De KoopstromenMonitor. Consumentenbestedingen gemeente Beek. Samengesteld in opdracht van Rabobank Westelijke Mijnstreek

Vergelijkbare documenten
De KoopstromenMonitor. Consumentenbestedingen gemeente Assen. Samengesteld in opdracht van Rabobank Assen-Beilen

De KoopstromenMonitor

De KoopstromenMonitor

Koopstromen Katwijk. Herkomst bestedingen vrijetijdssector en detailhandel. Samengesteld in opdracht van

De KoopstromenMonitor. Consumentenbestedingen gemeente Groningen in kaart

KoopstromenMonitor Gemeente Hilversum

Consumentenbestedingen in kaart

Fun of functie: koopstromen. Kennis en Economisch Onderzoek

VOOR WIE? WAAROM? WAT? DOOR WIE?

Koopstromenmonitor. Druten

LEESWIJZER FACTSHEETS

Factsheets. Profielen gemeentes van Utrecht

LEESWIJZER FACTSHEETS

Vitaal Maastricht. Onderzoek naar de Maastrichtse detailhandel en horeca

Werk aan de winkel! Beneden-Leeuwen, 19 april Veronique Bulthuis, sectormanager retail

Vitaal Maastricht. Onderzoek naar de Maastrichtse detailhandel en horeca

Bewoners regio kopen minder in eigen gemeente

Centrummanagement Wijchen, update branchering centrumgebied 203X01341

Bijlage C: Adviesmemo DPO Beekstraatkwartier Weert

Factsheets Leeswijzer

Lokale markt belangrijk voor vrijetijdsindustrie

GEMEENTE REUSEL-DE MIERDEN

Nieuwegein is geen eiland, ontwikkelingen in de regio

GEMEENTE CRANENDONCK

Randstad Koopstromenonderzoek. BELEIDSONDERZOEK I I

Inhoudsopgave Totstandkoming en aanpak Inleiding Winkels en vrijetijdsvoorzieningen in de MRE... 6

GEMEENTE NUENEN C.A.

Inhoudsopgave Totstandkoming en aanpak Inleiding Winkels en vrijetijdsvoorzieningen in de MRE... 6

Inhoudsopgave Totstandkoming en aanpak Inleiding WINKELS en VRIJE TIJDSVOORZIENINGEN IN de MRE... 6

Koopstromenmonitor Oisterwijk. t.b.v. Concept-detailhandelsvisie

Inhoudsopgave Totstandkoming en aanpak Inleiding Winkels en vrijetijdsvoorzieningen in de MRE... 6

Fun of functie Verschuivingen in ruimtelijk koopgedrag. Mei Kennis en Economisch Onderzoek

Begeleidingscommissie

GEMEENTE GELDROP-MIERLO

Inhoudsopgave Totstandkoming en aanpak Inleiding Winkels en vrijetijdsvoorzieningen in de MRE... 6

Detailhandel gemeente Teylingen. Analyse en visiepunten

Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2018 Toelichting, 24 april super

Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2018 Toelichting, 24 april super

Inhoudsopgave Totstandkoming en aanpak Inleiding WINKELS en VRIJE TIJDSVOORZIENINGEN IN de MRE... 6

Inhoudsopgave Totstandkoming en aanpak Inleiding Winkels en vrijetijdsvoorzieningen in de MRE... 5

GEMEENTE GEMERT-BAKEL

Inhoudsopgave Totstandkoming en aanpak Inleiding Winkels en vrijetijdsvoorzieningen in de MRE... 6

GEMEENTE HEEZE-LEENDE

GEMEENTE SON EN BREUGEL

Samenvatting Inleiding Werkgelegenheid Brabantse detailhandel Winkelaanbod in Noord-Brabant... 8

Inhoudsopgave Totstandkoming en aanpak Inleiding Winkels en vrijetijdsvoorzieningen in de MRE... 6

Omzetkengetallen 2011/2012

Feiten en cijfers Brabantse detailhandel 2017 Toelichting, 23 mei super

Inhoudsopgave Totstandkoming en aanpak Inleiding Winkels en vrijetijdsvoorzieningen in de MRE... 6

