Evaluatie diermeel in voeders

Vergelijkbare documenten
Controleprogramma diervoeder in Nederland, 2001

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De onderdelen d tot en met h worden geletterd e tot en met i.

Titel Feedban Nummer DV-01 Datum juli 2016

Titel Feedban Nummer DV-01 Datum januari 2017

Aan geadresseerde. Geachte heer/mevrouw,

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Gemedicineerde diervoeders

Rapportage en Evaluatie EWS-meldingen

TUSSENHANDEL IN DIERVOEDERS (HYGIËNECODE/GMP + B 3.2)

Protocol monitoring bietenpulp. GMP regeling diervoedersector

TRA 3191 Onmiddelijke verpakking diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3191] v1

TOELICHTING (behorende bij Vo. PDV Gemedicineerde voeders 2003; versie: )

Informatieblad Transport van levensmiddelen, diervoeders en dierlijke bijproducten.

TRA 3147 Vervaardigen van diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3147] v2

PRI 3373 Vervaardiging van mengvoeders op de boerderij - Infrastructuur, inrichting en hygiëne [3373] v1

(Voor de EER relevante tekst)

3. GMP. Eindwerk: De administratie bij zelfmengers.

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

(Voor de EER relevante tekst)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit FOUT: BRON VAN VERWIJZING NIET GEVONDEN

Gearchiveerd op 01/01/2017

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

TRA 3169 Groothandel in diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3169] v1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raad van de Europese Unie Brussel, 14 februari 2017 (OR. en)

Export van verwerkte dierlijke eiwitten en producten die verwerkte dierlijke eiwitten bevatten

De eiwitten, die uit de insecten geproduceerd worden, mogen gebruikt worden voor de productie. (EG) nr. 1069/2009.

Chronologie belangrijkste feiten MPA-affaire

Algemene Informatie M-Controle Frequentie Reduced Checks (ALIM06) 29 December 2015 Versie: 1.1.1

Op dit document zijn de definities van de Algemene Voorwaarden IKB Rund van toepassing.

Beleidsregel t.b.v. voorwaarden en toezicht bij vernietiging van met MPA besmette voedermiddelen en daarmee geproduceerde

Diervoedercontrole in Nederland, Betreft rapportage richtlijn 95/53/EG

BT-13. Controle Salmonella. Ver BT-07 v0.2

GMP+ Feed Safety Assurance scheme. Dioxine-monitoring in leghennen(opfok)voeders

Meldingsplicht diervoederlaboratoria Verplichtingen uit Wet dieren en Diervoederhygiëneverordening bekend?

In het belang van sector en samenleving

Op hebben wij uw bedrijf bezocht. Bijgaand treft u het rapport van deze inspectie.

2. In afwijking van het eerste lid, onder a, bedraagt de retributie indien het de invoercontrole betreft van:

Module Nr. BRL KEURCOMPOST Opmerkingen

Hierbij gaat voor de delegaties document D048570/03.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

code INV PR 03 versie 02 ingangsdatum pag. 1 van 5

1 Onderwerp. 2 Wettelijke basis. Erkende quarantainevoorzieningen voor vogels afkomstig uit 3 e landen

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEI T,

Reglement Stamboekregistratie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

titel Overdracht werkzaamheden pluimvee- en konijnenslachthuizen code PA-40 versie 9 ingangsdatum pag. 1 van 6

Monitoring Aflatoxine B1 I-08-03c versie: 3.0 datum: 01 september 2017

Resultaatsverslag. N.a.v. inspectiebezoek van Zorgcentrum Herema State in Heerenveen. op 14 februari 2017

FAQ. 2. Op wie heeft de Europese Verordening 183/2005 betrekking?

Protocol voor acceptatie Nederlandse hygiënecodes voor levensmiddelensectoren

Asbestonderzoek bij scheepswerven en treinonderhoudsplaatsen deelproject asbestobjecten Datum 16 mei 2011 Status Definitief

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0433(COD) van de Commissie internationale handel

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 april 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

O V O C O M. Voorwaarden voor de aanwijzing van een certificatie-instelling BIJLAGE IX. Autocontrolegids Dierenvoeders

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

De beste kwaliteitsborging voor vlees én diervoeder komt uit Nederland

Hierbij breng ik u op de hoogte van de stand van zaken met betrekking tot het beleidsterrein diervoeders.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van (datum), nr., Directie Wetgeving en Juridische Zaken;

De diervoedersector haalt uit voorzorg voer voor melkvee terug om besmetting van boerderijmelk met aflatoxine uit te sluiten

BRL Keurcompost Uitgifte: 1 januari 2013 Bijlage: 040 Certificatie Voorbeeld Checklist Toepassingsgebied GFT compost Groencompost

Hygiënemaatregelen in de sector van de diervoeders : synthese

Uitspraak GERECHTSHOF s-gravenhage Sector handel. Zaaknummer : /01 Rolnummer (oud) : 07/382. Rolnummer rechtbank : / HA ZA

