NIEUWSBRIEF. Taal en Rekenen. Kwaliteitscompas Eindelijk ook een Protocol Dyslexie voor het mbo! Onderzoek Engels: Is B1-mbo iets anders dan B1-hbo?

Vergelijkbare documenten
Aan het werk voor studenten met dyslexie. Screening en begeleiding van studenten met dyslexie, implementatie van dyslexiebeleid op de mbo-instelling

Taal en rekenen. in de volwasseneneducatie ABC. Standaarden en eindtermen ve 30% en rekenen

Handreiking voor het opstellen van het implementatieplan taal en rekenen. Korte versie

Inhoud educatie-opleidingen, toetsing en certificering

Inburgering geestelijke bedienaren. Informatiebrochure over de wet inburgering

Aanvalsplan laaggeletterdheid en de toekomst van de volwasseneneducatie

inburgering geestelijke bedienaren inburgering geestelijke bedienaren informatiebrochure over de wet inburgering

Inhoud educatie-opleidingen, toetsing en certificering

toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011

Joanne van Emmerik & Marianne Driessen 24 mei 2012 VAN MBO NAAR HBO?

Rekenen en gecijferdheid in het MBO

Servicedocument wijziging regelgeving Educatie

Product Informatie Blad - Rekentoets

Product Informatie Blad - Taaltoets

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum Centrale examinering taal en rekenen mbo

Servicedocument wijziging regelgeving Educatie

Taal en Rekenen - Wat gebeurt er allemaal? Btg MEI 23 april Rianne Reichardt

Product Informatie Blad - Rekentoets

Ons kenmerk: Doorkiesnummer:

Rekenconferentie Je kunt rekenen op de rekendocent 6 december 2011

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Flitsbijeenkomst Steunpunt Taal en Rekenen (10 februari 2012) Handreiking Referentiekader mvt. Van Raamwerk tot Handreiking

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG. laaggeletterdheid. Geachte mevrouw Arib,

Een brug van mbo naar hbo. Lezen in de doorlopende leerlijn van middelbaar beroepsonderwijs naar hoger beroepsonderwijs van 3F naar 4F

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag BVE/IenI/

Werving tbv Educatieve Trajecten. 19 juni Drenthe College

Protocol PDG en educatieve minor

Kwaliteitsonderzoek mbo Examinering en diplomering

tieve En Ect Educa traj

Servicedocument wijziging regelgeving Educatie

De diagnostische tussentijdse toets

Subnetwerkbijeenkomsten. Oktober / November 2010

NIEUWSBRIEF. Taal en Rekenen. Taal terug van weggeweest Rekenprofielen bij het Albeda College CINOP op zoek naar scholen voor pilot met taalportfolio

NT1 Instroom Begrippenlijst en taalverzorging: Spelling, grammatica, Semantiek en stilistiek: stijl, zinsbouw, woordkennis Lezen en schrijven

najaar 2010 Bijeenkomst steunpunt taalenrekenenvo Freudenthal Instituut

Referentieniveaus en doorlopende leerlijnen VO-MBO. Jan van Weerden Hoofd Research POVO

basiscursus rekenen eerste bijeenkomst woensdag 3 oktober 2012 vincent jonker

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Ronde 2. Taal als instrument in de stage. Referenties. Noten. 1. Onzichtbare Taaltaken

basiscursus rekenen eerste bijeenkomst donderdag 12 januari 2012 vincent jonker

Naar een duurzame regionale infrastructuur voor scholing van laaggeletterden en laagopgeleiden. Festival van het Leren 2015

Verankering laaggeletterdheid in gemeentelijk beleid. Soler Berk Stichting Lezen & Schrijven

REKENEN IN HET MBO. Rekenles lastige opgave. Ingrid Christoffels & Annemarie Groot, Expertisecentrum Beroepsonderwijs.

Diagnostische toetsen. Doorlopende leerlijnen Taal en Rekenen. toetsen bij referentieniveaus

Taal verbindt mensen Wij verbinden mensen met taal Want Taal doet meer dan schrijven, spreken en lezen Het is de sleutel naar een nieuwe toekomst!

