Bij een goede start hoort een goed begin De route naar gezonde zwangerschap, lage perinatale sterfte en gezonde kinderen in de gemeenten De Wolden, Hoogeveen en Midden-Drenthe
Introductie Jaarlijks overlijden in Nederland tien tot vijftien vrouwen rond zwangerschap en geboorte (ernstige morbiditeit van de moeder komt voor bij zeven op de duizend zwangeren). Ook overlijden ongeveer 1700 kinderen (10%) rond de geboorte (vanaf de 22e week van de zwangerschap tot in de eerste week na de geboorte). Naast deze perinatale sterfte kan er sprake zijn van morbiditeit. Dit betekent dat pasgeborenen dusdanig ernstig ziek zijn, dat zij alsnog overlijden na de vierde levensweek, of dat zij voor de rest van hun leven schade hebben opgelopen door hun slechte start. Een slechte start bij de geboorte betekent een groter risico op ontwikkelings- en gedragsproblemen voor het kind. En dat heeft een negatieve invloed op zijn of haar hele leven. Hoe verhoudt Nederland zich tot Europa? In Nederland is de perinatale sterfte beduidend hoger dan in de rest van Europa. Behalve de perinatale sterftecijfers, zijn ook de andere geboorte-uitkomsten minder gunstig, zoals een te laag geboortegewicht en vroeggeboorte. Dit was reden voor de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) om in 2008 een stuurgroep in te stellen om de gezondheid van zwangeren te bevorderen en de gezondheidsverschillen tussen zwangeren te verkleinen. De Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte van het VWS heeft als ambitie de maternale en perinatale sterfte in de komende vijf jaar te halveren. Zij stelde hiervoor een adviesrapport op met de titel 'Een goed begin'. Wat zijn de oorzaken en belangrijkste risicofactoren? De oorzaken voor maternale sterfte zijn aandoeningen gerelateerd aan hoge bloeddruk, trombose, infecties en bloedingen. De incidentie van ernstige morbiditeit van de moeder varieert sterk per etnische groepering. De oorzaken voor perinatale sterfte zijn vroeggeboorte, ernstig aangeboren afwijkingen, te laag geboortegewicht in vergelijking met de zwangerschapsduur en zuurstoftekort tijdens de geboorte. Cumulatie van deze oorzaken verhoogt de sterftekans aanzienlijk. De onderliggende risico's voor perinatale sterfte en morbiditeit van het kind doen zich vooral voor bij zwangeren die voor het eerst bevallen, zwangeren met een niet-westerse achtergrond, zwangeren met een onderliggende ziekte en zwangeren die een ongezonde leefstijl hebben (vooral roken, drinken en slechte voedingsgewoonten). Deze risico's cumuleren met name bij zwangeren in een achterstandssituatie (lage sociaaleconomische status, SES). 1
In het advies 'Een goed begin' worden de volgende individuele risicofactoren en knelpunten in de zorg benoemd die een goede zwangerschap belemmeren: Individuele risicofactoren: 1. Medisch-biologische risicofactoren bij de moeder: leeftijd, pariteit, meerlingzwangerschap, etniciteit (o.a. taalbeheersing), (infectie)ziekten en erfelijke aanleg. 2. Gedragsgerelateerde risicofactoren bij de moeder: leefstijl (roken, alcohol- en drugsgebruik, insufficiënte voeding, te weinig beweging), (ernstig) overgewicht, huiselijk- of seksueel geweld richting de zwangere. 3. Omgevingsgerelateerde factoren: de fysieke omgeving (lawaai, slechte behuizing, slechte hygiënische omstandigheden) en de sociale omgeving (sociale relaties, werkbelasting, SES). Cumulatie van risico's: In achterstandswijken ziet men een cumulatie van sociale en individuele problematiek, bijvoorbeeld het onvoldoende beheersen van de Nederlandse taal, huisvestingsproblemen en psychiatrische klachten. Zorgfactoren: 4. Onvolledige zorg: sommige zwangeren maken onvoldoende gebruik van de geboden zorg, zoals kraamzorg, consultatiebureaus of nazorg door een kinderarts. Zij vallen uit de zorgketen. 