Erkenningen Buitengrens Inspectie Post / Sub Inspectiepost Verlenen en onderhoud erkenning (HPIE0201) 8 juni 2016 Versie: 1.1.1

2. Vleeshandel, vleesvervoer, vleesbereiding en vishandel

Monitoring Aflatoxine B1 I-08-03c versie: 4.0 datum: 01 april 2018

NCAE. Toelichting handelsnormen voor eieren - verzamelaars november 2013

Productschap Diervoeder

Specifieke Productvoorwaarden D-24a1 Vetten, Oliën en Bijproducten Versie: 1.0 Datum: 20 januari 2017

VERWERKING EN AFVOEREN GEBREKSKAAS ACTIE MUIZENVAL II

LNV Consumentenplatform

Samen werken aan voedselveiligheid

Skal-Tarievenblad 2017

Op hebben wij uw bedrijf bezocht. Bijgaand treft u het rapport van deze inspectie.

GEBRUIK KOPER EN ZINK IN DE VARKENSHOUDERIJ 2014

CONCEPT KETENREGISSEUR VERSIE 1.0 d.d


tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur)

GMP+ A1 Algemeen Reglement

Geconsolideerde TEKST

Het bestuur van de Stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (bij afkorting COKZ),

Sociaal- Economische Raad

Rapportage gewasbescherming Inspectieresultaten boomteelt/vaste planten

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Borging van voedselveiligheid in de levensmiddelenketen met betrekking tot de gevaren verbonden aan grondstoffen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 oktober 2007 (OR. en) 12723/07 EEE 62 VETER 22 PHYTOSAN 29 PECHE 257 DENLEG 83 AGRILEG 130 ANIMAUX 6 ISL 61

Besluit van 4 juni 2003, houdende vaststelling van retributies krachtens de Warenwet (Warenwetbesluit retributies veterinaire controles)

Skal-Tarievenblad 2019

Bevindingen inspecties in centrale keukens en afdelingskeukens in ziekenhuizen

Specifieke Productvoorwaarden D-24a1 Vetten, Oliën en Bijproducten Versie: 2.0 Datum: 11 september 2017

Monitoring Aflatoxine B1 I-08-03c versie: 5.0 datum: 03 december 2018

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

Project: Efficiënter toezicht kalverslachterij

Privacybescherming in Nederland: van Koopmans naar AVG. dr. Jan Holvast

Transcriptie:

Evaluatie diermeel in voeders 1999 tot en met 2001 Kwaliteitsreeks nr 87 Maart 2003 Productschap Diervoeder

Evaluatie diermeel in voeders 1999 tot en met 2001 Kwaliteitsreeks nr 87 Maart 2003 Productschap Diervoeder Stadhoudersplantsoen 12 2517 JL Den Haag Telefoon 070 370 85 03 www.pdv.nl Oplage: 100

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 1.1 ONTWIKKELINGEN IN REGELGEVING... 2 1.2 CONTROLE... 3 2 Inventarisatie en evaluatie... 4 2.1 ADMINISTRATIEVE CONTROLE... 4 2.2 RESULTATEN MONSTERNAME... 5 2.3 BEDRIJFSINTERNE INSPECTIE EN CONTROLE... 7 2.4 TOEZICHT OP TOEZICHT... 8 3 Conclusie en verbeterpunten... 10 3.1 ADMINISTRATIEVE CONTROLE... 10 3.1.1 Conclusie... 10 3.2 MONSTERNAME... 10 3.2.1 Conclusie... 10 3.3 BEDRIJFSINTERNE INSPECTIE EN CONTROLE... 11 3.3.1 Conclusie... 11 3.4 DISCUSSIE RESULTATEN TEN OPZICHTE VAN HET AID-RAPPORT... 11 3.4.1 AID rapport... 11 3.4.2 Verslepingshypothese... 11 3.4.3 Import van diermeel... 12 3.4.4 Europese Feedban... 12 4 Verbeterpunten... 13 Bijlage 1: Ontwikkelingen in regelgeving... 14 Bijlage 2: Grafische weergave analyseresultaten KDD... 15 Bijlage 3 Grafische weergave analyseresultaten bedrijfseigen monsters... 17 Den Haag, maart 2003 Evaluatie diermeel in voeders 1999 2001 1 van 17