Rapport WINKELATLAS DEVENTER. Resultaten koopstromenonderzoek 2015 December

Voorwoord. Peter Nieland Directeur Locatus Nederland

Voorwoord. Peter Nieland Directeur Locatus Nederland

Alles blijft Anders. Het winkellandschap Gerard Zandbergen CEO Locatus

Gemeente Hof van Twente. Koopstromenonderzoek 2005 Deelrapport kernen Hof van Twente

Staat van de detailhandel, Stadsdeel Noord

BEHOEFTE AAN BEOOGDE SUPERMARKT

ZWOLLE perifere detailhandel hoek Blaloweg/Katwolderweg

College van Burgemeester en Wethouders

Actualisatie DPO t Heen Katwijk

Scheveningen DPO niet-dagelijkse sector

Voorwoord. Voor het negende jaar alweer presenteert Strijbosch Thunnissen Research de Retailscan Arnhem.

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT STEENWIJK. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Augustus

Inhoudsopgave Totstandkoming en aanpak Inleiding Winkels en vrijetijdsvoorzieningen in de MRE... 7

Agenda. 1 Wie is Peter Nieland 2 Wie is Locatus 3 De feiten en de fabels in de Retail 4 De bloemisten!!!!

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT GOOR. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Tevredenheid over winkels in buurt neemt af

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT ENSCHEDE. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Voorwoord 2. Inleiding 3. Kengetallen verkooppunten per provincie naar groep in % 4. Kengetallen oppervlakten in m² per provincie naar groep in % 5

De Binnenstad in het Internettijdperk

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT HENGELO. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

GEMEENTE VALKENSWAARD

Locatus Retail Facts Kengetallen over de Belgische detailhandel

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud

DPO Groenewegterrein Utrecht- Lombok

Acht opvallende weetjes over koopstromen in de Randstad :58

Retailstructuurvisie Parkstad Limburg EINDRAPPORTAGE

Koopstromen Hellevoetsluis Randstad Koopstromenonderzoek 2011

Woningvoorraad en woningbehoefte in Nederland

2015 en verder Fundamentele veranderingen

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

Herkomsttabellen Almere & Nijkerk Randstad Koopstromenonderzoek 2011

Leegstand detailhandel: oorzaken en wat doen we ermee? Peter ter Hark Lectoraat Fontys Hogescholen Vastgoed en Makelaardij 22 april 2015

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT ENSCHEDE. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 December

Bijlage 2: Koopstromenonderzoek. Binnenstad Breda Voorjaar Opdrachtnummer: Dataverzameling: maart 2013 Oplevering: maart 2013

Neimed Krimpbericht. Veel Westerse en weinig niet-westerse allochtonen in Limburg SEPTEMBER 2015

winkelmarkt zuid-nederland Noord-Brabant en Limburg

Binnenstad in beweging. Rob van de Peppel I&O Research

Crisismonitor Drechtsteden

KIJKEN, KIJKEN NAAR KOPEN RAPPORT MARKELO. Koopstromenonderzoek Oost-Nederland 2015 Oktober

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

De opkomst van structurele bevolkingsdaling

Leefbaarheid: feiten in beeld Commerciële voorzieningen

De strijd om de harde A1

Neimed Krimpbericht. Ontgroening in Limburg. Maart 2014

Koopstromen Zeist Randstad Koopstromenonderzoek 2011

Provincie Utrecht. Op weg naar een toekomstbestendige retailstructuur

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 6 e editie. Opzet en inhoud

Peter Nieland (PN) Blogger. Kadastermens. Echtgenoot. Directeur. Westfries. Mountainbiker. Vader van Nick. PN = Positief Nieuws.

