CroonenBuro5. RO ontwikkeling Witherenstraat, Blerick gemeente Venlo projectnr

Vergelijkbare documenten
Afkoppel beslisboom Gemeente Venlo

Memo. Inleiding. Huidige situatie

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24

Startpunt Wonen. Caspar Cluitmans Bert Hage (verificatie) Peter Geerts (validatie)

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen.

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Toelichting Waterparagraaf ter plaatse van: LJ Costerstraat (Bauhauslocatie) te Venlo. Projectnummer:

Van Hogendorpplein te Goirle

De locatie Het ontwerp van het winkelcentrum en directe omgeving is opgenomen in figuur 1.

MEMO DHV B.V. Logo. : SAB Arnhem : Michiel Krutwagen. : St Elisabethgaarde Winterswijk : Watertoetsnotitie. Datum : 13 januari 2012

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

Team stedelijk water B

Kloosterstraat. Loon op Zand. Geohydrologisch onderzoek en waterparagraaf SAB. juli 2009 concept

2 november 2009 C M.J.C. Kerkhof Jonkman. Team stedelijk water

Watertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld

Waterparagraaf. Opdrachtgever. Groenstraat 2, Sprundel. De heer C.J.M. Lazeroms Groenstraat SK Sprundel

1 Inleiding en projectinformatie

Apeldoornsestraat te Voorthuizen

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat

Toelichting watertoets

MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM

Colofon. Datum van uitgave: 19 juni Contactadres: Beneluxweg SJ Oosterhout Postbus AA Oosterhout

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 3

Daalhuizerweg. Velp. Geohydrologisch advies en waterparagraaf. SAB Arnhem. december 2009 definitief

BUREAUSTUDIE FASE 1 BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD EN VREGELINKSHOEK WATER

Memo. Figuur 1 Overzicht plangebied en omgeving (bron: googlemaps) blad 1 van 7

DE EGYPTISCHE POORT TE BLADEL

Waterparagraaf. Perron 073 Den Bosch. ing. J.A. Wemekamp. Definitief. Auteur

Notitie Tennispark Haelen Watertoets ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark. Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen. Projectnr.: Datum rapport: 17 december Postbus AA Heerlen

Bestemmingsplan Noord-West-Oss

DOORLATENDHEIDSONDERZOEK WOUTERIJ 55 TE KOEWACHT

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie

Bestemmingsplan Lith Centrum bijlage 2 bij toelichting - watertoets centrumplan Lith jan 2011

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel

Waterparagraaf. Bouw woning Hollevoort, Bakel. Waterparagraaf. Woning Hollevoort, Bakel

Gemeente Vaals Waterparagraaf Studentenhuisvesting Sneeuwberglaan

Bijlage B: Waterparagraaf Burgemeester Moonshof te Raamsdonk 8 december 2016

Betreft Herbouw Lidl te Hoensbroek. Ons kenmerk HEE Datum 19 november Behandeld door Bert Hage

Memo waterplan De Kievit

Toelichting Watertoets

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

Datum: 14 mei 2009 RJ/KvdN/MMu/BA 85-3-NO Betreft: Watertoets in het kader van project Zwembad de Krommerijn te Utrecht

In opdracht van Jansen Bouwontwikkeling BV is ons bureau betrokken bij de waterhuishouding van het project Ceres te Bemmel.

Rioleringsplan. Plan Mölnbekke te Ootmarsum. Projectnummer: Opdrachtgever: Lintmolenbeek B.V. In opdracht van: Lintmolenbeek B.V.

MEMO. Memo Afkoppelen / infiltreren project Herinrichting Julianastraat Raadhuisstraat d.d pagina 1 / 5

Voorontwerp infiltratievoorzieningen en RWA- leidingen

Op figuur 1 is een op een luchtfoto de globale ligging van het plangebied weergegeven.

Betreft: k-waarde bepaling Molenweg 2 te Epe 1/3

Kenmerk Contactpersoon Plaats en datum Ing. B. Mengers Doetinchem, Tel

Bijlagen bij toelichting

Bijlage X. Waterparagraaf woningen en huisartsenpraktijk Van Voorst tot Voorststraat te Vught Bijlage X van X

Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1

Landgoed De Hattert. Watertoets conform de uitgangspunten van Waterschap Aa en Maas. Datum : 1 oktober : Ir. L.J.A.M.

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe)

De heer J.M.J.M. van Abeelen Koestraat AR LIEMPDE

Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden

Ontwikkeling stadsvilla s op terrein Cellarius/de Hullu te Deventer-Colmschate

Rioleringsplan Tivolikerk te Eindhoven

Distributie Projectnummer Waterparagraaf De Bakermat Eindhoven Thijs Visser, aangepast door Doede Boomsma

Bedrijventerrein Kasteelsestraat

Waterparagraaf BIJLAGE 5

Dimence. Waterhuishouding Brinkgreven. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus AE Deventer. telefoon

Projectnummer: D Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Bijlage II. Geohydrologisch grondonderzoek woningen en huisartsenpraktijk Van Voorst tot Voorststraat te Vught Bijlage II van X

MEMO. Sweerts de Landasstraat DG Arnhem Gemeente Gemert-Bakel

voorontwerp bestemmingsplan locatie Zuilenstein

BIJLAGE 5: WATER- EN RIOLERINGSPLAN

In deze memo beschrijven wij de bestaande situatie en de omgang van het vuil- en regenwater binnen het plan.

Memo waterhuishouding plan Molenhoek

Landslide milieu-adviesbureau

Notitie. De kamp. Figuur 1 Locatie De Kamp in Cothen. Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen

Bestemd voor : Van Dun advies B.V., t.a.v. de heer P. Monster, Dorpsstraat 54, 5113 TE ULICOTEN. Van : ing. G. Spruijt Paraaf :

Actualisatie watertoets

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens

Waterparagraaf Rietdijk te Vorstenbosch

: BügelHajema (Linda Smoors, Hermien Kerperien) : Evert de Lange : Waterschap Veluwe (Wietske Terpstra), 03-Projectontwikkeling (René Kroes)

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip

WATERPARAGRAAF SLAAKDAM 2A DE HEEN (STEENBERGEN)

Betreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde).