1 Inleiding 1.1 Ontwikkelingen in regelgeving In 1999 hebben zich m.b.t. de regelgeving ter voorkoming van dierlijke zoogdiereiwitten in herkauwervoeders de nodige ontwikkelingen voorgedaan. Per 1 maart 1999 kondigde het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij het Verbod diermelen in diervoeders af. De "6%-regeling" die een verbod inhoudt op de productie van diervoeders voor herkauwers na een charge met meer dan 6% diermeel kwam hiermee te vervallen. In aansluiting hierop stelde het Productschap Diervoeder op 17 maart 1999 Verordening PDV voorzorgmaatregelen verbod dierlijke eiwitten in voeders voor herkauwers 1999 vast. In de maanden die volgden bleek uit controles dat de regelgeving niet leidde tot de absolute garantie dat dierlijke eiwitten afwezig waren in herkauwervoeders. Daarom werd per 1 augustus 1999 in de GMP-regeling diervoedersector de eis gesteld dat voor herkauwers verboden dierlijke eiwitten alleen op volledig separate productielijnen mochten worden verwerkt, en niet meer op productielijnen waarop ook herkauwervoeders werden geproduceerd. Deze steeds strengere regelgeving heeft grote aanpassingen gevergd van de diervoederindustrie. In de praktijk betekende dit dat vanaf 1 augustus 1999 voor herkauwers verboden dierlijke eiwitten niet meer op dezelfde locatie voorkomen als waar ook herkauwervoeders worden geproduceerd. Per 15 december 2000 is, o.b.v. een Europees verbod op het gebruik van dierlijke eiwitten in diervoeders (Richtlijn 2000/766/EG), door de Minister van LNV wijzigingen vastgesteld in Regeling verbod diermelen in diervoeders. Daarnaast is er een Tijdelijke regeling verbod dierlijke eiwitten in alle diervoeders landbouwhuisdieren vastgesteld ter implementatie van de Europese Landbouwraad van 4 december 2000. De regeling verbod diermelen in diervoeders schrijft onder meer voor dat de productielijn waarop herkauwervoeders worden bereidt, volledig fysiek en aantoonbaar gescheiden moet zijn van productielijnen waarop andere voeders worden gemaakt. Daarnaast is het aantal verboden dierlijke eiwitten in herkauwervoeders uitgebreid. In de Tijdelijke regeling is opgenomen dat mengvoederbedrijven ook geen voeders voor andere landbouwhuisdieren dan herkauwervoeders mogen produceren, verkopen en/of transporteren waarin nog dierlijke eiwitten zitten. Onder strikte voorwaarden is de opslag en verwerking van vismeel, dicalciumfosfaat en gehydrolyseerde eiwitten in voeders voor andere landbouwhuisdieren dan herkauwervoeders wel toegestaan (2000/766/EG). De bedrijven dienen hiervoor wel over een erkenning te beschikken. De afgifte van en toezicht op deze erkenningen valt onder de bevoegdheid van de RVV. De Verordening PDV voorzorgsmaatregelen Verbod dierlijke eiwitten in voeders voor herkauwers 1999 is door invoering van beide ministeriele regelingen ingetrokken. Evaluatie diermeel in voeders 1999 2001 2 van 17

Ook zijn door invoering van beide ministeriele regelingen enkele bepalingen uit de GMP regeling overbodig geworden en daardoor uit de GMP regeling geschrapt. Doordat in de GMP regeling diervoedersector ook de Landbouwwet en de daarop gebaseerde regelingen is opgenomen, blijven de voorschriften via het GMP systeem geborgd. In Bijlage 1 is een overzicht opgenomen met de ontwikkelingen in regelgeving op dit gebied. 1.2 Controle De steeds vernieuwende regelgeving heeft ook gevolgen gehad voor de controle. Naast de KDD is ook door de overheid middels de RVV toezicht uitgeoefend op naleving van de wettelijke regels. Daarvoor is in eerste instantie door de RVV een controlememorandum opgesteld. De KDD heeft in een eigen controlememorandum de voor haar weggelegde toezichtstaken vastgelegd. In deze evaluatie wordt gerapporteerd inzake de controle op naleving van de BSEregels m.b.t. diermeel in diervoeders. De gegevens hebben betrekking op het jaar 1999, 2000 en 2001. De nadruk ligt op de bevindingen van de KDD-controles. Daarnaast worden ook de resultaten van bedrijfsinterne controles behandeld. Evaluatie diermeel in voeders 1999 2001 3 van 17

