Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 4 De familie
1 Woorden 1 de baby 2 de broer 3 de familie 4 de fles 5 de luier 6 de melk 7 de moeder 8 de oma 9 de opa 1
10 de vader 11 de zus 12 de hond 2
Schrijf de woorden over en schrijf ze in jouw taal 1 de baby 2 de broer 3. de familie 4 de fles 5 de luier 6 de melk 7 de moeder 8 de oma 9 de opa 10 de vader 11 de zus 12 de hond 3
2 Werkwoorden 1 De baby drinkt 2 De baby groeit 3 De baby huilt 4 De baby lacht 5 De hond plast 6 De hond poept 7 Kees roept 8 Sanne maakt schoon 9 Tim vindt 4
Kies het werkwoord 1. Ik.. de melk. ( drinkt drink drinken ) De baby.. de melk. Opa en oma.. de melk. 2. Ik... ( groeit groei groeien ) De baby... De broer en de zus... 3. Ik... ( huilen huilt huil ) De baby... De broer en de zus... 4. Ik... ( lacht lachen lach ) De baby... Vader en moeder... 5/6. Ik plas en poep op de wc. De hond plast en poept buiten. De honden plassen en poepen buiten. 7. Ik.. Tim. ( roepen roep roept ) Kees.. Tim. Linda en Sanne.. Tim. 8. Ik.. de bank schoon. ( maak maakt maken ) Sanne.. de bank schoon. Kees en Tim.. de bank schoon. 9. Ik.. de baby lief. ( vindt vind vinden ) Tim.. de baby lief. Linda en Sanne.. de baby lief. 5
3 Tegenstellingen 1 blij 2 verdrietig 3 groot 4 klein 5 leeg 6 vol 6
7 vies 8 schoon 7
4 Getallen 31 32 33 eenendertig tweeëndertig drieëndertig 34 35 36 vierendertig vijfendertig zesendertig 37 38 39 zevenendertig achtendertig negenendertig 40 veertig 8
5 De muis en de doos de muis de doos de muis is in de doos de muis gaat uit de doos de muis zit op de doos de muis zit onder de doos de muis zit voor de doos de muis zit achter de doos de muis zit naast de doos 9
de muis zit tussen de dozen de muis springt over de doos 10
6 Film Moeder Koedie, koedie, koedie. Baby Hé, dat is mijn moeder. Moeder Hallo, ja, ik ben jouw mama. Ik ben jouw mama. Baby Dat zeg ik, jij bent mijn moeder. Vader Koedie, koedie, koedie. Baby En dat is mijn vader. Vader Ja, ik ben jouw papa. Ik ben jouw papa. Baby Hallo papa, hallo mama. Oma Koedie, koedie, koedie. Baby Hé, wie bent u? Oma Ik ben je oma. Ja. Baby Bent u oma? Oma Baby Oma Ja, oma. Ik ben de mama van jouw moeder. Dag oma. Ik heb 2 oma s. De moeder van mijn vader is ook mijn oma. Een kadootje. Van opa en oma voor de mooie baby. Kijk eens. 11
Baby Baby Moeder Baby Moeder Baby Vader Baby De mooie baby? De mooie baby? Oh, dat ben ik. Een hondje, leuk een hondje. Dit zijn mijn vader, moeder en oma. Ze zijn familie van mij. Ik heb ook nog een broer en een zus. Mijn broer heet Peter en is 6 jaar. Mijn zus heet Anne en is 4 jaar. Ze zijn nu naar school. Oh, oeps, sorry. Ik ruik poep, ik ruik poep. Jij moet een schone luier. Kom maar, gaan we naar de badkamer. Ho, ho, ho, wat gaan we doen? Waar gaan we heen? Zo, krijg jij een schone luier? Oh, fijn, een schone luier. Want deze is vies, sorry. En hier is de fles met de melk, voor onze mooie baby. He, mooie baby? Dat ben ik. Dus die melk is voor mij. Dat is mooi. Want ik heb honger. Kom maar op met die fles. 12
de poep de kus het kado Vragen 1. Hoeveel broers heb jij? Ik heb.. broers. 2. Hoeveel zussen heb jij? Ik heb.. zussen. 3. Kies het goede woord. ( bed moeder plast ) De baby. in de luier. 4. Kies het goede woord. ( familie ben water ) Ik. een mooie baby. 5. Kies het goede woord. ( heb huil lach ) Ik. een oma en een opa. 13
6. Kies het goede woord. ( vinden roepen maken ) Opa en oma de baby lief. 7. Kies het goede woord. ( vinden roepen maken ) Linda en Sanne de hond. 14
Hoofdstuk 4 De familie 7 Lied Zaten eens twee zusjes De hond vonden zij erg lief Ze gaven hem veel kusjes En de hond deed iedere keer van waf waf waf En de zusjes schoten dan steeds in de lach Dronken zij wat cola De hond liep toen de glazen om De meisjes riepen hola En de hond deed iedere keer weer waf waf waf En de meisjes schoten daarom in de lach 15
Groeiden snel de vlekken De meisjes aten choco-ijs Maar het ijs begon te lekken En de hond deed iedere keer weer waf waf waf En de meisjes schoten daarom in de lach Plotseling was moeder daar Die prompt begon te zeuren Zij zag de smeerboel en ze vroeg Hoe kan dit nou gebeuren? En de hond die antwoordde met waf waf waf En de zusjes schoten daarom in de lach De meisjes keken in het rond En zagen toen de hond staan Ze riepen hij heeft het gedaan Wij hebben daar geen schuld aan En de hond die antwoordde met waf waf waf En ze smeekten moeder geef hem toch geen straf Nou zei moeder met een zucht Doe eerst een schone broek aan 16
Laat dan de hond uit en raak voor straf Vijf dagen lang geen ijs aan En de moeder zei op zachte lieve toon Dan maak ik dit hele vieze kleed wel schoon Zaten eens twee zussen Ze zeiden mam het spijt ons zeer En huilden ondertussen Maar moeder lachte en zei woef woef waf Dus de meisjes schoten daarom in de lach Was het even weer te dol het choco-ijs de parasol het kleed 17
de vlek Kies het goede woord 1. Onder moeders. zaten eens twee zusjes. (paraplu parasol kleed) 2. De hond vonden zij erg (lief schoon vies ) 3. De meisje aten. (cola choco-ijs water ) 4. Plotseling was daar. (moeder vader opa ) 5. Doe eerst een schone aan. (parasol broek hond ) 18