Inkoopbeleid Geriatrische Revalidatiezorg 2014 Zorg en Zekerheid

Vergelijkbare documenten
Met ingang van 1 januari 2013 is de Geriatrische Revalidatie Zorg (GRZ) overgeheveld van de AWBZ naar

Inkoopbeleid Geriatrische Revalidatiezorg 2017

Deze regeling is van toepassing op instellingen die geriatrische revalidatiezorg leveren.

Rapportage GRZ-opbrengstverrekening 2013 DBC Informatie Systeem

Grz productstructuur Gebruikersbijeenkomst DBC-Onderhoud 12 april Mariette Kraayvanger. I. Grz-productstructuur 2013

Behandeld door adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/12/77c Directie Zorgmarkten Care

Geriatrische revalidatiezorg 2015 Informatiebijeenkomst 1 juli 2014, Tilburg

Zilveren Kruis Zorgkantoor

Informatiebijeenkomst Inkoop Geriatrische Revalidatiezorg Woensdag 1 juli :00 12:00 CZ, Ringbaan West 236, Tilburg

Wijzigingen in de verpleegkundige zorg thuis naar aanleiding van intrekken beleidsregel MSVT per 2018

Deel III: Vragen om inzicht te krijgen hoe de zorgaanbieder anticipeert op de situatie in 2016

Substitutie? Geriatrische revalidatie van AWBZ naar Zvw

Kostprijsberekening geriatrische revalidatiezorg

De NZa berekent de totale contracteerruimte voor 2014 met inachtneming van de volgende punten:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

NADERE REGEL NR/CU-558

Zorginkoopbeleid 2019

NADERE REGEL NR/CU-535

FAQ Informatiebijeenkomsten VGZ Inkoop 2014 Versie 1 Juli 2013

Advies Advies afbouw transitiemodel geriatrische revalidatiezorg

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw

INKOOPSYSTEMATIEK 2020

Nota van inlichtingen

Contracteerbeleid Medisch Specialistische Zorg

Wijzigingen in de verpleegkundige zorg thuis naar aanleiding van intrekken beleidsregel MSVT per 2018

Team Zorginkoop (071) Zorgkantoor

Vragenlijst zorgcontractering Geriatrische revalidatiezorg 2013

BELEIDSREGEL CU Invoering DBC s in de geestelijke gezondheidszorg. 1. Algemeen

Enquête zorgcontractering geriatrische revalidatiezorg 2015

Nacalculatie Indien van toepassing - Specificatie opgave zorginfrastructuur

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2017

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/14/06c /

Wijzigingen in de verpleegkundige zorg thuis naar aanleiding van intrekken beleidsregel MSVT per 2018

Contracteren Zelfstandige Zorgverleners AWBZ

Controleprotocol. geriatrische revalidatiezorg (GRZ) Nacalculatie DBC s GRZ. - Oude parameters. - vaststelling verrekenbedrag 2013

BELEIDSREGEL BR/CU-7073

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten

Veranderingen in de GGZ 2014

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2015

TOELICHTING BIJ HET CZ ZORGINKOOPDOCUMENT Sector V&V Wlz Publicatiedatum: 28 juni 2019

3.1 Budgettair kader Wlz Het totale financiële kader dat beschikbaar is voor de Wlz-uitvoerders.

Vragen en antwoorden ZZP ers bijeenkomsten oktober 2014

Voorgenomen beleid in verband met overheveling geriatrische revalidatiezorg 12 juni 2012

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Proeftuinen GRZ. Antoinette Bolscher Hannie Fonk procesbegeleiders proeftuinen GRZ. 8 september 2011

Budgettair kader Wlz 2015

Nacalculatie doorloop DBC s 2012 en nacalculatie 2013

Ouderen (GRZ en ELV) Introductie Visie

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Regulering / CI/16/11c

besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tot vaststelling van de navolgende regeling.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De kaderarts GRZ en de zorgverzekeraar 26 januari Drs. Hans van Willenswaard Manager behandeling ZHGA

Inkoopdocument geriatrische revalidatie zorg 2015

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/11/10c 11D

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie zorgmarkten Cure CI/13/33C

de Nederlandse Zorgautoriteit dhr mr. T.W. Langejan Postbus GA UTRECHT Datum Betreft voorlopige contracteerruimte 2014

BELEIDSREGEL BR/CU-5052

De declaraties voor het indiceren valt onder het afgesproken omzetplafond. Daarbij geldt de volgende bepaling uit de overeenkomst:

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/14/01c /

BELEIDSREGEL CA-BR Budgettaire kader Wlz 2015

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Zorgmarkten Care CARE/AWBZ/12/01c 12D

Controleprotocol geriatrische revalidatiezorg (GRZ) 2013

Inkoopdocument GRZ Coöperatie VGZ

3.1 Budgettair kader Wlz Het totale financiële kader dat beschikbaar is voor de Wlz-uitvoerders.

3.1 Budgettair kader Wlz Het totale financiële kader dat beschikbaar is voor de Wlz-uitvoerders.

In deze circulaire worden de belangrijkste wijzigingen in een aantal beleidsregels en in één regeling voor 2012 en 2013 toegelicht.

