Positief nieuwsgierig

Vergelijkbare documenten
Opvoeden in andere culturen

Stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken. Ervaringen uit het veld

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument

Onderzoeksvraag Uitkomst

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

Presentatie kwalitatief onderzoek beleving respondenten moestuinproject Asten - Someren

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Vraag 4 Wat vind jij de meest geschikte houding? Vergelijk je antwoord met dat van je medestudenten. Typ het antwoord in in het antwoordformulier.

kinderen toch blijven ondersteunen. Het maakt niet uit wat (Surinaamse vader, 3 kinderen)

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking

We merken dat migrantencliënten anders aankijken tegen een beperking. Hoe kunnen we daarmee omgaan?

Cultuurparticipatie in Dordrecht.

Publiciteit en werving OSA

Opvoeding & Ontwikkeling

Trainingsaanbod. Studiecentrum Bureau Jeugdzorg Utrecht Voor beroepskrachten die met ouders en kinderen werken

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen

Auteurs: Baarda e.a. isbn:

Workshop 3 e nationaal congres Opvoedingsondersteuning. Opvoedingsondersteuning. Kenniswerkplaats Tienplus

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. Naam: Datum:

Tweede wereldoorlog:

Inspiratiebijeenkomst Pedagogische Meerstemmigheid

Samenvatting onderzoek Bejegening van pleegouders in Zeeland Door Veerle de Leede In opdracht van Stichting Pleegoudersupport Zeeland

Inhoud Inleiding Een nieuw beroep, een nieuwe opleiding Een nieuwe start bouwt voort op het voorgaande Relaties aangaan Omgaan met gevoelens

Triple P Divers: nog beter aansluiten bij migrantenouders

Onderzoek Maatschappelijke Stage

Rapport Docent i360. Test Kandidaat

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013

WERELDS Diversiteits-trainingen

360 feedback 3.1 M. Camp Opereren als lid van een team Omgaan met conflicten Omgaan met regels

Interculturele jeugd en opvoedhulp

Samenvatting onderzoek naar de rol van pedagogisch medewerkers op peuterspeelzalen in achterstandswijken

Wat doet NIM Maatschappelijk Werk?

Visie op ouderbetrokkenheid

Presentatie onderzoeksverslag Plaatje 1 Welkom bij mijn presentatie. Mijn naam is Monica Heikoop en ik ben docent aan de opleiding Communicatie van

S TA G E S L I J N 5

Kindermishandeling, hoe gaan pedagogisch medewerkers het tegen? Onderzoek in opdracht van e-academy The Next Page, onderdeel van de Augeo-Foundation

Scriptiegroep. Bijeenkomst 08

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

vaardigheden - 21st century skills

Programma Ouders van Tegendraadse Jeugd Informatie voor verwijzers

De drijfveren zijn ontwikkeld en aangeleverd door Coert-Jan Tomassen van CJT for Sales: Coert-Jan Tomassen

Met de wervingscirkel kun je stap voor stap een wervingsactie voorbereiden:

3 De hoofdvraag Functies van de hoofdvraag Criteria voor een goede hoofdvraag bij praktijkonderzoek 45 Opdrachten 50

Verschuivende machtsrelaties in allochtone gezinnen Trees Pels

llochtone meiden en vrouwen in-zicht

Plan van Aanpak. Campagneproject. Slow Food Rijnzoet. Lili Ujvari Sean Nauta

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.

De kracht van pedagogisch adviseren

VoorleesExpress. Samen met ouders aan de slag. Praktische tips

Introduceren thema Broeikaseffect. Startopdracht. gekeken. Thema: Broeikaseffect. laten stoppen? centraal:

Locatie Leeuwarden. 1 van 5. Ministerie van Justitie. Locatie Leeuwarden

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews.

Post-hbo opleiding autismespecialist

Introduceren thema Voeding en Bewegen. Wat doe je als leerkracht? Omschrijving van de opdracht: Thema: Voeding en bewegen

Onderzoek naar een sluitend schoolaanbod voor jongeren met ASS die uitvallen binnen het speciaal onderwijs.

Een situatie kan lastig worden indien. - voor de bedrijfsarts als arts sommige waarden zwaarder wegen dan voor de bedrijfsarts als adviseur

Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Interculturele Competenties:

Ouderen en seksualiteit:

Spaanse verpleegkundigen in Nederland.

Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een onvoldoende is.

Workshop: Coach je kind zet allochtone ouders in hun kracht.

2. Bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg

Post-hbo opleiding seksuologie

Ervaringen met functioneringsgesprekken

ehealth binnen de thuiszorg van Noorderbreedte

Brochure. Kindcentrum

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Methodiekbeschrijving Januari Laat Zien Wat Je Kunt

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen

Bijlage 1 Uitwerking opdrachten 103. Bijlage 2 Vaktijdschriften Social Work 119. Literatuur 123. Begrippenlijst 125. Trefwoordenregister 131

Introductie stage-scriptie combi. Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011

PeerEducatie Handboek voor Peers

Onderwijs-pedagogische visies van mbo-docenten

talentstimuleren.nl CREATIEF DENKEN Ik kom met originele oplossingen en bedenk vernieuwende ideeën

1. Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak 2. Opvoeden en ontwikkelen van het kind/de jongere

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Ouderschap in Ontwikkeling

Drie video-opnames van gesprekken, met tips over het omgaan met interculturele misverstanden.

