I N V O E R I N G S P R O G R A M M A

Vergelijkbare documenten
PROEFLESSENSYLLABUS TAALJOURNAAL (TAAL) GROEP 7

Informatieavond groep 3/4 september 2014

Taaljournaal (tweede editie) Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten

Alles over. Speurtocht. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

de nieuwste Taal actief Inhoud Implementatiebulletin Met een instapweek van dag tot dag

Informatie groep 5 Daltonschool In Balans Schooljaar 2015/2016

Taal in beeld Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten

Alles over. Leeslink. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Effectief spellingonderwijs

Taaljournaal, tweede versie

Alles over. Rekenrijk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Het verbeterplan Spelling is gemaakt n.a.v. de klassenbezoeken en daaraan gekoppeld de analyse van de taalopbrengsten.

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

Alles over. Blink Wereld Geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Blink Wereld geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Blink Wereld Natuur en Techniek. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Lijn 3 in een combinatiegroep

Programma. Starten met Pluspunt. Pluspunt in het kort Materialen Starten met Pluspunt Handige tips en weetjes Afronding. Tussendoor opdrachten

Alles over. Leesparade. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Grip op lezen. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Blink Wereld aardrijkskunde. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Afstemming met behulp van roosterplanning

Alles over. Alles telt. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Alles telt. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Rekenrijk. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Oranje stappers maak je zo

Handleiding Verwerkingssoftware Taal actief

Alles over. Wijzer! Natuur en techniek. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7

L e e s p. Presentatie. Wat is Leesparade?

Taal actief (derde versie) Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten

Alles over. Wijzer! Geschiedenis. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Tips bij het bestellen van nieuwe boeken

HUISWERKBELEID Waarom geven wij op school huiswerk? Hoe kunnen wij er samen voor zorgen dat uw kind optimaal leert?

Blauwe stenen leer je zo

Alles over. Reken zeker. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Wijzer! Natuur en techniek. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Format groepsplan. HOE bied ik dit aan? -instructie -leeromgeving AANPAK METHODIEK. Automatiseren Modelen. Automatiseren Modelen Begeleid inoefenen

Gebruiken en begrijpen van de formele breuknotatie.

PROEFLESSENSYLLABUS TAALJOURNAAL (SPELLING) GROEP 7

Alles over. Tijdzaken. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Schooljaarplan Didactisch handelen

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

Alles over. Timboektoe. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Reken zeker. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Grenzeloos. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Informatie. vakgebieden. Groep 6

Zin in taal Beschrijvingsgegevens en toelichting bij het compacten

Algemene belangrijke zaken

Alles over. Pluspunt. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Grenzeloos. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

HUISWERKBELEID 1. AANLEIDING

Plezier in rekenen. Scholing. Scholing. Plezier in rekenen leerjaar 5 versie 1.0. Inhoudsopgave

Alles over. Lezen in beeld. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Pluspunt. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

HUISWERKBELEID. Inhoudsopgave Inleiding Het doel van dit huiswerkbeleid Voorwaarden huiswerkbeleid... 2

DE WERELD IN GETALLEN DIGITAAL

Juf, wat gaan we eigenlijk leren? Jouw vakkennis - hun basis

Huiswerkbeleid OBS De Westhoek

Verleg je grenzen! Waarom kiest ú voor de nieuwe Taalblokken? Taalblokken Engels Brochure MBO

Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7

Handleiding Snappet vervanging

Alles over. Blits. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

1 De kennisbasis Nederlandse taal

Uw kind heeft moeite met lezen Wat kunt u van De Noordkaap verwachten?

Alles over. ipockets. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Alles over. Taal actief. Achtergrondinformatie, bestellijsten en additionele materialen

Dagelijks instructie - goede rekenresultaten voor de hele groep -

Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde

SLO-analyse Taaljournaal (tweede editie) Malmberg

Meer doen met de rijtjesboeken

Positieve houding. Hoge verwachtingen. Flexibele planning

Plan van aanpak: werken met Acadin in je eigen groep en je school

Rol van de interne begeleider in effectief leesonderwijs (basisonderwijs)

Huiswerkbeleid Onderwijsteam 7 it Bynt Winsum

De mogelijkheid om te differentiëren: een aansprekend en op maat gesneden leertraject voor iedere leerling!

Informatie middenbouw Donderdag 29 september 2016: uur uur

Handleiding Instapprogramma Staal taal

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO

JAARPLAN GROEP 7 SCHOOLJAAR

Opbrengstgericht werken in het Voortgezet onderwijs

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding

Nieuwsrekenen naast reguliere methoden voor rekenen-wiskunde

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Het huiswerk heeft de volgende functies: - Het kan er toe bijdragen dat kinderen niet achterop raken met het onderwijsprogramma

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015

Huiswerk op de Sint Josephschool.

De stof wordt veel beter ingeoefend en herhaald in vergelijking met de vorige methode. Ineke Kempers-Schaafsma, OBS Haarschool, Holten

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Handleiding Verwerkingssoftware Pluspunt. Versie 1.2

werkwoordspelling brochure

Snappet is een alternatief voor...

