Btw-correctie auto 2013 volgens wetgever Correctie privégebruik ondernemer Hoofdregel Auto na afloop 4e jr. volgend op jaar ingebruikname Auto gekocht zonder aftrek van btw Regeling voor auto(verhuur)bedrijven Correctie privégebruik werknemer Hoofdregel Auto na afloop 4e jr. volgend op jaar van ingebruikname jaar Auto gekocht zonder aftrek van btw eer Regeling voor auto(verhuur)bedrijven
Wettelijke regeling: Ondernemers dienen het werkelijke privégebruik en de daaraan toerekenbare kosten te corrigeren. De wettelijke regeling brengt met zich mee dat ondernemers de privé gereden kilometers en de autokosten in hun administratie bijhouden. De privékilometers worden vervolgens afgezet tegen de in totaal in dat jaar gereden kilometers. Uit die verhouding afgezet tegen de voor de desbetreffende auto gemaakte kosten volgt dan welk bedrag aan btw is verschuldigd wegens het privégebruik van de auto (zie voorbeeld). Goedkeuring: Blijkt bovenstaande niet uit de administratie, dan is onder voorwaarden goedgekeurd dat de correctie wordt vastgesteld op 2,7% van de catalogusprijs (incl. btw en bpm).
Wettelijke regeling: Ondernemers dienen het werkelijke privégebruik en de daaraan toerekenbare kosten te corrigeren. De wettelijke regeling brengt met zich mee dat ondernemers de privé gereden kilometers en de autokosten in hun administratie bijhouden. De privékilometers worden vervolgens afgezet tegen de in totaal in dat jaar gereden kilometers. Uit die verhouding afgezet tegen de voor de desbetreffende auto gemaakte kosten volgt dan welk bedrag aan btw is verschuldigd wegens het privégebruik van de auto (zie voorbeeld). Goedkeuring: Blijkt bovenstaande niet uit de administratie, dan is onder voorwaarden goedgekeurd dat de correctie wordt vastgesteld op 1,5% van de catalogusprijs (incl. btw en bpm).
Wettelijke regeling: Ondernemers dienen het werkelijke privégebruik en de daaraan toerekenbare kosten te corrigeren. De wettelijke regeling brengt met zich mee dat ondernemers de privé gereden kilometers en de autokosten in hun administratie bijhouden. De privékilometers worden vervolgens afgezet tegen de in totaal in dat jaar gereden kilometers. Uit die verhouding afgezet tegen de voor de desbetreffende auto gemaakte kosten volgt dan welk bedrag aan btw is verschuldigd wegens het privégebruik van de auto (zie voorbeeld). Goedkeuring: Blijkt bovenstaande niet uit de administratie, dan is onder voorwaarden goedgekeurd dat de correctie wordt vastgesteld op 1,5% van de catalogusprijs (incl. btw en bpm). Hierbij kan het standpunt worden ingenomen dat de btw-correctie niet meer bedraagt dan de btw die in aftrek is gebracht.
Wettelijke regeling: Ondernemers dienen het werkelijke privégebruik en de daaraan toerekenbare kosten te corrigeren. De wettelijke regeling brengt met zich mee dat ondernemers de privé gereden kilometers en de autokosten in hun administratie bijhouden. De privékilometers worden vervolgens afgezet tegen de in totaal in dat jaar gereden kilometers. Uit die verhouding afgezet tegen de voor de desbetreffende auto gemaakte kosten volgt dan welk bedrag aan btw is verschuldigd wegens het privégebruik van de auto (zie voorbeeld). Goedkeuring: Als bij auto(verhuur)bedrijven werknemers of de ondernemer voor privédoeleinden gebruik maken van verschillende (demonstratie)personenauto s waarvan de waarde onderling (sterk) verschilt wordt goedgekeurd dat voor de vaststelling van de catalogusprijs wordt uitgegaan van de (ongewogen) gemiddelde catalogusprijs van de voor privédoeleinden ter beschikking staande auto s. Deze gemiddelde catalogusprijs geldt in dat geval als grondslag voor de berekening van de verschuldigde btw voor alle betrokkenen. Als de betrokkene slechts een deel van het jaar de beschikking heeft gehad over een hier bedoelde auto wordt daarmee naar tijdsgelang rekening gehouden. Ook hier kan gebruik worden gemaakt van de forfaitait van 2,7% (of 1,5%).
Werknemer betaalt vergoeding voor privégebruik? Ja Nee
Werknemer betaalt vergoeding voor privégebruik? Ja Nee
Wettelijke regeling: Is een eigen bijdrage verschuldigd, dan kan er geen btw-correctie plaatsvinden op grond van een heffing over de fictieve prestatie. Om misbruik te voorkomen is echter bepaald dat indien een auto tegen een lagere vergoeding dan de normale waarde ter beschikking wordt gesteld aan een verbonden afnemer die geen volledig recht heeft op aftrek, de vergoeding wordt gesteld op de normale waarde (voorbeeld). Goedkeuring: De normale waardeberekening kan op problemen stuiten als bijvoorbeeld het gebruik voor privédoeleinden niet bekend is. Om hieraan tegemoet te komen mag de forfaitaire berekening (2,7%) ook worden toegepast als de btw berekend dient te worden over de normale waarde omdat de in rekening gebrachte vergoeding minder bedraagt dan deze waarde. In dat geval bedraagt de verschuldigde btw 2,7% van de catalogusprijs (incl. btw en bpm) en dient in het laatste aangiftetijdvak te worden voldaan. De voldoening van btw over de gedurende het jaar in rekening gebrachte vergoeding kan dan achterwege blijven (voorbeeld). LET OP: Het forfait mag echter niet worden toegepast als de verschuldigde btw over de in rekening gebrachte vergoedingen méér bedraagt dan hetgeen verschuldigd zou zijn volgens het forfait. In dat geval is echter ook telkens btw verschuldigd over de in rekening gebrachte vergoeding.
Wettelijke regeling: Is een eigen bijdrage verschuldigd, dan kan er geen btw-correctie plaatsvinden op grond van een heffing over de fictieve prestatie. Om misbruik te voorkomen is echter bepaald dat indien een auto tegen een lagere vergoeding dan de normale waarde ter beschikking wordt gesteld aan een verbonden afnemer die geen volledig recht heeft op aftrek, de vergoeding wordt gesteld op de normale waarde (voorbeeld). Goedkeuring: De normale waardeberekening kan op problemen stuiten als bijvoorbeeld het gebruik voor privédoeleinden niet bekend is. Om hieraan tegemoet te komen mag de forfaitaire berekening (1,5%) ook worden toegepast als de btw berekend dient te worden over de normale waarde omdat de in rekening gebrachte vergoeding minder bedraagt dan deze waarde. In dat geval bedraagt de verschuldigde btw 1,5% van de catalogusprijs (incl. btw en bpm) en dient in het laatste aangiftetijdvak te worden voldaan. De voldoening van btw over de gedurende het jaar in rekening gebrachte vergoeding achterwege kan dan blijven (voorbeeld). LET OP: Het forfait mag echter niet worden toegepast als de verschuldigde btw over de in rekening gebrachte vergoedingen méér bedraagt dan hetgeen verschuldigd zou zijn volgens het forfait. In dat geval is echter ook telkens btw verschuldigd over de in rekening gebrachte vergoeding.