Overzichtskaart 3. Opvoedingsondersteuning. voor hulp bij opvoedingsvragen en lichte opvoedproblemen

Rapportage cliëntervaringsonderzoek

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT?

Rotterdams Ambassadrices Netwerk

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven

Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen

Profielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk

SECTORWERKSTUK

Studiehandleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

Transcriptie:

Afstudeerscriptie SPH Positief nieuwsgierig Over optimalisering van de opvoedingsondersteuning in de puberteit binnen de allochtone cultuur Afstudeerstudenten Eline de Visser Ellen van Wezel Afstudeerbegeleider Anja van der Kooi Christelijke Hogeschool Ede Opdrachtgever Tirza van Laar Christelijke Hogeschool Ede Lectoraat Jeugd en Gezin Datum Mei 2011 Christelijke Hogeschool Ede

Afstudeerscriptie SPH Positief nieuwsgierig Over optimalisering van de opvoedingsondersteuning in de puberteit binnen de allochtone cultuur Afstudeerstudenten Eline de Visser en Ellen van Wezel Afstudeerbegeleider Anja van der Kooi Christelijke Hogeschool Ede Opdrachtgever Tirza van Laar Christelijke Hogeschool Ede Lectoraat Jeugd en Gezin Datum Mei 2011 Coverfoto anja.meulenbelt.sp.nl 2

Je moet je heel bewust zijn dat je altijd jouw bril, jouw geschiedenis en jouw witte waarden en normen meeneemt in het contact. Je hoeft ze niet naast je neer te leggen, maar wees bewust van je waarden en normen (Fragment (72) uit interview CJG2). 3

Samenvatting Deze afstudeeropdracht Positief nieuwsgierig is tot stand gekomen vanuit het lectoraat Jeugd en Gezin, van de Christelijke Hogeschool Ede. Het lectoraat Jeugd en Gezin is op dit moment onder andere bezig met een onderzoek over de praktijk van systemische opvoedingsondersteuning binnen gezinnen met kinderen in de leeftijd van 12 16 jaar. Van daaruit is gekozen om opvoedingsondersteuning bij allochtone gezinnen met kinderen in de leeftijd van 12 16 jaar te onderzoeken. De hoofdvraag van dit onderzoek is als volgt: Op welke methodisch verantwoorde wijze kunnen SPH ers opvoedingsondersteuning bieden aan ouders met kinderen in de leeftijd van 12 16 jaar als de waarden en normen van de westerse autochtone cultuur verschilt met de waarden en normen binnen de allochtone cultuur van het gezin? Het doel van dit onderzoek is om een heldere analyse te geven hoe de SPH er op een methodisch verantwoorde wijze in kan spelen op de verschillende waarden en normen bij allochtone ouders. Door interviews en literatuurstudie is duidelijk geworden dat waarden en normen in de allochtone cultuur kunnen verschillen met de Nederlandse waarden en normen. Gebleken is dat dit geen extreme verschillen zijn, waardoor de opvoedingsondersteuner geen andere benadering moet toepassen in het bieden van opvoedingsondersteuning aan allochtone ouders. De opvoedingsondersteuner moet wel aandacht houden voor culturele verschillen wat betreft de opvoeding in de puberteit. De puberteit kan net zoals voor autochtone ouders een moeilijke tijd in de opvoeding zijn. Alleen krijgen allochtone ouders te maken met culturele waarden en normen in de puberteit die botsen met de Nederlandse samenleving. Hun kinderen krijgen te maken met waarden en normen die buitenshuis worden gesteld en die anders zijn dan de waarden en normen die ze thuis gewend zijn. Daardoor krijgen allochtone ouders te maken met vraagstukken die lastig zijn en waarmee zij worstelen. Allochtone ouders vinden het moeilijk om hun kinderen op te voeden in de puberteit, aangezien zij in twee culturen hun kinderen willen of moeten opvoeden. De opvoedingsondersteuner krijgt te maken met verschillende visies op bijvoorbeeld uitgaan, seksualiteit, etc. In dit onderzoek is getracht om recht te doen aan elke cultuur, omdat elk gezin eigen waarden en normen heeft en elke cultuur anders is. Dit is een taak voor de opvoedingsondersteuner om hier rekening mee te houden. Vanuit het onderzoek is duidelijk geworden dat allochtone jongeren in de puberteit het moeilijk kunnen hebben door de verschillende culturen waarin zij leven. Ook kan dit bij allochtone jongeren een verhoogd risico geven voor psychische/psychiatrische problematiek. Daarom is het zo belangrijk om als opvoedingsondersteuner de ouders voor te bereiden op de periode puberteit en wat het leven in twee culturen kan doen als hun kind in de puberteit zit. In de periode van puberteit is ondersteuning hierin voor de ouders zeer belangrijk. Er is voldoende opvoedingsondersteuning voor allochtone ouders, maar er wordt op dit moment geringe ondersteuning aangeboden voor het opvoeden in twee culturen in de puberteit. In het onderzoek komt naar voren dat als een opvoedingsondersteuner allochtone ouders goed wil ondersteunen er een vertrouwensband moet zijn. Het is van belang voor de opvoedingsondersteuner om te beseffen dat allochtone ouders vaak in een schaamte- en schuldcultuur leven en daardoor moeilijk over opvoedingsproblemen kunnen praten. Daarom moet opvoedingsondersteuning op een laagdrempelige manier aan allochtone ouders worden aangeboden. Vanuit het onderzoek komen de volgende aanbevelingen aan (toekomstige) opvoedingsondersteuners naar voren: Bij allochtone ouders kan er behoefte zijn aan thema s over puberteit. In deze thema s gaat het vooral over hoe ouders om kunnen gaan met het opvoeden in twee culturen. Er zou meer ondersteuning mogen zijn om allochtone ouders voor te bereiden op de periode puberteit. Door het optimaliseren van de samenwerking tussen diverse organisaties kunnen meer allochtone ouders bereikt worden, omdat deze nu afhaken door de vele contactpersonen waar zij mee te maken krijgen. Elke instelling zou met allochtone vrijwilligers kunnen werken, omdat zij een verrijking zijn voor de organisatie. Zij kunnen allochtone ouders begrijpen en een tolk zijn voor de autochtone hulpverleners, wat de relatie ten goede komt. Ook het inzetten van autochtone vrijwilligers levert veel op voor de organisatie, omdat er meer tijd beschikbaar is voor allochtone gezinnen. Tot slot is er een opzet voor een lesmethode ontwikkeld om toekomstige opvoedingsondersteuners bewust te maken en te laten oefenen in het omgaan met de allochtone cultuur. In deze lesmethode komen casussen naar voren die gaan over dilemma s waarbij waarden en normen een belangrijke rol spelen. 4

