Drugsmonitor. Midden en West Brabant & Zeeland. Politieacademie LokaleZaken Beke Advies. Mei 2013

Vergelijkbare documenten
Drugsmonitor. Midden en West Brabant & Zeeland. Politieacademie LokaleZaken Beke Advies. Mei 2013

Softdrugsbeleid in Midden en West Brabant & Zeeland Een update

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tilburgse Taferelen. Politieacademie LokaleZaken Beke Advies. De eerste rapportage I November Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland

Tilburgse Taferelen. Politieacademie LokaleZaken Beke Advies. De eerste rapportage I November Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland

Gemeente J Eergen op Zoom

COFFEESHOPBEZOEKERS IN VENLO 2009 TELLINGEN EN ENQUÊTE COFFEESHOPBEZOEKERS VENLO

Softdrugsbeleid in Tilburg Een update

Coffeeshops in Roermond

Gemeente Delft. Landelijke aanscherping coffeeshopbeleid

Bestuursvoorstel: B&W Registratienr: [ 38264] Onderwerp: Brief Ministers inzake drugsbeleid

Softdrugsbeleid in Maastricht: De tweede tussenbalans

Bestuursvoorstel: B&W Registratienr: [ 39897] Onderwerp: Eerste rapportage effecten invoering wietpas

Notitie coffeeshopbeleid gemeente Koggenland

Straatenquête Peilingen in Roosendaal en Bergen op Zoom. LokaleZaken. i.s.m Beke Advies

"De overheid is een goede werkgever voor criminele organisaties"

2.1 Coffeeshops in Nederland

Coffeeshops in Nederland 2009

NO DRUGS. Plan van aanpak drugsproblematiek

COFFEESHOPBEZOEKERS TERNEUZEN

Drugstoeristen in Roosendaal & Bergen op Zoom. Tellingen na de valreep

Coffeeshops in Kerkrade Een 1-meting

Gemeente Breda. Monitor drugstoerisme in Breda, SSC Onderzoek en Informatie. eindrapportage

Het nieuwe coffeeshopbeleid

Figuur 1 Aantal coffeeshops, gemeente en coffeeshopgementen (Bron: Intraval, 2017) coffeeshops gemeenten coffeeshopgemeenten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden

Voorbij het gedogen in Roosendaal en Bergen op Zoom. Een straatenquête op tien locaties. LokaleZaken

Gemeente Amsterdam. Aan de gemeenteraad Annstel iou PN Amsterdam. 25 september V. Evaluatie afstandscriterium coffeeshops

Softdrugsmonitor Westelijke Mijnstreek Een 1-meting

4. SAMENVATTING. 4.1 Monitoren aanpak drugsoverlast

Collegevergadering : 14 oktober 2014 Agendapunt : 9 Portefeuillehouder : drs. J.H.A. van Oostrum Meer informatie bij : A.Holl Telefoon :

SAMENVATTING. Samenvatting

NUL-BELEID COFFEESHOPS. Gemeente Bellingwedde

Coffeeshops in Sittard-Geleen Een inventarisatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 juli 2015 Onderwerp Coffeeshopbeleid

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet

Fact sheet. Minder coffeeshops in Amsterdam. Aantal coffeeshops daalt langzaam. nummer 3 mei 2007

Evaluatieonderzoek parkeerregeling Scheveningen Hellingweg

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Scenario's coffeeshopbeleid. BW-nummer

HANDHAVING GEDOOGVOORWAARDEN COFFEESHOPS Resultaten quickscan

Gemeente Medemblik, Coffeeshopbeleid 2012

Samenvatting. De coffeeshop. Bekendheid met en houding tegenover de coffeeshop

Coffeeshops in Nederland 2007

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Blauwe Nota discussienota coffeeshopbeleid

CAMERA S IN BEELD. Werkvloer

1. De vestiging van coffeeshops wordt gedoogd indien de coffeeshop voldoet aan de volgende vestigingscriteria:

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

Een experiment met een gesloten cannabisketen. Dike van de Mheen, oktober 2018

Samenvatting en conclusies

dat de navolgende criteria gelden bij de beoordeling van de vraag of tegen een coffeeshop wordt opgetreden:

Burgemeester. Aan de leden van de Gemeenteraad van Tilburg. mei drugsbeleid. Geachte heer/mevrouw,

ONAFHANKELIJKE COMMISSIE EXPERIMENT GESLOTEN COFFEESHOPKETEN

CAMERA S IN BEELD. Werkvloer

COFFEESHOPBEZOEK ROTTERDAM VOORJAAR 2012

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

28 secondant #3/4 juli-augustus Volksgezondheid staat centraal in het Nederlandse drugsbeleid. Nut en nood

Allochtonen op de arbeidsmarkt

De wietpas en het sociaal clubmodel

Coffeeshops in Kerkrade Een nulmeting

5. SAMENVATTING. 5.1 Ondernemers

Notitie ter ondersteuning van het debat over richtinggevende criteria locatie vestiging coffeeshop in Helmond

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 juni 2013 Onderwerp Coffeeshopbeleid

Gevolgen invoering wietpas Zuid Nederland Nicole Maalsté ( ) en Rutger Jan Hebben ( )

COFFEESHOPBEZOEKERS IN VENLO 2009 TELLINGEN EN ENQUÊTE COFFEESHOPBEZOEKERS VENLO

Onderwerp: Krediet t.b.v. aankoop pand Kerkstraat 20. Subsidie in de huisvestingskosten Duiventil.

De gemeenteraad van Gouda Oriënterende informatie coffeeshopbeleid naar aanleiding van de motie hierover dd 10 november 2011.

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

ONDERZOEK INVOERING WIETPAS DORDRECHT

De belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn:

Coffeeshop in de buurt

Monitor verplaatsing coffeeshop Amsterdam-Oost

Coffeeshops, bezoekersstromen, motieven voor bezoek en spreiding in Amsterdam ~ Stevige blowers in en rond Amsterdam

Nederlandse cannabisbeleid

Burgemeester. De voorzitter van de Commissie Bestuur. Zeer geachte mevrouw Michels,

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Roosen. daal Raadsmededeling. Datum: 18 juti Bijlage: Beleidsregel "Beleid Toepassing Artikel 13b Opiumwet"

Over drugs en de coffeeshop (Wat is het?)

De achterdeurdiscussie en Checkpoint:

Managementsamenvatting: Schaduweffecten van EU-arbeidsmigratie in Rotterdam

Softdrugsmonitor Westelijke Mijnstreek Een nulmeting

Coffeeshops in Nederland Naleving en handhaving van coffeeshopregels. D. de Bruin, M. Dijkstra, J. Breeksema

Scenario A. Gereguleerde cannabisketen

Misdrijven en opsporing

GEMEENTE VA EKEN SWAAR D. Hierbij informeren wij u over het antwoord op de motie Parkeren Kerverij

Wat is de rol van de gemeente

Wat weten we van de Nederlandse drugseconomie? Nicole Maalsté

Beleidsregel handhaving wet Damocles gemeente Beverwijk 2018

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET HELMOND 2012

CONVENANT VEILIG UITGAAN BINNENSTAD UTRECHT PROCESEVALUATIE

Toelichting op Beleidsregels voor de toepassing van een last onder. bestuursdwang en bestuurlijke waarschuwing ingevolge artikel 13b

Besluit van de burgemeester van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent Damoclesbeleid Sittard-Geleen

EFFECTEN VAN CANNABISBELEID

Inhoud sector Horeca. Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2005 WODC 30 december

KAPPEN MET DRUGS. Failliet beleid. Enkele feiten

Samenvatting en conclusies

Damoclesbeleid gemeente Heerhugowaard 2018

Het Rotterdamse model

UITGEDOOGD. VNL-nota legalisering softdrugs

Transcriptie:

Drugsmonitor Midden en West Brabant & Zeeland Mei 2013 Politieacademie LokaleZaken Beke Advies

Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Drugsmonitor 3 1.2 Nieuwe gedoogcriteria 4 1.3 Onderzoeksvragen 5 1.4 Wat volgt 6 2. Coffeeshops: effecten en patronen 7 2.1 Inleiding 7 2.2 Bedrijfsvoering en klantenstromen 8 2.2.1 Algemeen 8 2.2.2 Tilburg 14 2.2.3 Etten Leur 15 2.2.4 Goes 16 2.2.5 Vlissingen 17 2.2.6 Terneuzen 18 3. In cijfers: politieregistraties (systeemkennis) 20 3.1 Inleiding 20 3.2 Toelichting op de systeemanalyse 21 3.3 Volgens de politieregistraties: (eerst) een toename 25 3.4 Een gunstige trendbreuk tekent zich af 32 3.5 Concentratie van drugsoverlast en drugshandel 35 3.5.1 Hotspots: onderlinge verschillen 34 3.5.2 Hotspots in beeld: coffeeshopgemeenten in Midden en West Brabant 36 3.5.3 Hotspots in beeld: coffeeshopgemeenten in Zeeland 41 3.6 Van systeemkennis naar straatkennis 44 4. Illegale softdrugshandel: straatinformatie 45 4.1 Inleiding 45 4.2 Straathandel rondom coffeeshops 46 4.2.1 Algemeen 46 4.2.2 Per gemeente 47 4.3 Straathandel: mobiel en op locaties 48 4.3.1 Algemeen 48 4.3.2 Per gemeente 50 4.4 Handel vanuit panden 54 4.4.1 Algemeen 54 4.4.2 Per gemeente 55 4.5 Doorverkoop 58 4.5.1 Algemeen 58 4.5.2 Per gemeente 59 4.6 Handel (met buitenlanders) en teelt: naar het Zuiden 60 1

5. Op hoofdlijnen: Breda, Bergen op Zoom en Roosendaal 64 5.1 Inleiding 64 5.2 Breda 65 5.3 Roosendaal en Bergen op Zoom 68 6. Straatenquêtes 70 6.1 Inleiding 70 6.2 Coffeeshopbezoekers 70 6.3 Bewoners en ondernemers 75 7. Beleid: verschuiving en continuïteit 78 7.1 Inleiding 78 7.2 Beleidsverschuiving 79 7.3 Perikelen rond het B criterium: van de baan 80 7.4 Handhaving rondom coffeeshops 81 8. Conclusies en aanbevelingen 83 8.1 Conclusies 83 8.2 Aanbevelingen 87 Bijlage 1 Respondenten (89) Bijlage 2 Straatenquêtes (101) Bijlage 4 Geregistreerde drugsincidenten: een regionaal overzicht (111) Bijlage 3 Bibliografie (127) Colofon Dit onderzoek is uitgevoerd door de Politieacademie, LokaleZaken en Beke Advies. De auteurs zijn: dr. E.J. van der Torre, dr. B. Beke, dr. E. Bervoets, dr. M. Gieling en D. Keijzer MSc en J. Bik MSc, m.m.v. R. Holvast en T. Jongepier. De straatenquêtes zijn afgenomen door: L. Schaap, E. van der Torre, D. Keijzer, J. Bik, M. de Groot, M. Gieling, A. Levy, A. van Uden, C. Kramer, M. Holvast, A. van Schaijk, T. Aarnoutse, D. van Arkel, I. Madzura, S. van de Ven, K. Meijers, R. Nugter, Y. van Leest, I. Brouwers, M. van den Hurk, D. van den Oetelaar en H. Peters. 2

Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Drugsmonitor De kabinetten Rutte I en Rutte II hebben forse beleidswijzigingen doorgevoerd in het softdrugsbeleid. Die hebben veel invloed gehad in coffeeshopgemeenten in de grensstreek. De Regionale Colleges van de politieregio s Midden en West Brabant & Zeeland hebben ons in mei 2012 gevraagd onderzoek te doen naar de effecten daarvan. Deze studie rapporteert over de gang van zaken in 2012. We hebben daartoe een drugsmonitor ontwikkeld. We rapporteerden reeds over de gang van zaken in Tilburg: Tilburgse Taferelen (Van der Torre e.a., 2012). Dit is de eerste rapportage over het gehele grondgebied van de (nieuwe) politie eenheid Midden en West Brabant en Zeeland. We hebben intensief veldwerk verricht in vijf coffeeshopgemeenten: Tilburg, Etten Leur, Vlissingen. Goes en Terneuzen. Breda en Waalwijk kennen ook coffeeshops. In deze twee gemeenten wordt echter onderzoek verricht op dit dossier door het WODC. De burgemeester van Waalwijk wilde niet dat twee onderzoeksteams in zijn gemeente actief zouden zijn en wenste daarom niet mee te werken aan ons onderzoek. De gemeente Breda maakte aanvankelijk ook geen deel uit van onze onderzoeksopzet, maar op basis van een reeks interviews en beschikbare documenten rapporteren we wel over deze gemeente. Voorts nemen Roosendaal en Bergen op Zoom een bijzondere plaats in, omdat de acht coffeeshops in deze twee gemeenten zijn gesloten in september 2009. Het WODC zegt overigens niet te rapporteren op gemeenteniveau. Het maakt deel uit van onze opzet om dit (naast regionale analyses) juist wel te doen, mede omdat dit betrokkenen in staat stelt onze analyses te spiegelen aan hun inzichten en het softdrugsbeleid nu eenmaal mede gestalte krijgt op het niveau van gemeenten. De verschillende onderzoeksopzetten maken het des te interessanter om onze bevindingen te koppelen aan de resultaten van het WODC. Die koppeling kunnen we nu nog niet leggen omdat het WODC onderzoek na deze studie verschijnt. Bij het veldwerk stuitten we op straatniveau op softdrugsproblemen en criminele praktijken die deels los stonden van het nieuwe softdrugsbeleid, maar die belangrijk zijn voor de gemeenten waar we onderzoek deden. Bovendien was van meet af aan duidelijk met een blik op politiek Den Haag, inclusief verkiezingsprogramma s dat de wietpas zou gaan wankelen. Dit motiveerde ons om geen experimenteel effectonderzoek te doen naar de wietpas, maar om vooral op gemeentelijk niveau in beeld te brengen wat er op het softdrugsdossier speelt. Dit blijkt een gelukkige keuze, want inmiddels is de wietpas gesneuveld, maar kampen de coffeeshopgemeenten in Midden en West Brabant en Zeeland nog steeds met problemen. Een zuivere nulmeting [t=0] en éénmeting [t=1] is ingewikkeld op een dossier dat op straat en politiek gezien zo beweeglijk is. We geven toe dat we ook niet meer in staat waren om (zelf) nulmetingen uit te voeren, omdat we nu eenmaal in mei 2012 zijn gestart met de drugsmonitor. Maar als dat wel mogelijk had geweest, zouden we nog steeds de lokale (gemeentelijke) problematiek centraal hebben gesteld. 3

