Practicum Atoom- en Molecuulfysica : het Zeeman-effect

Vergelijkbare documenten
Tentamen Optica. 20 februari Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door.

, met ω de hoekfrequentie en

Uitwerking- Het knikkerbesraadsel

Uitwerkingen tentamen optica

Uitwerkingen tentamen Optica

Uitwerkingen Tentamen Optica

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE. Kenmerk: /vGr. Datum: 24 juli 2000 TENTAMEN

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE. Kenmerk: /Gor/Hsa/Rrk. Datum: TENTAMEN

Technische Universiteit Eindhoven

jaar: 1994 nummer: 12

TENTAMEN. x 2 x 3. x x2. cos( x y) cos ( x) cos( y) + sin( x) sin( y) d dx arcsin( x)

Hertentamen Optica. 20 maart Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door.

Uitwerkingen Hertentamen Optica

Werkblad 2.3: Elektrondiffractie aan Grafiet

Tentamen Optica. 19 februari 2008, 14:00 uur tot 17:00 uur

1. Langere vraag over de theorie

Naam: Klas: Toets Holografie VWO (versie A) Opgave 1 Geef van de volgende beweringen aan of ze waar (W) of niet waar (NW) zijn. Omcirkel je keuze.

(B) L_- Tentamen optica en optisch waarnemen

De snelheid van de auto neemt eerst toe en wordt na zekere tijd constant. Bereken de snelheid die de auto dan heeft.

Faculteit Biomedische Technologie. 28 januari 2016, 18:00-21:00 uur

Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO GO!

Hertentamen Optica,11 april 2016 : uitwerkingen

Uitwerkingen Tentamen Optica

Uitwerkingen Hertentamen Optica

Bepaling van de diameter van een haar

Wet van Snellius. 1 Lichtbreking 2 Wet van Snellius 3 Terugkaatsing van licht tegen een grensvlak

Faculteit Biomedische Technologie Tentamen OPTICA (8N040) 16 augustus 2012, 9:00-12:00 uur

Fysica 2 Practicum. Laser

Tentamen Quantum Mechanica 2

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2015 TOETS APRIL :00 12:45 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

De parabool en de cirkel raken elkaar in de oorsprong; bepaal ook de coördinaten van de overige snijpunten A 1 en A 2.

Theory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten)

Naam: Klas: Toets Eenvoudige interferentie- en diffractiepatronen VWO (versie A)

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45

PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism

wiskunde B havo 2015-II

Faculteit Technische Natuurkunde Tentamen OPTICA voor BMT (3D010) 22 juni 1999, 14:00-17:00 uur

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht

Antwoorden Eindtoets 8NC00 12 april 2017

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2007-II

Cirkel en cirkelsector

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN VWO 2015

Polarisatie. Overig Golven, Polarisatie,

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Dinsdag 22 juni uur

1. Langere vraag over de theorie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

9.1 Recursieve en directe formules [1]

DE XXXII INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE

Basisprincipes glasvezelcommunicatie

Trillingen en geluid wiskundig

Als de trapper in de stand van figuur 1 staat, oefent de voet de in figuur 2 aangegeven verticale kracht uit op het rechter pedaal.

Proef van Melde. m l In deze proef gaan we na of dit in de praktijk klopt.

De 37 e Internationale Natuurkunde Olympiade Singapore Practicum-toets Woensdag 12 juli 2006

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax

NATUURKUNDE PROEFWERK

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020)

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN. Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN

Proef van Melde. m l In deze proef gaan we na of dit in de praktijk klopt.