Huiswerkprotocol Mattheusschool

Informatieboekje groep 5-6 schooljaar

Welkom. Wat leren we in groep 5? Psalm

Richtlijn Het Activerende Directe Instructie Model

Routeboekjes De wereld in getallen: gebruik in de klas

INFORMATIE GROEP 7. De vakken: Taal:

Handleiding generieke vakken: Rekenen, Engels en Nederlands

Procedure schooladvies

Transcriptie:

Taaljournaal de nieuwe Een taalmethode voor de basisschool I N V O E R I N G S P R O G R A M M A

Inhoud Hoe werkt dit invoeringsprogramma? 3 Implementatie: hoe werken wij met de taalmethode? 4 Visie en uitgangspunten van Taaljournaal 6 Structuur van de methode 7 Het invoeren van Taaljournaal Taal 8 stap 1 De kennismaking 8 stap 2 Een stapje verder 2 stap 3 De basis 4 Het invoeren van Taaljournaal Spelling Het invoeren van Taaljournaal Woordenschat Meer informatie 7 8 9 inhoud

Hoe werkt dit invoeringsprogramma? Na een zorgvuldig keuzeproces hebt u gekozen voor de methode Taaljournaal. Nu staat u voor de implementatie of invoering van deze methode. Dit bulletin voorziet u hiertoe van een aantal praktische tips en aanbevelingen. Op pagina 4 en 5 leest u een artikel van Hans Oepkes, die werkzaam is als schoolbegeleider bij Eduniek, een educatieve dienst voor onderwijs en educatie. Hierin biedt hij u een aantal algemene aanwijzingen voor de invoering van een taalmethode. Vervolgens wordt op pagina 6 de visie en uitgangspunten van Taaljournaal kort uiteengezet. Het is belangrijk om hiervan op de hoogte te zijn, omdat u dan bepaalde keuzes die binnen de opzet van Taaljournaal zijn gemaakt beter kunt begrijpen. Op pagina 7 ziet u in één overzicht de structuur van Taaljournaal. De beschrijving van het daadwerkelijke invoeringsprogramma start op pagina 8. Het credo van dit programma is: geef uzelf en de kinderen de kans om te wennen aan Taaljournaal! U zult dan al snel ervaren dat de kinderen en uzelf veel plezier aan de lessen gaan beleven. We bevelen aan om het werken met Taaljournaal in drie stappen in te voeren. Aan genoemde invoeringsstappen is ook een planning gekoppeld. U bent als school natuurlijk vrij om deze stappen in te korten of om juist wat meer tijd te nemen voor een bepaalde stap. Specifieke aanwijzingen voor de invoering van het onderdeel Taaljournaal Spelling en Taaljournaal Woordenschat vindt u op pagina 17 en 18. In dit invoeringsprogramma zijn veel handige tips opgenomen. Algemene tips vooraf: Bouw het werken met Taaljournaal langzaam op. Gebruik voor het werken met combinatiegroepen het model dat u aantreft op de uitklapkaart voor in de handleiding Taal. In de kopieermap vindt u speciale kopieerbladen met startopdrachten voor combinatiegroepen. Het is handig om elke leerkracht te voorzien van een kopie van het invoeringsprogramma, dat u kunt vinden op pagina 8 tot en met 18 van dit bulletin. Groep 4 Let op! In de handleiding en lesmaterialen van groep 4 zit een instapprogramma verwerkt. Een papegaai geeft in het leerlingenmateriaal op een speelse manier uitleg over de materialen en de lessen. Daarnaast wordt het werken met Taaljournaal in groep 4 rustig opgebouwd.

Implementatie: hoe werken wij met de taalmethode? U hebt voor Taaljournaal gekozen! Na een intensief keuzeproces staat u nu voor de vraag: hoe gaan we de methode implementeren? Het is verstandig daarvoor een invoeringsplan te maken. Dat zorgt ervoor dat het invoeringsproces doelmatig en efficiënt verloopt. Bij een plan hoort altijd een doelstelling. Bijvoorbeeld: Aan het einde van het implementatietraject werken alle leraren op een effectieve en efficiënte wijze met de taalmethode op basis van gezamenlijk gemaakte afspraken. In dit artikel wordt aan de hand van deze doelstelling toegelicht hoe de implementatie gestalte kan krijgen. Allereerst, hoe lang moet het implementatietraject duren? Aan te raden is hier zeker een schooljaar voor uit te trekken. Na een jaar heeft elke leerkracht de methode één keer in zijn geheel doorlopen. Dan kunnen op basis van ervaringen afspraken gemaakt worden, of eerdere afspraken worden herzien. Integrale of gefaseerde invoering De volgende vraag is: gaan alle leraren (van groep 4 tot en met 8) in het eerste jaar al met de nieuwe methode werken? Een integrale invoering heeft als voordeel dat het implementatietraject door het team gezamenlijk wordt doorlopen. Dit is praktisch, en ook stimulerend. U helpt elkaar en leert van elkaar. Het nadeel is dat de leerlingen in groep 5 tot en met 8 te maken kunnen krijgen met breukvlakken in de leerlijnen, zeker als de vorige taalmethode een andere was dan Taaljournaal versie 1. De leerlingen hebben in de vorige methode geleerd te werken met andere begrippen en regels. Ook is de verdeling van spellingcategorieën in elke methode verschillend, waardoor leerlingen straks misschien enkele categorieën gemist zullen hebben. Het is raadzaam hiervan een analyse te maken en ontbrekende kennis zo snel mogelijk aan te vullen. Bij een gefaseerde invoering (het eerste jaar groep 4, dan groep 5 enzovoort) ontstaan er geen oneffenheden in de leerlijnen. Een nadeel van een gefaseerde invoering is wel dat het lang duurt voordat uiteindelijk ook groep 8 met de nieuwe methode werkt. Een grote groep leerlingen blijft dus nog jaren werken met een methode die eigenlijk niet meer voldoet. De school zal de voor- en nadelen van een gefaseerde en een integrale invoering dus moeten afwegen. Meetbare doelen In de doelstelling staat dat er effectief met de methode gewerkt moet worden. Dat betekent dat er optimale resultaten behaald moeten worden. Scholen kiezen vaak een nieuwe methode in de verwachting dat de resultaten van de leerlingen zullen verbeteren. Effectieve scholen werken met duidelijke (meetbare) doelstellingen. In het team kunt u afspreken welke doelen u wilt behalen. Deze doelen kunnen gekoppeld worden aan de methodegebonden toetsen. Zo kunt u als doel afspreken dat minimaal 80% van de leerlingen bij de toetsen en dictees een voldoende of hoger scoort. Als dit doel verschillende keren niet wordt gehaald, bekijkt u of het onderwijs bijgesteld moet worden, bijvoorbeeld door met kleine instructiegroepen te werken tijdens de keuzeactiviteiten. Doelstellingen kunnen ook opgesteld worden op grond van toetsen van het leerlingvolgsysteem. Op een doorsnee school kan de doelstelling luiden dat minimaal 75% van de leerlingen een A, B of C moet behalen op de CITO-toetsen Taalschaal en Woordenschat.

