BLAUWDRUK KORPSMAGAZINE REGIOPOLITIE NOORD- EN OOST-GELDERLAND NR. 6 - SEPTEMBER 2010 THEMA DE KRACHT VAN INFORMATIE DE GRONDSTOF VAN HET POLITIEWERK GEZAMENLIJK DE CRIMINALITEIT TE LIJF
COLOFON Blauwdruk is het personeelsblad van de politie Noord- en Oost-Gelderland en wordt verzonden aan alle actieve korpsleden van de Politie Noord- en Oost-Gelderland, (keten)partners en andere politieregio s. Volontairs en gepensioneerden kunnen het blad op aanvraag (blijven) ontvangen. De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden kopij in te korten, te redigeren of te weigeren. Anonieme inzendingen worden niet geplaatst. Niets uit deze uitgave mag geheel of gedeeltelijk worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van de hoofdredactie. Blauwdruk verschijnt 8 keer per jaar. Oplage: 2500 exemplaren. De volgende Blauwdruk verschijnt op 6 november Kopij, tips en ideeën kun je sturen naar: Redactie Blauwdruk Bureau Communicatie Postbus 618 7300 AP Apeldoorn redactie@no-gelderland.politie.nl Of neem contact op met een medewerker van Bureau Communicatie. Beste collega s, Informatie is voorsprong. Al eeuwen geleden werden oorlogen gewonnen of verloren op basis van de informatie die de krijgsheer had. Logisch, want alleen met voldoende relevante kennis kun je de juiste stappen vooruit zetten en de ander te slim af zijn. Dat weet ook de politie in de 21e eeuw. Informatie is in feite de brandstof voor het politiewerk. Ik las laatst dat de dagelijkse editie van de New York Times net zoveel informatie bevat als de hoeveelheid die een burger in de 17e eeuw tijdens zijn hele leven tegenkwam. Met name de laatste decennia vervagen grenzen, verandert de samenleving in een razendsnel tempo en worden aan de lopende band nieuwe communicatiemiddelen en methoden uitgevonden, waar vanzelfsprekend ook criminelen gebruik van maken. Het is belangrijk dat de politie meebeweegt met deze ontwikkelingen. Niet voor niets spreken we nu van informatiegestuurde politie (IGP) en richtten we in 2008 de divisie Informatie en Intelligence (I&I) op, die al die stromen informatie filtert en analyseert. Burgers zien en spreken elkaar steeds meer op virtuele ontmoetingsplaatsen. Door ook daar ons gezicht te laten zien, houden we aansluiting met de burger en creëren we kansen om in het bezit te komen van belangrijke informatie. Ik moet onwillekeurig denken aan die twitterende wijkagent die onlangs via een privébericht foto s van een pd kreeg aangeboden. Een voorbeeld van een andere mooie ontwikkeling is het convenant dat we onlangs hebben afgesloten met Omroep Gelderland, met betrekking tot opsporingsinformatie. Informatie stelt ons in staat en geeft ons letterlijk de kracht om te werken aan een veilige samenleving. De kracht van informatie dus; de Blauwdrukredactie maakte er een themanummer van. Zo vind je een interview met Mariëlle den Hengst, lector intelligence aan de Politieacademie. Zij hield begin dit jaar een lectorale rede, waarin ze stelde dat ze Nederlandse politie zowel informatierijk als kennisarm is. Zij is van mening dat de politie veel informatie verwerkt, maar daarmee nog niet haar kennispositie versterkt en gebruikt bij het maken van keuzes; en daar draait het nu net om bij IGP. Ik ga het artikel met veel interesse lezen. In dit nummer vind je, op pagina 6, ook weer voorbeelden van (slim) vakmanschap. Gerard ten Have en ik zijn deze maand begonnen met het bezoeken van de teams en hier gaan we de komende maand mee verder. Eén van de doelen van deze bezoekronde is te achterhalen welke slimme en innoverende initiatieven, groot of klein, de laatste tijd zijn bedacht en uitgevoerd. We hebben al een aantal mooie dingen