Voorwoord. Dit rapport bevat drie soorten documenten :

Vergelijkbare documenten
Dankwoord. Peillaboratoria

Respiratoir Syncytiaal Virus

in vergelijking met 2002, daling van het aantal laboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden in Wallonië (2002 : N=19, 2003 : N=14; tabel 2).

Respiratoir Syncytiaal Virus

Respiratoir Syncytiaal Virus

Dankwoord. Peillaboratoria

in vergelijking met 2002, stabilisatie van het aantal laboratoria die ten minste één geval diagnosticeerden (tabel 2).

Respiratoir Syncytiaal Virus

Influenza B. Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk. Peillaboratoria. 1. Doelstellingen. 2. Representativiteit in 2004

Mycoplasma pneumoniae

Streptococcus pyogenes

in vergelijking met 2001, lichte stijging van het aantal laboratoria die ten minste 1 infectie registreerden (tabel 2).

Oostende Waremme

Chlamydia trachomatis

Bordetella pertussis

Bordetella pertussis

in vergelijking met 2002 en 2003, daling van het aantal laboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden (tabel 2).

Influenza A. Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk. Peillaboratoria. 1. Doelstellingen. 2. Evolutie van het aantal deelnemers

Respiratoir Syncytiaal Virus

Haemophilus influenzae

Yersinia enterocolitica

Dr. B. BROCHIER W.I.V. - Virologie J. Wytsmanstraat, Brussel Tel. : 02/ Fax : 02/

Dankwoord. Peillaboratoria

Dankwoord. Peillaboratoria

Chlamydia trachomatis

Dankwoord. Peillaboratoria

Philippeville

Dr. B. BROCHIER W.I.V. - Virologie J. Wytsmanstraat, Brussel Tel. : 02/ Fax : 02/

Dr. B. BROCHIER W.I.V. - Virologie J. Wytsmanstraat, Brussel Tel. : 02/ Fax : 02/

Dr. B. BROCHIER W.I.V. - Virologie J. Wytsmanstraat, Brussel Tel. : 02/ Fax : 02/

Arrondissement N % N % N % N % N % N % N % N % N % Antwerpen

Arrondissement N % N % N % N % N % N % N % N % N % N %

Jaar N Jaar N. Leeftijdsgroep < 1 j. 0 1 j. - 4 j j j j j j j j j. 96 > 65 j.

Jaar N Jaar N. Leeftijdsgroep < 1 j. 0 1 j. - 4 j. 4 5 j j j j j j j j. 88 > 65 j.

Borrelia burgdorferi. Gegevens van de Referentielaboratoria. Inleiding. Voornaamste epidemiologische karakteristieken

Borrelia burgdorferi. Gegevens van de Referentielaboratoria. Inleiding. Voornaamste epidemiologische karakteristieken

Dankwoord. Peillaboratoria

Dankwoord. Peillaboratoria

Voorwoord Peillaboratoria Referentielaboratoria Peillaborato- ria + Referentielaboratoria

Voorwoord. Dit rapport bevat drie soorten documenten :

Voorwoord. Dit rapport bevat drie soorten documenten :

Voorwoord. Dit rapport bevat drie soorten documenten:

Voorwoord. Dit rapport bevat drie soorten documenten :

Neisseria meningitidis

Voorwoord. Dit rapport bevat drie soorten documenten :

Voorwoord. Dit rapport bevat drie soorten documenten :

2004 NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR NEISSERIA MENINGITIDIS

Nombre de patients uniques ayant subi une oesophagectomie, par hôpital en 2012 en Belgique

Chômeurs complets mis au travail en ateliers protégés - Hommes - LIEU D'HABITATION

Neisseria meningitidis

Statistiques Médecins - Geneesheren Statistieken toetreding akkoord , 2/3/2016, geografisch

Nombre de travailleurs assujettis à l'o.n.s.s. répartis par classe d'âge - Hommes - LIEU D'HABITATION

Chômeurs complets mis au travail en ateliers protégés - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Neisseria meningitidis. Neisseria meningitidis stammen afgezonderd in België in 2007

Chômeurs complets de 58 ans et plus (50 ans et plus avec passé professionnel) (*) - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION

Neisseria meningitidis

NEISSERIA MENINGITIDIS STAMMEN AFGEZONDERD IN BELGIE, IN 2002

Chômeurs complets de 58 ans et plus (50 ans et plus avec passé professionnel) (*) - Hommes - LIEU D'HABITATION

ZIEKENHUISTARIEVEN EN INFORMATIEVERSTREKKING

Total des attributaires sur base de prestations de travail - LIEU D'HABITATION

2005 NATIONAAL REFERENTIECENTRUM VOOR NEISSERIA MENINGITIDIS

Chômeurs complets dispensés d'inscription (*) - Unités physiques - Hommes - LIEU D'HABITATION

Aantal unieke patiënten waarbij oesofagectomie werd uitgevoerd, per ziekenhuis in 2012 in België

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : huidig erkende functies per vestigingsplaats

MANDATARISSEN PER PE 40 ZETELS MANDATAIRES PAR EP 40 SIEGES Berekening van het aantal zetels Mode de calcul du nombre de sièges (art.

Statistiques Médecins - Artsen Statistieken 19/3/2018 (eindtabel akkoord )

VREDEGER AR CORR 2009 Arrondissementen % van gemiddelde aantal < 100 % Subtotaal 5707 Ger. Arr. Dend. Afd. Aalst

VREDEGER B-reeks VERSCHIL Arrondissementen % 1 Aalst I Aalst II Ninove Subtotaal Ger.

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : huidig erkende functies per vestigingsplaats

THEMA I.2. Aantal ligdagen in klassieke hospitalisatie

Vastgoed is een bron van een kapitaalstroom met een jaarlijks debiet van vermoedelijk omtrent 1/3 BBP Vastgoed is zowel voor particulieren als voor

Medische microbiologie. Onderzoekspakket MSL MM

Nombre de patients uniques ayant subi une oesophagectomie, par hôpital en 2012 en Belgique

THEMA I.1. Aantal klassieke ziekenhuisverblijven

THEMA I.4. Ziekenhuismortaliteit in klassieke hospitalisatie

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven

Volume complexe ingrepen VAN

IC-29. De Panne. Gent. Aalst. Brussel. Brussel-Nat-Luchthaven. Leuven. Landen. Dienstregelingen geldig vanaf

JAARVERSLAG. Nationaal Referentiecentrum voor Neisseria meningitidis. Neisseria meningitidis stammen afgezonderd in België in 2008

Medische microbiologie. Onderzoekspakket MSL MM

Lijst met GKB-codes zoals deze eind 2009 van kracht waren

Algemene ziekenhuizen : erkenningsbesluiten : momenteel geldend voor niercentra

THEMA IV.1. Tuberculose

Streptococcus pneumoniae

Nood aan concentratie van expertise voor zeldzame en complexe aandoeningen

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : hospitalisatiediensten : huidig aantal erkende bedden per vestigingsplaats

Medische microbiologie. Onderzoekspakket MSL MM

PSEUDO-CODE DE LA NOMENCLATURE SAMBREVILLE (AUVELAIS) BORNEM 43,93 SINT-J OZEFKLINIEK BORNEM

REGIONALE PATENTACTIVITEIT VLAANDEREN EN BELGIË

Prix par journée - Prijs per dag

Analyse van de uitgaven

THEMA IV.3. Diabetes Mellitus

RSV en influenza seizoen

Zorgvragers en zorgverstrekkers Amai! Wat een uitdaging

Streptococcus pneumoniae

IC-35. Brussel. Brussel-Nat.-Luchthaven. Antwerpen. Den Haag (NL) Amsterdam (NL) Dienstregelingen geldig vanaf

Algemene ziekenhuizen : erkenningssituatie : hospitalisatiediensten : huidig aantal erkende bedden per vestigingsplaats

Prix par journée - Prijs per dag

Transcriptie:

Voorwoord Dit rapport bevat drie soorten documenten : de documenten die door het W.I.V. zijn opgemaakt op basis van de gegevens verzameld door een netwerk van peillaboratoria, in het kader van de surveillance van infectieuze aandoeningen (cf. hoofding Peillaboratoria); de documenten die door de referentielaboratoria zijn opgemaakt per ziektekiem waarvoor zij verantwoordelijk zijn (cf. hoofding Referentielaboratoria); de documenten die door het W.I.V. zijn opgemaakt op basis van de gegevens verzameld door een netwerk van peil- en referentielaboratoria, in het kader van de surveillance van infectieuze aandoeningen (cf. hoofding Peillaboratoria + Referentielaboratoria). Voorwoord

Peillaboratoria Dankwoord Wij bedanken de verantwoordelijken van de peillaboratoria die aan de registratie van 21 hebben deelgenomen. De lijst van deze laboratoria wordt per provincie en per postcode voorgesteld. 2 Antwerpen Centraal Laboratorium Antwerpen 2 Antwerpen Instituut Tropische Geneeskunde 218 Antwerpen Alg. Medisch Laboratorium 218 Antwerpen Clinilabo 22 Antwerpen A.Z. Middelheim 26 Antwerpen A.Z. Stuivenberg 217 Merksem A.Z. Jan Palfijn 22 Herentals Centrum voor Medische Analyse 22 Herentals St.-Elisabethziekenhuis 222 Heist-op-den-Berg Somedi Lab 23 Turnhout A.Z. St.-Jozef 23 Turnhout St.-Elisabethziekenhuis 235 Vosselaar Medisch Lab Kempen 244 Geel Alg. Z. St.-Dimpna 25 Lier Cedibel 257 Duffel A.Z. St.-Norbertus 265 Edegem U.Z.-Antwerpen 28 Mechelen St.-Jozefziekenhuis 28 Mechelen Stedelijk O.L.V.-Ziekenhuis 282 Bonheiden Imeldaziekenhuis 285 Boom A.Z. Van Enschodt 293 Braschaat Ziekenhuis Vesalius 298 Zoersel A.Z. St.-Jozef Dankwoord 1