Jaarplanning Het is de bedoeling dat er efficiënt met Taaljournaal wordt gewerkt. Een jaarplanning is hierbij onontbeerlijk. Hiermee waarborgt u dat de methode uitgemaakt wordt voor het einde van het schooljaar. Voor Taaljournaal wordt ieder jaar door Malmberg een leerstofplanning gemaakt. Deze is beschikbaar via www.taaljournaal.nl U werkt met de nieuwe Taaljournaal. Er is een versie voor de regio s Noord, Midden en Zuid. Teamafspraken De implementatiedoelstelling eindigt met:... op basis van gezamenlijke afspraken. Afspraken over integrale of gefaseerde invoering, over meetbare doelen en over planning zijn al genoemd. Maar in het implementatietraject kunnen op nog veel meer onderdelen teamafspraken gemaakt worden die de doorgaande lijn en de continuïteit in het werken met de taalmethode bevorderen. De eerste afspraak zou moeten zijn dat iemand binnen het team, bijvoorbeeld de taalcoördinator, de taak krijgt deze afspraken vast te leggen. Dit kan in de vorm van een kwaliteitskaart. Woordenschat Naast de eerder genoemde meer organisatorische zaken komen in het invoeringsplan de inhoudelijke onderwerpen aan de orde, zoals woordenschat of samenwerkend leren. Woordenschat is voor veel scholen een nieuwe leerlijn. Het is daarom goed als scholen zich verdiepen in de wijze waarop woordenschatontwikkeling bij kinderen verloopt en zich op de hoogte stellen van de didactiek van het woordenschatonderwijs. Hiertoe is het noodzakelijk de algemene inleiding van de methode goed door te lezen. Hierin wordt de gehanteerde woordenschatdidactiek toegelicht. Het is tevens belangrijk dat er criteria afgesproken worden voor de toewijzing van leerlingen aan het aanvullende woordenschatprogramma. Door het opstellen van heldere criteria zorgt u ervoor dat leerlingen met dezelfde problematiek in de verschillende groepen hetzelfde worden behandeld. Criteria kunnen bijvoorbeeld zijn: een E of D score op de CITO-woordenschattoets, een andere thuistaal dan het Nederlands, en/of onvoldoende scores op de toetsen van de methode. Samenwerkend leren In de methode wordt ervan uitgegaan dat leerlingen regelmatig samenwerken. Wellicht zijn er in uw school al afspraken gemaakt over samenwerken, u past bijvoorbeeld de didactische structuren toe uit het coöperatief leren. Ook zijn er vast al regels en routines afgesproken rond het zelfstandig werken. U kunt dan met het team bekijken in welke vorm u deze kunt koppelen aan het werken met de nieuwe methode. Klassenbezoeken Tot slot, hoe zorgt u ervoor dat de gemaakte afspraken niet alleen op papier staan (kwaliteitskaart), maar ook blijvend in de praktijk ten uitvoer worden gebracht? Daarvoor zijn klassenbezoeken, door de taalcoördinator of de schoolbegeleider, sterk aan te bevelen. Aan de hand van een kijkwijzer, gebaseerd op de gemaakte afspraken, kunnen taal-, spelling- en woordenschatlessen worden geobserveerd. Het klassenbezoek kent hiermee deels een controlerend karakter, maar kan daarnaast eventuele knelpunten aan het licht brengen. Ook kan het bezoek de aanleiding zijn om gemaakte afspraken te herzien. Als de school een kwaliteitskaart taalonderwijs gemaakt heeft, is daarin opgenomen dat evaluatiemomenten (inclusief klassenbezoeken) regelmatig terugkeren zolang er met de methode wordt gewerkt. Zo blijft het onderwerp hoe werken wij met de taalmethode actueel.

