HOEKEN, AFSTANDEN en CIRKELS IN Klas 5N Wiskunde 6 perioden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HOEKEN, AFSTANDEN en CIRKELS IN Klas 5N Wiskunde 6 perioden"

Transcriptie

1 HOEKEN, AFSTANDEN en CIRKELS IN Klas 5N Wiskunde 6 erioden

2 INHOUD. Het inroduct van vectoren De normaalvector van een lijn DE AFSTAND VAN TWEE PUNTEN De afstand van een unt tot een lijn De afstand van lijnen De hoek van twee vectoren De hoek van twee lijnen De vergelijking van een cirkel De omgeschreven cirkel Raaklijnen aan een cirkel Oefenogaven ANTWOORDEN... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

3 . Het inroduct van vectoren DEFINITIE: Het inroduct van de vectoren a b a en b is a b a b a b a b STELLING: Als het inroduct van twee vectoren gelijk is aan nul dan staan ze loodrecht. En andersom: voor loodrechte vectoren is het inroduct gelijk aan nul. Ofwel: a b 0 a b. 5 a. Bereken het inroduct van de vectoren en b. De vectoren en staan loodrecht. Bereken c. De vectoren en staan loodrecht. Bereken.. Een vector die loodrecht o een lijn staat heet een normaalvector van de lijn. 3 a. Geef een normaalvector van de lijn l :. 0 b. Stel een vectorvoorstelling o van de lijn die loodrecht staat o l en die gaat door A (, 3 ). c. Het unt B (, q ) ligt o een afstand van 0 van de oorsrong O. Verder is OB een normaalvector van l. Bereken en q. 3

4 . De normaalvector van een lijn DEFINITIE: Een normaalvector van een lijn is een vector die loodrecht o de lijn staat. STELLING: a De vector staat loodrecht o de lijn b normaalvector van a b c a a b c, oftewel: b is een VOORBEELD. Gegeven zijn de unten P (, ) en Q (, 8 ). Gevraagd: een vergelijking van de vorm a + b = c van de lijn k door P en Q. 9 3 PQ ˆ Olossing: een richtingsvector is 6 en dus is 3 een k : 3 c normaalvector. Dus. 3. c c door (, ) 3 = - en dus k: 3. a. Geef een vergelijking van de vorm a + b = c van: i. de lijn k door (, ) en (, 9 ). ii. de lijn l: 0 3 b. Bereken de coördinaten van het snijunt van k en l.. Gegeven zijn A(, ), B( 0, ) en C( 3, ). a. Stel een vectorvoorstelling o van de zwaartelijn van B. b. Stel een vectorvoorstelling o van de middelloodlijn van AB. c. Stel een vergelijking o van de hoogtelijn van C.

5 3. DE AFSTAND VAN TWEE PUNTEN. Voor de afstand van twee unten P en Q geldt: d ( P P,Q) PQ ( Q P)² ( Q )². Dit volgt uit de stelling van Pthagoras. 5. Gegeven zijn de unten A(, ) en B (, + ). Er geldt d A, B Gegeven is de lijn k :.. Bereken a. k snijdt de coördinaatassen in de unten C en D. Bereken CD. b. De lijn l gaat door de oorsrong O en snijdt k loodrecht in het unt S. Bereken de afstand van O tot S. c. Bereken de coordinaten van de unten o k die o een afstand 3 van (, 3) liggen. 5

6 . De afstand van een unt tot een lijn Met de afstand van een unt P tot een lijn l wordt de kortste afstand bedoeld. Gezocht wordt dus het unt P o l dat het dichtst bij P ligt. Er geldt: PP l. Het unt P wordt daarom de loodrechte rojectie van P o l genoemd. DE AFSTANDSFORMULE Voor de afstand d van een unt P en een lijn l: a + b = c geldt: d( P, l) Voorbeeld a P b P a² b² c 5 Gegeven zijn P (, 5) en l :. 7 3 a. Bereken d ( P, l ). b. Bereken de coördinaten van het unt P o l dat het dichtst bij P ligt. (Dit unt wordt de loodrechte rojectie van P o l genoemd.) Olossing: a. Een vergelijking van l is 3 + = 3. Dus d ( P, l) ² ² 5 3 b. De lijn k loodrecht o l door P is: 5 Voor het snijunt van k en l geldt: 6 3. (+3λ) + (5+λ) = 3. Dus 5λ = 66 en λ =. 5 Dus P = 3,

7 7. Gegeven is l :, A (, 5 ) en B (8, 3). a. i. Bereken de afstand van O tot l. ii. Bereken de coördinaten van het unt o l dat het dichtst bij O ligt. b. i. Bereken de afstand van A tot l. ii. Bereken de coördinaten van de loodrechte rojectie van A o l. c. i. Bereken de afstand van B tot l. ii. Geef de coördinaten van het unt o l dat het dichtst bij B ligt. d. k is de middeloodlijn van A en B. Bereken de afstand van A tot k. e. i. Bereken de oervlakte van de driehoek OAB. ii. In ΔOAB is m de hoogtelijn vanuit A. Bereken de afstand van O tot m. 8. De afstand van de lijn 3 = tot de oorsrong is 3. Bereken 0 9. Gegeven zijn de lijnen l : en n :. Verder is 7 a A= ( 0, ). a. Er geldt d(a,n)=. Bereken a. b. B is een unt van l zodat AB= 3 5. Bereken de coördinaten van B. c. De lijn l snijdt de -as in P en de lijn n snijdt de -as in Q. Er geldt: PQ = 5. Bereken a. 7

8 5. De afstand van lijnen Met de afstand van de lijnen l en m wordt de kortste afstand bedoeld tussen de twee lijnen. Als l en m een snijunt hebben geldt dus: d ( l, m ) = 0 Ook als m en l samenvallen is de afstand nul. Als l en m evenwijdig zijn is voor elk unt o m de afstand tot l hetzelfde. In dit geval geldt dus: d ( m, l )= d ( P, l ) voor elke P m a. Bereken de afstand van de lijnen k : en 3 3 l :. 0 b. Verder is gegeven m :. i. Geef de afstand van m tot l. 3 ii. Bereken de coördinaten van de unten o m die een afstand tot l 5 hebben. c. De afstand van de lijn a + 3 = b tot k is 5. Bereken a en b. d. Geef een vectorvoorstelling van elk van de lijnen die een afstand 5 tot m hebben. 8

9 6. De hoek van twee vectoren STELLING: Voor de hoek tussen twee vectoren a, b a b a cos. a b a a b b b a a a en b b geldt: b 3. Gegeven zijn: a ; b en a. Bereken de hoek van a en b. c 3 b. De cosinus van de hoek van a en c is. Bereken. 5. Gegeven zijn de unten A (, 3 ) en B (, ) en C(, ). a. Bereken de cos ( BCA). b. Het unt D is het snijunt van de zwaartelijn vanuit C en de zijde AB. Bereken ACD en BCD. 9