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DE ONTWIKKELING NAAR RESULTAATVERANTWOORDELIJKE TEAMS ORGANISATIEVERANDERING ZONDER BLAUWDRUK

Bijeenkomst Taalweb Referentieniveaus

Pleysier College Westerbeek, decanaat en uitstroom

Actualiteit taal en rekenen mbo

Algemeen vormend onderwijs, beroepsonderwijs en scholing in Nederland

Aan de slag met leer- en toetsmateriaal voor volwassenen

Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE)

Visie geeft uitslag! Beroepsgerichte context in bestaande toetsen (TOA)

2. CEVO/CvE 3. Coe voor niveau 4 4. Niveau 1, 2 en 3 5. Verkenning vanuit voorbeelden vmbo

naar centraal ontwikkelde examens nederlandse taal en rekenen in het mbo

Ministeriële ingreep: rekenniveau omhoog

Maatschappelijke Ontwikkeling Ingekomen stuk D6 (PA 17 april 2013) Beleidsontwikkeling. Datum uw brief

Matrix. Consequenties regelgeving Nederlandse taal en rekenen. voor EVC-kandidaat

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN. Datum. 8 november Onderwerp. Ons kenmerk. Taaleis BSW/ RIS294999

De Taalbrug: 2F van vmbo naar mbo. De doorlopende leerlijn Nederlands

Product Informatie Blad - Taaltoets

Oplegvel Collegebesluit

Actief beleid in signalering en diagnostiek van dyslexie

Leren in het platte vlak: taalonderwijs van punten langs lijnen naar ruimte

Kennismaken met de Referentieniveaus voor Taal en Rekenen in het primair onderwijs Suggesties voor bespreking in het team

filmpje bewindslieden (

Bijeenkomst Instruct

Projectplan. 1 - Praktische gegevens Plaats Pilot Den Haag. Projectleider. Arno van Houwelingen / Peter Eskens. Deelnemende instellingen

Onderwerp Vooronderzoek en vrije afnames van diagnostische toetsen taal en rekenen Resultaten mbo. Kenmerk. Datum november 2009

vakkundig onderwijs vakkundig onderwijs Ze kunnen niet meer rekenen. Wat moet het MBO daar mee? MBO bestaat uit ROC s en AOC s Beginsituatie MBO

Nieuwe kans op extra instroom

De Referentieniveaus Taal. BAVO Eemlanden 14 maart 2012

WIE HOUDT UW SCHOOL EEN SPIEGEL VOOR?

Taal- en rekenbeleid op het Valuascollege

Naar een brede vakinhoudelijke richtlijn dyslexie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ondersteuning en certificering van digitaal leren voor laagopgeleiden

Aan de slag met leer- en toetsmateriaal voor volwassenen

de ER-zorgroute en. 4 november 2015

NEDERLAND. Pre-basis onderwijs

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 23 oktober 2018 Erkenning werkervaring in mbo en hbo

Digitale vaardigheden in de les: hoe pak je dat aan?

Servicedocument wijziging wetgeving Educatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. Nederlandse Kappersakademie te Rotterdam

TOETSEN EN BEOORDELEN NT2. LOWAN-dag

Lesprogramma s voor pedagogische inzet van vechtsport in het onderwijs

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Stichting Onderwijsgroep Tilburg ROC Tilburg

Nationaal Agentschap Erasmus+ volwasseneneducatie. Peter van Deursen Hannah Achterbosch

Enkele rekenexperts, docenten en andere betrokkenen. Rekentoetswijzercommissie voortgezet onderwijs. Expertmeeting rekentoetsen vo

Workshop scan Studiesucces met dyslexie en dyscalculie in het mbo

PROFIEL. Adviseur Onderwijs HAS Hogeschool

Cursussen voor volwassenen

Studievoortgangsregeling. Opleiding: Vakexpert teelt en groen technologie Cohort: Start in 2018 Leerweg: BBL Niveau: 4

Transcriptie:

NIEUWSBRIEF Taal en Rekenen 3 Referentiekaders taal en rekenen vergeleken april 2010 Kwaliteitscompas Eindelijk ook een Protocol Dyslexie voor het mbo! Onderzoek Engels: Is B1-mbo iets anders dan B1-hbo?