Detailhandelsstructuur binnensteden en winkelcentra,

Quick scan haalbaarheid en effecten discountsupermarkt Mook

Transcriptie:

De KoopstromenMonitor Consumentenbestedingen gemeente Beek Samengesteld in opdracht van Rabobank Westelijke Mijnstreek

De Rabobank KoopstromenMonitor De Nederlandse detailhandel heeft het op dit moment niet gemakkelijk. Als gevolg van de economische recessie, bezuinigingen en het lage consumentenvertrouwen houden consumenten steeds vaker de hand op de knip. Daarbij komt dat steeds meer mensen hun producten online kopen, wat ten koste gaat van de bestedingen die ze bij de gevestigde detailhandel doen. Daarnaast hebben veel regio s te maken met een veranderende bevolkingssamenstelling. Nederland is aan het vergrijzen en in bepaalde regio s is zelfs al sprake van een krimpende bevolking. Een en ander resulteert in dalende verkoopcijfers voor de gevestigde detailhandel. In de fysieke foodwinkels nam de omzet het afgelopen jaar nog met 1,3 procent toe terwijl in de fysieke non-food winkels de omzet met 4,7 procent is afgenomen. 1 Tegelijkertijd nam bij postorder- en internetbedrijven 2 de omzet met 7,2 procent toe. De opkomst van internet als aankoopkanaal treft vooral de winkelcentra met weinig onderscheidend vermogen. Winkelcentra gericht op beleving of boodschappen doen hebben meer kans. De leegstand rukt daarom sneller op in kleine kernen en middelgrote gemeenten met een regiofunctie. Ook B- en C-locaties in steden hebben het moeilijk, waaronder winkels in aanloopstraten rondom het centrum. In die gebieden zien we al in toenemende mate dienstverlening of zorgfuncties verschijnen in panden die oorspronkelijk door de detailhandel in gebruik waren. Het Nederlandse winkellandschap is dus aan het veranderen. De toenemende leegstand (op dit moment staat 6 procent van de winkelpanden in Nederland leeg) is structureel van aard en neemt aanzienlijke vormen aan. Niet alle leegstaande winkelpanden kunnen hun winkelfunctie behouden. Ondernemers, vastgoedeigenaren en gemeenten doen er goed aan hierop te anticiperen en na te gaan waar de kansen liggen. Voor retailers, de vastgoedwereld en overheden is het daarom nu extra belangrijk om te weten hoe consumenten zich bewegen en waar ze hun geld besteden. Met de opzet en exploitatie van detailhandelsvestigingen zijn immers omvangrijke bedragen gemoeid en het uittekenen en ontwikkelen van vastgoed en winkelgebieden nemen jaren in beslag en vragen een lange terugverdienhorizon. En niet op de laatste plaats is het ook voor individuele ondernemers van belang om te weten hoe de huidige markt in elkaar zit en welke ontwikkelingen zich hier voordoen. Voorliggende publicatie biedt inzicht in het ruimtelijk koopgedrag ten aanzien van inwoners van gemeente Beek en de detailhandel in de gemeente. De publicatie laat zien waar inwoners van Beek hun detailhandelsbestedingen doen en waar de omzet van de detailhandel in de gemeente vandaan komt. Belangrijk om hierbij te ben a- drukken, is dat buitenlandse koopstromen (bijvoorbeeld van en naar Duitsland en België) geen onderdeel uitmaken van de analyse. 1 Bron: CBS Statline (Omzetontwikkeling tussen 2011-Q2 en 2012-Q2). 2 Door het CBS gedefinieerd als de bedrijven waarbij de goederen voornamelijk via postorder en internet aan de consument worden verkocht. Dit is dus exclusief de omzet van reguliere (fysieke) winkelbedrijven via internet. 2

