INFORMATIE OVER EUROPESE PROGRAMMA S VOOR HET HOGER ONDERWIJS JAARGANG 10, MEI 2014. taalonderwijs: telecollaboration en games

Vergelijkbare documenten
Trends in onderwijs. Interview met Coen Free

Make it work! Virtuele mobiliteit in internationale stages integreren: een snelgids

ENTANGLE - Nieuwsbrief

MET MICROSOFT IT ACADEMY. effectiever gebruik van ICT middelen in het onderwijs. kwaliteits- en tijdswinst voor onderwijsprofessionals en leerlingen

Recensie: Wat wij moeten weten over jongeren en hun digitale wereld

Bezoekadres Kenmerk Uw brief Bijlage(n) Maatschappelijke diensttijd, kansen en uitdagingen

Second Life en onderwijs. neemt u de blauwe of rode pil?

Docentenvel Opdracht 10 (het paspoortenspel)

STRATEGISCHE AGENDA DE WAARDE(N) VAN WETEN EN OPEN ONDERWIJS

EEN LEVEN LANG LEREN MOET OF MOETEN WE DAT JUIST ZELF UITMAKEN?

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Wat is het Heerbeeck International College?

2. Beter nu dan later

Persoonlijk ontwikkelingsplan

Onderzoek Stress. 5 Juni Over het 1V Jongerenpanel

Aanspreekpunt voor studenten Informatica van Avans Hogeschool voor stage en afstuderen.

Platform Bèta Techniek. Connect Chemiedag Hoe kunnen onderwijs en bedrijfsleven succesvol samenwerken?

Projectdefinitie. Plan van aanpak

E-PAPER. Drie praktische tips om je werk als apothekersassistent(e) leuker te maken!

Kilometers van hier zijn ze soms mijlen verder

ervaringsdeskundige. Mensen met een licht verstandelijk beperking. Opleiding tot

Nederlandse internetbronnen over Europa voor jongeren

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Krachtlijnen voor een sterk basisonderwijs Praktijkvoorbeeld

3 Hoogbegaafdheid op school

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website:

ENGELS als Tweede Taal


> Inkijkexemplaar

Maatschappelijke vorming

Een Vlaams platform voor digitale innovatie in het hoger onderwijs. Zin of onzin? Debatavond 20 april 2016

2. Beter nu dan later

Meer succes met je website

Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning

IK WIL DE MOGELIJKHEDEN VAN ONLINE ONDERWIJS VERKENNEN WAAR BEGIN IK?

VIRTUELE MOBILITEIT: EEN ALTERNATIEF VOOR OF EEN AANVULLING OP FYSIEKE MOBILITEIT?

DE STEM van volwassen lees- EN SchrIjFcurSISTEN IN EuropA MANIFEST

ONDERNEMEN IS VOOR HELDEN

Verbeteren van de slechte schoolresultaten voor wiskunde en wetenschap blijft uitdaging voor Europa

Zorg voor je carrière. Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) of

11 dingen die je nu kunt doen om meer te gaan verkopen

KIESWIJZER. De NWS KiesWijzer heeft als doel om haar leden beter te informeren op deze gebieden in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen.

Engels in het basisonderwijs: wel of niet vroeg beginnen?

Kansen in en van onderwijs

Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers

HOE VERSTERK JE HET ONDERWIJS MET DIGITALE MEDIA Emil Diephuis (DT) Ria Jacobi (O2)

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!

Wat was de prijs/maand om deze accommodatie te huren? 326 Hoe was de prijs/kwaliteit verhouding voor deze accommodatie?

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG

Vroeg vreemd (buur)taalonderwijs

Wat kunnen leerlingen doen om hun onderwijs te verbeteren?!

Social media in het mbo Cyril Minnema Studie Professioneel Meesterschap CNA September 2012

HAALT MEER UIT ONDERWIJS. Uw partner in Brede School activiteiten

9 redenen waarom jouw website geen klanten oplevert.

Digitalisering & Studiesucces E-merge Anka Mulder Secretaris TU Delft Directeur Onderwijs TU Delft. Challenge the future

EEN ZAMBIAANSE SPIEGEL

Colofon Juni Eindredactie: Dorine van Walstijn, projectleider. EDventure Bezuidenhoutseweg AG Den Haag

MODULE V. Ben jij nou Europees?

Diesel Online. Ex a m e n o p d r a c h t. Stijn Verbruggen Bachelor Na Bachelor Advanced Business Management. Interactieve Communicatie

Een wat strenge stem, hij wil graag officiëler klinken dan hij in wezen is.

Tweetalig Vwo. Elke Leerling Doet Ertoe

Adinda Keizer - Copyright 2013 Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van Vindjeklant.nl worden gekopieerd of gebruikt in commerciële

Master in de meertalige communicatie

AAN LEERLINGEN e-pathways CPD Handboek

Werkboek MEER KLANTEN OP JOUW MANIER! ANNEMIEKE TISSINK KRIJG MEER KLANTEN DOOR MARKETING IN TE ZETTEN OP EEN MANIER DIE BIJ JOU PAST

Het gaf mij veel energie om een eigen evenement te organiseren.

