ten behoeve van de verordening geurhinder en veehouderij gemeente Bergeijk

Vergelijkbare documenten
september 2009 Aanpassing verordening geurhinder en veehouderij gemeente Venray september 2009

GEBIEDSVISIE VERKLEINEN VASTE AFSTANDEN 2016 GEMEENTE HELMOND

Verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij voor de gemeente Dongeradeel

KNELPUNTENANALYSE ABCOUDE ONDERBOUWING VERORDENING ogv WET GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ

Het wettelijk beoordelingskader wordt toegepast op een aanvraag tot uitbreiding of nieuwvestiging van een veehouderij.

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 13. Datum: 12 augustus Decosnummer: 226. E. T.

ONTWERP VERORDENING GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ GEMEENTE OOSTERHOUT 2016

GEMEENTE HEERDE RAADSVERGADERING 10 DECEMBER 2007 Commissie Ruimte 12 november 2007

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2014/2

1. Aanleiding en doel. 2. Wettelijk kader. Memo. Geuremissiefactoren. Vaste afstanden. betreft Geuronderzoek. Camping Bergzicht van

De Marke III te Hengevelde

Achterstraat 13a en 15, Randwijk

KNELPUNTENANALYSE DE RONDE VENEN

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

Geurgebiedsvisie plangebied. Seinenweg 2 en omgeving te Markelo

Geuronderzoek omgekeerde werking bij woningbouw. Moleneind 25, Loon op Zand

RAADSVOORSTEL. Datum: 1 maart 2016 Nummer: Onderwerp: Voorstel inzake Gebiedsvisie en Geurverordening

Nr: Schipluiden: 31 maart Onderwerp: Gebiedsvisie Geur en Geurverordening. Aan de Raad

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening'

Onderzoek geur Veehouderijen. Schoolstraat ong. te Wijbosch

Geuronderzoek Recreatieve poort, helofytenenfilter en recreatiepark

RAPPORT GEUR. Onderzoek geurcontouren en geuronderbouwing Bouwplan Vinkelsestraat (naast) 141a te Vinkel

Notitie Lokaal geurbeleid Landelijk gebied Abcoude

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Ontwerp. Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten

Geuronderzoek Urlingsestraat 11A Oeffelt

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 10 Datum :

Omgekeerde werking en leefklimaat

Betreft : Quickscan geur ontwikkelingslocaties 01 t/m 05, 10 t/m 12, 18,23 en 32

Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Omgekeerde werking en leefklimaat

Geurgebiedsvisie plangebied Suetersweg 19, 19a en 19b te Bentelo

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Brede Dialoog 20 oktober 2015 Heusden

Versie : 1.0 Datum : 24 oktober Onderzoek milieuzonering en geur ontwikkeling locatie Vordenseweg 7 in Ruurlo

Overwegende dat op het perceel Keizersdijk 78a een kleinschalige paardenhouderij/ pensionstal gevestigd zal worden;

Raadsvergadering d.d. : 30 maart 2017 Agendanr.: : Bouwen, wonen en milieu

Omgekeerde werking en leefklimaat

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Versie : 1.0 Datum : 6 oktober Onderzoek milieuaspecten milieuzonering en geur voor woningsplitsing Harreveldseweg 3 in Harreveld

geodesie landschapsarchitectuur civiele techniek

Concept Nota bij de verordening geurhinder en veehouderij

Rode draad van deze toelichting

Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp SP Cuijk Postbus AB Cuijk

Geurverordening gemeente Oostzaan Mr. ing. E. Houwertjes

Onderwerp: Geurgebiedsvisie gemeente Lopik en Verordening geurhinder en veehouderij 2008

Beleidsregel Plattelandswoningen 2014

RAPPORT GEBIEDSVISIE. ONDERBOUWING VERORDENING ogv WET GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ. Plangebied Hazenburg 2 Arnemuiden Gemeente Middelburg

Beleidsregel bebouwde kom Wet milieubeheer/wet geurhinder en veehouderij

Toelichting Wijzigingsplan Sint Jan ten Heereweg 1 Aagtekerke

Quick Scan Wet geurhinder en veehouderij

Geuronderzoek. Agrarisch kinderdagverblijf t Broek 8 Nistelrode

Notitie geurhinder en veehouderij, landelijk gebied Stichtse Vecht Conceptversie ter vaststelling in B&W, d.d. 1 oktober 2013

De Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014 vast te stellen.

Verordening geurhinder en veehouderij De Fryske Marren 2016

GEURBELASTING VEEHOUDERIJEN OP LOCATIE HET MEER IJSSELMUIDEN

NOTITIE GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ MFC LANGESTRAAT 36 TE HEEREWAARDEN GEMEENTE MAASDRIEL

Handreiking bij. Wet geurhinder en veehouderij

ONDERZOEK GEUR VEEHOUDERIJEN GEURCONTOUREN EN GEURONDERBOUWING

K7 I ADVIES. 14 mei 2014/1017 RAPPORT. TOETSING Geurhinder veehouderij. Locatie Achtersloot 180

Aanleiding Adviesvraag Beoordeling

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016

Geuronderzoek Locatie Oude Aaltenseweg 37 Lichtenvoorde

Geuronderzoek nieuw te realiseren woning. Kievitsham GE Hoenzadriel

Geurgebiedsvisie plangebied omgeving Haaksbergerstraat 2 Hengevelde voor het bestemmingsplan met naam Wijzigingsplan Haaksbergerstraat 2