1.2 Nieuwe gedoogcriteria Op basis van onderzoek door de Commissie van de Donk ( Geen deuren maar daden ), trok het kabinet Rutte I drie conclusies (TK 2010 11, 24 077, nr. 259): 1. Het middelengebruik van minderjarigen moet sterker worden tegengegaan. Met name kwetsbare jongeren dienen beschermd te worden tegen drugs en alcoholgebruik, daarmee samenhangend probleemgedrag en tegen sociale marginalisering. 2. Coffeeshops zijn uitgegroeid tot moeilijk beheersbare grote cannabisverkooppunten. De coffeeshops moeten terug naar waar ze oorspronkelijk voor bedoeld waren: verkooppunten voor de lokale gebruikers (kleinschalige gelegenheden). 3. Versterking en verbreding van de strijd tegen de georganiseerde misdaad is nodig. Het nieuwe beleid komt tot uitdrukking in aanpassing van de gedoogcriteria in de aanwijzing Opiumwet van het Openbaar Ministerie. De bekende AHOJG criteria (geen Affichering, geen Harddrugs, geen Overlast, geen verkoop aan Jeugdigen, geen verkoop van Grote hoeveelheden per transactie), worden uitgebreid met twee criteria, te weten: Het B criterium: de coffeeshop als besloten club voor de lokale markt. Daartoe kregen alleen meerderjarige ingezetenen van Nederland toegang tot een coffeeshop op basis van lidmaatschap van de desbetreffende coffeeshop. Het lidmaatschap wordt door de coffeeshophouder verleend. Dit wordt gecontroleerd op basis van een verplichte ledenadministratie van de exploitant. Vanwege de nagestreefde kleinschaligheid wordt het aantal leden van een coffeeshop gemaximeerd. Het lidmaatschap is duurzaam: dus niet op dagbasis bijvoorbeeld en voor tenminste één jaar. Het I criterium: coffeeshops zijn louter toegankelijk voor Nederlandse ingezetenen. Lidmaatschap van een coffeeshop is louter mogelijk voor ingezetenen van Nederland van 18 jaar of ouder. Een ingezetene is een persoon met zijn woonadres in een Nederlandse gemeente. Buitenlandse drugstoeristen (m.n. uit België, Duitsland en Frankrijk) hebben dus geen toegang meer tot een coffeeshop. Uit onderzoek in de grensstreek blijkt dat dit een enorm grote verandering betekent aan de voordeur van de coffeeshops: veel klanten komen namelijk uit het buitenland. Op 1 mei 2012 werden in de gemeenten van de provincies Limburg, Noord Brabant en Zeeland het Besloten Club en het Ingezetenencriterium ingevoerd, met uitzondering van het maximumaantal leden van 2.000. Bij de kabinetsformatie van Rutte II wordt afgesproken het softdrugsbeleid te veranderen. Het nieuwe beleid komt er, kort door de bocht, op neer dat het B criterium komt te vervallen. De wietpas wordt geschrapt, maar het I criterium blijft overeind, al is er ruimte voor lokaal maatwerk. Dat lijkt ruimte te bieden om het I criterium (nog?) niet te handhaven of in te voeren, onder meer in gemeenten waar dit tot praktische problemen zou kunnen leiden, zoals Amsterdam. Het is tegelijkertijd duidelijk dat de minister van Veiligheid en Justitie graag ziet dat het I criterium wel degelijk wordt gehandhaafd. 4

1.3 Onderzoeksvragen We beantwoorden in deze eerste rapportage de volgende onderzoeksvragen. Hoofdvraag: Wat zijn de effecten van de veranderingen in het softdrugsbeleid per 1 mei 2012 op de aard, omvang en verschijningsvormen van drugsoverlast, drugscriminaliteit en drugsgebruik? Onderzoeksvragen: Op welke wijze voeren coffeeshophouders het B en I criterium in en hoe verloopt het coffeeshopbezoek? Hoe ontwikkelt de drugsoverlast en criminaliteit zich, onder meer rondom coffeeshops? Hoe reageren buitenlandse drugstoeristen op de beleidsveranderingen? Welke veranderingen treden op in de illegale (detail)handelsmarkt van softdrugs in Midden en West Brabant & Zeeland? We rapporteren over zes coffeeshopgemeenten: Tilburg, Breda, Etten Leur, Vlissingen, Goes en Terneuzen. Deze gemeenten tellen bij elkaar 25 coffeeshops. Breda maakte niet van meet af aan deel uit van onze onderzoeksopzet, maar we hebben daar na oktober 2012 wel interviews afgenomen en documenten bestudeerd. Waalwijk is behoudens het verzamelen van politiecijfers en een telefonisch interview met een gemeenteambtenaar buiten onze studie gebleven. Tabel 1.1 Aantal coffeeshops in voormalige politieregio s Midden en West Brabant en Zeeland Gemeente Aantal coffeeshops Vml. Politieregio Midden en West Brabant Tilburg 11 Breda 8 Etten Leur 1 [Waalwijk] 2 Vml. Politieregio Zeeland Vlissingen 2 Goes 2 Terneuzen 1 Totaal 27 Om deze vragen te beantwoorden hebben we verschillende methoden van onderzoek gehanteerd. We hebben in ons veldwerk in totaal 278 respondenten geraadpleegd. We hebben in zes coffeeshopgemeenten (Tilburg, Breda, Etten Leur, Goes, Vlissingen en Terneuzen) persoonlijke interviews afgenomen met in totaal 127 respondenten. In tien street level bijeenkomsten spraken we in deze coffeeshopgemeenten in totaal met 111 respondenten. In 28 andere gemeenten spraken we met een gemeenteambtenaar. Dit gebeurde, behoudens enkele persoonlijke interviews, per telefoon. We hebben ook straatenquêtes afgenomen in augustus en september 2012 onder 1.637 respondenten: 850 softdrugsgebruikers met een wietpas en 787 bewoners en ondernemers in de omgeving van 17 coffeeshops. We hebben al met al veel onderzoeksactiviteiten ondernomen om de onderzoeksvragen te 5

beantwoorden. Dit stelt ons in staat om op een verantwoorde manier de tussenbalans op te maken. Toch dient een aantal feiten en omstandigheden in acht te worden genomen bij de interpretatie van onze onderzoeksresultaten: a. Om bepaalde effecten van het nieuwe softdrugsbeleid in kaart te brengen is het nu nog te vroeg. Het vergt bijvoorbeeld tijd en energie van ons en van de politie om een illegale drugsmarkt in kaart te brengen. Na het schrappen van het B criterium (november 2012) is het de vraag in welke mate blowers wel of niet terugkeren naar de coffeeshops, maar wij rapporteren over 2012 en dit wordt duidelijk in 2013. Het in kaart brengen van criminele structuren is een onderwerp van onze rapportage(s) in het kader van de drugsmonitor over 2013. b. We kunnen ons geregeld niet (louter) baseren op uitspraken van respondenten. Dat komt doordat er zeer stevige private belangen op het spel staan met de verandering van het softdrugsbeleid. Het gaat letterlijk om vele honderden miljoenen. Doordat er respondenten zijn met stellige ideologische en normatieve opvattingen over het (nieuwe) softdrugsbeleid heeft ook dat invloed op datgene wat ze tegenover ons presenteren als realiteit. Dit speelt wel vaker een rol, maar op dit dossier komt het naar onze inschatting vaker voor dan bij een doorsnee criminologisch onderzoek. c. We hebben met ons veldwerk allerhande relevante patronen in kaart gebracht, maar het is geregeld niet geheel duidelijk te maken in welke mate dit nu ook al voorkwam voor 1 mei 2012. Vooral op het punt van de toegenomen illegale softdrugshandel valt op dat dit deels in handen ligt van criminele groepen en structuren die ook voor 1 mei 2012 al crimineel actief waren, ook in de vorm van softdrugscriminaliteit. Een bestaand patroon wordt dus versterkt. Het krijgt daardoor meer aandacht van politie of gemeente en in ons onderzoek, waardoor er dus ook meer informatie beschikbaar komt. We brengen de illegale softdrugsmarkt zo goed mogelijk in kaart en agenderen daders, locaties en handelspraktijken die het waard zijn om aan te pakken, grotendeels los van de precieze inhoud van het softdrugsbeleid. 1.4 Wat volgt Hoofdstuk 2 beschrijft de effecten van het nieuwe softdrugsbeleid voor de coffeeshops. Hoofdstuk 3 presenteert relevante politieregistraties en verbindt hier de eerste conclusies aan. Hoofdstuk 4 beschrijft en analyseert, op basis van typische straatinformatie, de gang van zaken op de markt van illegale straathandel. Hoofdstuk 5 presenteert op hoofdlijnen bevindingen over Breda, Roosendaal en Bergen op Zoom. Hoofdstuk 6 presenteert de uitkomsten van afgenomen straatenquêtes. In hoofdstuk 7 gaan we in op belangrijke ontwikkelingen in het lokale beleidsproces. Hoofdstuk 8 trekt conclusies en formuleert aanbevelingen. In de bijlage wordt onder meer verantwoord hoe we dit onderzoek hebben uitgevoerd. 6

