloopbestendig gebouwd worden. Dit verstandige beleid wordt in deze notitie ondersteund en onderbouwd. Ouderen willen zo lang mogelijk in de eigen woning blijven wonen. Als men al wil verhuizen uit voorzorg of omdat de noodzaak daartoe is, wenst men te verhuizen naar een kleinere woning waarin de nodige voorzieningen zijn aangebracht of zijn voorbereid. Men kiest dan bij voorkeur voor een appartement in huur, het liefst gevestigd in een aantrekkelijke kern: de kern Hilvarenbeek en in mindere mate de kern Diessen. Om aan deze wensen nu en in de toekomst te kunnen voldoen is het noodzakelijk bij nieuwbouw en verbouw van woningen zo veel mogelijk te waarborgen dat deze levensloopbestendig zijn of eenvoudig later levensloopbestendig te maken zijn. Er zijn verschillende mogelijkheden om dat te realiseren. De gemeente kan kiezen voor een landelijk eisenpakket, een regionaal classificatiesysteem of een eigen programma. Op basis van de eigen visie, referenties en in samenspraak met partners en (eind)gebruikers moet de gemeente tot een gedragen concept met bijbehorend eisenpakket komen. Een veronderstelling die een rol kan spelen bij de keuze voor levensloopbestendig (ver)bouwen is dat door levensloopbestendig (ver)bouwen er in de toekomst minder beroep gedaan hoeft te worden op de WMO-gelden, omdat er minder aanpassingskosten gemaakt hoeven te worden; de woningen zijn immers al bij aanvang geschikt of door verbouw geschikt gemaakt voor bewoning op hoge leeftijd al dan niet met zorg. Veel noodzakelijke aanpassingen vallen echter niet onder de WMO. Levensloopbestendig (ver)bouwen leidt dus niet per definitie tot besparing op de WMO-uitgaven. Het is een prijzenswaardig en nobel idee dat het hele woningbezit in Hilvarenbeek uiteindelijk op de lange termijn op een zodanige manier is uit- en toegerust dat alle belemmeringen om er zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen wonen weggenomen of geëlimineerd zijn. In de realiteit is dit vooralsnog onhaalbaar en voor sommigen wellicht ook minder wenselijk of haalbaar; reden waarom we onze aandacht primair dienen te richten op de levensloopbestendigheid van alle nieuwbouw-, renovatie-, instandhoudings-, woningverbeteringsprojecten en dergelijke. Pagina 7

Advies 1 Bepaal voor welke categorie woningen het gewenst is dat ze levensloopbestendig gebouwd of verbouwd worden. Zo valt te overwegen dat bijvoorbeeld starterwoningen niet per definitie levensloopbestendig hoeven te zijn. Wellicht zijn er meer categorieën woningen waarvoor deze eis niet hoeft te gelden. Advies 2 Wees duidelijk in wat onder een levensloopbestendige woning wordt verstaan. Dit kan door aan te geven aan welke criteria een dergelijke woning moet voldoen. Verschillende mogelijkheden zijn in deze notitie aangegeven. De voorkeur van de Werkgroep Wonen gaat uit naar het hanteren van WoonKeur voor zowel nieuw te bouwen woningen als bij verbouw. Deze voorkeur voor WoonKeur wordt gemaakt omdat dit een erkend, transparant en compleet label is dat herkend kan worden door de woonconsument. Advies 3 Mocht om moverende redenen WoonKeur niet gehanteerd (kunnen) worden, dan bevelen we aan duidelijke criteria vast te leggen waaraan een levensloopbestendige woning moet voldoen, criteria die zo dicht mogelijk aanliggen bij de criteria van WoonKeur. Een kleine werkgroep, ingesteld door de gemeente, bestaande uit vertegenwoordigers van de Gemeente, Woningcorporatie Leystromen, Stichting Seniorenraad Hilvarenbeek middels de Werkgroep Wonen van die stichting en bij de bouw betrokken deskundigen bijvoorbeeld architect. Advies 4 Het bouwen en verbouwen van levensloopbestendige woningen valt niet af te dwingen. In het Bouwbesluit is wettelijk vastgelegd waaraan woningen moeten voldoen. Wil de gemeente eisen stellen die boven het Bouwbesluit uitgaan zal de gemeente dit moeten zien te regelen in overleg met bouwers. Het vereisen dat een woning levensloopbestendig (ver)bouwd wordt moet vooraf overeengekomen zijn met de bouwer (een zogenaamde anterieure overeenkomst). Daar waar de gemeente zelf de grond uitgeeft kan een en ander wellicht geregeld worden middels de verkoopvoorwaarden. de verkoopvoorwaarden. Advies 5 Het bouwen van een levensloopbestendige woning brengt meerkosten met zich mee voor de bouwer, niet alleen bouwkundig en qua installaties maar bijvoorbeeld ook voor het verkrijgen van een certificaat. De meerkosten voor levensloopbestendig bouwen vallen mee als vanaf de ontwerpfase en bij de aanbesteding duidelijk wordt gemaakt dat levensloopbestendig bouwen wordt toegepast, maar ontegenzeggelijk is er een iets hoger bouwkostenniveau. De kosten voor levensloopbestendig renoveren zijn hoger dan bij reguliere renovatie. (Zie Inventarisatie praktijkvoorbeelden levensloopgeschikt bouwen van KCWZ. Een bundel met praktijkvoorbeelden van levensloopbestendige bouw van appartementen, eengezinswoningen zowel nieuwbouw als renovatie in de periode 1997 tot en met 2012). Pagina 8