Van agrarische bedrijfsbestemming naar bedrijfsbestemming met bedrijfswoning.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Inventarisatiedocument Geurgebiedsvisie Alphen aan den Rijn 2015

notitie Hindercontouren rondom het plangebied Amerongerwetering 2 te Amerongen

RAPPORT. Geurrapport woonuitbreiding Muldersweg Gevolgen ontwikkelingsruimte bedrijven en milieukwaliteit leefomgeving 4 december 2014

Onderzoek Ruimtelijke Onderbouwing

Geuronderzoek. Wijziging bestemming Agrarisch naar Wonen. Kuilsendijk 6 Wanroij

Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert

RAPPORT GEBIEDSVISIE. ONDERBOUWING VERORDENING ogv WET GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ. Plangebied aan de Zuiderzeestraatweg te Hattemerbroek

2. Beperkingen nieuwe en bestaande woningen Mezenbergerweg 18a

1-lekkel m. 2. Relevante jurisprudentie in de situatie dat de provinciale ruimtelijke verordening een geurnorm bevat

Beleidsregel bebouwde kommen De Fryske Marren

Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard

ADVIESMEMO. Plangebied Nuland Oost/Pelgrimsche Hoeve

GEURVERSPREIDINGSONDERZOEK REIJSEWEG 35, DE MORTEL

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, eerste herziening'

Wet geurhinder en veehouderij. Gebiedsvisie. ten behoeve van de. verordening geurhinder en veehouderij. voor de gemeente Barneveld

Beoordeling milieutoets t.b.v. Ruimtelijke Onderbouwing Schoolkaterdijk 39 te Haaksbergen

ONTWIKKELING PASTOOR JURGENSSTRAAT 21, ESBEEK, GEMEENTE HILVARENBEEK

Tabel 1: Dosis-effectrelatie voor- en achtergrondbelasting, hinderpercentage en leefklimaat Voorgrondbelasting (ou E /m 3 )

Inspraaknota ontwerp 'Beleidsregel omgekeerde werking woon- en leefklimaat'.

Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op de locatie Achterweg 70 en 74 in Herwijnen (gemeente Lingewaal).

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij)

Onderzoek Geur en fijnstof PlanMER Langedijk D E F I N I T I E F

Geurgebiedsvisie Gemeente Opmeer. Ten behoeve van de geurverordening op grond van de Wet geurhinder en veehouderij

Toelichting * * Inleiding. Bestemmingsplan en ruimtelijk beleid

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING. Plangebied Hazenburg 2 Arnemuiden Gemeente Middelburg

Onderwerp: Verordening geurhinder en veehouderij 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Binnen een straal van 1000 meter rondom het plangebied schijfsebaan 4a zijn 9 stuks veehouderijen gelegen, te weten aan de:

Geuronderzoek voorgrondbelasting Achterdijk 10 Hedel

Onderzoek geurbelasting. Opdrachtgever: maatschap Otten Parallelweg PB IJSSELMUIDEN. Datum: 15 november Status: definitief (aangepast)

Bijlagen: 1. Ingediende zienswijze; 2. Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Oosterhout, inclusief toelichting.

Notitie. 1 Inleiding. Figuur 1 Weergave voornemen 1 / 7

Lokaal geurbeleid voor het grondgebied van de voormalige gemeente De Ronde Venen

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING

Transcriptie:

Gebiedsvisie Wet geurhinder en veehouderij vaste afstanden ten behoeve van de verordening geurhinder en veehouderij gemeente Bergeijk Rapport en aanbevelingen naar aanleiding van een onderzoek naar passende geurafstanden Opdrachtgever : Gemeente Bergeijk Datum : 24 mei 2011 Contactpersoon : Anita Michiels Functie : Adviseur Landbouw Telefoon : 040-2594684 E-mail adres : a.michiels@milieudienst.sre.nl

Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Gewenste ruimtelijke ontwikkeling 3 3. Verkleinen vaste afstanden 5 4. Toetsing aan de randvoorwaarden Wgv 9 5. Conclusies en aanbevelingen 12 Bijlage: Lijst criteria bebouwde kom Bergeijk door mr. Van den Boom

1 Inleiding De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) beschermt geurgevoelige objecten tegen geurhinder uit veehouderijen. Een aanvraag om een milieuvergunning van een veehouderij wordt getoetst aan in de Wet vastgelegde standaardwaarden voor geurbelasting of aan standaard waarden voor vaste afstanden. Afhankelijk van de uitkomst van de toetsing wordt de vergunning verleend dan wel geweigerd. In de Wgv is ook vastgelegd dat gemeenten mogen afwijken van de wettelijke standaard waarden, d.w.z. binnen een vastgelegde bandbreedte. Dergelijke afwijkende waarden (ook wel normen genoemd) gelden alleen in een bepaald gebied. Voor dat gebied moet de gemeente de gewenste ruimtelijke ontwikkeling in een gebiedsvisie vastleggen. Op basis daarvan wordt een onderbouwing gevonden voor de afwijkende individuele normstelling. De afwijkende normen en vaste afstanden moeten in een gemeentelijke verordening worden vastgelegd. De gemeenteraad besluit over de verordening. De gemeente Bergeijk heeft een verordening opgesteld op 29 september 2008. In de verordening zijn onderstaande geurnormen en vaste afstanden vastgelegd: - 3 ou E /m 3 in de bebouwde kom; - 14 ou E /m 3 buiten de bebouwde kom; - 100 meter voor bedrijven met dieren waarvoor geen emissiefactoren vastgesteld zijn, binnen de bebouwde kom; - 50 meter voor kleine bedrijven (minder dan 56 dieren) met dieren waarvoor geen emissiefactoren vastgesteld zijn, binnen de bebouwde kom; - 50 meter voor bedrijven met dieren waarvoor geen emissiefactoren vastgesteld zijn buiten de bebouwde kom. Bedrijven met dieren waarvoor geen geuremissiefactoren gelden worden ook wel grondgebonden bedrijven genoemd. Voorbeelden van deze bedrijven zijn melkvee- en paardenhouderijen. Overwogen wordt of de vaste afstanden ook voor grotere grondgebonden bedrijven kan worden verkleind. Reden van genoemde overweging is enerzijds om de ontwikkeling van grondgebonden veehouderijen die niet kunnen voldoen aan de huidige vaste afstanden mogelijk te maken en anderzijds om ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken. In de huidige verordening is de afstand immers alleen verkleind voor zeer kleine (hobby-)veehouderijen die feitelijk geen toekomstperspectief hebben. Gemeente Bergeijk wil onderzoeken of juist bedrijven die wel toekomstperspectief hebben iets meer ruimte kan worden geboden om te ontwikkelen. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat het woon- en leefklimaat van omliggende woningen niet verslechtert ten opzichte van de huidige situatie. SRE Milieudienst is gevraagd om te onderzoeken of het voornemen haalbaar is. Het rapport begint met de beschrijving van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling op basis van de Structuurvisie in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 van dit rapport zal het onderzoek naar het verkleinen van de vaste afstanden nader worden uitgewerkt. In hoofdstuk 4 vindt toetsing aan de randvoorwaarden van de Wgv plaats. Hoofdstuk 5 tenslotte bevat de conclusies en aanbevelingen. Gebiedsvisie Wgv vaste afstanden 2011 - Bergeijk 1