10 7. De hoek van twee lijnen De richtingsvectoren van twee lijnen k en l bealen de hoek die de lijnen maken. Tussen de lijnen zitten twee hoeken α en β die samen 80 zijn. Met de hoek van k en l wordt de kleinste van de twee bedoeld. Zie de grafiek van =cosα. Bij hoeken van groter dan 90 hoort een negatieve cosinus. Verder geldt: cos cos80. Door in de hoekformule de absolute waarde van het inroduct te nemen wordt de hoek die kleiner of gelijk is aan 90 verkregen. STELLING a b Als a en b de richtingsvectoren van twee lijnen zijn dan geldt voor de a b hoek tussen de twee lijnen: cos a, b abab a a b b a b VOORBEELD. Bereken de hoek van de lijnen 0 k : en 3 l :. Olossing: Er geldt.3. 5 cos en dus α

11 3. a. Bereken de hoek van i. k : en 0 l : 3 ii. m : 8 58 en m : 58 5 b. i. De hoek van k : 0 en 0 l : is 60. Bereken 3. 5 ii. De hoek van m : 8 en m : is 90. Bereken. 7. a. Toon aan dat de lijn door A0, en B,6 en de lijn door C,0 en D,5 elkaar loodrecht snijden. Bereken de coördinaten van het snijunt. b. i. Bereken in Δ ABC de hoek van de zwaartelijnen door B en C. ii. Bereken in Δ ABC de hoek van de hoogtelijnen door B en C. 5. Gegeven is 0 l :. a. Bereken de hoek van l en de -as. b. Er zijn twee lijnen door de oorsrong die een hoek met l maken zo dat 3 cos. Bereken de vectorvoorstelling van deze lijnen. 0

12 8. De vergelijking van een cirkel Een vergelijking van een cirkel met middelunt M ( a, b ) en straal r is ) ( ) ( r b a VOORBEELD 3. Bereken het middelunt en de straal van de cirkel Methode: schrijf de vergelijking in de vorm ) ( ) ( r b a. Olossing: 5 3) ( ) ( Dus het middelunt is (, 3 ) en de straal is Onderzoek of de volgende vergelijkingen cirkels voorstellen en bereken het middelunt en de straal a b c d Gegeven is de cirkel 0. Onderzoek of de volgende unten binnen, o of buiten de cirkel liggen: A(, ), B( 6, ), C( 5, 5 ) en D(, ) 8. Bereken een vergelijking van de cirkel a. met middelunt (, ) en straal 3 b. met middelunt ( 5, 3 ) die door het unt (, ) gaat. c. met straal 5 die door het unt (6, ) gaat en waarvan het middelunt o de lijn 3 3 : 0 l ligt.

13 9. Beschouw de familie van cirkels Ca : a a 6a a 0 a. Voor welke a stelt deze vergelijking geen cirkel voor? b. Stel de vergelijking o van de cirkels van Ca die straal 3 hebben. c. Bereken de vergelijking van de grootste cirkel van Ca VOORBEELD. Bereken de coördinaten van de snijunten van de cirkel ( ) ( 3) 0 en de lijn l : 3 Methode: Vul het algemeen unt, 3 in in de vergelijking van de cirkel en bereken. Olossing: ( ) ( ) Dus de snijunten zijn, 5 en 0, 3 0. Gegeven zijn de cirkel C : ( 3) 0 en l :. a. Bereken de coördinaten van snijunten S en P van de cirkel en de lijn. b. Bereken d P,S c. Bereken d ( MC, l ) d. Bereken de hoek van l en de lijn door M C en S. 3

14 9. De omgeschreven cirkel STELLING: Zie de figuur hieronder. Het middelunt van de omgeschreven cirkel van een driehoek ABC is het snijunt van de middelloodvlakken van AB, AC en BC. VOORBEELD 5. Gegeven zijn A( 5, ), B(, 7 ) en C( 6, 6 ). Bereken het middelunt van de omgeschreven cirkel van ABC. Methode: Bereken het snijunt van van de middelloodlijnen. Antwoord: Het midden van A en B is ( 3, ) Er geldt: AB ˆ. AB is een c normaalvector van MLLAB dus c 6 en dus door P(3,) MLLAB: + 3 = 6. O dezelfde manier kan men berekenen dat MLLAC: + 5 = 3. De coördinaten van M berekent men nu door het olossen van het stelsel: 3 6 Dit levert: M = ( 3, ). 5 3

15 . Gegeven zijn de unten C(, 6 ), D(, 0 ) en E( 3, ). a. Bereken een vergelijking van de middelloodlijn van het lijnstuk CD. b. Bereken het middelunt van de omgeschreven cirkel van CDE. c. Bereken een vergelijking van de omgeschreven cirkel.. Gegeven zijn de unten O(0, 0), A(, 0 ) en B(0, ). a. Bereken de vergelijking van de verzameling unten die gelijke afstanden hebben tot A en B. b. Bereken de coördinaten van het unt dat gelijke afstanden heeft tot O, A en B. c. Hoeveel cirkels zijn er mogelijk die door A, B en O gaan? d. Bereken een vergelijking van de cirkel door O, A en B. 3. Gegeven zijn de unten K( 3, 0 ), L(, ) en M( 3, ) en N( a+, a 3). Er bestaat een cirkel die door deze vier unten gaat. Bereken a. 5

16 0. Raaklijnen aan een cirkel Voor de raaklijn k van een unt P o een cirkel C geldt: d( M,P) r C C P k M C VOORBEELD 6. Bereken de vergelijking van de raaklijn k van de cirkel ( ) ( ) 5 door P (, ). Methode: MP is de normaalvector van k. Olossing k : c M = (, ) dus MP dus c en dus k: + = door P(,). a. Bereken de vergelijking van de raaklijn door het gegeven unt. i. unt ( 0, 0 ) en cirkel ( ) ( ) 5 ii. unt (, ) en cirkel ( 5) ( 3) 0 b. Bereken de vectorvoorstelling van de raaklijn door het gegeven unt. i. unt (, 0 ) en cirkel ² ² 5 0 ii. unt (, 3) en cirkel ² ² c. i. De lijn 3 = 6 raakt een cirkel met de oorsrong als middelunt. Bereken de straal van de cirkel. ii. De lijn 3 = 6 raakt een cirkel met middelunt (, 0 ) in het unt (, 3 ). Bereken. 5. Gegeven is het unt P (, 0 ) en cirkel C: ² ² 0 a. Toon aan dat P binnen de cirkel ligt. b. Stel een vergelijking o van de lijn k door P die loodrecht staat o M c P. c. Bereken de afstand van k tot MC. d. De snijunten van k en C zijn A en B. Bereken de afstand AB. 0 e. De lijn m : raakt C. Bereken. 6. Een cirkel met de vergelijking ² ² a 3a 0 raakt de lijn 3 0. Bereken a. 6