Dankwoord Peillaboratoria 1 Brussel Labo van Dokters Staquet 1 Brussel St.-Pieter Ziekenhuis 14 Brussel Centraal Labo 15 Brussel Centre Hosp. Etterbeek-Ixelles 15 Brussel W.I.V. - Afdeling Bacteriologie 16 Brussel Inst. de Biologie Clinique 17 Brussel Erasmus Ziekenhuis 18 Brussel Hôpital Français Reine Elisabeth 19 Brussel A.Z. - V.U.B. 19 Brussel C.H.U. Brugmann 112 Brussel Militair Hosp. Koningin Astrid 12 Brussel U.C.L. St-Luc 121 Brussel Clin. St-Etienne 2 Dankwoord

Peillaboratoria Dankwoord 134 Ottignies Clin. St-Pierre 142 Braine-l'Alleud Hôpital de Braine-l'Alleud-Waterloo Dankwoord 3

Dankwoord Peillaboratoria 173 Asse H. Hartkliniek 18 Vilvoorde Van Helmont Ziekenhuis 3 Leuven H. Hartkliniek 3 Leuven Medisch Centrum voor Huisartsen 3 Leuven U.Z. St.-Rafaël 329 Diest A.Z. Diest 33 Tienen H. Hartkliniek 4 Dankwoord

Peillaboratoria Dankwoord 8 Brugge A.Z. St.-Jan 8 Brugge Lab voor Medische Biologie 831 Brugge A.Z. St.-Lucas 84 Oostende Alg. Bio-Klinisch Lab 84 Oostende Alg. Z. H. Hart 84 Oostende A.Z. Damiaan 85 Kortrijk Kliniek Maria's Voorzienigheid 85 Kortrijk Medisch Lab Bruyland 87 Tielt St.-Andriesziekenhuis 879 Waregem Lab Klinische Biologie 879 Waregem Kliniek O.L.V.-Lourdes 88 Roeselare H. Hartziekenhuis 88 Roeselare Stedelijk Ziekenhuis 882 Torhout Kliniek St.-Rembert 887 Izegem St.-Jozefkliniek 89 Ieper O.L.V.-Gasthuis Moederhuis 893 Menen St.-Joriskliniek en Materniteit Dankwoord 5

Dankwoord Peillaboratoria 9 Gent A.Z. St.-Lucas 9 Gent Alg. Ziekenhuis 9 Gent Kliniek Maria Middelares 9 Gent Medisch Lab Medilab 9 Gent U.Z. - R.U.G. 91 St.-Niklaas Alg. Kliniek Maria Middelares 91 St.-Niklaas Stadskliniek 916 Lokeren Lab Lokeren 92 Dendermonde A.Z. St.-Blasius 92 Dendermonde Medisch Lab Medina 93 Aalst Lab Aalst 93 Aalst Median Lab 93 Aalst O.L.V.-Ziekenhuis 96 Zottegem Alg. Z. St.-Elisabeth 988 Aalter Medina 99 Eeklo H. Hartkliniek 994 Gent Lab Parijs-Nuytinck 6 Dankwoord

Peillaboratoria Dankwoord 6 Charleroi Labo de Biologie Clinique 64 Jumet C.H.U. Charleroi 641 Gosselies Clin. Notre-Dame de Grâce 66 Gilly Clinique St-Joseph 611 Montigny-Le-Tilleul Hôpital Vésale 646 Chimay Centre de Santé des Fagnes 653 Thuin L.P.M.E. 654 Lobbes Clin. St-Joseph 7 Mons Hôpital Ambroise Paré 7 Mons Labo Libem 76 Soignies Labo d'anal. Médicales La Bassos 79 Braine-le-Comte Labo d'anal. Médicales La Bassos 71 La Louvière Centre Hospitalier de Tivoli 713 Binche Labo Frère-Larebio 7331 Baudour Clin. L. Caty 75 Tournai Clin. La Dorcas 75 Tournai I.M.C. 77 Mouscron Clin. Refuge de la Ste-Famille 77 Mouscron Labo d'analyses Médicales 78 Ath Centre Hospitalier du Pays d'ath 785 Enghien Labo de Biologie Médicale Dankwoord 7

Dankwoord Peillaboratoria 4 Liège Clin. St-Joseph 4 Liège U.Lg. 42 Liège Inst. Prov. E. Malvoz 432 Chênée Clin. Notre-Dame des Bruyères 45 Huy Centre Hospitalier Hutois 462 Fléron Labo d'analyses Médicales Ralet 47 Eupen Hôpital St-Niklaus 48 Verviers Centre de Diagnostic 48 Verviers Centre Hospitalier Peltzer La Tourelle 496 Malmédy Clin. Reine Astrid 8 Dankwoord

Peillaboratoria Dankwoord 35 Hasselt Centraal Laboratorium 35 Hasselt Salvatorziekenhuis 35 Hasselt Virga Jesse Ziekenhuis 355 Heusden-Zolder St.-Franciskusziekenhuis 36 Genk Ziekenhuis Oost-Limburg 38 St.-Truiden Regionaal Ziekenhuis St.-Trudo 391 Neerpelt H. Hartkliniek 392 Lommel Maria Middelaresziekenhuis Dankwoord 9

Dankwoord Peillaboratoria 67 Arlon Clin. du Sud-Luxembourg 68 Libramont Centre Hospilalier de l'ardenne 1 Dankwoord

Peillaboratoria Dankwoord 5 Namur Centre Hospitalier Régional 51 Belgrade Labo Medic 54 Namur Labo Médical du Sud 56 Auvelais Centre Hospitalier Reine Fabiola 55 Dinant Clin. Ste-Anne 553 Yvoir U.C.L. Mont-Godinne Dankwoord 11

Dankwoord Peillaboratoria Wij danken ook de verantwoordelijken voor de referentielaboratoria (bijlage 1) die aan de surveillance van 21 hebben deelgenomen : Dokters G. BIGAIGNON en M. VAN RANST voor Borrelia burgdorferi; Dokter S. LAUWERS voor Bordetella pertussis, Corynebacterium diphteriae en Legionella penumophila; Dokter J. GODFROID voor Brucella; Dokter G. ZISSIS voor Campylobacter; Mevrouw M. TURNEER voor Clostridium botulinum; Dokter D. SWINNE voor Cryptococcus neoformans; De heer T. VERVOORT voor Cryptosporidium, Cyclospora, Entamoeba histolytica, Leishmania, Leptospira en Plasmodium; Dokter H. GOOSSENS voor Enterococcus en Streptococcus pyogenes; Dokter D. PIERARD voor Escherichia coli; Dokter F. CROKAERT voor Haemophilus influenzae; Dokter C. VANDENVELDE voor Hantavirus; Dokter R. VRANCKX voor Hepatitis A, B, C; Dokter M. STRUELENS voor Legionella pneumophila en Staphylococcus aureus; Dokter M. YDE voor Listeria monocytogenes; Dokters F. PORTAELS en M. DUFAUX voor Mycobacterium; Mevrouw F. CARION voor Neisseria meningitidis; Dokter F. COSTY voor Rabies; Dokter I. WYBO voor Salmonella en Shigella; Dokter C. GODARD voor Staphylococcus aureus (faagtypering); Dokter P. MELIN voor Streptococcus agalactiae; Dokter J. VERHAEGEN voor Streptococcus pneumoniae en Yersinia; Dokters M. UYDEBROUCK en M. WANLIN voor multiresistente tuberculose; Dokters G. WAUTERS en M. DELMEE voor Yersinia; Dokter G. CORNELIS voor Yersinia pestis; Dokter R. VANHOOF voor resistentie tegen aminoglycosiden. Wij bedanken ook de volgende leden van de afdeling Epidemiologie van het W.I.V voor hun kostbare bijdrage : Dokter F. VAN LOOCK als verantwoordelijke voor het surveillanceprogramma, De heer Y. DUPONT voor het gegevensbeheer, Mevrouw M. MEGANCK en mevrouw E. DE BLANC voor de gegevensinvoer, Mevrouw L. DE GENDT voor de gegevensvalidatie, De heer G. JEANFILS voor het verwerken van de gegevens en het maken van de figuren in dit verslag, Mevrouw A. MOTTE voor de vertaling van de documenten in dit verslag. Tot slot bedanken wij ook het personeel van de drukkerij voor het drukken van dit document. 12 Dankwoord