De bijlage bevat een notitie gemaakt door de zeer ervaren jurist verbonden aan de SRE Milieudienst dhr. Van den Boom, met handvatten om een omgeving te beoordelen. Indien bedrijven met vergunningaanvragen voor (uitbreiding) hun veebedrijf vormt de Wgv het toetsingskader. Omdat in de Wgv geen definitie is gegeven binnen/buiten de bebouwde kom, is daar ruimte voor interpretatie. Deze handvatten geven nog steeds geen definitie, maar beoordelingskaders. Daarnaast wordt ambtelijk open gestaan voor motivaties van adviseur/bedrijf/omwonende ten aanzien van de beoordeling van een omgeving. In de overweging behorend bij de vergunning moet deze beoordeling goed onderbouwd worden. Dit is van belang om een goede invulling te geven aan voldoende bescherming van de omgeving enerzijds en medewerking aan de ontwikkeling van het bedrijf anderzijds. De motivatie moet zodanig zijn, dat deze verdedigbaar is bij de Raad van State. Gebiedsvisie Wgv vaste afstanden 2011 - Bergeijk 2

2 Gewenste ruimtelijke ontwikkeling In de memorie van toelichting bij de Wet geurhinder en veehouderij is aangegeven dat geurhinder een lokaal milieuprobleem is. Middels deze wet is het bevoegd gezag de ruimte geboden om rekening te houden met ruimtelijke en milieuhygiënische omstandigheden in een concreet gebied en met de gewenste (toekomstige) ruimtelijke inrichting van dat gebied. De Wet geurhinder en veehouderij geeft de gemeente meer beleidsvrijheid dan voorheen en de mogelijkheid om maatwerk te leveren. Afhankelijk van het karakter van het gebied en zijn gewenste ruimtelijke inrichting mogen immers afwijkende normen en vaste afstanden worden gesteld. Deze vaste afstanden worden vastgelegd in een verordening, die door het bevoegd gezag bij vergunningverlening moet worden gehanteerd. Aan de verordening ligt een gemeentelijke visie op de ontwikkeling van het buitengebied ten grondslag. De raad van de gemeente Bergeijk heeft bij besluit van 3 juni 2010 de Structuurvisie Bergeijk; Leven en Beleven; tussen bossen, beken en boerenland vastgesteld. De Structuurvisie is een actualisering van de in 2004 vastgestelde structuurvisieplus. Over de landbouw staat het onderstaande in de Structuurvisie: Voor de landbouw is de afstemming en koppeling met projecten in kader van Revitalisering Landelijk gebied (reconstructie) en het Landbouwontwikkelingsplan van belang. Het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied zal worden afgestemd op de ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw in het kader van het Reconstructieplan. In zogenaamde verwevingsgebieden kan de (kleinschalige) ontwikkeling van recreatie en toerisme (dag-/verblijfsrecreatie) een belangrijke ondersteunende nevenactiviteit worden op agrarische bedrijven. Verder is het voor de veehouderij van belang dat er voldoende verplaatsingsmogelijkheden komen in de vorm van locaties voor inplaatsing op bestaande duurzame locaties. Wat betreft landbouwontwikkelingslocaties voor de intensieve veehouderij lijkt daarvoor, gezien de recente ontwikkelingen geen plaats meer. Op grond van de in de ontwikkeling zijnde provinciale Verordening ruimte fase 1 en 2 zal waarschijnlijk de maximale omvang beperkt worden tot 2,5 ha op duurzame locaties. De laatste jaren is namelijk sprake van een sterke terugloop van het aantal agrarische bedrijven. Steeds meer agrariërs beëindigen hun bedrijfsvoering als gevolg van de economische ontwikkelingen en veranderende regelgeving. Vanuit deze optiek ontstaat voor de komende jaren meer en meer een opgave om de landbouw als sector overeind te houden en de nadelige consequenties van bedrijfsbeëindiging te ondervangen. Het gaat dan niet alleen om sociaaleconomische gevolgen, maar eveneens om ruimtelijke consequenties voor bijvoorbeeld natuur- en landschapsbeheer. De gemeentelijke instrumenten om de ontwikkelingen in de landbouw ten goede te keren zijn gering. Waar instrumenten voor handen zijn, zal de gemeente deze inzetten om bedrijven met groeipotentie de ruimte te geven en bedrijfsbeëindigingen zo goed mogelijk te begeleiden. Gebiedsvisie Wgv vaste afstanden 2011 - Bergeijk 3