17 7 VOORBEELD 7. Zie de figuur hiernaast. Bereken de vectorvoorstellingen van de lijnen door P, 0 die de cirkel ) ( raken. Methode: Omdat k niet verticaal is geldt 0 : k. Verder is M k, d. Gebruik de afstandsformule. Olossing: De vergelijking van k is:. Dus: M, d k De gevraagde lijnen zijn dus - 0 en Bereken de vectorvoorstellingen van de raaklijn door het gegeven unt. a. unt ( 0, 0 ) en cirkel b. unt ( 5, 5 ) en cirkel 0 8. Bereken de vergelijkingen van de raaklijnen aan de cirkel die evenwijdig zijn met de lijn Gegeven is de cirkel 0 8 en het unt P ( a, 0 ).Door P wordt een lijn l getrokken die evenwijdig is met de lijn =.Voor welke waarden van a heeft l resectievelijk 0, en unten met de cirkel gemeen?

18 . Oefenogaven 30. A ( 3, ), B ( 5, ) en C (, 5 ) zijn de hoekunten van ΔABC. a. Bereken de hoek van de zwaartelijnen door A en C. b. Bereken de coördinaten van het hoogteunt van de driehoek Gegeven is l : Er zijn twee lijnen door de oorsrong die 3 een hoek met l maken zo datcos. Bereken de vectorvoorstelling 0 van deze lijnen. 3. Gegeven zijn de lijnen l : en m :. 0 0 Verder is A= ( 0, ). Bereken de coördinaten van de unten a. o l die een afstand 5 tot A hebben b. o m die een afstand 5 tot A hebben c. o m die een afstand 5 tot l hebben 33. Gegeven is de cirkel 9 0. a. Onderzoek of de volgende unten binnen, o of buiten de cirkel liggen: A( 6, 9 ), B( 5, 7 ), C(, 8 ), D( 7, 7 )en E(9, 7). b. Stel een vectorvoorstelling o van de raaklijn door B. c. Geef de hoek van de raaklijn door E en de -as. 3. a. Bereken een vergelijking van de cirkel waarvan het middelunt o de -as ligt en die door E(, 8) en F(3, ) gaat. b. Bereken een vergelijking van de cirkel door G( 3, ), H(, ) en I(, 3). c. Bereken een vergelijking van de cirkel waarvan het middelunt o de -as ligt en die de lijn 3 7 in J(, 3) raakt. 35. a. Bereken de vergelijkingen van de lijnen door P 0, 8 die de cirkel 6 raken. b. Bereken de coördinaten van de raakunten. 36. a. Bereken de vergelijkingen van de raaklijnen aan de cirkel die evenwijdig zijn met de lijn 0. b. Bereken afstand tussen de snijunten van ² ² 85 en 7 De lijn k gaat door de oorsrong.de afstand tussen de snijunten van ² ² 9 en k is. Bereken de vergelijking van k. 8

19 . Antwoorden. a. b. 5 c 6. a. b. c. 3 ( = en q = ) of ( = en q = ) 3. 3 ai. 5 3 = 7 ii.3 + = 3.b. (, ) a. b. c. 6 = = 6 of = 8 6. a. b. c. (, 0) of (, ) 7. ai 3 ( 7, 3 ) bi. ) 7 ( 6, 6 ci. 0 ii. ( 8, 3 ) d. 5 ei. eii = 5 of = a. a = of a =.b. 7 ( 6, 5 ) of ( 6, ) c. a = of a = 0 0. a. 5 bi. 0 bii. (, ) en ( 5, 5 ) c. a = en b= 7 of b = 33 d. en..a. 7.b. 3 = a. 65 b. en ai. ii. 90 bi. 3 of 3.ii. 0. a. ( 3, ) bi. 65 ii a. 7 b. of 7 6..a. M = ( 3, 0 ) en r =.b. M = ( 3, ) en r = 5.c. en.d. geen cirkel 7. binnen: A; o: C; buiten: B en D. 8. a. ( )² ( )².b. ( 5)² ( 3)² 53.c. ( 3)² ² 5 of ( 9)² ( 8)² 5 9..a. a<0 en a>.b. ( 6)² ( 3)² 3 en ( )² ( )² 3.c ( )² ( )² 0..a. (, 0 ) en ( 3, ) b. 5.c. 5 d. 5..a. 3 = 9.b. ( 0, 3 ).c. 0..a. + = 3.b. (, ).c. 0.d. ( )² ( )² 5 3. a = 3 of a = 3..ai.. 0 ii. 3 bi. ii

20 .ci. 6 3 ii. 8½ 5..b. 3 3.c. 0.d. 6 e. = 3 5 of = a = 5 of a = a. of b. of of 5 9. nul: a< en a>0; één:a= en a=0; twee: <a< a. 7 b. (, 8 ) en a. (, ) en (, 0 ).b. (, ) en (, ).c. 5 5 (, ) en ( 8, 3 ) a. A, D binnen ; C buiten, B en E ero b. 7 c a. ² ( 5)² 0 b. ( )² ( )² 8 c. ( )² ² a. 8 en 8.b. (, ) en (, ) 36. a. en 6 b. 7 c of 0

Hoofdstuk 1 LIJNEN IN. Klas 5N Wiskunde 6 perioden

Hoofdstuk 1 LIJNEN IN. Klas 5N Wiskunde 6 perioden Hoofdstuk LIJNEN IN Klas N Wiskunde 6 perioden . DE VECTORVOORSTELLING VAN EEN LIJN VOORBEELD. Gegeven zijn de punten P (, ) en Q (, 8 ). Gevraagd: de vectorvoorstelling van de lijn k door P en Q. Methode:

Nadere informatie

9.1 Vergelijkingen van lijnen[1]

9.1 Vergelijkingen van lijnen[1] 9.1 Vergelijkingen van lijnen[1] y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. Algemeen: Van de lijn y = ax + b is de richtingscoëfficiënt a en het snijpunt met de y-as (0,

Nadere informatie

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel: 14.0 Voorkennis Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel: a b c sin sin sin Voorbeeld 1: Gegeven is ΔABC met c = 1, α = 54 en β = 6 Bereken a in twee decimalen nauwkeurig. a c sin sin a 1 sin54 sin64

Nadere informatie

Opgave 1 Bekijk de Uitleg, pagina 1. Bekijk wat een vectorvoorstelling van een lijn is.