Peillaboratoria Samenvatting Doelstellingen van het peillaboratorianetwerk jaarlijkse en maandelijkse opvolging van de epidemiologische trends betreffende de geregistreerde micro-organismen; opsporing van infectiehaarden; schatting van de incidentie van de geregistreerde kiemen op nationaal en arrondissementsniveau : ook al is de schatting soms een onderschatting van de reële incidentie, zij kan worden gebruikt als indicator voor de incidentie. De schatting brengt echter moeilijkheden teweeg wanneer men ze wil vergelijken met de cijfers van andere landen; de schatting van de incidentie kan worden gebruikt voor de analyse van de epidemiologische trends van de geregistreerde micro-organsimen; verspreiding van de verzamelde informatie onder de deelnemende laboratoria, de autoriteiten en de instellingen/personen die betrokken zijn bij de surveillance van infectieuze aandoeningen. Aantal deelnemende laboratoria 127 peillaboratoria, dit is 54% van het totaal aantal laboratoria erkend voor microbiologie in 21; lokalisatie van de peillaboratoria : 57% in Vlaanderen, 31% in Wallonië en 12% in Brussel; vergelijkbare lokalisatie van alle laboratoria voor microbiologie : 54% in Vlaanderen, 33% in Wallonië en 13% in Brussel. Evolutie van de nationale incidentie van de voornaamste ziektekiemen in vergelijking met 2, toename van de incidentie van infecties met N. meningitidis (op basis van de gegevens van het referentielaboratorium : 2 : 2,6/1 5, 21 : 3,7/1 5 ) : deze toename kan het gevolg zijn van de toename van het aantal infecties met serogroep C; in vergelijking met 2, toename van de incidentie van seksueel overdraagbare aandoeningen met C. trachomatis (1999 : 7,8/1 5, 2 : 6,7/1 5, 21 : 7,5/1 5 ) en N. gonorrhoeae (1999 : 1,7/1 5, 2 : 1,4/1 5, 21 : 2,4/1 5 ); in vergelijking met 2, toename van de incidentie van infecties met M. pneumoniae (2 : 35,5/1 5, 21 : 39,6/1 5 ) : deze toename is vooral vastgesteld in de maand januari (2 : N=289-48 laboratoria; 21 : N=616-61 laboratoria) en kan het gevolg zijn van de toename van het aantal laboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden; in vergelijking met 2, toename van de incidentie van infecties met S. pneumoniae (2 : 13,3/1 5, 21 : 15,/1 5 ); deze toename is ook in het referentielaboratorium vastgesteld (2 : N=122, 21 : N=1434); in vergelijking met 2, stabilisatie van de incidentie van infecties met Campylobacter (1998 : 65/1 5, 1999 : 64/1 5, 2 : 73/1 5, 21 : 72/1 5 ); sinds 1999, daling van de incidentie van infecties met Salmonella sp. (1999 : 138/1 5, 2 : 12/1 5, 21 : 68/1 5 ). Beschrijving van enkele infectiehaarden 1. Campylobacter lokalisatie van 749 gevallen in het arrondissement Leuven (1999 : N=636, 2 : N=775); lokalisatie van 811 gevallen in het arrondissement Turnhout (1999 : N=65, 2 : N=735); lokalisatie van 489 gevallen in het arrondissement Mechelen, waarvan 127 in Heist-op-den-Berg (1999 : N=11, 2 : N=121). 2. Chlamydia trachomatis opmerkelijk is de toename van het aantal gediagnosticeerde gevallen in het arrondissement Antwerpen (2 : N=133, 21 : N=171) en in Brussel (2 : N=13, 21 : N=165). 3. Neisseria gonorrhoeae opmerkelijk is de toename van het aantal gediagnosticeerde gevallen in het arrondissement Antwerpen (2 : N=41, 21 : N=72). 4. Mycoplasma pneumoniae opmerkelijk is het hoog aantal gediagnosticeerde gevallen in de arrondissementen Turnhout (2 : N=487, 21 : N=71) en Charleroi (2 : N=55, 21 : N=622). Samenvatting 1

Samenvatting Peillaboratoria 5. N. meningitidis opmerkelijk is de toename van het aantal gevallen met groep C in het arrondissement Antwerpen (2 : N=2, 21 : N=47). 6. Hepatitis A lokalisatie van 112 gevallen in Brussel (1999 : N=125, 2 : N=158) waarvan 27 in Schaarbeek, 21 in Sint-Jans- Molenbeek en 19 in Anderlecht; bovendien zijn 45/112 (4%) gevallen kinderen tussen 5 en 14 jaar, terwijl het gemiddelde voor dit infectietype en deze leeftijdsgroep 32% bedraagt. Aanbevelingen omdat in bepaalde Belgische arrondissementen heel wat aandoeningen (S. pneumoniae, H. influenzae, Influenza A, hepatitis A) optreden waarvoor een vaccin bestaat, strekt efficiëntere vaccinatie van de doelgroepen tot de aanbeveling; het is belangrijk om de evolutie van niet-griepale acute luchtweginfecties op de voet te volgen, met name per provincie of zelfs per arrondissement, zodat huisartsen hun behandeling kunnen aanpassen in functie van de in omloop zijnde bacteriën (S. pneumoniae en M. pneumoniae) en/of virussen (R.S.V. en Parainfluenza); het is van belang dat de bevolking wordt ingelicht over mogelijke preventieve maatregelen om minder snel één of andere infectieziekte op te lopen (hepatitis A, ziekte van Lyme, hantavirose, gastro-intestinale infecties, cf. webstek van het W.I.V.); het zou nuttig zijn om een grondige studie te maken over de oorzaak van het groot aantal infecties met Campylobacter, Giardia, Y. enterocolitica en Cryptosporidium in bepaalde arrondissementen van het land. 2 Samenvatting

Peillaboratoria Inleiding Sinds 1983 coördineert de Afdeling Epidemiologie van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (W.I.V.), voorheen Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie (I.H.E.), de nationale surveillance van infectieuze aandoeningen via een netwerk van laboratoria voor microbiologie, peillaboratoria genoemd. Aan dit surveillanceprogramma zijn een veertigtal referentielaboratoria verbonden. Zij bevestigen de diagnose die door de peillaboratoria en andere Belgische laboratoria is gesteld, typeren de ontvangen stalen, bestuderen de antibioticaresistentie van de stalen, bieden andere kostbare epidemiologische gegevens omtrent de verzamelde informatie (bijlage 1). Doelstellingen van het surveillancenetwerk jaarlijkse en maandelijkse opvolging van de epidemiologische trends van de geregistreerde micro-organismen, opsporing van infectiehaarden, opvolging van de invloed van de vaccinatieprogramma s op de evolutie van het aantal diagnoses per leeftijdscategorie, verspreiding van de verzamelde gegevens onder de deelnemende laboratoria, de overheid en de instellingen die zich bezighouden met de preventie van aandoeningen die het gevolg zijn van micro-organismen. Doelstellingen van het jaarrapport beschrijving van de epidemiologische trends van de geregistreerde micro-organismen, voorstelling van de doelstellingen van de surveillance van elke geregistreerde kiem, voorstelling van de representativiteit van het surveillancenetwerk voor elke geregistreerde kiem, voorstelling van de evolutie van de incidentie van de geregistreerde infecties op nationaal en arrondissementsniveau, beschrijving van de voornaamste epidemiologische kenmerken van de patiënten met een positieve diagnose wat betreft de geregistreerde kiemen, met name verdeling per geslacht en leeftijdsgroep, voorstelling van de evolutie van de verspreiding van de diagnoses in functie van de oorsprong van de afgenomen stalen, voorstelling van de seizoensevolutie van de voornaamste geregistreerde kiemen, voorstelling van de geografische lokalisatie van de geregistreerde kiemen in 22, voorstelling van een reeks aanbevelingen die het mogelijk moeten maken om het aantal geregistreerde infecties te beperken. Doelstellingen van de rapporten van de referentielaboratoria voorstelling van de voornaamste epidemiologische kenmerken van de patiënten van wie een staal naar het referentielaboratorium is verstuurd door een peillaboratorium of door een ander Belgisch laboratorium voor microbiologie, voorstelling van de geografische lokalisatie van de stalen die in 22 zijn ontvangen, beschrijving (en opvolging van de evolutie) van de verschillende stamtypes die in 22 zijn geanalyseerd, onderzoek (en opvolging van de evolutie) naar de antibioticaresistentie van de stammen die in 22 zijn geanalyseerd in functie van hun type en de oorsprong van het afgenomen staal. Inleiding 1

Peillaboratoria Methoden Basisprincipes van het surveillancenetwerk de deelname van de peillaboratoria gebeurt op vrijwillige basis en wordt niet vergoed; elk deelnemend laboratorium wordt door een bioloog geleid; de registratie gebeurt op regelmatige tijdstippen, m.a.w. wekelijks; de aangifte van de patiënt blijft anoniem. Inhoud van de registratie infecties ter hoogte van de luchtwegen en het centraal zenuwstelsel, acute luchtweginfecties, gastro-intestinale infecties, zoönosen, seksueel overdraagbare aandoeningen, geïmporteerde infecties. Registratietypes op een registratieformulier (bijlage 2), via elektronische weg, met behulp van het programma Epi-Lab. Hiermee kunnen de gegevens worden ingevoerd en naar de server van het W.I.V. worden verstuurd. Beschrijving van de registratie betreffende het laboratorium : toegekend identificatienummer in functie van de lokalisatie van het laboratorium; betreffende de patiënt : geslacht, geboortedatum, postcode van de woning of van de plaats waar de besmetting vermoedelijk plaats heeft gehad of het land van oorsprong van de infectie; betreffende het staal : week waarin de diagnose werd gesteld, plaats waar het staal werd afgenomen. Gebruikte afkortingen A.L.I. : acute luchtweginfecties, aantal consultaties : aantal consultaties (in de praktijk of bij een huisbezoek) van geneesheren die deelnemen aan het surveillanceprogramma van A.L.I. en griep, C.S.V. : cerebrospinaal vocht, griepale A.L.I. : door een netwerk van geneesheren gediagnosticeerde acute luchtweginfecties bij patiënten met een griepale symptomatologie, m.a.w. : plotse aanvang, koorts, spierpijnen en respiratoire symptomen, incidentie : in dit rapport betreft het een indicator van de incidentie aangezien slechts 48% van de Belgische laboratoria voor microbiologie aan het netwerk deelneemt; toch moet worden gepreciseerd dat de meeste grote laboratoria die deelnemen aan het surveillanceprogramma zijn verbonden aan een ziekenhuis; de vermelde incidenties in dit rapport zijn dus bruikbaar als indicator voor de nationale incidentie en de evolutie van de incidentie, ook al houden de cijfers soms een onderschatting van de werkelijke incidentie in, niet-griepale A.L.I. : door een netwerk van geneesheren gediagnosticeerde acute luchtweginfecties bij patiënten met een infectie ter hoogte van de bovenste, middenste en onderste luchtwegen, nl. een banale verkoudheid, faryngitis, otitis media, laryngitis, bronchitis en pneumonie, O.R. : Odds Ratio, P.L. : peillaboratorium, R.L. : referentielaboratorium, R.S.V. : respiratoir syncytiaal virus, registratiefrequentie : aantal jaarlijks geregistreerde diagnoses door de peillaboratoria/aantal formulieren, totale A.L.I. : aantal contacten met griepale en/of niet-griepale A.L.I./1 contacten. Methoden 1