De meerkosten voor levensloopbestendig bouwen kunnen in kaart gebracht worden door een onderzoek te doen aan de hand van een referentiewoning. Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan worden bekeken welke maatregelen wenselijk en mogelijk zijn om betrokkenen te stimuleren deze extra investeringen te doen. Hierbij valt onder andere te denken aan een mogelijke financiële tegemoetkoming. Bijvoorbeeld zoals hierna onder Advies 6 aangegeven. Advies 6 De bereidheid om levensloopbestendig te bouwen kan wellicht bevorderd worden door het instellen van een zogenaamde bonus-malus-regeling: er wordt een korting gegeven op de grondprijs wanneer men toezegt levensloopbestendig te bouwen en een boete wanneer achteraf blijkt dat hieraan niet is voldaan. Bijvoorbeeld: men zegt toe een WoonKeur-woning te bouwen en achteraf kan het WoonKeur-certificaat niet getoond worden. Een andere mogelijkheid is bijvoorbeeld een korting op de te betalen bouwleges. Advies 7 Wij bevelen aan dat de gemeente in het kader van prestatieafspraken, die jaarlijks gemaakt worden met Woningcorporatie Leystromen, het levensloopbestendig maken van huurwoningen uitdrukkelijk aan de orde stelt en hierover duidelijke afspraken maakt. Advies 8 Wij bevelen aan dat de gemeente in samenspraak met partners (Woningcorporatie Leystromen, KBO, Werkgroep Wonen van SSH en anderen) bewoners bewust maakt van de eigen verantwoordelijkheid om tijdig zelf maatregelen te nemen om de eigen woning levensloopbestendig te maken. Het verstrekken van een blijverslening aan mensen die niet aan financiële middelen kunnen komen om hun woning aan te passen, kan een goed hulpmiddel zijn. Pagina 9

Advies 9 Inventariseer/onderzoek hoe de woningvoorraad in Hilvarenbeek er voorstaat met betrekking tot het levensloopbestendig zijn. Met inschakeling van enkele stagiaires kan dit voor relatief geringe kosten inzichtelijk worden gemaakt. Gebruikte bronnen - Nota Kiezen en Delen. Voortgangsnotitie Wonen 2015, gemeente Hilvarenbeek. - Zorgeloos Thuis. Eindrapport enquête Wonen en Zorg onder inwoners (55-plus) in Hilvarenbeek. Stichting Zet, 2014. - Levensloopbestendige woning iets voor U? www.kcwz.nl - Levensloopbestendig bouwen: bouwen voor de toekomst. www.kcwz.nl - Levensloopbestendig bouwen: met welk eisenpakket? www.kcwz.nl - Levensloopbestendig bouwen: praktische overwegingen. www.kcwz.nl - Inventarisatie praktijkvoorbeelden levensloopgeschikt bouwen. www.kcwz.nl - Webspecial Opplussen nieuwe stijl. www.kcwz.nl - Webspecial Woonwensen van ouderen. www.kcwz.nl - Woonkeuzes van jongeren en ouderen. Themabericht. Leontine Treur. Rabobank. - Woonkeur. www.woonkeur-skw.nl - (KCWZ is Kenniscentrum Wonen en Zorg van Aedes-Actiz) Pagina 10

