Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 mei 2003 (2.06) (OR. en) 6927/2/03 REV 2 PUBLIC LIMITE CRIMORG 6 TOEZENDING NOTA van: het voorzitterschap aan: de Multidisciplinaire Groep georganiseerde criminaliteit nr. vorig doc. 6927//03 REV CRIMORG 6 Betreft: Ontwerp-aanbeveling van de Raad over maatregelen ter bescherming van de euro tegen valsemunterij De tekst van de ontwerp-aanbeveling van de Raad over maatregelen ter bescherming van de euro tegen valsemunterij is uitvoerig besproken tijdens de vergadering van de MDG op 5 mei 2003. Er werden een paar opmerkingen gemaakt over het feit dat de tekst een aantal verplichtingen bevat die al in instrumenten van de eerste en van de derde pijler staan en meer algemeen werd bezorgdheid geuit over de verdeling van aangelegenheden die tot de eerste en tot de tweede pijler behoren. Een delegatie was van mening dat de uitvoering van reeds aangenomen maatregelen moet worden bestudeerd voordat nieuwe maatregelen worden aanbevolen. Hierbij gaat voor de delegaties de herziene tekst van de ontwerp-aanbeveling van de Raad over maatregelen ter bescherming van de euro tegen valsemunterij. De tekst is door het voorzitterschap herzien na ontvangst van de opmerkingen die tijdens de vergadering van de Multidisciplinaire Groep georganiseerde criminaliteit op 5 mei 2003 zijn gemaakt. DK en IRL maakten een voorbehoud bij de tekst van de ontwerp-aanbeveling. 6927/2/03 REV 2 wat/dl/lv DG H III NL
BIJLAGE DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT: () Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 998 over de invoering van de euro bepaalt dat het chartaal eurogeld vanaf januari 2002 in omloop wordt gebracht en dat de lidstaten zorgen voor adequate bestraffing van vervalsing en namaak van eurobiljetten en -munten. (2) In haar Aanbeveling van 7 juli 998 betreffende de vaststelling van bepaalde maatregelen ter vergroting van de rechtsbescherming van eurobankbiljetten en -munten 2, gaf de Europese Centrale Bank in overweging dat de Raad, de Commissie en de lidstaten zouden nadenken over toepassing van alle mogelijke maatregelen om de strijd tegen de valsemunterij te verbeteren. (3) In haar mededeling "Bestrijding van valsemunterij" van 22 juli 998 betreffende de bescherming van de euro 3, stelde de Commissie acties voor inzake opleiding; informatie- en communicatiesystemen en databanken; samenwerking, onderlinge bijstand, technische en operationele bijstand in onderzoeken; alsmede de omschrijving van valsemunterij-activiteiten en afschrikkende sancties. (4) In zijn Kaderbesluit 2000/383/JBZ van 29 mei 2000 tot versterking, door middel van strafrechtelijke en andere sancties, van de bescherming tegen valsemunterij in verband met het in omloop brengen van de euro 4, gewijzigd bij Kaderbesluit 200/888/JBZ van 6 december 200 5, nam de Raad maatregelen aan om ervoor te zorgen dat de euro adequaat beschermd wordt door middel van doeltreffende strafrechtelijke maatregelen. (5) De Raad nam op 28 mei 200 Kaderbesluit 200/43/JBZ aan betreffende de bestrijding van fraude en vervalsing in verband met andere betaalmiddelen dan contanten. 2 3 4 5 PB L 39 van.5.998, blz.. PB C van 5..999, blz. 3. COM (998) 474 def. PB L 40 van 4.6.2000, blz.. PB L 329 van 4.2.200, blz. 3. 6927/2/03 REV 2 wat/dl/lv 2