5 INKOOPHANDREIKING CONTRACTEREN ZZP ERS 2014

Geen. (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven

Vragen n.a.v. landelijke bijeenkomst GRZ 15/11/ update 1/3/2013. Pagina 1 van 8

Inventariserend onderzoek geriatrische revalidatiezorg

Vragenlijst Geriatrische revalidatiezorg: productie 2013 en zorgcontractering 2014

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 juni 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Aanvullingen handleiding DBC-productstructuur geriatrische revalidatiezorg 2013 d.d. 26 juni 2012

BELEIDSREGEL CA Nationaal Programma Ouderenzorg 2014

REGELING NR/CU-214. Beheersmodel honoraria vrijgevestigd medisch specialisten

3.1 Budgettair kader Wlz Het totale financiële kader dat beschikbaar is voor de Wlz-uitvoerders.

Veel gestelde vragen over ZZP

DBC-productstructuur geriatrische revalidatiezorg. Overzicht wijzigingen 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: 1 januari 2009 t/m 31 december 2011

BELEIDSREGEL CA Contracteerruimte Bijlage 22 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c

Zorginkoopbeleid 2018

BELEIDSREGEL BR/CU Ketenzorg dementie Zvw

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk directie Regulering Wlz/16/21c /

Informatiebijeenkomst Wijkverpleging 25 - juni 2014 Gewijzigde versie. De Friesland Zorgverzekeraar

Addendum Zorginkoop langdurige zorg 2015

Langdurige ggz: De zorg geleverd aan verzekerden als bedoeld in artikel van de Wet langdurige zorg (Wlz).

Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen CA-NR /

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

a.s.r. ziektekosten/ Ditzo Inkoopbeleid Medisch Specialistische Zorg 2017 Geriatrische Revalidatie Zorg

Inkoopbeleid 2016 Geriatrische Revalidatie Zorg

Zorginkoopbeleid 2020

BELEIDSREGEL BR/CU-5119

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2016

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Care Care/AWBZ/11/12c 11D

EerstelijnsVerblijf en Geriatrische Revalidatiezorg

Financiering AWBZ instellingen in 2013 Zorgkantoren Zuid-Holland Noord en Amstelland en de Meerlanden

De Beleidsregel nacalculatie 2011 bevat het beleid van de NZa met betrekking tot de beoordeling en afhandeling van de nacalculatie 2011.

Transcriptie:

Inkoopbeleid Geriatrische Revalidatiezorg 2014 Zorg en Zekerheid

1. Inleiding Door middel van dit inkoopbeleid informeert Zorg en Zekerheid u over de kaders zoals deze zullen worden gehanteerd bij de inkoop van de GRZ in 2014. Dit inkoopbeleid Geriatrische Revalidatiezorg (voorts: GRZ ) is van toepassing op de regio s waar Zorg en Zekerheid eerste representant is vanuit de in de AWBZ gehanteerde zorgkantoorregio s. Dit betreft de regio s Zuid-Holland Noord en Amstelland en de Meerlanden. Doelstelling Met dit inkoopbeleid wil Zorg en Zekerheid realiseren dat er voldoende en kwalitatief goede GRZ wordt in de zorgkantoorregio s van Zorg en Zekerheid. Zodat de cliënt ook in 2014 verzekerd is van de juiste zorg. Het beschikbare macrokader 2014 wordt hierbij verdeeld onder deze zorgaanbieders en er wordt door middel van de productieafspraak vastgesteld welke zorgprestaties en welke tarieven per zorgprestatie worden afgesproken. Tijdpad Door de NZa wordt een indieningsdatum van 1 januari 2014 gehanteerd voor het indienen van de afspraken. Dit betekent dat de afspraken uiterlijk 1 januari 2014 gemaakt dienen te zijn. Om tijdig inzicht te krijgen in de contractering is afgesproken dat verzekeraars gezamenlijk een deadline van 1 januari 2014 hanteren voor de inkoop van de GRZ. De bestaande aanbieders zal gevraagd worden de financiële waarde van de afspraken uitgedrukt in DBC-zorgproducten op te geven in de offerte. 2. Wat is Geriatrische Revalidatiezorg? Definitiebepaling In de aanspraak is opgenomen dat met Geriatrische revalidatiezorg de integrale en multidisciplinaire revalidatiezorg omvat zoals specialisten ouderengeneeskunde die plegen te bieden in verband met kwetsbaarheid, complexe multimorbiditeit en afgenomen leer- en trainbaarheid, gericht op het dusdanig verminderen van de functionele beperkingen van de verzekerde dat terugkeer naar de thuissituatie mogelijk is. Uit de formulering van de aanspraak is op te maken dat GRZ aansluit op een ziekenhuisopname, in principe niet langer dan zes maanden duurt en gericht is op terugkeer naar de thuissituatie. GRZ begint met een klinische fase, eventueel gevolgd door ambulante behandeling. Het GRZ-traject start zodra de medisch specialistische zorg is afgrond en de verantwoordelijkheid voor de cliënt is overgedragen. Hierbij wordt de indicatie voor de GRZ gesteld in het ziekenhuis. De triage is onderdeel van de medisch specialistische behandeling. De kosten van de triage dienen dan ook bekostigd te worden door het ziekenhuis vanuit de medisch specialistische zorg DBC. Ook de kosten van hersteldagen dienen bekostigd te worden door het ziekenhuis vanuit de medisch specialistische zorg DBC. De hersteldagen waarin er nog sprake is van een ziekenhuisindicatie en de GRZbehandeling nog niet gestart kan worden zijn onderdeel van de medisch specialistische zorg. Hersteldagen die in dit kader doorgebracht worden in een verpleeghuis in plaats van in het