Waterparagraaf. Kenbelstraatje te St. Willebrord

Rapport Watertoets. Zandvoort 23 te Gendt. Uitvoeren watertoets tbv opstellen waterparagraaf R-MVV/83. De heer Huisman BD Doornenburg

Watertoets Nieuwbouw Vrangendael

Projectnummer: C /GF. Gecontroleerd door: ing. H.J. Veurink. Ons kenmerk: :0.5

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree)

1 Inleiding. 1.1 Algemeen. 1.2 De watertoets. NOTITIE

BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN

Rouveen-West fase IV

Groene Waterberging Operalaan e.o. te Oldenzaal

DOORLATENDSHEIDONDERZOEK PLANGEBIED N277-N275-N562 TE KONINGSLUST GEMEENTE PEEL EN MAAS

Herinrichting De Boskamp te Epe

Watertoets voor de ontwikkeling van verblijfsrecreatie aan de Fazantenweg te Dongen

Aan De heer W. van Doornspeek, Dilleveld 43, 7006 TN Doetinchem.

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Transcriptie:

Memo memonummer 215316 water datum 16 maart 215 aan Woonwenz van Arjan van Beek Antea Group kopie Charlotte van den Hombergh CroonenBuro5 project RO ontwikkeling Witherenstraat, Blerick gemeente Venlo projectnr. 253155. betreft Waterparagraaf Inleiding Woonwenz is voornemens om ter hoogte van de Witherenstraat in Blerick (gemeente Venlo) appartementen Oude Staay te ontwikkelen. Omdat de voorgenomen ontwikkeling niet past binnen het vigerende bestemmingsplan ter plaatse, dient een nieuw bestemmingsplan te worden opgesteld voor de herontwikkeling van het terrein. In het kader van deze ruimtelijke besluiten moet de watertoets worden doorlopen. In deze memo worden beknopt de huidige- en toekomstige situatie beschreven. Voor de toekomstige situatie wordt beschreven welke maatregelen genomen moeten worden ten aanzien van het watersysteem om te voldoen aan het landelijke- en gemeentelijk- het waterschapsbeleid. Huidige situatie Locatie Het plangebied bevindt zich aan de westzijde van de Maas in Blerick (Venlo), aan de Witherenstraat. Het plangebied heeft een oppervlak van circa,73 ha. Tot 29 was het gehele plangebied verhard door de aanwezigheid van bebouwing en terreinverharding, in 29 is de aanwezige bebouwing gesloopt. In de huidige situatie is de noordzijde van het terrein verhard door de aanwezige terreinverharding (parkeerplaatsen) de zuidzijde is onverhard (grasveld). Figuur 1: Luchtfoto Venlo met ligging plangebied (bron: Globespotter) blad 1 van 11

Maaiveldhoogte Het maaiveld in het plangebied heeft een hoogte van circa NAP +17,9 m tot circa NAP +18,8 (bron: ahn2). Figuur 2: Uitsneden ahn2 omgeving plangebied (ahn.nl) Bodem Op 3 en 4 december 214 is door Mos Grondmechanica een grond- en funderingsonderzoek uitgevoerd in het plangebied. Tijdens het onderzoek zijn 12 sonderingen uitgevoerd tot een diepte van maximaal 25 m beneden maaiveld. Tevens is een grondboring uitgevoerd tot 2 m beneden maaiveld. Op basis van de sonderingen en boring is de bodemopbouw als volgt beschreven: Vanaf maaiveld tot circa 2 a 4 m beneden maaiveld is los gepakt en sterk siltig/kleiig zand aanwezig. Van 2 a 4 meter beneden maaiveld tot circa 16 m beneden maaiveld is een zandpakket aanwezig waarin plaatselijk kleiige lenzen en lagen met een maximale dikte van,6 m voorkomen. Van 16 m beneden maaiveld tot de maximaal onderzochte diepte van 25 m beneden maaiveld is een pakket aanwezig dat uit zand en zandige klei bestaat. Grondwater Regionale grondwaterstroming Het grondwatersysteem behoort tot het systeem "westelijke Maasterrassen". Het bestaat uit twee watervoerende pakketten gescheiden door een slecht doorlatende kleilaag (Venlo klei). Het freatisch grondwater stroomt vanuit de dekzandruggen in de richting van de Maas (oost-zuidoostelijke richting). Het 1ste watervoerende pakket bestaat uit grind- en zandlagen van de formatie van Kreftenheije en Veghel. De stromingsrichting van dit grondwater, zo blijkt uit de Grondwaterkaart van Nederland, is oostwaarts richting de Maas. Het 2e watervoerende pakket bestaat uit de Venlo-zanden. Onder het tweede watervoerende pakket bevindt zich de slecht doorlatende geohydrologische basis, bestaande uit de afzettingen van de formaties van Breda. Maas Het plangebied is op circa 5 m van de Maas gelegen, de freatische grondwaterstand in het plangebied zal daarom sterk beïnvloed worden door het peil van de Maas. De Maas is in dit gebied gestuwd. Het stuwpeil van de Maas (NAP + 1,8 m) resulteert in een iets hoger peil bij het plangebied, gemiddeld ligt het peil rond NAP +1,85 m. Tijdens hoogwaterafvoeren van de Maas stijgt ook de grondwaterstand. De stijging van de grondwaterstand is afhankelijk van het waterpeil en de duur van de hoogwatergolf. Het grondwater reageert met enige vertraging op het stijgen en dalen van het waterpeil in de Maas. Peilbuizen Dino-loket In de directe omgeving van het plangebied zijn geen bruikbare peilbuizen aangetroffen in het Dino-loket. Op grotere afstand (circa 75 m) is een peilbuis (B52G2956) aangetroffen welke op een zelfde afstand van de Maas ligt als het plangebied (circa 5 m). De maaiveldhoogte ter plaatse van peilbuis B52G2956 is NAP +18,19 m. Het filter van de peilbuis ligt op circa 4,9-5,9 meter beneden maaiveld. Uit de waarnemingen blijkt dat de hoogste grondwaterstand op circa 3,6 meter beneden blad 2 van 11