Methoden Peillaboratoria Representativiteit van het netwerk in 21 deelname van 127 peillaboratoria verspreid over 34 van de 43 arrondissementen in het land, dit is 54% (127/237) van alle in 21 erkende laboratoria voor microbiologie, geen laboratoria voor microbiologie in de arrondissementen Philippeville, Virton en Waremme, geen peillaboratoria in de arrondissementen Diksmuide, Veurne, Oudenaarde, Tongeren, Bastogne, Marche-en- Famenne, deelname van ten minste de helft van de erkende laboratoria in 28 arrondissementen, lokalisatie van de peillaboratoria : 57% in Vlaanderen, 31% in Wallonië en 12% in Brussel (tabel 1), vergelijkbare lokalisatie van de laboratoria voor microbiologie : 54% in Vlaanderen, 33% in Wallonië en 13% in Brussel (figuur 1), indeling van de peillaboratoria in 7% laboratoria verbonden aan een ziekenhuis en 3% privé-laboratoria : deze indeling verschilt van de indeling van alle laboratoria erkend voor microbiologie, respectievelijk 54% en 46% (figuur 1). Tabel 1 : verspreiding van de peillaboratoria per arrondissement (N, 1998-21) 1998 1999 2 21 Arrondissement N T % N T % N T % N T % Antwerpen 12 28 43 12 28 43 11 24 46 11 22 5 Mechelen 6 1 6 6 9 67 6 9 67 6 9 67 Turnhout 6 12 5 6 12 5 6 9 67 6 9 67 Halle-Vilvoorde 1 7 14 2 7 29 2 7 29 2 7 29 Leuven 5 6 83 5 6 83 5 6 83 5 6 83 Brugge 4 11 36 4 11 36 4 1 4 4 1 4 Diksmuide 1 1 1 1 Ieper 3 6 5 3 6 5 3 6 5 1 1 1 Kortrijk 6 8 75 5 7 71 5 7 71 5 6 83 Oostende 3 5 6 3 5 6 3 5 6 3 3 1 Roeselare 3 4 75 2 4 5 2 4 5 2 4 5 Tielt 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Veurne 1 3 33 1 3 33 1 3 33 1 2 5 Aalst 4 8 5 4 8 5 4 8 5 4 7 57 Dendermonde 2 3 67 2 2 1 2 2 1 2 2 1 Eeklo 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Gent 6 14 43 7 14 5 7 13 54 7 12 58 Oudenaarde 5 4 4 3 St.-Niklaas 3 1 3 3 1 3 3 9 33 3 8 38 Hasselt 7 1 7 6 1 6 6 11 55 6 1 6 Maaseik 2 3 67 2 3 67 2 3 67 2 3 67 Tongeren 1 1 1 1 Vlaanderen 76 157 48 75 153 49 74 144 51 72 128 56 Brussel 15 36 42 13 36 36 13 36 36 16 3 53 Nivelles 2 11 18 2 11 18 2 11 18 2 1 2 Ath 1 3 33 1 3 33 1 2 5 1 2 5 Charleroi 5 8 63 5 7 71 5 7 71 5 6 83 Mons 3 1 3 3 9 33 3 8 38 3 8 38 Mouscron 2 2 1 2 2 1 2 2 1 2 2 1 Soignies 4 6 67 4 5 8 4 5 8 3 5 6 Thuin 4 4 1 4 4 1 4 4 1 4 4 1 Tournai 2 4 5 3 3 1 2 3 67 2 3 67 Huy 1 2 5 1 2 5 1 2 5 1 2 5 Liège 6 21 29 5 18 28 5 18 28 5 16 31 Verviers 4 7 57 4 7 57 4 7 57 4 7 57 Waremme -- -- -- -- Arlon 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 5 Bastogne 1 3 33 2 1 1 Marche-en-Fam. 2 2 2 2 Neufchâteau 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Virton 1 1 1 -- Dinant 2 2 1 2 2 1 2 2 1 2 2 1 Namur 3 8 38 3 7 43 3 7 43 3 7 43 Philippeville -- -- -- -- Wallonië 42 96 44 41 87 47 4 83 48 39 79 49 België 133 289 46 129 276 47 127 263 48 127 237 54 N : aantal peillaboratoria T : aantal laboratoria voor microbiologie W.I.V. - Epidemiologie LV 2 Methoden

Peillaboratoria Methoden Figuur 1 : verspreiding van de peillaboratoria per arrondissement (%, 21) AL : AR : AT : AW : B : BG : BS : CR : DK : DM : DN : EK : GT : HS : HV : HY : IP : KR : LG : LV : MC : MH : MN : MR : MS : NC : NM : NV : OD : OS : PV : RS : SG : SN : TG : TH : TL : TN : TR : VR : VT : VV : WR : * 4/8 1/1 1/2 11/28 14/43 4/13 1/3 7/8 /1 2/4 2/2 1/1 7/19 7/12 1/7 1/2 3/6 6/8 5/19 6/8 2/4 6/11 4/9 /1 2/2 1/2 3/7 3/9 /5 3/5 / 2/4 4/8 3/1 /3 4/11 1/1 4/4 3/6 1/3 /1 4/7 /1 : Aalst : Arlon : Ath : Antwerpen : Brussel : Brugge : Bastogne : Charleroi : Diksmuide : Dendermonde : Dinant : Eeklo : Gent : Hasselt : Halle-Vilvoorde : Huy : Ieper : Kortrijk : Liège : Leuven : Mouscron : Mechelen : Mons : Marche-en-Fam. : Maaseik : Neufchâteau : Namur : Nivelles : Oudenaarde : Oostende : Philippeville : Roeselare : Soignies : St.-Niklaas : Tongeren : Turnhout : Tielt : Thuin : Tournai : Veurne : Virton : Verviers : Waremme VR DK IP OS MC RS BG TL KR TR EK GT OD AT MN AL DM SG SN HV TN > - 49 > 49-99 1 geen erkend labo B CR AW MH NV PV TH LV NM DN MS HS TG TG WR LG VV HY MR BS NC AR VT WIV-LV Aantal deelnemers in 21 indiening van 629 registratieformulieren, dit is 94% van het aantal verwachte formulieren, maximum aantal wekelijks ontvangen formulieren : 125, dit is 98%, minimum aantal wekelijks ontvangen formulieren : 111, dit is 87%, opmerkelijk is de dalende trend van het aantal ontvangen formulieren tussen de eerste helft (gemiddeld 122 formulieren) en de tweede helft (gemiddeld 12 formulieren) van 21 (figuur 2). Figuur 2 : evolutie van het wekelijks aantal ontvangen formulieren in 21 (1/1/21-3/12/21) aantal formulieren % 125 WIV-LV 1 12 95 115 9 11 J F M A M J J A S O N D Methoden 3

Methoden Peillaboratoria Evolutie van het peillaboratorianetwerk sinds 1999 stabilisatie van het aantal peillaboratoria die deelnemen aan het surveillancenetwerk, sinds 1988 lichte stijging van het percentage tussen het aantal peillaboratoria en het totaal aantal laboratoria erkend voor microbiologie, ten gevolge van de fusie van sommige laboratoria voor microbiologie (tabel 2). Tabel 2 : evolutie van het aantal peillaboratoria (1983-21) Jaar N %* Jaar N %* 1983 11 25 1993 142 37 1984 114 28 1994 141 41 1985 159 4 1995 125 43 1986 154 38 1996 14 44 1987 15 37 1997 134 44 1988 139 34 1998 133 46 1989 139 35 1999 129 47 199 142 35 2 127 48 1991 144 36 21 127 54 1992 141 36 * : (aantal peillaboratoria/totaal aantal laboratoria voor microbiologie) x 1 Verspreiding van de verzamelde gegevens wekelijkse rapporten, ter beschikking van elke persoon die in het bezit is van het programma Epi-Lab, wekelijkse rapporten over A.L.I., van september tot april beschikbaar op papier en op de webstek (bijlagen 4 en 5), maandelijkse rapporten om de aandacht van de lezers te vestigen op het feit dat in een bepaalde maand sommige kiemen in een of ander Belgisch arrondissement toenamen; beschikbaar op papier en op de webstek (bijlage 3), jaarlijkse rapporten met als belangrijkste doelstelling de epidemiologische trends van een welbepaalde kiem sinds het begin van de registratie weer te geven; beschikbaar op papier en op de webpagina s, informatiebrochures over sommige ziektes voor de bevolking (nu beschikbaar : hepatitis A, Lyme-ziekte, hantavirose, meningitis, voedseltoxi-infectie); de brochures hebben tot doel de bevolking in te lichten omtrent het bestaan van de ziektes, de mogelijke preventieve maatregelen, de te treffen maatregelen indien een van de ziektes wordt vermoed; de informatie is beschikbaar op papier en op de webstek (bijlagen 6 tot 1); Internetadres : van de afdeling Epidemiologie van het W.I.V. : http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl van het surveillanceprogramma voor infectieuze aandoeningen : http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/index8.htm van het jaarrapport 21 : http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/plabnl/plabannl/index.htm van de maandrapporten : http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/plabnl/mens.htm van de informatiebrochure over de Lyme-ziekte : http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/plabnl/indexly.htm van de informatiebrochure over meningitis : http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/plabnl/indexme.htm van de informatiebrochure over hantavirose : http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/plabnl/indexha.htm van de informatiebrochure over hepatitis A : http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/plabnl/indexhe.htm Lijst van de software voor de statistische verwerking Clipper, versie 5.2 Excel 2 Epi-Info, versie 6.4 4 Methoden