ziekenhuis dienen op basis van onderlinge dienstverlening 1 betaald te worden door het ziekenhuis. De kosten van triage en hersteldagen dienen meegenomen te worden in de onderhandelingen tussen ziekenhuizen en verzekeraars en zijn dus geen onderdeel van de GRZ. Waar het gaat om de vraag voor wie GRZ is bedoeld, is de aanspraakformulering minder duidelijk; begrippen als kwetsbaarheid, complexe multimorbiditeit en afgenomen leer- en trainbaarheid spelen een rol. Een instrument voor indicatiestelling (triage) voor de GRZ is in opdracht van de overheid ontwikkeld door de Verenso (de vereniging van specialisten ouderenzorg), maar het instrument is niet gevalideerd of in de praktijk getoetst. Bovendien is de toepassing ervan nog niet geregeld. Dat is wel nodig, omdat de indicatiestelling voor verpleeghuisopnames door het CIZ bij de overheveling naar de Zvw is komen te vervallen. De risico s bij de zorginkoop zitten vooral in het instromen van cliënten die niet in de GRZ thuishoren, het uitdijen van de behandelduur en het substitueren van eerstelijns zorg door ambulante GRZ-programma s. Na de overheveling van de GRZ in 2013 bleken er in de praktijk dan ook verschillende vragen te bestaan rondom de interpretatie van de aanspraak en de wijze waarop er met bepaalde cliëntgroepen in het kader van de GRZ omgegaan moet worden. Naar aanleiding van deze vragen is een vraag en antwoord gepubliceerd op www.dbcgrz.nl. De antwoorden in deze vraag en antwoord zijn afgestemd met VWS, NZa, CVZ, CIZ, ZN, ActiZ, Verenso, en overige landelijke partijen. De vraag voor welke cliënten (obv cliëntkenmerken) de GRZ passende en doelmatige zorg is is echter nog niet eenduidig beantwoord. De uitwerking van dit vraagstuk is op de doorontwikkelagenda gezet. In dit kader wordt in overleg met partijen door DBC onderhoud (in opdracht van de NZa) gewerkt aan de toevoeging van een zorgvraagindex aan de productstructuur. Door middel van een zorgvraagindex wordt er op basis van cliëntkenmerken informatie over de GRZ-zorgvraagzwaarte toegevoegd aan de producten zodat inzichtelijk wordt dat er sprake was van een GRZ zorgvraag en dat er sprake is geweest van doelmatige zorg. Partijen streven er naar om halverwege 2014 te starten met de registratie van deze zorgvraagindex. Bij het schrijven van het document was nog niet duidelijk of dit streven behaald gaat worden. Verder wordt er door Verenso in samenwerking met andere wetenschappelijke verenigingen en brancheverenigingen gewerkt aan het opstellen van prestatie indicatoren. De te ontwikkelen prestatie indicatoren dienen inzicht te geven in de kwaliteit van geriatrische revalidatie zorg (GRZ). Doel is de kwaliteit te meten door de keten; vanaf opname in het ziekenhuis tot en met wanneer cliënten weer thuis zijn. Planning is dat de ontwikkeling van de indicatoren eind 2013, begin 2014 wordt afgerond waarna de indicatoren bij een aantal pilotinstellingen in de praktijk worden getoetst. Wanneer deze pilot naar tevredenheid verloopt zouden in 2015 alle aanbieders over kunnen gaan tot het registreren van prestatie indicatoren. 1 Onderlinge dienstverlening is het onderling afspraken maken en verrekenen van diensten tussen zorgaanbieders. Indien deze prestatie is uitgedrukt in zorgactiviteiten behoren deze tot het zorgprofiel van de hoofdbehandelaar. (bron: NZa BR/CU-2111).

Uit het rapport Behandelkaders geriatrische revalidatie van Verenso uit 2010 blijkt dat het in de GRZ gaat om de volgende diagnosegroepen: Diagnose Aandeel Gemiddelde behandelduur CVA 24% 69 dagen Heupfactuur 25% 62 dagen Electieve orthopedie 18% 41 dagen Amputatie 2% 82 dagen Overige diagnosen 32% 62 dagen Zorg en Zekerheid zal er bij de inkoop van de GRZ op toezien dat aanbieders de GRZ gaan leveren volgens de richtlijnen van het CBO(richtlijn CVA) en de behandelkaders van Verenso. Omvang Geriatrische Revalidatiezorg Hoeveel aanspraak er landelijk in 2014 op GRZ gemaakt zal gaan worden is op dit moment moeilijk in te schatten. In de beschikbaar gestelde documenten worden zeer uiteenlopende getallen worden genoemd. In de aanwijzing van VWS is opgenomen dat in 2014 in de Zvw maximaal een bedrag van 817 mln. (prijspeil 2012) uitgegeven mag worden aan de GRZ. In dit bedrag is rekening gehouden met de groei 2012 en zijn tevens de verwachte kapitaallasten o.b.v. integrale NHC-tarieven opgenomen. In de aanwijzing wordt tevens een bedrag van 730 miljoen genoemd. Het verschil tussen de 817 mln. en de 730 mln. wordt veroorzaakt door de kapitaallasten. Aan de DBC s en de oude parameters zijn de kapitaallasten op basis van de volledige NHC toegerekend. Zowel de declaratie als de eindafrekening in de Zvw wordt gebaseerd op de volledige NHC. Echter na de eindafrekening in de Zvw vindt er nog een verrekening in de AWBZ plaats. Hierbij wordt nagegaan waar de zorgaanbieder, volgens de vastgestelde overgangsregel recht op heeft (in 2014 70% nacalculeerbare kapitaallasten en 30% NHC). Omdat de uiteindelijke afrekening gebaseerd is op (slechts) 30% van de NHC wordt alleen dit percentage meegenomen in de vergelijking met het kader. Voor 2014 is het kader voor de GRZ vastgesteld op 803 mln. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: Kader 2013 817 mln. Loon/prijsbijstelling 2013 12 mln. Aanpassing contracteerruimte tbv AWBZ 38 mln. -/- vervoer van GRZ naar zittend ziekenvervoer (incidenteel) 1 mln. -/- Loon/prijsbijstelling 2014 12 mln. Kader 2014 803 mln. Gegeven de onduidelijkheid over de uiteindelijke aanspraak op GRZ is het van belang goede en duidelijke afspraken te maken over het behandelaanbod. Hierbij moet gezorgd worden voor een behoorlijke spreiding van het aanbod GRZ. Tevens is van belang om niet te kleine eenheden te contracteren. Er zijn aanwijzingen dat de behandelduur korter is in grotere instellingen. In dit kader is in de behandelkaders van Verenso opgenomen dat er sprake