Toelichting methodiek Koopstromen brengen in beeld waar consumenten hun aankopen doen. Vooral in de detailhandel wordt veel gebruik gemaakt van koopstromen om het draagvlak van winkelvoorzieningen te onderzoeken. Koopstromen werden tot nu toe geschat aan de hand van enquêtes onder een steekproef van consumenten. Voor de KoopstromenMonitor vormen de gemeten pintransacties van Rabobank-klanten 1 de basis. Deze geven voor de gevestigde detailhandel de belangrijkste informatie over het ruimtelijk koopgedrag van consumenten. Naast de pintransacties kijken we ook naar de incassotransacties, waarmee consumenten een omvangrijk deel van de aankopen van vooral duurzame goederen betalen. Tevens maken we op basis van metingen van geldopnames bij geldautomaten en afstortingen van contant geld door bedrijven een schatting van de chartale koopstromen 2. De belangrijkste bron van de KoopstromenMonitor is een database met tientallen miljoenen feitelijke transacties van Rabobank-klanten (consumenten) naar Rabobankklanten (detailhandel). Omdat de klantenkring van de Rabobank breed is vertegenwoordigd onder alle lagen van de bevolking en in alle delen van Nederland, is sturen op representativiteit en dekking niet nodig. Om toch eventueel optredende vertekening ten opzichte van de Nederlandse populatie huishoudens en bedrijven tegen te gaan, zijn de uitkomsten gecorrigeerd aan de hand van aanvullende databronnen, zoals werkgelegenheidsgegevens van LISA, de statistiek besteedbaar inkomen van Nederlandse huishoudens en de productiestatistieken van het CBS. Enkele voordelen van deze methode op een rij: De onderliggende brondata zijn hard. Het betreffen immers feitelijke aankopen en bestedingsbedragen. Miljoenen pintransacties liggen hieraan ten grondslag. De meting betreft een periode van een heel kalenderjaar en kent dus geen seizoensinvloeden. Koopstromen worden gemeten vanuit de branche waartoe de winkel behoort en niet vanuit artikelgroepen. De meting gebeurt voor heel Nederland waardoor eenvoudig regionale vergelijkingen kunnen worden gemaakt. Benadering vanuit twee invalshoeken: Vanuit de consument: waar besteedt hij zijn geld? We spreken van: - Koopkrachtbinding: het deel van de totale bestedingen dat de consument in zijn woongemeente besteedt. - Koopkrachtafvloeiing: het deel van de totale bestedingen dat de consument buiten zijn woongemeente besteedt. Vanuit de detailhandel: waar komen de bestedingen vandaan? We spreken van: - Eigen koopkracht: het deel van de totale ontvangen bestedingen afkomstig van consumenten uit de eigen gemeente. - Koopkrachttoevloeiing: het deel van de totale ontvangen bestedingen afkomstig van consumenten van buiten de eigen gemeente. 1 Privacy is hierbij gegarandeerd. Onder geen enkele voorwaarde zijn individuele klantgegevens herkenbaar of herleidbaar. 2 Online bestedingen komen niet aan de orde omdat de KoopstromenMonitor zich richt op de fysieke detailhandel en niet op webwinkels. 3

Detailhandel in Beek De detailhandel in Beek telt in totaal bijna 47.000 vierkante meter winkelvloeroppervlak (wvo), verdeeld over 149 winkels. Ongeveer een vijfde van het wvo is in gebruik door de dagelijkse sector (levensmiddelen en persoonlijke verzorging). Deze cijfers, en een aantal andere kengetallen van de detailhandel in Beek, staan weergegeven in tabel 1 en worden vergeleken met andere gemeenten in dezelfde stedelijkheidsklasse 3. Hieruit blijkt dat de branchering van de detailhandel in Beek redelijk overeenkomt met andere weinig stedelijke gemeenten. Ook de schaalgrootte lijkt op het gemiddelde, al is de gemiddelde winkel in Beek iets groter. Als we het totale wvo afzetten tegen de bevolkingsomvang van Beek, zien we wel een fors verschil. Beek heeft met winkelcentrum Makado een fors winkelapparaat met een bovengemeentelijke functie. Tabel 1: Kengetallen detailhandel Beek en referentie stedelijkheid Detailhandel In en om het huis Mode en luxe Overig WVO 46.692 8.776 22.158 10.531 4.231 996 Aantal winkels 149 38 40 50 14 7 Branchering naar WVO Beek 19% 47% 23% 9% 2% Weinig stedelijk 20% 53% 19% 5% 3% Gemiddeld WVO per winkel Beek 313 231 554 211 302 142 Weinig stedelijk 280 218 456 182 186 175 WVO per 1.000 inwoners Beek 2.821 530 1.339 636 256 60 Weinig stedelijk 1.682 344 889 317 89 44 Bron: Locatus, 2011 (bewerking Rabobank) De ontwikkeling van het aantal dagelijkse en niet-dagelijkse winkelvoorzieningen, alsook de totale winkelvloeroppervlakte, in gemeente Beek is weergegeven in figuur 1 en 2. Wat betreft de dagelijkse winkelvoorzieningen is er niet veel verandering geweest (zie figuur 1). Alleen tussen 2004 en 2005 zien we een noemenswaardige daling, van 41 naar 35 winkels en een daling van 7 procent van de oppervlakte. Na 2005 herstelde die daling echter weer. De ontwikkeling van niet-dagelijkse winkelvoorzieningen vertoont een vergelijkbaar beeld (zie figuur 2). Tussen 2004 en 2005 daalde het aantal winkels en de oppervlakte, om daarna gestaag te stijgen. Sinds het uitbreken van de recessie in 2009 is de totale winkelvloeroppervlakte gedaald, terwijl, opvallend genoeg, het aantal winkels juist verder toenam en weer op het niveau zit van 2003. 3 In de bijlage wordt het begrip stedelijkheid nader toegelicht. 4