Peillaboratoria Algemene Resultaten Evolutie van de registratiefrequentie In vergelijking met 2 wordt het volgende vastgesteld : een toename van infecties met N. meningitidis, H. influenzae, S. pneumoniae en Rotavirus, een stabilisatie van infecties ten gevolge van Giardia, een daling van infecties met S. pyogenes, Y. enterocolitica, Campylobacter en Cryptosporidium (tabel 1). Tabel 1 : frequentie van de geregistreerde kiemen (1996-21) Kiem 1996 1997 1998 1999 2 21 21-2 N N/lab N N/lab N N/lab N N/lab N N/lab N N/lab D* Adenovirus 26 2, 443 3,4 653 5,1 837 6,7 81 6,3 95 7,1 +,8 Campylobacter 4991 37,7 5617 43,6 661 51,8 6514 52,2 7473 58,5 7356 57,9 -,6 Chlamydia pneumoniae 163 1,2 327 2,5 352 2,8 56 4,1 62 4,7 - - - Chlamydia trachomatis 787 5,9 691 5,4 721 5,7 793 6,4 689 5,4 771 6,1 +,7 Cryptosporidium 413 3,1 63 4,7 833 6,5 834 6,7 659 5,2 582 4,6 -,6 Entamoeba histolytica 256 1,9 289 2,2 294 2,3 261 2,1 24 1,9 214 1,7 -,2 Giardia 1663 12,6 1557 12,1 1899 14,9 193 15,3 1669 13,1 1665 13,1 Haemophilus influenzae 45 3,1 463 3,6 631 5, 473 3,8 482 3,8 531 4,1 +,3 Hantavirus 224 1,7 55,4 49,4 124 1, 68,5 11,9 +,4 Hepatitis A 565 4,3 467 3,6 517 4, 43 3,2 437 3,4 358 2,8 -,6 Influenza A 218 1,6 387 3, 467 3,7 522 4,2 647 5,1 265 2,1-3, Influenza B 53,4 111,9 82,6 29 1,7 88,7 12,9 +,2 Mycoplasma pneumoniae 563 4,3 1356 1,5 2197 17,2 2491 2, 136 1,6 45 31,9 + 3,3 Neisseria gonorrhoeae 1,8 117,9 166 1,3 178 1,4 145 1,1 241 1,9 +,8 Neisseria meningitidis 175 1,3 187 1,5 164 1,3 227 1,8 216 1,7 26 2, +,3 Parainfluenza 21 1,6 258 2, 34 2,4 386 3,1 278 2,2 411 3,2 + 1, Plasmodium 326 2,5 316 2,5 334 2,7 369 2,9 337 2,6 327 2,6 R.S.V. 195 8,3 229 15,7 3714 29,1 2368 19, 446 31,7 455 31,9 +,2 Rotavirus - - - - - - 574 4,7 6752 52,9 7267 57,2 + 4,3 Shigella - - 2 2, 28 2, 297 2,4 28 1,6 24 1,9 +,3 Streptococcus pneumoniae 1523 11,5 148 1,9 1415 11,1 141 11,2 136 1,6 1537 12,1 + 1,5 Streptococcus pyogenes 269 2, 252 1,9 299 2,3 297 2,4 388 3, 355 2,8 -,2 Yersinia enterocolitica 589 4,5 492 3,8 44 3,4 568 4,6 57 4, 375 2,9-1,1 Totaal 14848 17625 22421 2735 29452 33847 D* : verschil tussen het aantal isolaties per laboratorium in 21 en 2 Onder de zeldzame kiemen die sinds 21 worden geregistreerd, werden de volgende kiemen vastgesteld : 76 Enterovirussen in C.S.V. (1 laboratoria), 59 Treponema pallidum (1 laboratoria), 31 Rubivirussen (5 laboratoria), 24 Morbillivirussen (5 laboratoria) en 37 Parvovirussen (4 laboratoria). 1. Seksueel overdraagbare aandoeningen toename van de registratiefrequentie van infecties met C. trachomatis en N. gonorrhoeae terwijl die in 2 was gedaald in vergelijking met 1999 (figuur 1). Figuur 1 : C. trachomatis en N. gonorrhoeae : evolutie van de registratiefrequentie (N, 1986-21) N / jaar 2 WIV-RG 15 1 C. trachomatis 5 N. gonorrhoeae 1986 1987 1988 1989 199 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 Algemene Resultaten 1

Algemene Resultaten Peillaboratoria 2. Infecties ter hoogte van de luchtwegen en het centraal zenuwstelsel Op basis van de stalen uit bloed en/of C.S.V. blijkt het volgende : toename van het aantal infecties met S. pneumoniae en N. meningitidis, stabilisatie van het aantal infecties met H. influenzae (figuur 2). Figuur 2 : S. pneumoniae, N. meningitidis en H. influenzae : evolutie van de registratiefrequentie (N, 1991-21) N / jaar 1.2 1. WIV-RG S. pneumoniae 8 6 4 2 N. meningitidis H. influenzae 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 3. Gastro-intestinale infecties in vergelijking met 2, daling van de registratiefrequentie van infecties met Campylobacter en Y. enterocolitica (figuur 3). Figuur 3 : Campylobacter en Y. enterocolitica : evolutie van de registratiefrequentie (N, 1986-21) N / jaar 1 WIV-RG 8 6 Campylobacter 4 2 Y. enterocolitica 1986 1987 1988 1989 199 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 stabilisatie van de registratiefrequentie van Giardia, daling van de registratiefrequentie van Cryptosporidium (figuur 4). Figuur 4 : Giardia en Cryptosporidium : evolutie van de registratiefrequentie (N, 1986-21) N / jaar 25 Giardia WIV-RG 2 15 1 5 Cryptosporidium 1986 1987 1988 1989 199 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 2 Algemene Resultaten

Peillaboratoria Algemene Resultaten Seizoensevolutie per infectietype 1. Gastro-intestinale infecties piek van infecties met Campylobacter in de zomer, ook al werden infecties met Y. enterocolitica het hele jaar door waargenomen, toch was tegen het einde van de zomer en bij aanvang van de herfst een lichte toename merkbaar (figuur 5). Figuur 5 : Campylobacter en Y. enterocolitica : vergelijking van de seizoensevolutie (N, 1991-21) N / 4 weken 8 6 4 Campylobacter 2 Y. enterocolitica WIV-RG 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 piek van infecties veroorzaakt door Giardia en Cryptosporidium op het einde van de zomer en/of bij aanvang van de herfst (figuur 6). Figuur 6 : Giardia en Cryptosporidium : vergelijking van de seizoensevolutie (N, 1991-21) N / 4 weken 25 2 15 1 Giardia 5 Cryptosporidium 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 WIV-RG 2. Infecties ter hoogte van de luchtwegen en het centraal zenuwstelsel piek van infecties met S. pneumoniae en H. influenzae in de winter, infecties met N. meningitidis werden het hele jaar door geïsoleerd (figuur 7). Figuur 7 : S. pneumoniae, H. influenzae en N. meningitidis : vergelijking van de seizoensevolutie (N, 1991-21) N / 4 weken 2 15 S. pneumoniae 1 5 H. influenzae N. meningitidis WIV-RG 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 Algemene Resultaten 3

Algemene Resultaten Peillaboratoria 3. Luchtweginfecties infecties met M. pneumoniae, Adenovirus, Parainfluenza, C. pneumoniae en N. meningitidis worden het hele jaar door vastgesteld hoewel in de winter meestal een toename van het aantal gevallen optreedt; infecties met R.S.V., Influenza A, S. pneumoniae en Influenza B komen veel vaker voor in de winter en in de herfst dan in de zomer en de lente (figuur 8). 5 Figuur 8 : vergelijking van de evolutie per week tussen het aantal R.S.V., M. pneumoniae, Influenza A, S. pneumoniae, Adenovirus, Parainfluenza, Influenza B en N. meningitidis (1996-21) WIV-RG 45 R.S.V. 4 35 3 25 2 15 1 5 N / week 2 15 M. pneumoniae 1 5 75 5 25 75 5 25 5 25 25 25 25 Influenza A S. pneumoniae Adenovirus Parainfluenza Influenza B N. meningitidis 1996 1997 1998 1999 2 21 4 Algemene Resultaten