moet zijn van een minimum aantal bedden om kwalitatief goede GRZ aan te kunnen bieden. Zorg en Zekerheid zal dan ook een minimum van 10 bedden per diagnosegroep gaan hanteren bij de inkoop van GRZ met uitzondering van de diagnosegroep amputatie. Te contracteren aanbieders Er worden in principe met alle bestaande aanbieders 2 contracten gesloten tenzij er zwaarwegende redenen zijn dit niet te doen of niet wordt voldaan aan de voorwaarde van minimaal 10 bedden. Nieuwe aanbieders worden gecontracteerd in geval van het oplossen van witte vlekken (niet voldoende kwalitatief goede GRZ). 3. Kader inkoop GRZ Representatie De afspraken over de productie en de hoogte van de tarieven worden in representatie gemaakt. Om ervoor te zorgen dat de in representatie gemaakte tarieven op een juiste wijze opgenomen worden in de systemen van alle verzekeraars word de volgende procedure uniform gevolgd: Zorg en Zekerheid als eerste representerende verzekeraar levert uiterlijk 1 december 2013 de tot dat moment overeengekomen tarieven aan bij Vektis en ZN. Vooraf wordt ten behoeve van de verwerking bij Vektis een lijst opgesteld met per instelling de 1e representant. Vektis verwerkt alleen opgaven van zorgverzekeraar /instelling relaties die voorkomen op deze lijst. De representerende verzekeraar hanteert hiervoor een door ZN/Vektis nader vast te stellen format. De voor 1 december ingediende tarieven worden door Vektis ingelezen in TOG (Tariefinformatiesysteem Organen Gezondheidszorg), zodat de tarieven per 1-1-2014 ingelezen kunnen worden in de systemen. In TOG wordt daarbij een onderscheid aangebracht in de contractprijs en de max. prijs. Overeenkomsten die na 1 december afgesloten worden kunnen bij Vektis ingediend worden waarna Vektis de tarieven zal inlezen in TOG. Voor aanbieders waarmee geen overeenkomst is gesloten worden in TOG de landelijk maximum tarieven zoals vastgesteld door de NZa opgenomen. Wanneer er, in geval van gecontracteerde aanbieders, geen tariefafspraak wordt gemaakt en de zorg wordt toch geleverd en gedeclareerd mag een aanbieder hiervoor zelf een passantentarief voor vaststellen (binnen de door de NZa vastgestelde maximum tarieven). De verwerking van dergelijke passantentarieven binnen TOG zorgt voor veel problemen. Om problemen in de declaratie te voorkomen hebben verzekeraars afgesproken dat over alle prestaties een tariefafspraak gemaakt moet worden. Dus ook voor de prestaties waarover geen volume wordt afgesproken. Procedure verrekening positief verrekenbedrag 2 Bestaande aanbieder die geriatrische revalidatiezorg biedt en die daartoe voor 1 januari 2012 productieafspraken heeft gemaakt met het zorgkantoor.