Duits in het MBO: Deutsch für den Beruf. Keuzedeel Duits: het onderwijsmodel Auteur: Marianne Driessen

User Centered Design. Ontwerpbeslissingen

SLB eindverslag. Rozemarijn van Dinten HDT.1-d

1. Mobiliteitscoach, van idee tot project: Inleiding

Verkiezingsprogramma D66 Maastricht Samen Sterker

Veloncongres Promotiebeurs voor Leraren Een basis voor de wetenschapper van de toekomst. Over het programma Promotiebeurs - doel

World leader in international education

Onderwijsparade 2008 Internationalisering zonder mobiliteit

DE EUROPESE UNIE EERSTE EN DE WERKVORM IN HET KORT

Achtergrond informatie Toolkit Ouderbetrokkenheid vakantieschool

KIESWIJZER Ik kies, Ik koos, Ik heb gekozen! Van klas 1 naar klas 2

MENSEN MET EEN LICHT VERSTANDELIJKE BEPERKING

Massive Open Online Courses voor de professionele ontwikkeling van medewerkers. Wilfred Rubens

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Ouderavond Bataafs Lyceum 4H/V. Executieve vaardigheden. Welkom! Nancy Lussing

43. Interculturele Samenwerking binnen de Algemene Onderwijsbond

Allemaal in ontwikkeling. Door: Rieke Veurink / Fotografie: Kees Winkelman

Vraag nr. 788 van 20 augustus 2013 van JOS DE MEYER

Studenten over onderwijskwaliteit en talentontwikkeling. Uitkomsten van een dialoog met studenten van Fontys Hogescholen

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN

Elde College. Elke dag een uitdaging

Welzijn Breed (Onderwijsassistent)

Training & Support: "Hoe beter je het na de training oppakt, hoe hoger het rendement van de training!"

Strategieplan Happie. Happie met elkaar!

Lessen ICT-Lyceum Studeren op afstand - Een verbindingsconcept

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

Social media checklist

Studentenhuisvesting Feiten en trends 2010

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Dames en heren, 1 DVHN, 9 september 2015.

CIVIC CROWDFUNDING VOOR EINDHOVEN

ICT Lyceum. Voor havo en vwo. ICT Lyceum op het Hondsrug College... een slimme start voor je toekomst!

PROLOOP NR HAAL HET BESTE UIT JOUW LOPERS MET ZIPCOACH

TWEETALIG ONDERWIJS VERLEG JE GRENZEN!

Transcriptie:

44 INFORMATIE OVER EUROPESE PROGRAMMA S VOOR HET HOGER ONDERWIJS JAARGANG 10, MEI 2014 in dit nummer: mooc s en bologna taalonderwijs: telecollaboration en games 2&3 eu-afrika europese verkiezingen entrepreneur alumni network 4 erasmus meets schools 5 6 7 8 Maar liefst 60% van de 9-jarigen in de EU gaat naar scholen zonder digitale infrastructuur, terwijl becijferd is dat in 2020 voor 90% van de banen digitale vaardigheden noodzakelijk zijn. Lees meer over digitalisering in het onderwijs op pagina's 2, 3 en 5. Infrastructuur scholen in de EU Digitaal (40%) De langetermijndoelstelling van de Europese Commissie is dat iedere EU-burger in staat is om zich in minstens Analoog twee (60%) vreemde talen te kunnen uitdrukken. Momenteel zijn er maar acht lidstaten waar meer dan 50% dat kan. Lees meer op pagina 4 en 5.