Peillaboratoria Algemene Resultaten 4. Acute luchtweginfecties 4.1. Griepale A.L.I. in de winter van 1997 trad de piek van Influenza B net na de piek van Influenza A op; in de winter van 1998, 2 en 21 bleef het aantal gevallen met Influenza B erg laag; in de winter van 1999 is de toename van het aantal Influenza B voorafgegaan aan die van Influenza A (figuur 9). Figuur 9 : Influenza A en Influenza B : seizoensevolutie per week (N, 1996-21) N / week 1 WIV-RG Influenza A Influenza A 8 Influenza A 6 Influenza A 4 Influenza B Influenza B Influenza A Influenza B 2 1996 1997 1998 1999 2 21 de evolutie van griepale A.L.I. stemt overeen met die van Influenza A en B (figuur 1). Figuur 1 : vergelijking van de wekelijkse evolutie van het aantal Influenza A en Influenza B met die van het aantal griepale A.L.I. (1996-21) N Influenza A en B / week 1 8 6 4 2 Influenza A en B griepale ALI 12 1 8 6 4 2 N griepale ALI / 1 patiëntcontacten 4.2. Niet-griepale A.L.I. 1996 1997 1998 1999 2 21 WIV-RG de evolutie van de geregistreerde niet-griepale kiemen loopt gelijk met de evolutie van de niet-griepale A.L.I. die door de peilpraktijken zijn geregistreerd (bijlage 5; figuur 11). Figuur 11 : vergelijking van de wekelijkse evolutie van het aantal niet-griepale kiemen (Adenovirus, M. pneumoniae, N. meningitidis, Parainfluenza, S. pneumoniae en R.S.V.) en niet-griepale A.L.I. (1996-21) N niet-grielale kiemen / week 7 6 5 4 3 2 1 niet-griepale kiemen niet-griepale ALI 1996 1997 1998 1999 2 21 3. 25. 2. 15. 1. 5.. N niet-griepale ALI / 1 patiëntcontacten WIV-RG Algemene Resultaten 5

Algemene Resultaten Peillaboratoria Evolutie van de nationale incidentie 1. Seksueel overdraagbare aandoeningen in vergelijking met 2, toename van de incidentie van infecties met N. gonorrhoeae (2 : 1,4/1 5, 21 : 2,4/1 5 ) en C. trachomatis (2 : 6,7/1 5, 21 : 7,5/1 5 ) (tabel 2); 2. Gastro-intestinale infecties lichte daling van de incidentie van infecties met Campylobacter (1999 : 64/1 5, 2 : 73/1 5, 21 : 71/1 5 (tabel 2); 3. Infecties ter hoogte van de luchtwegen en het centraal zenuwstelsel in vergelijking met 2, toename van de incidentie van infecties met N. meningitidis (2 : 2,1/1 5 ; 21 : 2,5/1 5 ), S. pneumoniae (2 : 13,3/1 5 ; 21 : 15,/1 5 ) en H. influenzae (2 : 4,7/1 5, 21 : 5,2/1 5 ) (tabel 2). Tabel 2 : evolutie van de nationale incidentie en van het aantal laboratoria per kiem (1993-21) 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 Kiem Inc.* N** Inc.* N** Inc.* N** Inc.* N** Inc.* N** Inc.* N** Inc.* N** Inc.* N** Inc.* N** Adenovirus - - - - - - 2,5 12 4,4 26 6,4 3 8,2 37 7,8 43 8,8 48 B. burgdorferi 1,7 23 2,3 27 1,2 26,9 24 2,1 39 5,2 41 8,2 43 14,1 47 9,7 43 Campylobacter 43,6 132 48,3 13 47,2 125 49,2 123 55,2 124 65, 125 64, 122 73, 119 71, 115 C. trachomatis 1,1 77 9,6 76 9,3 72 7,8 62 6,8 62 7,1 57 7,8 65 6,7 6 7,5 55 Cryptosporidium 2, 24 3,5 3 7,3 43 4,1 46 5,9 49 8,2 57 8,2 58 6,4 53 5,7 59 E. histolytica 2,1 39 1,1 3 2,6 35 2,5 32 2,8 37 2,9 34 2,6 37 2,3 35 2,1 29 Giardia 13,7 16 15,7 18 17,6 14 16,4 15 15,3 98 18,7 15 18,6 15 16,3 1 16,2 97 H. influenzae 4,1 8 4,2 79 3,9 75 4, 7 4,6 69 6,2 74 4,6 62 4,7 64 5,2 62 Hantavirus - - - - - - 2,1 6,5 3,5 3 1,2 6,7 4 1,1 4 Hepatitis A - - 7, 64 5,6 63 5,6 69 4,6 58 5,1 6 4, 63 4,3 6 3,5 54 Influenza A - - - - - - 2,1 12 3,8 2 4,6 22 5,1 33 6,3 4 3, 28 Influenza B - - - - - -,5 9 1,1 15,8 12 2,1 27,9 17 1,2 13 Listeria - -,3 22,4 25,5 18,4 21,6 23,5 18,5 14,6 28 M. pneumoniae - - - - - - 5,5 23 13,3 61 21,6 69 24,4 77 35,5 73 39,6 69 N. gonorrhoeae 1,3 46 1,1 4 1,3 45 1, 38 1,2 37 1,6 37 1,7 39 1,4 34 2,4 5 N. meningitidis 1,1 49 1,3 57 1,8 63 1,7 71 1,8 66 1,6 63 2,2 72 2,1 71 2,5 71 Parainfluenza - - - - - - 2,1 7 2,5 16 3, 18 3,8 22 2,7 18 4, 18 Plasmodium 3,2 31 4,2 3 3, 26 3,2 33 3, 27 3,3 4 3,6 36 3,2 29 3,2 32 RSV - - - - - - 1,7 27 2, 62 36,5 79 23,2 79 39,5 85 39,6 78 Rotavirus - - - - - - - - - - - - 49,7 17 65,9 12 71, 18 Shigella - - - - - - - - 2, 52 2,8 59 2,9 56 2, 39 5,5 61 S. pneumoniae 1,6 15 1,4 117 11,1 11 15, 19 13,8 11 13,9 11 13,7 14 13,3 14 15, 94 S. pyogenes - - 1,7 62 1,9 57 2,7 7 2,5 66 2,9 7 2,6 66 3,8 73 3,5 64 Y. enterocolitica 8, 111 7,4 12 6,3 15 5,8 1 4,8 93 4,3 84 5,6 91 5, 86 3,7 82 Inc.* : N/1. inwoners N** : N Labs W.I.V.-Epidemiologie K6-88 6 Algemene Resultaten

Peillaboratoria Algemene Resultaten Registratiefrequentie per gewest vooral in Wallonië is de registratiefrequentie van Hantavirus hoog; vooral in Vlaanderen is de registratiefrequentie van Campylobacter, Cryptosporidium, Giardia, Rotavirus Y. enterocolitica en N. gonorrhoeae hoog (tabel 3). Tabel 3 : verspreiding van de registratiefrequentie per gewest (N, 1998-21) Brussel Vlaanderen Wallonië Onbekend (a) Totaal Kiem 1998 1999 2 21 1998 1999 2 21 1998 1999 2 21 1998 1999 2 21 1998 1999 2 21 Adenovirus 211 263 332 325 314 423 29 36 97 124 137 153 31 27 42 67 653 837 81 95 B. burgdorferi 22 28 29 18 344 532 127 688 132 274 361 283 32 2 25 8 53 836 1442 997 Campylobacter 517 58 653 546 4248 4269 522 5196 1297 1194 1244 152 548 471 554 112 661 6514 7473 7356 C. psittaci 1 2 2 3 8 6 5 4 2 5 5 8 12 13 1 C. trachomatis 154 219 13 165 287 313 31 39 18 184 182 188 1 77 67 28 721 793 689 771 Cryptosporidium 96 129 137 25 39 419 369 443 351 226 88 15 77 6 65 9 833 834 659 582 Cyclospora 1 2 6 33 11 17 31 6 3 2 4 1 2 41 16 19 43 E. histolytica 68 55 44 44 181 146 138 118 24 5 46 34 21 1 12 18 294 261 24 214 Giardia 221 21 182 178 195 198 119 1115 338 366 314 328 245 238 154 44 1899 193 1669 1665 H. influenzae (d) 81 78 55 85 353 226 258 272 179 161 162 168 18 8 7 6 631 473 482 531 Hantavirus 3 3 2 7 5 9 11 11 37 14 5 83 4 8 5 9 49 124 68 11 Hepatitis A 13 121 158 112 165 144 135 142 28 132 134 98 14 6 1 6 517 43 437 358 Influenza A 26 166 222 56 166 25 234 119 77 132 182 8 18 19 9 1 467 522 647 265 Influenza B 33 57 6 51 3 82 34 28 15 65 47 38 4 5 1 3 82 29 88 12 Listeria 7 3 4 1 38 29 29 33 14 13 14 22 1 1 1 1 6 46 48 57 M. pneumoniae 211 252 342 584 1214 1395 1734 1999 736 89 1491 1436 36 35 68 31 2197 2491 3635 45 N. gonorrhoeae 43 43 2 31 73 77 84 163 37 53 34 43 13 5 7 4 166 178 145 241 N. meningitidis (d) 15 19 32 14 112 161 131 179 32 45 48 63 5 2 5 4 164 227 216 26 Parainfluenza 163 29 147 227 75 113 9 13 43 51 3 6 23 13 12 21 34 386 279 411 Plasmodium 83 95 61 64 185 174 184 184 55 91 85 75 11 9 7 4 334 369 337 327 RSV 662 4 94 753 2 1157 1952 2312 929 779 1123 964 123 32 67 26 3714 2368 446 455 Rotavirus -- 417 653 817 -- 3294 471 4713 -- 1276 1927 1679 -- 87 11 58 -- 574 6752 7267 Shigella 69 75 58 83 135 14 118 354 67 73 3 87 9 9 2 39 28 297 28 563 S. pneumoniae (d) 21 197 167 28 771 76 719 82 43 476 447 483 4 22 27 26 1415 141 136 1537 S. pyogenes (d) 43 5 61 61 132 113 191 16 114 126 127 122 1 8 9 12 299 297 388 355 Y. enterocolitica 22 47 31 22 3 393 367 261 88 99 93 86 3 29 16 6 44 568 57 375 TOTAAL 3263 3711 4432 4483 12568 15637 1854 2199 5463 698 843 8189 1414 1183 1273 554 2278 27439 32648 33425 N labos (b) 15 13 13 13 76 75 74 73 42 41 4 41 133 129 127 127 (%) (c) 93 96 95 99 97 97 97 92 94 97 99 9 96 97 98 92 (a) postcode van patiënt onbekend (b) verdeling volgens de ligging van het laboratorium (c) deelnamepercentage (aantal opgestuurde formulieren / aantal verwachte formulieren) x 1 (d) diepe lokalisaties W.I.V. - Epidemiologie Algemene Resultaten 7