Hoofdstuk 2 Coffeeshops: effecten en patronen 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat in op de effecten van het nieuwe softdrugsbeleid op de coffeeshops in Midden en West Brabant en Zeeland. Belangrijke bevindingen en conclusies in dit hoofdstuk zijn: 1. De coffeeshops werden in de periode na mei 2012 geconfronteerd met een forse teruggang in de klandizie en in de omzet. De buitenlandse drugsklanten zijn weggevallen. Het aantal klanten trok na de zomermaanden aan, met name vanwege versoepelingen in het beleid (het schrappen van het B criterium), maar ook door slechte ervaringen op de illegale markt en de behoefte aan drugsinkopen (omdat aangelegde voorraden op raken). 2. Door de grote afname van het aantal buitenlandse drugstoeristen is de criminele geldstroom, via de voordeur en achterdeur van coffeeshops, naar de drugsonderwereld fors afgenomen. De jaaromzet van de coffeeshops in Midden en West Brabant en Zeeland is door beleidsaanscherpingen (niet alleen het I criterium, maar ook de sluiting van acht coffeeshops in Roosendaal en Bergen op Zoom en de sluiting van megacoffeeshop Checkpoint) in de afgelopen vijf jaren hoogstwaarschijnlijk afgenomen met meer dan 75 miljoen euro. In een decennium zou het dan gaan om een omzetverlies van meer dan 0,75 miljard euro. We denken dat dit een voorzichtige schatting is. 3. Voormalige coffeeshopklanten zagen (voor de afschaffing van het B criterium) om allerhande redenen af van lidmaatschap van een coffeeshop. Er bestond met name vrees voor (negatieve effecten van) het bekend raken van softdrugsconsumptie vanwege de registratie als lid van een coffeeshop. De klandizie van de coffeeshops trekt langzaam weer aan. 4. Coffeeshophouders waren dubbelhartig over het B en I criterium en ze zijn dat omtrent het I criterium. Ze werkten tegen hun zin mee, maar wilden graag dat de wietpas een fiasco zou worden. Een categorie coffeeshops heeft er het beste van gemaakt en hoopte op een beleidsverandering en aldus op betere tijden. Andere coffeeshops probeerden het beleid te frustreren of ontduiken beleid en regelgeving. Dit hoofdstuk gaat over vijf coffeeshopgemeenten met bij elkaar opgeteld 17 coffeeshops. Zie tabel 2.1 7

Tabel 2.1 namen van de 17 coffeeshops in Tilburg, Etten Leur, Vlissingen, Goes en Terneuzen Gemeenten Tilburg Etten Leur Vlissingen Goes Terneuzen Namen coffeeshops Africa Casa Crackers Grass Company Level Maximilian De Muze Ochtendgloren Pasja Shiva Toermalijn Noorderlight X Aarden Purple Aarden High Life Miami 2.2 Bedrijfsvoering en klantenstromen 2.2.1 Algemeen Schokeffecten voor coffeeshops: minder klanten en omzet De invoering van het nieuwe softdrugsbeleid bracht een schokeffect teweeg in de bedrijfsvoering van coffeeshops. Het belangrijkste effect was een forse afname van het aantal klanten. De gemiddelde omzet van softdrugs per klant steeg volgens veel coffeeshops. Coffeeshopleden kopen softdrugs voor niet leden (doorverkoop). De schattingen van de omzeteffecten verschillen per coffeeshop. Het omzetverlies schommelde in de zomermaanden volgens de coffeeshops tussen de 85% en 75%. Vanwege nieuwe inschrijvingen sindsdien bedroeg dit aan het eind van de zomer ongeveer 70%. In het najaar neemt het aantal coffeeshopklanten langzaamaan toe. De klantenstroom trok, zij het gestaag, verder aan na het wegvallen van het B criterium. Coffeeshops voeren bezuinigingen door vanwege het omzetverlies. Tijdelijke arbeidscontracten werden bijvoorbeeld niet verlengd, de inhuur van portiers of andere beveiligers werd gestopt of verminderd en er werden ontslagen doorgevoerd of voorbereid. De nieuwe beleidsrealiteit had consequenties voor de bedrijfsvoering van coffeeshops. Respondenten merkten soms op dat de kleinschaligheid van coffeeshops voor een categorie coffeeshops neer zou komen op de ontwikkeling van een omzet van miljoenen naar tonnen. We zijn ons overigens bewust van grote onderlinge verschillen tussen coffeeshops en we beschikken niet over omzetgegevens. De kleinschaligheid van coffeeshops wordt vanaf november 2012 niet langer afgedwongen door een wietpas. De klandizie van Nederlandse coffeeshopbezoekers zal naar verwachting verder 8

aantrekken in 2013. Wie werden geen lid bij de coffeeshops? Wie schreven zich niet in bij de coffeeshops? Er zijn verschillende categorieën ingezetenen die zich niet of in beperkte mate hebben ingeschreven. In de eerste plaats waren jongvolwassenen (allochtonen meer dan autochtonen) terughoudend om een wietpas aan te vragen. Ze waren klaarblijkelijk extra beducht dat hun softdrugsgebruik werd opgemerkt. In de tweede plaats ging het om mensen (ouder dan 25 jaar) die om wat voor reden dan ook weinig of geen vertrouwen hebben in de overheid en meer in het bijzonder niet in de wijze waarop de overheid omgaat met hun privacy en belangen. Ze vreesden dat lidmaatschap van een coffeeshop tegen hen zou worden gebruikt. In de derde plaats ging het om zelfredzame mensen, ouder dan 25 jaar. Deze mensen vertrouwden er op dat ze desgewenst toch wel aan softdrugs kunnen komen. Ze wachtten eerst maar eens even af wat er ging gebeuren. Dit werd in de hand gewerkt door lobby s van de coffeeshopbranche om de wietpas ongedaan te maken en door voornemens van bepaalde politieke partijen om de wietpas af te schaffen. De tijd heeft hen gelijk gegeven, want na het schrappen van het B criterium kunnen ze weer softdrugs kopen in coffeeshops zonder zich te laten registreren. Veel gebruikers die voor 1 mei 2012 softdrugs kochten in coffeeshops en geen wietpas namen, waren en zijn geen losers. Er zijn veel zelfredzame softdrugsgebruikers die op de één of andere afgeschermde en overlastarme manier, zonder lidmaatschap van een coffeeshop, toch nog wel voorzagen in hun behoefte aan softdrugs (zie verder in dit rapport voor hun tactieken). Deze zelfredzaamheid verklaart een bevinding van deze drugsmonitor. Er kwamen in de periode mei tot en met december 2012 veel minder klanten in de coffeeshops, maar er waren geen grote overlastproblemen op straat. De illegale markt won terrein, maar belastte de openbare orde in de coffeeshopgemeenten in beperkte mate. De zelfredzaamheid van veel blowers betekent ook dat moet worden gewaakt voor snelle conclusies omtrent het afglijden maatschappelijk en wat middelengebruik betreft van grote groepen softdrugsgebruikers die niet (meer) in coffeeshops komen. Veel softdrugsgebruikers zijn te zelfbewust of verantwoordelijk om zomaar af te glijden vanwege een verandering in het softdrugsbeleid. Dat neemt niet weg dat alertheid was en is geboden ten aanzien van bepaalde groepen, met name jonge softdrugsgebruikers, die (ten dele sinds 1 mei 2012) aankopen doen bij leden van criminele (jeugd)groepen. We komen hier in deze studie uiteraard op terug. Waarom geen lid bij een coffeeshop? De klandizie van de coffeeshops is beduidend afgenomen. Dit komt ten dele door het wegvallen van buitenlandse klanten. De buitenlandse klanten merkten al snel dat de optie om legaal softdrugs te kopen, was weggevallen. Het overgrote deel van deze voormalige coffeeshopklanten koopt nu softdrugs op de illegale markt in haar eigen woonomgeving. In geen enkele coffeeshopgemeente troffen we een substantiële zichtbare illegale softdrugsmarkt met buitenlandse klanten aan. Het aantal Nederlandse klanten uit de stad en regio nam ook beduidend af in de 9

