SCHOOLZWEMMEN. vaardigheid en veiligheid

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Plan van aanpak Zwemvaardigheid. 1. Inleiding

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verbetering Zwemvaardigheid

Het hoofd boven water houden

Protocol Schoolzwemmen

Bijlage: Protocol schoolzwemmen

Protocol schoolzwemmen

BEKNOPTE BESCHRIJVING VAN SWIM2PLAY

Age Stinissen September 2017

Rapportage Schoolzwemmen. samenvatting. Colofon Uitgave Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Sector Sport Productgroep Binnensport

Regeling specifieke uitkering voor gemeenten voor de stimulering van de zwemvaardigheid

Schoolzwemmen in Rotterdam Visie vanuit het onderwijs. Zoë van Ginneken. Harold van der Werff

Zwemlesaanbod 2015 cijfers en ervaringen van zwemlesaanbieders. Harold van der Werff Vera van Es

Protocol schoolzwemmen Schepershoek

Protocol veiligheid schoolzwemmen

Oplegvel Informatienota

Zwemles, een investering voor je leven!

Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn. Uw kind neemt deel. aan schoolzwemmen. School zwemmen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Midden-Groningen Postbus AB Hoogezand. Midden-Groningen,

Protocol veilig schoolzwemmen

Beleving van schoolzwemmen in Rotterdam. Schoolzwemmen door de ogen van leerlingen in het primair onderwijs

Dank u voorzitter, Ik hoop op een inspirerende en vruchtbare bespreking en zal proberen daaraan vandaag ook mijn bijdrage te leveren.

Beleidsnotitie Maatschappelijke stages in Hengelo

Gemeente Den Haag. Uw kind neemt deel. aan schoolzwemmen. School zwemmen

Gebruikersinstructie 4 filmpjes in vlogstijl voor jonge nieuwkomers

Figuur 1: Leerlingen in basisonderwijs ( )

Definitief besluit onderzoek naar wenselijkheid en haalbaarheid van schoolzwemmen Collegebesluit van 30 mei

Inzicht in stimuleringsregelingen ter bevordering van de zwemvaardigheid

DEEL A COMPETENTIEOPDRACHT WSI 2

Gemeentebestuur Spuibouievard GR DORDRECHT

Rapport. Onderzoek naar behalen zwemdiploma s. Gemeente Achtkarspelen

Informatiekaart VN-verdrag Handicap voor gemeenten

Leren zwemmen... Een taak van onderwijs? Gemeenten? BSO s? Of toch van de ouders? Tien. Zwemvaardigheid. punten C0 M48 Y95 K0 C100 M88 Y0 K5

Uw raad wordt geadviseerd in te stemmen met het voorstel van de schooldirecteuren.

Schoolzwemmen 2016 Betrokkenheid van scholen en gemeenten en lokale vormgeving. Corry Floor

ADVIES. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, het bevoegd gezag van F, verweerder

Themarapport. Voeding en bewegen

Verordening op het lokaal onderwijsbeleid in de gemeente Amsterdam Bijlage 13 Voorziening Taalinterventies

Protocol Schoolzwemmen

Primair Onderwijs po Voorgezet onderwijs vo

Protocol Schoolzwemmen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. basisschool Stadhouder Willem III

Ratificatie VN-verdrag 2006a

2010D Lijst van vragen totaal

Gemeente Achtkarspelen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek Primair Onderwijs bij. de Bethel Methodist School

GEMEENTE LEEUWARDERADEEL

Schoolzwemmen. Efficiënter en effectiever. Versie 16 juni 2010

TUSSENRAPPORTAGE INTENSIVERINGSTRAJECT REKENONDERWIJS VO. mei 2015

Ouders over zwemveiligheid en zwemles

Rapportage Onderwijskwaliteit op de scholen in het kader van de WOT

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn

A III a. Schoolzwemmen-basisonderwijs

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS DE VIJVER

Samenwerkingsovereenkomst Schoolzwemmen 2011/2012

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP O.B.S. DE BONGERD

Taalcoaching: meer dan taal alleen. Een waarderingsonderzoek van het project Taalcoach voor inburgeraars

Onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen in Rotterdam Een rapportage van Stichting Ouders010

Bijlage 5. Voorwaarden bij het opstellen van een toezichtplan

Schoolzwemmen

rapportage Schoolzwemmen

Gelet op artikel 2 van de Experimentenwet onderwijs en artikel 4:81 van de Algemene Wet Bestuursrecht; ;