5. Inadequate zorg: de zorgvraag van de cliënt wordt niet altijd herkend door hulpverlener en het zorgaanbod wordt niet altijd begrepen door de zwangere. 6. De kwaliteit van het zorgproces: hiaten in het zorgproces zijn van invloed op de geboorteuitkomsten. Hoe verhouden De Wolden, Hoogeveen en Midden-Drenthe zich tot Nederland? De maternale en perinatale sterfte liggen in de gemeenten De Wolden, Hoogeveen en Midden-Drenthe niet hoger dan het gemiddelde in Nederland. Bovendien voldoet het adherentiegebied van Ziekenhuis Bethesda (dit omvat de drie eerder genoemde gemeenten) nagenoeg volledig aan de normen die de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft opgesteld naar aanleiding van het adviesrapport 'Een goed begin'. Toch nemen de bij het project 'Bij een goede start hoort een goed begin' betrokken professionals hun verantwoordelijkheid; zij zien de noodzaak én mogelijkheden om verbeteringen te realiseren. Het databoek 'Kinderen in Tel' (2012) laat ook de noodzaak zien. Meer dan 50% van de 0 t/m 17 jarigen in Hoogeveen groeit op in een achterstandswijk. De gemeenten Midden-Drenthe en De Wolden scoren gemiddeld tot goed. Uit gegevens van het Sociaal- en Cultureel Planbureau blijkt echter dat er ook in deze gemeenten wijken met een relatief lage SES-score zijn. 2
Het databoek 'Kinderen in Tel' bevat nog een aantal andere indicatoren die ook gerelateerd zijn aan een gezonde zwangerschap en een gezonde start. Zo scoort de gemeente De Wolden relatief hoog op de indicator zuigelingensterfte en de gemeente Hoogeveen relatief hoog op de indicatoren kindersterfte en tienermoeders. Scores per indicator bron: 'Kinderen in Tel 2012' DW = De Wolden H = Hoogeveen M-D = Midden-Drenthe O O O Het aantal inwoners met een niet-westerse achtergrond (met name de risicogroep Antillianen, Arubanen en Surinamers) is in de gemeenten De Wolden, Hoogeveen en Midden-Drenthe zeer beperkt. Wel hebben de gemeenten Hoogeveen en Midden-Drenthe een relatief groot aantal inwoners van Molukse afkomst. Rangorde 2010 SES postcodegebieden t.o.v. postcodegebieden Nederland bron: Sociaal- en Cultureel Planbureau DW = De Wolden H = Hoogeveen M-D = Midden-Drenthe 3
4
Bij een goede start hoort een goed begin Een aantal zorgprofessionals heeft in 2010 de aanzet gegeven tot een integraal plan 'Bij een goede start hoort een goed begin' voor het adherentiegebied van Ziekenhuis Bethesda in Hoogeveen. Het plan heeft als doel de aanbevelingen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte te realiseren. Welk maatschappelijk effect willen we bereiken? Het lijkt logisch de ambitie van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte over te nemen en ook in De Wolden, Hoogeveen en Midden-Drenthe de maternale en perinatale sterfte in de komende vijf jaar te willen halveren. Toch kiezen we daar niet voor, omdat het op jaarbasis een zeer klein aantal moeders en kinderen betreft en de scores door incidenten en toevalligheden over de jaren sterk uiteen kunnen lopen. Verloskundig actieve huisartsen, eerstelijns verloskundigen, gynaecologen, kinderartsen en management van Ziekenhuis Bethesda hebben de verloskundige keten in Hoogeveen in kaart gebracht en knelpunten en risicofactoren benoemd. Hieruit bleek dat veel winst te behalen is door beïnvloeding van leefstijl en leefsituatie/buurt. Om deze reden is contact gezocht met de gemeente Hoogeveen/CJG en GGD Drenthe, die op dit vlak meer expertise hebben. Op basis van vervolggesprekken met betrokkenen zijn de contouren van het plan zicht-baar geworden en zijn de JGZ 0-4 en de gemeenten De Wolden en Midden-Drenthe benaderd om aan te sluiten. Niet alle slechte uitkomsten zijn te vermijden, maar een deel kan wél voorkomen worden