Bijlage 1: WoonKeur WoonKeur richt zich op gebruikskwaliteit, inbraakwerendheid, sociale veiligheid, toegankelijkheid, flexibiliteit en aanpasbaarheid. WoonKeur is het resultaat van samenwerking tussen: Consumentenorganisaties (zoals ouderenbonden, organisaties van zieken en gehandicapten en VACpunt Wonen), Aedes (vereniging van woningcorporaties), Vereniging Eigen Huis, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Bond Nederlandse Architecten, Bouwend Nederland, Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg, Provincie Overijssel, Stichting Kenniscentrum Opplussen. Het pakket van WoonKeur is samengesteld uit de eisen van de vier meest bekende, door woonconsumenten opgestelde eisenpakketten voor nieuwbouw: het Seniorenlabel, het Politiekeurmerk Veilig Wonen voor Nieuwbouw, de VAC-Kwaliteitswijzer en het Handboek voor Toegankelijkheid. In het Handboek Woonkeur 2015 zijn zowel de eisenpakketten voor WoonKeur Nieuwbouw als voor WoonKeur Bestaande Woningen opgenomen. De eisen in het Handboek WoonKeur voor nieuwbouwwoningen liggen boven het niveau van het Bouwbesluit, omdat in het Bouwbesluit alleen de wettelijke minimumeisen vastgelegd zijn. Het eisenpakket van WoonKeur Nieuwbouw is als volgt opgebouwd: Basispakket Nieuwbouw Pluspakket Wonen met zorg deel 1 ontwerpeisen voor deel 2 eisen uitvoering voor woning en woongebouw. A woning B woongebouw De eisen in het Basispakket WoonKeur Nieuwbouw gelden voor elke woning en elk project. De eisen aan het woongebouw gelden alleen wanneer er sprake van een woongebouw is (bij appartementen). Bij de opzet van het eisenpakket is aansluiting gezocht bij de bouwpraktijk. De eisen zijn daarom gesplitst in die eisen die voor de architect van belang zijn (de ontwerpeisen) en eisen die vooral tijdens de bouw van belang zijn (de eisen uitvoering). Natuurlijk zijn er ook eisen die voor beide partijen van belang zijn; daar worden in de tekst verwijzingen naar gemaakt. Tevens is een hoofdstuk Toelichting op de eisen toegevoegd - zoals ook het Bouwbesluit dat kent - met per artikel het doel van de betreffende eis plus overige achtergrond- en praktijkinformatie. Pagina 11