16R RAADSINFORMATIEBRIEF 16R.00292

Eerste analyse van de in-, door- en uitstroom van het aantal leerlingen s(ba)o binnen het samenwerkingsverband

Ik wil wel dat mijn kind leert zwemmen

Bijlage bij de Verordening materiële en financiële gelijkstelling Amsterdam stadsdeel Zuidoost - schooljaar 2008/2009

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Adriaan van den Ende

Rapportage Onderwijskwaliteit op de scholen in het kader van de WOT

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

1. Aanleiding. 2. De huidige situatie

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

basisschoolleerlingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Carbooncollege Rombouts, afdeling vwo en havo Brunssum

Certificeerbare eenheid 2 en 3

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Arrangementen zwemvaardigheid.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Culemborgs VVE beleid

30234 Toekomstig sportbeleid Primair Onderwijs. Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

SCHRIFTELIJKE VRAAG. Indiener: Joke Hubert. Datum indiening vraag:30 maart. Datum verzending antwoord: 6 april 2016

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus Den Haag. 6 maart 2009 KO/

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. Werkenrode School te Groesbeek

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP 4E MONTESSORISCHOOL DE PINKSTERBLOEM

KWALITEITSONDERZOEK NIET BEKOSTIGDE INSTELLING VOOR PRIMAIR ONDERWIJS DE WERFKLAS

STANDPUNT LOGOPEDIE OP SCHOOL

Hoofdlijnen Meerjarenplan OFOM

Voortgang campagne zwemvaardigheid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

SCHOOLZWEMMEN vaardigheid en veiligheid 27 april 2001 1

INHOUD 1. Inleiding 2. Vaardigheid en aanbod 3. Veiligheid 4. Specifieke voorzieningen 4.1 Project schoolzwemvangnetten 4.2 Brede school 4.3 Breedtesport 4.4 Bewustwording 4.5 Onderzoek Bijlage: Protocol schoolzwemmen 2

1. Inleiding Leren zwemmen is belangrijk voor kinderen. Zwemmen is gezond en goed voor de (motorische) ontwikkeling. Bovendien is goed kunnen zwemmen van cruciale betekenis voor de veiligheid van kinderen. Immers, een kind dat kan zwemmen loopt minder risico te verdrinken. In het Regeerakkoord van 1998 is afgesproken de mogelijkheid te onderzoeken om schoolzwemmen in te voeren in het basisonderwijs. Bij de behandeling van de Onderwijsbegroting 2001 nam de Tweede Kamer een motie aan van Rabbae c.s. waarin de regering wordt verzocht passende maatregelen te nemen zodat alle kinderen een zwemdiploma behalen. Gevraagd wordt daarover met de gemeenten te overleggen en daarbij bijvoorbeeld brede buurtscholen en inburgeringstrajecten te betrekken. De zorg van Regering en Tweede Kamer voor de veiligheid van kinderen werd nog versterkt door enkele ongevallen, soms zelfs met dodelijke afloop, die zich helaas hebben voorgedaan tijdens het schoolzwemmen. Er is de Regering veel aan gelegen de risico s voor de schoolgaande jeugd zo klein mogelijk te maken. In deze notitie wordt aangegeven op welke wijze de regering de zwemvaardigheid en zwemveiligheid van kinderen wil vergroten. In paragraaf 2 is geschetst hoe het is gesteld met de zwemvaardigheid van kinderen in de basisschoolleeftijd en welke bijdrage daaraan wordt geleverd door het schoolzwemmen. In paragraaf 3 wordt ingegaan op de veiligheid van kinderen bij het schoolzwemmen. In paragraaf 4 wordt een reeks van specifieke voorzieningen geschetst, vooral gericht op kinderen die na het normale zwemaanbod nog niet beschikken over voldoende zwemvaardigheid. 3