Visie en uitgangspunten van Taaljournaal Tijdens het keuzeproces hebt u waarschijnlijk al kennisgemaakt met de visie en uitgangspunten van de nieuwe Taaljournaal. In het Algemeen deel van de handleidingen Taal en Spelling leest u meer over de belangrijkste kenmerken van de methode. Deze paragraaf gaat kort in op de visie en uitgangspunten van Taaljournaal, omdat deze belangrijk zijn om keuzes die zijn gemaakt binnen de methode te begrijpen. Taaljournaal Taal Het kind staat centraal Het centraal stellen van het kind is het belangrijkste uitgangspunt geweest bij de ontwikkeling van Taaljournaal. Dit betekent dat Taaljournaal rekening houdt met verschillen tussen kinderen én met de individuele behoeften van kinderen. Een adaptieve methode Het adaptieve karakter van Taaljournaal is op verschillende manieren vormgegeven. Taaljournaal differentieert naar: - Interesse; want niet elk kind vindt hetzelfde leuk. - Leerstijl; want niet elk kind leert het meest efficiënt op dezelfde manier. De keuzeactiviteiten doen altijd een beroep op meer intelligenties tegelijk, maar het accent ligt bij de verschillende activiteiten steeds op andere intelligenties. - Tempo; want niet elk kind werkt even snel. De vijf keuzeactiviteiten die Taaljournaal wekelijks aanbiedt hebben hetzelfde hoofddoel. Hierdoor kan een kind dat slechts één van de activiteiten weet af te ronden ook het beoogde doel bereiken. De kloof tussen de sterkeren en zwakkeren wordt op deze manier niet steeds groter. - Benodigde hulp; want niet voor elk kind is het gemakkelijk om volledig zelfstandig te werken. In het leerlingenmateriaal worden tips en woordenhulp gegeven, zodat ook taalzwakke kinderen zoveel mogelijk zelfstandig kunnen werken. De leerkracht is tijdens de lessen waarin zelfstandig wordt gewerkt begeleider van het leerproces en kan de kinderen die meer hulp nodig hebben individueel of in groepsverband begeleiden. - Achtergrondkennis; want niet iedereen heeft dezelfde achtergrondkennis en ervaringen. Kinderen uit een andere cultuur krijgen de gelegenheid om de Nederlandse cultuur te leren kennen en ook de Nederlandse kinderen leren veel over andere culturen. Gemotiveerde kinderen leren effectiever Per week werken de kinderen twee dagen (lessen) zelfstandig aan zogenaamde keuzeactiviteiten. U bepaalt als leerkracht of u de kinderen laat kiezen uit vijf verschillende activiteiten of dat u de keuze beperkt. De visie achter de keuzeactiviteiten is dat elk kind steeds die activiteiten kiest die het best aansluiten bij de eigen motivatie en leerstijl. Dit omdat uit diverse onderzoeken is gebleken dat een hogere motivatie leidt tot een hoger leerrendement. Afwisseling tussen zelfstandig werken en leerkrachtgebonden lessen Taaljournaal wisselt af tussen vormen van constructief en instructief leren. Waar mogelijk laat de methode de kinderen zelf(ontdekkend) aan de slag gaan. Op momenten waar instructie nodig is, neemt de leerkracht het initiatief. Betekenisvol leren Taaljournaal biedt functionele opdrachten en zinvolle activiteiten. Kinderen moeten er werkelijk iets mee kunnen. Taaljournaal kiest daarom voor een integratie van de leerlijnen lezen, luisteren, spreken, schrijven en taalbeschouwing. De thema s binnen Taaljournaal verwijzen naar de vakgebieden die kinderen binnen het basisonderwijs tegenkomen. Concentrische opbouw van leerlijnen Taaljournaal kent een concentrische (niet-lineaire) opbouw van leerlijnen. Kinderen die bij een bepaalde activiteit een leerdoel niet bereiken, kunnen bij een volgende activiteit dit doel opnieuw bereiken. Leerdoelen worden steeds herhaald en uitgebreid. Taaljournaal Spelling Spelling is geen doel op zich, maar staat ten dienste van de schriftelijke taalvaardigheid. Goede spellers blijven daarom niet einde loos lang met spelling bezig. Het spellingonderwijs van Taaljournaal is met name procesgericht. De nadruk ligt op het ontwikkelen van probleemoplossend gedrag. Dit gebeurt door nadrukkelijk aandacht te besteden aan bewustwording van moeilijke stukjes in een woord en door het gebruik van zogenoemde Stappenplannen.

Structuur van de methode Taaljournaal Taal Jaarprogramma: 36 lesweken Lesblok: 2 lesweken Lesweek: elke week hetzelfde organisatiemodel Lesduur: 50 minuten De opbouw van een lesweek lesdag lestype lesinhoud materialen dag 1 leerkrachtgebonden woordenschat lesboek dag 2 zelfstandig werken keuzeactiviteiten activiteitenboek of kopieerblad dag 3 leerkrachtgebonden taalbeschouwing lesboek dag 4 zelfstandig werken keuzeactiviteiten activiteitenboek of kopieerblad dag 5 leerkrachtgebonden evaluatie toetsboek De keuzeactiviteiten Het totaalaanbod van vijf activiteiten is verdeeld over de volgende materialen: Activiteitenboek (2), Kopieerblad (1), Bakkaart (1), Internetsite (1) Taaljournaal Spelling Jaarprogramma: 36 lesweken Lesblok: 4 lesweken Lesweek: 3 lessen per week Lesduur: 20 minuten De opbouw van een lesblok week introductie en oefening categorie 1 week introductie en oefening categorie 2 week herhaling categorie toets* week remediëring* * Toets en remediëring kunnen ook worden doorlopen via het computerprogramma Taaljournaal Spelling. lesdag lestype lesinhoud materialen dag 1 leerkrachtgebonden introductie en instructie werkboek dag 2 zelfstandig werken oefenen werkboek dag 3 leerkrachtgebonden oefenen kopieerbladen

Taaljournaal Taal STAP 1 DE KENNISMAKING uitvoering tijdens: week 1 en 2 Dag 1 De woordenschatles Korte beschrijving van de les: Dit is een leerkrachtgebonden les waarin het verrijken van de woordenschat centraal staat. Er worden nieuwe woorden aangeboden (gesemantiseerd) en ingeoefend. Vijf woorden voor Nederlandstalige kinderen, aangeduid met en vijf nieuwe woorden voor meertalige en/of taalzwakke kinderen, aangeduid met. 2 In paragraaf 15.1 van het Algemeen deel van de handleiding Taal leest u een uitgebreide lesbeschrijving. Neem de pagina s van de woordenschatles (dag 1) in het lesboek taal door met de kinderen. Geef uitleg over het thema-icoon, het weeknummer, het rondjes- en vierkantjesicoon, de woordenhulp en het anker. 2 Zie voor een beschrijving paragraaf 15.1 van het Algemeen deel van de handleiding Taal. Semantiseer de doelwoorden van de woordenschatles. In elke lesbeschrijving van dag 1 zijn uitgebreid aanwijzingen voor het semantiseren van de doelwoorden opgenomen. 2 Zie handleiding Taal: blok 1, week 1, dag 1. Laat de kinderen de verwerkingsopdrachten in het lesboek maken. Lesboek, groep 6 Wat doe je (nog) niet: Het kiezen van activiteiten aan het eind van de les. In een combinatiegroep kunnen de kinderen van de hoogste groep aan de slag met de kopieerbladen woordenschat. Deze bladen lenen zich voor leerkrachtonafhankelijke semantisering. 2 Zie ook de uitklapkaart van de handleiding Taal. Algemene tips voor het werken met meertalige en taalzwakke kinderen: Spreek in een rustig tempo, dan kan het meertalige kind ook onderdelen in de zin herkennen. Leg extra nadruk op belangrijke woorden. Plaats deze voor in de zin, zodat het onderwerp snel te herkennen is. Praat in eenvoudige, maar correct Nederlandse zinnen.