Wettelijke regeling: Is een eigen bijdrage verschuldigd, dan kan er geen btw-correctie plaatsvinden op grond van een heffing over de fictieve prestatie. Om misbruik te voorkomen is echter bepaald dat indien een auto tegen een lagere vergoeding dan de normale waarde ter beschikking wordt gesteld aan een verbonden afnemer die geen volledig recht heeft op aftrek, de vergoeding wordt gesteld op de normale waarde (voorbeeld). Goedkeuring: De normale waardeberekening kan op problemen stuiten als bijvoorbeeld het gebruik voor privédoeleinden niet bekend is. Om hieraan tegemoet te komen mag de forfaitaire berekening (1,5%) ook worden toegepast als de btw berekend dient te worden over de normale waarde omdat de in rekening gebrachte vergoeding minder bedraagt dan deze waarde. In dat geval bedraagt de verschuldigde btw 1,5% van de catalogusprijs (incl. btw en bpm) en dient in het laatste aangiftetijdvak te worden voldaan. De voldoening van btw over de gedurende het jaar in rekening gebrachte vergoeding achterwege kan dan blijven (voorbeeld). LET OP: Het forfait mag echter niet worden toegepast als de verschuldigde btw over de in rekening gebrachte vergoedingen méér bedraagt dan hetgeen verschuldigd zou zijn volgens het forfait. In dat geval is echter ook telkens btw verschuldigd over de in rekening gebrachte vergoeding.
Wettelijke regeling: Ondernemers dienen het werkelijke privégebruik en de daaraan toerekenbare kosten te corrigeren. De wettelijke regeling brengt met zich mee dat ondernemers de privé gereden kilometers en de autokosten in hun administratie bijhouden. De privékilometers worden vervolgens afgezet tegen de in totaal in dat jaar gereden kilometers. Uit die verhouding afgezet tegen de voor de desbetreffende auto gemaakte kosten volgt dan welk bedrag aan btw is verschuldigd wegens het privégebruik van de auto (zie voorbeeld). Goedkeuring: Blijkt bovenstaande niet uit de administratie, dan is onder voorwaarden goedgekeurd dat de correctie wordt vastgesteld op 2,7% van de catalogusprijs (incl. btw en bpm).
Wettelijke regeling: Ondernemers dienen het werkelijke privégebruik en de daaraan toerekenbare kosten te corrigeren. De wettelijke regeling brengt met zich mee dat ondernemers de privé gereden kilometers en de autokosten in hun administratie bijhouden. De privékilometers worden vervolgens afgezet tegen de in totaal in dat jaar gereden kilometers. Uit die verhouding afgezet tegen de voor de desbetreffende auto gemaakte kosten volgt dan welk bedrag aan btw is verschuldigd wegens het privégebruik van de auto (zie voorbeeld). Goedkeuring: Blijkt bovenstaande niet uit de administratie, dan is onder voorwaarden goedgekeurd dat de correctie wordt vastgesteld op 1,5% van de catalogusprijs (incl. btw en bpm).
Wettelijke regeling: Ondernemers dienen het werkelijke privégebruik en de daaraan toerekenbare kosten te corrigeren. De wettelijke regeling brengt met zich mee dat ondernemers de privé gereden kilometers en de autokosten in hun administratie bijhouden. De privékilometers worden vervolgens afgezet tegen de in totaal in dat jaar gereden kilometers. Uit die verhouding afgezet tegen de voor de desbetreffende auto gemaakte kosten volgt dan welk bedrag aan btw is verschuldigd wegens het privégebruik van de auto (zie voorbeeld). Goedkeuring: Blijkt bovenstaande niet uit de administratie, dan is onder voorwaarden goedgekeurd dat de correctie wordt vastgesteld op 1,5% van de catalogusprijs (incl. btw en bpm).
Werknemer betaalt vergoeding voor privégebruik? Ja Nee
Privékilometers: Als gekozen wordt om op basis van daadwerkelijk gebruik een btw-correctie toe te passen, is het van belang om woonwerkverkeer bij te houden, aangezien woon-werkverkeer voor de btw als privékilometers worden aangemerkt. Wanneer het privégebruik van een (bestel)auto alléén bestaat uit woon-werkverkeer is het niet per se nodig om een volledige kilometeradministratie bij te houden om de terzake verschuldigde btw te berekenen. Een ondernemer kan er echter ook voor kiezen om op basis van het besluit uit te gaan van een vast aantal van 214 werkdagen per kalenderjaar. Het aantal werkdagen (214) kan naar evenredigheid worden toegepast in geval dat: - De ondernemer op minder dan 5 dagen per week werkt. - De onderneming start of eindigt in de loop van het kalenderjaar.
Privékilometers: Als gekozen wordt om op basis van daadwerkelijk gebruik een btw-correctie toe te passen, is het van belang om woonwerkverkeer bij te houden, aangezien woon-werkverkeer voor de btw als privékilometers worden aangemerkt. Wanneer het privégebruik van een (bestel)auto alléén bestaat uit woon-werkverkeer is het niet per se nodig om een volledige kilometeradministratie bij te houden om de terzake verschuldigde btw te berekenen. Een ondernemer kan er echter ook voor kiezen om op basis van het besluit uit te gaan van een vast aantal van 214 werkdagen per kalenderjaar. Het aantal werkdagen (214) kan naar evenredigheid worden toegepast in geval dat: - De ondernemer op minder dan 5 dagen per week werkt. - De onderneming start of eindigt in de loop van het kalenderjaar.
Privékilometers: Als gekozen wordt om op basis van daadwerkelijk gebruik een btw-correctie toe te passen, is het van belang om woonwerkverkeer bij te houden, aangezien woon-werkverkeer voor de btw als privékilometers worden aangemerkt. Wanneer het privégebruik van een (bestel)auto alléén bestaat uit woon-werkverkeer is het niet per se nodig om een volledige kilometeradministratie bij te houden om de terzake verschuldigde btw te berekenen. Een ondernemer kan er echter ook voor kiezen om op basis van het besluit uit te gaan van een vast aantal van 214 werkdagen per kalenderjaar. Het aantal werkdagen (214) kan naar evenredigheid worden toegepast in geval dat: - De ondernemer op minder dan 5 dagen per week werkt. - De onderneming start of eindigt in de loop van het kalenderjaar.