Wat betreft bouwen en wonen wordt in de Structuurvisie het volgende vermeld: Voor het wonen staat de realisatie van het eigen woningbouwprogramma centraal. Dit wil Bergeijk minimaal realiseren. Iedere kern moet, indien redelijkerwijs mogelijk, tenminste ruimte krijgen om te bouwen voor de eigen bevolkingsgroei. Het realiseren van een kern waar de inwoners als het ware hun hele levensloop kunnen blijven wonen en daarmee een wooncarrière kunnen maken, vergt niet alleen voldoende aantal woningen per kern, maar vooral ook een op de toekomstige vraag toegesneden aanbod van woningtypen en ondersteunende diensten. Voorkomen moet worden dat er gebouwd wordt wat er al staat terwijl de bevolking naar leeftijd- en huishoudensamenstelling verandert. De doelgroepen ouderen en jongeren vergen wat dat betreft extra aandacht. Het is van belang dat de gemeente Bergeijk voldoende woningen bouwt, zeker gezien het feit dat de groei van de woningvoorraad in de gemeente onder de prognose ligt (provinciale Monitor Bevolking en Wonen januari 2007). Conclusie: Op basis van het bovenstaande kan worden gesteld dat de, in het kader van dit onderzoek, relevante gewenste ruimtelijke ontwikkeling is dat landbouwbedrijven met groeipotentie de ruimte te krijgen en dat woningbouwlocaties niet onnodig moeten worden belemmerd. Gebiedsvisie Wgv vaste afstanden 2011 - Bergeijk 4

3 Verkleinen vaste afstanden 3.1 Inleiding De wettelijke bandbreedte om af te wijken van de wettelijke vaste afstand binnen de bebouwde kom bedraagt minimaal 50 meter. De wettelijke vaste afstand voor het buitengebied bedraagt tevens 50 meter. Deze afstand mag worden verkleind tot minimaal 25 meter. In onderstaande tabel is de standaard afstand en de minimale afstand weergegeven. Tabel 1. Gebied Standaard waarde Minimale afstand Bebouwde kom 100 m. 50 m. Buitengebied 50 m. 25 m. Voorafgaand aan het onderzoek naar vaste afstanden is een snelle inventarisatie gemaakt van de grondgebonden veehouderijen die niet kunnen voldoen aan de huidige vaste afstanden. Uit deze inventarisatie is gebleken dat ca. 20 grondgebonden veehouderijen beperkt worden in hun uitbreidingsmogelijkheden vanwege de afstand ten opzichte van omliggende geurgevoelige objecten (bijv. woningen). 3.2 Uitwerking stellen afwijkende vaste afstanden Onderzocht is op welke manier geschikte afwijkende afstanden tot stand kunnen komen. Dit is met behulp van casussen gedaan. De afwijkende afstanden zullen uit oogpunt van rechtsgelijkheid gaan gelden in het hele grondgebied van Bergeijk. Een zeer belangrijk uitgangspunt om te komen tot andere vaste afstanden is de uitdrukkelijke wens van de gemeente Bergeijk dat het woon- en leefklimaat van omliggende geurgevoelige objecten niet verslechtert door het stellen van kortere afstanden. Dit betekent dat in de verordening zal worden vastgelegd dat uitbreiding alleen mogelijk is als tevens wordt voldaan aan een aantal voorwaarden. De voorwaarden zijn noodzakelijk om in de directe omgeving verslechtering van het woon- en leefklimaat te voorkomen. De voorwaarden zijn als volgt: Ten eerste zal de afstand van de buitenzijde van een dierenverblijf tot de buitenzijde van een geurgevoelig object van 50 meter in de bebouwde kom en 25 meter in het buitengebied moeten worden gerespecteerd. Dit is vastgelegd in Artikel 4 lid 1 van de Wet geurhinder en veehouderij. Dit betekent dat bedrijven die een vigerende vergunning hebben waarin niet wordt voldaan aan deze afstand, niet mogen uitbreiden als deze te korte afstand wordt gehandhaafd. Gebiedsvisie Wgv vaste afstanden 2011 - Bergeijk 5