2 tila Telecollaboration vergt een andere mindset. Taalonderwijs in een virtuele (game)omgeving Moderne technologie maakt het mogelijk om op een andere manier taalonderwijs te geven dan uit een boekje. Dat is toch niet meer van deze tijd? Leerlingen leren veel liever een vreemde taal in een virtuele (game-achtige) omgeving waarin alles kan, aldus Kristi Jauregi, projectleider van TILA. Het Europese project breekt een lans voor telecollaboration. Pak je boek, ga naar pagina 17. Oefening 3. Is dít nou de beste manier om een taal te leren? Kristi Jauregi Ondarra stelt de vraag hardop en beantwoordt hem meteen zelf. Zij vindt van niet. Jauregi is lector Vreemdetalendidactiek in een veranderende leeromgeving aan de Lerarenopleidingen Fontys Hogescholen in Tilburg, docent onderzoeker aan de Universiteit Utrecht en zowel initiatiefnemer als projectleider van Telecollaboration for Intercultural Language Acquisition, kortweg TILA. Het is een Europees project dat het vreemdetalenonderwijs in het voortgezet onderwijs beoogt te verbeteren door de inzet van telecollaboration, oftewel: samenwerking op afstand via internet door moderne communicatiemiddelen zoals video, social media en/of virtuele werelden. Engels, Duits, Spaans en Frans staan in TILA centraal. De Universiteit Utrecht is coördinator van het project, dat in januari 2013 van start ging en tot medio juni 2015 loopt. Een consortium van 6 landen neemt deel: het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Spanje, Nederland en Tsjechië. Laatstgenoemde heeft de taak te zorgen voor de disseminatie. Naast deze 6 deelnemers zijn er 43 associate partners, die in een later stadium mee zullen draaien. Uit ieder land doen een hogeronderwijsinstelling (lerarenopleiding) en een middelbare school mee. TILA is de opvolger van NIFLAR, Networked Interaction in Foreign Language Acquisition and Research. 21 ST CENTURY SKILLS In het huidige onderwijs is de wereld het leslokaal. In workshops voor (toekomstige) docenten vertelt TILA over de mogelijkheden van telecollaboration. Jauregi somt op: Wat is telecollaboration? Hoe kun je telecollaboration betekenisvol gebruiken in je lessen? Welke omgevingen hebben we tot onze beschikking? Wat zijn de mogelijkheden die de omgevingen ons bieden om leerprocessen te verrijken? Bij telecollaboration ben je intercultureel bezig, maar wat houdt een interculturele dialoog in? Welke taken kan je gebruiken voor welke toepassingen en met welke doeleinden? Wat zijn kenmerken voor effectieve taken? Hoe zorg je ervoor dat je een win-win situatie schept voor alle deelnemers? Wat zijn 21 st century skills, wat betekent dat voor het onderwijs? Verrijking Jauregi noemt telecollaboration een verrijking van het taalonderwijs. Het is toch niet meer van deze tijd om een vreemde taal uit een boek te leren? Wanneer leerlingen rechtstreeks met leeftijdsgenoten kunnen communiceren in de taal die ze leren aan de hand van relevante communicatietaken, draagt dat bij aan de taalverwerving en groeit en ontwikkelt zich tegelijkertijd hun interculturele bewustzijn. Ook de beoordelingscommissie sprak zich lovend uit over TILA en noemde het initiatief relevant voor de praktijk en innovatief. Maar wat moeten we ons precies voorstellen bij telecollaboration? Jauregi vertelt over leeromgevingen en tijd. Een synchrone leeromgeving is tijdafhankelijk. Dat houdt in dat je op hetzelfde tijdstip moet afspreken om met elkaar te kunnen communiceren. Voorbeelden van synchrone communicatiemiddelen zijn videocommunicatieomgevingen waar je elkaar via de webcam kunt zien en communiceert (Skype, Big Blue Botton, Google Hangouts of Oovoo), chat en virtuele werelden. Hiernaast zijn er asynchrone communicatiemiddelen zoals blogs, wiki s of discussiefora. Gebruikers hoeven niet tegelijkertijd online te zijn om met elkaar te communiceren. Vooral een virtuele wereld zoals Open Simulator, in de praktijk Open Sim genoemd, is populair. Het is een soort Second Life, legt Jauregi uit, maar dan nagebouwd en veilig voor minderjarigen. Leerlingen kunnen een avatar (driedimensionaal profiel, red.) aanmaken en het virtuele leven instappen. Ze kunnen leerlingen uit andere landen ontmoeten, samen chatten, uitgaan, objecten bouwen en rollen spelen, afhankelijk van de doelen van de (leer)taak die ze krijgen. Bij leerlingen is Open Sim het populairst. Toch wordt videocommunicatie (Big Blue Button, vergelijkbaar met Skype) het meest gebruikt. Die keuze hebben de docenten gemaakt, legt Jauregi uit. We hebben na de pilots twaalf studenten geïnterviewd die vertelden het liefst Open Sim te gebruiken: ze leren de taal in een game-omgeving waarin alles kan. In videocommunicatie zie je jezelf, dat vinden sommige leerlingen confronterend. Maar in Open Sim zijn ze een avatar. Door de anonimiteit die een virtueel personage geeft, durven de leerlingen veel meer te communiceren. En dat is goed voor de taalverwerving. Positieve evaluatie Aan de eerste tussentijdse evaluatie van TILA deden 212 leerlingen mee. Iedereen was enthousiast!, concludeert Jauregi tevreden. Leerlingen vinden het zó uitdagend om met leerlingen in het De huidige technologie maakt het mogelijk om op een ándere manier taalonderwijs te geven. Het onderwijs zou zich hiervan veel bewuster moeten zijn.