voorbij zien komen en zijn benieuwd naar wat er nog meer naar boven komt. We spreken elkaar. Annelore Roelofs Korpschef Hoofdredactie Marieke Verhaar Bladmanager Ellen Mooij Redactie Desiree van Arkel, Vincent Neijenhuis, Henny Plant, Marieke van Reen, Martine Walter Eindredactie Martine Walter Aan dit nummer werkten mee Simone Boosman, Dinanda Fidder, Suzan Kappert, Nanda Redder Ontwerp & opmaak Diep Arnhem, Arnhem Druk Drukkerij Weevers, Vorden Foto s/illustraties Bureau Communicatie, Ferdy Damman, Bas de Vette Aanmeldingen en adreswijzigingen s.v.p. schriftelijk doorgeven aan de redactie. ISSN nummer: 1875-0125 BLAUWDRUK
9 6 DE GRONDSTOF VAN HET POLITIEWERK GEZAMENLIJK DE CRIMINALITEIT TE LIJF SUCCESSEN INFORMATIEGESTUURDE POLITIE (IGP) 7 8 9 Voorwoord Slim bedacht! De 10 vragen De ondersteuning onder de loep, deel 6: CIE On tour met de korpsleiding Watskeburt Wat vind jij? Gelezen in BVH 1 U Noord- en Oost-Gelderland 3
Mariëlle den Hengst (hoofd lectoraat Intelligence) over informatie: DE GRONDSTOF VAN HET POLITIEWERK De politieorganisatie is informatierijk, maar kennisarm. Dit stelde lector Mariëlle den Hengst-Bruggeling in maart bij de oprichting van het lectoraat Intelligence aan de Politieacademie. Wat bedoelt ze met deze uitspraak en wat gaat de politie merken van dit nieuwe lectoraat? Blauwdruk vroeg het haar. Wat gaat het lectoraat Intelligence doen? Waarom zeg je dat de politie informatierijk, maar kennisarm is? Mariëlle: Veel agenten ervaren het vastleggen van informatie als administratieve last. Maar informatie is de kern, de grondstof van het politiewerk en moet in alle facetten van de politieorganisatie terugkomen. Het lectoraat gaat bijdragen aan het verhogen van het bewustzijn over het belang van informatie. De focus van het lectoraat ligt daarbij op het doen van onderzoek dat direct toepasbaar en relevant is voor politiepraktijk en onderwijs. Een voorbeeld hiervan is het onderzoek dat we momenteel doen naar de inrichting van informatieorganisaties in politiekorpsen. Mariëlle: We hebben als politie in potentie heel veel informatie, maar ik weet niet of we die potentie al helemaal waar hebben gemaakt. De invoer van informatie wordt vaak gezien als het sluitstuk in de dienst. Er wordt gezegd dat agenten 0 procent van hun tijd, dus drie uur op één dienst, bezig zijn met administratieve lasten. Als je nagaat hoeveel informatie je zou kunnen verkrijgen in drie uur is dat natuurlijk ontzettend veel. Die hoeveelheid zie ik echter nog niet terug, deels door de heersende informatiecultuur, deels door de informatietechnologie. Ik kan me overigens voorstellen dat het invoeren van informatie voor de huidige generatie agenten, van wie de meesten niet digitaal zijn opgegroeid, lastiger is dan de nieuwe generatie die sms t, twittert en op Hyves en Facebook zit. Zij zullen het makkelijker vinden en het minder als administratieve last ervaren. Dus de potentie om informatierijk te zijn is er zeker. Informatie is een vak Intelligence wordt nu nog vaak geassocieerd met opsporing en niet zozeer met handhaving en noodhulp. Hoe komt dat en waar zit de meerwaarde voor handhaving en noodhulp? Mariëlle: Intelligence is natuurlijk begonnen binnen Opsporing met Informatie Gestuurde Opsporing. Binnen opsporing is het heel voor de hand liggend aangezien je intelligence nodig hebt voor je bewijsvoering. Maar ook voor noodhulp en handhaving heeft het een belangrijke meerwaarde. Als je weet dat er ergens veel woninginbraken zijn in een bepaalde periode kun je daar op inspelen en je capaciteit daar naar inzetten. Door betere informatie te hebben kan de capaciteit ook beter verdeeld worden op die plekken waar het nodig