Algemene Resultaten Peillaboratoria Nationale en regionale incidentie opmerkelijk is de hoge nationale incidentie (in dalende volgorde) van Campylobacter, Rotavirus, R.S.V., M. pneumoniae, Giardia en S. pneumoniae; opmerkelijk, in vergelijking met de twee andere gewesten, is de hoge incidentie van C. trachomatis, M. pneumoniae en hepatitis A in Brussel; opmerkelijk is de hoge incidentie van Campylobacter en Cryptosporidium in Vlaanderen (tabel 4). Tabel 4 : vergelijking van de incidentie per gewest (1998-21) Brussel Vlaanderen Wallonië Kiem 1998 1999 2 21 1998 1999 2 21 1998 1999 2 21 1998 1999 2 21 Toaal Adenovirus 22,2 27,6 34,6 33,9 5,3 7,1 4,9 6,1 2,9 3,7 4,1 4,6 6,4 8,2 7,8 8,8 B. burgdorferi 2,3 2,9 3, 1,9 4,1 6, 17,3 11,6 7,7 15,5 1,8 8,5 5,2 8,2 14,1 9,7 Campylobacter 54,4 6,8 68,1 56,9 72, 72, 84,5 87,5 39,1 35,8 37,3 45, 65, 63,8 73, 71,8 C. psittaci,1,2,2,,1,1,1,1,1,1,1,1,1,1,1,1 C. trachomatis 16,2 22,9 13,6 17,2 4,9 5,3 5,2 6,6 5,4 5,5 5,4 5,6 7,1 7,8 6,7 7,5 Cryptosporidium 1,1 13,5 14,3 2,6 5,2 7,1 6,2 7,5 1,6 6,8 2,6 3,1 8,2 8,2 6,4 5,7 Cyclospora,1,2,,6,6,2,3,5,2,1,1,1,4,2,2,4 E. histolytica 7,2 5,8 4,6 4,6 3,1 2,5 2,3 2,,7 1,5 1,4 1, 2,9 2,6 2,3 2,1 Giardia 23,2 21,1 19, 18,6 18,6 18,5 17,2 18,8 1,2 11, 9,4 9,8 18,7 18,6 16,3 16,2 H. influenzae (a) 8,5 8,2 5,7 8,9 6, 3,8 4,3 4,6 5,4 4,8 4,9 5, 6,2 4,6 4,7 5,2 Hantavirus,3,3,2,7,1,2,2,2 1,1 3,1 1,5 2,5,5 1,2,7 1,1 Hepatitis A 13,7 12,7 16,5 11,7 2,8 2,4 2,3 2,4 6,3 4, 4, 2,9 5,1 3,9 4,3 3,5 Influenza A 21,7 17,4 23,1 5,8 2,8 3,5 3,9 2, 2,3 4, 5,4 2, 4,6 5,1 6,3 3, Influenza B 3,5 6,,6 5,3,5 1,4,6,5,5 2, 1,4 1,1,8 2,,9 1,2 Listeria,7,3,4,1,6,5,5,6,4,4,4,7,6,5,5,6 M. pneumoniae 22,2 26,4 35,7 6,9 2,6 23,5 29,2 33,7 22,2 24,3 44,6 43, 21,6 24,4 35,5 39,6 N. gonorrhoeae 4,5 4,5 2,1 3,2 1,2 1,3 1,4 2,7 1,1 1,6 1, 1,3 1,6 1,7 1,4 2,4 N. meningitidis (a) 1,6 2, 3,3 1,5 1,9 2,7 2,2 3, 1, 1,4 1,4 1,9 1,6 2,2 2,1 2,5 Parainfluenza 17,1 21,9 15,3 23,7 1,3 1,9 1,5 1,7 1,3 1,5,9 1,8 3, 3,8 2,7 4, Plasmodium 8,7 1, 6,4 6,7 3,1 2,9 3,1 3,1 1,7 2,7 2,5 2,2 3,3 3,6 3,3 3,2 RSV 69,6 41,9 94,2 78,5 33,9 19,5 32,9 38,9 28, 23,4 33,6 28,9 36,5 23,2 39,5 39,6 Rotavirus -- 43,7 68,1 85,2 -- 55,6 68,5 79,3 -- 38,3 57,7 5,3 -- 49,7 65,9 71, Shigella 7,3 7,9 6,1 8,7 2,3 2,4 2, 6, 2, 2,2,9 2,6 2,8 2,9 2, 5,5 S. pneumoniae (a) 21,1 2,6 17,4 21,7 13,1 11,9 12,1 13,8 12,1 14,3 13,4 14,5 13,9 13,7 13,3 15, S. pyogenes (a) 4,5 5,2 6,4 6,4 2,2 1,9 3,2 2,7 3,4 3,8 3,8 3,7 2,9 2,9 3,8 3,5 Y. enterocolitica 7,3 4,9 3,2 2,3 2,3 6,6 6,2 4,4 2, 3, 2,8 2,6 2,8 5,6 5, 3,7 (a) diepe lokalisaties W.I.V. - Epidemiologie Evolutie van het aantal deelnemende laboratoria per kiem in vergelijking met 2, lichte daling van het aantal laboratoria die in 21 ten minste één van de meest geregistreerde kiemen diagnosticeerden (tabel 5). Tabel 5 : aantal laboratoria die 1 kiem diagnosticeerden (%, 1995-21) Kiem 1995 (135 labs) 1996 (14 labs) 1997 (134 labs) 1998 (133 labs) 1999 (129 labs) 2 (127 labs) 21 (127 labs) N % N % N % N % N % N % N % Campylobacter 125 92,6 123 87,9 124 92,5 125 94, 122 95 119 94 115 91 Chlamydia trachomatis 72 53,3 62 44,3 62 46,3 57 42,9 65 5 6 47 55 43 Cryptococcus neoformans 8 5,9 7 5, 8 6, 4 3, 6 4 7 6 15 12 Cryptosporidium 43 31,9 46 32,9 49 36,6 57 42,9 58 45 53 42 59 47 Entamoeba histolytica 35 25,9 32 22,9 37 27,6 34 25,6 38 29 35 28 29 23 Giardia 14 77, 15 75, 98 73,1 15 78,9 15 81 1 79 97 76 Haemophilus influenzae 75 55,6 7 5, 69 51,5 74 55,6 62 48 64 5 62 49 Listeria 25 18,5 18 12,9 21 15,7 23 17,3 18 14 14 11 28 22 Neisseria gonorrhoeae 45 33,3 38 27,1 37 27,6 37 27,8 39 3 34 27 5 39 Neisseria meningitidis 63 46,7 71 5,7 66 49,3 63 47,4 72 56 71 56 71 56 Plasmodium 26 19,3 33 23,6 27 2,1 4 3,1 36 28 29 23 32 25 Streptococcus pneumoniae 11 74,8 19 77,9 11 82,1 11 82,7 14 81 14 82 94 74 Streptococcus pyogenes 57 42,2 7 5, 66 49,3 7 52,6 66 51 73 58 64 5 Yersinia enterocolitica 15 77,8 1 71,4 93 69,4 84 63,2 91 71 86 68 82 65 8 Algemene Resultaten