3 Leerlingen vinden het zó uitdagend om met leerlingen in het buitenland te communiceren. Een voorbeeld van een virtuele wereld waarin leerlingen zich kunnen begeven. Net de werkelijkheid, maar vooral: net niet.. buitenland te communiceren. Ze vinden het leuk en leerzaam om zo de taal te leren gebruiken. Dat is een mooi resultaat. Ook de docenten zijn ambitieus en vinden dat telecollaboration meerwaarde biedt, ook al vergt het starten van telecollaboration projecten veel tijd. Natuurlijk zijn er ook punten die voor verbetering vatbaar zijn. Zo wijzen alle deelnemers op technische onvolmaaktheden. Vooral de geluidskwaliteit laat te wensen over. Jauregi vertelt dat, voorafgaand aan de pilot, alle scholen was gevraagd een indicatie te geven van de kwaliteit van hun ICT (hardware, internetaansluiting en IT-support). De kwaliteit van de ICT op de meeste scholen is heel slecht. Zonder goed functionerende hardware, een goede netwerkverbinding en IT-support kan telecollaboration moeilijk worden uitgevoerd. Dit zijn echt de randvoorwaarden. Hoewel het in Nederland ietsjes beter is gesteld met de kwaliteit van de ICT dan in de andere landen, is ook hier nog veel winst te behalen, meent Jauregi. De projectleider vindt dat meer geld beschikbaar moet worden gesteld voor goede hardware en netwerkverbindingen. Los daarvan zou de schoolleiding volledige steun en ruimte (tijd) moeten geven aan docententeams die met telecollaboration willen gaan experimenteren. Het klinkt wat obligaat, erkent ze, maar we zitten midden in de digitale revolutie. De huidige technologie maakt het mogelijk om op een ándere manier taalonderwijs te geven. Het onderwijs zou zich hiervan veel bewuster moeten zijn en die middelen moeten gebruiken om taalonderwijs-leerprocessen authentieker, afwisselender, betekenisvoller, persoonlijker en effectiever te maken. Uit de evaluatie is verder gebleken dat de meeste docenten kiezen voor synchrone communicatiemiddelen. Die synchrone component maakt het organiseren van interactiesessies wel lastig omdat het moeilijk is om een klas van 25 personen gelijktijdig één voor één te laten werken met een klas elders. Jauregi: Dat komt mede door het lesrooster van scholen. Dat bepaalt nou eenmaal dat er van 10.00 tot 11.00 uur een bepaalde les is. Dus als jij Engels hebt in dat uur, wie zegt dat een school in Frankrijk dan ook Engels heeft? Dat stelde ons in het begin voor grote uitdagingen, maar die hebben we uiteindelijk voor een aantal docenten kunnen oplossen. Hier zie je weer hoe belangrijk de mindset is. In plaats van schoolroosters centraal te stellen, zou je leeractiviteiten als speerpunt moeten zetten en de organisatie eromheen flexibeler maken. Dat zou meer ruimte bieden voor het organiseren van uitdagende telecollaboration-projecten. Andere mindset De projectleider hoopt dat TILA resulteert in een internationale digitale community waarbinnen docenten en opleiders partners kunnen vinden, hun kennis over telecollaboration kunnen ontwikkelen, ervaringen kunnen delen, bijdragen aan een database met telecollaboration taken voor verschillende talen én advies krijgen over digitale didactiek. Jauregi: Het mooiste is wanneer via het project scholen geïnspireerd raken om telecollaboration te gaan integreren in het curriculum. Maar ik wijs nogmaals op de randvoorwaarden: steun van de schoolleiding, goede hardware, goede netwerkverbinding en, vooral in het begin, ook IT ondersteuning. Als je wilt dat innovatie realiteit wordt in het onderwijs, onderwijsleerprocessen betekenisvoller worden en je leerlingen advanced skills ontwikkelen, dan is telecollaboration een prachtige manier om die doelen te bereiken. Dus niet meer: pak je boek, kijk op bladzijde 7, oefening 3. Het vergt een andere mindset. Meer informatie of meedoen? Surf naar www.tilaproject.eu of mail naar tila[at]uu.nl. De doelen van TILA TILA richt zich allereerst op de leerlingen en het leerproces. Leerlingen communiceren continu met de smartphone, tablet, of laptop. Dat is hún stijl. Toch kun je het aantal ipad-scholen op één hand tellen. Bij onderwijs gaat het niet om de vraag of een bepaald gadget gebruikt wordt of niet. Het gaat om de didactiek die gehanteerd wordt om leerprocessen te optimaliseren door zinvol gebruik te maken van de nieuwe digitale mogelijkheden die de gadgets bieden. Projectleider Kristi Jauregi noemt de mogelijkheden die ICT biedt om taalonderwijs betekenisvoller, motiverender en relevanter te maken. Het bedrijfsleven is veel verder. Ze moeten wel met de digitale tijden mee, willen ze hun marktpositie behouden, competitief blijven en nieuwe klanten bereiken. Het onderwijs is veel conservatiever. De drang om te innoveren verloopt veel langzamer. Het ontbreekt de docenten bovendien aan digitale didactiek. Daarom richt TILA zich ook op lerarenopleidingen. Jauregi: Als telecollaboration het taalonderwijs effectiever en rijker maakt, moeten vanzelfsprekend de docenten leren hoe ze het kunnen toepassen in hun onderwijs. TILA geeft aandacht aan de organisatorische, pedagogische en interculturele competenties van docenten, opdat telecollaboration op een didactisch verantwoorde manier kan worden ingezet in het vreemdetalenonderwijs. Het derde doel van TILA is om te onderzoeken of leerlingen inderdaad meer leren door telecollaboration en hoe de leraren dit ervaren. Jauregi: Dit is de onderzoekscomponent van TILA. Uit literatuuronderzoek bleek dat 85% van de wetenschappelijke artikelen over telecollaboration, betrekking hebben op universitair onderwijs. Het is noodzakelijk onderzoek te verrichten naar taalleerprocessen in telecollaboration binnen het voortgezet onderwijs, waar jonge leerlingen verplicht vreemde talen leren.