is. In de noodhulp is het, ook voor de veiligheid van de agent, van belang dat je met goede informatie op pad wordt gestuurd. BLAUWDRUK s.5--%2 Met kennisarm bedoel ik dat de politie vooral veel beschrijvende, terugkijkende analyses maakt over hoe het gisteren of vorige maand was en nog weinig voorspellende analyses. Met voorspellend bedoel ik een visie op de korte termijn. Als een verzekeraar bijvoorbeeld verplicht om in een wijk bepaalde veiligheidssloten te plaatsen, zal de criminaliteit misschien verschuiven naar een andere wijk. Het is dus zaak om meer in te spelen op ontwikkelingen die zich bij partners afspelen en die invloed hebben op het
HET KAN NOG BETER Is ons korps voldoende bewust van het belang van het vastleggen van informatie? Gerard ten Have, portefeuillehouder Informatiegestuurde Politie (IGP): TEKST: NANDA REDDER FOTO: MARIËLLE DEN HENGST: POLITIEACADEMIE verloop van criminaliteit en de veiligheid. Besluitvormers vragen vaak niet om dit soort analyses. En als er niet om wordt gevraagd, trigger je analisten ook niet om ze te maken. Ik zie dat het bewustzijn toeneemt, maar het kan nog beter. We willen dit bewustzijn verder verhogen door informatie te koppelen aan specifieke veiligheidsproblemen in de wijk. We werken al veel met dreigingsbeelden, zoals de Criminaliteitsbeeld Analyse Zware criminaliteit, en de volgende stap is die door te vertalen naar de situatie in de wijk. Daarbij moeten de collega s worden betrokken die in die wijk actief zijn. Zo breng je de relevantie dichter bij de collega. Het gaat immers over het gebied waar zij zich verantwoordelijk voor voelen. Vervolgens kun je de capaciteit toewijzen aan de problematiek in de bewuste wijk. Wat is voor jou het punt aan de horizon? Mariëlle: Informatie vormt dan de grondstof van het politiewerk en iedereen ervaart dat zo. Het punt aan de horizon is dat de barrières tussen besluitvormers, analist en team weg zijn en er sprake is van een vraag-antwoord spel tussen deze drie. Dat iedereen erkent dat informatie een vak is en een belangrijk deel van het politiewerk. Analisten vormen een belangrijke schakel omdat die eigenlijk de vertaalslag maken. WAT IS EEN LECTORAAT? Binnen de Politieacademie zijn er verschillende lectoraten. Deze worden opgericht voor strategisch belangrijke beleidsthema s. Het lectoraat Intelligence bestaat uit een lector, een programmamanager en een ondersteuner (alledrie een halve FTE) en een kenniskring. In deze kenniskring zitten medewerkers van een aantal korpsen die in hun korps innovatief bezig zijn en een aantal mensen van universiteiten of onderzoeksinstituten. Een lectoraat wordt altijd voor de duur van jaar ingesteld, waarbij wordt gewerkt aan kennisontwikkeling voor het onderwijs en de politiepraktijk. Als er bijvoorbeeld veel woninginbraken zijn en uit de wijkscan blijkt dat deze s avonds en s nachts plaatsvinden, dan kunnen we daar in de handhaving op sturen. Door collega s juist op die momenten te laten surveilleren, verbind je hun werk heel duidelijk met je analyse. De collega s hebben dan ook echt het gevoel op die plekken te zijn waar ze echt iets kunnen betekenen. Collega s zullen hierdoor eerder bereid zijn informatie vast te leggen en te delen. Ook kun je de relevante partners in de aanpak betrekken. Als we vervolgens ook de briefing interactiever maken, zijn we al een heel eind op de goede weg. De volgende stap is dat we meer voorspellende analyses gaan maken en zodanig zicht krijgen op de ontwikkelingen in wijken en dorpen, dat we bepaalde veiligheidsproblemen al kunnen zien aankomen. Dit geeft ons en/of partners de mogelijkheid om vroegtijdig maatregelen te nemen. U Noord- en Oost-Gelderland