het maaiveld ligt en de laagste op circa 4,6 meter beneden maaiveld. Verwacht wordt dat de grondwaterstand in het plangebied overeen komt met de grondwaterstand ter hoogte van de peilbuis. Grondwaterbeschermingsgebied Het plangebied is niet in een grondwaterbeschermings- of waterwingebied gelegen. Doorlatendheid Op de bodemdoorlatenheidkaart (figuur 3) van waterschap Peel een Maasvallei heeft het plangebied en omgeving een K-waarde variërend van 1,5-1 m/dag. Op basis van de bodemdoorlatendheidkaart wordt geconcludeerd dat de bodem in het plangebied goed doorlatend is. Figuur 3: Bodemdoorlatenheidskaart met ligging plangebied (Bron: Waterschap Peel en Maasvallei) Tijdens het grond- en funderingsonderzoek door Mos Grondmechanica is een doorlatenheidsproef uitgevoerd in de boring in het plangebied. De proef is uitgevoerd op een diepte van 2 m beneden maaiveld (in de onverzadigde zone). De bodem bestaat op deze diepte uit zeer fijn, zwak siltig zand. De K-waarde van de bodem is bepaald op,5 m/dag. Op basis van de proef is de bodem bij de boringen matig tot vrij goed doorlatend. Op 1 maart 215 zijn door Antea Group doorlatendheidsproeven uitgevoerd in 4 boringen in het plangebied. De proeven zijn uitgevoerd op een diepte van,5 m beneden maaiveld en op 2, m beneden maaiveld. De bodem bestaat tot een diepte van circa 4, m beneden maaiveld over het algemeen uit matig fijn tot matig grof, zwak tot uiterst siltig zand (zie bijlage 2). De k-waarde van de bodem op,5 m beneden maaiveld is circa,2 a,3 m/dag. De k-waarde van de bodem op 2, m beneden maaiveld is circa,8 tot 1,1 m/dag. Op basis van de proeven is de bodem op,5 m beneden maaiveld matig doorlatend, op 2, m beneden maaiveld is de bodem vrij goed tot goed doorlatend. Oppervlaktewater In het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Ten oosten van het plangebied bevindt zich de Maas (het stuwpand Sambeek). De Maas heeft in dit stuwpand een vast stuwpeil van NAP +1,85 m. Tijdens hoogwaterafvoeren van de Maas stijgt het waterpeil. Op figuur 4 is te zien dat het plangebied gelegen is in het rivierbed van de Maas maar dat paragraaf 6 van hoofdstuk 6 van het Waterbesluit niet van toepassing is. Dit betekent dat in het plangebied gebouwd kan worden zonder toezicht door RWS. De beoordeling van nieuwe ontwikkelingen zoals woonwijken, fabriekshallen, demping van havens en meer kleinschalige lokale activiteiten is hier toevertrouwd aan de gemeenten. Rijkswaterstaat toetst deze gebieden niet. blad 3 van 11

Figuur 4: Kaart beleidslijn Grote Rivieren Riolering In en in de omgeving van het plangebied is een gemengd rioolstelstel aanwezig (zie bijlage III). Waterkering Binnen het plangebied liggen geen waterkeringen of beschermingszones rondom waterkeringen. Waterbeleid en uitgangspunten waterbeheerders Waterschap Peel en Maasvallei Gelet op de situering van de locatie (geen oppervlaktewater aanwezig, eventuele overloop op riolering) gelden volgens het waterschap minimaal de gemeentelijke eisen zoals weergeven in het Integraal Waterplan Venlo en het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Vasthouden bergen afvoeren Beleid van het waterschap is om te proberen 1% van het verhard oppervlak af te koppelen en het schone regenwater te infiltreren in de bodem. De volgende stap is het bergen van water. Pas wanneer vasthouden en bergen niet mogelijk is kan gekozen worden voor afvoeren. Voorziening hemelwater De voorziening moet afgestemd zijn op de kenmerken van de ondergrond. Er moet rekening mee houden worden dat lokaal significante verschillen in de eigenschappen kunnen optreden. Als er goed kan worden geïnfiltreerd heeft een infiltratievoorziening de voorkeur. Een bovengrondse infiltratievoorziening heeft de voorkeur boven een ondergrondse in verband met onderhoud en beheersbaarheid van de voorziening. Als de infiltratiecapaciteit van de bodem slecht is of de gemiddeld hoogste grondwaterstand zich dicht bij het maaiveld bevindt, beveelt het waterschap aan om een opvang voor het regenwater te realiseren die langzaam leegloopt (dynamische buffer) naar de riolering (vanwege ontbreken oppervlaktewater). Toepassing van duurzame bouwmaterialen Om bodemverontreiniging te voorkomen moet u het gebruik van uitlogende materialen voorkomen. Uitlogende bouwmaterialen zijn: Koper. Zink. Bitumen. Lood. Alternatieven zijn ruimschoots voor handen, zie onder andere www.dubo-centrum.nl. blad 4 van 11