Privékilometers: Als gekozen wordt om op basis van daadwerkelijk gebruik een btw-correctie toe te passen, is het van belang om woonwerkverkeer bij te houden, aangezien woon-werkverkeer voor de btw als privékilometers worden aangemerkt. Wanneer het privégebruik van een (bestel)auto alléén bestaat uit woon-werkverkeer is het niet per se nodig om een volledige kilometeradministratie bij te houden om de terzake verschuldigde btw te berekenen. Een ondernemer kan er echter ook voor kiezen om op basis van het besluit uit te gaan van een vast aantal van 214 werkdagen per kalenderjaar. Het aantal werkdagen (214) kan naar evenredigheid worden toegepast in geval dat: - De ondernemer op minder dan 5 dagen per week werkt. - De onderneming start of eindigt in de loop van het kalenderjaar.
Privékilometers: Als gekozen wordt om op basis van daadwerkelijk gebruik een btw-correctie toe te passen, is het van belang om woonwerkverkeer bij te houden, aangezien woon-werkverkeer voor de btw als privékilometers worden aangemerkt. Wanneer het privégebruik van een (bestel)auto alléén bestaat uit woon-werkverkeer is het niet per se nodig om een volledige kilometeradministratie bij te houden om de terzake verschuldigde btw te berekenen. Een ondernemer kan er echter ook voor kiezen om op basis van het besluit uit te gaan van een vast aantal van 214 werkdagen per kalenderjaar. Het aantal werkdagen (214) kan naar evenredigheid worden toegepast in geval dat: - De ondernemer op minder dan 5 dagen per week werkt. - De onderneming start of eindigt in de loop van het kalenderjaar.
Privékilometers: Als gekozen wordt om op basis van daadwerkelijk gebruik een btw-correctie toe te passen, is het van belang om woonwerkverkeer bij te houden, aangezien woon-werkverkeer voor de btw als privékilometers worden aangemerkt. Wanneer het privégebruik van een (bestel)auto alléén bestaat uit woon-werkverkeer is het niet per se nodig om een volledige kilometeradministratie bij te houden om de terzake verschuldigde btw te berekenen. Een ondernemer kan er echter ook voor kiezen om op basis van het besluit uit te gaan van een vast aantal van 214 werkdagen per kalenderjaar. Het aantal werkdagen (214) kan naar evenredigheid worden toegepast in geval dat: - De ondernemer op minder dan 5 dagen per week werkt. - De onderneming start of eindigt in de loop van het kalenderjaar.
Privékilometers: Als gekozen wordt om op basis van daadwerkelijk gebruik een btw-correctie toe te passen, is het van belang om woonwerkverkeer bij te houden, aangezien woon-werkverkeer voor de btw als privékilometers worden aangemerkt. Wanneer het privégebruik van een (bestel)auto alléén bestaat uit woon-werkverkeer is het niet per se nodig om een volledige kilometeradministratie bij te houden om de terzake verschuldigde btw te berekenen. Een ondernemer kan er echter ook voor kiezen om op basis van het besluit uit te gaan van een vast aantal van 214 werkdagen per kalenderjaar. Het aantal werkdagen (214) kan naar evenredigheid worden toegepast in geval dat: - De ondernemer op minder dan 5 dagen per week werkt. - De onderneming start of eindigt in de loop van het kalenderjaar.
Voorbeeld: Een ondernemer heeft de beschikking over een auto met een cataloguswaarde van 30.000. Hij maakt 15.000 privékilometers op jaarbasis. De zakelijke kilometers bedragen 10.000 per jaar. In principe komt slechts het zakelijk deel voor aftrek in aanmerking, tenzij een beroep wordt gedaan op het besluit. In dat geval dient een btw-correctie van 2,7% * catalogusprijs (incl. btw en bpm) plaats te vinden. Uitgaande van de daadwerkelijke zakelijke kilometers, komt slechts 10/25 deel van de btw voor aftrek in aanmerking. Wordt gebruik gemaakt van het besluit, dan kan alle btw in aftrek worden gebracht en dient er op jaarbasis een correctie plaats te vinden van 30.000 * 2,7% = 810. Welke optie voor de ondernemer het voordeligst is, zal sterk afhangen van de btw-druk op de auto en de verhouding zakelijke kilometers/totale kilometers. Bedragen de kosten m.b.t. bovenstaand voorbeeld 11.000 per jaar (incl. 21% btw), dan zou de ondernemer op basis van de daadwerkelijke zakelijke kilometers slechts 10/25 * 1.909 (21/121*11.000)= 763 in aftrek kunnen brengen. Uitgaande van het besluit kan 1.909 in aftrek worden gebracht en moet 810 worden gecorrigeerd. Per saldo dus een aftrek van 1.099.
Voorbeeld: Een ondernemer heeft de beschikking over een auto met een (ongewogen) gemiddelde cataloguswaarde van 30.000. Hij maakt 15.000 privékilometers op jaarbasis. De zakelijke kilometers bedragen 10.000 per jaar. In principe komt slechts het zakelijk deel voor aftrek in aanmerking, tenzij een beroep wordt gedaan op het besluit. In dat geval dient een btw-correctie van 2,7% * catalogusprijs (incl. btw en bpm) plaats te vinden. Uitgaande van de daadwerkelijke zakelijke kilometers, komt slechts 10/25 deel van de btw voor aftrek in aanmerking. Wordt gebruik gemaakt van het besluit, dan kan alle btw in aftrek worden gebracht en dient er op jaarbasis een correctie plaats te vinden van 30.000 * 2,7% = 810. Welke optie voor de ondernemer het voordeligst is, zal sterk afhangen van de btw-druk op de auto en de verhouding zakelijke kilometers/totale kilometers. Bedragen de kosten m.b.t. bovenstaand voorbeeld 11.000 per jaar (incl. 21% btw), dan zou de ondernemer op basis van de daadwerkelijke zakelijke kilometers slechts 10/25 * 1.909 (21/121*11.000)= 763 in aftrek kunnen brengen. Uitgaande van het besluit kan 1.909 in aftrek worden gebracht en moet 810 worden gecorrigeerd. Per saldo dus een aftrek van 1.146.
Voorbeeld: Een ondernemer heeft de beschikking over een auto met een cataloguswaarde van 30.000. Hij maakt 15.000 privékilometers op jaarbasis. De zakelijke kilometers bedragen 10.000 per jaar. In principe komt slechts het zakelijk deel voor aftrek in aanmerking, tenzij een beroep wordt gedaan op het besluit. In dat geval dient een btw-correctie van 2,7% * catalogusprijs (incl. btw en bpm) plaats te vinden. Uitgaande van de daadwerkelijke zakelijke kilometers, komt slechts 10/25 deel van de btw voor aftrek in aanmerking. Wordt gebruik gemaakt van het besluit, dan kan alle btw in aftrek worden gebracht en dient er op jaarbasis een correctie plaats te vinden van 30.000 * 2,7% = 810. Welke optie voor de ondernemer het voordeligst is, zal sterk afhangen van de btw-druk op de auto en de verhouding zakelijke kilometers/totale kilometers. Bedragen de kosten m.b.t. bovenstaand voorbeeld 11.000 per jaar (incl. 21% btw), dan zou de ondernemer op basis van de daadwerkelijke zakelijke kilometers slechts 10/25 * 1.909 (21/121*11.000)= 763 in aftrek kunnen brengen. Uitgaande van het besluit kan 1.909 in aftrek worden gebracht en moet 810 worden gecorrigeerd. Per saldo dus een aftrek van 1.099.