door effectievere preventie en zorg. Door de gezondheid van zwangeren te bevorderen en de gezondheidsverschillen tussen zwangeren te verkleinen beogen we de perinatale sterfte laag te houden en bij te dragen aan gezonde kinderen door hen een goede start te geven. Hierbij richten we ons vooral op inwoners van de gemeenten De Wolden, Hoogeveen en Midden-Drenthe met een relatief lage SES. Daarnaast verbeteren we de samenwerking en afstemming tussen de professionals in de zorgketen en optimaliseren we de infrastructuur van het ziekenhuis. Aan de realisatie van dit plan is gewerkt door: - Centrum Jeugd en Gezin Hoogeveen (CJG) - Gemeente Hoogeveen - GGD Drenthe - Transmuraal Coördinatie Centrum Hoogeveen - Verloskundigenpraktijk Hoogeveen - Verloskundigenpraktijk Petit - Ziekenhuis Bethesda In het vervolg van dit plan, 'Bij een goede start hoort een goed begin', beschrijven we welke concrete resultaten we hierbij voor ogen hebben en welke acties we hiervoor gaan inzetten. We sluiten daarbij zoveel mogelijk aan op de aanbevelingen die de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte heeft geformuleerd. 5
Gezond zwanger worden Welke resultaten willen we bereiken? Iedereen in de gemeenten De Wolden, Hoogeveen en Midden-Drenthe moet zich bewust zijn van het belang van een gezonde leefstijl en een gezonde omgeving in relatie tot een toekomstige kinderwens. De vrouw moet, samen met haar (eventuele) partner, met voldoende kennis en de juiste houding zelf de regie nemen in deze belangrijke levensfase. Daarvoor is het nodig dat we: Welke extra acties gaan we uitzetten? Collectieve voorlichting - We gaan in overleg met het voortgezet onderwijs om te inventariseren hoe ze invulling geven aan de nieuw opgenomen kerndoelen over seksualiteit en seksuele diversiteit. We kunnen hen informeren en adviseren over beschikbare programma's en bieden gastlessen aan over anticonceptie, soa, preconceptie en zwangerschap. - alle mensen kennis aanreiken en er bewust van maken hoe zij zelf kunnen bijdragen aan een gezonde zwangerschap en een goede start na de geboorte. - de risicoperceptie van alle mensen verhogen en zorgen dat ze het belang van preconceptiezorg onderkennen. - ervoor zorgen dat de afname van de beschikbare preconceptiezorg door met name de risicogroepen (lage SES, eerste zwangerschap, zwanger met onderliggende ziekte of slechte leefstijl) vergroot wordt. Wat doen we daar nu al voor? Met ingang van het schooljaar 2012/2013 zijn de thema's seksualiteit en seksuele diversiteit expliciet opgenomen in de landelijke kerndoelen voor het voortgezet onderwijs. Hoe de scholen hier invulling aan geven is bij de projectleden nog niet bekend. De bij het project 'Bij een goede start hoort een goed begin' aangesloten verloskundigenpraktijken en het CJG hebben op hun website informatie staan over gezond zwanger worden. De beide verloskundigenpraktijken hebben een individueel preconceptiespreekuur. Hier wordt nauwelijks gebruik van gemaakt. De verloskundigen ontvangen geen vergoeding voor preconceptiezorg. - We gaan in overleg met mbo-instellingen om te inventariseren in hoeverre relationele en seksuele vorming past binnen hun onderwijscurriculum. We kunnen hen informeren en adviseren over beschikbare programma's en bieden gastlessen aan over anticonceptie, soa, preconceptie en zwangerschap. - De stuurgroep Zwangerschap en Geboorte wil dat de overheid een standaard voorlichtingsprogramma ontwikkelt gericht op gezond en veilig zwanger worden. Als dit programma er komt, wegen we af in hoeverre we de implementatie ervan lokaal kunnen ondersteunen. We starten vanuit dit project zelf geen inhoudelijke campagne, maar maken graag gebruik van landelijk ontwikkelde materialen. Individuele preconceptiezorg (eerste lijn: verloskundigen en huisartsen) - Enkele verloskundigen worden getraind in het uitvoeren van bovengenoemde collectieve voorlichting en individuele preconceptiezorg. Het ministerie van VWS onderzoekt of hiervoor een tarief kan worden bepaald. Verloskundigen gaan een aanvraag indienen voor het innovatiefonds van Achmea. 6