Als volgens de vigerende vergunning het emissiepunt van het dierenverblijf is gelegen binnen 25-50 meter ten opzichte van een woning in het buitengebied en/of binnen 50-100 meter ten opzichte van een woning in de bebouwde kom dan is uitbreiding met (grondgebonden) dieren mogelijk, mits de uitbreiding plaatsvindt op 50 danwel 100 meter (ten opzichte van woning het buitengebied respectievelijk de bebouwde kom). De maximale (totale) bedrijfsgrootte is beperkt. Hiervoor is aangesloten bij de maximale omvang uit het Besluit Landbouw milieubeheer. Bij een grotere bedrijfsomvang kan het woon- en leefklimaat niet meer worden gegarandeerd. De maximale bedrijfsomvang betreft: -200 stuks melkvee en 140 stuks jongvee; -340 stuks jongvee; -340 stuks jongvee en overig melkvee; - 50 paarden; - 50 stuks overige landbouwhuisdieren zonder geuremissiefactor (niet zijnde melkvee, jongvee en paarden, maar bijv. herten, struisvogels, emoe s, kangoeroes). Indien een bedrijf zowel melkrundvee, paarden en overige landbouwhuisdieren houdt, mogen deze aantallen niet worden opgeteld. Eerst moet worden bepaald welke veehouderijtak het meest bepalend is (melkveehouderij, paardenhouderij of overige landbouwhuisdierenhouderij). Bij deze beoordeling is de verhouding tussen de aantallen diercategorieën bepalend. Als voorbeeld: bij 100 koeien, 50 paarden en 20 herten is sprake van een melkveehouderij. Bij een melkrundveehouderij mogen in totaal maximaal 340 dieren (inclusief (overig) melkvee, jongvee en paarden) worden gehouden; Bij een paarden- en overige landbouwhuisdierenhouderij mogen in totaal (gezamenlijk) maximaal 50 dieren worden gehouden (inclusief (overig) melkvee, jongvee en paarden). Deze methodiek is weliswaar in afwijking van het Besluit landbouw milieubeheer maar hiermee wordt voorkomen dat 340 stuks melkrundvee, 50 paarden en 50 stuks overige landbouwhuisdieren op relatief korte afstand van geurgevoelig objecten worden gehouden. Kort samengevat komen de voorwaarden neer op het volgende: Binnen bebouwde kom: - 0-50 meter: hier mogen geen dieren zitten; - 50-100 meter: wat er zit, kan gehandhaafd blijven. Geen uitbreiding in dieren toegestaan; - vanaf 100 meter: uitbreiding tot een maximale bedrijfsomvang conform Besluit landbouw milieubeheer (op bedrijfsniveau). Buiten bebouwde kom - 0-25 meter: hier mogen geen dieren zitten; - 25-50 meter: wat er zit, kan gehandhaafd blijven. Geen uitbreiding in dieren toegestaan; Gebiedsvisie Wgv vaste afstanden 2011 - Bergeijk 6

- vanaf 50 meter: uitbreiding tot een maximale bedrijfsomvang conform Besluit landbouw milieubeheer (op bedrijfsniveau). 3.3 Afwegingen met betrekking tot het stellen van kortere afstanden In deze gebiedsvisie moet het belang van het stellen van kortere afstanden worden afgewogen ten opzichte van de nadelen die de kortere afstanden met zich meebrengen. Het belangrijkste nadeel is dat de kortere vaste afstanden mogelijk een verslechtering van het leefklimaat kunnen veroorzaken. Vanwege de voorwaarde dat er geen uitbreiding is toegestaan binnen 25-50 (buiten bebouwde kom) en 50-100 (binnen bebouwde kom) meter treedt tot 50 meter (buiten bebouwde kom) en 100 meter (bebouwde kom) geen verslechtering van de situatie op. In bepaalde gevallen is zelfs sprake van een verbetering, namelijk als het bedrijf tot 50 meter (bebouwde kom) of 25 meter (buiten bebouwde kom) dieren weghaalt om verder naar achter te kunnen uitbreiden. Uit een inventarisatie is gebleken dat een beperkt aantal veehouderijen (ca. 20) gebruik kunnen maken van deze nieuwe voorwaarden. Er zijn derhalve ook relatief weinig mensen die de hinder van deze kortere afstand ervaren. In een aantal gevallen betreft het veehouderijen die aan de rand van een (landelijke) kern zijn gelegen, dus in een overgangsgebied van de bebouwde kom naar buitengebied. Dit kan het toestaan van iets meer geur rechtvaardigen. Bergeijk is een landelijke gemeente waar agrarische bedrijvigheid van belang is, dus gewenste ruimtelijke ontwikkeling is dat veehouderijen (en zeker de extensieve) nog moeten kunnen ontwikkelen (zie ook de tekstpassages uit de Structuurvisie). Bedrijven zullen na afschrijving van de oude stallen de nieuwe stallen wel op voldoende afstand (wettelijke afstand) van omliggende geurgevoelige objecten situeren zodat ze naar de toekomst toe meer mogelijkheden hebben. In een aantal gevallen gaat het nu om een tijdelijke situatie die op termijn voldoet aan de wettelijke afstanden. De betreffende veehouderijen blijven onder de maximale omvang van het Besluit landbouw milieubeheer. Het zijn dus relatief kleine bedrijven die, indien aan de afstand wordt voldaan, geen vergunning nodig hebben. Vanwege het niet voldoen aan de afstanden hebben deze bedrijven dus wel meer administratieve lasten dan de bedrijven die onder het Besluit landbouw milieubeheer vallen en kan er ook meer maatwerk worden geleverd wat betreft voorschriften. Om gebruik te kunnen maken van de voorwaarden van de verordening, is het bedrijf gehouden aan een maximale groei. Deze maximale groei is afgeleid van het Besluit landbouw milieubeheer. Er zullen dus in/tegen de bebouwde kom geen verhoudingsgewijs grote bedrijven komen. De bedrijven blijven onder het niveau van het Besluit landbouw milieubeheer, indien verdere uitbreiding gewenst is, dan moet wel aan de wettelijke afstanden worden voldaan, dus op termijn bij doorgroei wordt wel aan de wettelijke afstand voldaan. Gebiedsvisie Wgv vaste afstanden 2011 - Bergeijk 7

Conclusie: Het stellen van een kortere vaste afstand op basis van een aantal nauw omschreven voorwaarden biedt extra mogelijkheden voor grondgebonden veehouderijen en ook mogelijkheden voor toekomstige plangebieden. Per geval moet wel worden beoordeeld of kan worden voldaan aan de voorwaarden. Door het stellen van de extra voorwaarden wordt een verslechtering van het leefklimaat voorkomen. Gebiedsvisie Wgv vaste afstanden 2011 - Bergeijk 8