Voorbeeld: Een ondernemer heeft de beschikking over een auto met een cataloguswaarde van 30.000. Hij maakt 15.000 privékilometers op jaarbasis. De zakelijke kilometers bedragen 10.000 per jaar. In principe komt slechts het zakelijk deel voor aftrek in aanmerking, tenzij een beroep wordt gedaan op het besluit. In dat geval dient een btw-correctie van 1,5% * catalogusprijs (incl. btw en bpm) plaats te vinden. Uitgaande van de daadwerkelijke zakelijke kilometers, komt slechts 10/25 deel van de btw voor aftrek in aanmerking. Wordt gebruik gemaakt van het besluit, dan kan alle btw in aftrek worden gebracht en dient er op jaarbasis een correctie plaats te vinden van 30.000 * 1,5% = 450. Welke optie voor de ondernemer het voordeligst is, zal sterk afhangen van de btw-druk op de auto en de verhouding zakelijke kilometers/totale kilometers. Bedragen de kosten m.b.t. bovenstaand voorbeeld 7.000 per jaar (incl. 21% btw), dan zou de ondernemer op basis van de daadwerkelijke zakelijke kilometers slechts 10/25 * 1.214 (21/121*7.000)= 486 in aftrek kunnen brengen. Uitgaande van het besluit kan 1.214 in aftrek worden gebracht en moet 450 worden gecorrigeerd. Per saldo dus een aftrek van 764.
Voorbeeld: Een ondernemer heeft de beschikking over een auto met een cataloguswaarde van 30.000. Hij maakt 15.000 privékilometers op jaarbasis. De zakelijke kilometers bedragen 10.000 per jaar. In principe komt slechts het zakelijk deel voor aftrek in aanmerking, tenzij een beroep wordt gedaan op het besluit. In dat geval dient een btw-correctie van 1,5% * catalogusprijs (incl. btw en bpm) plaats te vinden. Uitgaande van de daadwerkelijke zakelijke kilometers, komt slechts 10/25 deel van de btw voor aftrek in aanmerking. Wordt gebruik gemaakt van het besluit, dan kan alle btw in aftrek worden gebracht en dient er op jaarbasis een correctie plaats te vinden van 30.000 * 1,5% = 450. Welke optie voor de ondernemer het voordeligst is, zal sterk afhangen van de btw-druk op de auto en de verhouding zakelijke kilometers/totale kilometers. Bedragen de kosten m.b.t. bovenstaand voorbeeld 7.000 per jaar (incl. 21% btw), dan zou de ondernemer op basis van de daadwerkelijke zakelijke kilometers slechts 10/25 * 1.214 (21/121*7.000)= 486 in aftrek kunnen brengen. Uitgaande van het besluit kan 1.214 in aftrek worden gebracht en moet 450 worden gecorrigeerd. Per saldo dus een aftrek van 764.
Voorbeeld: Een werknemer heeft de beschikking over een auto met een cataloguswaarde van 30.000 (incl. btw en bpm). Maandelijks is hij een (geringe) eigen bijdrage van 25 euro aan zijn werkgever verschuldigd. Er is geen kilometeradministratie bijgehouden. Wordt gebruik gemaakt van de goedkeuring, dan kan alle btw in aftrek worden gebracht en dient er in het laatste aangiftetijdvak een correctie plaats te vinden van 30.000 * 1,5% = 450. Voldoening van btw over de gedurende het jaar in rekening gebrachte vergoeding kan achterwege blijven.
Voorbeeld: Een werknemer heeft de beschikking over een auto met een cataloguswaarde van 30.000 (incl. btw en bpm). Maandelijks is hij een (geringe) eigen bijdrage van 25 euro aan zijn werkgever verschuldigd. Er is geen kilometeradministratie bijgehouden. Wordt gebruik gemaakt van de goedkeuring, dan kan alle btw in aftrek worden gebracht en dient er in het laatste aangiftetijdvak een correctie plaats te vinden van 30.000 * 2,7% = 810. Voldoening van btw over de gedurende het jaar in rekening gebrachte vergoeding kan achterwege blijven.
Voorbeeld: Een werknemer heeft de beschikking over een auto met een cataloguswaarde van 30.000 (incl. btw en bpm). Maandelijks is hij een (geringe) eigen bijdrage van 25 euro aan zijn werkgever verschuldigd. Er is geen kilometeradministratie bijgehouden. Wordt gebruik gemaakt van de goedkeuring, dan kan alle btw in aftrek worden gebracht en dient er in het laatste aangiftetijdvak een correctie plaats te vinden van 30.000 * 2,7% = 810. Voldoening van btw over de gedurende het jaar in rekening gebrachte vergoeding kan achterwege blijven.
Voorbeeld: Een werknemer heeft de beschikking over een auto met een cataloguswaarde van 30.000. De reisafstand tot zijn werk bedraagt 10 kilometer (4.300 kilometer op jaarbasis) en de overige privékilometers 5.000. Zijn zakelijke kilometers bedragen 25.000 per jaar. De ondernemer is voor deze auto een leasebedrag van 650 verschuldigd (incl. brandstofkosten en incl. btw). De werknemer is een eigen bijdrage verschuldigd van 185 per maand. De auto wordt voor ongeveer 27% (9.300/34.300 x 100%) van de tijd voor privédoeleinden gebruikt. De werknemer heeft in dit geval echter een eigen bijdrage van ruim 28% (185/650 x 100%) van de door de ondernemer t.a.v. de auto gemaakte kosten. Er wordt in dit geval voldaan aan de normale waarde, waardoor de ondernemer alleen btw dient af te dragen over de in rekening gebrachte eigen bijdrage (per saldo 21/121 x 185 x 12). In bovenstaand voorbeeld is voor de beoordeling of sprake is van een normale vergoeding uitgegaan van de verhouding eigen bijdrage/ totale kosten werkgever. Het is echter de vraag of dit juist is, of dat (wat veelal voordeliger is) zou kunnen worden volstaan met de vermenigvuldiging van de privékilometers met de extra kosten van deze kilometers en dit te vergelijken met de totale eigen bijdrage van de werknemer. Deze vraag is voorgelegd in een proefprocedure.