2 Inventarisatie en evaluatie 2.1 Administratieve controle Door invoering van de ministeriele regeling verbod diermeel in diervoeders per 1 maart 1999 worden de controles op deze regelgeving door de KDD onder toezicht van de RVV uitgevoerd. Hiervoor zijn werkafspraken met de RVV gemaakt, welke continue geëvalueerd en bijgesteld worden (mede o.b.v. ontwikkelingen in de sector). Voor 1999 betekende dit dat de KDD de mengvoederbedrijven die herkauwervoeders bereiden 4 maal per jaar bezocht heeft voor een basiscontrole m.b.t. de BSEregelgeving. In totaal zijn in 1999 door de KDD 1.128 administratieve controles uitgevoerd, waarvan 620 op de naleving van de wettelijke voorschriften en 508 op GMP - voorwaarden. In totaal zijn er 292 tekortkomingen geconstateerd waarvan het merendeel (258) als opmerking is geclassificeerd. In ongeveer 18% van de controles op de naleving van de wettelijke voorschriften zijn opmerkingen gemaakt. Het aantal opmerkingen naar aanleiding van niet-nakoming van de GMP - voorwaarden ligt op 11%. Met ingang van 1 augustus 1999 is in de GMP-regeling de eis gesteld dat voor herkauwers verboden dierlijke eiwitten alleen op volledig separate productielijnen mochten worden verwerkt, en niet meer op productielijnen waarop ook herkauwervoeders werden geproduceerd. Deze scheiding is in 2000 volledig doorgevoerd. Hierdoor is de frequentie van de basiscontroles in 2000 teruggebracht van 4 keer per jaar naar 1 keer per jaar. In 2000 heeft de KDD totaal 525 administratieve controles uitgevoerd, waarvan 277 op de naleving van de wettelijke voorschriften en 248 op de GMP - voorwaarden. Er zijn in totaal 38 tekortkomingen geconstateerd, waarvan het merendeel opmerkingen (24). In ongeveer 5% van de controles op de naleving van de wettelijke voorschriften zijn opmerkingen gemaakt. Het aantal opmerkingen naar aanleiding van nietnakoming van de GMP - voorwaarden ligt op 4%. In 2001 is de frequentie van 1 keer per jaar gehandhaafd. Wel is het aantal aantoonbare controles op naleving van de wettelijke voorschriften aanzienlijk hoger t.o.v. 2000. Dit komt mede door het feit dat vanaf 1 januari 2001 de basiscontroles die uitgevoerd worden tijdens de GMP audit digitaal worden geregistreerd. Dit betekent dat deze controles meegeteld worden in de statistiek. In 2001 zijn door de KDD dan ook totaal 740 administratieve controles uitgevoerd, waarvan 505 op naleving van de wettelijke voorschriften en 235 op GMP voorwaarden. In totaal zijn er 76 tekortkomingen geconstateerd waarvan het merendeel als opmerking (52). Bij de controles op naleving van de wettelijke voorschriften zijn in ongeveer 8% van de controles opmerkingen gemaakt. Bij de controles op naleving van de GMP-voorwaarden zijn in 5% van de gevallen opmerkingen gemaakt. Er zijn hierbij geen afwijkingen geconstateerd. Wel zijn er een behoorlijk aantal afwijkingen geconstateerd in het kader van de wettelijke controle. Evaluatie diermeel in voeders 1999 2001 4 van 17

Dit komt met name door invoering van de nieuwe regelgeving m.b.t. het gebruik van dierlijke eiwitten 1 vanaf 15 december 2000. Op dit punt zijn met name in de eerste helft van 2001 afwijkingen geconstateerd. Bij administratieve controles worden ter plaatse in alle gevallen waarnemingen met tekortkomingen met de betrokkenen besproken, waarbij een verbeterafspraak wordt gemaakt. Voor een herhaalde tekortkoming of afwijking wordt een evaluatieformulier geschreven, waarin de tekortkoming en verbeterafspraak worden vastgelegd. Ernstige afwijkingen worden door de inspecteur direct aan de leiding van de KDD gemeld en voor rapportage aan de AID verwerkt. De controleresultaten zijn samengevat in tabel 1. Tabel 1: Resultaten van de registraties in het kader van basiscontrole in 1999 t/m 2001 Aantal controles Opmerkingen (%) 1999 GMP BSE regelgeving 508 11 4 Besluit PDV Voorzorgsmaatregelen verbod dierlijke 620 18 30 producten in herkauwervoeders 1999 2000 GMP - BSE-regelgeving 248 4 5 Besluit PDV Voorzorgsmaatregelen verbod dierlijke 277 5 9 producten in herkauwervoeders 1999 2001 GMP - BSE-regelgeving 235 5 0 Regeling verbod diermelen in diervoeders Tijdelijke regeling verbod dierlijke eiwitten in alle diervoeders landbouwhuisdieren 505 8 24 Afwijking+ melding (n) 2.2 Resultaten monstername In 1999 zijn in het kader van het Controlememorandum Verbod diermeel in diervoeders extra monsters herkauwervoeder genomen voor onderzoek op diermeel. Er zijn 306 monsters rundveevoer onderzocht op de aanwezigheid van dierlijke eiwitten (diermeel), waarvan 6 monsters (2,0%) positief zijn bevonden. Dit betreft alleen de door Labco geproduceerde uitslagen. Opgemerkt wordt dat vanwege verschil in analysemethode 2 de monsters herkauwervoeder vanaf 1 maart 1999 aangeboden zijn aan zowel Labco als Rikilt. Per 1 oktober zijn de monsters op één monster na, uitsluitend naar LabCo gestuurd. 1 Regeling verbod diermelen in diervoeders 15 december 2000 en Tijdelijke regeling verbod dierlijke eiwitten in alle diervoeders landbouwhuisdieren 4 december 2000 2 Betrouwbaarheid en herhaalbaarheid microscopische analysemethode diermeel; RIKILT-DLO; Rapport 99.015, november 1999 Evaluatie diermeel in voeders 1999 2001 5 van 17