Opgave 1 Bekijk de Uitleg, pagina 1. Bekijk wat een vectorvoorstelling van een lijn is. 3 Lijnen en hoeken Verkennen Lijnen en hoeken Inleiding Verkennen Bekijk de applet en zie hoe de plaatsvector v ur van elk punt A op de lijn kan ur r ontstaan als som van twee vectoren: p + t r. Beantwoord

Nadere informatie

CIRKELS EN BOLLEN. Klas 7N Wiskunde 5 perioden K. Temme

CIRKELS EN BOLLEN. Klas 7N Wiskunde 5 perioden K. Temme CIRKELS EN BOLLEN Kls 7N Wiskunde 5 perioden K. Temme INHOUDSOPGAVE. DE VERGELIJKING VAN EEN BOL.... DE SNIJCIRKEL VAN EEN BOL EN EEN VLAK... 5. DE CIRKEL DOOR PUNTEN... 7. DE BOL DOOR GEGEVEN PUNTEN...

Nadere informatie

b 2c c 2b b c 3 3. b) De drie hoogtelijnen in een driehoek zijn concurrent. Hun snijpunt heet het hoogtepunt H van de driehoek.

b 2c c 2b b c 3 3. b) De drie hoogtelijnen in een driehoek zijn concurrent. Hun snijpunt heet het hoogtepunt H van de driehoek. Olossingen ewijs de volgende stellingen: a) De drie zwaartelijnen in een driehoek zijn concurrent Hun snijunt heet het zwaarteunt Z van de driehoek We stellen b en c met b c b De middens zijn M c M en

Nadere informatie

Paragraaf 10.1 : Vectoren en lijnen

Paragraaf 10.1 : Vectoren en lijnen Hoofdstuk 10 Meetkunde met Vectoren (V5 Wis B) Pagina 1 van 13 Paragraaf 10.1 : Vectoren en lijnen Les 1 : Vectoren tekenen Definities Vector x = ( a ) wil zeggen a naar rechts en b omhoog. b Je kunt vectoren

Nadere informatie

wiskunde B vwo 2019-I

wiskunde B vwo 2019-I Lijnen door de oorsrong en een cirkel maimumscore 5 Een vergelijking van c is ( ) ( y ) Voor de snijunten geldt + 7 = 5 ( t ) + (t 7) = 5 Herleiden tot 5t 30t+ 5 = 0 Een eacte berekening waaruit volgt

Nadere informatie

Les 1 : Vectoren. Hoofdstuk 6 Vectormeetkunde (H4 Wiskunde D) Pagina 1 van 14. Definities Vector x = ( a ) wil zeggen a naar rechts en b omhoog.

Les 1 : Vectoren. Hoofdstuk 6 Vectormeetkunde (H4 Wiskunde D) Pagina 1 van 14. Definities Vector x = ( a ) wil zeggen a naar rechts en b omhoog. Hoofdstuk 6 Vectormeetkunde (H4 Wiskunde D) Pagina 1 van 14 Les 1 : Vectoren Definities Vector x = ( a ) wil zeggen a naar rechts en b omhoog. b Je kunt vectoren tekenen en berekenen. We doen dat aan de

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 donderdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 donderdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2016 tijdvak 2 donderdag 23 juni 13.30-16.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 16 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 unten te behalen. Voor

Nadere informatie

wiskunde B vwo 2016-II

wiskunde B vwo 2016-II Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande

Nadere informatie

OEFENTOETS VWO B DEEL 3

OEFENTOETS VWO B DEEL 3 OEFENTOETS VWO B DEEL 3 HOOFDSTUK 0 MEETKUNDE MET VECTOREN OPGAVE Gegeven zijn de vectoren a, b en c die vanuit O de hoekpunten van driehoek ABC aanwijzen. Het punt P is het midden van AB, het punt Q is

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 : Vectormeetkunde

Hoofdstuk 6 : Vectormeetkunde 1 Hoofdstuk 6 : Vectormeetkunde Les 1 : Vectoren Definities Vector x = ( a ) wil zeggen a naar rechts en b omhoog. b Je kunt vectoren tekenen en berekenen. We doen dat aan de hand van een voorbeeld. Neem

Nadere informatie

Paragraaf 7.1 : Lijnen en Hoeken

Paragraaf 7.1 : Lijnen en Hoeken Hoofdstuk 7 Lijnen en cirkels (V5 Wis B) Pagina 1 van 11 Paragraaf 7.1 : Lijnen en Hoeken Les 1 Lijnen Definities Je kunt een lijn op verschillende manieren bepalen / opschrijven : (1) RC - manier y =

Nadere informatie

Aantekening VWO 6 Wis D Hfst 9 : Lijnen en Cirkels. Het voordeel van de laatste is dat (a,0) en (0,b) de snijpunten met de assen zijn!!

Aantekening VWO 6 Wis D Hfst 9 : Lijnen en Cirkels. Het voordeel van de laatste is dat (a,0) en (0,b) de snijpunten met de assen zijn!! Aantekening VWO 6 Wis D Hfst 9 : Lijnen en Cirkels Les 1 Lijnen Een lijn kun je op verschillende manieren weergeven = a + b p + q = r 1 (niet zelfde a en b van manier 1) a b Het voordeel van de laatste

Nadere informatie

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden 4.0 Voorkennis Rekenregels voor wortels: 1) A B AB met A 0 en B 0 A A 2) met A 0 en B 0 B B Voorbeeld 1: 2 3 23 6 Voorbeeld 2: 9 9 3 3 3 1 4.0 Voorkennis Voorbeeld 3: 3 3 6 3 6 6 6 6 6 1 2 6 Let op: In

Nadere informatie

Paragraaf 8.1 : Lijnen en Hoeken

Paragraaf 8.1 : Lijnen en Hoeken Hoofdstuk 8 Meetkunde met coördinaten (V5 Wis B) Pagina 1 van 11 Paragraaf 8.1 : Lijnen en Hoeken Les 1 Lijnen Definities Je kunt een lijn op verschillende manieren bepalen / opschrijven : (1) RC - manier

Nadere informatie

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden 4.0 Voorkennis Rekenregels voor wortels: 1) A B AB met A 0 en B 0 A A 2) met A 0 en B 0 B B Voorbeeld 1: 2 3 23 6 Voorbeeld 2: 9 9 3 3 3 1 4.0 Voorkennis Voorbeeld 3: 3 3 6 3 6 6 6 6 6 1 2 6 Let op: In

Nadere informatie

Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van

Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Stelling van Kan alleen bij rechthoekige driehoeken pythagoras a 2 + b 2 =

Nadere informatie

x y C. von Schwartzenberg 1/22 = + = Zie de lijnen in de figuur hiernaast. Zie de grafiek van k in de figuur rechts hiernaast. 2b

x y C. von Schwartzenberg 1/22 = + = Zie de lijnen in de figuur hiernaast. Zie de grafiek van k in de figuur rechts hiernaast. 2b G&R vwo D deel C von Schwartzenberg / a k: = x gaat door (0, ) ( 0 = ) en (, ) ( = ) l : x = 6 gaat door (0, ) (0 = 6) en (, 0) ( 0 = 6) Zie de lijnen in de figuur hiernaast b = x x = of x = of x = 6 of

Nadere informatie

Vermoeden: De drie deellijnen gaan door 1 punt. 33c. Vermoeden: De drie zwaartelijnen gaan door 1 punt. 33d.