4 tempusproject De Hogeschool van Amsterdam heeft de handtekening gezet onder het penvoerderschap van een Tempusproject waarin ook Oekraïne, Moldavië, Georgië, Roemenië en Duitsland participeren. Het project Entrepreneur Alumni Network wil een alumninetwerk in de Oost-Europese landen opbouwen. Ondernemers leven bij de gratie van een goed netwerk. Michael Tuguntke van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) is tevreden: zojuist zijn alle belangrijke documenten getekend voor de roll-out van het Tempusproject Entrepreneur Alumni Network, waaraan Oekraïne, Moldavië, Georgië, Roemenië, Duitsland en Nederland deelnemen. De beschrijvingen, budgetten en planningen zijn op het hoogste niveau akkoord bevonden, vertelt de projectleider. De HvA heeft het penvoerderschap van de Freie Universität Berlin overgenomen, die het vanwege personele ontwikkelingen moest beëindigen. Wat houdt het project Entrepreneur Alumni Network in? We richten ons op ondernemende alumni door een netwerk te creëren. Ondernemers leven immers bij de gratie van een goed netwerk. Hoewel er veel initiatieven worden genomen om netwerken voor alumni op te zetten, komen de meeste niet van de grond. Dat is omdat studenten na hun afstuderen minder belang hebben bij zo n netwerk. De meeste solliciteren en gaan aan de slag in hun eerste baan. Voor alumni die gaan ondernemen, is een goed functionerend netwerk daarentegen wél heel belangrijk. hogescholen en universiteiten aanwezig zijn, maar ook kleine waar slechts drie instellingen elkaar ontmoeten. Uiteindelijk hoopt Tuguntke een levendig netwerk op te leveren, dat bestaat uit voldoende informatie waardoor de deelnemers contact met elkaar gaan zoeken. Maar bovenal moet het een zelfwerkend netwerk zijn. Dit is een initiatieproject. Na 2016 moet het netwerk zelfstandig kunnen voortbestaan. Er is een grote gedrevenheid bij de landen die meedoen. De grootste uitdaging schuilt wat Tuguntke betreft in de culturele verschillen tussen de landen. Waarom honoreerde de Europese Commissie dit project? Ik heb de illusie, of de arrogantie, dat dit een heel goed project is. Per instituut worden we er allemaal beter van! TEMPUS Het trans-europese samenwerkingsprogramma voor het hoger onderwijs Tempus bevordert de samenwerking tussen de Europese Unie en haar buurlanden. Hoewel Tempus is opgegaan in Erasmus+ (Key Action 2), is deze aanvraag nog onder het oude regiem gedaan, preciezer: onder Tempus IV, de zesde call. Tuguntke: Formeel zijn we 1 december 2013 gestart, maar vanwege de overdracht van penvoerderschap van Berlijn naar Amsterdam is de start wat vertraagd. Er is één wijziging: de oorsprong van de goederen die we bestellen voor het project, moet in een van de zes deelnemende landen liggen. Marktplaats Centraal in het project Entrepreneur Alumni Network staat daarom de bouw van een database in de ontvangende landen Oekraïne, Moldavië en Georgië. Drie doelgroepen moeten hiervan gebruik gaan maken: universiteiten en hogescholen in de deelnemende landen, studenten die ondernemend onderwijs volgen en ten slotte de alumni die als ondernemer aan de slag zijn gegaan. Het bouwen van een database is een kwestie van techniek, vertelt Tuguntke. Wat veel moeilijker is, is om deze database tot leven te krijgen. We denken dat dit ons gaat lukken door de manier waarop we ons onderwijs vormgeven. De Freie Universität Berlin en de HvA richten zich op educatie met de werkpakketten design thinking, customer development en effectuation. Het is de basis waarop instellingen hun ondernemend onderwijs hebben opgebouwd. Het is onze taak om het alumninetwerk zó interessant te maken dat het belang om te participeren groot genoeg is. Het eigenbelang moet de drijfveer zijn. Uiteindelijk moet een laagdrempelige soort Marktplaats ontstaan waar vraag en aanbod elkaar ontmoeten. Tuguntke geeft een voorbeeld. Iemand leest dat er in de Oekraïne drie universiteiten zijn die heel goed zijn in IT, en dat er een groot prijsverschil is met Europese landen. Dat is interessant om te partneren. Iedereen die een belang heeft, moet dit in de database kunnen invoeren. Dus: wij zijn goed in A, we zoeken iemand die B Het is onze taak om het alumninetwerk zó interessant te maken dat het belang om te participeren groot genoeg is. Zelfwerkend netwerk Entrepreneur Alumni Network loopt eind 2016 ten einde. In de drie jaar komen de deelnemers ongeveer zestien keer bijeen. Er zijn grote bijeenkomsten waarbij alle 76 vertegenwoordigers van Michael Tuguntke, Hogeschool van Amsterdam