Voorwoord In Nederland leven we in een multiculturele samenleving. Dat betekent dat men in de hulpverlening ook te maken krijgt met allochtone culturen. De allochtone cultuur heeft andere waarden en normen wat botsingen kan veroorzaken met de autochtone SPH er. U heeft de scriptie Positief nieuwsgierig in handen, waarin een onderzoek wordt beschreven naar de optimalisering van de opvoedingsondersteuning in de puberteit binnen de allochtone cultuur. In hoeverre wordt rekening gehouden met cultuurgerelateerde waarden en normen en hoe kan een hulpverlener hier op een juiste manier op inspelen? De titel Positief nieuwsgierig kan vragen oproepen. In de interviews die zijn gehouden met opvoedingsondersteuners die actief zijn binnen de allochtone cultuur kwam naar voren dat het belangrijk is om positief nieuwsgierig te zijn. De titel Positief nieuwsgierig werpt meteen een blik op de houding van de hulpverlener. De houding van een hulpverlener speelt een belangrijke rol. In de allochtone cultuur is het van belang om scherp bewust te zijn van uw houding als opvoedingsondersteuner. De vraag hierbij is hoe de opvoedingsondersteuner op een bewuste, verantwoorde wijze de ouders ondersteunt en begeleidt in de puberteit van hun kinderen zonder de eigen waarden en normen als leidraad te nemen. Als u weet dat bijvoorbeeld jongens worden opgevoed om macho te worden. Wat doet u dan? Of meiden die in de puberteit worden voorgelicht om jongens te wantrouwen? Voor de autochtone SPH er levert dit uitdagingen op die beschreven zullen worden in dit onderzoek. In dit voorwoord willen wij ook graag enkele mensen bedanken. Allereerst Anja van der Kooi: bedankt voor uw enthousiasme, gedrevenheid en uw meedenken over de richting van ons onderzoek. Bedankt voor de fijne gesprekken, waarin u uw expertise binnen de allochtone cultuur met ons deelde zodat wij ons onderzoek op een goede manier konden inrichten. Ook zijn wij dank verschuldigd aan Tirza van Laar. Bedankt voor de goede gesprekken en de feedback die ons onderzoek op een hoger niveau tilde. Bedankt voor het meedenken en begeleiden in het onderzoek. Wij waarderen het dat wij binnen dit onderzoek wat uitgevoerd is voor het lectoraat Jeugd en Gezin, we de vrijheid kregen om ook een eigen thema te onderzoeken. Ook willen wij onze dankbaarheid uitspreken tot alle organisaties die hebben meegewerkt met ons onderzoek. Zonder hun kennis over opvoedingsondersteuning binnen de allochtone cultuur zou het voor ons niet haalbaar zijn geweest om aanbevelingen te kunnen geven. Tenslotte willen wij van harte onze families bedanken voor al hun steun en meeleven. Mede dankzij hun kunnen wij trots zijn op ons eindresultaat. Eline de Visser & Ellen van Wezel Ede, mei 2011 5