Voorbeeld: Een werknemer heeft de beschikking over een auto met een cataloguswaarde van 30.000. De reisafstand tot zijn werk bedraagt 10 kilometer (4.300 kilometer op jaarbasis) en de overige privékilometers 5.000. Zijn zakelijke kilometers bedragen 25.000 per jaar. De ondernemer is voor deze auto een leasebedrag van 650 verschuldigd (incl. brandstofkosten en incl. btw). De werknemer is een eigen bijdrage verschuldigd van 185 per maand. De auto wordt voor ongeveer 27% (9.300/34.300 x 100%) van de tijd voor privédoeleinden gebruikt. De werknemer heeft in dit geval echter een eigen bijdrage van ruim 28% (185/650 x 100%) van de door de ondernemer t.a.v. de auto gemaakte kosten. Er wordt in dit geval voldaan aan de normale waarde, waardoor de ondernemer alleen btw dient af te dragen over de in rekening gebrachte eigen bijdrage (per saldo 21/121 x 185 x 12). In bovenstaand voorbeeld is voor de beoordeling of sprake is van een normale vergoeding uitgegaan van de verhouding eigen bijdrage/ totale kosten werkgever. Het is echter de vraag of dit juist is, of dat (wat veelal voordeliger is) zou kunnen worden volstaan met de vermenigvuldiging van de privékilometers met de extra kosten van deze kilometers en dit te vergelijken met de totale eigen bijdrage van de werknemer. Deze vraag is voorgelegd in een proefprocedure.
Voorbeeld: Een werknemer heeft de beschikking over een auto met een cataloguswaarde van 30.000. De reisafstand tot zijn werk bedraagt 10 kilometer (4.300 kilometer op jaarbasis) en de overige privékilometers 5.000. Zijn zakelijke kilometers bedragen 25.000 per jaar. De ondernemer is voor deze auto een leasebedrag van 650 verschuldigd (incl. brandstofkosten en incl. btw). De werknemer is een eigen bijdrage verschuldigd van 185 per maand. De auto wordt voor ongeveer 27% (9.300/34.300 x 100%) van de tijd voor privédoeleinden gebruikt. De werknemer heeft in dit geval echter een eigen bijdrage van ruim 28% (185/650 x 100%) van de door de ondernemer t.a.v. de auto gemaakte kosten. Er wordt in dit geval voldaan aan de normale waarde, waardoor de ondernemer alleen btw dient af te dragen over de in rekening gebrachte eigen bijdrage (per saldo 21/121 x 185 x 12). In bovenstaand voorbeeld is voor de beoordeling of sprake is van een normale vergoeding uitgegaan van de verhouding eigen bijdrage/ totale kosten werkgever. Het is echter de vraag of dit juist is, of dat (wat veelal voordeliger is) zou kunnen worden volstaan met de vermenigvuldiging van de privékilometers met de extra kosten van deze kilometers en dit te vergelijken met de totale eigen bijdrage van de werknemer. Deze vraag is voorgelegd in een proefprocedure.
Voorbeeld: Een werknemer heeft de beschikking over een auto met een cataloguswaarde van 30.000. Hij maakt 15.000 privékilometers op jaarbasis. De zakelijke kilometers bedragen 10.000 per jaar. In principe komt slechts het zakelijk deel voor aftrek in aanmerking, tenzij een beroep wordt gedaan op het besluit. In dat geval dient een btw-correctie van 2,7% * catalogusprijs (incl. btw en bpm) plaats te vinden. Uitgaande van de daadwerkelijke zakelijke kilometers, komt slechts 10/25 deel van de btw voor aftrek in aanmerking. Wordt gebruik gemaakt van het besluit, dan kan alle btw in aftrek worden gebracht en dient er op jaarbasis een correctie plaats te vinden van 30.000 * 2,7% = 810. Welke optie voor de ondernemer het voordeligst is, zal sterk afhangen van de btwdruk op de auto en de verhouding zakelijke kilometers/totale kilometers. Bedragen de kosten m.b.t. bovenstaand voorbeeld 11.000 per jaar (incl. 21% btw), dan zou de ondernemer op basis van de daadwerkelijke zakelijke kilometers slechts 10/25 * 1.909 (21/121*11.000)= 763 in aftrek kunnen brengen. Uitgaande van het besluit kan 1.909 in aftrek worden gebracht en moet 810 worden gecorrigeerd. Per saldo dus een aftrek van 1.099.
Voorbeeld: Een werknemer heeft de beschikking over een auto met een cataloguswaarde van 30.000. Hij maakt 15.000 privékilometers op jaarbasis. De zakelijke kilometers bedragen 10.000 per jaar. In principe komt slechts het zakelijk deel voor aftrek in aanmerking, tenzij een beroep wordt gedaan op het besluit. In dat geval dient een btw-correctie van 1,5% * catalogusprijs (incl. btw en bpm) plaats te vinden. Uitgaande van de daadwerkelijke zakelijke kilometers, komt slechts 10/25 deel van de btw voor aftrek in aanmerking. Wordt gebruik gemaakt van het besluit, dan kan alle btw in aftrek worden gebracht en dient er op jaarbasis een correctie plaats te vinden van 30.000 * 1,5% = 450. Welke optie voor de ondernemer het voordeligst is, zal sterk afhangen van de btwdruk op de auto en de verhouding zakelijke kilometers/totale kilometers. Bedragen de kosten m.b.t. bovenstaand voorbeeld 11.000 per jaar (incl. 21% btw), dan zou de ondernemer op basis van de daadwerkelijke zakelijke kilometers slechts 10/25 * 1.909 (21/121*11.000)= 763 in aftrek kunnen brengen. Uitgaande van het besluit kan 1.909 in aftrek worden gebracht en moet 450 worden gecorrigeerd. Per saldo dus een aftrek van 1.459.
Werknemer betaalt vergoeding voor privégebruik? Ja Nee
Wettelijke regeling: Ondernemers dienen het werkelijke privégebruik en de daaraan toerekenbare kosten te corrigeren. De wettelijke regeling brengt met zich mee dat ondernemers de privé gereden kilometers en de autokosten in hun administratie bijhouden. De privékilometers worden vervolgens afgezet tegen de in totaal in dat jaar gereden kilometers. Uit die verhouding afgezet tegen de voor de desbetreffende auto gemaakte kosten volgt dan welk bedrag aan btw is verschuldigd wegens het privégebruik van de auto (zie voorbeeld). Goedkeuring: Als bij auto(verhuur)bedrijven werknemers of de ondernemer voor privédoeleinden gebruik maken van verschillende (demonstratie)personenauto s waarvan de waarde onderling (sterk) verschilt wordt goedgekeurd dat voor de vaststelling van de catalogusprijs wordt uitgegaan van de (ongewogen) gemiddelde catalogusprijs van de voor privédoeleinden ter beschikking staande auto s. Deze gemiddelde catalogusprijs geldt in dat geval als grondslag voor de berekening van de verschuldigde btw voor alle betrokkenen. Als de betrokkene slechts een deel van het jaar de beschikking heeft gehad over een hier bedoelde auto wordt daarmee naar tijdsgelang rekening gehouden. Ook hier kan het forfait van 2,7% (of 1,5%) worden toegepast.
