3 Beeldkwaliteit Indeling in clusters, Inleiding, Uitgangspunten beeldkwaliteit Architectonisch karakter / sfeerbeeld Massa en vorm Plaatsing Gevelkarakteristiek Detaillering, kleur en materiaal Erfafscheidingen Verhardingen Plan in onderdelen De Laan De Bosrand Hoven Straat West Hoogbouw Boswoningen Bestaande bebouwing 19
3 Beeldkwaliteit Inleiding CLUSTERS MET EENZELFDE De architectuur van alle bebouwing vormt samen met de vormgeving van de openbare inrichting het middel om te komen tot de gewenste uitstraling van de nieuwe woonbuurt. Goede afspraken over de architectuur en openbare ruimte zijn dus van wezenlijk belang. Het BKP wil inspirerend en richtinggevend zijn, maar niet beknellend. Samenvattend vormt het BKP: 1. Een helder toetsingskader voor de bouwplannen. 2. Een helder kader voor de inrichting van het openbaar gebied. 3. Een helder document voor communicatie met de burgers. ARCHITECTUUR Indeling in clusters Het gebied is verdeeld in architectonische eenheden, de clusters. Deze clusters zijn een eenheid in sfeer, ontwerpen en materialisering. Ook is er een indeling gemaakt die betrekking heeft op de inrichting van de straten en de daarbij behorende bebouwing. Uitgangspunten beeldkwaliteit - Een landelijke architectuur met veel groen in de straten en hofjes; Een eigentijdse uitwerking van een traditioneel beeld; Het gebruik van kappen is essentieel; Woningen zijn individueel afleesbaar; Materialen als baksteen, hout en keramische pannen horen bij het beeld; Voorgevels zijn georiënteerd op de straat en transparant; Het kleurgebruik kent natuurlijke, aardse referenties, zonder felle, kunstmatige kleuren. Samenvattend: Een architectuur die eigentijds is van uitstraling, maar een duidelijke relatie heeft met het vertrouwde beeld van Gennep, met echte straten en huizen met een kap. INRICHTING VAN DE STRATEN EN DE DAARBIJ BEHORENDE BEBOUWING 20 BEELDKWALITEITPLAN HEIKANT GEMEENTE GENNEP
Architectonisch karakter / sfeerbeeld - Eigentijdse, niet historiserende architectuur met ingetogen vormgeving en materiaalgebruik. Het streefbeeld is een rustige, terughoudende, maar duidelijk eigentijdse vormgeving, in combinatie met traditionele materialen; - Woningen zijn individueel afleesbaar; - Een eenduidig concept: architectuur, compositie, materiaalgebruik en detaillering vormen een samenhangend geheel; - Het streefbeeld gaat uit van een rustig straatbeeld met veel groen. Hierin passen geen ondergrondse garages. Deze vragen om verdiepte inritten, welke voor of naast de woningen tot diepe insnijdingen leiden, welke niet passen in het gewenste straatbeeld. 21
Massa en vorm - De woning heeft een duidelijke hoofdmassa met een kap. Zadeldak en tentdak zijn de hoofdvormen; - Er is een duidelijk onderscheid tussen een eenduidig hoofdvolume en ondergeschikte bouwdelen; - De kap kent een hellingshoek tussen de 30 en 45 graden. Bij appartementgebouwen kan de kap flauwer zijn, of is een platte afdekking mogelijk, met een uitstekende dakbeëindiging met verfijnde vormgeving van deze rand; - Dakvlakken dienen als geheel herkenbaar te blijven. Dakkapellen zijn ondergeschikt aan het dak en dienen onder in het dakvlak, maar wel los van de goot te worden geplaatst. 22
Plaatsing - De woning dient georiënteerd te zijn op de straat en kent een eigen tuin; - Bij hoeksituaties begeleidt het hoofdgebouw de straat. Een hoekwoning kent aan beide straten een voorgevel en een voortuin; - Nevenvolumes dienen terug te worden geplaatst ten opzichte van het hoofdvolume, zowel om de hoofdvolumes te laten spreken in het straatbeeld, als om voldoende opstelruimte voor de auto te creëren op eigen terrein; - Minimaal 1 opstelplaats voor een auto op de eigen kavel. 23