Vermoeden: De drie deellijnen gaan door 1 punt. 33c. Vermoeden: De drie zwaartelijnen gaan door 1 punt. 33d. 17 Vermoeden: De drie deellijnen gaan door 1 punt. 33c. Vermoeden: De drie zwaartelijnen gaan door 1 punt. 33d. 18 Vermoeden: De drie hoogtelijnen gaan door 1 punt 34. a. De drie middelloodlijnen van een

Nadere informatie

8.0 Voorkennis. a De pijlen van O(0, 0) naar A(4, 2) en van A(4, 2) naar B(2, 3) zijn vectoren.

8.0 Voorkennis. a De pijlen van O(0, 0) naar A(4, 2) en van A(4, 2) naar B(2, 3) zijn vectoren. 8.0 Voorkennis De pijlen van O(0, 0) naar A(4, 2) en van A(4, 2) naar B(2, 3) zijn vectoren. 4 OA a 2 en AB 2 1 Het bovenste kengetal geeft aan hoeveel de vector naar links of rechts gaat. Het onderste

Nadere informatie

10.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

10.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. 10.0 Voorkennis y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. Algemeen: Van de lijn y = ax + b is de richtingscoëfficiënt a en het snijpunt met de y-as (0, b) y = -4x + 8 kan

Nadere informatie

Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen)

Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen) Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen) Beschouw de 4 termen: x y, x, 6, 9x Voor welke waarden van x en y vormen deze termen een rekenkundige rij? x 9x x, 6, 9 x : RR 6 0x x 0,9 0,9 y ;,9 ; 6 ; 8,,

Nadere informatie

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018 Uitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018 Vraag 1a 4 punten geeft ; geeft dus in punt A geldt ;, dus en Dit geeft Vraag 1b 4 punten ( ) ( ) ( ) Vraag 1c 4 punten ( ). Dit is de normaalvector van

Nadere informatie

8.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3

8.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3 8.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3 2x y 3 3 3x 2 y 6 2 Het vermenigvuldigen van de vergelijkingen zorgt ervoor dat in de volgende stap de x-en tegen elkaar

Nadere informatie

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 2 Wiskunde B 2018

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 2 Wiskunde B 2018 Uitwerkingen voorbeeldtentamen 2 Wiskunde B 2018 Vraag 1a 4 punten Voor geldt: ( )( ) ( ) ( ( ) ) ( ) ( ) ( ) Alternatief: ( )( ) Vraag 1b 4 punten Voor geldt: met geeft, en ook. De perforatie van zowel

Nadere informatie

Eindexamen vwo wiskunde B pilot 2013-I

Eindexamen vwo wiskunde B pilot 2013-I Eindeamen vwo wiskunde B ilot 0-I Beoordelingsmodel De vergelijking van ntoine maimumscore 4 44 log = 0, dus 0 4,46 T 5,5 44 44 Dit geeft = 4,46, dus T 5,5 = T 5,5 4,46 44 Hieruit volgt T = 5,5+ ( 9,)

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen VW 06 tijdvak woensdag 8 mei 3:30-6:30 uur wiskunde ij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. it eamen bestaat uit 7 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 77 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat

Nadere informatie

wiskunde B vwo 2016-I

wiskunde B vwo 2016-I wiskunde vwo 06-I Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen VW 06 tijdvak woensdag 8 mei 3:30-6:30 uur wiskunde ij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. it eamen bestaat uit 7 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 77 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 maandag 20 mei uur

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 maandag 20 mei uur Eamen VWO 2019 tijdvak 1 maandag 20 mei 13.30-16.30 uur wiskunde Dit eamen bestaat uit 15 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 80 unten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel unten met een goed

Nadere informatie

3 Hoeken en afstanden

3 Hoeken en afstanden Domein Meetkunde havo B 3 Hoeken en afstanden Inhoud 3.1 Cirkels en hun middelpunt 3.2 Snijden en raken 3.3 Raaklijnen en hoeken 3.4 Afstanden berekenen 3.5 Overzicht In opdracht van: Commissie Toekomst

Nadere informatie

H28 VIERKANTSVERGELIJKINGEN

H28 VIERKANTSVERGELIJKINGEN H8 VIERKANTSVERGELIJKINGEN vwo 8.0 INTRO - - 8. TERUGBLIKKEN 3 a x = 3½ b x + 7 = x + 7 = x + 6 = x Dus x = 3 c x = of x = - d x + 6 = of x + 6 = - x= - of x = -0 e Er is geen olossing, want het kwadraat

Nadere informatie

Exponenten en Gemengde opgaven logaritmen

Exponenten en Gemengde opgaven logaritmen 08 Exponenten en Gemengde opgaven logaritmen Lijnen en cirkels bladzijde a k p // l p, dus p + p p p + (p + )(p + ) (p )(p ) p + 6p + p 6p + 8 p p b k p l p, dus rc kp rc lp p + p p p + p p p + p p p p

Nadere informatie

wiskunde B pilot vwo 2016-II

wiskunde B pilot vwo 2016-II wiskunde B pilot vwo 06-II De derde macht maximumscore Er moet dan gelden f( gx ( )) x( g( f( x)) f gx ( x ) ( x ) x) ( ( )) + + + f( gx ( )) x+ x(dus g is de inverse functie van f ) Spiegeling van het

Nadere informatie

6 Ligging. Verkennen. Uitleg

6 Ligging. Verkennen. Uitleg 6 Ligging Verkennen Ligging Inleiding Verkennen Door in de applet het assenstelsel te draaien kun je nagaan of twee lijnen een snijpunt hebben. Je kunt ook andere lijnen proberen door de punten A, B, C

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. 1 (dus de oppervlakte. van V en de oppervlakte van driehoek OAB zijn gelijk ) 1

Vraag Antwoord Scores. 1 (dus de oppervlakte. van V en de oppervlakte van driehoek OAB zijn gelijk ) 1 Beoordelingsmodel Vraag Antwoord Scores Gelijke oervlakte maximumscore f' ( x) = x x = geeft x = Dit geeft x = ( ) ( ) f = = (dus de coördinaten van T zijn ( ) maximumscore 6 De oervlakte van V is ( )

Nadere informatie

uuur , DF en DB met kentallen. b) Laat zien door twee keer de stelling van Pythagoras in een rechthoekige uuur

uuur , DF en DB met kentallen. b) Laat zien door twee keer de stelling van Pythagoras in een rechthoekige uuur 4 Van D naar 3D Verkennen Van D naar 3D Inleiding Verkennen Bekijk de applet. Met de rechter muisknop kun je het assenstelsel om de oorsprong draaien en de fig van alle kanten bekijken. Beantwoord nu de

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen VWO 07 tijdvak woensdag juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 4 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 7 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] Willem-Jan van der Zanden

8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] Willem-Jan van der Zanden 8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] 1 8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] Twee evenwijdige lijnen worden gesneden door een derde lijn. De twee rode hoeken (F-hoeken) zijn gelijk.