Het Kwaliteitscompas: wegwijzer voor gemeenten bij aanbestedingen inburgering Vanaf 2009 hebben Nederlandse gemeenten de beschikking over één bedrag om mensen te stimuleren deel te nemen aan inburgering, werk of scholing: het Participatiebudget. Door de bundeling van budgetten WI, WEB en WWB kunnen makkelijker diverse doelgroepen bediend worden, zoals uitkerings gerechtigden, inburgeraars en laaggeletterden. Gemeenten hebben de regie en vragen zich af: hoe maken we optimaal gebruik van de ruimte die het participatiebudget ons biedt om voor elke inburgeraar een optimaal traject te realiseren? 2 De gemeente Amsterdam werd bedolven onder de offertes van trajectaanbieders. Vanuit de Amsterdamse visie op inburgering was de aanbestedingsprocedure voortvarend aangepakt. Er was een bestek opgesteld en daarin waren criteria geformuleerd voor de in te kopen trajecten. Een onderdeel dat beoordeeld moest worden was de inhoudelijke kwaliteit van de trajecten. Voor dat onderdeel deed de gemeente een beroep op CINOP om te helpen bij die beoordeling. CINOP ondersteunt gemeenten bij de visie ontwikkeling rondom inburgering en bij het voorbereiden, uitvoeren en monitoren van het aanbestedings proces. Het Kwaliteitscompas, door CINOP ontwikkeld in opdracht van de Frontoffice Inburgering, is een instrumentarium dat daarbij in vier stappen het proces begeleidt: van aanbesteding via screening van de offertes en plaatsing van cursisten naar monitoring van de trajecten. Voor de gemeente Amsterdam resulteerde dat in een screeningsformat voor offertes, gebaseerd op de criteria die in de aanbesteding waren geformuleerd. Dat betekende dat voor het onderdeel inhoudelijke kwaliteit criteria werden geformuleerd, ontleend aan het Kwaliteitscompas. Alle aanknopingspunten in het bestek die daarvoor in aanmerking kwamen, werden zo vertaald in het uitgebreide screeningsinstrument van het Kwaliteitscompas. In Amsterdam was de karavaan dus al in beweging toen CINOP bijsprong, in andere gemeenten staat het Kwaliteitscompas vaak al aan de wieg van een visie op inburgering en worden de criteria van daaruit geformuleerd. Het screeningsinstrument helpt vervolgens de offertes te beoordelen. Het plaatsingsinstrument ondersteunt daarna bij het afwegen van de inhoudelijke keuzes die aan de orde zijn bij het plaatsen van iedere inburgeraar in het juiste traject. Tenslotte biedt de monitor een systematiek waarmee zowel de uitvoering van intake en assessment als de uitvoering van de trajecten beoordeeld kunnen worden. De cirkel is rond als daaruit een advies rolt voor aanscherping en verbetering van intake en trajecten. Voor meer informatie: Ina den Hollander, ihollander@cinop.nl of Knup Fuhri, kfuhri@cinop.nl Met de CINOP-nieuwsbrief Taal en Rekenen (voorheen De Taalbrief) houden we u op de hoogte van onze activiteiten rondom talen, burgerschap en rekenen. Samenstelling en redactie: Anja van Kleef Vormgeving: Evert van de Biezen