Gevelkarakteristiek - Een ingetogen, eigentijds en open karakter met nadruk op detaillering; - Gevelopeningen bezitten een duidelijke gerichtheid (horizontaal of verticaal) en zijn zichtbaar uitgesneden in het metselwerk, met neggen. Zowel houten als stalen kozijnen zijn mogelijk; - Aanbouwen aan de voorzijde (erker, entreepartij) dienen ondergeschikt te zijn aan de gevel als geheel. Ze mogen de samenhang niet verstoren en dienen te passen in de architectonische identiteit van de woning. 24
Detaillering, kleur en materiaal - Natuurlijk materiaalgebruik (hout en baksteen) is uitgangspunt; - Natuurlijk kleurgebruik is uitgangspunt. Het kleurgebruik kent natuurlijke, aardse referenties, zonder felle, kunstmatige kleuren. Felle kleuren in een groot gevelvlak zijn niet toegestaan. Contrasterend kleurgebruik als versterking van de architectonische beeldtaal is wel bespreekbaar; - Metselwerk in ingetogen aardse kleuren. Donkere baksteen is hoofdmateriaal; - Aanvulling met andere materialen is bespreekbaar, mits de textuur en korrelgrootte voldoende fijnzinnig is. 25
Detaillering, kleur en materiaal - Daken worden uitgevoerd met pannen (niet geglazuurd) of met leien, in de kleuren donkergrijs of antraciet; - In Bosrand, bij Boswoningen en in deelgebied West is hout als gevelmateriaal als accent mogelijk; - In deelgebied West wordt 30% van de vrijstaande woningen voorzien van rieten daken in principe in de buurt van de bestaande rieten kap; - Kozijnen in houtkleur of als lichte accenten. 26
Erfafscheidingen - De overgang van de privéruimte naar de openbare ruimte dient in het ontwerp te worden meegenomen; - De erfafscheiding aan de voorzijde uitvoeren in gemetselde penanten met hekwerk of stalen hekjes; - In Bosrand, bij Boswoningen en in de Hoven zijn ook hagen van een inheemse soort mogelijk, met een hoogte tot maximaal 1 m.; - Op plaatsen waar achtertuinen aan het openbaar gebied grenzen zijn erfafscheidingen met een hoogte tot maximaal 2 m. mogelijk. Deze worden uitgevoerd als gemetselde penanten met muren en/of houten hekwerken, of als hoge hagen, eventueel voorzien van een steunconstructie. Schuttingen en afwijkende hekwerken zijn in geen geval toegestaan; - Voor de boswoningen op de grote kavels dienen de erfafscheidingen aan zowel de zij- als achterzijde, voor zover geplaatst binnen de bestemming bos, open en transparant te worden uitgevoerd (palen met draad of gaashekwerk), om het open boskarakter niet aan te tasten. 27
Verhardingen - Rijwegen in dikformaat, keperverband, paars-rood, gebakken of kleurvaste beton, met molgoten; - Molgoten in waalformaat, mangaan of antraciet, gebakken of kleurvaste beton; - Parkeren in dikformaat, halfsteensverband, mangaan of antraciet, gebakken of kleurvaste beton; - Trottoirs in waalformaat, halfsteensverband, geel, gebakken; - Bospaden niet bestraat maar asfalt met gele slijtlaag. 28
Plan in onderdelen De Laan De laan is de verbindende ontsluitingsweg van de plandelen zuid en oost. Het is daarmee tevens de hoofdontsluiting van Heikant. Het is een erftoegangsweg, met een maximum snelheid van 30 km. De bebouwing bestaat voornamelijk uit twee-onder-één-kap en/of vrijstaande woningen, allen in één gelijke, begeleidende voorgevelrooilijn. Tevens worden hier aan de noord-oostzijde aaneengebouwde woningen voorzien. De woningen zijn maximaal twee lagen met kap. 29
De Bosrand De Bosrand wordt gevormd door de woningen langs de Groene Long en de woningen aan Heezeland. Langs de bosrand worden voornamelijk vrijstaande woningen gerealiseerd van maximaal twee lagen met kap. De Bosrand krijgt een gevariëerd beeld vanwege de afwisselende architectuur. Ook is het belanrijk om een relatie te leggen tussen de woningen en het bos d.m.v. transparantie in de voorgevel. 30