Gemeente Venlo Integraal Waterplan Venlo In samenwerking met Waterschap Peel en Maasvallei, de Provincie Limburg en Waterleidingmaatschappij Limburg heeft de gemeente Venlo het Gemeentelijk Integraal Waterplan Venlo opgesteld. Hierin staat de visie van de gemeente op het waterbeheer en is een maatregelenpakker voor de korte termijn uitgewerkt. Het Gemeentelijk Integraal Waterplan Venlo concentreert zich op het stedelijk gebied, waarbij de beïnvloeding vanuit het stedelijk gebied op het watersysteem in het landelijk gebied eveneens is meegenomen. Gemengde riolen, maar ook regenriolen, kunnen de volgens de voorspelde klimaatsverandering toenemende piekbelasting niet aan. In nieuwe plannen moet ruimte gereserveerd worden voor het vasthouden en bergen van hemelwater, zodat dit niet meer drukt op de riolering. Streven is zoveel mogelijk hemelwater af te koppelen. Gemeente Rioleringsplan Venlo (214 223) Op 17 december 214 heeft de gemeenteraad ingestemd met het Gemeentelijk Rioleringsplan "Droge voeten in een gezonde leefomgeving'', voor de periode 214-223. In het GRP Venlo 214-223 is de financiële actualisatie ten opzichte van het in juni 211 vastgestelde GRP verwerkt. Tevens is in dit plan het beleid ten opzichte van het in december 27 vastgestelde plan geactualiseerd. De (financiële) looptijd van het plan is 1 jaar (inclusief 214). In het GRP zijn de doelstellingen voor de komende planperiode beschreven en vertaald naar de hoofdthema s binnen de rioleringszorg. Het vertrekpunt van de doelstellingen voor de komende planperiode is dat de gemeente Venlo het beleid van de afgelopen jaren continueert. In het voorgaande GRP (27) was de doelstelling vertaald naar zeven doelen. In het GRP 214-213 zijn deze doelen samengevoegd tot de volgende vijf doelen: 1. Doelmatige inzameling van het binnen gemeentelijk gebied geproduceerd stedelijk afvalwater. 2. Doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater. 3. Beperken van structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming in het openbaar gemeentelijk gebied. 4. Het transport van het ingezamelde water naar een geschikt lozingspunt/verwerkingspunt; waarbij: ongewenste emissies naar oppervlaktewater, bodem, grondwater worden zoveel mogelijk voorkomen. zo min mogelijk overlast voor de omgeving wordt veroorzaakt (in de breedste zin van het woord). 5. Doelmatig beheer en nastreven van duurzaamheid. De gemeente heeft een beslisboom afkoppelen opgesteld, hoe met hemelwater om te gaan in nieuwe situaties, zie bijlage IV. Voor nieuwbouw (en herbouw) geldt dat het afvalwater en hemelwater in ieder geval gescheiden moet worden ingezameld. Bij ruimtelijke ontwikkelingen met een uitbreiding van meer dan 2. m² verhard oppervlak, dient in het kader van de watertoets altijd overleg te worden gepleegd met gemeente, waterbeheerder(s) en initiatiefnemer via de watertoets. De waterhuishouding dient te voldoen aan een programma van eisen. Een van de eisen is dat de afvoer van het hemelwater kan plaatsvinden via een centrale infiltratievoorziening. Deze infiltratievoorziening dient te voldoen aan T=1 jaar (5 mm in 27,3 uur). Hierna mag overstorting op maaiveldniveau plaatsvinden naar het gemeentelijke riool of naar een voorziening. Een bui van 84 mm in 48 uur, met kans op voorkomen van eens per 1 jaar mag geen overlast veroorzaken voor derden. Toekomstige situatie Ontwikkeling De voorgenomen ontwikkeling betreft een appartementengebouw met 45 appartementen. Het appartementengebouw wordt gerealiseerd in een haakvorm met aan de Witherenstraat een woondeel van 8 woonlagen hoog en tussen de Witherenstraat en het parkeerterrein aan de Van Bornestraat een woondeel van 3 woonlagen. In figuur 5 is een uitsneden van de situatietekening van de toekomstige situatie opgenomen. Door het nieuwe gebouw en parkeerplaats in het plangebied is er sprake van circa 1.389 m 2 nieuwe dak verharding en circa 1.1 m 2 nieuwe terreinverharding. Ten opzichte van de situatie voor 29 is er geen sprake van toename van verhard oppervlak, omdat het terrein meer dan 5 jaar braak ligt ziet de gemeente het te verharden terrein als onverhard. blad 5 van 11

Figuur 5: Uitsnede situatietekening nieuwbouw Oude Staay (Aannemersbedrijf Jongen Venlo BV, 19-12-214) Waterkwaliteit Het hemelwater dat terechtkomt op de bebouwing en de openbare verharding wordt beschouwd als schoon wanneer geen uitlogende bouwmaterialen (uitlogende bouwmaterialen zijn o.a. zinken dakgoten en standpijpen, loden dakslabben, betongranulaat als wegfundering etc.) gebruikt worden. Dit schone hemelwater moet gescheiden van het vuilwater opgevangen en verwerkt te worden. Vuilwaterafvoer Het vuilwater afkomstig van de ontwikkeling kan worden aangesloten op het bestaand gemengd rioolstelsel in de omgeving van het plangebied (zie bijlage III). Hierbij wordt er vanuit gegaan dat de capaciteit van het ontvangende rioolstelsel voldoende is. Hemelwaterafvoer Bij nieuwe ontwikkelingen streeft de gemeente Venlo naar het afkoppelen van de hemelwaterafvoer, waarbij zoveel mogelijk water in of nabij het plangebied wordt geïnfiltreerd. De benodigde ruimte voor infiltratievoorzieningen hangt af van het aandeel verhard oppervlak, het aantal en de omvang van de (woon)bebouwing, de grondwaterstand en de doorlatendheid van de bodem. De afvoer van hemelwater naar infiltratievoorzieningen vindt bij voorkeur bovengronds plaats. De eisen ten aanzien van de omgang met hemelwater bij ver- of nieuwbouwplannen binnen de gemeente Venlo wordt bepaald met behulp van de afkoppel beslisboom (bijlage IV). De afkoppel beslisboom is een stappenplan, bedoeld als hulpmiddel om te bepalen welke eisen er gelden voor de omgang met hemelwater bij de aanvraag van een omgevingsvergunning (voor de activiteit bouw ) en of een aanvraag voor een rioolaansluiting. Omdat het terrein meer dan 5 jaar braak ligt ziet de gemeente de nieuwe verharding bij voorgenomen ontwikkeling als toename van verhard oppervlak. De trits vasthouden-bergen-afvoeren wordt bij voorgenomen ontwikkeling vertaald in een infiltratievoorziening met een vertraagde afvoer naar het riool (maximaal 1 l/s/ha.) en tevens voorzien van een (bovengrondse) noodoverlaat. De afvoer en noodoverlaat dienen te worden voorzien van terugslagklep en overstortmuur. Uitgangspunt is dat voor elke m 2 toekomstig nieuw verhard oppervlak 5 mm neerslag (5 liter) geborgen en (vertraagd) afgevoerd moet worden. Dit komt overeen met een bui met een herhalingstijd van 1 jaar (T=1). Een dergelijke bui gedurende circa 24 uur mag niet leiden tot overlast of afstroming naar het rioolstelsel. Voor het plangebied betekent dit een benodigde hoeveelheid berging van circa 125 m 3 (2.489 m 2 ). Afgekoppeld hemelwater dient bij voorkeur geborgen te worden binnen het plangebied. Indien dit niet mogelijk is dient water geborgen te worden in de directe omgeving. blad 6 van 11