Taaljournaal Taal Het invoeren van Taaljournaal Taal Dag 2 en 4 De keuzeactiviteiten Korte beschrijving van de les: Elke week werken de kinderen gedurende twee lessen zelfstandig aan de keuze-activiteiten. Taaljournaal biedt elke week vijf activiteiten aan; u als leerkracht bepaalt of u de kinderen laat kiezen uit deze vijf activiteiten of dat u de keuze beperkt. In dit stappenplan adviseren wij een opbouw. De activiteiten zijn verdeeld over het Activiteitenboek, de kopieerbladen, de bakkaarten en de internetsite. De activiteiten in deze materialen hebben een eigen, herkenbaar karakter. De visie achter de keuzeactiviteiten is dat elk kind steeds die activiteiten kiest die het best aansluiten bij de eigen motivatie en leerstijl. Belangrijk is dat met elke activiteit hetzelfde leerdoel wordt bereikt. Een taalzwak kind doet misschien maar één activiteit per week, terwijl snelle kinderen er meer doen. De keuze is niet bepalend voor wat ze leren, want in principe is één activiteit voldoende om het leerdoel te bereiken. Dankzij dit gevarieerde keuzeaanbod is het gemakkelijk te differentiëren naar tempo en belangstelling. Kies vooraf één activiteit (uit het Activiteitenboek) die u klassikaal gaat aanbieden. Doorloop met de kinderen de pagina s van de keuzeactiviteit. Geef uitleg over het thema-icoon, het weeknummer en het icoon individueel/samen. Keuzeactiviteiten zijn bedoeld om zelfstandig te maken. Laat de kinderen voordat ze beginnen aan de opdrachten eerst lezen wat ze gaan doen en wat ze nodig hebben. Dit wordt uitgelegd in de kantlijn van de activiteit. De keuzeactiviteiten bieden een aantal hulpmiddelen. Geef uitleg over de woordenhulp en de eventuele tips (mogelijk komt er in de eerste activiteit die u aanbiedt geen tip voor). 2 Zie ook paragraaf 3.2 van het Algemeen deel van de handleiding Taal. Doorloop de instructie van de activiteit en onderliggende subopdrachten klassikaal. Kinderen die eerder klaar zijn, maken de steropdracht. Wanneer u in de toekomst meer keuzeactiviteiten aanbiedt hoeven de kinderen de steropdracht niet per se te maken, maar het mag natuurlijk wel. De steropdracht is bedoeld voor kinderen die geen genoeg van een zelfgekozen activiteit kunnen krijgen en er graag mee door willen gaan. Eventueel kunt u binnen het programma van dag 2 en 4 ook nog een tweede activiteit klassikaal aanbieden. Wat doe je (nog) niet: Kinderen zelf uit meerdere activiteiten laten kiezen. Het reflectieblad Wat vond je ervan? laten invullen. De kinderen observeren aan de hand van het observatieformulier. Bij de kinderen op tafel kunt u een doos/mandje zetten met daarin de belangrijkste benodigdheden, zoals: schaar, lijm, stiften, potloden, puntenslijper. U kunt één kind verantwoordelijk maken voor het tafelgroepdoosje, dan grijpen de kinderen nooit mis. Met een stoplicht kunt u laten zien of u bereikbaar bent: - Rood: de leerkracht is zelf bezig (observeren); - Oranje: de leerkracht is bezig met een groepje of kind; - Groen: de leerkracht loopt rond om vragen te beantwoorden.

10 Taaljournaal Taal STAP 1 DE KENNISMAKING uitvoering tijdens: week 1 en 2 Dag 3 De taalbeschouwingsles Korte beschrijving van de les: In deze leerkrachtgebonden les staat het onderwerp taalbeschouwing centraal. Aan de hand van teksten en opdrachten in het lesboek neemt u met de groep de leerstof door. Ook tijdens deze les zijn er momenten waarop de kinderen zelfstandig aan het werk zijn. Lesboek, groep 6 Doorloop met de kinderen de pagina s van de les taalbeschouwing. Wijs hen onder andere op de woordenhulp onder aan de pagina. U kunt deze les direct volgens de beschrijving in de handleiding uitvoeren. Kinderen die snel klaar zijn, kunnen verder met de steropdracht. Wat doe je (nog) niet: Niet van toepassing Zie voor het lesmodel voor combinatiegroepen de uitklapkaart van de handleiding Taal.