- We gaan in overleg met vrouwen en hun (eventuele) partner uit risicogroepen om in beeld te krijgen in hoeverre het preconceptiespreekuur zoals dat nu wordt aangeboden, aansluit bij hun verwachtingen, wensen en behoeften. Op basis van deze inventarisatie besluiten we of en hoe we de individuele preconceptiezorg in de toekomst anders willen organiseren. - Verloskundigen geven vrouwen die recentelijk zijn bevallen en hun partner voorlichting over hoe een eventuele volgende zwangerschap gezond te starten. Hierbij stimuleren ze vrouwen uit de gedefinieerde risicogroepen gebruik te maken van het preconceptiespreekuur. - Lokaal stimuleren van het gebruik van de website 'Zwangerwijzer.nl'. Op deze site kunnen risicofactoren eenvoudig worden opgezocht en wordt uitgebreide informatie gegeven. - Er is een webapplicatie beschikbaar voor de hulpverlener, 'Preconceptiewijzer', waarin de individuele risicofactoren van een echtpaar uit 'Zwangerwijzer.nl' worden gekoppeld aan geprotocolleerde adviezen en suggesties voor verwijspatronen in geval van hoge risico's. Hiermee kan preconceptiezorg op een geprotocolleerde manier als ketenzorg worden aangeboden. In overleg met de ontwikkelaars, Erasmus MC en Star-Medisch Diagnostisch Centrum, zal bepaald worden of en zo ja, onder welke voorwaarden dit instrument kan worden ingezet in De Wolden, Hoogeveen en Midden-Drenthe. - De huisartsen worden door inwoners regelmatig als eerste contactpersoon benaderd over preconceptie zorg. Al het basis voorlichtingsmateriaal dient daarom bij de huisarts beschikbaar te zijn. De huisartsen dienen volledig aangesloten te zijn bij dit project om de juiste doorverwijzing te kunnen maken. - Toeleiding verbeteren van vrouwen en hun (eventuele) partner uit risicogroepen naar het preconceptiespreekuur. Enerzijds door contactpersonen uit het eigen sociale netwerk van de doelgroep te laten fungeren als gids. Anderzijds door professionals uit de eerste en tweede lijn die al met de vrouw in contact zijn, haar te laten informeren over risico's en beschikbare preconceptiezorg. Collectieve preconceptiezorg We testen in een pilot hoe we buiten de schoolstructuur jonge vrouwen zonder kinderen (maar met een mogelijke kinderwens) en een lage SES kunnen stimuleren tot een gezonde leefstijl voorafgaand aan en tijdens de zwangerschap. We werken hierbij intensief samen met het CJG, het welzijnswerk en de Smederijen van de gemeente Hoogeveen (veel ervaring met wijkgericht werken en doelgroepparticipatie). Om voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de pilot mogelijk te maken, gaan we op zoek naar subsidiënten. De opbrengsten van de pilot, de zogeheten 'good practices', worden gebruikt voor introductie van collectieve preconceptiezorg in andere wijken. 7
8
Zwangerschap Bevalling De eerste- en tweedelijns partners zijn naar aanleiding van de adviezen uit het rapport 'Een goed begin' van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte nauwer gaan samenwerken. Binnen het regionaal verloskundig samenwerkingsverband (VSV) wordt de coördinatie van zorg rond risicozwangeren afgestemd en worden gezamenlijke richtlijnen uitgewerkt en geïmplementeerd. De mogelijkheden tot bespreking van alle zwangeren en een gedeeld elektronisch patiëntendossier worden geëxploreerd. Tijdens het eerste verloskundig consult vindt een anamnese plaats. Een van de doelstellingen van het project is om gegevens vanuit 'Zwangerwijzer.nl' en