2. Vaardigheid en aanbod In deze paragraaf wordt kort geschetst hoe het gesteld is met de zwemvaardigheid van de basisschooljeugd en hoe het aanbod schoolzwemmen eruit ziet. Zwemvaardigheid Als kinderen van de basisschool afkomen kunnen ze meestal zwemmen. Onderzoek 1 toont aan dat in 1996 93% van de basisschoolleerlingen aan het eind van groep 8 een zwemdiploma heeft; aan het eind van groep 3 was dat percentage 67%. Er is verschil in zwemvaardigheid tussen kinderen uit de stad en kinderen uit landelijke gebieden. Kinderen uit landelijke gebieden hebben aan het eind van de basisschool vaker een zwemdiploma (94%) dan kinderen uit de stad (88%). Voor kinderen uit de vier grote steden is dat percentage nog iets lager: 84%. Dus 16% van de kinderen uit deze steden hebben aan het eind van de basisschool geen zwemdiploma. Dit laatste percentage is ook terug te voeren op de verschillen die zijn geconstateerd tussen scholen met veel en met weinig allochtone leerlingen. Op scholen met veel allochtone kinderen, waarvan de meeste in de vier grote steden staan, heeft 14% aan het eind van groep 8 nog geen zwemdiploma. 0p scholen met weinig allochtone kinderen is dat 4%. Schoolzwemaanbod Uit het eerder aangehaalde onderzoek blijkt dat zwemmen op de meeste basisscholen onderdeel is van het lesprogramma. In 1996 had 90% van de scholen in stedelijk gebied een schoolzwemaanbod (in de vier grote steden is het 100%). In landelijk gebied had 81% van de scholen schoolzwemaanbod. Gemeenten zorgen voor de bekostiging van het aanbod. De duur van algemeen aanbod varieert van één tot twee jaar. Met name in grote steden is er sprake van aanvullend maatwerk voor kinderen die na één jaar nog niet voldoende zwemvaardig zijn. Veel ouders leren hun kinderen op jonge leeftijd zwemmen. Dit blijkt uit het gegeven dat 67% van de basisschoolleerlingen aan het eind van groep 3 kan zwemmen, terwijl het schoolzwemonderwijs het meest in de groepen 4 en 5 wordt verzorgd. Ongeveer een kwart van de basisschoolleerlingen haalt het zwemdiploma A in schoolverband. Voor allochtone leerlingen geldt dat voor ongeveer de helft van de leerlingen. 1 B. Crum, 1997, Schoolzwemmen en zwemvaardigheid II, uitgebracht door de Werkgroep Schoolzwemmen (initiatief van de Stichting ter Bevordering van het Bad- en Zwemwezen in Nederland). 4

3. Veiligheid De veiligheid van kinderen tijdens het schoolzwemmen moet gegarandeerd zijn. Dat betekent dat de zweminstructie aan inhoudelijke en didactische kwaliteitseisen moet voldoen en er voldoende begeleiding en toezicht moet zijn. Bovendien is helderheid noodzakelijk over de verantwoordelijkheidsverdeling tussen zwembad en school. Besturen- en vakorganisaties en organisaties in de zwembadbranche hebben, mede op verzoek van de ministeries van OCenW en VWS, het initiatief genomen tot het opstellen van een protocol schoolzwemmen. Recente ongevallen alsmede het vonnis van de rechtbank in Utrecht, van 9 oktober 2000 in de zaak tegen een school in Nieuwegein over de verdrinking van een 7- jarige leerling tijdens het schoolzwemmen op 11 mei 1998, vormden een belangrijke aanleiding tot dit initatief. In het protocol zijn de gedragsregels voor begeleidende docenten en zwembadpersoneel tijdens het schoolzwemmen vastgelegd. Uitgangspunt daarbij is dat de school eindverantwoordelijk is voor het schoolzwemmen wanneer dit een verplicht onderdeel is van het onderwijsprogramma. In het protocol worden vrij gedetailleerd de wederzijdse verantwoordelijkheden en rollen beschreven tijdens de verschillende fasen van een schoolzwemles. Het gaat daarbij bijvoorbeeld over de begeleiding van leerlingen tijdens de heen- en terugreis, de overdracht van leerlingen voor of na het douchen ná het zwemmen en de toezichthoudende rol van de docenten tijdens de instructie door het zwembadpersoneel. Afzonderlijke afspraken tussen zwembaden en scholen worden bijvoorbeeld gemaakt over het al dan niet deelnemen aan het zwemmen van leerlingen met een handicap of over het zogenaamde vrij zwemmen. Jaarlijks zullen de afspraken tussen school en zwembad worden geëvalueerd door de betrokken partijen. Het protocol is door de besturenorganisaties aangeboden aan de scholen en door de zwembadorganisaties aan de zwembaden. Bovendien zullen de departementen van VWS en OCenW in een gezamenlijke brief de scholen en zwembaden wijzen op het belang van goede afspraken over het schoolzwemmen omwille van de veiligheid van kinderen. Het protocol is als bijlage gevoegd bij deze notitie. 5