Het hoofdstuk Eisen uitvoering volgt qua nummering de indeling volgens STABU (standaardbestek) dat in de bouw breed bekend is. De eisen in het Pluspakket zijn aanvullend op de eisen in het Basispakket WoonKeur Nieuwbouw. WoonKeur Nieuwbouw kent één pluspakket, het Pluspakket Wonen met Zorg. In het Basispakket van WoonKeur Nieuwbouw wordt al rekening gehouden met levensloopbestendigheid. Dit betekent o.a. dat een bewoner in zijn huis kan blijven wonen ook als hij gebruikmoet gaan maken van hulpmiddelen als een rollator of een handbewogen rolstoel. Wanneer een bewoner echter meer of ernstiger beperkingen krijgt en persoonlijke verzorging door een hulpverlener nodig heeft, dan voorziet het Pluspakket Wonen met Zorg in de mogelijkheden daarvoor. In het pakket wordt rekening gehouden met een bewoner in een handbewogen rolstoel en/of met een scootmobiel en met het gebruik van een tillift voor de hulpverlening. WoonKeur Bestaande woningen bestaat uit twee afzonderlijke certificaten, elk met een eigen gebruikswaarde. Bestaande woningen Pakket rollatorgeschikt Pakket rolstoelgeschikt Doordat in bestaande woningen het doorvoeren van hoge eisen niet altijd mogelijk is, is er voor twee niveaus in het eisenpakket gekozen. Het zullen veelal de ruimtelijke mogelijkheden en de afmetingen van ruimten zijn die de doorslag geven welk certificaat-niveau behaald kan worden. Een andere overweging voor een bepaald certificaat kan de beoogde doelgroep van bewoners zijn. De eisen in het pakket Rollatorgeschikt, houden in dat de woning in het alledaagse gebruik praktisch en comfortabel is, en dat de kans op ongelukken beperkt is, zoals struikelen over drempels, vallen van de trap en uitglijden in de badkamer. Ook wanneer de bewoner gebruik moet gaan maken van een rollator blijft de woning geschikt, omdat daarvoor onder meer in de hal, in de badkamer, in de slaapkamer en op een balkon voldoende ruimte aanwezig is. Een woning met dit certificaat is in principe geschikt voor elke bewoner, ook als deze gebruik maakt van een loophulpmiddel, zoals stokken, krukken, een looprek of een rollator. De eisen in het pakket Rolstoelgeschikt zorgen er voor dat in woningen met dit certificaat bewoners als ze een ernstiger fysieke beperking krijgen toch kunnen blijven wonen. Woonkamer, slaapkamer en badkamer zijn namelijk op dezelfde bouwlaag vereist en op essentiële plaatsen is in en bij de woning meer ruimte voorzien. Dit betekent dat de woning geschikt is voor elke bewoner, ook als deze gebruikt moet maken van een loophulpmiddel of van een rolstoel. (Zie: www.woonkeur-skw.nl). Pagina 12

Bijlage 2: Oppluslabel Naast het WoonKeurlabel bestaat ook het eerdergenoemde Oppluslabel. Dit label wordt beheerd door de Stichting Kenniscentrum Opplussen (SKO). Dit Kenniscentrum is opgericht door Nederlandse fabrikanten en toeleveranciers in de bouwbranche. Het Opplussen is gericht op het verbeteren en aanpassen van woningen die al gebouwd zijn om ervoor te zorgen dat de woningen geschikt worden om daarin langdurig te blijven wonen, ook op hoge leeftijd. De Stichting Kenniscentrum Opplussen verleent een gewaarmerkt certificaat waarin is vastgelegd aan welke eisen de woning voldoet. De eisen richten zich op toegankelijkheid, veiligheid, woongemak en gebruiksgemak. (Zie: www.opplussen.nl) Pagina 13

Bijlage 3: Regionale classificatiesystemen De afgelopen jaren zijn in verschillende regio's in ons land nieuw ontwikkelde classificatiesystemen in gebruik genomen. Binnen dergelijke systemen wordt door middel van een classificatie aangegeven hoe toegankelijk en doorgankelijk een woning is. Hoe hoger het niveau, hoe geschikter de woning is. De verschillende classificatiesystemen kennen een vergelijkbare indeling in vier à vijf toegankelijkheidsniveaus. De indeling is als volgt: Typering Gelijkvloers Geschikt voor rollator Rolstoel-toegankelijk Rolstoel-doorgankelijk Elektrische rolstoelgebruik Doelgroepeisen Enige eis is dat de woning zonder treden te bereiken is Woongebouw en de woning zijn toegankelijk en doorgankelijk voor een bewoner met een rollator De eisen aan het woongebouw zijn nog strenger zodat een rolstoelgebruiker zich gemakkelijk kan voortbewegen. De eisen voor de woning zijn gelijk aan die van een rollatorwoning. Het woongebouw en de woning zijn volledig bezoekbaar en doorgankelijk voor een rolstoelgebruiker. Het woongebouw en de woning zijn volledig bezoekbaar en doorgankelijk voor een grote (elektrische) rolstoel. De classificatiesystemen hanteren voor de verschillende toegankelijkheidniveaus vaak uiteenlopende normen en uitgangspunten. Deze normen en eisen zijn over het algemeen gebaseerd op andere, bestaande eisenpakketten, zoals WoonKeur. Het verschil is dat een classificatiesysteem meestal uit minder eisen bestaat en dat er soms beredeneerd afgeweken wordt van normen die WoonKeur hanteert. De classificatiesystemen worden ook gebruikt om bestaande woningen te toetsen waar mogelijk te labelen. Pagina 14