de 'Preconceptiewijzer' te gebruiken voor bepaling van het optimale zorgtraject. De huidige zorgketen in Hoogeveen kan deze trajecten verzorgen. Het CJG vervult een centrale rol rond multiprobleemsituaties. Op dit moment loopt een pilot waarbij aan iedere vrouw die zwanger is van haar eerste kind een gesprek met de leefstijlconsulente krijgt aangeboden. Zij zal dieper ingaan op de leefstijl en hierover adviezen geven. Om het geven van borstvoeding te stimuleren, kan ook gebruik worden gemaakt van het lactatiekundig spreekuur. Een tweede pilot waaraan gewerkt wordt, is het prenataal huisbezoek dat wordt ingezet bij 'risicozwangeren'. Hiervoor is geld beschikbaar gesteld door de gemeente. Een JGZ-verpleegkundige komt rond de 32e week van de zwangerschap bij de ouders thuis om een aantal zaken te bespreken en zij kan op dat moment ook de betreffende situatie inschatten. Deze informatie wordt teruggekoppeld aan de verloskundige en zo nodig aan de huisarts en wordt later meegenomen tijdens het traject bij het consultatiebureau. Voor verloskundigen die in een praktijk werken in een zogenaamde achterstandswijk wordt bij de Rijksoverheid een compensatie gevraagd. Binnen het VSV is een gezamenlijk geboorteplan opgesteld. Alle zwangeren kunnen dit plan voorafgaand aan de bevalling invullen om de eigen wensen rondom de bevalling kenbaar te maken. De vrouw maakt samen met de verloskundige de keuze voor een thuisbevalling of poliklinische bevalling. Voor deze vorm van ziekenhuisbevalling zonder medische indicatie geldt wel een eigen bijdrage. De landelijke aanbeveling is om op gemeentelijk niveau een collectief contract te sluiten met de verzekeraar voor de minima in de gemeenten. In de plannen voor aanpassing van de afdeling Vrouw & Kind van Ziekenhuis Bethesda wordt ernaar gestreefd om de huiselijke sfeer rond de bevalling ook in het ziekenhuis te creëren, door de verloskamers op een gezinsgerichte manier in te richten. Om de perinatale sterfte tijdens de bevalling te reduceren, waarborgen de ketenpartners dat de bevallende vrouw niet alleen wordt gelaten tijdens de bevalling en garanderen ze dat de behandeling in acute situaties binnen vijftien minuten kan starten. Hiertoe is inzet van extra gekwalificeerd personeel gerealiseerd en zijn er afspraken gemaakt, zodat parallelle acties waar nodig in gang kunnen worden gezet. 9
10
Gezinsgerichte zorg Binnen de afdeling Vrouw & Kind van Ziekenhuis Bethesda wordt zoveel mogelijk gewerkt volgens de principes van gezinsgerichte zorg. Dit concept baseert zich op de erkenning dat ook pasgeborenen een basale behoefte hebben aan de nabijheid van en de verzorging door hun ouders. 24-uurs aanwezigheid van ouders kan veel van de stressvolle stimuli waaraan pasgeborenen worden blootgesteld, weghalen. De laatste jaren is op de zorgeenheid Vrouw & Kind, door het behalen van het WHO borstvoedingscertificaat en door de introductie van ontwikkelingsgerichte zorg (NIDCAP), al meer en meer de focus komen te liggen op de individuele behoeftes van pasgeborenen en hun ouders. Moeder en kind worden na de geboorte zo min mogelijk van elkaar gescheiden - ook als opname op de afdeling neonatologie nodig is - en ouders worden actief betrokken bij de verzorging. Verdere integratie van de verpleegkundige teams binnen de zorgeenheid wordt nagestreefd en in de bouwplannen van de afdeling worden familiekamers gerealiseerd die verdere uitrol van het concept van gezinsgerichte zorg mogelijk maken. Nazorg Kraamzorg Kraamzorg wordt in Hoogeveen bijna altijd afgenomen. Soms wordt niet de volledige kraamzorg afgenomen omdat dit financieel niet haalbaar is. Met name de ondersteuning bij borstvoeding kan dan in het gedrang komen. Deze gevallen worden behandeld binnen de individuele