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde B Datum: 6 januari 04 Tijd: 4.00-7.00 uur Aantal opgaven: 5 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van een

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde B CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 19 december Aantal opgaven: 5

Tentamen Wiskunde B CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 19 december Aantal opgaven: 5 CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Datum: 19 december 2018 Tijd: 13.30 16.30 uur Aantal opgaven: 5 Tentamen Wiskunde B Lees onderstaande aanwijzingen s.v.p. goed door voordat u met het tentamen begint.

Nadere informatie

Open het programma Geogebra. Het beginscherm verschijnt. Klik voordat je verder gaat met je muis ergens in het

Open het programma Geogebra. Het beginscherm verschijnt. Klik voordat je verder gaat met je muis ergens in het Practicum I Opgave 1 Tekenen van een driehoek In de opgave gaan we op twee verschillende manieren een driehoek tekenen. We doen dit door gebruik te maken van de werkbalk (macrovenster) en van het invoerveld.

Nadere informatie

Vlakke meetkunde en geogebra

Vlakke meetkunde en geogebra Vlakke meetkunde en geogebra Open de geogebra-app. Kies het algebra- en tekenvenster. Aan de linkerkant zie je het algebravenster en rechts daarvan het tekenvenster met een x-as en een y-as. Om een rooster

Nadere informatie

Hoofdstuk 10 Meetkundige berekeningen

Hoofdstuk 10 Meetkundige berekeningen Hoofdstuk 10 Meetkundige berekeningen Les 0 (Extra) Aant. Voorkennis: Hoeken en afstanden Theorie A: Sinus, Cosinus en tangens O RHZ tan A = A RHZ O RHZ sin A = SZ A RHZ cos A = SZ Afspraak: Graden afronden

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 : De Cirkel

Hoofdstuk 8 : De Cirkel - 163 - Hoofdstuk 8 : De Cirkel Eventjes herhalen!!!! De cirkel met middelpunt O en straal r is de vlakke figuur die de verzameling is van alle punten die op een afstand r van O liggen. De schijf met middelpunt

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Eamen VWO 018 tijdvak 1ti maandag 14 mei 13.30-16.30 uur oud programma wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Nadere informatie

4 a x x + 36 = 16 x x + 20 = 0 b x x + 20 = (x + 2)(x + 10) c x = -2 of x = -10

4 a x x + 36 = 16 x x + 20 = 0 b x x + 20 = (x + 2)(x + 10) c x = -2 of x = -10 H8 VIERKANTSVERGELIJKINGEN VWO 8.0 INTRO - - 8. TERUGBLIKKEN a x = b x + 7 = x + 7 = x + 6 = x x = c x = of x = - d x + 6 = of x + 6 = - x = - of x = -0 e Er is geen olossing, want het kwadraat van een

Nadere informatie

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1] 2.1 Cirkel en middelloodlijn [1] Hiernaast staat de cirkel met middelpunt M en straal 2½ cm In het kort: (M, 2½ cm) Op de zwarte cirkel liggen alle punten P met PM = 2½ cm In het rode binnengebied liggen

Nadere informatie

Dan is de afstand A B = lengte van lijnstuk [A B]: AB = x x )² + ( y ²

Dan is de afstand A B = lengte van lijnstuk [A B]: AB = x x )² + ( y ² 1 Herhaling 1.1 Het vlak, punten, afstand, midden Opdracht: Teken in het vlak de punten: A ( 1, 2) B(3,6) C( 5,7) Bepaal de coördinaat van het midden van (lijnstuk) [A B]: M [B C ]: N Bepaal de afstand

Nadere informatie

12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1]

12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1] 12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1] Stelling van de constante hoek: Voor de punten C en D op dezelfde cirkelboog AB geldt: ACB = ADB. Omgekeerde stelling van de constante hoek: Als punt D aan dezelfde

Nadere informatie

Eindexamen vwo wiskunde B 2013-I

Eindexamen vwo wiskunde B 2013-I Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Vlak en kegel bladzijde a Als P ( x,, ) de projectie van P op het Ox-vlak is, dan is driehoek OP P een gelijkbenige rechthoekige driehoek met OP P = Dan is OP = x + en is PP = z Met de stelling van Pthagoras

Nadere informatie

Examen VWO. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen VW 08 tijdvak woensdag 0 juni 3.30-6.30 uur oud programma wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 5 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 76 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Eindexamen vwo wiskunde B pilot 2014-I

Eindexamen vwo wiskunde B pilot 2014-I Bal in de sloot maximumscore 4 De gevraagde inhoud I is ( ) h ( ) π f( x) dx= π ( x x )dx h 0 0 h π f( x) dx 0 Een rimitieve van x x is x x I = π( h h ) = π h ( h) maximumscore Er moet gelden πh ( h) =

Nadere informatie

Opgaven bij Analytische meetkunde in een nieuw jasje

Opgaven bij Analytische meetkunde in een nieuw jasje Opgaven bij Analytische meetkunde in een nieuw jasje Opgave 1. Gegeven de lijnen m en n met vectorvoorstellingen 6 8 x = 7 + µ 0. Bepaal de afstand tussen m en n. 16 0 4 x = 2 + λ 1 en Opgave 2. Bewijs

Nadere informatie

Lijnen en vlakken in. Klas 6N en 7N Wiskunde 5 perioden Kees Temme Versie 2

Lijnen en vlakken in. Klas 6N en 7N Wiskunde 5 perioden Kees Temme Versie 2 Lijnen en vlkken in Kls N en N Wiskunde perioden Kees Temme Versie . Coördinten in R³.... De vergelijking vn een vlk ().... De vectorvoorstelling vn een lijn.... De vectorvoorstelling vn een vlk... 8.

Nadere informatie

Paragraaf 14.1 : Vergelijkingen in de meetkunde

Paragraaf 14.1 : Vergelijkingen in de meetkunde Hoofdstuk 14 Meetkunde Toepassen (V6 Wis B) Pagina 1 van 1 Paragraaf 14.1 : Vergelijkingen in de meetkunde Les 1 : Vergelijkingen maken bij meetkundige figuren Herhaling (1) Bijzondere rechthoekige driehoeken

Nadere informatie

Wiskunde oefentoets hoofdstuk 10: Meetkundige berekeningen

Wiskunde oefentoets hoofdstuk 10: Meetkundige berekeningen Wiskunde oefentoets hoofdstuk 0: Meetkundige berekeningen Iedere antwoord dient gemotiveerd te worden, anders worden er geen punten toegekend. Gebruik van grafische rekenmachine is toegestaan. Succes!