Paragraaf 14.0 : Eenheidscirkel

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020)

wiskunde B vwo 2017-II

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Diffractie door helix structuren (Totaal aantal punten: 10)

Augustus blauw Fysica Vraag 1

Augustus geel Fysica Vraag 1

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS APRIL :00 12:45 uur

Verslag practicum vaste-stoffysica: De karakteristieken van een H-α zonnefilter

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

Exact Periode 5.2. Licht

Telescopen. N.G. Schultheiss

Oefentoets Versie A. Vak: Wiskunde Onderwerp: Meetkunde Leerjaar: 1 (2017/2018) Periode: 3

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2013 theorietoets deel 1

1 maximumscore 2 afstand = 1 invullen 1 0, , ,55 = 1,2 1

Woensdag 30 augustus, uur

HOEKEN, AFSTANDEN en CIRKELS IN Klas 5N Wiskunde 6 perioden

Eindexamen wiskunde B havo II

jaar: 1990 nummer: 08

Paragraaf 8.1 : Eenheidscirkel

Vraag Antwoord Scores

Juli geel Fysica Vraag 1

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

P is nu het punt waarvan de x-coördinaat gelijk is aan die van het punt X en waarvan de y-coördinaat gelijk is aan AB (inclusief het teken).

Hoofdstuk 3: Licht. Natuurkunde VWO 2011/

De Coma lenzen van Van Heel

Uitwerkingen goniometrische functies Hst. 11 deel B3

Voor de gewenste gegevens raadplege men het tabellenboekje. Gebruik van tabel I de kolom 'afgeronde waarde'.

Hoofdstuk 1 LIJNEN IN. Klas 5N Wiskunde 6 perioden

Faculteit Biomedische Technologie Tentamen OPTICA (8N040) 26 juni 2012, 14:00-17:00 uur

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Holografie. Bijlagen. Holografie Info,

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWIJS IN 1979 , I. Dit examen bestaat uit 4 opgaven. " '"of) r.. I r. ',' t, J I i I.

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURWETENSCHAPPEN Opleiding Technische Natuurkunde TENTAMEN

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde B

Transcriptie:

1 Practicum Atoom- en Molecuulfysica : het Zeeman-effect 1. Theoretische berekening In dit practicum zullen wij de opsplitsing van de 3 S 3 P transitie (λ = 546,07 nm) van 1 Hg 0 (de groene Hg-lijn) in een magnetisch veld bestuderen. Ter herinnering resumeren wij hier de belangrijkste formules voor het Zeeman-effect (cfr. Hoofdstuk I van de cursus). Wanneer een atoom in een homogeen magnetisch veld wordt geplaatst, wordt de (J+1) voudige ontaarding van elk energieniveau S + 1 L energiecorrectie : Hierin is g(slj) de Landé-factor ebħ ( ˆ ˆ ) EZEEMAN SLJM = SLJM Lz + Sz SLJM mc eħ = g ( SLJ) BM mc J opgeheven. Elk subniveau krijgt een ( + ) ( + ) + ( + ) J ( J + 1) J J 1 L L 1 S S 1 g SLJ = 1+ Als verder rekening wordt gehouden met de selectieregels voor elektrische dipooltransities : S = 0 L = 0, ± 1 J = 0, ± 1, tenzij J = 0 J = 0 M = 0, ± 1, tenzij M = 0 M = 0 als J = 0 volgt uit die opsplitsing van de energieniveaus, dat ook de spectraallijnen zullen opsplitsen. Stel het energieniveauschema op en bepaal de mogelijke elektrische dipoolovergangen voor de groene Hg-lijn in een magneetveld. Bereken de theoretische verschillen in golflengte tussen de deelcomponenten van de opgesplitste spectraallijn, als functie van het magneetveld.. Experimentele opstelling In figuur 1 is een blokschema van de experimentele opstelling getekend. Het Fabry-Pérot interferentiepatroon wordt met behulp van een kleinbeeldcamera (1) gefotografeerd. Op de optische bank () bevindt zich het Fabry-Pérot étalon (3), dat in de volgende paragraaf besproken wordt. Het matglas (4) wordt gebruikt om de invallende lichtbundel uit te (1) () (3)