trajecten. Eigen bijdrage kraamzorg De wettelijke eigen bijdrage aan de kraamzorg is 3,80 per uur. Gemiddelde zorg volgens het landelijk protocol is 49 uur. De eigen bijdrage wordt veelal door de aanvullende verzekering betaald, maar veel inwoners van De Wolden, Hoogeveen en Midden- Drenthe hebben deze aanvullende verzekering niet. De aanbeveling is om op gemeentelijk niveau voor de minima een collectief contract af te sluiten met de verzekeraar. De nazorg voor pasgeborenen wordt met name geleverd door verloskundigen, huisartsen, consultatiebureaus en kinderartsen. Controle vindt plaats op basis van een risicoinschatting na de geboorte of bij ontslag uit het ziekenhuis. De consultatiebureaus zijn de laatste schakel in de keten, maar missen vaak de informatie uit voorgaande schakels. Dit terwijl deze zo belangrijk is voor de begeleiding van de ouders en hun kind. Door nauwere samenwerking en inzet van 'Zwangerwijzer.nl', 'Preconceptiewijzer' en de gecoördineerde aanpak bij multiproblematiek trajecten wordt de informatievoorziening naar de consultatiebureaus beter. Voor kinderen met een hoog risico op ontwikkelingsproblematiek, zoals vroeggeboorte, laag geboortegewicht voor de zwangerschapsduur en zuurstoftekort rond de geboorte, bestaat in Ziekenhuis Bethesda de multidisciplinaire Neonatologie nazorgpoli. Dit is een samenwerkingsverband van artsen en verpleegkundigen van Jeugdgezondheidszorg Icare, kinderfysiotherapeuten, ontwikkelingsdeskundigen en kinderartsen en gespecialiseerd verpleegkundigen van Ziekenhuis Bethesda. Ouders krijgen hier intensieve begeleiding en problemen worden vroegtijdig onderkend en behandeld, waardoor belangrijke gezondheidswinst behaald kan worden. 11
12
Registratie en evaluatie Om te kunnen vaststellen of de doelstellingen daadwerkelijk behaald worden, zijn registratie en evaluatie van het plan 'Bij een goede start hoort een goed begin' noodzakelijk. Hiervoor moet nog een opzet gemaakt worden. Er kan gebruik worden gemaakt van gegevens in de landelijke perinatale registratie (PRN) waar gynaecologen en kinderartsen reeds de uitkomsten van alle bevallingen vastleggen. De stichting Perinatale Registratie Nederland verzamelt en integreert landelijke gegevens, uit diverse bronnen, die betrekking hebben op de gehele verloskundige keten. In Rotterdam wordt een haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar een meer gerichte perinatale registratie, die de effecten van de maatregelen op de geboorte-uitkomsten kan meten. Onderzoek is nodig om te kijken of deze specifieke registratie ook toepasbaar en financieel en technisch haalbaar is in Hoogeveen. Als een van de eerste perinatale samenwerkingsverbanden in Nederland worden in het verzorgingsgebied van Ziekenhuis Bethesda, in samenwerking met de stichting Perinatale Audit Nederland, systematisch periodieke audits bij perinatale sterfte uitgevoerd. Hier wordt op kritische, gestructureerde wijze de daadwerkelijk verleende zorg onder de loep genomen en wordt in kaart gebracht waar de kwaliteit van zorg verbeterd kan worden, bijvoorbeeld door betere samenwerking, scholing of richtlijnontwikkeling. Vragen en informatie Voor meer informatie over het project 'Bij een goede start hoort een goed begin' kunt u contact opnemen met een van de volgende personen: Dhr. K. (Kees) Oosterhof Mevr. L. (Lianne) Metselaar Dhr. P. (Paul) Asbreuk manager zorggroep 1 verloskundige voorzitter Ziekenhuis Bethesda Verloskundigenpraktijk Petit Triple-A-Health tel: (0528) 28 62 22 tel: 06-34 10 23 74 tel: 06-22 10 30 62 Dit plan is mede tot stand gekomen door de bijdrage van de heer Paul Asbreuk. 13
Transmuraal Coördinatie Centrum Hoogeveen e.o Verloskundigen Praktijk Hoogeveen Vormgeving en realisatie:!pet drukkers en vormgevers