5 bolognaproces MOOC s verruimen de mogelijkheden van Bologna. Ga ze erkennen. interview met Robert Schuwer Open Universiteit De Europese Commissie geeft volop steun aan de ontwikkeling van MOOC s. Robert Schuwer, universitair hoofddocent van de Open Universiteit (OU) verwacht dat deze massive open online courses het Bolognaproces kunnen versnellen. In 2011 bood Sebastian Thrun van Stanford University online een gratis cursus aan over artificiële intelligentie waarvoor iedereen zich kon inschrijven. Maar liefst 160.000 mensen deden dat. Het fenomeen MOOC was geboren. Sindsdien is het aantal instellingen dat online open leermaterialen aanbiedt drastisch gegroeid. Ook de Europese Commissie heeft zich op MOOC s gestort. ECO en EMMA zijn voorbeelden van recente projecten. Het eerste wil leraren opleiden in het gebruiken en ontwikkelen van traditionele en mobiele MOOC s. Het project EMMA ontwikkelt een systeem dat de open, online cursussen van verschillende Europese universiteiten integreert. Bij beide projecten is het Welten Instituut betrokken, het onderzoekscentrum voor leren, doceren en technologie van de Open Universiteit. Dat is ook niet zo vreemd, zegt Robert Schuwer, universitair hoofddocent van de Open Universiteit. Het aanbieden van open en online onderwijs is het werk van de Open Universiteit. Wij doen niet anders. Europese MOOC s Er zijn nóg meer Europese initiatieven, weet Schuwer, en hij noemt Opening up Education, een actieplan van de Europese Commissie dat de digitale infrastructuur op scholen en universiteiten moet verbeteren. Maar liefst 60% van de 9-jarigen in de EU gaat naar scholen zonder digitale infrastructuur, terwijl becijferd is dat in 2020 voor 90% van de banen digitale vaardigheden noodzakelijk zijn. In april 2013 is ook het platform OpenUpEd gelanceerd (openuped.eu), een portaal waar onderwijsinstellingen MOOC s kunnen aanbieden. Cursussen die op dit portaal zijn vermeld, voldoen aan een kwaliteitslabel, zegt Schuwer. De Europese Commissie steunt ook dit initiatief. Schuwer vindt de namen wel verwarrend. Waar Opening up Education een actieplan/programma is, is openuped.eu een platform. Bolognaproces Schuwer vertelt dat Europa eigen alternatieven wil ontwikkelen voor de Amerikaanse MOOC s. Dat is hard nodig want Europa heeft tot dusver weinig antwoord gegeven op de Amerikaanse hegemonie. Het Europese project HOME moet dit gaan veranderen. HOME staat voor Higher education Online: MOOC s the European Way. De deelnemende instellingen willen dat in de Europese MOOC s typisch Europese waarden als openheid, gelijkheid, kwaliteit en diversiteit tot uitdrukking komen. Ook moeten de MOOC s multiculturele aspecten van de Europese samenleving weerspiegelen, zoals taal en cultuur. Verder wordt nagedacht over hoe leermaterialen die onder een open licentie zijn verstrekt, bewerkt en hergebruikt kunnen worden door individuen en instellingen. Het Bolognaproces, dat in 2000 startte, moest het studenten makkelijker maken om elders in Europa te studeren. Schuwer: Het ECTSsysteem werkt goed. Ik hoop en verwacht dat deze ontwikkeling handen en voeten geeft aan MOOC s. Stel dat iemand een MOOC in Genève volgt, telt die dan in Nederland? De universiteit bepaalt of dat kan. Maar het ECTS bestaat al. Dat biedt een goede basis om te kunnen beoordelen of de MOOC erkend kan worden, pleit Schuwer. MOOC s verruimen de mogelijkheden van Bologna. Om een vak in Oxford te volgen, hoeft de student straks niet meer naar die universiteit toe. Ik hoop dat het hoger onderwijs meer gaat nadenken over hoe dit kan worden geregeld. Kinderschoenen De Europese initiatieven zullen zeker bijdragen aan de ontwikkeling van de ideale, al of niet Europese, vorm voor een MOOC. Volgens Schuwer moet in elk geval de vakinhoud centraal staan. Een MOOC moet een volledige cursus ervaring bieden. Tussentijds toetsen, feedback geven, examens doen en het ontvangen van een certificaat zijn de elementen van een MOOC. Moet er ook niet iets worden gedaan aan het zeer hoge uitvalpercentage, een veel gehoorde kritiek? Schuwer vindt die kritiek niet van toepassing op MOOC s. Als 5.000 mensen zich inschrijven, haalt 4% een certificaat. Maar een uitvalpercentage zegt meer iets over onderwijs in een reguliere setting; betalende studenten verwachten meer. Mensen schrijven zich veel makkelijker en sneller in voor een MOOC. De drempel is heel laag en er is geen consequentie als je stopt. Een ander punt van kritiek geldt voor het didactische model. Wat is de meerwaarde van het kijken naar een video waarop iemand iets vertelt? Het is niet veel anders dan een hoorcollege! Schuwer deelt die kritiek deels. Een talking head is inderdaad weinig inspirerend, maar het maakt het onderwijs niet slecht. Je kunt je voorstellen dat studenten thuis online een hoorcollege volgen, en daarna naar de universiteit gaan om de leerstof te bespreken. De juiste vorm is nog niet gevonden. MOOC s zijn nog volop in beweging. Doorbraak Ten slotte is er nog de discussie over open en gesloten leermaterialen. Schuwer verwacht dat MOOC s niet per definitie gratis zullen zijn, wel dat er een mix ontstaat van open en gesloten leermaterialen. Er is nu een doorbraak in het denken over open onderwijs; het staat op de agenda van beleidsmakers. Gebruik van open leermaterialen, die door de gebruikers mogen worden aangepast aan de eigen situatie, zal zeker groeien maar zal nooit de gesloten leermaterialen vervangen. Niet alles is mogelijk, er is vaak geen verdienmodel. Iemand moet ervoor betalen. MOOC s verruimen de mogelijkheden van Bologna. Om een vak in Oxford te volgen, hoeft de student straks niet meer naar die universiteit toe.