Inhoudsopgave Samenvatting pag. 4 Voorwoord pag. 5 Inhoudsopgave pag. 6 Inleiding pag. 8 Hoofdstuk 1. Plan van aanpak pag. 9 1.1. Aanleiding pag. 9 1.2. Probleemstelling pag. 10 1.3. Vraagstelling en definities pag. 10 1.4. Onderzoeksvragen, specifieke doelstelling en werkwijze pag. 13 1.5. Onderzoeksgroep / doelgroep pag. 14 1.6. Eindproduct pag. 14 Hoofdstuk 2. Verantwoording en werkwijze onderzoek pag. 15 2.1. Inleiding pag. 15 2.2. Verantwoording van het onderzoek pag. 15 2.2.1. De meetinstrumenten pag. 15 2.2.2. Benaderde organisaties pag. 17 2.2.3. Procedure pag. 17 2.2.4. Verantwoording product pag. 20 Hoofdstuk 3. Waarden en normen in de autochtone cultuur pag. 21 3.1. Inleiding pag. 21 3.2. Opvoedingsstijlen binnen de autochtone cultuur pag. 21 3.2.1. Dimensies van opvoedingsstijlen pag. 22 3.3. Straffen en belonen binnen de autochtone cultuur pag. 23 3.4. Invloed van religie binnen de autochtone cultuur pag. 23 3.5. Samenvatting pag. 24 Hoofdstuk 4. Waarden en normen in de allochtone cultuur pag. 25 4.1. Inleiding pag. 25 4.2. Achtergrond Somalische cultuur pag. 25 4.2.1. Opvoedingsstijlen binnen de Somalische cultuur pag. 26 4.2.2. Straffen en belonen binnen de Somalische cultuur pag. 27 4.2.3. Invloed van religie binnen de Somalische cultuur pag. 27 4.3. Achtergrond Antilliaanse cultuur pag. 28 4.3.1. Opvoedingsstijlen binnen de Antilliaanse cultuur pag. 28 4.3.2. Straffen en belonen binnen de Antilliaanse cultuur pag. 29 4.3.3. Invloed van religie binnen de Antilliaanse cultuur pag. 30 4.4. Achtergrond Marokkaanse cultuur pag. 30 4.4.1. Opvoedingsstijlen binnen de Marokkaanse cultuur pag. 31 4.4.2. Straffen en belonen binnen de Marokkaanse cultuur pag. 32 4.4.3. Invloed van religie binnen de Marokkaanse cultuur pag. 32 4.5. Samenvatting pag. 33 6

Hoofdstuk 5. Psychiatrische problematiek in de allochtone cultuur pag. 34 5.1. Inleiding pag. 34 5.2. Signalering van problematiek pag. 35 5.3. GGZ pag. 36 5.4. Jongeren (12 16 jaar) en problematiek pag. 37 5.5. Inspelen op problematiek pag. 38 5.6. Samenvatting pag. 39 Hoofdstuk 6. Opvoedingsondersteuning in de allochtone cultuur pag. 40 6.1. Inleiding pag. 40 6.2. Opvoedingsondersteuning op dit moment aan allochtone ouders pag. 40 6.2.1. Wijze van opvoedingsondersteuning pag. 41 6.2.2. Knelpunten bij opvoedingsondersteuning pag. 42 6.3. Opvoedingsvragen en behoefte allochtone ouders` pag. 43 6.3.1. Opvoedingsvragen allochtone ouders pag. 43 6.3.2. Behoefte allochtone ouders pag. 45 6.4. Samenvatting pag. 45 Hoofdstuk 7. Uitdagingen voor de SPH er pag. 46 7.1. Inleiding pag. 46 7.2. Puberteit pag. 46 7.3. Relatie pag. 48 7.4. Houding pag. 49 7.5. Samenvatting pag. 49 Hoofdstuk 8. Conclusie/discussie pag. 50 8.1. Inleiding pag. 50 8.2. Antwoord op de hoofdvraag pag. 50 8.3. Discussie pag. 50 8.3.1. Beperkingen onderzoek pag. 50 8.3.2. Betrouwbaarheid onderzoek pag. 51 8.4. Aanbevelingen pag. 51 8.4.1. Aanbevelingen voor (toekomstige) opvoedingsondersteuners pag. 51 8.4.2. Aanbevelingen voor de Christelijke Hogeschool Ede pag. 52 Nabeschouwing pag. 53 Literatuurlijst pag. 54 Bijlagen pag. 58 Bijlage 1: Opzet lesmethode pag. 58 Bijlage 2: Verantwoording pag. 62 Bijlage 3: Begeleidende brief en vragenlijst voor opvoedingsondersteuner pag. 68 Bijlage 4: Kernlabelschema pag. 70 Bijlage 5: Begrippenlijst pag. 82 7