Geestelijk bedienaren: een combinatie van landelijk en lokaal inburgeren Geestelijk bedienaren zijn christelijke priesters en dominees, maar bijvoorbeeld ook islamitische imams, boeddhistische monniken en hindoeïstische pandits. Net als andere inburgeraars moeten immigrerende geestelijk bedienaren ook inburgeren. Zij spelen vaak een belangrijke rol in de Nederlandse samenleving zoals het adviseren en ondersteunen in contacten met ziekenhuizen, scholen, gevangenissen en andere religieuze groepen. Een goed integratieprogramma is dus een eerste vereiste. Het gehele inburgeringstraject voor geestelijk bedienaren bestaat uit drie onderdelen. Allereerst volgen de cursisten een intensieve taalcursus (vaak in tweetallen) van drie weken in de eigen regio. Vervolgens komt men in groepsverband bijelkaar op het conferentieoord Kontakt der Kontinenten in Soesterberg gedurende een aantal (tweedaagse) bijeenkomsten. Hierbij komen de gebruikelijke inburgeringsthema s aan bod, maar daarnaast gaat men vooral in op het speciaal voor deze groep ontwikkelde programma Sociaal Maatschappelijke en Pastorale dienstverlening. Met name de dialoog tussen de verschillende religies is inspirerend. Het speciaal ontwikkelde cursusmateriaal speelt hier goed op in. Tijdens deze periode krijgen de cursisten in hun eigen woonplaats begeleiding van coaches, die hen helpen met het wegwijsmaken in de woonplaats en het verzamelen van de portfoliobewijzen voor het inburgeringsexamen. Daarnaast krijgen ze ook inhoudelijke steun op afstand van de begeleiders van de inburgeringscursus. Aan het eind van het traject van 18 maanden leggen de geestelijk bedienaren het speciaal voor hen ontwikkelde inburgeringsexamen af. Ondanks de vaak drukke werkzaamheden van de geestelijk bedienaren zijn zij zeer gemotiveerde inburgeraars. Inburgeren onder geestelijk bedienaren wordt steeds populairder: in 2010 zijn er ruim 100 cursisten op traject. CINOP werkt in dit project nauw samen met Kontakt der Kontinenten: de uitvoering van het traject ligt in handen van Kontakt der Kontinenten, CINOP voert de algemene projectleiding, ontwikkelt het cursusmateriaal en is verantwoordelijk voor de inhoudelijke kwaliteit van de cursus. Daarnaast is CINOP gecertificeerd exameninstelling voor de geestelijk bedienaren. Voor meer informatie: Knup Fuhri, kfuhri@cinop.nl 3

Eindelijk ook een Protocol Dyslexie voor het mbo! Voor het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs bestonden ze al: protocollen, handleidingen voor dyslexie, rond vragen als: hoe geef je dyslexiebeleid vorm, hoe begeleid en ondersteun je leerlingen met dyslexie? Zelfs voor het hbo was er een dergelijk Protocol Dyslexie. Voor het mbo was het er nog niet, maar dat is sinds 12 maart anders. 4 Op 12 maart 2010, op de landelijke taaldag Taal is cruciaal - de verbinding centraal, is het Protocol Dyslexie mbo door dr. Sui Lin Goei aangeboden aan de directeur BVE van het ministerie van OCW, Jeanette Noordijk. Daarmee hebben mboinstellingen een belangrijk hulpmiddel in handen gekregen voor het vormgeven of verbeteren van hun dyslexiebeleid. Docenten, loopbaanbegeleiders en studenten kunnen aan de slag met een operationele uitvoering van dat beleid die past bij de specifieke situatie van mbo-studenten, dus ook bij de beroepspraktijkvorming. Het Protocol bestaat uit een handboek, een screeningsinstrument op cd-rom en een dvd. Het handboek: uiteraard heel veel informatie, maar ook voorbeelden van dyslexiebeleid en implementatie van dit beleid binnen het mbo. Er is ook voorzien in een vragenlijst voor een 0-meting waarmee u vaststelt hoe het staat met het dyslexiebeleid op uw school. Het screeningsinstrument, de IDAA mbo, is voor deze doelgroep ontwikkeld door de Universiteit van Amsterdam. Met de cd-rom kunnen drie studenten worden gescreend op dyslexie. Voor meer studenten kan het instrument daarna bij Muiswerk worden aangeschaft. De dvd bevat filmpjes studenten met dyslexie vertellen over hun ervaringen binnen het mbo en voorbeelden, zoals dat van een oplossingsgericht gesprek in het kader van studentenbegeleiding.

Alle roc s krijgen het protocol toegestuurd; daarnaast is het mogelijk het protocol te downloaden via www.cinop.nl (zoek protocol dyslexie ). U vindt daar ook een filmpje van de overhandiging op 12 maart aan OCW. Het Protocol Dyslexie mbo is ontwikkeld in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap door een projectgroep bestaande uit het Expertisecentrum Nederlands, Onderwijscentrum VU en CINOP. Voor meer informatie: Marga Kemper, mkemper@cinop.nl 5 Jeanette Noordijk krijgt het eerste exemplaar van het Protocol Dyslexie mbo aangeboden door Sui Lin Goei