Peillaboratoria Adenovirus Doelstellingen en beschrijving van het surveillancenetwerk 1. Doelstellingen schatting trend van infecties met het Adenovirus (1996-21), schatting incidentie op nationaal en arrondissementsniveau, voorstelling van de voornaamste epidemiologische kenmerken van de patiënten, vergelijking tussen de evolutie van het aantal geregistreerde gevallen met het Adenovirus en het aantal niet-griepale A.L.I. (cf. Methoden). 2. Representativiteit in 21 registratie van ten minste 1 infectie door 48 laboratoria, dit is 38% van het totaal aantal deelnemende laboratoria, verspreiding van de 48 laboratoria over 24/43 arrondissementen : 26 in Vlaanderen, 15 in Wallonië en 7 in Brussel (tabel 1). Tabel 1 : Adenovirus : verspreiding van de laboratoria per arrondissement (N, %; 1998-21) 1998 1999 2 21 1998 1999 2 21 Arrondissement N % N % N % N % Arrondissement N % N % N % N % Antwerpen 4 33 5 42 5 45 5 45 Brussel 5 33 5 38 5 38 7 44 Mechelen 1 17 Nivelles 1 5 1 5 1 5 1 5 Turnhout 1 17 3 5 Ath Halle-Vilvoorde 1 1 2 1 2 1 2 1 Charleroi 1 2 3 6 2 4 Leuven 1 2 1 2 1 2 Mons Brugge 1 25 1 25 1 25 1 25 Mouscron 1 5 1 5 Diksmuide -- -- -- -- Soignies 2 5 1 25 1 25 1 33 Ieper 1 33 1 33 Thuin 2 5 2 5 2 5 3 75 Kortrijk 1 17 3 6 2 4 2 4 Tournai 1 5 1 33 1 5 Oostende 1 33 1 33 1 33 Huy 1 1 1 1 1 1 Roeselare 1 5 Liège 1 17 2 4 2 4 3 6 Tielt 1 1 1 1 1 1 Verviers 2 5 2 5 2 5 2 5 Veurne -- Waremme -- -- -- -- Aalst 1 25 2 5 2 5 Arlon 1 1 1 1 1 1 1 1 Dendermonde 1 5 1 5 1 5 Bastogne -- -- -- Eeklo Marche-en-Fam. -- -- -- -- Gent 1 17 2 29 3 43 2 29 Neufchâteau Oudenaarde -- -- -- -- Virton -- -- -- -- St.-Niklaas 2 67 Dinant 1 5 2 1 1 5 1 5 Hasselt 1 14 2 33 2 33 Namur Maaseik 1 5 Philippeville -- -- -- -- Tongeren -- -- -- -- Wallonië 12 29 15 37 15 38 15 38 Vlaanderen 13 17 17 23 23 31 26 36 België 3 23 37 29 43 34 48 38 N : aantal peillaboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden % : (aantal peillaboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden/ totaal aantal peillaboratoria) x 1 W.I.V. - Epidemiologie K81 3. Evolutie van het aantal deelnemende laboratoria in vergelijking met 2, toename van het aantal laboratoria in Vlaanderen die ten minste 1 geval diagnosticeerden (21 : N=26, 2 : N=23, 1999 : N=17) (tabel 2). Tabel 2 : Adenovirus : evolutie van het aantal deelnemende laboratoria (1996-21) Jaar Laboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden Jaar Laboratoria die ten minste 1 geval diagnosticeerden N % N % 1996 12 9 1999 37 29 1997 26 19 2 43 34 1998 3 23 21 48 38 Voornaamste epidemiologische kenmerken 1. Incidentie in 21 incidentie van 8,8/1 5 inwoners op nationaal niveau in 21; opmerkelijk is het feit dat van de 325 gevallen gediagnosticeerd in Brussel, 4 gevallen zijn gelokaliseerd in Sint-Gillis, 37 in Schaarbeek, 35 in Brussel-Stad, 35 in Sint-Jans-Molenbeek en 35 in Anderlecht (figuur 1). Adenovirus 1

Adenovirus Peillaboratoria Figuur 1 : Adenovirus : incidentie per arrondissement (N/1 5 inw., 21) AL : Aalst AR : Arlon AT: Ath AW : Antwerpen B : Brussel BG : Brugge BS : Bastogne CR : Charleroi DK : Diksmuide DM: Dendermonde DN: Dinant EK : Eeklo GT: Gent HS : Hasselt HV: Halle-Vilvoorde HY : Huy IP : Ieper KR : Kortrijk LG: Liège LV: Leuven MC: Mouscron MH: Mechelen MN: Mons MR: Marche-en-Fam. MS: Maaseik NC : Neufchâteau NM : Namur NV: Nivelles OD: Oudenaarde OS : Oostende PV: Philippeville RS : Roeselare SG : Soignies SN: St.-Niklaas TG: Tongeren TH: Turnhout TL : Tielt TN: Thuin TR : Tournai VR : Veurne VT: Virton VV: Verviers WR: Waremme AW OS BG EK SN VR DK TL GT DM MH RS IP KR OD AL B HV MC TR AT MN NV SG CR TN PV incidentie/1. inwoners > - 4 > 4-8 > 8 TH MS HS LV TG TG WR LG NM HY DN MR NC VT VV BS AR WIV-K81 2. Evolutie van de incidentie en registratiefrequentie toename van de incidentie in Vlaanderen; opmerkelijk is het feit dat één van de laboratoria in Brussel 385 gevallen heeft gediagnosticeerd in 21, 48 in 2, 293 in 1999, 226 in 1998 en 216 in 1997 (tabel 3). Tabel 3 : Adenovirus : evolutie van de incidentie/arrondissement (N/1 5 inw., 1997-21) Arrondissement 1997 1998 1999 2 21 Arrondissement 1997 1998 1999 2 21 Antwerpen 4, 9,5 17,4 7,8 7,4 Brussel 18, 22,2 27,6 34,6 33,9 Mechelen 1,7 4, 8,9 2,9 5,6 N totaal 171 211 263 332 325 Turnhout 3,3 1,5 4, 1,7 3,9 Nivelles 2,6 2,3 2,6 2,3 4,6 Halle-Vilvoorde 5,6 4, 7,7 14,7 16,8 Ath, 5,1 5,1 2,5 2,5 Leuven 6,6 1,6 2,2 4,2 2, Charleroi 1,4 3,1 4,5 5,7 2,4 Brugge 4,5 8,6 1,5 3,7 1,3 Mons 1,2,4 2, 1,2 1,2 Diksmuide, 4,2, 4,2, Mouscron,, 2,9 1,4 1,4 Ieper, 1,9 3,8 2,9 1, Soignies 5,2 9,9 9,8 12,1 6,4 Kortrijk 6,5 12,9 14, 1,8 2,2 Thuin 2,8 3,4 8,2 4,1 11, Oostende 2,1 2,8 13,4 14,7 23,2 Tournai 2,1,7,7 2,1 1,4 Roeselare, 1,4 2,1,7 2,1 Huy 1, 8,2 4, 3, 4, Tielt 2,3 13,7 14,8 2,3 4,5 Liège,7 1,9 1,7 2,2 2,4 Veurne, 9, 7,1 8,9 17,7 Verviers,8 1,9 3,8 6,4 11,7 Aalst,4,8 1,5 2,3 4,2 Waremme, 3, 4,4 1,5 1,5 Dendermonde 7, 9,2 4,8 1,1 5,9 Arlon 3,9 19,5 31, 25,1 36,6 Eeklo,, 8,8 2,5 3,8 Bastogne, 2,5 2,5 4,9, Gent 1,8 4,1 4, 1,8,8 Marche-en-Fam.,,,,, Oudenaarde 5,3 1,5 6,1,9,9 Neufchâteau,,, 1,8 3,6 St.-Niklaas 4,5 5, 6,3 1,3 4, Virton 2,1 6,3 6,2 18,6 22,7 Hasselt,5 3,7 1,1 5, 5,5 Dinant 3,1 3,1 2, 4, 5, Maaseik,9 3,3 5,1 3,2 3,7 Namur,7 1,8 1,8,7,4 Tongeren 3,7 4,8 1,6 1,1 1,1 Philippeville,, 1,6 6,5 6,5 Vlaanderen 3,4 5,3 7,1 4,9 6,1 Wallonië 1,5 2,9 3,7 4,1 4,6 N totaal 21 314 423 29 36 N totaal 49 97 124 137 153 Onbekend België 4,4 6,4 8,2 7,8 8,8 N totaal 22 31 27 42 67 N totaal 443 653 837 81 95 1 van de arrondissementen met een incidentie > gemiddelde + 2 S.A.) voor het beschouwde jaar 1 van de arrondissementen met een incidentie > gemiddelde + 1 S.A.) voor het beschouwde jaar W.I.V.-Epidemiologie K81 2 Adenovirus

Peillaboratoria Adenovirus 95 gevallen in 21, dit is een stijging met 1,18 in vergelijking met het gemiddelde van de voorgaande 3 jaar (tabel 4). Tabel 4 : Adenovirus : evolutie van de registratiefrequentie (1996-2) Jaar Aantal gevallen Gemiddeld aantal Jaar Aantal gevallen Gemiddeld aantal gevallen/lab/jaar gevallen/lab/jaar 1996 26 2, 1999 837 6,7 1997 443 3,4 2 81 6,3 1998 653 5,1 21 95 7,1 3. Verdeling volgens geslacht en leeftijd 54% van de gevallen zijn in 21 gediagnosticeerd bij personen van het mannelijke geslacht (geslachtsverhouding M/V : 1,2); 82% van de gevallen zijn in 21 gediagnosticeerd bij kinderen < 5 jaar (figuur 2, tabel 5). Figuur 2 : Adenovirus : verspreiding volgens leeftijd (N, 21) N 35 3 25 2 15 1 5 WIV-K81 Tabel 5 : Adenovirus : verdeling volgens geslacht en leeftijdsgroep (N, 21) Leeftijdsgroep Mannen Vrouwen (jaar) (N=478) (N=42) < 1 194 136 1-4 23 189 5 14 49 37 15-24 1 13 25-44 9 14 45-64 7 8 65 6 5 1 2 3 4 5 6 7 8 9 leeftijd (jaar) 4. Seizoensevolutie het Adenovirus werd het hele jaar door waargenomen; opmerkelijk is het feit dat het seizoen waarin het grootste aantal gevallen wordt vastgesteld, naarmate de jaren varieert (in 1998 en 1999 in de winter, in 21 in de lente, in 2 in de herfst) (figuur 3). Figuur 3 : Adenovirus : evolutie van het aantal diagnoses per 4 weken (1996-21) N / 4 weken 12 WIV-K81 1 8 6 4 2 1996 1997 1998 1999 2 21 Adenovirus 3