6 tuning Mobiliteit centraal bij samenwerking EU-Afrika Mobiliteit kan een grote rol spelen bij het verbeteren van het hoger onderwijs in Afrika. Dat stellen Europese en Afrikaanse staatshoofden en regeringsleiders in hun routekaart 2014-2017. Erasmus+, de Marie Curie-acties en het Nyerere-beurzenprogramma moeten de mobiliteit bevorderen. Ook wordt de Tuning Africa-pilot uitgebreid. Er wordt veel verwacht van tuning in Afrika. De routekaart is de uitkomst van de vierde EU-Afrika-top die begin april werd gehouden. Er staan drie paragrafen in over hoger onderwijs, dat cruciaal wordt genoemd voor economische en maatschappelijke ontwikkeling. Er wordt niet alleen veel verwacht van capaciteitsopbouw, maar ook van mobiliteit. Doordat mobiliteit de transparantie en erkenning van het onderwijs bevordert, verbetert het de kwaliteit van het hoger onderwijs, zo is de veronderstelling. Mobiliteit van Afrikaanse en Europese studenten, onderzoekers en staf is mogelijk binnen verschillende acties van de programma s Erasmus+ en Marie Curie. De routekaart noemt daarnaast het Nyerere-programma, dat tot 2017 beurzen beschikbaar stelt voor mobiliteit van circa 500 master- en PhD-studenten en 70 academische en administratieve medewerkers binnen Afrika. Instellingen zullen daardoor beter hun best gaan doen om studenten aan te trekken en te behouden. De ontwikkeling van centres of excellence in Afrika wordt verder ondersteund, vooral door middel van de Pan-African University. Daarnaast moeten bijdragen aan harmonisering en kwaliteitszorg van het hoger onderwijs in Afrika zorgen voor meer samenwerkingsverbanden en internationalisering. Hoger onderwijs speelt een sleutelrol in economische ontwikkeling. Tuning Ook van tuning wordt veel verwacht. Een tweejarig project om tuning te introduceren in het hoger onderwijs op het Afrikaanse continent, heeft als resultaat dat zo n 60 universiteiten tuning hebben geïncorporeerd. De Europese Commissie heeft besloten om tuning-activiteiten in Afrika de komende 3 jaar te verdubbelen. Het aantal deelnemende universiteiten aan het Tuning Africa-project, dat de relevantie en kwaliteit van curricula vergroot door leeruitkomsten centraal te stellen, wordt verdubbeld tot 120. Volgens Robert Wagenaar, mededirecteur van de in maart opgerichte Tuning Academy, een project van Rijksuniversiteit Groningen en Deusto University (Bilbao, Spanje), is tuning het omvangrijkste en invloedrijkste universitaire initiatief ter wereld op het gebied van onderwijsinnovatie. Duizenden onderwijsinstellingen en hun wetenschappers zijn er bij betrokken, met als doel onderwijs wereldwijd op elkaar af te stemmen en de erkenning van studieprestaties te vereenvoudigen, citeert de Rijksuniversiteit Groningen Wagenaar online. Afrikaanse hogeronderwijsruimte Europese minister Androulla Vassiliou (Onderwijs, cultuur en meertaligheid) stond in een speech stil bij de snel groeiende samenwerking tussen het hoger onderwijs in Afrika en Europa. Ze citeerde nog eens de opbrengsten van goed onderwijs. Hoger onderwijs speelt een sleutelrol in economische ontwikkeling. Het is van levensbelang voor het creëren van banen, good governance, meer ondernemerschap, sociale mobiliteit en een sterker burgerschap. Dit geldt voor Afrika, maar evenzeer voor de Europese Unie. De minister wees op de rol die tuning heeft gespeeld in de totstandkoming van de Europese hogeronderwijsruimte, een van de doelstellingen van het Bolognaproces. Vassiliou verwacht dat tuning vergelijkbare resultaten zal brengen in Afrika en dat de uitbreiding van de tuning-activiteiten in Afrika de samenwerking tussen de Europese en Afrikaanse hogeronderwijsruimte zal intensiveren.

7 europese verkiezingen We kunnen niet zonder Europa en dat moeten we ook niet willen. Op 22 mei gaat Nederland naar de stembus. Maar echt populair zijn de Europese verkiezingen niet, terwijl de politieke besluitvorming in Brussel wél een grote invloed heeft op Nederland. De Landelijke Studenten Vakbond LSVb probeert studenten van dat belang te overtuigen. We willen nieuwsgierigheid voor Europa creëren. Lange tijd was Europa ver van huis. Burgers wisten wel dat in Brussel de EU-lidstaten bouwden aan de Europese Unie, maar wat het nou allemaal inhield? Journalisten om de besluiten te duiden, waren er ook nauwelijks. Dat alles is sinds Griekenland veranderd. De EU staat op de agenda en het volk heeft een mening. In die context kon een spontaan initiatief van één burger om toch vooral te gaan stemmen op 22 mei, uitgroeien tot een grootse manifestatie waaraan tout bekend Nederland zijn medewerking wil verlenen. Frits Wester (politiek verslaggever), Frans van Houten (CEO Philips), Dick Benschop (CEO Shell Nederland), Wouter Koolmees (Tweede Kamerlid D66) en vele anderen hebben een boodschap voor Nederland: laat je stem horen bij de Europese verkiezingen van 22 mei. Zij doen mee met de Europese Stem 10-daagse, die nog tot 21 mei duurt in de Jaarbeurs in Utrecht. Studenten en Europa Op 14 en 15 mei organiseerde de Nationale Jeugdraad speciale jongerendagen in de Jaarbeurs. Het Nationaal Agentschap Erasmus+ deelde met Nether een voorlichtingsstand. Ook studentenvakbond LSVb was aanwezig. De LSVb voert een brede campagne om studenten te laten zien wat Europa voor hen betekent. Je kunt natuurlijk niet alle studenten over één kam scheren, maar je merkt dat Europa ver van hun bed is, vertelt Jorien Janssen, voorzitter van de LSVb. Ze weten niet wat Europa allemaal doet. We willen laten zien hoe belangrijk Europa is. Wat in Europa wordt beslist, heeft invloed op het onderwijs in Nederland en dús op studenten. De bachelor-masterstructuur, ECTS om de uitwisseling makkelijker te maken het zijn Europese afspraken. Triggeren Met quizvragen op Facebook en filmpjes op YouTube willen we studenten triggeren, op een speelse manier informeren over Europa, legt Janssen uit. Er zijn veel thema's die jongeren raken, zoals onderwijs, stage, jeugdwerkloosheid, duurzaamheid en digitale veiligheid. Bij de nationale verkiezingen was er een landelijke kieswijzer voor jongeren. Wellicht lanceren we ook een stemwijzer speciaal voor Europa. Janssen wijst erop dat nog steeds minder studenten naar het buitenland gaan dan er naar Nederland komen. Dat vindt ze vreemd. Ik heb zelf in Frankrijk gestudeerd, Frans was een nieuwe taal voor mij. Ik zou best in een internationale organisatie willen werken en dan is een tweede taal naast je moedertaal en Engels een vereiste. Maar los daarvan, een studie of stage in het buitenland geeft je inzicht in hoe anderen landen werken. Het geeft je ook een netwerk. Als ik wil weten hoe iets in Zwitserland werkt, bel ik mijn Zwitserse vriendinnetje. Het verruimt je blik. We kunnen niet zonder Europa en dat moeten we ook niet willen. VNG debat tussen kandidaten voor de Europese verkiezingen.