Mogelijke opties om de benodigde waterberging vorm te geven binnen het plangebied waar door de initiatiefnemer aan gedacht kan worden zijn: Toepassen van een vegetatiedak bij de bebouwing, hierbij zal aanvullende berging benodigd zijn. Het platte dak kan worden uitgevoerd als groen/sedum (vegetatie) dak. arlijks kan een vegetatie dak wel 4% tot 6% van het gevallen hemelwater absorberen en weer verdampen. De substraat laag heeft een opvangcapaciteit voor hemelwater en zolang deze buffer niet vol is, gaat het hemelwater niet de regenpijp en vervolgens de gemengde riolering in. Per m 2 vegetatiedak kan circa 35 mm water (,35 m 3 per m 2 ) vast gehouden worden (de berging op vegetatiedaken is variabel en afhankelijk van de constructie, substraat laag en helling van het dak). Bergen en infiltreren via verlaagde groenvoorziening in het plangebied (wadi's). Op basis van de beschikbare gegevens over de doorlatendheid van de bodem (tot 2, m beneden maaiveld) is het plangebied geschikt voor infiltreren van hemelwater. Om de benodigde 125 m 3 berging te realiseren is uitgaande van een verlaging van circa,5 m een oppervlak van 25 m 2 benodigd (exclusief taluds). Bergings- en infiltratievoorziening onder nieuwe parkeerplaats in plangebied. Voorbeelden van voorzieningen die onder de parkeerplaats aangebracht kunnen worden zijn onder andere bergingskratten, waterblock of aquaflow. Per m 2 waterpasserende verharding kan afhankelijk van de fundatiedikte tot circa 15 tot 14 mm water (, 15 m 3 tot,14 m 3 per m 2 ) in de fundering worden geborgen bij toepassing van aquaflow, dit geeft een benodigd oppervlak van minimaal 89 m 2. Bij het toepassen van waterblock met een hoogte van 1 m heeft dit een inhoud van circa,913 m 3 per m 2, dit geeft een benodigd oppervlak van circa 14 m 2. Het is aan de initiatiefnemer hoe invulling wordt gegeven/welk type voorziening wordt toegepast om aan de benodigde bergingsbehoefte te voldoen. Ontwatering De ontwateringsrichtlijn voor nieuw stedelijk gebied is over het algemeen,7 m. De maaiveldhoogte in het plangebied is circa NAP +18 m. Op basis van de beschikbare gegevens is de globale ontwateringdiepte te bepalen. Op basis van de voorkomende grondwaterstand in de omgeving van het plangebied wordt verwacht de hoogste grondwaterstand in de omgeving van het plangebied op ruim 3,5 m beneden maaiveld ligt. Op basis van de beschikbare grondwatergegevens is de ontwateringsdiepte in het plangebied ruim voldoende. Conclusies Gelet op de situering van het plangebied gelden volgens het waterschap minimaal de gemeentelijke eisen zoals weergeven in het Integraal Waterplan Venlo en het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Voor elke m 2 toekomstig nieuw verhard oppervlak is het uitgangspunt dat 5 mm neerslag geborgen en (vertraagd) afgevoerd moet worden. Op basis van het toekomstig nieuw verhard oppervlak (2489 m 2 ) dient, bij voorkeur binnen het plangebied, een bergingsvolume van circa 125 m 3 gerealiseerd te worden. Met betrekking tot de bergingsvoorziening gelden de volgende aanbevelingen: Leegloop = de bergings/infiltratievoorziening dient in voldoende mate geleegd te worden, door infiltratie of door vertraagde afvoer naar het gemeentelijke riool (maximaal 1 l/s/ha.); Noodoverloop = voor het verwerken van hevige buien (grotere intensiteit dan T=1), dient de bergings/infiltratievoorziening te zijn voorzien van een, bovengrondse, noodoverloop naar het gemeentelijke riool. blad 7 van 11

Bijlage I Resultaten infiltratieonderzoek blad 8 van 11

Resultaten infiltratieproeven boringen Witherenstraat Blerick Resultaten infiltratieproeven De metingen van de doorlatendheid (k-waarde) worden uitgevoerd d.m.v. een infiltratieproef. Aan een boorgat wordt een hoeveelheid water toegevoegd. Door het waterpeil in het boorgat te meten in relatie tot de tijd wordt bepaald hoe snel de grondwaterstand weer daalt. Deze daling is een maat voor de doorlatendheid. Met de omgekeerde boorgatmethode (Spreadsheet) wordt de doorlatendheid berekend. Invoerparameters zijn het gemeten verloop van de grondwaterstand en de afmetingen van het boorgat (diepte en straal). In de onderstaande figuur is een voorbeeld van de berekening van de doorlatendheid aan de hand van de spreadsheet opgenomen. Uitwerking omgekeerde boorgatmethode Boringnummer 3 2 Straal boorgat,3 m Diepte boorgat 2, m =bovenkant boorgat tot bodem boorgat H() 1,17 m =begin waterstand minus bovenkant boorgat bij start meting (t=) tijd (sec) Ht ht delta t 1,17,83 141 1,24,76 141 k-waarde van 1,17 tot 1,24 (m-mv) is,83 m/dag 2 1,3,7 59 k-waarde van 1,24 tot 1,3 (m-mv) is 1,74 m/dag 237 1,33,67 37 k-waarde van 1,3 tot 1,33 (m-mv) is 1,45 m/dag 33 1,38,62 93 k-waarde van 1,33 tot 1,38 (m-mv) is 1,8 m/dag 48 1,44,56 78 k-waarde van 1,38 tot 1,44 (m-mv) is 1,68 m/dag 5 1,48,52 92 k-waarde van 1,44 tot 1,48 (m-mv) is 1,7 m/dag k-waarde van 1,17 tot 1,48 (m-mv) is 1,21 m/dag Ht ht =waterniveau minus bovenkant boorgat =waterniveau boven onderkant boorgat Uitwerking omgekeerde boorgatmethode (de gemeten k-waarde in de onverzadigde zone uitgezet naar dieptetraject) k-waarde (m/dag) 2, 1,8 1,6 1,4 1,2 1,,8,6,4,2, 1,24 1,3 1,33 1,38 1,44 1,48 waterstand in boorgat (m-mv) Figuur : berekening spreadsheet 3-2 Bijlage