De instelling en de representerende zorgverzekeraars maken afspraken over de maximaal te leveren totale DBC-zorgproductie (de te openen DBC s in 2014 voor alle zorgverzekeraars). De naleving van deze in representatie gemaakte afspraak is door de individuele zorgverzekeraar niet te monitoren. De individuele verzekeraar kan niet monitoren of de ingediende declaraties overeenkomen met de afspraak over de totale productie. Hiermee bestaat er een mogelijkheid dat een instelling meer declareert dan overeengekomen met de representerende verzekeraars. Om die reden geldt dat: Als de gerealiseerde omzet in DBC zorgproducten hoger is dan de gemaakte afspraken in DBC zorgproducten (= positief verrekenbedrag) dient het verschil terug betaald te worden door de instelling aan de individuele zorgverzekeraars. Het positieve verrekenbedrag dient door de aanbieder aan de individuele zorgverzekeraars terugbetaald te worden naar rato van de marktaandeel van de individuele zorgverzekeraar in de gerealiseerde omzet in DBC zorgproducten. Als de gerealiseerde omzet in DBC zorgproducten lager is dan de gemaakte afspraak in DBC zorgproducten (= negatief verrekenbedrag) wordt de afspraak naar beneden toe bijgesteld zodat de afspraak overeen komt met de gerealiseerde omzet in DBC zorgproducten. Een verdere verrekening tussen instelling en verzekeraars is dan niet noodzakelijk. Om de verrekening van een positief verrekenbedrag goed te laten verlopen levert de instelling uiterlijk 1 juli 2016 de volgende informatie aan bij de 1e representerende zorgverzekeraar: Een overzicht van de omzet in DBC zorgproducten en de marktaandelen van de individuele zorgverzekeraars in deze omzet conform het door ZN en Actiz gezamenlijk opgestelde formulier omzetverantwoording 2014 2. Dit formulier dient voorzien te zijn van een accountantsverklaring om de juistheid van de ingevulde informatie te kunnen vaststellen. Een getekende kaderregeling AO/IC zoals overeengekomen tussen ZN en Actiz. Om bovenstaande te bewerkstelligen dient de instelling voor 1 maart 2016 alle GRZ declaraties over de DBC s geopend in 2014 in te dienen bij de verzekeraars en ronden verzekeraars voor 1 mei 2016 de controles over de declaraties af. De 1e representerende zorgverzekeraar zal de aangeleverde informatie beoordelen en bij juistheid van de aangeleverde informatie zal de 1e representerende verzekeraar het ingediende verrekenbedrag voor 1 augustus 2016 goedkeuren waarna de instelling over kan gaan tot de verrekening van het verrekenbedrag met de individuele verzekeraars conform het goedgekeurde overzicht. De goedgekeurde verrekenbedragen worden uiterlijk 1 september 2016 tussen instelling en zorgverzekeraars verrekend. Bovenstaande procedure kan eventueel versneld worden op basis van wederzijds goedkeuren als aan bovenstaande stappen in de procedure en de informatievoorschriften wordt voldaan. Beheersing macro uitgaven Zorg en Zekerheid hanteert voor 2014 het uitgangspunt dat de afspraken over 2014 over alle aanbieders maximaal 0% mogen stijgen ten opzichte van de DBC-afspraken zoals deze over 2013 zijn gemaakt. Uit de monitor van de productie 2013 blijkt dat de realisatie 2013

achterblijft op de afspraken 2013. Door de afspraken 2013 als maximum te hanteren wordt er in 2014 ruimte geboden om ten aanzien van de realisatie 2013 groei te realiseren en wordt er tegelijkertijd macro budgettaire stabiliteit gerealiseerd. Dit kader betreft een maximaal macrokader, afspraken met individuele aanbieders kunnen hier van afwijken zodat de zorg op regionaal niveau optimaal wordt gecontracteerd. Op deze wijze wordt een gelijk kader aan alle aanbieders geboden en voorkomen dat het beschikbaar gestelde macrokader overschreden wordt. GRZ DBC s Voor de GRZ gelden de volgende DBC s: Diagnosen CVA Klin >134 Geriatrische revalidatiezorg Diagnosen CVA Klin 92-134 Geriatrische revalidatiezorg Diagnosen CVA Klin 57-91 Geriatrische revalidatiezorg Diagnosen CVA Klin 29-56 >39 behandeluren Geriatrische revalidatiezorg Diagnosen CVA Klin 15-28 >20 behandeluren Geriatrische revalidatiezorg Diagnosen CVA Klin 29-56 Maximaal 39 behandeluren Geriatrische revalidatiezorg Diagnosen CVA Klin 1-14 >7 behandeluren Geriatrische revalidatiezorg Diagnosen CVA Klin 15-28 Maximaal 20 behandeluren Geriatrische revalidatiezorg Diagnosen CVA Klin 1-14 Maximaal 7 behandeluren Geriatrische revalidatiezorg Overige diagnosen Klin >134 Geriatrische revalidatiezorg Overige diagnosen Klin 92-134 Geriatrische revalidatiezorg Overige diagnosen Klin 57-91 Geriatrische revalidatiezorg Overige diagnosen Klin 29-56 >27 behandeluren Geriatrische revalidatiezorg Overige diagnosen Klin 15-28 >14 behandeluren Geriatrische revalidatiezorg Overige diagnosen Klin 29-56 Maximaal 27 behandeluren Geriatrische revalidatiezorg Overige diagnosen Klin 1-14 >5 behandeluren Geriatrische revalidatiezorg Overige diagnosen Klin 15-28 Maximaal 14 behandeluren Geriatrische revalidatiezorg Overige diagnosen Klin 1-14 Maximaal 5 behandeluren Geriatrische revalidatiezorg Aandachtspunten Vervoer In de Zvw geldt de regeling Zittend ziekenvervoer, maar de doelgroep die hiervoor in aanmerking komt is beperkt (vervoer voor nierdialyse, chemotherapie of radiotherapie, rolstoelcliënten en zeer slechtzienden). Daarnaast bestaat er in de Zvw een hardheidsclausule. Omdat op het moment van de overheveling nog niet duidelijk was wat de overheveling voor gevolg had op het vervoer voor GRZ-cliënten (welke cliënten bijvoorbeeld rolstoelafhankelijk zijn, of onder de hardheidsclausule vallen) is toegezegd een onderzoek te doen. Dit wordt momenteel gedaan en maakt onderdeel uit van een breed CVZ onderzoek omtrent Zittend ziekenvervoer, waarvan de resultaten eind 2013 dan wel begin 2014 bekend worden. Duidelijk was echter