(6) De Raad nam op 28 juni 200 Verordening (EG) nr. 338/200 aan tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij 2, en Verordening (EG) nr. 339/200 houdende uitbreiding van de werking van Verordening (EG) nr. 338/200 tot de lidstaten die de euro niet als munteenheid hebben aangenomen 3. Die verordeningen betreffen de uitwisseling van informatie en wederzijdse bijstand, inclusief externe aspecten inzake bescherming van de euro. (7) De Raad nam op 6 december 200 Besluit 200/887/JBZ aan ter bescherming van de euro tegen valsemunterij 4. (8) De Raad nam op 7 december 200 Besluit 200/923/EG aan tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma "Pericles") 5. (9) HERINNEREND aan het besluit van de Raad van 29 april 999 waarbij het mandaat van Europol werd uitgebreid tot de bestrijding van valsemunterij en de vervalsing van betaalmiddelen, waarbij Europol voor alle desbetreffende activiteiten het centrale contactpunt van de Europese Unie voor derde landen en organisaties werd, waardoor de verplichting wordt geschapen om met Europol samen te werken bij de opstelling en uitvoering van maatregelen tegen vervalsing van de euro. (0) MET INACHTNEMING VAN het feit dat de euro als de éne munt voor inmiddels 2 lidstaten permanent evolueert naar een wereldwijde valuta en daarom een hoofddoelwit is voor de georganiseerde internationale valsemunterij. () GELET OP de resultaten van de conferentie die half november 2002 door de Duitse politie in München in het kader van het programma "Pericles" werd gehouden in samenwerking met de Europese Commissie (OLAF), Europol, Interpol, de Europese Centrale Bank, de Duitse Federale Bank en Eurojust, die werd bijgewoond door hoofden van de antivalsemunterijcellen van de politie van lidstaten en derde landen. 2 3 4 5 PB L 49 van 2.6.200, blz.. PB L 8 van 4.7.200, blz. 6. PB L 8 van 4.7.200, blz. 6. PB L 329 van 4.2.200, blz.. PB L 339 van 2.2.200, blz. 50. 6927/2/03 REV 2 wat/dl/lv 3
(2) VERONTRUST OVER HET FEIT dat de euro tevens het doelwit is van valsemunters uit toetredende en derde landen. (3) ZICH BEWUST van het gevaar dat vervalsing van eurobiljetten en -munten, die momenteel beperkt in omvang is, kan toenemen. (4) ERNAAR STREVEND elke toename van vervalsing van de euro, die de vlotte omloop van eurobiljetten en -munten zou verstoren, te voorkomen. (5) ERVAN OVERTUIGD dat de door vorige instrumenten ingestelde maatregelen ter bescherming van de euro moeten worden aangevuld en versterkt door nauwe samenwerking tussen de bevoegde instanties van de lidstaten. (6) ERVAN OVERTUIGD dat de lidstaten hun onderlinge samenwerking en de samenwerking met derde buurlanden moeten intensiveren. (7) ZICH ERVAN BEWUST dat de voorgestelde maatregelen die aan de politiekorpsen van de lidstaten van de EU en de toetredende landen zijn gericht, tot op zekere hoogte nieuw zijn maar ook de weerspiegeling zijn van verplichtingen uit overeenkomsten die nog niet volledig zijn toegepast en dat de noodzaak van actie derhalve van het ene land tot het andere zal verschillen voor wat de voorgestelde maatregelen betreft. PB C 49 van 28.5.999, blz. 6-7 en PB C 229 van 2.8.999, blz. 4. 6927/2/03 REV 2 wat/dl/lv 4
BEVEELT AAN:. De samenwerking bij de bestrijding van valsemunterij binnen de Europese Unie wordt als volgt verbeterd: - er worden maatregelen genomen om een einde te maken aan de ongecontroleerde beschikbaarheid van papier waarmee eurobiljetten worden gedrukt, alsmede legeringen en muntplaatjes voor het maken van euromunten; - de rol van de in artikel 2 van het Verdrag van Genève ter bestrijding van de valsemunterij van 929 bedoelde nationale centrale bureaus die binnen het kader van de nationale wetgeving politieel onderzoek kunnen verrichten, wordt versterkt ter bestrijding van met valsemunterij verband houdende criminaliteit; - er worden geregeld vergaderingen gehouden van de nationale autoriteiten bevoegd voor de bestrijding van valsemunterij (voornamelijk de nationale centrale bureaus) in het kader van gespecialiseerde politiële groepen, zoals bij Europol [...], en er worden ook geregeld vergaderingen gehouden van alle Europese valsemunterijdeskundigen; - in de gehele Europese Unie wordt [...] in het kader van de nationale wetgeving en zo nodig door middel van de harmonisatie van de wetgevingen van de verschillende lidstaten, samengewerkt bij het inzetten van undercoveragenten en informanten, alsook bij het nemen van controlemaatregelen ter bestrijding van valsemunterij [...], A: Maakte een studievoorbehoud bij dit streepje. 6927/2/03 REV 2 wat/dl/lv 5