4 Toetsing aan de randvoorwaarden Wet geurhinder en veehouderij In de artikelen 6 en 8 van de Wgv zijn de eisen vastgelegd die de gemeente moet betrekken bij het vaststellen van andere normen dan die standaard in de wet zijn opgenomen. In deze paragraaf wordt getoetst of wordt voldaan aan de eisen. De gewenste ruimtelijke inrichting van het gebied Een andere afstand wordt gemotiveerd door de gemeentelijke visie op het deel van het gemeentelijke grondgebied, waarvoor het stellen van die afstand wordt overwogen. De visie bevat de gewenste ruimtelijke inrichting in het gebied, in ieder geval ten aanzien van de ontwikkeling van de veehouderijsector en van geurgevoelige objecten. De handreiking bij de Wgv stelt dat het voor de hand ligt om te motiveren of, en zo ja: hoe en in welke mate, de andere afstand aan realisering van de visie bijdraagt. In de gebiedsvisie van de gemeente Bergeijk is rekening gehouden met de gewenste ruimtelijke inrichting zoals vastgelegd in de structuurvisie. Hierin is gesteld dat landbouwbedrijven met groeipotentie de ruimte moeten krijgen en dat woningbouwlocaties niet onnodig moeten worden belemmerd. Door de vaste afstand, onder duidelijk omschreven voorwaarden te verkleinen, wordt het mogelijk dat perspectiefvolle veehouderijen een uitbreiding kunnen realiseren. Het verkleinen van de vaste afstand maakt het vervolgens mogelijk dat grotere delen van toekomstige woningbouwgebieden kunnen worden bebouwd. Op grond van het bovenstaande kan worden gesteld dat de gemeente voldoende rekening heeft gehouden met de gewenste ruimtelijke ontwikkeling in het gebied en de motivatie in overeenstemming is met wat de Wgv vereist. Huidige en te verwachten geursituatie in het gebied In deze gebiedsvisie is het onderzoek beschreven naar de vaste afstanden die gelden voor dieren waarvoor geen geuremissiefactoren gelden. Dit betekent dat de geuremissie van de betreffende grondgebonden veehouderijen niet te kwantificeren is. De achtergrondbelasting door de intensieve veehouderij is in het kader van de eerdere gebiedsvisie van 2008 wel berekend. Uit dit onderzoek is gebleken dat de achtergrondbelasting in 2008 in de bebouwde kom gemiddeld 4 ou E /m 3 bedraagt en dat deze in de toekomst maximaal 5 ou E /m 3 kan worden. Dit komt overeen met een goed leefklimaat. In 2008 bedraagt de achtergrondbelasting in het buitengebied gemiddeld 6 ou E /m 3 en deze kan in de toekomst maximaal 8 ou E /m 3 kan worden. Dit komt overeen met een goed, respectievelijk redelijk goed leefklimaat. De ca. 20 grondgebonden veehouderijen in de gemeente Bergeijk die niet voldoen aan de wettelijke vaste afstanden liggen verspreid over het gehele grondgebied. Gebiedsvisie Wgv vaste afstanden 2011 - Bergeijk 9

In sommige gevallen zijn in de directe omgeving van de meest beperkende woningen ook intensieve veehouderijen aanwezig. Uit het onderzoek in 2008 is reeds gebleken dat een aanpassing van de normstelling niet nodig aangezien de geurbelasting op basis van bij de wettelijke geurnormen in alle gebieden op een acceptabel peil blijft. De omliggende woningen uit onderhavig onderzoek moeten aanvullend worden beoordeeld op de huidige en te verwachten geursituatie vanwege de grondgebonden veehouderijen. Zoals eerder vermeld, is de geuremissie van de grondgebonden veehouderijen niet te kwantificeren. Om toch iets te kunnen zeggen over de huidige geursituatie is aan de gemeente gevraagd of er klachten zijn geregistreerd die verband houden met de grondgebonden veehouderij. Dit blijkt niet het geval te zijn. Hieruit kan worden afgeleid dat de huidige geursituatie in relatie tot de grondgebonden veehouderij op een acceptabel peil is en dat geen sprake is van geurhinder vanwege deze veehouderijen. Door de verkleining van de vaste afstanden worden meer dieren toegestaan bij bedrijven die op een relatief korte afstand van omliggende geurgevoelige objecten zijn gelegen. Dit kan in potentie leiden tot meer geurklachten en geurhinder. Door een eventuele uitbreiding echter alleen toe te staan op de wettelijk vastgestelde afstand en geen verslechtering van de bestaande situatie toe te staan wordt ook de toekomstige geursituatie op een acceptabel peil gehouden. Hiermee is voldaan aan de eis van de Wgv om rekening te houden met de huidige en te verwachten geursituatie in het gebied. Het belang van een geïntegreerde aanpak van de verontreiniging De IPPC-richtlijn beoogt een geïntegreerde aanpak (preventie en bestrijding) van verontreiniging. Afwenteling van een verontreiniging moet worden voorkomen, teneinde een hoog niveau van bescherming voor het milieu in zijn geheel te bevorderen (overwegingen 7 en 9 van de richtlijn). Daarom moet bij het opstellen van een verordening niet alleen met de geursituatie maar ook met de andere milieucompartimenten rekening worden gehouden. De gemeente zal een kleinere vaste afstand toepassen binnen zowel de bebouwde kom als het buitengebied (onder voorwaarden). In het belang van een geïntegreerde aanpak van de verontreiniging is het volgende in beschouwing genomen: - de andere afstanden leiden niet tot een concentratie aan veehouderijen in de nabijheid van voor ammoniak kwetsbare gebieden, de veehouderijen waarvoor deze afstanden relevant zijn liggen immers verspreid over het gehele grondgebied van de gemeente Bergeijk; - de andere afstanden leiden niet tot het gebruik van emissiereducerende maatregelen met een hoog energieverbruik (zoals luchtwassers). De geuremissie van diercategorieën waarvoor vaste afstanden gelden kan niet worden gekwantificeerd, om deze reden kan ook geen geurreductie worden behaald met luchtwassers. Gebruik van luchtwassers wordt derhalve door het stellen van een kortere afstand niet gestimuleerd. Overigens: het gebruik van luchtwassers bij de grondgebonden bedrijven is niet gebruikelijk. De uitrusting van stallen op deze bedrijven leent zich daar niet voor. - de andere afstanden staan een geïntegreerde aanpak van de verontreiniging door het toepassen van de best beschikbare technieken niet in de weg. Gebiedsvisie Wgv vaste afstanden 2011 - Bergeijk 10