CINOP als kritische vriend Ondersteuning bij de ontwikkeling van een implementatieplan voor rekenen De 50 miljoen per jaar die OCW heeft toegezegd voor taal en rekenen vraagt van gegadigde roc s een degelijk implementatieplan: hoe gaan we taal en rekenen zo organiseren dat we met deze extra impuls een overtuigende stap voorwaarts doen? 6 Janine Warmerdam Taalbeleid is al geruime tijd hot in de bve; op de meeste roc s is taalonderwijs in beweging en wordt er gewerkt aan degelijk en transparant beleid. Voor rekenen ligt dat anders. Er werd tot voor kort immers nauwelijks expliciet aan rekenvaardigheden gewerkt in het mbo. Waar er voor taal een traditie en veel ervaringen liggen om op voort te bouwen, is er voor rekenen helemaal niets. Janine Warmerdam, beleids medewerker onderwijs bij ROC Leiden en binnen die functie projectleider taal en rekenen: Inderdaad: vind de mensen maar eens. Een ruime task force taal was er al, met vertegenwoordigers uit de units; het is dan een extra zware aanslag op de units om ook nog eens een task force rekenen te leveren. Docenten rekenen zijn bovendien dun gezaaid. Niet iedereen begrijpt dat wiskunde niet hetzelfde is als rekenen. De docent economie kan toch ook wel rekenles geven? Je vergeet dan dat het om een heel andere didactiek gaat. In zo n situatie heb je bij het opstellen van een implementatie plan iemand nodig die met je meedenkt, vanuit een inhoudelijke expertise aan de ene kant en vanuit inzicht in implementatieprocessen aan de andere. De consultant rekenen van CINOP kon beide bieden en fungeerde daarmee als een kritische vriend bij het ontwikkelen van het implementatieplan. Zij kon aangeven of het klopte, al of niet bevestigen of ik op de goede weg was. Dat heb je echt nodig. Het heeft absoluut bijgedragen tot de kwaliteit en de uitvoerbaarheid van het implementatieplan. Veel roc s worstelen dan ook met het formuleren van een implementatieplan voor rekenen. Het is alleen al een probleem om de mensen te vinden die voldoende affiniteit hebben met het onderwerp. Niet alleen ontbreekt het aan docenten rekenen, degene die het beleid moet formuleren is lang niet altijd op de hoogte van de ontwikkelingen in rekenland. Voor meer informatie: Rinske Stelwagen, rstelwagen@cinop.nl

Een Toets Basisvaardigheden Naar aanleiding van het Aanvalsplan Laaggeletterdheid wordt ook in het bedrijfsleven en bij de overheden steeds duidelijker dat het loont om laaggeletterdheid te bestrijden: het stagneert de ontwikkeling van een grote groep werknemers en werkzoekenden en heeft een negatieve invloed op bedrijfsresultaten. Om vast te stellen of iemand laaggeletterd of laaggecijferd is, werd daarom de behoefte aan een toets om basisvaardigheden te meten steeds groter. Laaggeletterd of niet? Waar vooral behoefte aan bestond, was een indicatie op grond waarvan een traject kan worden bepaald: is er bij deze kandidaat sprake van een niveau van lezen en schrijven en basaal rekenen waarop hij of zij zelfstandig kan functioneren in de maatschappij? Dat is de eerste vraag bij volwassenen die werken of toegeleid worden naar werk, bijvoorbeeld in een re-integratietraject, en waarvan het vermoeden bestaat dat extra scholing nodig is. Een indicatie In opdracht van het ministerie van OCW werd daarom in het kader van het Aanvalsplan laaggeletterdheid. Van A tot Z betrokken door CINOP een toets ontwikkeld waarmee basisvaardigheden taal en rekenen op een laag niveau kunnen worden gemeten bij een individuele kandidaat. De toets geeft aan of iemand geletterd is op niveau A1 of A2 van het Raamwerk Nederlands en of iemand rekenvaardig is op niveau 1F of 2F van het referentiekader taal en rekenen van de commissie Meijerink. Het gaat daarbij om een indicatie, niet om een gedetailleerd beeld waarop een scholingstraject op maat kan worden gebaseerd. Daarvoor is een meer uitgebreide toetsing nodig. Toetsvorm en inhoud Om kandidaten niet op voorhand al af te schrikken, is de toets gemaakt in de vorm van een tijdschrift, met prettig leesbare teksten en informatie. De teksten worden gebruikt voor opgaven lezen, schrijven en rekenen. Daarnaast bestaat de toets uit een voorschatter (beheerst de kandidaat het aanvankelijk lezen?), een gespreksleidraad en werkboekjes voor de opgaven schrijven en rekenen. In een gesprek legt een toetsleider de vragen bij de leesteksten en rekenopgaven aan de kandidaat voor. De afnameduur is ongeveer 1-1,5 uur. Dit geldt alleen als zowel taal als rekenen worden getoetst en als er getoetst wordt tot niveau B1. In veel gevallen zal dit niet nodig zijn. Wanneer iemand niveau A1 niet haalt voor lezen, zullen de items van A2 en B1 niet worden aangeboden. De toets verschijnt eind april. Wie informatie wil of de toets wil bestellen, kan vanaf 23 april terecht op www.basisvaardigheden.nl. Wilt u nu alvast meer informatie over de toets, neem dan contact op met Joanne van Emmerik (jemmerik@cinop.nl) of Ina den Hollander (ihollander@cinop.nl) 7