Taaljournaal Taal Het invoeren van Taaljournaal Taal 11 Dag 5 Evaluatie Korte beschrijving van de les: Dag 5 staat in het teken van evaluatie. U bespreekt met de kinderen of met groepjes kinderen bepaalde activiteiten na. Terwijl u met een aantal kinderen activiteiten nabespreekt, kunnen de andere kinderen een taalspel in het Activiteitenboek spelen. Tijdens de tweede week van een blok wordt op dag 5 een toets afgenomen. Er is een toetsboekje voor meertalige en/ of taalzwakke kinderen (vierkantjes-versie) en een toetsboekje voor Nederlandstalige kinderen (rondjes-versie). Alleen het woordenschatdeel van de toets verschilt in deze versies. 4 1 Welk woord hoort bij de zin? Kies uit: a de traktatie, b het jubileum, c fotograferen, d krioelen, e muzikaal 1 Hm, lekker snoep. 2 De leerlingen hebben plezier. 3 Tien jaar getrouwd. 4 Het feest in het park duurt drie dagen. 5 De muziek is prachtig. 1 2 3 4 5 3 Lees de zinnen Onderstreep in elke zin de persoonsvorm. 1 Deze vogels trekken in de winter naar warme landen. 2 In de herfst verkleuren de bladeren van de bomen. 3 Hij maakt een lampion voor de optocht. 4 Ik trakteer voor mijn verjaardag. 5 Zij leest een heel spannend boek over draken. 5 2 Welk woord hoort bij het plaatje? Kies uit: a ademloos, b allerlaatst, c fotograferen, d krioelen, e muzikaal 4 Lees de zinnen Omcirkel in elke zin het onderwerp. 1 Wanneer gaan we naar het zwembad? 2 Ik kom jou morgen halen voor het feest. 3 Waar vind ik mijn horloge terug. 4 Pieter valt met zijn fiets op straat. 5 Talita fotografeert de dieren in de dierentuin. 1 2 3 4 5 Bespreek klassikaal de gekozen keuzeactiviteit na. Neem tijdens de tweede lesweek ter kennismaking de toets af. Toetsboekje groep 6 Wat doe je (nog) niet: Keuzeactiviteiten individueel of in groepsverband nabespreken. Reflectiebladen (kopieerblad Wat vond je ervan? ) gebruiken bij de nabespreking. Het taalspel U kunt een kind tijdens de les van dag 5 ook een activiteit af laten maken.

12 Taaljournaal Taal STAP 2 EEN STAPJE VERDER uitvoering tijdens: week 3 t/m 6 Dag 1 De woordenschatles Voer de les uit volgens de lesbeschrijving in paragraaf 15.1 van de handleiding. Laat de kinderen nu zelf kiezen uit twee activiteiten. U bepaalt zelf vooraf uit welke twee activiteiten de kinderen mogen kiezen. Laat de kinderen hun keuze bepalen aan de hand van het kopieerblad Wat kies je? van de betreffende lesweek.2 Zie kopieerbladen Taal. U kunt de keuze van de kinderen vastleggen op het Planningsoverzicht van de betreffende week. 2 Zie kopieerbladen Taal. Wat doe je (nog) niet: Niet van toepassing U kunt in een combinatiegroep aan het begin van het schooljaar, voor de hoogste groep, alle kopieerbladen woordenschat alvast kopiëren. U kunt er dan per kind een boekje van maken. Tips voor het kiezen van activiteiten: Laat de kinderen, zeker in het begin, zelf kiezen met wie ze willen gaan werken. In een veilige situatie leren kinderen meer van elkaar. Alleen als u een duidelijk doel heeft met de samenstelling van het tweetal, stelt u zelf de koppels samen. Laat het kiezen van de activiteiten in deze stap nog klassikaal verlopen. In de volgende stap (3) wordt het kiezen van activiteiten verder opgebouwd en krijgt u meer tips.

Taaljournaal Taal 13 Het invoeren van Taaljournaal Taal Dag 2 en 4 De keuzeactiviteiten De kinderen gaan zelfstandig, individueel, in tweetallen of in groepsverband, aan de slag met de gekozen activiteit. Wijs de kinderen erop dat ze eerst goed moeten lezen wat ze gaan doen en wat ze nodig hebben. Tijdens het zelfstandig werken neemt u de rol in van begeleider van het leerproces. Kinderen die klaar zijn met de activiteit kunnen door met de tweede activiteit. Laat de kinderen na het afronden van een activiteit het reflectieblad Wat vond je ervan? van de betreffende week invullen. Leg de les even kort stil om dit reflectieblad toe te lichten. 2 Zie kopieerbladen Taal. Wat doe je (nog) niet: De kinderen laten kiezen uit alle activiteiten van de week. De kinderen observeren aan de hand van het observatieformulier. Gun uzelf en de kinderen de tijd om te wennen aan het werken met keuzeactiviteiten. Als u na lesweek 6 het gevoel hebt dat uzelf en de kinderen nog niet toe zijn aan een uitbreiding van het keuzeaanbod, ga dan vooral langer door met een beperking van het aanbod tot twee activiteiten. Verzamel alle bijzondere materialen voor Taaljournaal in een aparte doos. Dat is ook handig voor een volgend schooljaar. Bepaalde materialen hoeft u dan niet steeds weer bij elkaar te zoeken. Dag 3 De taalbeschouwingsles Deze les kunt u volledig uitvoeren volgens de handleiding. Dag 5 Evaluatie Registratieblad Wat vond je ervan? Bespreek de gekozen activiteiten klassikaal na aan de hand van het reflectieblad Wat vond je ervan? Als er nog tijd over is spelen de kinderen het taalspel van dit blok in het Activiteitenboek. 2 Zie de lesbeschrijving van dag 5 in de handleiding voor een toelichting. Neem tijdens de tweede lesweek van elk blok de toets af. 2 Zie de toetsboekjes Taal. Wat doe je (nog) niet: De keuzeactiviteiten individueel of in groepsverband nabespreken.