Kortom, de kortere afstanden voor de bebouwde kom en het buitengebied in Bergeijk zal niet leiden tot verplaatsing van de verontreiniging naar een ander milieucompartiment, waardoor de bestrijding van andere verontreinigingen en dus een duurzame ontwikkeling (overweging 9 van de IPPC richtlijn) zou worden gefrustreerd. Noodzaak van een even hoog niveau van de bescherming van het milieu De gemeentelijke afweging resulteert in andere afstanden, die weliswaar generiek zijn in een bepaald gebied, maar die voortvloeit uit een maatwerkbenadering ten aanzien van alle onderscheiden veehouderijen in het gebied. De combinatie van deze maatwerkbenadering, de andere afstanden die de in de wet vastgelegde boven- en ondergrens niet overschrijden, de mogelijkheid van toepassing van artikel 2 tweede lid Wgv tot het weigeren van de vergunning en het toepassen van beste beschikbare technieken, waarborgen dat voor het milieu in zijn geheel ten minste een gelijkwaardig niveau van bescherming, in vergelijking met de situatie waarin alle bedrijven individueel zouden worden beoordeeld. Overleg met de naburige gemeenten De gemeentelijke beslissing om voor een bepaald gebied een andere afstand te hanteren, kan effecten hebben op de uitbreidingsmogelijkheden voor veehouderijen in nabij gelegen gemeenten. Om die reden is voorafgaand aan de besluitvorming over de andere afstanden overleg voorgeschreven met de nabijgelegen gemeenten, voorafgaande aan besluitvorming over de andere afstanden (artikel 9 van de Wgv). Dit overleg is alleen nodig wanneer de andere afstanden effecten hebben voor de buurgemeenten. Immers, een andere afstand voor geurgevoelige objecten in een grensgebied kan van invloed zijn op de ontwikkelingsmogelijkheden voor veehouderijen direct buiten de gemeentegrens. De kleinere afstand heeft geen doorwerking naar de ontwikkelingsmogelijkheden voor bedrijven in de buurgemeenten. Om deze reden heeft geen overleg plaatsgevonden. Gebiedsvisie Wgv vaste afstanden 2011 - Bergeijk 11

5 Conclusies en aanbevelingen Bij besluit van 3 juni 2010 is de Structuurvisie Bergeijk; Leven en Beleven; tussen bossen, beken en boerenland vastgesteld. In de structuurvisie is de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van gemeente Bergeijk beschreven. In de Structuurvisie is aangegeven dat landbouwbedrijven met groeipotentie de ruimte moeten krijgen en dat woningbouwlocaties niet onnodig moeten worden belemmerd. Uit een inventarisatie blijkt dat ca. 20 grondgebonden veehouderijen te maken hebben met te korte afstanden ten opzichte van omliggende geurgevoelige objecten (bijv. woningen). Bij de gemeente is bekend dat enkele van deze perspectiefvolle bedrijven graag willen uitbreiden. Op basis van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het grondgebied van gemeente Bergeijk is het verkleinen van de vaste afstanden, onder voorwaarden, gewenst. Deze voorwaarden zijn gesteld zodat het woon- en leefklimaat van omliggende geurgevoelige objecten niet verslechtert. Kort samengevat komen deze voorwaarden neer op het volgende: Binnen bebouwde kom: - 0-50 meter: hier mogen geen dieren zitten; - 50-100 meter: wat er zit, kan gehandhaafd blijven. Geen uitbreiding in dieren toegestaan; - v.a. 100 meter: uitbreiding tot een maximale bedrijfsomvang (op bedrijfsniveau). Buiten bebouwde kom - 0-25 meter: hier mogen geen dieren zitten; - 25-50 meter: wat er zit, kan gehandhaafd blijven. Geen uitbreiding in dieren toegestaan; - v.a. 50 meter: uitbreiding tot een maximale bedrijfsomvang (op bedrijfsniveau). Voor de maximale bedrijfsomvang wordt aangesloten bij de omvang die maximaal mag worden gehouden onder het besluit Landbouw. Deze maximale bedrijfsomvang betreft: -200 stuks melkvee en 140 stuks jongvee; -340 stuks jongvee; -340 stuks jongvee en overig melkvee; - 50 paarden; - 50 stuks overige landbouwhuisdieren zonder geuremissiefactor (niet zijnde melkvee, jongvee en paarden, maar bijv. herten, struisvogels, emoe s, kangoeroes). Bij een combinatie van melkvee, jongvee, paarden en overige landbouwhuisdieren wordt een maximum gesteld van 340 dieren indien het een melkveehouderij betreft en 50 dieren voor de overige veehouderijen (paarden- en overige landbouwhuisdierenhouderij). Gebiedsvisie Wgv vaste afstanden 2011 - Bergeijk 12