spreiden, zodat de interferentieringen over hun gehele omtrek dezelfde intensiteit vertonen. Het interferentiefilter (5) is een smalbandfilter, dat enkel het licht van de groene Hg-lijn (λ = 546,07 nm) doorlaat, wat de analyse van het Zeeman-patroon sterk vereenvoudigt. De telescoop (6) maakt de bundel breder en stelt ons in staat de lichtintensiteit van het interferentiepatroon te vergroten. Een kwiklampje 1 (7) is geplaatst tussen de poolschoenen van een elektromagneet (8); (9) en (10) zijn de respectievelijke voedingen van deze componenten. Met behulp van een metalen ijk kan de poolafstand op een reproduceerbare waarde (7 mm) ingesteld worden. Voor deze afstand wordt het verband tussen voedingsstroom en magneetveld gegeven in Tabel 1. voedingsstroom I (A) magneetveld B (T) 1.0 0.340.0 0.60 3.0 0.850 4.0 1.100 5.0 1.30 6.0 1.500 7.0 1.680 8.0 1.800 9.0 1.900 Tabel 1 : Verband tussen voedingsstroom en magneetveld voor de elektromagneet (8), wanneer de poolafstand 7 mm bedraagt (8) (1) (3) (4) (5) (6) () (7) (10) (9) Figuur 1 : Blokschema van de experimentele opstelling bij het practicum Zeeman-effect 1 Daar het omhulsel van dit lampje uit kwarts bestaat, laat het ultraviolet licht door dat schadelijk is voor de ogen. Om die reden wordt bij de uitvoering van het practicum een veiligheidsbril gedragen. Deze bril beschermt tegen de UV component van het licht, maar niet tegen verblinding door zichtbaar licht. Ook met veiligheidsbril wordt het ten stelligste afgeraden rechtstreeks in de lamp te kijken.

3 3. Het Fabry-Pérot etalon Het Fabry-Pérot étalon dat tijdens het practicum gebruikt wordt, bestaat uit twee vlakke spiegelende glazen platen van hoge optische kwaliteit. Ze zijn heel kostbaar, zodat hun manipulatie uiterst veel zorg vereist. Na het verplaatsen van het etalon op de optische bank mag men dus nooit vergeten het ruitertje weer met het vijsje op de bank vast te schroeven. Verder mag men de platen nooit aanraken. Op één van de zijden van beide platen werd een dunne laag aluminium verstoven, zodat zij het erop vallende licht grotendeels reflecteren (R = 95 %). De platen zijn in een stevig metalen huis gemonteerd. Naast de platen bevat het huis drie metalen ringen, die met hoge mechanische precisie werden vervaardigd. De middelste ring wordt étalon (ijk) genoemd en doet dienst als spatiëringsring. De ander twee ringen dienen om de platen met behulp van drie geveerde scrhoeven stevig tegen het étalon aan te drukken. Hiermee kan men de platen evenwijdig aan elkaar instellen met een precisie van de orde 10-8 m. De vorming van de interferentiefranjes bij het Fabry-Pérot étalon kan men goed illustreren aan de hand van figuur. F D θ C A E B θ G f d=1.990 mm L Figuur : Vorming van het interferentiepatroon bij een Fabry-Pérot étalon Het weglengteverschil w tussen twee opeenvolgende stralen, gereflecteerd aan de spiegelende oppervlakken van het Fabry-Pérot étalon, is gelijk aan BC + CD BE. Hieruit volgt : w = d cos θ (4) met θ de invalshoek van het licht. Het weglengteverschil is dus maximaal voor θ = 0 en neemt bij stijgende θ af tot nul voor π θ =. Uit (4) volgt onmiddellijk dat het