14 Taaljournaal Taal STAP 3 DE BASIS uitvoering tijdens: week 7 en verder Dag 1 De woordenschatles Voer het woordenschatdeel van de les volledig uit volgens de handleiding. Laat de kinderen nu zelf kiezen uit meer dan twee activiteiten. Laat de kinderen echt zelfstandig kiezen aan de hand van het kopieerblad Wat kies je?. Wat doe je (nog) niet: Niet van toepassing Registratieblad Wat kies je? U kunt zowel het kopieerblad Wat kies je? als het Planningsoverzicht van de betreffende week rond laten gaan in de groep. De kinderen schrijven zich zelf in voor de activiteiten. De ene week begint u bijvoorbeeld aan de linkerzijde van de klas, de volgende week aan de rechterzijde. Hang het kopieerblad Wat kies je? en het Planningsoverzicht van de betreffende week op in de klas. De kinderen kunnen zich gedurende de eerste dag van de week inschrijven voor een bepaalde activiteit of op een bepaald moment per groep langskomen om zich in te schrijven. U kunt ook een Taaljournaal-prikbord maken voor het kopieerblad Wat kies je?, het Planningsoverzicht en werkstukken van de kinderen. Laat de kinderen alleen een eerste activiteit kiezen. Als ze klaar zijn met de eerste activiteit kiezen ze een volgende activiteit, afhankelijk van de beschikbaarheid van het materiaal. U kunt de kopieerbladen Wat kies je? en de Planningsoverzichten in een groepsmap stoppen (voor het hele jaar in één keer) en deze op een vaste plek in de klas leggen. U kunt voor alle kinderen een eigen Taaljournaal-map maken. U kopieert dan aan het begin van het jaar voor alle kinderen de kopieerbladen Wat kies je? en Wat vond je ervan? U stopt deze kopieerbladen in de map voor het kind. Per week kunnen de kinderen dan via de eigen map kiezen, eigen werkstukken toevoegen en reflecteren.

Taaljournaal Taal 15 Het invoeren van Taaljournaal Taal Dag 2 en 4 De keuzeactiviteiten De kinderen gaan met meer verschillende activiteiten aan de slag. Na het afronden van een activiteit vullen ze het reflectieblad in. Wanneer u en de kinderen gewend zijn aan het werken met keuzeactiviteiten kunt u starten met het (eens per vier weken) observeren van de kinderen met behulp van het observatieverslag doel.2 Zie de kopieerbladen Taal. Let op! Dit is het observatieformulier met in de rechterbovenhoek het weeknummer. Wat doe je (nog) niet: Laat de kinderen niet direct uit alle vijf de activiteiten kiezen. U kunt alle spullen centraal klaarzetten op of in een Taaljournaal-tafel of -kast. Denk hierbij aan: mappen van kinderen, activiteitenboeken, kopieerbladen van de betreffende week, bakkaarten, tafelgroepdoosjes, etc. U kunt een instructiegroepje formeren. De kinderen die meer moeite hebben met het niveau en de zelfstandige werkvorm van de keuzeactiviteiten kunt u in groepsverband voor een bepaalde activiteit instrueren. U kunt de kinderen uit het instructiegroepje na afronding van de eerste activiteit alsnog zelf laten kiezen voor een volgende activiteit. U kunt beter ook van taalvaardige kinderen niet eisen dat ze vier of vijf activiteiten afronden. Het is belangrijk dat zij met name bezig kunnen zijn met de activiteiten waarin ze geïnteresseerd zijn. U stelt dan wel hogere eisen aan de inhoudelijke uitvoering van de activiteiten. Taaljournaal kent sterkaarten met extra verrijkingsstof. Voor elk blok is er een kaart met een taal-inhoud (oneven nummers) en met een spelling-inhoud (even nummers). U kunt taalvaardige kinderen ook vrij laten kiezen uit de bak met sterkaarten. Het is niet noodzakelijk dat ze een sterkaart maken die met het weeknummer aansluit op de rest van de stof. Dag 3 De taalbeschouwingsles Volledige uitvoering volgens handleiding.

16 Taaljournaal Taal STAP 3 DE BASIS uitvoering tijdens: week 7 en verder Dag 5 Evaluatie Bespreek twee activiteiten na, maar alleen met dat deel van de klas dat de betreffende activiteit heeft gedaan. Gebruik hierbij de reflectiebladen. De overige kinderen spelen het taalspel in het Activiteitenboek of maken een activiteit af. U kunt kinderen die in het kader van een bepaalde activiteit gezamenlijk een presentatie hebben voorbereid deze presentatie voor de rest van de groep laten opvoeren. Neem tijdens de tweede lesweek van elk blok de toets af. Vul de resultaten van de toets in op het registratieformulier van de betreffende toets. 2 Zie kopieerbladen Taal. Wat doe je nog niet: In eerste instantie bespreekt u nog geen activiteiten individueel of in kleine groepjes na. Als u en de kinderen gewend zijn aan de opzet van dag 5 kunt u dit wel gaan doen. U kunt hiermee dan starten tijdens de eerste week van een blok. Tijdens de bespreking van de keuzeactiviteiten is het belangrijk om ook te kijken naar het proces: wat hebben de kinderen geleerd, welke vragen hebben ze nog, hoe hebben ze bepaalde problemen aangepakt, enzovoort. Taaljournaal kent een concentrische opbouw van leerlijnen. 2 Zie paragraaf Visie en uitgangspunten. Blijkt uit de toets dat kinderen een leerdoel niet bereiken, dan ziet u op het registratieformulier wanneer het betreffende doel weer wordt aangeboden. Op het Voorbereidingsblad kunt u noteren wanneer u extra aandacht moet besteden aan het kind of de kinderen die dit doel niet hebben bereikt. 2 Dit blad kunt u downloaden van www.taaljournaal.nl U werkt met de nieuwe Taaljournaal. Registratieformulier toetsen Portfoliomappen