dat op basis van de hardheidsclausule de aanspraak op vervoer in 2013 kleiner was dan de aanspraak op vervoer in 2012 onder de AWBZ. Aan zorgverzekeraars is daarom gevraagd in 2013 een overgangsregeling voor vervoer in stand te houden. De verzekeraar kon op basis van de prestatie vervoer dagbesteding V&V afspraken maken over de dekking van vervoerskosten die niet gedekt worden vanuit de regeling zittend ziekenvervoer. De prestatie vervoer dagbesteding V&V is als zodanig geen declarabel product in de Zvw waarmee de financiering via de opbrengstverrekening behorende bij het vangnet zal gaan verlopen. Voor 2014 wordt het vangnet echter afgeschaft, maar is het onderzoek van het CVZ nog niet gereed. Om te voorkomen dat de aanspraak in 2014 kleiner wordt ten opzichte van 2012 en 2013 heeft de minister aangegeven dat het gewenst is om de tijdelijke situatie voor 2014 voort te zetten. De minister heeft daarom verzekeraars opgeroepen om in 2014 coulant om te gaan met de kosten van vervoer voor GRZ cliënten binnen de regeling zittend ziekenvervoer. Dit zou in de praktijk moeten betekenen dat verzekeraars de kosten van vervoer behorende bij een extramurale GRZ behandeling in 2014 vergoeden vanuit de regeling zittend ziekenvervoer. De minister heeft daarom aan NZa en CVZ gevraagd de bedoelde kosten (vervoer, direct verband houdende met geriatrische revalidatiezorg) als aanvaardbaar in het kader van de Zvw aan te merken (als Zittend Ziekenvervoer). Bovenbudgettaire hulpmiddelen Persoonsgebonden hulpmiddelen zijn hulpmiddelen die alleen na een kostbare ingreep door andere personen gebruikt kunnen worden (individueel aanpaste rolstoelen en overige hulpmiddelen). Hierbij gaat het voor wat betreft de GRZ om de middelen die verstrekt worden aan cliënten met een indicatie voor een GRZ opname waarbij sprake is van een relatie tussen de opname-indicatie, de door de instelling te leveren zorg en het in te zetten hulpmiddel. De kosten die hiermee verband houden werden tot 2013 door het zorgkantoor vergoed vanuit bovenbudgettaire (VWS)-middelen. Ook gedurende het transitiejaar 2014 kan het zorgkantoor putten uit deze bovenbudgettaire middelen, waardoor persoonlijke hulpmiddelen voor de GRZ cliënten nog ten laste van de AWBZ komen. Kosten van de individueel aangepaste hulpmiddelen die structureel door een cliënt gebruikt worden, dienen in 2013 en 2014 vergoed te worden vanuit de WMO of vanuit de ZVW (regeling hulpmiddelen). De niet persoonsgebonden hulpmiddelen die structureel gebruikt worden binnen de instelling, vallen binnen de GRZ-DBC s en niet onder de regeling bovenbudgettaire hulpmiddelen. De minister zal in september de NZa middels een aanwijzing over de contracteerruimte AWBZ vragen de persoonsgebonden hulpmiddelen in 2014 via de bovenbudgettaire hulpmiddelen regeling in de AWBZ te laten verlopen, waarna de NZa dit kan opnemen in de beleidsregel over de contracteerruimte. Begin 2013 is getracht inzicht te krijgen welke hulpmiddelen en kosten in deze AWBZ regeling bestemd waren voor GRZ cliënten, zodat de kosten hiervan konden worden verwerkt in de Zvw financieringssystematiek.

Momenteel is echter nog onvoldoende informatie beschikbaar om voor 2014 al een besluit te nemen over een adequate bekostigingswijze. Bekeken zal worden of de middelen in 2015 wel toegevoegd kunnen worden aan de Zvw systematiek. Inkoopsystematiek Hieronder zal de inkoopsystematiek voor de GRZ omschreven worden. Zorg en Zekerheid behoudt zich het uitdrukkelijke recht voor de afspraken in de loop van de inkoopprocedure alsnog aan te passen. Zorg en Zekerheid is te allen tijde gerechtigd (de planning van) de inkoopprocedure aan te passen en/of de inkoopprocedure te stoppen dan wel de opdracht(en) niet toe te kennen, bijvoorbeeld als er: Onvoldoende financiële middelen beschikbaar zijn c.q. komen; Door wijziging van regelgeving of overheidsbeleid de inhoud van de inkoopprocedure moet worden aangepast. Voor situaties die tijdens de publicatie van dit document niet bekend of voorzien waren, is Zorg en Zekerheid gerechtigd de benodigde besluiten te nemen en/of maatregelen te treffen. Als Zorg en Zekerheid besluit de inkoopprocedure te wijzigen en/of te stoppen is zij op geen enkele wijze gehouden tot (schade)vergoeding jegens zorgaanbieders. Procedureafspraken Met bestaande aanbieders zullen er op basis van representatie afspraken gemaakt worden in DBC-zorgproducten. Hierbij vormen de afspraken het kader voor de DBC s die in 2014 geopend mogen worden door een aanbieder. Hiermee wordt de overstap gemaakt naar een inkoop op basis van het schadejaar. Om verzekerden tijdig te informeren en om tijdig inzicht te krijgen in de contractering is afgesproken dat verzekeraars gezamenlijk een deadline van 1 januari 2014 hanteren voor het afronden van de inkoop van de GRZ. De gemaakte productieafspraken dienen op basis van civiele contracten vastgelegd te worden. Door ZN en Actiz is gezamenlijk een formulier opgesteld conform de beleidsregels van de NZa om het maken van afspraken te ondersteunen. Onder de Zvw wordt de volledige NHC-GRZ gefinancierd. De NHC wordt 100% opgenomen in de DBC-tarieven en zijn in de periode 2013-2018 niet onderhandelbaar. Om de vergoeding voor de kapitaallasten transparant te maken wordt in het productieafsprakenformulier de kapitaallastenvergoeding op basis van de vaste NHCtarieven gescheiden vermeld. In 2014 zal er sprake zijn van door de NZa vastgestelde maximum tarieven. Als representerende verzekeraar maakt Zorg en Zekerheid afspraken over de in 2014 te hanteren DBC tarieven. De tarieven kunnen op basis van deze onderhandelingen per aanbieder verschillen. De door de Zorg en Zekerheid overeengekomen tarieven zullen worden gehanteerd door alle verzekeraars.