Inleiding Er zijn veel verschillende culturen in Nederland. Als opvoedingsondersteuner bestaat een grote kans dat u in aanraking komt met mensen die hun wortels in een ander land hebben liggen. Binnen de interviews die zijn gehouden met diverse opvoedingsondersteuners van Nederlandse en allochtone afkomst, kwam naar voren dat het belangrijk is om kennis te hebben van de waarden en normen van de allochtone cultuur. In dit onderzoek wordt dan ook inzicht gegeven in drie culturen, namelijk de Somalische, Antilliaanse en Marokkaanse cultuur. Het uiteindelijke doel van dit onderzoek is om aanbevelingen te geven om de opvoedingsondersteuning aan de allochtone cultuur te optimaliseren. Door middel van interviews en literatuuronderzoek worden deze aanbevelingen onderbouwd. Dit onderzoek is bedoeld om door middel van de gegeven kennis over de allochtone cultuur (Hoofdstuk 4), de allochtone cultuur beter te begrijpen. Daarnaast is deze kennis bedoeld om beter te begrijpen hoe de allochtone cultuur functioneert en waarom ze in hun opvoeding iets op een bepaalde manier doen. Dit verslag is bedoeld als een voorbeeld van hoe het kan zijn in een bepaalde cultuur. Elk individu is namelijk uniek in zijn waarden en normen, communicatie en opvoedingsstijlen. Het kan een leidraad zijn in het contact met de allochtone cultuur, specifiek in het contact met de Somalische, Antilliaanse en Marokkaanse cultuur. Het onderzoek is kwalitatief van aard. Het eerste hoofdstuk vormt een inhoudelijk kader, waarin de aanleiding, probleemstelling, vraagstelling, definities en onderzoeksvragen zijn geformuleerd. De hoofdstukken zijn opgebouwd uit de onderzoeksvragen die beschreven staan in Hoofdstuk 1. In Hoofdstuk 2 wordt de methodische verantwoording weergegeven. De gemaakte keuzes en de werkwijze zullen hierin worden verantwoord. In Hoofdstuk 3 wordt er gekeken naar de waarden en normen binnen de autochtone cultuur. In dit hoofdstuk worden de verschillen en overeenkomsten in waarden en normen onderzocht binnen een drietal thema s. Deze thema s zijn: opvoedingsstijl, straffen en belonen en de invloed van religie. Ook in de beschrijving van de verschillen en overeenkomsten in waarden en normen binnen de allochtone cultuur (Hoofdstuk 4), wordt gebruik gemaakt van deze thema s. In Hoofdstuk 5 zal gekeken worden hoe de allochtone cultuur omgaat met de psychiatrische problematiek binnen het gezin. In Hoofdstuk 6 wordt gekeken naar hoe er op dit moment opvoedingsondersteuning geboden wordt binnen de allochtone cultuur en waar de behoefte aan opvoedingsondersteuning ligt bij allochtone ouders. Daarna zal in Hoofdstuk 7 beschreven worden welke uitdagingen de SPH er heeft in het werken met allochtone ouders en hoe de SPH er zich kan aansluiten. Tenslotte wordt in Hoofdstuk 8 antwoord gegeven op de hoofdvraag en conclusies getrokken. Ook worden in dit hoofdstuk aanbevelingen gedaan. Het onderzoek wordt afgesloten met een nabeschouwing van de onderzoekers. 8

Hoofdstuk 1 Plan van aanpak 1.1. Aanleiding Vanuit het lectoraat Jeugd en Gezin van de Christelijke Hogeschool Ede is een onderzoek opgezet over opvoedingsondersteuning. De centrale vraag van het onderzoek over opvoedingsondersteuning vanuit het lectoraat Jeugd en Gezin is: Wat is de praktijk van systemische opvoedingsondersteuning binnen gezinnen met kinderen tussen de 12 16 jaar (omvang, werkzame factoren, visies, methode en technieken, beelden, etc.)? Om het antwoord op deze vraag te kunnen realiseren zijn er door het lectoraat een aantal deelprojecten opgezet, waarbinnen afgestudeerd kan worden. Persoonlijke motivatie Eline de Visser en Ellen van Wezel, studenten vierdejaars SPH, hebben in het kader van een afstudeerproject gekozen om een onderzoek op te zetten over opvoedingsondersteuning binnen de allochtone cultuur. In het verleden zijn wij in aanraking gekomen met de allochtone cultuur en hebben gemerkt dat verschillende culturen ons aanspreken. Het omgaan met andere culturen verbreedt onze blik op de hulpverlening. Juist omdat er veel verschillende culturen in Nederland aanwezig zijn en je als hulpverlener in aanraking komt met allochtone culturen is dit een waardevol onderzoek om onze deskundigheid en professionaliteit te vergroten. Wij hebben ervaren dat eigen waarden en normen kunnen botsen met waarden en normen vanuit de allochtone culturen. Wij merken als westerse vrouwen dat deze botsingen bijvoorbeeld kunnen ontstaan in het man/vrouw verschil. Blokland (2008, p. 35) zegt over de cultuurverschillen het volgende: Een onderzoek in de gemeente Zaanstad ( ) naar de vragen en behoeften van migrantengezinnen toont aan dat ouders vooral worstelen met onderwerpen als: de keuze uit het beste van twee culturen; manieren om aansluiting te vinden bij de Nederlandse vrije omgeving; de inbreng van meer generaties (grootouders); cultuuraspecten die de ontwikkeling van kinderen kunnen bevorderen (tweetalige opvoeding, voorlezen, spelletjes, speelgoed en educatieve programma s). Wij willen gaan onderzoeken welke specifieke verschillen en overeenkomsten er zijn wat betreft de waarden en normen van opvoeding, zodat de opvoedingsondersteuner op deze verschillen/overeenkomsten op een juiste manier kan inspelen. Motivatie onderzoek vanuit school Opvoedingsondersteuning is een actueel thema binnen de jeugdzorg. Ouders willen hun kinderen goed opvoeden en willen daar wel eens over praten (www.k-s.be). Blokland (2010, p. 87) behandelt in haar boek Over opvoeden gesproken de culturele verschillen in het opvoeden. Ze zegt hier het volgende over, wat wij herkennen: In Nederland domineert het democratische opvoedingsmodel met een sterke nadruk op autonomie en persoonlijke ontplooiing van kinderen. Dat opvoedingspatroon past goed bij wat onze moderne maatschappij van de toekomstige generatie vraagt. Adviezen aan ouders worden ook meestal vanuit dit gedachtegoed gegeven, zonder de aannames waar ze op zijn gebaseerd ter discussie te stellen. Voor ouders met andere culturele achtergronden passen die adviezen niet vanzelfsprekend in hun opvoedingspatroon. ( ) Het is belangrijk om er op bedacht te zijn dat ouders met een andere culturele achtergrond dikwijls vanuit andere perspectieven naar de opvoeding en ontwikkeling van kinderen kijken en andere normen hanteren voor gewenst of ongewenst gedrag. Allochtone culturen kunnen andere waarden en normen hebben dan de opvoedingsondersteuner. Het is goed om allereerst de autochtone cultuur te onderzoeken, voordat men zich richt op de verschillen binnen de opvoeding in de allochtone cultuur. In dit onderzoek wordt gekozen om de Somalische, Antilliaanse en Marokkaanse cultuur nader uit te werken. Deze culturen zijn gekozen, omdat Somaliërs de grootste groep 9