Taaljournaal Spelling 17 Het invoeren van Taaljournaal Spelling Het onderdeel Taaljournaal Spelling is aanzienlijk sneller in te voeren dan Taal. In de eerste plaats is het onderdeel Spelling minder omvangrijk en overzichtelijk qua opbouw. Daarnaast profiteert de spellinglijn mee van de onderwerpen die binnen het instapprogramma Taal al worden aangeboden. Zo leren de kinderen binnen het taaldeel bijvoorbeeld kiezen en zelfstandig werken. Vaardigheden waar ook binnen de spellinglijn profijt van wordt getrokken. De spellinglijn start in groep 4 de eerste acht weken met een herhaling van categorieën die al in groep 3 aan bod zijn gekomen. Ook de overige jaargroepen starten de eerste (vier) weken telkens met een herhaling van categorieën uit de voorgaande jaargroep. Computerprogramma Spelling groep 6 Het spellingonderwijs van Taaljournaal is met name procesgericht, waarbij de nadruk wordt gelegd op het ontwikkelen van probleemoplossend gedrag. De strategieën (wegen genoemd) die Taaljournaal aanbiedt voor de spelling van onveranderlijke woorden, worden in groep 4 een voor een geïntroduceerd. Kinderen leren kiezen voor een bepaalde weg en doorlopen per weg een bijbehorend stappenplan. Wanneer u meer jaargroepen gelijktijdig invoert is het noodzakelijk om in hogere groepen nadrukkelijker aandacht te besteden aan deze onderwerpen dan in de handleiding beschreven staat. 2 Zie paragraaf 1.2 van het Algemeen deel van de handleiding Spelling voor een beschrijving van de vijf spellingstrategieën. In paragraaf 2.1 komen naast flexibel strategiegebruik eveneens de stappenplannen aan bod. Bij een versnelde invoering kan de situatie ontstaan dat er sprake is van een verschil in de indeling van de spellingcategorieën met de vorige methode. Vergelijkt u het categorieoverzicht op pagina 23 van de handleiding Spelling met de indeling van uw vorige methode om te zien of er in het nieuwe schooljaar spellingproblemen worden aangeboden die voor uw kinderen nog onbekend zijn. Taaljournaal kiest ervoor om het spellingprobleem van open en gesloten lettergrepen (in Taaljournaal ezel- en kikkerwoorden) aan te bieden vanaf groep 5 en niet al in groep 4. Cognitief gezien past dit lastige spellingprobleem beter bij het niveau van groep 5. Dit heeft een tweetal consequenties. Op eerste plaats komen de kinderen van groep 4 dit probleem tegen in de tussentoets voor groep 4 van het Cito. De kinderen hebben dit spellingprobleem nog niet gehad en dit heeft invloed op de score van deze toets. Op de tweede plaats zal de leerkracht van groep 5 merken dat het probleem van open en gesloten lettergrepen in groep 5 voor het eerst wordt aangeboden. De leerkracht van groep 5 had eerder te maken met een herhaling van dit spellingprobleem. Wijs de kinderen van hogere jaargroepen bij een versnelde invoering nog eens op de tips die elke week in het werkboek worden gegeven. Achter in het werkboek staan alle tips in een overzicht weergegeven. Taaljournaal Spelling kent een computerprogramma voor toetsing en remediëring. Wanneer u de toets en remediëring niet aanbiedt via het papieren lesmateriaal maar hiervoor het computerprogramma inzet biedt dit u een aantal voordelen: - De toetsen worden automatisch afgenomen en nagekeken; - Per kind worden remediëringsoefeningen op maat aangeboden; - Het computerprogramma biedt het kind fouthulp op woordniveau; - Het programma rapporteert en registreert automatisch.

18 Taaljournaal Woordenschat Het invoeren van Taaljournaal Woordenschat Taaljournaal Taal biedt een standaard woordenschataanbod via de lessen van dag 1. Per week worden binnen dit standaardaanbod vijf woorden voor anderstalige en/of taalzwakke kinderen aangeboden en vijf woorden voor Nederlandstalige kinderen (zie invoeringsprogramma Taaljournaal, pagina 8) Naast het standaardaanbod biedt Taaljournaal een computerprogramma Woordenschat voor anderstalige en/of taalzwakke kinderen. Dit computerprogramma biedt kinderen elk leerjaar 1080 nieuwe woorden aan: 30 per week. Kinderen kunnen volledig zelfstandig met dit programma werken. De doorlooptijd van het computerprogramma Woordenschat kan aanzienlijk worden ingekort door het onderdeel toetsen uit te schakelen. Als u minder tijd beschikbaar heeft kunt u de toets missen, omdat het programma ook tijdens de oefenfase de resultaten registreert en rapporteert. Zo houdt u toch zicht op de prestaties en ontwikkeling van de kinderen. 2 Zie gebruikersinstructie van het computerprogramma Woordenschat, pagina 31. Kinderen met slechts een kleine achterstand op het gewenste woordenschatniveau kunt u juist alleen het toetsonderdeel van het woordenschatprogramma laten doorlopen. Zo houdt u zicht op de woordkennis van deze kinderen. Het programma biedt automatisch een extra oefening rond de probleemwoorden van de toets. Indien nodig kunt u deze kinderen na de toets alsnog (een deel van) het weekprogramma laten doorlopen.

19 Meer informatie Wij hopen dat dit invoeringsprogramma u goed op weg helpt met de nieuwe Taaljournaal. Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u contact met ons opnemen via telefoonnummer 073-6287646 of e-mail voorlichting.bao@malmberg.nl. Op de startpagina van www.taaljournaal.nl vindt u onder de kop U werkt met de nieuwe Taaljournaal nuttige tips en servicemateriaal voor scholen die werken met Taaljournaal. Malmberg organiseert inscholingscursussen voor leerkrachten die met de nieuwe Taaljournaal werken. Op deze cursus leert u in één dag hoe u nog meer uit Taaljournaal haalt. Er komen veel praktische onderwerpen aan bod, zoals de organisatie van keuzeactiviteiten en de differentiatiemogelijkheden. Voor meer informatie en inschrijving voor de inscholingscursussen ga naar www.malmberginscholing.nl