Aanbevelingen: Het onderzoek uit deze gebiedsvisie leidt tot de volgende aanbevelingen. Het intrekken van de huidige verordening; Het terugbrengen van de wettelijke vaste afstand van 100 meter naar minimaal 50 meter in de bebouwde kom onder bovenstaande voorwaarden, dit moet worden vastgelegd in een verordening; Het terugbrengen van de wettelijke vaste afstand van 50 meter naar minimaal 25 meter in het buitengebied onder bovenstaande voorwaarden, dit moet worden vastgelegd in een verordening. Gebiedsvisie Wgv vaste afstanden 2011 - Bergeijk 13

Bijlage Lijst criteria bebouwde kom Bergeijk door mr. Van den Boom Juridisch karakter Aangezien er sprake is van interpretatie van een wettelijk begrip, beschikt het bevoegd gezag niet over beleidsvrijheid. De rechter zal zelf een oordeel vormen over dit begrip. Spraakgebruik bebouwde kom De bebouwde kom is een door de overheid aangegeven gebied waar veel bebouwing is, waardoor het mogelijk is om in bebouwde gebieden andere regels te laten gelden. In Nederland is er over het algemeen een duidelijk verschil tussen de bewoonde gebieden, zoals steden en dorpen, en de verbindingswegen daarbuiten. De bebouwde kom komt dan meestal overeen met het bebouwde gebied. Wgv Verspreid liggende woonbebouwing zal geen bebouwde kom in de zin van de Wgv vormen, terwijl dorpskernen dat in het algemeen wel zijn. Om te kunnen spreken van een bebouwde kom is bepalend de ruimtelijke structuur met de aanwezigheid van een of meer voorzieningen. Een kernbepaling vormt de volgende passage in de MvT: De bebouwde kom kan namelijk worden omschreven als het gebied dat door aaneengesloten bebouwing overwegend een woon- en verblijffunctie heeft en waarin veel mensen per oppervlakte-eenheid ook daadwerkelijk wonen of verblijven Bebouwde kom in de zin van de Wegenverkeerswetgeving Door de hogere bevolkingsdichtheid en de daarmee gepaarde veiligheidsrisico's in een bebouwd gebied zijn de maximumsnelheden lager dan buiten een bebouwde kom. Bebouwde kom en ruimtelijke ordening Binnen een bebouwde kom is de op korte afstand van elkaar gelegen bebouwing geconcentreerd tot een samenhangende structuur. Spraakgebruik in beginsel richtinggevend Gelet op de omstandigheid dat het perceel is gelegen in een gebied waar zich meerdere woningen bevinden waarbij een structurele samenhang van de bebouwing in ruimtelijke zin aanwezig is, heeft de rechtbank terecht overwogen dat het perceel tot een cluster van bebouwing behoort die in het dagelijks taalgebruik als "bebouwde kom" wordt aangeduid. Spraakgebruik richting gevend maar niet voldoende Het enkele feit dat er van oudsher sprake is van een dorp brengt niet met zich mede dat er sprake is van bebouwde kom in de Wet geurhinder en veehouderij. De Afdeling bestuursrechtspraak voert ook een zeker kwantitatief element toe aan de eis om te kunnen spreken van bebouwde kom. In het desbetreffende gebied liggen weliswaar enkele burgerwoningen, maar deze bevinden zich te midden van agrarische bedrijven en zijn niet zo geconcentreerd dat het gebied daardoor een bepaalde woonfunctie kan worden toegekend. Gebiedsvisie Wgv vaste afstanden 2011 - Bergeijk 14

Functiewijziging mogelijk De bebouwing van een perceel kan meebrengen dat een bestaande woning die niet tot de bebouwde kom behoort, daarna wel tot de bebouwde kom kunnen worden gerekend. (vgl. situatie Deurne en Drimmelen). Recreatiebestemmingen Permanente bewoning van een relatief groot aantal recreatiewoningen brengt niet mede dat er sprake is van een bebouwde kom. Geïsoleerde voorzieningen complex geen bebouwde kom Het enkele feit dat sprake is van een zekere samenhangende bebouwing met bijbehorende voorzieningen, betekent niet dat er sprake is van een bebouwde kom (complex voor ouderen zorg). Problematiek van lintbebouwing Een bepaalde lintbebouwing kan ook gerekend worden tot de bebouwde kom. Dat is met name het geval indien de bebouwing aansluit aan de bebouwde kom. Een cluster van woningen (niet aansluitend aan de bebouwde kom) wordt niet aangemerkt als bebouwde kom. Lintbebouwing (aan een zijde van een verbindingsweg tussen 2 kernen) is als zodanig geen bebouwde kom. Er was sprake van een verbindingsweg tussen 2 kernen met lintbebouwing aan de ene kant en open gebied aan de andere kant. Beleid van de gemeente was: enerzijds openheid behouden, anderzijds versterken van het lint. Zie Strijpsedijk 16 b Leende. Ter zitting is gebleken dat sprake is van een landelijk, open gebied, met aan één zijde langs de verbindingsweg tussen Leenderstrijp en Leende gelegen bebouwing. Gelet hierop heeft de voorzieningenrechter met juistheid overwogen dat niet gesproken kan worden van bebouwing in een samenhangende structuur. Niet bruikbaar De gemeente Dongeradeel heeft in de Verordening het volgende bepaald: Onder bebouwde kom wordt in deze verordening verstaan: Een gebied met overwegend een woon- en verblijffunctie, waar op het moment van inwerkingtreding van deze verordening meer dan 10 woningen binnen een straal van 100 meter van de meest nabijgelegen gevel van het dierenverblijf. Een dergelijke definitie kan m.i. niet staande worden gehouden. Gebiedsvisie Wgv vaste afstanden 2011 - Bergeijk 15