coffeeshops. Softdrugsgebruikers, coffeeshopeigenaren of beheerders en andere respondenten geven de volgende verklaringen voor de afname van de coffeeshopklanten sinds 1 mei 2012: a Er werden allerhande persoonsgegevens die tot op de persoon herleidbaar zijn geregistreerd op een lijst die werd beheerd door de coffeeshop. Dit vertrouwden veel softdrugsgebruikers niet. Gebruikers vreesden dat hun softdrugsconsumptie, via de aangelegde coffeeshopadministratie, bekend zou raken bij personen of instanties die dit tegen hen zouden kunnen gebruiken. Te meer niet omdat gegevens op deze lijst werden geraadpleegd door controleurs (van de politie). De vrees voor privacyschending nam verder toe als bij inschrijving als lid van een coffeeshop een GBA uittreksel moest worden overhandigd. Het opvragen van een GBA uittreksel bij de gemeente was ook een drempel voor personen die vreesden dat die aanvraag op de één of andere manier (in combinatie met het klaarblijkelijke doel?) zou worden geregistreerd. b Coffeeshophouders en belangenbehartigers van de coffeeshopbranche hebben soms fel en goed zichtbaar in de media of op het internet allerhande bezwaren aangedragen tegen de wietpas. Dit versterkte het idee dat de registratie niet valt te vertrouwen. c Softdrugsgebruikers hebben in de periode voor 1 mei 2012 gehamsterd en beschikten derhalve over een voorraad softdrugs. Dat gaf hen de mogelijkheid de kat uit de boom te kijken bij de invoering van de wietpas. d Een categorie voormalige coffeeshopklanten week in de periode mei tot en met november 2012 uit naar coffeeshopgemeenten waar het B en I criterium niet gold. Het betrof met name Nijmegen en Rotterdam. In deze steden werd bijvoorbeeld een coffeeshoptocht gemaakt, zodat (beduidend) meer dan 5 gram per persoon mee naar huis kon worden genomen. Dit kwam vaker voor in MIDDEN EN WEST BRABANT dan in Zeeland. e Illegale handelaren hadden zich voorbereid op de invoering van het nieuwe softdrugsbeleid. Zij verspreidden voor 1 mei 2012 telefoonnummers onder coffeeshopklanten, zodat ze buiten de coffeeshop om softdrugs konden leveren aan deze klanten. Andere illegale handelaren vingen in de eerste weken na 1 mei 2012 onbekende klanten zonder wietpas af in de omgeving van coffeeshops. Dit nam daarna af en het belang van doorverkoop nam toe. Enkele respondenten wezen in verschillende gemeenten op een bijzondere illegale variant. Enkele (voormalige?) medewerkers van coffeeshops of personen uit de sociale kring rond eigenaren van coffeeshops, zouden softdrugs bezorgen. Hierbij zou gebruik gemaakt worden van bestaande contacten met voormalige coffeeshopklanten en van coffeeshopleveranciers. Dat geeft deze illegale handelaren troeven in handen: een klantenkring en de beschikking over (een deel van) het assortiment van coffeeshops. f De prijzen van softdrugs liggen op de illegale markt lager dan in de coffeeshops. In combinatie met de economische crisis was en is dit een stimulans om de illegale markt op te (blijven) zoeken: als vast afzetkanaal of als alternatief naast aankopen in de coffeeshop. j We spraken respondenten op straatniveau die hebben geconstateerd dat er de nodige softdrugsgebruikers zijn die tijdelijk? minder of zelfs geen softdrugs hebben geconsumeerd. Hier 10

is niet per se iets voor in de plaats gekomen ( of alleen zware shag ), want deze mensen keken de kat uit de boom. Het spreekt voor zich dat deze mensen niet verslaafd of verslingerd zijn aan softdrugs. 1 Waarom (toch) lid bij een coffeeshop? Er zijn enkele factoren die in de hand werkten dat mensen (toch) lid werden van een coffeeshop. Het betreft: a De intensiteit van de politiecontroles van coffeeshops (waarbij de registratie en de aanwezigen werden gecontroleerd) was reeds laag of is fors verminderd: van (bijna) dagelijks tot steekproefsgewijs. Dit gaf rust in en rondom de coffeeshops. b In de periode na 1 mei 2012 wordt het beleid en/of de feitelijke uitvoering daarvan ten aanzien van de coffeeshopadministratie in de meeste gemeenten versoepeld. Het betreft met name de verplichting voor een coffeeshop om van elk ingeschreven lid een GBA uittreksel te bewaren. c De gehamsterde voorraden softdrugs raakten op. Dit werkte in de hand dat softdrugsgebruikers toch (ook) weer de coffeeshops opzochten en zich inschreven als lid. d Softdrugsgebruikers ondervonden van lieverlee nadelen op de illegale markt, zoals slechte kwaliteit, klein assortiment, de kans om slachtoffer te worden van een misdrijf (onder andere beroving of oplichting) en onbetrouwbare leveringen. Vanwege slechte ervaringen op de illegale markt keerde een categorie softdrugsklanten terug naar coffeeshops. e Verschillende coffeeshops verlaagden de prijzen van softdrugs. Ze hoopten zo meer te verkopen per klant en ook meer nieuwe leden aan te trekken. Omzetverlies: gedeeltelijke decriminalisering aan de achterdeur Door het wegvallen van buitenlandse coffeeshopklanten in Midden en West Brabant en Zeeland daalt de omzet van de coffeeshop. Er komt minder geld binnen aan de voordeur en daardoor wordt er dus ook minder drugsgeld betaald aan de criminelen die de coffeeshop aan de achterdeur voorzien van softdrugs. Er stroomt dus veel minder geld het criminele drugscircuit in. Dat is winst bij de bestrijding van georganiseerde misdaad. Het is een interessante vraag om hoeveel geld het gaat. Die vraag valt zo niet te beantwoorden. Hij valt wel over een wat langere termijn te beredeneren voor drie gemeenten: Terneuzen, Roosendaal en Bergen op Zoom. 1 Uit een enquête onder 128 personen die voor 1 mei 2012 wel blowden en softdrugs kochten in een Tilburgse coffeeshop blijkt dat (in september 2012) 16,4% sinds 1 mei 2012 geen softdrugs meer heeft gebruikt (Van der Torre e.a., 2012). 11

In die gemeenten is het aantal buitenlandse coffeeshopklanten namelijk geteld aan de vooravond van ingrijpende maatregelen. Het betreft de sluiting van megacoffeeshop Checkpoint in Terneuzen en de sluiting van acht coffeeshops in Roosendaal en Bergen op Zoom. In Terneuzen wordt in 2007 het aantal coffeeshopklanten dat per week softdrugs koopt geschat op 25.000. Het gaat voor 90% om Belgen of Fransen (Intraval, 2007). Dat zijn er dus 22.500 per week. Dat is 1,17 miljoen per jaar. In Bergen op Zoom wordt het aantal buitenlandse drugstoeristen geschat op 12.194 personen. Daarvan bezoekt 72,2% een coffeeshop: 8.804 per week (Van der Torre e.a., 2008). Dat is 457.808 per jaar. In Roosendaal worden 13.636 buitenlandse drugstoeristen geteld, waarvan bij 55,2% kan worden vastgesteld dat ze een coffeeshop bezoeken (Van der Torre e.a., 2008). Het gaat om 7.527 buitenlandse coffeeshopklanten per week. Per jaar komt de teller dus uit op 319.404. In deze drie gemeenten komt het jaarlijkse aantal buitenlandse coffeeshopklanten (in 2007 of 2008) bij elkaar opgeteld dus (afgerond) naar schatting uit op 2 miljoen. Als we de gemiddelde besteding schatten op 25, per persoon (en dat is een voorzichtige schatting), dan gaat het dus om een markt van 50 miljoen euro per jaar. Het gaat bij deze schattingen om de klantenstroom naar 10 coffeeshops (twee in Terneuzen en acht in Roosendaal en Bergen op Zoom) in 2007. De negentien coffeeshops in Tilburg en Breda blijven dus buiten beschouwing, net als de (nu) vier coffeeshops in Vlissingen en Goes en de ene shop in Etten Leur. En Waalwijk (met twee coffeeshops) laten we ook rusten. We schatten de gezamenlijke omzet van al deze coffeeshops met buitenlandse coffeeshopklanten voorzichtig op ten minste 25 miljoen per jaar. Het spreekt voor zich dat het vergaande ondermijnende effecten heeft als grote delen van deze grote som geld via de achterdeur van coffeeshops in de criminele onderwereld terechtkomt. Het is winst dat dit niet meer gebeurt, omdat er geen buitenlandse klanten meer in de coffeeshops in Midden en West Brabant en Zeeland komen. De politie en de autoriteiten willen dat ook graag zo houden (zie hoofdstuk 8). Overheidsbeleid: onzekerheden en gedragsreacties van coffeeshophouders Het nieuwe drugsbeleid dat per 1 mei 2012 in Midden en West Brabant en Zeeland werd ingevoerd beoogde coffeeshops om te vormen van grootschalige naar kleinschalige verkooppunten, die de lokale softdrugsmarkt voorzien. Hiertoe werden het B en I criterium geïntroduceerd en werd aangekondigd dat coffeeshops per 1 januari 2013 maximaal 2.000 leden zouden mogen hebben. Het B criterium komt te vervallen en de bovengrens wordt niet ingevoerd, maar het blijft de bedoeling om van coffeeshops kleinschalige of kleinschaliger verkooppunten te maken. Dit komt het meest duidelijk tot uitdrukking in het wegvallen van de buitenlandse klantenkring. Het is de vraag of coffeeshops het nieuwe softdrugsbeleid wensen uit te voeren. Coffeeshops verzetten zich tegen het nieuwe beleid, waaronder shops die het tegelijkertijd uitvoeren. Ze schrijven brieven naar de gemeente, schakelen de media in of staan hen te woord. Ze waarschuwen voor onheilsscenario s als er (veel) minder klanten naar de coffeeshops komen. Ze wijzen er op dat 12