Beide laboratoria (Rikilt en Labco) hanteerden vanaf toen dezelfde aangescherpte analysemethode (inweeg 10 i.p.v. 2 gram). De positieve uitslagen zijn met name geconstateerd in het vierde kwartaal bij bedrijven die verenmeel in de fabriek hadden of nog geen gescheiden productie gerealiseerd hadden onder ontheffing van Productschap Diervoeder. In het 4 e kwartaal zijn 4 monsters positief bevonden. In aansluiting hierop heeft de KDD 7 monsters verenmeel laten onderzoeken op de aanwezigheid van verboden dierlijke eiwitten voor herkauwers. De uitslagen van alle monsters waren positief. Gebleken is dat bij de productie van verenmeel ook weefselresten van pluimvee mee verwerkt kunnen worden. De huidige analysemethode maakt geen onderscheid tussen dierlijke eiwitten afkomstig van pluimvee en van zoogdieren. In de Regeling verbod diermelen in diervoeders is pluimveemeel wel, maar verenmeel niet als een verboden eiwit opgenomen. Besloten is om in overleg met de RVV een nader onderzoek in te stellen. De RVV heeft de conclusies van de KDD bevestigd. In 2000 zijn er conform planning 150 monsters herkauwervoer onderzocht op de aanwezigheid van dierlijke eiwitten (diermeel), waarvan in eerste instantie een monster positief is bevonden. Na contra expertise was de uitslag negatief. In verband met het van kracht worden van de Regeling verbod diermelen in diervoeders en de tijdelijke regeling verbod dierlijke eiwitten in alle diervoeders landbouwhuisdieren heeft de KDD in 2001 naast onderzoek op de aanwezigheid van dierlijke eiwitten in herkauwervoeders ook onderzoek uit laten voeren in andere voeders dan herkauwervoeders (o.a. varkens- en pluimveevoeders) en voedermiddelen. In 2001 zijn door de KDD totaal 227 monsters onderzocht op de aanwezigheid van dierlijke eiwitten. Hiervan zijn conform planning 151 herkauwervoeders onderzocht, waarbij geen positieve uitslagen zijn geconstateerd. Er zijn 70 andere voeders dan herkauwervoeders onderzocht. Hierbij is een varkensvoer positief bevonden. Deze uitslag is gemeld aan de AID en RVV. Het bedrijf heeft daarnaast actie ondernomen om te achterhalen wat de gevonden botresten vandaan komen. Daarnaast zijn er 6 voedermiddelen onderzocht waarbij geen positieve uitslagen zijn geconstateerd. De monstersnames van de KDD hebben, uitgezonderd speciale acties bij verdenkingen, niet als doel contaminanten in voeders te voorkomen, maar te verifiëren of de eigen verantwoordelijkheid van de bedrijven om veilige producten te maken, werkt. De bedrijven gebruiken hiervoor het operationele GMP-kwaliteitsysteem. De resultaten zijn samengevat in tabel 2. In bijlage 2 zijn de resultaten in een grafiek per kwartaal weergegeven. Evaluatie diermeel in voeders 1999 2001 6 van 17

Tabel 2: Aantal diermeel- genomen door de KDD 1999-2001 Herkauwervoeders Andere mengvoeders Voedermiddelen 1999 2000 2001 Aantal (n) Aantal (n) Aantal positief bevonden 3 (%) Aantal positief bevonden 3 (%) Aantal (n) 306 2 150 0 151 0 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 70 1 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 6 0 Aantal positief bevonden 3 (%) 2.3 Bedrijfsinterne inspectie en controle Ingevolge de GMP-regeling zijn de bedrijven verplicht een door het productschap vastgesteld minimum aantal monsters van voeders voor herkauwers te nemen en te laten onderzoeken op de aanwezigheid van dierlijke eiwitten. Deze monsters moeten volgens de vastgestelde methode worden geanalyseerd door een daarvoor erkend laboratorium in het kader van de Labcode-regeling. De verwachting was dat dit circa 1.500 monsters op jaarbasis zou opleveren. In 1999 zijn in totaal 1.694 bedrijfsinterne monsters gerapporteerd. In 2000 en 2001 lag dit aantal veel lager, namelijk 1.029 respectievelijk 965. In totaal zijn in 1999 in 66 monsters sporen van dierlijke eiwitten aangetroffen. Dat is 3,9% van het totale aantal monsters. In 2000 lag dit aantal behoorlijk lager, in 12 monsters zijn sporen van dierlijke eiwitten aangetroffen. Dit is 1,2% van het totale aantal monsters. In 2001 is in slechts 2 monsters sporen van dierlijke eiwitten aangetroffen (0.2%). De resultaten zijn samengevat in tabel 3. In bijlage 3 zijn de resultaten in een grafiek per kwartaal weergegeven. 3 De mengvoederbedrijven die een positieve uitslag hebben, zijn zelf verantwoordelijk voor de maatregelen die zij nemen. De KDD vraagt wel welke corrigerende maatregelen zijn genomen. De actie die het bedrijf onderneemt wordt tijdens de eerst volgende basiscontrole of GMP audit beoordeeld. Evaluatie diermeel in voeders 1999 2001 7 van 17