Figuur 1: Ontwikkeling dagelijkse winkelvoorzieningen (index, 2003 = 100) 120 110 100 90 80 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Verkooppunten Winkelvloeroppervlak Bron: Locatus, 2012 Figuur 2: Ontwikkeling niet-dagelijkse winkelvoorzieningen (index, 2003 = 100) 120 110 100 90 80 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Verkooppunten Winkelvloeroppervlak Bron: Locatus, 2012 De leegstand in Beek vertoont een bijzonder patroon (zie figuur 3). Het aantal leegstaande winkels bleef tussen 2003 en 2009 redelijk stabiel en daalde daarna van 23 naar 13 winkels. Tussen 2011 en 2012 steeg het aantal leegstaande winkels naar 21. De totale leegstaande oppervlakte ziet er beduidend minder goed uit. De piek tussen 2004 en 2005 herstelde snel, maar sinds 2008 is de totale leegstaande oppervlakte gestegen van 1.800 naar maar liefst 5.900 vierkante meter in 2012. Dat betekent dat maar liefst 11 procent van de totale oppervlakte leeg staat. In 2008 was dit slechts 3,4 procent. 5

Figuur 3: Ontwikkeling leegstand (index, 2003 = 100) 300 250 200 150 100 50 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Verkooppunten Winkelvloeroppervlak Bron: Locatus, 2011 In hoeverre het winkelaanbod in Beek toereikend is voor de vraag is afhankelijk van het koopgedrag van de inwoners van Beek en de omliggende gemeenten. Dit ruimtelijke kooppatroon wordt in het vervolg van deze rapportage uitgewerkt. Waar koopt de consument? De mate waarin de inwoners van een gemeente hun bestedingen in de eigen gemeente doen, wordt uitgedrukt in koopkrachtbinding. De koopkrachtbinding neemt over het algemeen toe naarmate een gemeente meer stedelijk is. De koopkrachtbinding in Beek is met 40 procent veel lager dan gemiddeld in weinig stedelijke gemeenten (zie figuur 4). Dat is opvallend aangezien het aanbod zo groot is in de gemeente. Alleen de branchegroep mode & luxe heeft een bovengemiddelde koopkrachtbinding. De meest opvallende branchegroep in dit opzicht is dagelijks. Dat is doorgaans de branchegroep met de meeste hoogste koopkrachtbinding, aangezien consumenten hun dagelijkse boodschappen doorgaans dichtbij huis doen. 6

Figuur 4: Koopkrachtbinding aan eigen gemeente per branchegroep Detailhandel totaal Mode & luxe 0% 20% 40% 60% 80% 100% Beek Weinig stedelijk Bron: Rabobank, 2011 De bestedingen die niet in de eigen gemeente worden gedaan, vloeien af naar omliggende gemeenten 4. Figuur 5 laat zien binnen welke straal (in kilometers afstand) de bestedingen vanuit Beek in de verschillende branchegroepen terechtkomen 5. Hieruit blijkt dat niet alleen de direct aangrenzende gemeenten profiteren van de bestedingen van de inwoners van Beek. Vooral voor aankopen in de branchegroepen in en om het huis en vrije tijd is een substantieel deel van de consumenten bereid een grotere afstand af te leggen. Figuur 5: Koopkrachtafvloeiing per branchegroep Detailhandel totaal Mode & luxe 0% 20% 40% 60% 80% 100% < 10 km 10-25 km 25-50 km 50-100 km > 100 km Bron: Rabobank, 2011 4 Koopkrachtbinding en afvloeiing tellen op tot 100%. 5 Door de grote omvang van Beek worden bestedingen buiten de gemeente altijd verder dan 10 kilometer van het geografisch centrum van de gemeente gedaan. 7