Nadere informatie

Een bol die raakt aan de zijden van een scheve vierhoek

Een bol die raakt aan de zijden van een scheve vierhoek Een bol die raakt aan de zijden van een scheve vierhoek Dick Klingens Krimpenerwaard College, Krimpen aan den IJssel oktober 005 We bewijzen allereerst de volgende hulpstelling: Hulpstelling 1 De meetkundige

Nadere informatie

Paragraaf 4.1 : Gelijkvormigheid

Paragraaf 4.1 : Gelijkvormigheid Hoofdstuk 4 Meetkunde (V4 Wis B) Pagina 1 van 8 Paragraaf 4.1 : Gelijkvormigheid Les 1 : Gelijkvormigheid Definities sin( A) = Overstaande Schuine cos( A) = Aanliggende Schuine = O S = A S tan( A) = Overstaande

Nadere informatie

Overzicht meetkunde. Driehoeksmeetkunde. Stelling van Pythagoras.

Overzicht meetkunde. Driehoeksmeetkunde. Stelling van Pythagoras. Stelling van Thales. In een rechthoekige driehoek geldt: het midden van de schuine zijde is het middelpunt van de omgeschreven cirkel. Omgekeerde stelling van Thales. Als het middelpunt van de omgeschreven

Nadere informatie

Samenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw)

Samenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw) Samenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw) Meetkunde, Moderne Wiskunde, pagina 1/10 Rechthoekige driehoek In een rechthoekige driehoek is een van de hoeken in 90.

Nadere informatie

Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen

Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden

Nadere informatie

Gebruik de applet om de vragen te beantwoorden. Beweeg punt P over de cirkel.

Gebruik de applet om de vragen te beantwoorden. Beweeg punt P over de cirkel. Raaklijnen Verkennen Raaklijnen Inleiding Verkennen Gebruik de applet om de vragen te beantwoorden. Beweeg punt P over de cirkel. Uitleg Raaklijnen Uitleg Opgave 1 Bekijk de Uitleg. a) Wat is de vergelijking

Nadere informatie

Voorbereidende sessie toelatingsexamen

Voorbereidende sessie toelatingsexamen 1/7 Voorbereidende sessie toelatingsexamen Wiskunde 2 - Algebra en meetkunde Dr. Koen De Naeghel 1 KU Leuven Kulak, woensdag 25 april 2018 1 Presentatie en opgeloste oefeningen zijn digitaal beschikbaar

Nadere informatie

1 Introductie. 2 Oppervlakteformules

1 Introductie. 2 Oppervlakteformules Introductie We werken hier met ongeoriënteerde lengtes en voor het gemak laten we de absoluutstrepen weg. De lengte van een lijnstuk XY wordt dus ook weergegeven met XY. Verder zullen we de volgende notatie

Nadere informatie

Ruimtewiskunde. college 3 Lijnen, vlakken en oppervlakken in de ruimte. Vandaag

Ruimtewiskunde. college 3 Lijnen, vlakken en oppervlakken in de ruimte. Vandaag college 3 Lijnen, vlakken en in de collegejaar : 16-17 college : 3 build : 6 juni 2017 slides : 37 Vandaag 1 Lijnen 2 Vlakken 3 4 Toepassing: perspectivische.16-17[3] 1 vandaag Lijnen in het platte vlak

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde B CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 16 januari uur Aantal opgaven: 5

Tentamen Wiskunde B CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 16 januari uur Aantal opgaven: 5 CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde B Datum: 16 januari 2015 Tijd: 13.30 16.30 uur Aantal opgaven: 5 Lees onderstaande aanwijzingen s.v.p. goed door voordat u met het tentamen begint.

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste ronde. 1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1998-1999: Eerste ronde De eerste ronde bestaat uit 30 meerkeuzevragen Het quoteringssysteem werkt als volgt: per goed antwoord krijgt de deelnemer 5 punten, een blanco antwoord

Nadere informatie

Meetkundige Ongelijkheden Groep 2

Meetkundige Ongelijkheden Groep 2 Meetkundige Ongelijkheden Groep Trainingsweek Juni 009 1 Introductie We werken hier met ongeoriënteerde lengtes en voor het gemak laten we de absoluutstrepen weg. De lengte van een lijnstuk XY wordt dus

Nadere informatie

9.0 Voorkennis [1] Definitie bissectrice: De bissectrice van een hoek is de lijn die de hoek middendoor deelt. Willem-Jan van der Zanden

9.0 Voorkennis [1] Definitie bissectrice: De bissectrice van een hoek is de lijn die de hoek middendoor deelt. Willem-Jan van der Zanden 9.0 Voorkennis [1] Definitie middelloodlijn: De middelloodlijn van een lijnstuk is de lijn door het midden van dat lijnstuk die loodrecht op dat lijnstuk staat. Definitie bissectrice: De bissectrice van

Nadere informatie

Laat men ook transversalen toe buiten de driehoek, dan behoren bij één waarde van v 1 telkens twee transversalen l 1 en l 2. Men kan ze onderscheiden

Laat men ook transversalen toe buiten de driehoek, dan behoren bij één waarde van v 1 telkens twee transversalen l 1 en l 2. Men kan ze onderscheiden Lesbrief 6 Meetkunde 1 Hoektransversalen in een driehoek ABC is een driehoek. Een lijn l door een hoekpunt A van de driehoek heet een hoektransversaal van A. We zullen onderzoeken onder welke voorwaarden

Nadere informatie

Antwoordmodel - Vlakke figuren

Antwoordmodel - Vlakke figuren Antwoordmodel - Vlakke figuren Vraag 1 Verbind de termen met de juiste definities. Middelloodlijn Gaat door het midden van een lijnstuk en staat er loodrecht op. Bissectrice Deelt een hoek middendoor.

Nadere informatie

P is nu het punt waarvan de x-coördinaat gelijk is aan die van het punt X en waarvan de y-coördinaat gelijk is aan AB (inclusief het teken).

P is nu het punt waarvan de x-coördinaat gelijk is aan die van het punt X en waarvan de y-coördinaat gelijk is aan AB (inclusief het teken). Inhoud 1. Sinus-functie 1 2. Cosinus-functie 3 3. Tangens-functie 5 4. Eigenschappen 4.1. Verband tussen goniometrische verhoudingen en goniometrische functies 8 4.2. Enkele eigenschappen van de sinus-functie

Nadere informatie

Samenvatting VWO wiskunde B H04 Meetkunde

Samenvatting VWO wiskunde B H04 Meetkunde Samenvatting VWO wiskunde B H04 Meetkunde Getal & Ruimte editie 11 Goniometrie in rechthoekige driehoeken Stap 1: Zoek de rechthoekige driehoeken Figuur 1: Ga na dat in dit voorbeeld alleen ADC en DBC

Nadere informatie

Vlakke meetkunde. Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting.