coffeeshops vindplaatsen zijn voor hulpverleners. Er wordt gehamerd op een forse toename van straathandel als onvermijdelijk neveneffect en als groot maatschappelijk probleem. Bepaalde coffeeshops waren of zijn daarbij ijverig of overijverig (valse meldingen) bij het melden van illegale handel rondom de coffeeshops. De omvorming tot kleinschalige coffeeshops vergt de bereidheid van eigenaren en uitbaters om omzet en winst in te leveren. Er worden grappen gemaakt met een serieuze boodschap: over een ontwikkeling van miljoenenomzet naar een omzet van tonnen. Het omzetverlies is uiteraard groter naarmate een coffeeshop vóór 1 mei 2012 meer buitenlandse klanten telde. Een categorie coffeeshopeigenaren lijkt tevreden dat het B criterium is komen te vervallen, probeert haar verkoop aan Nederlandse klanten te stimuleren en laat de misdaad niet verder komen dan de achterdeur. Deze coffeeshops zijn private partijen waarmee gemeente, justitie en politie afspraken kunnen maken. Indien coffeeshops niet bereid zijn om zich te schikken naar het nieuwe beleid, zijn er meerdere opties. Enkele daarvan verdienen de aandacht van beleidsmakers. Respondenten wijzen namelijk op verschillende gedragsreacties door coffeeshopeigenaren of door personen uit hun directe sociale netwerk, die (deels) crimineel zijn. Er zijn sterke vermoedens of indicaties, maar er is vaak (nog?) geen strafrechtelijk bewijs. In de eerste plaats gaat het om het gedogen of aanmoedigen van doorverkoop. We bedoelen hiermee dat coffeeshopleden softdrugs kochten in de coffeeshop (soms vele keren per dag) om deze vervolgens door te verkopen: in de woonomgeving of rondom de coffeeshop. Bij doorverkoop rondom de coffeeshop profiteerden de coffeeshops dubbel op: meer omzet en meer meldingen van straathandel. In de tweede plaats betreft het parallelle drugsverkoop op de illegale markt. We bedoelen hiermee dat coffeeshops en/of personen uit hun netwerk op de lokale markt illegaal softdrugs verkopen. Er bestaan vermoedens of verdenkingen dat verschillende coffeeshops runners door de stad heen softdrugs laten bezorgen. Andere coffeeshops sturen klanten die ze moeten weigeren door naar een illegaal verkooppunt vlakbij, zoals een horecazaak of een busje. In de derde plaats wordt door netwerken rond een coffeeshop softdrugs naar klanten in België en Frankrijk gebracht. Respondenten wijzen op connecties tussen netwerken rond coffeeshops en criminele netwerken in met name België. In de vierde plaats het opkopen van onroerend goed: woningen, horeca en detailhandel. Deze panden werden gekocht om zo op strategische locaties (bijvoorbeeld in de buurt rondom de coffeeshop) een sociale en economische positie te verwerven. Sommige panden werden hoogstwaarschijnlijk benut voor softdrugshandel, maar evengoed voor andere vormen van criminaliteit, zoals witwassen of gokpraktijken. De aankoop van panden blijft niet beperkt tot de omgeving van coffeeshops. Coffeeshops dienen bereid en in staat te zijn om de lokale markt te voorzien, op een vraaggestuurde manier. Dit lijkt niet zo ingewikkeld, want vanwege een begrensd aantal coffeeshopvergunningen per gemeente wordt de gedoogde marktpositie van overheidswege beschermd. Er is in de omgeving met andere woorden beperkte legale of gedoogde concurrentie. Hier staat tegenover dat coffeeshophouders verontwaardigd of boos beginnen te worden over de optelsom van beperkende maatregelen: de reeks sluitingen in de afgelopen tien jaar, het B en I criterium, later alleen het I criterium en mogelijk nieuwe wetgeving die cannabis met meer dan 15% THC aanmerkt als harddrugs. In zekere zin hebben coffeeshophouders met een goed draaiende shop een goede 13

financiële huishouding (met verdiensten ver boven de Balkende norm), maar ze kampen met twee grote onzekerheden: de (zware) criminelen aan de achterdeur en het overheidsbeleid, los van de vraag wat de maatschappelijke effecten zijn van dat beleid. 2.2.2 Tilburg a Tilburg telt elf coffeeshops. De gang van zaken in en rondom deze shops is beschreven in het rapport Tilburgse Taferelen (november, 2012). We verwijzen naar deze studie en beperken ons tot enkele hoofdpunten. Begin oktober 2012 tellen deze elf coffeeshops gezamenlijk 11.976 leden. Coffeeshop The Grass Company is koploper met 3.656 leden. Er zijn nog drie coffeeshops met meer dan duizend leden, namelijk: Crackers (1.174), De Muze (1.064) en Toermalijn (1.065). Coffeeshop Level (406) en Casa (385) sluiten de rij. b De klandizie van de coffeeshops in Tilburg nam na 1 mei 2012 beduidend af. Dit kwam ten dele door het wegvallen van buitenlandse klanten. Op basis van een onderzoek dat in 2012 bij drie coffeeshops is uitgevoerd (Dufec, 2012), wordt het aantal drugstoeristen geschat op 18% van de klandizie. Op basis van deze bron wordt gerekend op een klantenreductie van ongeveer een vijfde bij de coffeeshops in Tilburg. Coffeeshopeigenaren benadrukten dat de afname van de overlast vanwege het wegvallen van de buitenlandse klanten beperkter is dan in coffeeshopgemeenten die dichter bij de landsgrens liggen, zoals Maastricht, omdat het percentage buitenlandse klanten daar hoger ligt. Het is echter de vraag of elke coffeeshop in Tilburg 18% buitenlandse klanten kende. In een coffeeshop spraken we bijvoorbeeld een medewerker die dit percentage beduidend hoger inschatte. In die shop zou het klantenverlies dus hoger kunnen zijn, net als de afname van de overlast vanwege de weggevallen stroom buitenlandse klanten. Enkele wijkagenten en buurtbewoners dachten ook dat het percentage drugstoeristen bij verschillende coffeeshops hoger lag dan 18%. c Verschillende Tilburgse coffeeshophouders toonden zich ontstemd over de frequentie en intensiteit van de politiecontroles. Dit zou de klanten namelijk afschrikken. De politie is minder gaan controleren en de stijl van de controles is aangepast, mede omdat er weinig overtredingen werden geconstateerd. d De burgemeester heeft medio juli 2012 het beleid versoepeld. De controle van het I criterium (is iemand een ingezetene?) wordt in handen gelegd van de coffeeshop. Er werd niet meer gecontroleerd of er van alle leden GBA uittreksels aanwezig zijn. Sindsdien vroegen de Tilburgse coffeeshops niet meer om een GBA uittreksel bij inschrijving, maar louter om een Nederlands IDbewijs. Als iemand dit niet kon tonen, werd alsnog gevraagd naar een GBA uittreksel. Deze versoepeling resulteerde in meer inschrijvingen. e Een meerderheid van de Tilburgse gemeenteraad heeft er op aangedrongen om een lokaal plan dat dertien jaar geleden is opgesteld onder burgemeester Stekelenburg over gereguleerde wietteelt in te dienen bij de minister van Veiligheid en Justitie. Hij had gemeenten in zijn brief d.d. 4 februari 2013 uitgenodigd om dit desgewenst voor 1 april 2013 te doen. Het plan stelt voor om per coffeeshop één softdrugsproducent aan te wijzen. 14