Tabel 3: Aantal diermeel in herkauwervoeders, genomen door de bedrijven 1999-2001 Diermeel in herkauwervoeders 1999 2000 2001 Aantal (n) Aantal (n) Aantal positief bevonden 1 (%) Aantal positief bevonden 1 (%) Aantal (n) 1.694 3.9 1.029 1.2 965 0.2 Aantal positief bevonden (%) 2.4 Toezicht op toezicht De RVV is belast met het toezicht op de naleving van de ministeriele regelgeving die per 1 maart 1999 van kracht is geworden. De RVV maakt bij de uitvoering van haar toezichthoudende taak gebruik van: a. bevindingen van bedrijfsbezoeken uitgevoerd door de KDD. De RVV krijgt, m.b.t. de regelgeving op het gebruik van dierlijke eiwitten, inzage in de bevindingen van basiscontroles en GMP audits uitgevoerd door de KDD. b. analyseuitslagen in het kader van de bedrijfseigen monitoring; De bereideres van herkauwervoeders hebben in het kader van de GMP regeling de plicht om, afhankelijk van het geproduceerde aantal voeders, monsters te nemen en te laten onderzoeken op de aanwezigheid van verboden dierlijke eiwitten. De uitslagen van deze monsters staan ter beschikking ter beschikking van de RVV. c. analyseuitslagen van monsters genomen door de controlerende instanties; De KDD neemt bij haar bedrijfsbezoeken monsters voor onderzoek op de aanwezigheid van verboden dierlijke eiwitten. Ook deze uitslagen staan ter beschikking ter beschikking van de RVV. De AID neemt in het kader van haar opsporingstaken ook monsters voor onderzoek op de aanwezigheid van verboden dierlijke eiwitten. Zelf neemt de RVV ook monsters voor onderzoek op de aanwezigheid van verboden dierlijke eiwitten. Dit doen zij zowel bij de mengvoederbereiders als bij de veehouders. Evaluatie diermeel in voeders 1999 2001 8 van 17

d. steeksproefsgewijze eigen waarneming op de bedrijven. De RVV voert zelf ook controles op naleving van de regelgeving op de bedrijven uit. Het betreft zowel directe controles alsmede toezicht op de controle uitgevoerd door de KDD. Evaluatie diermeel in voeders 1999 2001 9 van 17

3 Conclusie en verbeterpunten 3.1 Administratieve controle 3.1.1 Conclusie De KDD heeft in 1999 1.128, 2000 525 en in 2001 704 administratieve controles uitgevoerd. Zowel in 1999, 2000 als 2001 is het aantal administratieve controles volgens planning uitgevoerd. Door invoering van strengere regeling lag de bezoekfrequentie in 1999 aanzienlijk hoger (4 maal per jaar) dan in 2000 en 2001 (1 maal per jaar). Het aantal uitgevoerde administratieve controles is in 1999 dan ook aanzienlijk hoger. Opgemerkt moet worden dat het aantal aantoonbaar uitgevoerde administratieve controles in 2001 hoger is dan in 2000. Dit komt door het feit dat vanaf 1 januari 2001 de administratieve controles die uitgevoerd worden tijdens de GMP audit ook digitaal worden geregistreerd en dus meetellen in de statistiek. Het aantal tekortkomingen lag door invoering van de strengere regelgeving in 1999 aanzienlijk hoger dan in 2000 en 2001 (202 in 1999 t.o.v. 38 in 2000 en 76 in 2001). Ook hier dient opgemerkt te worden dat het aantal aantoonbare tekortkomingen voortkomend uit de administratieve controle in 2000 hoger is dan in 2001. Dit komt ook door het feit dat vanaf 1 januari 2001 de administratieve controles die uitgevoerd worden tijdens de GMP audit ook digitaal worden geregistreerd en dus meetellen in de statistiek. 3.2 Monstername 3.2.1 Conclusie De KDD heeft zowel in 1999, 2000 als 2001 het aantal monsters conform planning genomen en laten onderzoeken. Door invoering van strengere regeling zijn in 1999 meer monsters genomen en onderzocht op de aanwezigheid van dierlijke eiwitten dan in 2000 en 2001 (306 in 1999 t.o.v. 150 en 151 in 2000 respectievelijk 2001). In 1999 zijn 6 positieve uitslagen geconstateerd. Deze positieve uitslagen zijn met name geconstateerd in het vierde kwartaal van 1999 bij bedrijven die verenmeel in de fabriek hadden of nog geen gescheiden productielijnen onder ontheffing van het productschap hadden gerealiseerd. In 2000 en 2001 zijn geen positieve uitslagen geconstateerd. Dit komt door implementatie van de strengere regelgeving door de bedrijven (volledige invoering gescheiden productielijnen). De KDD bemonstering is bedoeld als verificatie van de bevindingen bij de systeemaudits (bij GMP erkende bedrijven) en de administratieve (basis)controles. Evaluatie diermeel in voeders 1999 2001 10 van 17