Bijlage 4: Eigen opgestelde eisenpakketten Verschillende gemeenten en woningcorporaties werken met zelf opgestelde standaardprogramma's van eisen voor levensloopbestendige woningen. Hierin verwerken zij eisen uit andere, bestaande eisenpakketten. Naast WoonKeur nemen zij soms ook eisen van het Handboek voor Toegankelijkheid over (wat één van de onderdelen van WoonKeur is) en specifieke NEN-normen, terwijl soms van de eisen beredeneerd wordt afgeweken. Dergelijke programma's van eisen komen vaak tot stand in overleg met verschillende partijen, zoals de gemeente, woningcorporatie, zorg- en welzijnsorganisaties en huurdersplatforms. Onderstaande tabel toont de kenmerken van de drie belangrijkste typen eisenpakketten: Woonkeur Regionale Classificatie Eigen Programma van Eisen Certificering Certificaat Geen certificering, wel breed gehanteerd Geen certificering Herkenbaarheid Goed, landelijk erkend Redelijk, systeem breder gehanteerd Matig, vaak alleen intern of bij partners bekend Samenstelling eisenpakket Uitgebreid en volledig pakket aan eisen Selectie uit andere pakketten, overleg met deskundigen Selectie uit andere pakketten, overleg met partners Flexibiliteit Matig, eisen staan vast Redelijk, eisenpakket in overleg samengesteld Goed, corporatie stelt in overleg met stakeholders pakket vast Transparantie Goed, duidelijkheid over eisen Redelijk, in het algemeen duidelijk Matig, in het algemeen minder duidelijk welke eisen gehanteerd worden Gemeenten en corporaties gebruiken verschillende argumenten voor de keuze van een bepaald eisenpakket. Daarbij gaat het feitelijk om het vinden van een balans tussen het comfort van de bewoner, de betaalbaarheid van de ingrepen en de waarde van het vastgoed. Als gemeenten of woningcorporaties voor een regionaal of eigen systeem kiezen heeft dat met het volgende te maken: kosten: wanneer vanaf het begin van de planontwikkeling rekening wordt gehouden met de gestelde eisen uit het gehanteerde eisenpakket, hoeven er nauwelijks meerkosten te zijn ten opzichte van reguliere bouw. WoonKeur stelt echter de meeste en de hoogste eisen, die vooral in de details voor extra kosten zorgen. Voorbeelden zijn een extra glasplaat bij de voordeur en het gebruik van domotica en oppervlakte. flexibiliteit: wanneer in een eigen programma van eisen een eis echt niet uitgevoerd kan worden, kan er nog van afgeweken worden. Dit onder de voorwaarde dat de basiskwaliteit niet verloren gaat. tijd: het zelf opstellen van een eisenpakket kost tijd, waarin de kennis van toegankelijkheidseisen uit andere pakketten moet worden opgedaan en gebruikt. Ook het aan te bevelen overleg met samenwerkingspartners en (eind)gebruikers vraagt de nodige tijd. Pagina 15

bredere toepassing: gemeenten en corporaties kiezen vaak voor een regionaal classificatiesysteem als zij het eisenpakket op meerdere vlakken inzetten. Bijvoorbeeld bij prestatieafspraken met de gemeente of voor besluitvorming rond het strategisch voorraadbeleid. klantvraag: soms vragen klanten om een aantal specifieke eisen die buiten WoonKeur vallen of het behalen van het label onmogelijk maken. Daarom wordt dan gekozen om een eigen programma van eisen op te stellen. projectspecifieke kenmerken: soms staan de kaders van een project al vast. Denk aan locatie, kavelgroottes, beukmaten en oppervlaktes van woningen. In dergelijke gevallen lukt het niet altijd meer om alle eisen van WoonKeur uit te voeren. Hilvarenbeek, 1-5-2016 Werkgroep Wonen van SSH Pagina 16