8 agenda 2014 Alle informatie over de Call 2014 van Erasmus+ (voorlichtingssessies, deadlines, programmagids) vindt u via www.erasmusplus.nl Europese Commissie Nationaal Agentschap Erasmus+ W http://ec.europa.eu/programmes/ W www.erasmusplus.nl erasmus-plus https://www.facebook.com/ https://www.facebook.com/ ErasmusplusNL EUErasmusPlusProgramme @ErasmusplusNL @ErasmusPlus Erasmus meets Schools Vragen aan de redactie kunt u sturen naar: europaexpresse[at]nuffic.nl Europa Expresse is een publicatie van de Nuffic. Deze publicatie werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de Nuffic; de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat. Het Europees Platform (EPF) heeft een pilot ontwikkeld: inkomende Erasmusstudenten gaan lesgeven op scholen in het basis- en voortgezet onderwijs in Nederland. Het Duitse voorbeeld, Europa macht Schule - Europe meets Schools, is erg succesvol en een mooi voorbeeld van een cross-sectorale samenwerking. Vijf vragen voor Elvira Arkesteijn, projectmedewerker van het EPF. Hoofdredactie Jef Stapel, Nuffic, afdeling Media Redactie en drukwerkcoördinatie Nuffic, afdeling NA LLL en afdeling Media, Florine Koning (Scripteq Communicatie) Eindredactie Marijn Willemse, Nuffic, afdeling Media Wat is het doel van de pilot? "We willen Erasmusstudenten uit hun Erasmusbubbel halen door ze meer in aanraking te brengen met de Nederlandse cultuur en samenleving. Het is de bedoeling dat Erasmusstudenten één, en maximaal drie keer lesgeven op een basis- of middelbare school, waarbij ze iets vertellen over hun eigen cultuur, studie of een ander onderwerp. De studenten maken de les samen met een docent van de school. Alle inkomende studenten van de Universiteit Utrecht hebben een brief ontvangen of ze willen meedoen. Het project Europa macht Schule in Duitsland is een groot succes en ons voorbeeld. Kunnen alle scholen meedoen? Nog niet. We hebben de pilot alleen in Utrecht en omgeving uitgerold. De Universiteit Utrecht levert de Erasmusstudenten. Daarnaast hebben we scholen rond Utrecht benaderd die al met internationalisering werken. Het moet voor Erasmusstudenten makkelijk zijn om naar de school te reizen. Hoe staat het met de inschrijvingen en het matchen? We mikten op tien deelnemers, maar hebben er drie: een Italiaanse, Spaanse en Finse student. Twee van de drie hebben een voorkeur voor lesgeven op een lagere school, dat vinden ze relaxter. Helaas is het nog niet gelukt om basisscholen te vinden die mee willen doen. Het is voor basisscholen lastiger om dingen naast de les te doen, is ook onze ervaring bij andere projecten. Middelbare scholen werken al vaak met gastdocenten en taalassistenten. Daar zijn internationale activiteiten meer een onderdeel van het programma. We hopen de studenten nog voor het eind van dit schooljaar te matchen. Wat motiveert de studenten om zich op te geven? De Italiaanse student wil samen met scholieren een film maken waarin een stereotiepe Italiaan speelt. Hij wil praten over verschillen en overeenkomsten tussen Italianen en Nederlanders. Hij ziet het als een kans om de Nederlandse cultuur op een andere manier te ontdekken. De Finse studente wil graag ervaring opdoen met lesgeven op een Nederlandse basisschool omdat dit aansluit bij haar studie Early Childhood Education. De Spaanse ten slotte ziet het als een kans om Nederland beter te leren kennen. De studenten ontvangen ook een certificaat. Blijft het bij deze pilot als het matchen niet lukt? Een pilot is er natuurlijk om van te leren en om de zaken te verbeteren. Het succes in Duitsland is ook niet in één jaar ontstaan. We geven graag meer informatie: arkesteijn[at] epf.nl. Vormgeving Sabrina Luthjens BNO (makingwaves.nl) Druk Drukkerij Verloop, Alblasserdam Redactieadres Nuffic, Postbus 29777, 2502 LT Den Haag T 070 426 0261, F 070 426 0259, E europaexpresse[at]nuffic.nl Hoewel de informatie in deze uitgave met de grootste zorg is samengesteld, kan de Nuffic niet instaan voor het feit dat de gegevens juist en/of volledig zijn. De informatie kan tussentijds gewijzigd zijn of aangepast. De Nuffic aanvaardt ter zake geen aansprakelijkheid. U wordt daarom geadviseerd om in voorkomende gevallen de juistheid van de informatie zelf te verifiëren. Het auteursrecht op deze uitgave berust bij de Stichting Nuffic, Den Haag. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Nuffic. gratis abonnement voor medewerkers ho-instellingen: www.nuffic.nl/europaexpresse