Vlakke meetkunde. Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande hoeken,

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen VWO 0 tijdvak woensdag 8 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 8 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 8 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie

STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie Euclides van Alexandrië (ca. 265-200 v.chr.) Thales van Milete (ca. 624 v.chr. - 547 v.chr.) INHOUDSOPGAVE Algemene begrippen..blz. 1-3 - Stelling en bewijs

Nadere informatie

Blok 6B - Vaardigheden

Blok 6B - Vaardigheden B-a Etra oefening - Basis Eigenschap C is ook een definitie van een rechthoek. A: Als de diagonalen wel even lang zijn maar elkaar niet middendoor delen, is de vierhoek geen rechthoek. Denk ijvooreeld

Nadere informatie

Basisconstructies, de werkbladen 1 Het midden van een lijnstuk

Basisconstructies, de werkbladen 1 Het midden van een lijnstuk Basisconstructies, de werkbladen 1 Het midden van een lijnstuk Basisconstructie 1 Het lijnstuk AB Neem vanuit A een afstand tussen de benen van de passer die wat groter is dan van A tot het geschatte midden

Nadere informatie

3 Hoeken en afstanden

3 Hoeken en afstanden Domein Meetkunde havo B 3 Hoeken en afstanden Inhoud 3. Cirkels en hun middelpunt 3. Snijden en raken 3.3 Raaklijnen en hoeken 3.4 Afstanden berekenen 3.5 Overzicht In opdracht van: Commissie Toekomst

Nadere informatie

Analytische Meetkunde. Lieve Houwaer, Unit informatie, team wiskunde

Analytische Meetkunde. Lieve Houwaer, Unit informatie, team wiskunde Analytische Meetkunde Lieve Houwaer, Unit informatie, team wiskunde . VECTOREN EN RECHTEN.. Vectoren... Het vectorbegrip De verzameling punten van het vlak noteren we door π. Kies in het vlak π een vast

Nadere informatie

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 7 les 2

Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 7 les 2 Wiskunde D Online uitwerking 4 VWO lok 7 les Paragraaf Loodrechte stand en inproduct Opgave De lijnen HM En BD snijden elkaart, want ze liggen eide in het vlak door de punten H, D, B en M Ze snijden elkaar

Nadere informatie

Rakende cirkels. We geven eerst wat basiseigenschappen over rakende cirkels en raaklijnen aan een cirkel.

Rakende cirkels. We geven eerst wat basiseigenschappen over rakende cirkels en raaklijnen aan een cirkel. Rakende cirkels Inleiding We geven eerst wat basiseigenschappen over rakende cirkels en raaklijnen aan een cirkel. De raaklijn staat, in het raakpunt T, loodrecht op de straal. Bij uitwendig rakende cirkels

Nadere informatie

wiskunde B bezem vwo 2018-II

wiskunde B bezem vwo 2018-II wiskunde bezem vwo 08-II Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte

Nadere informatie

Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen)

Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen) Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen). Jozef Hoekmeters bevindt zich op de top van een berg die hoog uit zee rijst (zie figuur ). Aan de overkant van het water ziet hij een appartementsgebouw vlakbij

Nadere informatie

De vergelijking van Antoine

De vergelijking van Antoine De vergelijking van Antoine Als een vloeistof een gesloten ruimte niet geheel opvult, dan verdampt een deel van de vloeistof. De damp oefent druk uit op de wanden van de gesloten ruimte: de dampdruk. De

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde B Datum: 3 januari Tijd: 9. -. uur Aantal opgaven: 5 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van een berekening

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 2 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 2 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. amen VWO 2009 tijdvak dinsdag 2 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B,2 Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 9 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 80 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde B (oude stijl) Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. Tijdvak CV20 Begin

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde B (oude stijl) Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. Tijdvak CV20 Begin Wiskunde B (oude stijl) Correctievoorschrift VWO Voorbereidend Wetenschaelijk Onderwijs 0 0 Tijdvak 0000 CV0 Begin Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen VW 2012 tijdvak 2 woensdag 20 juni 1330-1630 uur wiskunde B (pilot) Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage Dit eamen bestaat uit 16 vragen Voor dit eamen zijn maimaal 79 punten te behalen Voor elk

Nadere informatie

wiskunde B vwo 2017-II

wiskunde B vwo 2017-II Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1995-1996 : Tweede Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1995-1996 : Tweede Ronde. Vlaamse Wiskunde Olympiade 995-996 : Tweede Ronde De tweede ronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen, opgemaakt door de jury van VWO Het quoteringssysteem werkt als volgt : een deelnemer start met 0 punten

Nadere informatie

College WisCKI. Albert Visser. 5 december, Department of Philosophy, Faculty Humanities, Utrecht University. Lijn, Vlak, etc.

College WisCKI. Albert Visser. 5 december, Department of Philosophy, Faculty Humanities, Utrecht University. Lijn, Vlak, etc. College WisCKI Albert Visser Department of Philosophy, Faculty Humanities, Utrecht University 5 december, 2012 1 Overview 2 Overview 2 Overview 2 Overview 2 Overview 3 Vectorvoorstelling Lijn: x = b +

Nadere informatie

y = 25 x y = 25 x y = 25 x 2 is het functievoorschrift dat bij de bovenste

y = 25 x y = 25 x y = 25 x 2 is het functievoorschrift dat bij de bovenste Hoofdstuk A: Integralen. I-. Hiernaast is een cirkel getekend met de oorsrong als middelunt en met een straal 5. Als je in de getekende driehoek de stelling van Pythagoras toeast, krijg je: + y = 5. Kwadrateren

Nadere informatie

4.1 Rekenen met wortels [1]

4.1 Rekenen met wortels [1] 4.1 Rekenen met wortels [1] Rekenregels voor wortels: 1) A B AB met A 0 en B 0 A A 2) met A 0 en B 0 B B 3) A 2 A Voorbeeld 1: 2 3 23 6 Voorbeeld 2: 9 9 3 3 3 1 4.1 Rekenen met wortels [1] Voorbeeld 3:

Nadere informatie

AFSTANDEN EN HOEKEN IN

AFSTANDEN EN HOEKEN IN AFSTANDEN EN HOEKEN IN Kls 6N e 7N K. Temme INHOUD. DE AFSTAND AN TWEE PUNTEN.... DE AFSTAND AN EEN PUNT EN EEN LIJN.... DE AFSTAND AN EEN PUNT EN EEN LAK... 7. DE AFSTAND AN EEN LIJN EN EEN LAK... 9.

Nadere informatie

E = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc²

E = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² De boom en het stokje staan loodrecht op de grond in het park. De boom is 3 en het stokje 1. Hoe lang is de schaduw van het stokje

Nadere informatie