asielzoekers waren in 2009 (www.cbs.nl). Daarnaast wonen er 130.000 Antillianen in Nederland, dat is meer dan een derde van de totale bevolking van de Nederlandse Antillen (nl.wikipedia.org). Ook de Marokkaanse cultuur komt veelvuldig voor binnen Nederland (NJI, 2009). Deze drie culturen zijn een leidraad voor dit onderzoek. Het uiteindelijke doel van het onderzoek zijn aanbevelingen hoe opvoedingsondersteuners met verschillende waarden en normen op een methodische verantwoorde wijze kunnen omgaan. Door het kennis opdoen van de waarden en normen krijgen opvoedingsondersteuners meer inzicht in de manier van opvoeden binnen de allochtone cultuur. De opvoedingsondersteuner kan door deze kennis beter aansluiten in het aanbieden van opvoedingsondersteuning. Dit onderzoek zal een bijdrage zijn voor het lectoraat Jeugd en Gezin van de Christelijke Hogeschool Ede. Het lectoraat is op dit moment bezig met het onderzoeken van verschillende thema s binnen opvoedingsondersteuning. Zij hopen hierover een boek te gaan schrijven, aan de hand van de verschillende onderzoeken die voor het lectoraat Jeugd en Gezin worden uitgevoerd. Dit onderzoek zal een betekenis hebben voor het schrijven van het boek. Bovendien kunnen de resultaten die uit dit onderzoek komen gebruikt worden voor de training opvoedingsondersteuning binnen de minor Pedagogiek. 1.2. Probleemstelling Het is onduidelijk hoeveel invloed de verschillen en overeenkomsten, wat betreft de waarden en normen in de opvoeding, hebben op de manier waarop de opvoedingsondersteuner vorm en inhoud geeft aan de begeleiding van een allochtoon gezin. Probleemstelling bekeken op macro-, meso- en microniveau Macroniveau Het probleem op maatschappelijk niveau bekeken is dat er verschillen zijn in de opvoeding in de allochtone en autochtone cultuur (zie bijvoorbeeld Tuk e.a. 2010; Vedder, 1995; Van den Eldering, 2006). Deze verschillen kunnen ervoor zorgen dat er op maatschappelijk niveau problemen ontstaan en dat men verschillende ideeën heeft wat de inhoud van opvoedingsondersteuning zou moeten betekenen. Dit heeft als gevolg dat de samenwerking tussen de opvoedingsondersteuner en het gezin verstoord raakt. Mesoniveau Binnen de instellingen kun je als opvoedingsondersteuner te maken krijgen met allochtone gezinnen. Zij kunnen een andere manier van opvoeden gewend zijn. Dit kan voor een belemmering zorgen waarin de opvoedingsondersteuner en het gezin elkaar niet begrijpen en de waarden en normen niet met elkaar stroken. De instelling kan te maken krijgen met cultuurgebonden waarden en normen waardoor de opvoedingsondersteuner moeilijk ingang kan krijgen binnen het gezin door het gebrek aan kennis over deze waarden en normen. Microniveau Het kan voorkomen dat de opvoedingsondersteuner belemmerd wordt door verschil in waarden en normen. Als met die verschillen niet op de juiste manier wordt Ik had verwacht dat de ouders onder de indruk zouden zijn van het feit dat hun dochter zich op het Bureau Jeugdzorg heeft gemeld met klachten over de strenge opvoeding. Toen ik hun daarmee confronteerde begon vader te lachen en moeder keek mij helemaal niet aan. Neen, moeder zou gebaat zijn met een assertiviteitstraining om het belang van oogcontact te leren. Ik heb nog een poging gewaagd om te vragen welke gevoelens de stap van hun dochter bij hen had opgeroepen maar ook daar heb ik geen zinnig antwoord op gekregen (Weijenberg, 2004, p. 104). omgegaan, kan dit ervoor zorgen dat de opvoedingsondersteuning niet op de juiste manier geboden kan worden. 1.3. Vraagstelling en definities Om de probleemstelling van het onderzoek tot een oplossing te brengen, is in dit hoofdstuk een vraagstelling gedefinieerd. Deze vraagstelling is verdeeld in een aantal onderzoeksvragen. Het doel van dit onderzoek is het verkrijgen van inzicht op welke wijze opvoedingsondersteuners kunnen inspelen op verschillende waarden en normen in de opvoeding van allochtone gezinnen. Dit levert de vraagstelling van het onderzoek op, die als volgt luidt: Op welke methodisch verantwoorde wijze kunnen SPH ers opvoedingsondersteuning bieden aan ouders met kinderen in de leeftijd van 12 16 jaar als de waarden en normen van de westerse autochtone cultuur verschilt met de waarden en normen binnen de allochtone cultuur van het gezin? 10