Tarief en budget Zorg en Zekerheid biedt als starttarief bij haar onderhandelingen een tarief aan van 94% van de door de NZa vastgestelde maximum tarieven. Als offrerende partij nodigt Zorg en Zekerheid u uit om uw ambities uit te werken aan de hand van de Aanvullende kwaliteitsinformatie (zie: verderop). Als uitgangspunt voor het budget 2014 geldt het budget 2013. De berekening van het budget houdt rekening met een gemiddelde prijsindex 2014.Het budget is exclusief normatieve huisvestingscomponent (NHC). Voorts worden de maanden januari tot en met oktober 2013 gebruikt om een jaarprognose te maken op basis van de opgaves in de productiemonitor en op basis van de aantallen Oude Parameters. Waarbij geldt dat: - In geval van volledige realisatie of een overschrijding van de budgetafspraak 2013 geldt de budgetafspraak 2013, en - in het geval van het niet overschrijden van de budgetafspraak 2013 geldt de realisatie op basis van de aantallen Oude Parameters tot en met de maand oktober 2013 geëxtrapoleerd. De NHC zal bij het invullen van het productieafsprakenformulier 2014 automatisch toegevoegd worden. Het productieafsprakenformulier wordt ondertekend door alle representerende verzekeraars en de zorgaanbieder. U kunt dit formulier vinden op de website van ZN en Actiz. Zorg en Zekerheid zal de getekende WMG overeenkomst en het getekende productieafsprakenformulier naar ZN sturen waarna ZN de overeenkomst en het formulier op het ledendeel van de ZN-website zal publiceren. Op deze wijze worden alle verzekeraars geïnformeerd over inhoud van de gemaakte afspraken. Waarom verder gaan dan een budget per instelling afspreken? In principe zou het dit jaar kunnen blijven bij de inkoop voor 2014 zoals beschreven bij bovenstaande punten. Door middel van het model kan de continuïteit van zorg gegarandeerd worden en kunnen overschrijdingen voorkomen worden. Verzekeraars zijn echter van mening dat er een aantal redenen om toch een paar stappen verder te zetten. Die redenen zijn: - De productstructuur 2014 biedt nog weinig aanknopingspunten voor een goede inhoudelijke zorginkoop. - Het is van belang om te weten te komen wat er feitelijk in de GRZ gebeurt. Wat biedt men nu precies aan. - De toegang tot de GRZ is nog niet in alle gevallen goed en eenduidig ingeregeld. In het ziekenhuis zal, voorafgaande aan ontslag, een triage voor de GRZ moeten plaatsvinden door of namens de specialist ouderenzorg. - Ambulante behandelprogramma s als onderdeel van zorgpaden, moeten grotendeels nog ontwikkeld worden, waarbij het niet de bedoeling is dat die in de plaats komen van eerstelijns zorg. Aanvullende kwaliteitsinformatie Om meer inzicht te krijgen in het zorgaanbod maakt Zorg en Zekerheid naast de elementen zoals deze volgen uit de NZa regelgeving met zorgaanbieders afspraken over de volgende zaken:

Het zorgaanbod Het gaat in de GRZ om schakels in de zorgketen voor CVA, heupfractuur, electieve orthopedie, amputaties en overige aandoeningen, echter in de productstructuur is alleen CVA te onderscheiden, alle andere diagnosen zijn bij de overige gevoegd. Zorg en Zekerheid wil dan ook graag meer inzicht ontvangen in de gehanteerde zorgpaden en behandelprotocollen. Hoeveelheid bedden en specialisatie Bij kleine eenheden (tussen 10 en 20 bedden) is specialisatie op een of twee van de volgende diagnosegroepen noodzakelijk: CVA, Heupfractuur en Electieve orthopedie. Er geldt een minimum van 10 bedden per diagnosegroep. Zorg en Zekerheid verneemt graag op welke wijze zorgaanbieders het aanbod organiseren en hoe deze organisatiewijze bijdraagt aan de kwaliteit van het zorgaanbod. Indicering en overdracht Een goede indicering van GRZ cliënten is erg belangrijk voor het leveren van doelmatige en passende zorg. Zorg en Zekerheid wil dan ook meer inzicht verkrijgen in de afspraken die met ziekenhuizen zijn gemaakt over de indicering (triage) en de overdracht van cliënten. Naast deze informatie over de wijze waarop het zorgaanbod wordt georganiseerd wil Zorg en Zekerheid ook afspraken maken over het aanleveren van kwaliteitsinformatie over het daadwerkelijke zorgaanbod. Hoewel kwaliteits- en prestatie-indicatoren voor de GRZ nog ontwikkeld moeten worden ziet Zorg en Zekerheid de volgende elementen die in het eerste jaar aangeleverd moeten kunnen worden: De gemiddelde behandelduur uitgesplitst naar klinisch en ambulant per diagnosegroep. Het percentage van de cliënten dat daadwerkelijk binnen zes maanden naar huis of verzorgingshuis ontslagen wordt, gecorrigeerd voor tussentijds optredende onverwachte nieuwe ziekte, heropname in het ziekenhuis en sterfte. Het aantal bedden en de locatie van zorglevering per diagnosegroep. Deze informatie kan deels uit de declaraties worden afgeleid, maar voor de uitsplitsing van de behandelduur naar diagnosegroep zijn aanvullende gegevens nodig, omdat de DBC s niet diagnose-specifiek zijn. Zorg en Zekerheid wil deze informatie indien door Zorg en Zekerheid gevraagd- graag op cliëntniveau kunnen ontvangen. Declaratie, gebruik AGB-code en OHW-monitor De zorgaanbieder declareert de zorg bij de betreffende zorgverzekeraars waar de desbetreffende cliënt bij het openen van de DBC verzekerd was. De zorgaanbieder dient bij de declaratie de AGB-code op instellingsniveau te hanteren. De te hanteren AGB-code wordt vastgelegd in de WMG-overeenkomst en het productieafsprakenformulier zodat ook voor de overige verzekeraars een koppeling te leggen is tussen de gemaakte afspraken en de declaratie. Om de financiële ontwikkelingen en cliëntstromen in de regio s goed te kunnen volgen wil Zorg en Zekerheid dat de zorgaanbieders die GRZ leveren per kwartaal een OHW-monitor aanleveren. Deze monitor ontvangt u steeds dertig dagen voorafgaande aan het einde van

het lopende kwartaal en dient binnen dertig dagen na verstrijken van het kwartaal digitaal te worden aangeleverd. Indiening offerte Zorgaanbieders dienen het format in de bijlage bij dit inkoopbeleid te completeren en in te dienen als offerte. Daarbij dient de zorgaanbieder alle gevraagde informatie aan te leveren. Het betreft in ieder geval: - een ondertekend voorblad van het volledig ingevulde formulier Productieafspraken GRZ in pdf.; - een Excelversie van het volledig ingevulde formulier Productieafspraken GRZ; - een volledig ingevulde WMG-overeenkomst Geriatrische revalidatiezorg 2014 ondertekent door de bestuurder van de aanbieder. Bij het offreren van de DBC s dient de zorgaanbieder een realistische opgave voor 2014 te doen, op basis van zijn specifieke kennis van de markt. Indien u als zorgaanbieder een hogere ambitie heeft -dan wel een andere-, dan dient u dit apart van de ingevulde en genoemde documenten in het inkoopbeleid GRZ 2014 en financieel en kwalitatief onderbouwt aan te leveren bij de offerte. Uiteraard kunt u hieraan geen rechten ontlenen. Indien u geen offerte wenst in te dienen dan horen wij dat graag van u per mail (zie onderstaand mailadres), met een korte opgave van de reden(en). Middels het indienen van de offerte verklaart de zorgaanbieder dat: - hij voldoet aan de gestelde voorwaarden; - hij bereid is indien door Zorg en Zekerheid gevraagd- om de extra kwaliteitsgegevens aan te leveren; - hij indien door Zorg en Zekerheid gevraagd- gegevens zal aanleveren met betrekking tot samenwerkingsverbanden met zorgaanbieders (zowel in de 2e lijn als AWBZ) die tot doel hebben om de gehele zorgketen te borgen; - hij maandelijks een ingevulde productiemonitor conform de indieningstermijnen AWBZ aanlevert. De offerte (met bijlagen) dient te worden ingediend via mailadres: aart.bolluijt@zorgenzekerheid.nl Voor eventuele vragen en inlichtingen kunt u tot uiterlijk 1 december 2013 telefonisch contact opnemen met de heer A. Bolluijt ( Zorginkoper) op telefoonnummer: (071) 5 825 945. Tijdpad Uiterlijk 22 november 2014 verstuurt Zorg en Zekerheid het inkoopbeleid GRZ 2014 digitaal naar de betreffende zorgaanbieders. De zorgaanbieder heeft tot uiterlijk 9 december 2012 de mogelijkheid om de offerte in te dienen. Op basis van de ingediende offertes volgen er inkoopgesprekken in week 50 en week 51. Het secretariaat van Zorg en Zekerheid zal u daar t.z.t. voor benaderen. Uiterlijk 31 december 2012 volgt verzending van de afspraken naar de NZa door Zorg en Zekerheid met een cc. naar de zorgaanbieder.

Vervolgafspraken De inkoopprocedure GRZ 2014 is in eerste instantie vooral een technische procedure, gericht op het maken van (financiële) afspraken. Begin 2014 zullen wij met de zorgaanbieders die daar prijs op stellen een afspraak inplannen om meer (zorg)inhoudelijk over de geriatrische revalidatiezorg te kunnen spreken. Het secretariaat van Zorg en Zekerheid zal u daar t.z.t. voor benaderen.