Hoven Door de plaatsing van tweekappers en/of vrijstaande woningen rond een hofje ontstaat een besloten karakter. De woningen zijn maximaal twee lagen met een kap. 31
Straat De straten hebben een even breed profiel als De Laan, maar krijgen een ander karakter door middel van de inrichting en verdichting van de bebouwing. De bebouwing bestaat voornamelijk uit tweekappers, geschakeld door middel van garages. De woningen zijn maximaal twee lagen met kap. 32
West Plandeel west wordt een apart wijkje met een eigen sfeer waarbij wordt aangesloten op de omliggende bestaande bebouwing. De bebouwing bestaat voornamelijk uit vrijstaande woningen en tweekappers. Bij vrijstaande woningen is de kaprichting haaks op de weg. Kappen worden deels uitgevoerd in riet. De woningen zijn maximaal twee lagen met een kap. 33
Hoogbouw: appartementen, kantoor en andere functies De meerlaagsegebouwen liggen verspreid over het terrein, vier in deelgebied oost en één in zuid. Een aantal van deze gebouwen zal een woonfunctie krijgen al dan niet gecombineerd met andere functies zoals een kantoor of horeca functie. Elk gebouw zal in sfeer en materialisering aansluiten bij de laagbouw die zich in diezelfde zone bevindt. Bij de drie gebouwen nabij de rotonde Heijenseweg/Stiemensweg is halfverdiept parkeren onder de gebouwen toegestaan. Boswoningen De Boswoningen liggen in gebied Oost en bestaan uit een aantal zeer grote kavels die voor een klein deel bebouwd worden en als tuin worden ingericht. Het grootste deel van de kavel wordt aangeplant met bos (het gaat om locaties waar bebouwing gesloopt wordt). Voor de erfscheidingen wordt verwezen naar pagina 27. Openbare voetpaden lopen niet langs deze bostuinen. Aan de voorzijde gelden dezelfde voorschriften als voor de bosrand. Het is belangrijk om een relatie te leggen tussen de architectuur van de woningen en het bos door middel van bijvoorbeeld transparantie in de gevels en het gebruik van hout. 34
Bestaande bebouwing In het plangebied is al bestaande bebouwing aanwezig, welke gehandhaafd blijft in de nieuwe wijk. De eerste cluster betreft de individuele woningbouw ter weerszijde van de Heijenseweg in de deelgebieden west en oost. Deze bestaat uit vrijstaande en twee-onder-één-kapwoningen. De tweede cluster ligt in deelgebied zuid aan de Stiemensweg, en de derde cluster ligt aan Hezeland. Deze clusters betreffen complexen projectmatige woningen en andere bebouwing van Dichterbij. Alle bestaande bebouwing is op de openbare ruimte georiënteerd. - Uitbreidingen en aanpassingen van deze bestaande bebouwing moeten passen binnen de karakteristiek van de individuele woningen of complexen, zoals die gekenmerkt worden door de situering, de (landelijke) uitstraling en het groene en dorpse karakter. De eventuele noodzaak tot samenhang wordt hierdoor bepaald. - De woningen of complexen dienen in hun verschijningsvorm de karakteristieken van het straatbeeld te respecteren. - Bij aanpassingen van bestaande bouwwerken moet rekening gehouden worden met het oorspronkelijke kleur- en materiaalgebruik. 35
Colofon Beeldkwaliteitplan Heikant Gemeente Gennep Kokon Architectuur & Stedenbouw Weena 723, ingang C3 Postbus 29137 3001 GC Rotterdam T 010 411 71 80 E info@kokon.nl I www.kokon.nl Croonen Adviseurs b.v. Hoff van Hollantlaan 7 Postbus 435 5240 AK Rosmalen tel. (073) 523 39 00 fax (073) 523 39 99 e-mail bureau @croonen.nl internet www.croonen.nl Deze nota is vrijwel geheel gebaseerd op de nota Concept Beeldkwaliteitplan Heikant die in opdracht van de gemeente Gennep is opgesteld door Kokon Architectuur & Stedenbouw te Rotterdam. Veel inhoudelijke aspecten, foto s en afbeeldingen zijn overgenomen uit deze nota. Uitgave juni 2010 Projectgegevens BOE01-GEP00001-02g 36
37
38
39
40
41
42
43
Profiel H Heijenseweg VERKEER TWEE RICHTINGEN 44