2.2.3 Etten Leur a Coffeeshop Noorderlight X is gevestigd aan de Wilhelminalaan in Etten Leur. Het aangezicht van deze laan wordt bepaald door goed onderhouden rijtjeshuizen. De coffeeshop is als het ware gevestigd op de begane grond van zo n woonhuis. Er is meer detailhandel in de laan, onder meer een snackbar en er is op steenworp afstand van de coffeeshop een smartshop gevestigd. b Er is onderzoek verricht naar de klantenstromen van de coffeeshop in Etten Leur. Er worden vergelijkingen getroffen tussen juni 2012 en juni 2010. In juni 2010 was ongeveer 75% van de klanten afkomstig uit Nederland en 25% uit het buitenland. Precies 15% van de buitenlandse klanten was afkomstig uit België, 3% uit Frankrijk en 7% uit overige landen (Gemeente Breda, 2012). In juni 2012 worden louter Nederlandse bezoekers geteld. De grote afname in het aantal bezoekers valt echter niet alleen te wijten aan het wegvallen van de buitenlandse klanten, want het aantal Nederlandse bezoekers is afgenomen met ruim 70%. In juni 2012 is ruim 50% van de coffeeshopbezoekers afkomstig uit Etten Leur. De overige bezoekers komen uit Roosendaal en Bergen op Zoom (18%) en uit andere gemeenten in West Brabant (18%) (Gemeente Breda, 2012). Een familielid van de coffeeshopeigenaar had tot september 2009 een coffeeshop in Roosendaal. De coffeeshop telde voor 1 mei 2012 veel lokale en regionale vaste klanten. Het valt op dat de coffeeshop altijd al weinig allochtone (Marokkanen, Turken, Antillianen) klanten had, met uitzondering van Polen. De coffeeshop had speciaal een Pools sprekende portier ingehuurd. Na 1 mei is slechts een klein deel van de vaste klantenkring lid geworden van de coffeeshop. c Coffeeshop Noorderlight X heeft geen interview afgestaan. Andere respondenten melden dat de coffeeshopeigenaar voor 1 mei 2012 zou hebben geïnventariseerd dat ongeveer 1.100 mensen lid wilden worden. Eind juli zou de coffeeshop tussen de 400 en 500 leden hebben geteld. De coffeeshopeigenaar heeft afscheid genomen van twee personeelsleden, waaronder de Pools sprekende portier. d Voor 1 mei 2012 vindt er overleg plaats tussen de politie en coffeeshop Noorderlight X over de beleidsverandering. Politieagenten die de coffeeshopcontroles uitvoeren, worden geïnstrueerd geen arrestaties bij coffeeshopcontroles te verrichten en de ledenlijst niet meenemen. Als het er op een gegeven moment toch op lijkt dat de ledenlijst mee wordt genomen naar het politiebureau, belt de coffeeshophouder met een politiechef. De ledenlijst wordt niet meegenomen. Na 1 mei worden aanvankelijk twee of drie coffeeshopcontroles per week uitgevoerd door de politie. Ook de wijkagent loopt regelmatig de coffeeshop in. De coffeeshopcontroles verlopen naar tevredenheid: de coffeeshop werkt mee en houdt zich aan de regels. e In week 25 wordt een controleactie uitgevoerd bij een smartshop in de directe omgeving van coffeeshop Noorderlight X ( een paar deuren verder ). Hierbij worden twee Belgen gearresteerd die in bezit zijn van hennep. Dit leidt niet tot een bestuurlijk handhavingstraject, omdat formeel niet wordt aangetoond door de politie dat de hennep in de smartshop is gekocht. 15

2.2.4 Goes a Coffeeshop High Life is gevestigd in de Wijngaardstraat, aan de rand van het centrum. Voor de coffeeshop ligt een parkeerterrein (betaald parkeren). In de nabije omgeving zijn enkele cafetaria te vinden en een restaurant. Bewoners van een appartementencomplex hebben zicht op de parkeerplaats en op de coffeeshop. De overige woningen in de nabijheid van coffeeshop High Life zijn gelegen aan de overzijde van een doorgaande weg en in het verlengde van de Wijngaardstraat. Coffeeshop Aarden ligt midden in het centrum, op de Grote Markt. Het centrum kent veel detailhandel en horeca en telt relatief weinig woningen. De horecagelegenheden zijn met name gevestigd op de Grote Markt, tegenover coffeeshop Aarden. Op de gevel van coffeeshop Aarden staat Plan B. Klanten dienen de trap naar de eerste verdieping te nemen om de coffeeshop te betreden. b Goes telt dus twee coffeeshops. Deze coffeeshops kregen per 1 mei 2012 niet alleen te maken met het nieuwe landelijke beleid, maar ook met een reductie van de maximaal te verkopen hoeveelheid softdrugs per klant per dag: van vijf naar drie gram. c Coffeeshop Aarden heeft een zusterfiliaal in Vlissingen. De vestiging in Goes kampte in het najaar van 2012 met een omzetverlies van circa 70%. Het aandeel buitenlandse klanten lag voor 1 mei 2012 op ongeveer een derde van het totaal. Naast de geijkte buitenlandse drugstoerist de Belg of Fransman die vanwege een softdrugsaankoop naar Zeeland komt vielen ook reguliere toeristen weg. Dat zijn mensen, ook Nederlanders, die softdrugs willen kopen tijdens hun vakantie. Dit verschijnsel doet zich voor bij alle Zeeuwse coffeeshops. Op 6 september2012 wordt het aantal leden geschat op ruim 800. Halverwege oktober 2012 telde de coffeeshop ongeveer 1.300 leden. d Coffeeshop Aarden huurt vanwege de afgenomen klandizie geen portier meer in. De arbeidsuren van het barpersoneel zijn gehalveerd (van twee naar één fte.), maar door diensten op te splitsen en mensen minder uren te laten werken, zijn ontslagen voorkomen. e Coffeeshop High Life had in het najaar van 2012 naar eigen zeggen te maken met een omzetdaling van ongeveer 80%. De coffeeshop wenste geen uitsluitsel te geven over het aantal leden. De coffeeshop schat het aantal buitenlandse klanten voor 1 mei 2012 op ongeveer een derde van het totaal. Andere respondenten schatten dit hoger in, maar hoe het ook zij: de buitenlandse klanten zijn verdwenen. f Coffeeshop High Life heeft afscheid genomen van meer dan tien medewerkers. Er werd overwogen om over te stappen van een bar naar een afhaalloket. g Er wordt op bescheiden schaal door de politie gecontroleerd in de Goese coffeeshops. In het najaar van 2012 vallen de controles op één hand te tellen. Het gebeurt ingetogen. i. De twee Goese coffeeshops betalen ieder jaarlijks 17.000, ten behoeve van preventieve activiteiten door hulpverleningsorganisaties, zoals Indigo. Er wordt gesproken over preventiegelden. Tot medio 2011 werd het geld aan de gemeente betaald, maar sindsdien wordt het rechtstreeks betaald aan de hulpverleners. Coffeeshop Aarden stelde in het najaar vast dat de omzet na 1 mei 2012 nog een vijfde was van de periode daarvoor. Dit was voor deze shop een reden 16