Kaart 1 geeft weer waar de bestedingen van de inwoners van Beek terechtkomen. Daarvan komt 40 procent terecht in Beek zelf (koopkrachtbinding). Wat betreft koopkrachtafvloeiing is Sittard-Geleen verreweg de belangrijkste bestemming, waar 22 procent van de totale bestedingen terechtkomt. Naast Sittard-Geleen zijn ook Stein, Nuth en Heerlen (respectievelijk 6,7, 5,9 en 5,2 procent) en in mindere mate Maastricht (4,7 procent) en Meerssen (3,9 procent) noemenswaardig. Kaart 1: Richting van de consumentenbestedingen Afvloeiing Beek (40%) Sittard-Geleen (22%) 5,0% tot 10% 2,0% tot 5,0% 0,5% tot 2,0% minder dan 0,5% Meerssen Stein Beek Schinnen Nuth Sittard- Geleen Brunssum Heerlen Maastricht Valkenburg Kerkrade Eijsden- Margraten Bron: Rabobank, 2011 Waar komen de bestedingen vandaan? Figuur 6 laat zien welk deel van de bestedingen bij de detailhandel in Beek afkomstig is van consumenten van buiten de eigen gemeente (toevloeiing). De overige bestedingen zijn afkomstig van de inwoners van Beek zelf (eigen koopkracht). Het belang van koopkrachttoevloeiing voor de totale detailhandel is in Beek met 58 procent veel hoger dan gemiddeld in niet stedelijke gemeenten. Dat geldt met name voor de drie niet-dagelijkse branchegroepen. Hieruit blijkt duidelijk de bovengemeentelijke winkelfunctie van de gemeente, wat te maken heeft met winkelcentrum Makado. 8

Figuur 6: Koopkrachttoevloeiing per branchegroep Detailhandel totaal Mode & luxe 0% 20% 40% 60% 80% 100% Beek Weinig stedelijk Bron: Rabobank, 2011 De koopkrachttoevloeiing in Beek is voor een belangrijk deel afkomstig van inwoners uit de directe omgeving van Beek (zie figuur 7). De branchegroep mode & luxe heeft het grootste verzorgingsgebied. Opvallend is dat de branchegroep in en om het huis consumenten van ver weet aan te trekken. Van de totale bestedingen komt 4 procent van verder dan 100 kilometer. Figuur 7: Herkomst koopkrachttoevloeiing (naar afstandsklasse) Detailhandel totaal Mode & luxe 0% 20% 40% 60% 80% 100% < 10 km 10-25 km 25-50 km 50-100 km > 100 km Bron: Rabobank, 2011 Kaart 2 toont het verzorgingsgebied van de totale detailhandel van Beek. De kaart geeft aan waar de bestedingen in de detailhandel vandaan komen. Slechts 42 procent van de bestedingen komt van de inwoners van Beek zelf. De overige bestedingen zijn afkomstig van inwoners uit de omliggende regio (koopkrachttoevloeiing). De belangrijkste herkomstgemeenten zijn Stein (14 procent) en Sittard-Geleen (13 procent) en in mindere mate Meerssen (6,7 procent). 9