De locaties van de boringen zijn weergegeven op onderstaande figuur. Figuur : locaties boringen In de onderstaande tabel zijn de resultaten en de berekende k-waarden van de infiltratieproeven opgenomen. Tevens is per boring een beknopte profielbeschrijving gegeven. Tabel: Resultaten infiltratieproeven in boorgat boring Diepte boring Profielbeschrijving Doorlatendheid (m - mv.) (m - mv.) (m/d) 1,5 Zand, matig fijn, uiterst siltig, zwak humeus,2 2 2, Zand, matig fijn, uiterst siltig, zwak,8 leemhoudend, zwak grindhoudend 3 2, Zand, matig fijn, matig siltig 1,1 4,5 Zand, matig fijn tot matig grof, sterk siltig, zwak humeus, sterk grindhoudend,3 Conclusie De doorlatendheid van de bodem is bij boring 3 goed doorlatend. De doorlatendheid van de bodem is bij boring 2 vrij goed doorlatend. Bij boringen 1 en 4 is de bodem op,5 m beneden maaiveld matig doorlatend. Tabel: Indeling classificatie K-waarde K-waarde (m/dag) Classificatie (*) <,1 zeer slecht doorlatend,1 -,1 slecht doorlatend,1 -,5 matig doorlatend,5-1, vrij goed doorlatend 1, - 1 goed doorlatend >1 zeer goed doorlatend *Classificatie k-waarde (m/dag) (bron: Cultuurtechnisch Vademecum, 2) Bijlage

Bijlage II Boorprofielen blad 9 van 11

Projectcode: 473ARCH Projectnaam: IVO Blirick Boring: 1 Datum: 1-8-1922 Boormeester: Boring: 2 Datum: 1-8-1922 Boormeester: 5 1 (12) gras Zand, matig fijn, uiterst siltig, zwak humeus, matig grindhoudend, matig baksteenhoudend, zwak puinhoudend, zwak houthoudend, bruingrijs, 5 1 (1) 1 (14) gras Zand, matig fijn, uiterst siltig, zwak humeus, zwak grindhoudend, zwak baksteenhoudend, bruingrijs, Zand, matig fijn, uiterst siltig, matig grindhoudend, zwak baksteenhoudend, zwak puinhoudend, grijs, 12 15 2 Zand, matig fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, lichtgeel, 15 2 15 (95) Zand, matig fijn, uiterst siltig, zwak leemhoudend, zwak grindhoudend, grijs, 25 (28) 25 245 Zand, matig fijn, sterk siltig, zwak roesthoudend, licht grijsgeel, (155) 35 35 4 4 4 4 Boring: 3 Datum: 1-8-1922 Boormeester: Boring: 4 Datum: 1-8-1922 Boormeester: 5 1 15 (1) 1 (4) 5 (8) 13 (9) gras Zand, matig fijn, sterk siltig, zwak humeus, zwak grindhoudend, zwak baksteenhoudend, bruingrijs, Zand, matig fijn, uiterst siltig, brokken leem, sterk grindhoudend, matig baksteenhoudend, zwak puinhoudend, licht grijsbruin, Zand, matig fijn, uiterst siltig, zwak leemhoudend, zwak grindhoudend, lichtbruin, Zand, matig fijn, matig siltig, neutraalgrijs, 5 1 15 (1) 1 (5) 6 (2) gras Zand, matig fijn, sterk siltig, zwak humeus, sterk grindhoudend, bruingrijs, Zand, matig grof, sterk siltig, sterk grindhoudend, zwak baksteenhoudend, zwak puinhoudend, bruingrijs, Zand, matig fijn, uiterst siltig, matig baksteenhoudend, zwak puinhoudend, matig plastichoudend, bruingrijs, 2 22 2 25 (7) Zand, matig grof, zwak siltig, zwak roesthoudend, licht grijsbruin, 25 26 35 29 (2) 31 (4) 35 Zand, matig grof, matig siltig, matig roesthoudend, lichtbeige, Zand, matig fijn, matig siltig, uiterst roesthoudend, matig grindhoudend, oranje,, gestaakt op keien 35 (14) Zand, matig fijn, uiterst siltig, zwak grindhoudend, grijs, 4 4 Projectleider: Opdrachtgever: Schaal 1: 5 getekend volgens NEN 514

Projectcode: 473ARCH Projectnaam: IVO Blirick Boring: 5 Datum: 1-8-1922 Boormeester: Boring: 6 Datum: 1-8-1922 Boormeester: 5 1 15 (2) 2 (5) 7 (15) 175 gras Zand, matig fijn, uiterst siltig, zwak humeus, zwak leemhoudend, zwak grindhoudend, licht grijsbruin, Zand, matig fijn, uiterst siltig, matig grindhoudend, matig baksteenhoudend, zwak puinhoudend, bruingrijs, Zand, matig fijn, sterk siltig, sterk puinhoudend, zwak baksteenhoudend, matig grindhoudend, lichtgrijs,, gestaakt op puin 5 1 15 (12) 12 (6) gras Zand, matig fijn, uiterst siltig, zwak humeus, matig baksteenhoudend, brokken zand, matig grindhoudend, zwak puinhoudend, bruingrijs, Zand, matig fijn, uiterst siltig, zwak humeus, sporen baksteen, bruingrijs, 18 2 Zand, matig fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, lichtgeel,, onderin grijzer en roestbandjes 25 (22) 35 4 4 Projectleider: Opdrachtgever: Schaal 1: 5 getekend volgens NEN 514