4 interferentiepatroon in het brandvlak van een lens L als een stel concentrische cirkels afgebeeld wordt. Als w ( F) 1 w ( θ ) = p + λ, p N treedt er een minimum op. = p λ, p N, dan hebben we een maximum. Voor Men kan aantonen dat, als T en R de respectievelijke fracties van de lichtenergie zijn die doorgelaten en teruggekaatst worden aan één van de spiegelende lagen, de resulterende intensiteit dan gegeven wordt door de betrekking a T 1 I = 4R 1 R 1+ sin ( 1 R) δ (5) waarin δ het faseverschil in F is tussen twee opeenvolgende stralen π π δ = w = θ λ λ ( d cos ) en a de amplitude van de invallende straal. Enkele typische intensiteitsdistributies zijn in figuur 3 aangegeven. Hieruit blijkt dat de resolutie van het étalon sterk afhangt van de reflectiecoëfficiënt R. Hoe groter R is, hoe kleiner het verschil in golflengte is dat men met behulp van het étalon kan meten, omdat voor grotere R de overlap tussen de interferentiefranjes kleiner wordt. (6) Figuur 3 : Interferentiepatroon van een Fabry-Pérot étalon als functie van R (in %) Zie bijvoorbeeld Geometrical and Physical Optics, R.S. Longhurst, Longman, blz. 159 e.v. of de cursus Optica en Kwantumelektronica

5 De orde k van een gegeven richting θ voor een golflengte λ wordt gedefinieerd door de betrekking kλ = d cos θ (7) In het vervolg zullen we steeds schrijven : k = p + ε (8) waarbij p het integrale deel van k is, en ε de zongenaamde breukdelige rest. voor twee naburige componenten van de 546,07 nm Hg spectraallijn, opgesplitst door het Zeemaneffect, met respectievelijke golflengten λ en λ + dλ, geldt in het centrum van het interferentiepatroon (θ = 0) d = ( p + ε) λ = ( p + ε + dε)( λ + dλ ) (9) Als enkel eerste orde termen in rekening gebracht worden, vindt men dan λ dλ = dε (10) d Deze formule stelt ons in staat dλ voor het Zeeman-effect te meten en te vergelijken met de theoretische waarde (zie deel 1), omdat we met de zogenaamde methode van de breukdelige resten dε kunnen bepalen. In het hierna volgende wordt de werkwijze kort geschetst. Als j het ringnummer van de ringen in een Fabry-Pérot interferentiepatroon (geteld van binnen naar buiten) voor een golflengte λ is, en als p de orde van de eerste ring is, dan is de orde van de j-de ring gelijk aan (p j + 1). Men heeft In het centrum van het patroon geldt j d cos θ = p j+ 1 λ (11) ( p ) d = + ε λ (1) Door (11) en (1) lid aan lid te delen en steunend op de Taylorontwikkeling voor cosθ, vindt men dan voor kleine hoeken θ j θj p + ε ε + j 1 (13) Plaatst men nu een fotografisch negatief in het brandvlak van de lens in figuur, dan volgt, nog steeds voor kleine θ j : D j p + ε = j+ ε 1 (14) 8f

6 waarin D j de diameter van de j-de ring op het negatief is. Deze grootheid kan men gemakkelijk meten. Zet men nu D j als functie van j in grafiek uit, dan verkrijgt men volgens (14) een rechte. Met behulp van de methode van de kleinste kwadraten is het mogelijk de interceptwaarde j = 1 ε voor D j = 0 vrij nauwkeurig te bepalen. Hieruit vindt men dus voor elke golflengte λ van de door het Zeeman-effect opgesplitste spectraallijn de corresponderende ε en dus ook dε, waaruit dan steunend op (10) dλ kan berekend worden. In Figuur 4 wordt de werkwijze om dλ uit de breukdelige rest van Fabry-Pérot interferentiepatronen geïllustreerd. Figuur 5, ten slotte, toont de energieniveaus en optische overgangen voor het Hg 0 atoom. Figuur 4 : Bepalen van het verschil in golflengte voor twee spectrale componenten, gescheiden met behulp van een Fabry-Pérot etalon, met de methode van de breukdelige rest

7 groene Hg-lijn 3 3 S 1 P λ = 546,07 nm Figuur 5 : Energieniveauschema voor het Hg 0 atoom