Wettelijke regeling: Is een eigen bijdrage verschuldigd, dan kan er geen btw-correctie plaatsvinden op grond van een heffing over de fictieve prestatie. Om misbruik te voorkomen is echter bepaald dat indien een auto tegen een lagere vergoeding dan de normale waarde ter beschikking wordt gesteld aan een verbonden afnemer die geen volledig recht heeft op aftrek, de vergoeding wordt gesteld op de normale waarde (voorbeeld). Goedkeuring: De normale waardeberekening kan op problemen stuiten als bijvoorbeeld het gebruik voor privédoeleinden niet bekend is. Om hieraan tegemoet te komen mag de forfaitaire berekening (2,7%) ook worden toegepast als de btw berekend dient te worden over de normale waarde omdat de in rekening gebrachte vergoeding minder bedraagt dan deze waarde. In dat geval bedraagt de verschuldigde btw 2,7% van de (ongewogen) gemiddelde catalogusprijs (incl. btw en bpm) en dient in het laatste aangiftetijdvak te worden voldaan. De voldoening van btw over de gedurende het jaar in rekening gebrachte vergoeding achterwege kan dan blijven (voorbeeld). LET OP: Het forfait mag echter niet worden toegepast als de verschuldigde btw over de in rekening gebrachte vergoedingen méér bedraagt dan hetgeen verschuldigd zou zijn volgens het forfait. In dat geval is echter ook telkens btw verschuldigd over de in rekening gebrachte vergoeding.
Onder woon-werkverkeer wordt verstaan: Het (heen en/of terug) reizen van de woon- of verblijfplaats naar de in het kader van een overeenkomst tot het verrichten van arbeid overeengekomen vaste werkplaats(en) waar men (één of meerdere dagen) zijn werkzaamheden verricht. Als een dergelijke overeenkomst niet is gesloten, dan geldt zowel voor de ondernemer als voor de werknemer dat alle reizen (heen en/of terug) van de woon- of verblijfplaats naar een bedrijfsadres van de ondernemer als woonwerkverkeer kwalificeren. Bij deze definiëring van woon-werkverkeer waarvan de kosten in de privésfeer liggen, wordt er vanuit gegaan dat het in de regel aan de werknemer of ondernemer is om zijn woonplaats/verblijfplaats te kiezen. Daarbij houdt de werknemer of ondernemer rekening met zijn vaste werkplaats (die bepalend is voor de lengte van het traject) en de wijze waarop het woon-werktraject wordt afgelegd. Dit heeft tot gevolg dat de (heen en/of terug) reizen naar andere plaatsen dan de hiervoor bedoelde vaste werkplaats of het bedrijfsadres niet worden aangemerkt als woon-werkverkeer. Zo zal het reizen van een bouwvakker naar de bouwplaats in de regel geen woon-werkverkeer zijn (tenzij dit als vaste werkplaats is overeengekomen). Ook bijvoorbeeld het reizen van een onderhoudsmonteur naar het adres van een klant valt daar dan niet onder.
Onder woon-werkverkeer wordt verstaan: Het (heen en/of terug) reizen van de woon- of verblijfplaats naar de in het kader van een overeenkomst tot het verrichten van arbeid overeengekomen vaste werkplaats(en) waar men (één of meerdere dagen) zijn werkzaamheden verricht. Als een dergelijke overeenkomst niet is gesloten, dan geldt zowel voor de ondernemer als voor de werknemer dat alle reizen (heen en/of terug) van de woon- of verblijfplaats naar een bedrijfsadres van de ondernemer als woonwerkverkeer kwalificeren. Bij deze definiëring van woon-werkverkeer waarvan de kosten in de privésfeer liggen, wordt er vanuit gegaan dat het in de regel aan de werknemer of ondernemer is om zijn woonplaats/verblijfplaats te kiezen. Daarbij houdt de werknemer of ondernemer rekening met zijn vaste werkplaats (die bepalend is voor de lengte van het traject) en de wijze waarop het woon-werktraject wordt afgelegd. Dit heeft tot gevolg dat de (heen en/of terug) reizen naar andere plaatsen dan de hiervoor bedoelde vaste werkplaats of het bedrijfsadres niet worden aangemerkt als woon-werkverkeer. Zo zal het reizen van een bouwvakker naar de bouwplaats in de regel geen woon-werkverkeer zijn (tenzij dit als vaste werkplaats is overeengekomen). Ook bijvoorbeeld het reizen van een onderhoudsmonteur naar het adres van een klant valt daar dan niet onder.
Onder woon-werkverkeer wordt verstaan: Het (heen en/of terug) reizen van de woon- of verblijfplaats naar de in het kader van een overeenkomst tot het verrichten van arbeid overeengekomen vaste werkplaats(en) waar men (één of meerdere dagen) zijn werkzaamheden verricht. Als een dergelijke overeenkomst niet is gesloten, dan geldt zowel voor de ondernemer als voor de werknemer dat alle reizen (heen en/of terug) van de woon- of verblijfplaats naar een bedrijfsadres van de ondernemer als woonwerkverkeer kwalificeren. Bij deze definiëring van woon-werkverkeer waarvan de kosten in de privésfeer liggen, wordt er vanuit gegaan dat het in de regel aan de werknemer of ondernemer is om zijn woonplaats/verblijfplaats te kiezen. Daarbij houdt de werknemer of ondernemer rekening met zijn vaste werkplaats (die bepalend is voor de lengte van het traject) en de wijze waarop het woon-werktraject wordt afgelegd. Dit heeft tot gevolg dat de (heen en/of terug) reizen naar andere plaatsen dan de hiervoor bedoelde vaste werkplaats of het bedrijfsadres niet worden aangemerkt als woon-werkverkeer. Zo zal het reizen van een bouwvakker naar de bouwplaats in de regel geen woon-werkverkeer zijn (tenzij dit als vaste werkplaats is overeengekomen). Ook bijvoorbeeld het reizen van een onderhoudsmonteur naar het adres van een klant valt daar dan niet onder.
Onder woon-werkverkeer wordt verstaan: Het (heen en/of terug) reizen van de woon- of verblijfplaats naar de in het kader van een overeenkomst tot het verrichten van arbeid overeengekomen vaste werkplaats(en) waar men (één of meerdere dagen) zijn werkzaamheden verricht. Als een dergelijke overeenkomst niet is gesloten, dan geldt zowel voor de ondernemer als voor de werknemer dat alle reizen (heen en/of terug) van de woon- of verblijfplaats naar een bedrijfsadres van de ondernemer als woonwerkverkeer kwalificeren. Bij deze definiëring van woon-werkverkeer waarvan de kosten in de privésfeer liggen, wordt er vanuit gegaan dat het in de regel aan de werknemer of ondernemer is om zijn woonplaats/verblijfplaats te kiezen. Daarbij houdt de werknemer of ondernemer rekening met zijn vaste werkplaats (die bepalend is voor de lengte van het traject) en de wijze waarop het woon-werktraject wordt afgelegd. Dit heeft tot gevolg dat de (heen en/of terug) reizen naar andere plaatsen dan de hiervoor bedoelde vaste werkplaats of het bedrijfsadres niet worden aangemerkt als woon-werkverkeer. Zo zal het reizen van een bouwvakker naar de bouwplaats in de regel geen woon-werkverkeer zijn (tenzij dit als vaste werkplaats is overeengekomen). Ook bijvoorbeeld het reizen van een onderhoudsmonteur naar het adres van een klant valt daar dan niet onder.