Een tweede taal leren met ICT: voordelen en hindernissen Tussen november 2009 en april 2010 voert CINOP, in samenwerking met de Universiteit van Tilburg en de Universiteit van Göteborg in Zweden, een onderzoek uit naar het gebruik van ICT bij het leren van Nederlands en Zweeds als tweede taal (als onderdeel van een programma voor inburgering) door volwassen immigranten in Nederland en Zweden. Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van het Institute for Prospective Technologies (onderdeel van de Europese Commissie) in Sevilla. Een belangrijk onderdeel van het onderzoek betreft enkele case studies. Hierbij worden cursisten en docenten geïnterviewd en worden ze geobserveerd bij het gebruik van een specifieke ICT-toepassing. De drie case studies in Nederland richten zich op het gebruik van IJsbreker, de NT2-Nieuwslezer en de Virtuele Wijk. Op 4 juni zal Marianne Driessen de resultaten presenteren op de NT2-conferentie van de BV-NT2 (Beroepsvereniging van docenten Nederlands als tweede taal). Voor meer informatie: Marianne Driessen, mdriessen@cinop.nl 8 In oktober 2009 vond de aftrap van het project plaats in Sevilla, waar het kantoor van IPTS (Institute for Prospective Technological Studies) is gevestigd. Samen met experts uit verschillende EU landen werd in een eerste expertmeeting gesproken over de voordelen van het gebruik van ICT bij het leren van een tweede taal en de eventuele hindernissen die daarbij genomen moeten worden. Op de foto de leden van de partners in het project, van links naar rechts: Lilian Nygren (Universiteit van Götenborg), Marianne Driessen (CINOP), Stefano Kluzer (IPTS) en Max Spotti (Universiteit van Tilburg).

Onderzoek Engels: Is B1-mbo iets anders dan B1-hbo? Dit voorjaar zal CINOP starten met een onderzoek naar het niveau van het Engels bij mbo 4-deelnemers die doorstromen naar het hbo. Engels is belangrijk voor de doorstroom van mbo-4 naar het hbo. Om die reden heeft OCW besloten om Engels voor alle mbo 4-opleidingen verplicht te stellen, waarschijnlijk met ingang van het schooljaar 2011-2012. De verwachting is dat de eisen B1 zullen worden voor Lezen en Luisteren en A2 voor Spreken/Gesprekken en Schrijven. Dit komt overeen met de onderkant van het havo-niveau voor Engels. Op dit moment hebben veel mbo-opleidingen Engels al als verplicht onderdeel opgenomen omdat het in het kwalificatiedossier vermeld staat. Het komt echter regelmatig voor dat een student die met bijvoorbeeld B1 voor Engels afstudeert aan een mbo-opleiding, dat B1- niveau niet haalt bij een instaptoets Engels in het hbo. Hoe kan dat? Is er werkelijk een niveauverschil of ligt het aan de manier van toetsing? Of aan het toetsinstrument? Of misschien aan allebei? CINOP zal bij een aantal roc s en hbo-instellingen studenten laten testen met behulp van een nieuwe, door Pearson ontwikkelde, innovatieve toets: de Pearson Test of English Academic (PTE Academic). Dit is een volledig digitale toets met geautomatiseerde beoordeling, die de niveaus kan meten van Lezen, Luisteren, Spreken en Schrijven, gerelateerd aan het ERK, zie http://www.pearsonpte.com/ PTEACADEMIC/Pages/home.aspx We zoeken nog roc s en hbo-instellingen die aan dit onderzoek mee willen doen. Voor meer informatie: Marianne Driessen, mdriessen@cinop.nl 9