om te overwegen of ze de preventiegelden met hetzelfde percentage zou reduceren. 2.2.5 Vlissingen a Coffeeshop Aarden in Vlissingen ligt aan de Kerkstraat. Deze smalle straat, net buiten het winkelgebied, ligt enigszins verscholen naast een hostel. Het politiebureau aan de Breestraat ligt op loopafstand (2 minuten). Er bestaan plannen om de coffeeshop te verplaatsen naar het nabijgelegen Bellamypark. Coffeeshop Purple is gelegen aan de Aagje Dekenstraat, direct tegenover de Walstraat met veel detailhandel. Op enkele meters afstand ligt een bushalte met een verbinding naar treinstation Vlissingen. In de omgeving van coffeeshop Purple zijn woonhuizen, detailhandel, horeca, een hotel en een pension gevestigd. b Vlissingen telt tijdens ons veldwerk twee coffeeshops: Aarden en Purple. Coffeeshop Home Grow heeft kort na 1 mei de deuren gesloten. Toen Vlissingen nog drie coffeeshops telde was er stevige concurrentie tussen de drie zaken, omdat werd gevreesd dat het gemeentebestuur een vergunning minder zou uitgeven. De concurrentie ging gepaard met het verlinken van de concurrent, want politie en gemeente werden door de ene coffeeshop getipt over vermeende overtredingen bij de ander(en). c Eén coffeeshopeigenaar (dhr. Aarden) kan de lokale politiek op de voet volgen, want hij is namelijk medeoprichter van een politieke partij (Progressief Ondernemend Vlissingen), waarvoor hij van 2006 tot 2010 zitting nam in de gemeenteraad. Dit is vanwege de noodzaak om softdrugs in te kopen bij drugscriminelen en er handelsvoorraden op na te houden, en vanwege de lokale politieke debatten over coffeeshops, een opvallende dubbelfunctie. d Coffeeshop Aarden kende in augustus 2012 een omzet die ongeveer 20% bedroeg van die van voor 1 mei 2012. De horecaomzet was ongeveer gehalveerd. De buitenlandse drugstoeristen en vakantiegangers kwamen niet meer in de shop. De coffeeshop schat in dat haar klantenkring voor 1 mei 2012 voor een derde bestond uit personen uit Vlissingen en omgeving. En voor het overige uit (drugs)toeristen. Zo bezien zou een behoud van ongeveer 20% van de omzet een goede score zijn, omdat die dan moeilijk boven de 33% uit zou kunnen komen. Zeker als daarbij in acht wordt genomen dat de coffeeshop voor 1 mei 2012 ook veel Poolse klanten kende (gastarbeiders), die voor een groot deel zijn weggevallen. Eind september 2012 telde coffeeshop Aarden 1.350 leden. e Er zijn geen ontslagen gevallen bij coffeeshop Aarden. Studenten met een nul uren contract en extra personeelsleden in de zomermaanden worden echter niet meer ingezet. f Coffeeshop Purple telde begin oktober 2012 in totaal 2.374 leden. g Het aantal controles in de Vlissingse coffeeshops is bescheiden. Naast een klein aantal georganiseerde controles, waarbij politie en gemeente beide coffeeshops tegelijkertijd controleren, controleerde de zogenoemde taakaccenthouder bij de politie tot de zomer tussen de bedrijven door. Sinds de zomer van 2012 zijn er geen controles uitgevoerd vanwege tijdgebrek. Bij een coffeeshopcontrole is een lid van coffeeshop Aarden door de politie gearresteerd, 17

omdat hij boetes had open staan. Dit is gezien en besproken door andere klanten van de coffeeshop. De coffeeshop betreurde dit vanwege het nadelige effect op de klandizie. Bovendien zou bij een controle de ledenlijst door de politie zijn meegenomen (in ingescande vorm). Het werd een gespreksonderwerp onder (potentiële) coffeeshopleden en dat was ook een rem op de klandizie van de coffeeshop. 2.2.6 Terneuzen a Coffeeshop Miami ligt aan de Westkolkstraat, aan de buitenrand van Terneuzen aan de kant van de Schelde. Dit maakt deel uit van de oude binnenstad. In de nabije omgeving van de coffeeshop is horeca, het theater en detailhandel gevestigd, maar vooral veel (verouderde) woningen. De Westkolkstraat e.o. kent veel leegstand. Verschillende panden rondom de coffeeshop zijn volgens respondenten het eigendom van de exploitant van Miami. b Tijdens ons veldwerk telt Terneuzen één coffeeshop: Miami. In juni 2008 is coffeeshop Checkpoint gesloten. Dat was een grote coffeeshop met veel buitenlandse klanten. Enkele maanden later (september 2008) sloot ook coffeeshop Miami de deuren. In november 2008 wordt coffeeshop Miami alweer heropend. c In 2007 zijn tellingen van het aantal klanten uitgevoerd bij de twee coffeeshops en zijn enkele gegevens van deze klanten in kaart gebracht (Intraval, 2007). Er worden dan gemiddeld 3.500 coffeeshopbezoeken per dag geteld in de twee coffeeshops. Dat is bijna 25.000 per week (Intraval 2007, p. 11). Het gaat om 2.600 bezoekers per dag. Slechts één op de tien bezoekers (11%) is Nederlander. De helft van de bezoekers komt uit België en 40% uit Frankrijk. De coffeeshops waren dus in hoge mate een soort gedoogd afhaalloket voor buitenlandse klanten. In 2009 wordt nogmaals geteld. Het aantal coffeeshopbezoekers blijkt spectaculair te zijn gedaald naar 470 per dag in het voorjaar van 2009 en naar 600 per week in het najaar van 2009 (Intraval 2009, p. 3). Ongeveer een kwart van de bezoekers is Nederlander (26% in het voorjaar en 28% in het najaar), meer dan de helft komt uit België (58% in het voorjaar en 53% in het najaar) en minder dan tien procent komt uit Frankrijk (9% in het voorjaar en 7% in het najaar). De stijging van het voorjaar naar het najaar 2009 wordt voor een klein deel verklaard door de sluiting van acht coffeeshops in Bergen op Zoom en Roosendaal (september 2009): 84% van de respondenten kocht daar namelijk nooit softdrugs (Intraval, 2009). Het is de vraag waar al die voornamelijk buitenlandse klanten zijn gebleven. Het aantal buitenlandse coffeeshopklanten is gedecimeerd in Terneuzen. Het onderzoek van Intraval gaat daar niet over. Respondenten in Vlissingen en Goes constateerden een toename van de klandizie in hun lokale coffeeshops na de sluiting van Checkpoint. Na een aanvankelijk piek nam het aantal extra klanten overigens weer af, zo zeggen ze. De verplaatsing naar andere coffeeshopgemeenten in de grenstreek verklaart lang niet alles. Respondenten zien dat de teelt en handel is en wordt verplaatst naar België. Er bestaan vermoedens dat leveranciers van coffeeshops daarbij betrokken zijn. We kunnen dit niet bewijzen, maar het klinkt logisch. Het is in lijn met bevindingen bij onderzoek naar de effecten van de sluiting van coffeeshops in Bergen op Zoom en Roosendaal (Beke e.a., 2012). Een andere deelverklaring voor het geringe aantal buitenlandse drugsklanten van de 18

coffeeshop in Terneuzen na sluiting van Checkpoint schuilt in de bedrijfsvoering van coffeeshop Miami, want de coffeeshop valt niet in de smaak bij blowers. d Politierespondenten schatten dat coffeeshop Miami begin 2012 ongeveer 200 klanten per dag telt, waaronder ongeveer 150 Belgische klanten en enkele Fransen. Na 1 mei 2012 telt de coffeeshop volgens respondenten circa 20 klanten per dag. Coffeeshop Miami wenste geen interview af te staan. Het aantal leden van de coffeeshop zou eind oktober 2012 rond de 350 liggen. e Respondenten constateren dat coffeeshop Miami in het verleden meeliftte op de grote klantenstroom naar coffeeshop Checkpoint. Met de sluiting van Checkpoint leken de bedrijfsmatige kansen voor Miami ideaal: de enige coffeeshop (monopolist) in een gemeente waar in 2007 per week 25.000 personen naar een coffeeshop kwamen. Met zo n coffeeshop kan gemakkelijk vele miljoenen per jaar verdiend worden met de gedoogde verkoop van softdrugs. Toch hapert die gedoogde verkoop. Dat neemt niet weg dat de exploitant en/of zijn familie volgens respondenten onroerend goed rondom de coffeeshop hebben verworven. f. Na 1 mei 2012 controleerde de politie wekelijks in de coffeeshop. Bij de controles werd gekeken of de op dat moment aanwezige bezoekers op de ledenlijst stonden en of zij ingezetenen van Nederland waren. Dat ging gemoedelijk. De coffeeshop werkte prima mee en hield zich aan de regels. Vanwege deze positieve resultaten is al snel besloten om de frequentie terug te brengen tot een maandelijkse controle. Op camerabeelden is gezien dat Belgische toeristen na 1 mei aan de deur werden weggestuurd. De exploitant moest om het GBA vragen en deze innemen bij inschrijving als lid van de coffeeshop. Dit kwam te vervallen op 11 december 2012, na een telefonisch verzoek daartoe van de exploitant aan de gemeente. 19