[...] - er wordt bij Europol een Inlichtingencentrum bitmaps opgezet. Deze gemeenschappelijke gegevensbank zal informatie in verband met bitmaps bevatten en kan dienst doen als Coördinatiecentrum bitmaps in de Europese Unie. Deze gegevensbank bevat dienstige (technische) gegevens over gedecodeerde bitmapinformatie en onderzoeksgegevens, inclusief persoonsgegevens over met de bitmapinformatie verband houdende bedrijven en personen. De lidstaten van de EU wordt verzocht, overeenkomstig hun nationale wetgeving, alle beschikbare bitmapgegevens aan het Inlichtingencentrum bitmaps te verstrekken. 2. Op grond van het subsidiariteitsbeginsel wordt de opleiding van specialisten bevorderd, met name door gebruik te maken van het Pericles-programma en door alle bevoegde autoriteiten op Europees en nationaal niveau erbij te betrekken, in het bijzonder het netwerk van Europese politieacademies en de EPA, door middel van: - opleiding overeenkomstig de specifieke behoeften en strategieën op nationaal niveau, in het kader van een alomvattende EU-strategie die erop gericht is de convergentie van maatregelen te bevorderen teneinde te zorgen voor gelijkwaardige, op de beste praktijken gebaseerde niveaus inzake bescherming van de euro tegen valsemunterij; - de voortzetting van het grootschalig gebruik van het Pericles-programma en alle andere programma's voor opleiding en technische bijstand; - de verbetering van de opleiding van opsporingsambtenaren in de lidstaten en derde landen door uitwisselingen, workshops, studiebijeenkomsten en taalcursussen; - de oprichting van websites in de lidstaten en [...] een website bij een van de Europese instellingen, die voor valsemunterij-autoriteiten in de Europese Unie toegankelijk zijn door middel van een wachtwoord, om te komen tot een eenvormig informatieniveau. Deze websites mogen geen persoonsgegevens bevatten; 6927/2/03 REV 2 wat/dl/lv 6
3. Met derde landen wordt samengewerkt door ernaar te streven om: - de wetgeving in derde landen aan te passen aan het regelgevend kader van de lidstaten van de EU, met name door de oprichting van nationale centrale bureaus als bedoeld in het Verdrag van Genève te bevorderen [ ]; - de wetgeving in derde landen aan te passen door erin te voorzien dat het strafrecht van derde landen op dezelfde wijze wordt toegepast op vreemdelingen als op eigen onderdanen, ongeacht het recht van de plaats waar de feiten zijn gepleegd, in het geval van de volgende strafbare feiten en de daartoe voorbereidende handelingen die in het buitenland zijn gepleegd: (a) valsemunterij en het in omloop brengen van valse valuta; (b) het vervaardigen, leveren en het in omloop brengen van valuta vóór de datum waarop deze valuta wettelijk in omloop mag worden gebracht, dan wel tijdens de periode waarin zij door de bevoegde instanties aanvaard wordt als ruilmiddel, wanneer deze valuta is vervaardigd met gebruikmaking van legale installaties en materialen, maar zonder de toestemming van de bevoegde autoriteit of in strijd met de toepasselijke vergunning; en (c) muntschennis. - onderzoekers van valsemunterij te betrekken bij de opleidingsprogramma's van de lidstaten van de EU; - financiële steun van de EU te verstrekken in het kader van hulpprogramma's. 6927/2/03 REV 2 wat/dl/lv 7