Een vergelijking van referentiekaders taal en rekenen Het OCW-beleid is erop gericht dat vanaf augustus 2010 het Referentiekader taal en rekenen in het hele onderwijs,van primair onderwijs tot en met het hoger beroepsonderwijs, het leidende instrument wordt. Dit referentiekader wordt de standaard voor curricula, kwalificatiedossiers, (diagnostische) toetsen, examens en onderwijsleerpakketten die van nu af aan voor deze onderwijssectoren beschikbaar komen. Op verzoek van het ministerie van OCW hebben CINOP en het Freudenthalinstituut voor het mbo-veld een handzame toelichtende brochure samengesteld. Daarin wordt duidelijk wat op hoofdlijnen de overeenkomsten en verschillen zijn tussen enerzijds het Raamwerk Nederlands en het Raamwerk Rekenen/wiskunde en anderzijds het Referentiekader, de vastgestelde referentieniveaus taal en rekenen van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen. 10 Het doel van deze brochure is om de beide raamwerken, die speciaal voor het mbo-veld ontwikkeld zijn en die hun weg naar de praktijk al gevonden hebben, te vergelijken met de definitieve versie van het Referentiekader taal en rekenen (versie november 2009). CINOP CINOP is een (inter)nationaal adviesbureau op het gebied van leren, opleiden en ontwikkelen. Met 150 professionals werken wij aan oplossingen voor leer- en opleidingsvraagstukken op het snijvlak van beroepsonderwijs en arbeidsmarkt. Dit doen wij voor onderwijsinstellingen, ministeries, overheden, de Europese commissie, platform- en koepelorganisaties, brancheorganisaties, opleidingsfondsen, sociale partners en het bedrijfsleven. Daarbij is onze dienstverlening net zo breed als de vraag van onze klanten: van beleidsontwikkeling tot training op de werkvloer. Van meerjarig projectmanagement tot het ontwikkelen van innovatieve ideeën. Maar altijd met het concept van een leven lang leren als rode draad in ons werk. www.cinop.nl

Wat taal betreft De conclusie van deze contrastieve analyse is voor het onderdeel taal dat de vier niveaus van het Referentiekader taal (1F-2F-3F- 4F) in grote lijnen overeen komen met vier niveaus in het Raamwerk Nederlands: A2 -B1-B2-C1: Niveauvergelijking Referentiekader taal Raamwerk Nederlands Niveaus Referentiekader taal 1F 2F 3F 4F Niveaus Raamwerk Nederlands A1 A2 B1 B2 C1 C2 Rekenen Wat rekenen betreft ligt het ingewikkelder. Zowel het Referentiekader Rekenen als het Raamwerk rekenen/ wiskunde verdelen de inhouden en vaardigheden van het domein rekenen/wiskunde over vier subdomeinen. Deze vier subdomeinen zijn echter verschillend gekozen. In het mbo geldt daarom : om een vertaling te kunnen maken van de reken/wiskundeprofielen (gebaseerd op het Raamwerk) naar de referentieniveaus 2F en 3F, is meer informatie nodig over de onderliggende deelvaardigheden die voorkomen in het beroep. Hoe die vergelijking gemaakt kan worden, is te lezen in de brochure. Informatie: Voor taal Christel Kuijpers, ckuijpers@cinop.nl en Marianne Driessen, mdriessen@cinop.nl; Voor rekenen Rinske Stelwagen, rstelwagen@cinop.nl 11 De brochure wordt verspreid via het Steunpunt Taal en Rekenen, http://www.steunpunttaalenrekenenmbo.nl/nl/ home/kaders-en-regels/referentiekader

12 DE TAALBRIEF Pettelaarpark 1 Postbus 1585 5200 BP s-hertogenbosch Tel.: +31 (0)73-6800800 www.cinop.nl