Kaart 2: Herkomst van de consumentenbestedingen in Beek Bron: Rabobank, 2011 Verschuiving koopstromen 2009-2011 Zoals in het begin van deze rapportage is beschreven, hebben zich de afgelopen jaren de nodige ontwikkelingen voorgedaan in de detailhandel. Deze hebben hun weerslag gehad op het koopgedrag van de consument. In hoeverre deze ontwikkelingen in Beek hebben gezorgd voor een andere kooporiëntatie, blijkt uit onderstaande twee figuren. Deze vergelijken de koopkrachtbinding (figuur 8) en de koopkrachttoevloeiing (figuur 9) in 2011 met die in 2009. Hieruit blijkt dat de oriëntatie van de Beekse consumenten op het eigen winkelapparaat is toegenomen van 37 procent in 2009 naar 40 procent in 2011. Vooral de branchegroep mode en luxe wist een groter deel van de Beekse koopkracht te behouden. De trekkracht van de Assense detailhandel op consumenten buiten de eigen gemeente bleef nagenoeg gelijk. Alleen de branchegroepen dagelijks en in en om het huis zagen de koopkrachttoevloeiing noemenswaardig afnemen. Figuur 8: Verschuiving koopkrachtbinding Figuur 9: Verschuiving koopkrachttoevloeiing Detailhandel totaal Detailhandel totaal Mode en luxe Mode en luxe 0% 20% 40% 60% 80% 100% 2011 2009 0% 20% 40% 60% 80% 100% 2011 2009 Bron: Rabobank, 2011 Bron: Rabobank, 2011 10

Conclusies Gemeente Beek heeft met winkelcentrum Makado een zeer groot winkelaanbod en daardoor een regionale functie. Het aanbod van winkelvoorzieningen is de afgelopen jaren wel veranderd, maar er is geen sprake geweest van een grote groei of krimp. De leegstaande winkelvloeroppervlakte in Beek is gegroeid van 3,4 procent in 2008 naar 11 procent in 2012 en is een probleem. De inwoners van Beek zijn relatief weinig op het eigen gemeentelijke winkelapparaat gericht. Gezien het grote aanbod is dat opvallend. De belangrijke regionale functie van winkelcentrum Makado blijkt uit de grote koopkrachttoevloeiing, vooral in de niet-dagelijkse branchegroepen. Tussen 2009 en 2011 is de koopkrachtbinding licht toegenomen (sterk in de branchegroep mode en luxe ) en de koopkrachttoevloeiing nagenoeg gelijk gebleven. 11

Bijlage Definities 1. Branche-indeling detailhandel (overeenkomstig Locatus) Branchegroep Mode & luxe Hoofdbranche Algemene levensmiddelen Gespecialiseerde levensmiddelen Persoonlijke verzorging Auto & fiets Bruin- en witgoed DHZ Plant & Dier Wonen Antiek & Kunst Huishoudelijke artikelen Kleding en textiel Optiek & Juwelier Schoenen Warenhuizen Hobby Media Sport & Spel 2. Stedelijkheid Stedelijkheid geeft de mate van concentratie van consumentenvoorzieningen weer (wonen, werken, schoolgaan, winkelen, uitgaan, et cetera). De indeling naar stedelijkheid is gebaseerd op de omgevingsadressendichtheid (oad) van gemeenten. De oad betreft het aantal adressen binnen een cirkel met een straal van één kilometer rondom een adres, gedeeld door de oppervlakte van de cirkel. De omgevingsadressendichtheid wordt uitgedrukt in adressen per km². 12

Colofon Titel De KoopstromenMonitor Consumentenbestedingen gemeente Beek Auteur Rogier Aalders Datum: Februari 2013 Contactadres: Rabobank Nederland Kennis en Economisch Onderzoek Postbus 17100, 3500 HG Utrecht, UC.T.04.11 Telefoon: 030 2166662 Email: a.bergen@rn.rabobank.nl Website: www.rabobank.com/economie Rabobank Nederland, 2013 Dit Koopstromenrapport is een uitgave van het Directoraat Kennis en Economisch Onderzoek van Rabobank Nederland. De in deze publicatie gepresenteerde cijfers en conclusies zijn mede gebaseerd op gegevens uit door ons betrouwbaar geachte bronnen, waaronder de Rabobank KoopstromenMonitor en diverse externe bronnen, waaronder Locatus. Deze bronnen zijn op zorgvuldige wijze in onze analyse verwerkt. Overname van de inhoud met bronvermelding is toegestaan. Het Directoraat aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid voor het geval dat de in deze publicatie neergelegde gegevens of prognoses onjuistheden bevatten. 13