Onder woon-werkverkeer wordt verstaan: Het (heen en/of terug) reizen van de woon- of verblijfplaats naar de in het kader van een overeenkomst tot het verrichten van arbeid overeengekomen vaste werkplaats(en) waar men (één of meerdere dagen) zijn werkzaamheden verricht. Als een dergelijke overeenkomst niet is gesloten, dan geldt zowel voor de ondernemer als voor de werknemer dat alle reizen (heen en/of terug) van de woon- of verblijfplaats naar een bedrijfsadres van de ondernemer als woonwerkverkeer kwalificeren. Bij deze definiëring van woon-werkverkeer waarvan de kosten in de privésfeer liggen, wordt er vanuit gegaan dat het in de regel aan de werknemer of ondernemer is om zijn woonplaats/verblijfplaats te kiezen. Daarbij houdt de werknemer of ondernemer rekening met zijn vaste werkplaats (die bepalend is voor de lengte van het traject) en de wijze waarop het woon-werktraject wordt afgelegd. Dit heeft tot gevolg dat de (heen en/of terug) reizen naar andere plaatsen dan de hiervoor bedoelde vaste werkplaats of het bedrijfsadres niet worden aangemerkt als woon-werkverkeer. Zo zal het reizen van een bouwvakker naar de bouwplaats in de regel geen woon-werkverkeer zijn (tenzij dit als vaste werkplaats is overeengekomen). Ook bijvoorbeeld het reizen van een onderhoudsmonteur naar het adres van een klant valt daar dan niet onder.
Onder woon-werkverkeer wordt verstaan: Het (heen en/of terug) reizen van de woon- of verblijfplaats naar de in het kader van een overeenkomst tot het verrichten van arbeid overeengekomen vaste werkplaats(en) waar men (één of meerdere dagen) zijn werkzaamheden verricht. Als een dergelijke overeenkomst niet is gesloten, dan geldt zowel voor de ondernemer als voor de werknemer dat alle reizen (heen en/of terug) van de woon- of verblijfplaats naar een bedrijfsadres van de ondernemer als woonwerkverkeer kwalificeren. Bij deze definiëring van woon-werkverkeer waarvan de kosten in de privésfeer liggen, wordt er vanuit gegaan dat het in de regel aan de werknemer of ondernemer is om zijn woonplaats/verblijfplaats te kiezen. Daarbij houdt de werknemer of ondernemer rekening met zijn vaste werkplaats (die bepalend is voor de lengte van het traject) en de wijze waarop het woon-werktraject wordt afgelegd. Dit heeft tot gevolg dat de (heen en/of terug) reizen naar andere plaatsen dan de hiervoor bedoelde vaste werkplaats of het bedrijfsadres niet worden aangemerkt als woon-werkverkeer. Zo zal het reizen van een bouwvakker naar de bouwplaats in de regel geen woon-werkverkeer zijn (tenzij dit als vaste werkplaats is overeengekomen). Ook bijvoorbeeld het reizen van een onderhoudsmonteur naar het adres van een klant valt daar dan niet onder.
Onder woon-werkverkeer wordt verstaan: Het (heen en/of terug) reizen van de woon- of verblijfplaats naar de in het kader van een overeenkomst tot het verrichten van arbeid overeengekomen vaste werkplaats(en) waar men (één of meerdere dagen) zijn werkzaamheden verricht. Als een dergelijke overeenkomst niet is gesloten, dan geldt zowel voor de ondernemer als voor de werknemer dat alle reizen (heen en/of terug) van de woon- of verblijfplaats naar een bedrijfsadres van de ondernemer als woonwerkverkeer kwalificeren. Bij deze definiëring van woon-werkverkeer waarvan de kosten in de privésfeer liggen, wordt er vanuit gegaan dat het in de regel aan de werknemer of ondernemer is om zijn woonplaats/verblijfplaats te kiezen. Daarbij houdt de werknemer of ondernemer rekening met zijn vaste werkplaats (die bepalend is voor de lengte van het traject) en de wijze waarop het woon-werktraject wordt afgelegd. Dit heeft tot gevolg dat de (heen en/of terug) reizen naar andere plaatsen dan de hiervoor bedoelde vaste werkplaats of het bedrijfsadres niet worden aangemerkt als woon-werkverkeer. Zo zal het reizen van een bouwvakker naar de bouwplaats in de regel geen woon-werkverkeer zijn (tenzij dit als vaste werkplaats is overeengekomen). Ook bijvoorbeeld het reizen van een onderhoudsmonteur naar het adres van een klant valt daar dan niet onder.
Normale waarde Kort samengevat betekent toepassing van de normale waarde dat vastgesteld moet worden welk bedrag de ondernemer in de markt zou moeten betalen om de auto voor privédoeleinden in gebruik te kunnen geven aan (bijvoorbeeld) een werknemer. De normale waardeberekening kan op praktische problemen stuiten omdat de hiervoor bedoelde marktconforme prijs niet altijd is vast te stellen. Omwille van een redelijke wetstoepassing neemt de Belastingdienst (alleen voor deze situatie) daarom het standpunt in dat voor het bepalen van de normale waarde voor de desbetreffende auto kan worden uitgegaan van de bij de ondernemer voor die auto gemaakte kosten en voor zover die kosten toerekenbaar zijn aan het privégebruik. Tot de kosten moeten afschrijvingskosten worden gerekend.
Normale waarde Kort samengevat betekent toepassing van de normale waarde dat vastgesteld moet worden welk bedrag de ondernemer in de markt zou moeten betalen om de auto voor privédoeleinden in gebruik te kunnen geven aan (bijvoorbeeld) een werknemer. De normale waardeberekening kan op praktische problemen stuiten omdat de hiervoor bedoelde marktconforme prijs niet altijd is vast te stellen. Omwille van een redelijke wetstoepassing neemt de Belastingdienst (alleen voor deze situatie) daarom het standpunt in dat voor het bepalen van de normale waarde voor de desbetreffende auto kan worden uitgegaan van de bij de ondernemer voor die auto gemaakte kosten en voor zover die kosten toerekenbaar zijn aan het privégebruik. Tot de kosten moeten afschrijvingskosten worden gerekend.