De KDD heeft in 2001 in verband met het van kracht worden van de Regeling verbod diermelen in diervoeders en de tijdelijke regeling verbod dierlijke eiwitten in alle diervoeders landbouwhuisdieren naast onderzoek op de aanwezigheid van dierlijke eiwitten in herkauwervoeders ook onderzoek uit laten voeren in andere voeders dan herkauwervoeders (o.a. varkens- en pluimveevoeders) en voedermiddelen. Hierbij is 1 positieve geconstateerd in een varkensvoeder. 3.3 Bedrijfsinterne inspectie en controle 3.3.1 Conclusie In totaal zijn in 1999 1.694 bedrijfsinterne monsters gerapporteerd. Dit aantal ligt boven de verwachting van 1.500 monsters. In 66 monsters zijn sporen van dierlijke eiwitten aangetroffen, dat is 3,9%. In 2000 en ook 2001 is het aantal bedrijfsinterne monsters afgenomen naar 1.029 respectievelijk 965. Dit komt mede door invoering van strengere regelgeving waardoor het aantal tonnages geproduceerd herkauwervoeder flink is gedaald. Het aantal positieve monsters is door de strengere regelgeving ook flink afgenomen naar 12 monsters (1,2%) in 2000 en 2 monsters (0,2%) in 2001. 3.4 Discussie resultaten ten opzichte van het AID-rapport 3.4.1 AID rapport De AID heeft een onderzoek ingesteld om de besmettingsbron van de BSE-gevallen in Nederland te achterhalen. De onderzoekgegevens van 30 BSE-gevallen zijn in samenhang bekeken en op basis hiervan is een aantal hypotheses getoetst over de wijze waarop verspreiding van BSE in Nederland kan hebben plaatsgevonden. De resultaten van dit onderzoek heeft de AID in een rapport gepresenteerd (Bovine Spongiforme Encephalopathie Second opinion). In de volgende paragrafen worden de resultaten van de BSE evaluatie 1999-2001 van het PDV in samenhang met het AID rapport bediscussieerd. 3.4.2 Verslepingshypothese Sinds 1999 is er een afname van het aantal positieve uitslagen op de aanwezigheid van dierlijke eiwitten. Dit komt door implementatie van de strengere regelgeving (opheffen 6% regeling en invoering gescheiden productielijnen 4 ) door de bedrijven. De afname in het aantal positieve uitslagen laat onverlet dat er nog een aantal BSE besmettingen kunnen optreden. 4 Per 1 maart 1999 opheffing van de 6% regeling en instellen van een verbod op het voorkomen van dierlijke eiwitten in voeders voor herkauwers. Per 1 augustus 1999 invoering van volledige gescheiden productielijnen. Dit betekent dat voor herkauwers verboden dierlijke eiwitten alleen op volledig separate productielijnen aanwezig mogen zijn en dus niet meer op productielijnen waarop ook herkauwervoeders worden geproduceerd. Evaluatie diermeel in voeders 1999 2001 11 van 17

De conclusie van de AID dat deze besmettingen veroorzaakt zouden kunnen zijn door met diermeel verontreinigd herkauwervoeder (door versleping) kan worden onderschreven. 3.4.3 Import van diermeel In het AID rapport wordt het aannemelijk geacht dat, op basis van import- en exportgegevens van diermeel in de jaren 1992 tot en met 1999, het besmette diermeel via andere landen in Nederland is terechtgekomen. Dit ondanks het Besluit VVR Importverbod Brits diermeel afkomstig van herkauwers (in 1994 uitgebreid tot zoogdieren) Op basis van de controlebevindingen van de KDD kan het PDV de conclusie van de AID niet onderschrijven. Er zijn geen aanwijzingen om te veronderstellen dat bovengenoemde verboden door de bedrijven zijn overtreden. 3.4.4 Europese Feedban M.b.t het mogelijk in de toekomst opheffen van de feedban 5 kan gesteld worden dat wanneer dit onder gekanaliseerde omstandigheden plaatsvindt dit geen problemen m.b.t. voeder- en voedselveiligheid met zich mee hoeft te brengen. 5 Ttoaalverbod op gebruik van verwerkte dierlijke eiwitten in voeders voor alle landbouwhuisdieren Evaluatie diermeel in voeders 1999 2001 12 van 17

4 Verbeterpunten Hieronder staan de bij de evaluatie reeds vermelde verbeterpunten opgesomd. Daarachter wordt vermeld op welke wijze deze verbeterpunten doorgevoerd zullen worden. Verbeterpunten Wie Hoe Implementatie en naleving van de regelgeving Bedrij- Tijdens bedrijfsbezoeken bewaken. is een blijvend aandachtspunt. ven Verbetermaatregelen n.a.v. een positieve uitslag op aanwezigheid dierlijke eiwitten dienen beter opgenomen te worden in de GMP regeling PDV Bij redesign GMP-standaarden in 2003 Zowel bij de bedrijfseigen monitoring als de monsters genomen door de KDD dienen naast bemonstering en analyse van herkauwervoeders (op de aanwezigheid van dierlijke eiwitten) ook monstername en analyse op andere mengvoeders en voedermiddelen PDV Voorstellen doen voor aanpassing van de bedrijfseigen monitoring en voorschriften werkplan van het BCD. Dit in afstemming met de overheid. 0-0-0-0-0-0 Evaluatie diermeel in voeders 1999 2001 13 van 17