Om misverstanden ten aanzien van bepaalde begrippen uit de vraagstelling te voorkomen, zullen deze begrippen nader gedefinieerd worden. Methodisch verantwoorde wijze Allereerst is het goed om te kijken naar wat methodisch werken is. Bobbink, Fleuren, Janssen e.a. (2005, p. 41) geven een definitie van methodisch werken: Methodisch werken houdt in dat men op planmatige wijze probeert een bepaald doel te bereiken met behulp van een aantal strategieën, inzichten, visies, voorwaarden en technieken. Bobbink e.a. (2005) geven aan dat methodisch werken gezien kan worden als tegenhanger van alleen initiatief handelen of handelen dat gebaseerd is op eigen ervaringen. Hij geeft het voorbeeld hierbij dat het bakken van een ei ook een zekere methodiek vereist. Namelijk eerst de boter, dan het ei in de pan en niet andersom. Schermer en Quint (2008) geven een definitie van methodisch verantwoord werken. Zij zeggen dat iemand in staat moet zijn om efficiënt, effectief en met voldoende kennis op de vraag van een cliënt in kan gaan. Met het inzetten van de juiste instrumenten voor die persoon (wat plaats- en tijdgebonden is) en het bijhouden van nieuwe ontwikkelingen in het eigen vakgebied, is de hulpverlener op een methodisch verantwoorde wijze aan het werk. In dit onderzoek wordt de definitie van Schermer en Quint (2008) gehanteerd, omdat deze definitie weergeeft dat door voldoende kennis te hebben van de allochtone cultuur op een effectieve wijze in gegaan kan worden op wat de allochtone ouder nodig heeft. Opvoedingsondersteuning Opvoedingsondersteuning kan gedefinieerd worden als volgt: alle laagdrempelige activiteiten die tot doel hebben om opvoedingsverantwoordelijken steun te bieden bij het opvoeden van kinderen (Bouverne de Bie, Van Ewijk, 2008, p. 91). Opvoedingsondersteuning richt zich op ouders met alledaagse opvoedingsvragen en steunbehoeften. Opvoedingsondersteuning gaat uit van de beleving van ouders en van een integrale benadering van gezinnen. Opvoedingsondersteuning helpt ouders bij het opvoeden van hun kinderen. Opvoedingsondersteuning bestaat uit voorlichting, pedagogische advisering en begeleiding, sociale steun en gezinshulpverlening (Bouverne de Bie e.a., 2008, p. 94). Opvoedingsondersteuning is in! Het met elkaar praten over opvoeden ook over dingen die niet zo gemakkelijk zijn is veel gewoner dan vroeger (Burggraaf, 2007). Hoewel het met het grootste gedeelte van de jeugd goed gaat, hebben ouders toch behoefte aan informatie. Natuurlijk gaat niet alles van zelf, in verschillende ontwikkelingsfasen van een kind kan een ouder geconfronteerd worden met vragen. Alle ouders kunnen opvoedingsvragen hebben. Een kleinere groep ouders heeft te maken met ingewikkelde vragen of ingewikkelde situaties binnen de opvoeding. Er ontstaat op die manier (soms) opvoedingsspanning. Voor die ouders is het belangrijk dat ze een steuntje in de rug krijgen of antwoord krijgen op hun vragen. Voor deze ouders kan opvoedingsondersteuning de uitkomst bieden. Allochtone ouders kunnen in de puberteit te maken krijgen met lastige opvoedingsvragen door verschil in waarden en normen met de Nederlandse samenleving. Voor dit onderzoek wordt de focus gelegd op de preventieve opvoedingsondersteuning. Het is belangrijk dat allochtone ouders voorbereid worden op de puberteit van hun kind en waar zij mee te maken kunnen krijgen. Hierin valt te denken aan situaties wanneer stoornissen voordoen in de ontwikkeling van een kind. Er valt ook te denken aan situaties waarin het gedrag van het kind kan leiden tot maatschappelijke problemen. De doelen die men bereikt met opvoedingsondersteuning zijn volgens het NJI (www.nji.nl) de volgende: het versterken van de draagkracht, de pedagogische competenties en vaardigheden van ouders; het verminderen van de draaglast door tijdig signaleren van problemen en bieden van praktische hulp of morele en sociale steun; het versterken van het sociale netwerk rond kinderen en gezinnen. Bij opvoedingsondersteuning richt men zich op de opvoeder. De dingen die tijdens de opvoedingsondersteuning ter sprake komen zijn de volgende: 1. Informatie en voorlichting 2. Pedagogische advisering en licht pedagogische hulp 3. Bevorderen van sociale steun en zelfhulp 4. Vroegtijdige signalering en verwijzing In dit onderzoek ligt de nadruk bij opvoedingsondersteuning op het voorlichten, informatie geven en pedagogisch adviseren van allochtone ouders met kinderen in de puberteit. 11