Normale waarde Kort samengevat betekent toepassing van de normale waarde dat vastgesteld moet worden welk bedrag de ondernemer in de markt zou moeten betalen om de auto voor privédoeleinden in gebruik te kunnen geven aan (bijvoorbeeld) een werknemer. De normale waardeberekening kan op praktische problemen stuiten omdat de hiervoor bedoelde marktconforme prijs niet altijd is vast te stellen. Omwille van een redelijke wetstoepassing neemt de Belastingdienst (alleen voor deze situatie) daarom het standpunt in dat voor het bepalen van de normale waarde voor de desbetreffende auto kan worden uitgegaan van de bij de ondernemer voor die auto gemaakte kosten en voor zover die kosten toerekenbaar zijn aan het privégebruik. Tot de kosten moeten afschrijvingskosten worden gerekend. Aangezien werknemers of de ondernemer in de auto (verhuur)bedrijven voor privédoeleinden vaak gebruik maken van verschillende (demonstratie)personenauto s geldt hiervoor een aanvullende goedkeuring.
Goedkeuring auto(verhuur)bedrijven: Als bij auto(verhuur)bedrijven werknemers of de ondernemer voor privédoeleinden gebruik maken van verschillende (demonstratie)personenauto s waarvan de waarde onderling (sterk) verschilt wordt goedgekeurd dat voor de vaststelling van de catalogusprijs wordt uitgegaan van de (ongewogen) gemiddelde catalogusprijs van de voor privédoeleinden ter beschikking staande auto s. Deze gemiddelde catalogusprijs geldt in dat geval als grondslag voor de berekening van de verschuldigde btw voor alle betrokkenen. Als de betrokkene slechts een deel van het jaar de beschikking heeft gehad over een hier bedoelde auto wordt daarmee naar tijdsgelang rekening gehouden.
Goedkeuring auto(verhuur)bedrijven: Als bij auto(verhuur)bedrijven werknemers of de ondernemer voor privédoeleinden gebruik maken van verschillende (demonstratie)personenauto s waarvan de waarde onderling (sterk) verschilt wordt goedgekeurd dat voor de vaststelling van de catalogusprijs wordt uitgegaan van de (ongewogen) gemiddelde catalogusprijs van de voor privédoeleinden ter beschikking staande auto s. Deze gemiddelde catalogusprijs geldt in dat geval als grondslag voor de berekening van de verschuldigde btw voor alle betrokkenen. Als de betrokkene slechts een deel van het jaar de beschikking heeft gehad over een hier bedoelde auto wordt daarmee naar tijdsgelang rekening gehouden.
Goedkeuring auto(verhuur)bedrijven: Als bij auto(verhuur)bedrijven werknemers of de ondernemer voor privédoeleinden gebruik maken van verschillende (demonstratie)personenauto s waarvan de waarde onderling (sterk) verschilt wordt goedgekeurd dat voor de vaststelling van de catalogusprijs wordt uitgegaan van de (ongewogen) gemiddelde catalogusprijs van de voor privédoeleinden ter beschikking staande auto s. Deze gemiddelde catalogusprijs geldt in dat geval als grondslag voor de berekening van de verschuldigde btw voor alle betrokkenen. Als de betrokkene slechts een deel van het jaar de beschikking heeft gehad over een hier bedoelde auto wordt daarmee naar tijdsgelang rekening gehouden.
Toepassing van het forfait: Toepassing van de goedkeuring is mogelijk als uit de administratie niet blijkt in hoeverre de auto voor privédoeleinden is gebruikt en/of welke kosten daaraan zijn toe te rekenen. Als van deze goedkeuring gebruik wordt gemaakt betekent dit het volgende: De ondernemer brengt (met inachtneming van artikel 15 van de wet) alle btw op gemaakte autokosten in aftrek; De ondernemer moet eenmaal per jaar en wel in het laatste belastingtijdvak van het kalenderjaar de btw voldoen voor privégebruik auto. De verschuldigde btw bedraagt dan 2,7% van de catalogusprijs van de desbetreffende auto. Dit percentage wordt naar tijdsgelang berekend (het aantal dagen dat de auto mede voor privédoeleinden ter beschikking staat). Het is mogelijk dat het boekjaar afwijkt van het kalenderjaar. De verschuldigde btw voor privégebruik auto mag dan plaatsvinden op de laatste aangifte van het boekjaar.
Toepassing van het forfait: Toepassing van de goedkeuring is mogelijk als uit de administratie niet blijkt in hoeverre de auto voor privédoeleinden is gebruikt en/of welke kosten daaraan zijn toe te rekenen. Als van deze goedkeuring gebruik wordt gemaakt betekent dit het volgende: De ondernemer brengt (met inachtneming van artikel 15 van de wet) alle btw op gemaakte autokosten in aftrek; De ondernemer moet eenmaal per jaar en wel in het laatste belastingtijdvak van het kalenderjaar de btw voldoen voor privégebruik auto. De verschuldigde btw bedraagt dan 1,5% van de catalogusprijs van de desbetreffende auto. Dit percentage wordt naar tijdsgelang berekend (het aantal dagen dat de auto mede voor privédoeleinden ter beschikking staat). Het is mogelijk dat het boekjaar afwijkt van het kalenderjaar. De verschuldigde btw voor privégebruik auto mag dan plaatsvinden op de laatste aangifte van het boekjaar.
Toepassing van het forfait: Toepassing van de goedkeuring is mogelijk als uit de administratie niet blijkt in hoeverre de auto voor privédoeleinden is gebruikt en/of welke kosten daaraan zijn toe te rekenen. Als van deze goedkeuring gebruik wordt gemaakt betekent dit het volgende: De ondernemer brengt (met inachtneming van artikel 15 van de wet) alle btw op gemaakte autokosten in aftrek; De ondernemer moet eenmaal per jaar en wel in het laatste belastingtijdvak van het kalenderjaar de btw voldoen voor privégebruik auto. De verschuldigde btw bedraagt dan 1,5% van de catalogusprijs van de desbetreffende auto. Dit percentage wordt naar tijdsgelang berekend (het aantal dagen dat de auto mede voor privédoeleinden ter beschikking staat). Het is mogelijk dat het boekjaar afwijkt van het kalenderjaar. De verschuldigde btw voor privégebruik auto mag dan plaatsvinden op de laatste aangifte van het boekjaar.
Toepassing van het forfait: Toepassing van de goedkeuring is mogelijk als uit de administratie niet blijkt in hoeverre de auto voor privédoeleinden is gebruikt en/of welke kosten daaraan zijn toe te rekenen. Als van deze goedkeuring gebruik wordt gemaakt betekent dit het volgende: De ondernemer brengt (met inachtneming van artikel 15 van de wet) alle btw op gemaakte autokosten in aftrek; De ondernemer moet eenmaal per jaar en wel in het laatste belastingtijdvak van het kalenderjaar de btw voldoen voor privégebruik auto. De verschuldigde btw bedraagt dan 2,7% van de catalogusprijs van de desbetreffende auto. Dit percentage wordt naar tijdsgelang berekend (het aantal dagen dat de auto mede voor privédoeleinden ter beschikking staat). Het is mogelijk dat het boekjaar afwijkt van het kalenderjaar. De verschuldigde btw voor privégebruik auto mag dan plaatsvinden op de laatste aangifte van het boekjaar.