Bijlage III Ligging riolering blad 1 van 11

2 15.95 2 2 2 16 16.4 15.78 15.95 2 15.69 2 17.83 H 9473 15.74 15.74 15.84 1_72224 9472 17.89 9474 39821 9475 11994 11993 11991 11992 9477 17.82 17.82 17.3 3939 127 1_72198 9437 17.25 943 9431 4 15.14 15.14 15.4 9432 DV 9456 9453 9452 9451 945 9457 16 16.59 16.65 1_72215 18.7 16.65 16.94 1_72216 18.4 1_72226 99.99 1_722211_72222 99.99 99.99 2 1_72225 17.86 16.9 15.88 1_77441 99.99 9476 9478 9479 1_72227 17.8 9436 1_72199 9435 17.3 9433 5 9449 9448 4 38467 394 39832 9438 1_7328 17.31 9439 15.51 9434 4 9441 944 16223 1_7744 99.99 1_72217 18.77 5 1611 15.74 9443 9442 15.74 1_7327 17.8 9444 4 9445 1622 15.33 16.13 15.68 9894 1_72214 19.28 15.23 16224 16225 16226 16231 16229 16228 1623 9895 1/15 9896 9897 9898 14.86 9899 16227 99 14.61 1_72213 18.21 991 1_72212 17.97 15.54 15.65 1_72211 18. 992 1_7228 17.92 15.52 1/15 15.47 1_7229 17.85 15.47 1_7226 17.6 993 994 14.51 15.3315.36 14.51 1_7227 17.37 1/15 /45 15 15.36 16.23 14 996 995 997 998 38526 999 14.42 1_712. 14.98 15.7 1_7225 17.33 1_711. 14.42 991 9911 14.93 1/15 9913 9912 1_722 17.25 14.83 H 16112 4761 H 476 16111 1_7222 17.5 1616 15.4 14.92 1_7223 17.28 9914 1615 1_7224 17.38 1619 14.92 14.86 14.33 5 1618 14.46 14.4 1617 6/9 15.49 5 14.33 14.39 1_7221 17.46 15.32 15.6 1613 18 1614 39833 3949 15 13.7 13.66 Wijziging: Wijziging: Wijziging: Gewijzigd : 181 Bladformaat : 182 1_72996 17.54 1612 13.66 A2 Projectcoördinator: 12 /45 3853 39775 16.22 11 /45 16.22 16.18 15.71 1 15.71 16 1_72241 17.69 9999 13 9915 glasvez glasvez 9916 179 178 Bladnr. : Documentsoort : Documentstatus 183 : Project : Onderwerp : Gemeente Venlo Schaal : AFD. Openbare en Gebouwde Omgeving TEAM: Projecten Openbare Ruimte 1:5 Voorbereider : Datum : Besteksnr. : Witherenstraat 2-3-215 Projectnummer : Tekeningnr : Projectstatus : VO DO x 1_7224 /375