Puberteit Omdat dit onderzoek gericht is op opvoedingsondersteuning aan allochtone ouders met jongeren in de leeftijd van 12 16 jaar, is het van belang dat hier een definitie van wordt gegeven. De puberteit is een vormende periode waarin de jongere zich begint los te maken van zijn ouders. Voor zowel de ouders als de puber kan dit een moeilijke periode zijn. Vooral de identiteitsontwikkeling zorgt voor een verwarrende periode in de puberteit (Foks-Appelman, 2004). In dit onderzoek zal er in verschillende hoofdstukken worden ingegaan op hoe allochtone jongeren zich bewegen in de puberteit. Waarden en normen Het begrip waarden kan gedefinieerd worden als volgt: Waarden kunnen vele vormen aannemen: voorkeuren en individuele smaken, maar ook het voorzien in basisnoden van mensen, de condities waaronder mensen floreren, de belangen waar men voor opkomt of de verlangens die men nastreeft (WRR, 2004, p. 41). Waarden kan ook gedefinieerd worden als kwaliteiten die moreel nastrevenswaardig zijn (Kroon, 2002). De algemene waarden vormen de fundamentele waarden die generaties en culturen lang nauwelijks van inhoud veranderen. Zij zijn dus context onafhankelijkheid (Jochemsen, 2003, p. 25). Een waarde kan bijvoorbeeld zijn: eerlijkheid is belangrijk. De norm die daaruit voortvloeit, is dat stelen verboden is. Daaruit komt het gedrag voort dat men in de supermarkt de spullen netjes afrekent. Dit is een simpel voorbeeld van normen en waarden, maar dit voorbeeld laat zien dat normen de richtlijn vormen voor het gedrag van mensen. Eerst zijn er de waarden en dan de normen. De normen vloeien dus voort vanuit de waarden. Volgens Frans Tonnaer (2007, p. 21) zijn normen operationaliseringen van waarden: ze vormen de gedragsinstructies ter realisering van de waarden. Aan de normen kan men de betekenis van de waarden aflezen. In dit onderzoek wordt aangesloten bij deze definitie, omdat de waarden en normen een belangrijke rol spelen in de cultuur. Iedereen heeft te maken met eigen waarden en normen. Dit maakt het soms lastig voor de opvoedingsondersteuner die met deze verschillende waarden en normen te maken krijgt. Een norm is in feite een (on)geschreven gedragsregel. Normen zijn veelal van invloed op het gedrag van de mens. In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van drie thema s: opvoedingsstijl, straffen en belonen en invloed van religie. In deze thema s worden de waarden en normen onderzocht. Cultuur Het begrip cultuur omvat de westerse autochtone cultuur en de allochtone cultuur. Er bestaan in de literatuur een groot aantal verschillende definities van cultuur. Trompenaars (1997, beschreven in Nispen en Stralen, 2010) geeft niet een definitie van de cultuur, maar meer een beschrijving. Hij ziet cultuur als een collectief systeem met een aantal lagen. De buitenkant, wat het gemakkelijkst is om te observeren bestaat uit de taal, eten, architectuur en kunst. Een laag dieper zitten de waarden en normen. John Mole (2003, p. 8) beschreef cultuur op de volgende manier: Everything we do or say is a manifestation of a culture. In dit onderzoek wordt hierop aangesloten. De opvoedingsondersteuner krijgt te maken met ouders die nauwelijks Nederlands praten of waar het gewoon is dat men de schoenen uitdoet bij binnenkomst. Dit zijn uiterlijke kenmerken waar de opvoedingsondersteuner rekening mee moet houden. Belangrijker is dat de opvoedingsondersteuner kennis heeft van dieperliggende waarden en normen, waarop een allochtone ouder de opvoeding weergeeft. Als er wordt gekeken naar de honderden definities van cultuur (Nispen e.a., 2010), worden steeds 6 kenmerken genoteerd. Namelijk: tijd, groep, gedrag, omgeving, waarden en geloof, denken en voelen. Door deze 6 kenmerken met elkaar te combineren krijg je een goede definitie van cultuur: Cultuur is het gedrag van een groep mensen, gebaseerd op denken en voelen en de gerelateerde waarden en geloof op een specifieke tijd en plaats (Nispen e.a., 2010). Pinto (2004) benadrukt dat de kenmerken van een mens niet alleen door zijn cultuur bepaald worden. Mensen worden door zoveel meer factoren beïnvloed dan alleen door zijn cultuur. In dit onderzoek wordt frequent het begrip autochtone cultuur en allochtone cultuur gebruikt. Daarom is het essentieel om de definities van autochtoon en allochtoon nader te omschrijven. Autochtoon: Het CBS (www.cbs.nl) hanteert als definitie van autochtoon: Persoon van wie de beide ouders in Nederland zijn geboren, ongeacht het land waar men zelf is geboren. 12