Bijlage 1: Ontwikkelingen in regelgeving 1 augustus 1989 Verbod vervoedering diermelen 1989, Besluit VVR; 6 september 1990 Importverbod Brits diermeel afkomstig van herkauwers (in 1994 uitgebreid tot zoogdieren); besluit VVR; 9 januari 1993 De "6%-regeling" die een verbod inhoudt op de productie van diervoeders voor herkauwers na een charge met meer dan 6% diermeel; 8 augustus 1994 Verbod op toevoeging weefseleiwitten van Zoogdieren aan herkauwervoeders (uitwerking van 94/381/EC); 9 november 1994 Verordening VVR, uitbreiding van voorgaande maatregel. Formeel is deze verordening na enkele wijzigingen (opnemen van uitgezonderde producten van EG-beschikking 95/60/EG) pas in werking getreden op 1 juli 1998 (besluit PDV Regeling Verwerking Dierlijke Producten in Diervoeders 1998); 18 juni 1997 Wijzigingen besluit VVR met betrekking tot GMP -normen voor de diervoedersector. Dit besluit houdt onder andere in dat alleen zoogdiereiwitten die een voorgeschreven hittebehandeling (133 C, 20 minuten, 3 bar) hebben ondergaan, in de inrichting aanwezig mogen zijn. 25 augustus 1997 SRM-maatregel, die inhoudt dat bepaalde risico-organen bij slachting verwijderd en vervolgens vernietigd moeten worden. Risico-organen waren de kop (inclusief ogen en tonsillen) en het ruggemerg van alle slachtrunderen, -schapen en -geiten ouder dan 12 maanden, alsmede de milt van alle schapen en geiten. 1 maart 1999 Verbod van het Ministerie van LNV, inhoudende een absoluut verbod op het voorkomen van dierlijke eiwitten in voeders voor rundvee en andere herkauwers. Van dit verbod waren melk, bloed en bloedproducten en vis uitgezonderd. Verenmeel werd uitgesloten om problemen met de microscopische controlemethoden te vermijden. Daarna zijn nog aanvullende maatregelen getroffen, bv. om versleping tijdens de distributiefase uit te sluiten; 1 augustus 1999 PDV besluit GMP normen Diervoedersector, in werking getreden. In het besluit werd de eis gesteld dat voor herkauwers verboden dierlijke eiwitten alleen op volledig separate productielijnen mochten worden verwerkt, en niet meer op productielijnen waarop ook herkauwervoeders werden geproduceerd. 15 december 2000 Tijdelijke regeling Verbod dierlijke eiwitten in alle diervoeders voor landbouwhuisdieren, nu dus in EU-verband. Nadien is dit uitgewerkt in verordening EG999/2001 Evaluatie diermeel in voeders 1999 2001 14 van 17

Bijlage 2: Grafische weergave analyseresultaten KDD KDD monsters diermeel 1999 Rikilt (per 1/10/99 gestopt) 200 183 100,0 86 100 36 30,6 60 19,8 19,1 10,0 1 0 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal totaal 1999 totaal monsters % positief 400 300 200 100 0 1e kwartaal 106 0,9 2e kwartaal KDD monsters diermeel 1999 Labco 87 1,1 3e kwartaal 61 1,6 52 5,8 4e kwartaal totaal 1999 306 2,0 totaal monsters % positief 200 KDD monsters diermeel 2000 150 totaal monsters % positief 100 44 50 40 0,0 16 0,0 0,0 0,0 0 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal totaal 2000 0,0 Evaluatie diermeel in voeders 1999 2001 15 van 17

KDD monsters diermeel in herkauwervoeders 2001 200 152 totaal monsters % positief 10 0 60 0,0 30 0,0 55 0,0 7 0,0 0,0 0 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal totaal 2001 Evaluatie diermeel in voeders 1999 2001 16 van 17

Bijlage 3 Grafische weergave analyseresultaten bedrijfseigen monsters Inventarisatie diermeel 1999 1694 1700 1600 1500 1400 1300 1200 1100 1000 900 800 700 455 600 469 410 360 500 400 300 3,6 4,8 2,9 200 4,2 3,6 100 0 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal totaal 1999 totaal # monsters % post Inventarisatie diermeel 2000 1100 1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 1e kwartaal 330 1,2 2e kwartaal 239 1,7 3e kwartaal 205 1,0 4e kwartaal 255 0,8 totaal 2000 1029 1,2 totaal monsters % positief Inventarisatie diermeel 2001 1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 1e kwartaal 221 0,0 2e kwartaal 242 239 263 0,4 0,4 0,0 3e kwartaal 4e kwartaal totaal 2001 965 0,2 totaal monsters % positief Evaluatie diermeel in voeders 1999 2001 17 van 17