Bijlage IV Afkoppel beslisboom gemeente Venlo blad 11 van 11

Start A1 Zijn er specifieke omgevings eisen vanuit GRP of bestemmingsplan? A1.2 A2 Zie eisen GRP of bestemmingsplan Afkoppel beslisboom Gemeente Venlo Versie 1.1 april 212 A1.1 Mogelijke verwijzing in GRP of bestemmingsplan naar deze afkoppel beslisboom Pag. B Bepaling omgang hemelwater B4 Pag. C Eisen met betrekking tot het afvoeren van hemelwater Ga naar: B1 pag B Pag. A B1 Bodemdoorlatendheid (k-waarde) 1) minimaal,5m / dag Ov Bb Bv No Nb Nv B1.1 Afbeelding 1 B1.2 B2 Grondwaterstand minimaal 1m - maaiveld B2.1 B3 Dimensioneren bergings- en leegloopvoorziening onverhard / niet aangesloten op riool (tuin / terras) bestaande bouw op riool (huis, overkapping) bestaande verharding op riool (oprit) nieuwe bouw/verharding overlappend bestaande bouw / verharding nieuwe bouw nieuwe verharding Bb Bv No Ov Nb Nv Ov B2.2 B5 Dimensioneren infiltratievoorziening Voorziening inpasbaar op perceel B6 B5.2 Bestaande situatie reeds bebouwd en/of verhard B8 Is er oppervlakte water in nabijheid? B7 B6.1 B7.2 Toename verhard opp. Bb+Bv+Nb+Nv-No B(b+v) 2) zie afbeelding 1, 2 en toelichting B5.1 B6.2 B7.1 B8.2 Ga naar: C1 pag C Ga naar: C3 pag C B9 Toename verhard oppervlak Bereken de eis voor de nieuwe delen Nv, Nb C1 Hemelwater afvoeren Bij voorkeur zichtbaar (bovengronds) C3 Hemelwater infiltreren of bergen op eigen terrein. (Nood)overlaat op oppervlakte water Leegloopvoorziening oppervlaktewater, bij slechte bodemdoorlatendheid of hoge GWS, op Bij voorkeur zichtbaar (bovengronds) C2 Is er oppervlakte water in nabijheid? C2.2 C1.1 C4 Hemelwater afvoeren naar gemeentelijk stelsel Afvoereis B C5 Hemelwater afvoeren (na berging) naar oppervlakte water Afvoereis A Afvoereis B: Er dient een maatwerk oplossing gezocht te worden voor de hemelwaterafvoer. Afvoeren op gemeentelijk stelsel B ontwerpen en dimensioneren van de aansluiting in overleg met gemeente Venlo Compenserende maatregelen zijn vereist! Afvoereis A: Overleg met oppervlakte waterbeheerder over (aanvullende) eisen o.a. berging en aansluiting (Maas => RWS, Beken en vijvers => Waterschap Peel & Maasvallei, gemeente Venlo of Aparticulier eigendom) Leeswijzer B5.1 Toelichting Vraag met ja / nee keuze Tussentijdse conclusie Vervolg procedure Potentieel vervolg Tracject codering * Statische berging = netto inhoud van de berging Eindconclusie met verwijzing naar eis Eindkeuze evt. met verwijzing naar eis Samenvatting van gestelde eis ** Dynamisch berging = netto inhoud van de berging vermindert met de leegloop als gevolg van infiltratie / leegloopvoorziening over de bijbehorende tijdseenheid (24 of 48uur) *** Nadere detaillering ter goedkeuring afdeling Openbare Werken Gemeente Venlo Afstromend regenwater bestaande situatie Afstromend regenwater nieuwe situatie B8.1 Pag. E No Nieuwbouw overlappend op bestaand aangesloten verhard oppervlak Bv Bestaand aangesloten verhard oppervlak Afbeelding 2 Bb Bestaande bebouwing aangesloten op het riool Nv Nieuw verhard oppervlak Nb Nieuwe bouw Ov Niet aangesloten verhard oppervlak water infiltreren of bergen (bv regenton) Ov Onverhard oppervlak water infiltreerd Situatie wijziging zonder toename verhard oppervlak B1 Geen toename verhard oppervlak Bereken de eis voor het overlappende deel No Ga naar: E1 pag E 1) Bereken óók het overlappende oppervlak No Ga naar: D1 pag D Indien de K-waarde nog niet bekend is; kies 2) Reeds aangesloten verhard opp. nieuwe situatie reeds aangesloten verhard oppervlak op gem. stelsel Lees de vraag als: Stroomt in de nieuwe situatie meer verhard oppervlak naar het gem. stelsel dan in de bestaande sitautie? Pag. D D1 Toename (afvoerend) verhard oppervlak Toename minder dan 1m² D1.1 D3 Bergingseis 2 Toename verhard oppervlak Toename meer dan 1m² D1.2 D2 Systeem keuze o.a. afhankelijk van nabijheid gemeentelijk stelsel Systeem met noodoverlaat naar gemeentelijk stelsel D2.1 D4 Bergingseis 3 Absoluut systeem Geen noodoverlaat D2.2 of leegloopvoorziening op gemeentelijk stelsel D5 Bergingseis 4 Bergingseisen: T=25 (71mm in 48 uur) (dynamische**) berging/infiltreren op eigen terrein (bergen boven grondwaterstand) 4 Absoluut systeem dus geen noodoverlaat In beeld brengen gevolgen bui T=1 (84mm in 48 uur), eis: geen water(schade) in gebouwen Geen leegloopvoorziening naar gemeentelijk stelsel 71mm = 71 liter per m2 Pag. F F1 Is de bergingseis 1, 2 of 3? F1.2 Aanvullende eisen t.a.v. noodoverlaat en eventuele leegloopvoorziening F1.1 F2 Bergingseisen conform eis 4 Absoluut systeem heeft géén koppeling met gemeentelijk stelsel. F4 E1 Afvoeren verhard oppervlak nieuwe/gewijzigde situatie. Nb+Nv-No (zie afbeelding 1 pag. B) E1.1 E1.2 E1.3 Maximaal 1m² Van 1m² tot 2.m² Meer dan 2.m² Bergingseis 1 Bergingseis 2 Bergingseis 3 Bergingseisen: T=2 (2mm in 1 uur) (statische*) berging/infiltreren op eigen terrein 2 (bergen boven grondwaterstand) T.b.v. eigen risico doorrekenen / in beeld brengen gevolgen bui T=1 (84mm in 48 uur), eis: geen water(schade) in gebouwen Aanvullende eisen zie pag. F 2mm = 2 liter per m2 Bergingseisen: T=1 (5mm in 24 uur) (dynamische**) berging/infiltreren op 3 eigen terrein (bergen boven grondwaterstand) T.b.v. eigen risico doorrekenen gevolgen bui T=1 (84mm in 48 uur), eis: geen water(schade) in gebouwen Aanvullende eisen zie pag. F 5mm = 5 liter per m2 F3 Zijn er beperkingen waardoor bovengronds / zichtbaar aanbieden niet mogelijk is? F3.2 F5 Motiveer uw antwoord in de aanvraag of overleg. F3.1 F6 Bodemdoorlatendheid (k-waarde) minimaal,5m / dag Noodoverlaat zichtbaar ontwerpen F6.1 Bergingseisen: 4mm bergen/infiltreren op eigen terrein (= ca. 35x overstort / jaar) (bergen boven grondwaterstand) Aanvullende eisen zie pag. F 1 2 4mm = 4 liter per m2 Bergingseisen: T=2 (2mm in 1 uur) (statische*) berging/infiltreren op eigen terrein (bergen boven grondwaterstand) T.b.v. eigen risico doorrekenen / in beeld brengen gevolgen bui T=1 (84mm in 48 uur), eis: geen water(schade) in gebouwen Aanvullende eisen zie pag. F 2mm = 2 liter per m2 Bergingseisen: T=1 (5mm in 24 uur) (dynamische**) berging/infiltreren op 3 eigen terrein (bergen boven grondwaterstand) T.b.v. eigen risico doorrekenen gevolgen bui T=1 (84mm in 48 uur), eis: geen water(schade) in gebouwen Aanvullende eisen zie pag. F 5mm = 5 liter per m2 Aanvullende eisen: pag F Aanvullende eisen: pag F Infiltratievoorziening:*** F7 F6.2 Grondwaterstand minimaal 1m - maaiveld F7.2 geen leegloopvoorziening naar gemeentelijk stelsel noodzaakelijk F7.1 noodoverlaat aansluiten op gemeentelijk stelsel Noodoverlaat bovengronds aanbrengen tenzij u hiervan gemotiveerd mag afwijken. Noodoverlaat voorzien van terugslagklep en overstortmuur Toepassen bodempassage/ bodemfilter (als onderdeel van de infiltratievoorziening) Bergingsvoorziening:*** Leegloopvoorziening max. 1liter/seconde/hectare naar gemeentelijk noodoverlaat aansluiten op gemeentelijk stelsel Noodoverlaat bovengronds aanbrengen tenzij u hiervan gemotiveerd mag afwijken Noodoverlaat voorzien van terugslagklep en overstortmuur http://www.venlo.nl/algemeen/documents/riool/beslisboom-afkoppeling-riool.pdf