4. Specifieke voorzieningen Ouders, scholen en gemeenten zijn voldoende doordrongen van het belang van zwemonderwijs: ouders nemen hun kinderen vaak al jong mee naar het zwembad, scholen hebben het zwemmen meestal in het onderwijsaanbod opgenomen en gemeenten financieren dat aanbod vaak in belangrijke mate. De meeste kinderen leren zwemmen en halen hun (eerste) diploma tussen hun 5 e en hun 12 e jaar. Tegen deze achtergrond komt het kabinet tot de conclusie dat er onvoldoende aanleiding is het schoolzwemmen verplicht te stellen. Een meer specifieke aanpak gericht op het beter waarborgen van de veiligheid van kinderen sluit beter aan bij de huidige praktijk en de inspanningen van ouders, scholen en gemeenten om zonder landelijke verplichting de schooljeugd te leren zwemmen. Bovendien is dit in lijn met het kabinetsbeleid om scholen juist meer ruimte te geven bij het inrichten van het onderwijsproces. De motie Rabbae c.s. vraagt om passende maatregelen ( ) om ervoor te zorgen dat alle kinderen in Nederland een zwemdiploma halen ( ). De inspanningen moeten zich dan ook richten op de kinderen die het zwemdiploma niet (tijdig) halen. In de volgende paragrafen wordt ingegaan op de wijze waarop het Kabinet de zwemvaardigheid van deze kinderen wil bevorderen. 4.1 Project schoolzwemvangnetten Onder andere in Den Haag en Amsterdam wordt ervaring opgedaan met wat men noemt vangnetconstructies. Als leerlingen aan het eind van het schooljaar waarin de zwemlessen worden gegeven er niet in slagen het diploma te behalen, dan krijgen zij de mogelijkheid direct, zonder wachtlijst, door te stromen naar het particulier zwemonderwijs. De leerling wordt door middel van een intensief programma in staat gesteld binnen korte tijd alsnog het A-diploma te behalen. Op initiatief van de Stichting ter Bevordering van het Bad- en Zwemwezen in Nederland is in december 2000 het startsein gegeven voor een meerjarig project schoolzwemvangnetten. Het doel van dit project is na te gaan welke vangnetmodellen het beste werken. Dat gebeurt door bestaande vangnetconstructies van enkele gemeenten te verbeteren en de effectiviteit van deze verbetering te meten. In de modellen zal duidelijk worden gemaakt wat er nodig is aan leerinhouden, werkvormen, organisatie en middelen om de zwemvaardigheid te vergroten. In de eerste fase van het project worden veelbelovende vangnetconstructies in kaart gebracht en beschreven. In de tweede fase wordt het project verbreed naar meer gemeenten. 6

Voor de begeleiding van dit project is een brede werkgroep Schoolzwemmen in het leven geroepen waarin verschillende zwemorganisaties, de Landelijke Contactraad - waarin een groot aantal gemeenten vertegenwoordigd is - en de ministeries van VWS en OCenW zitting hebben. Eind 2001/begin 2002 wordt gerapporteerd over de eerste fase van het project. Op basis van de tussenrapportage wordt in overleg met alle betrokken partijen bezien of aanscherping van het beleid gewenst is. De eindrapportage van het project is voorzien voor 2003. De resultaten van tussenrapportage en eindrapportage zullen worden verspreid naar alle belanghebbenden. 4.2 Brede school Brede scholen bieden een goede omgeving om extra ondersteuning aan te bieden aan kinderen die dat nodig hebben. In samenwerking tussen scholen en zwembaden kan dit aanvullende zwemaanbod worden verzorgd als naschoolse activiteit. Uitwisseling van informatie tussen scholen over de praktische vormgeving en de ervaringen is daarbij nuttig. De website www.bredeschool.net is een veel bezochte site waar informatie kan worden verkregen en ideeën en ervaringen kunnen worden uitgewisseld over alles wat samenhangt met de brede school. Op de website zal ruimte worden gemaakt voor informatie over zwemaanbod in brede-schoolverband. De webmaster zal informatie over het thema schoolzwemmen opnemen op de site en de bezoekers van de site expliciet uitnodigen hun ervaringen en ideeën in te brengen. 4.3 Breedtesport Het ministerie van VWS biedt gemeenten in het kader van de impuls breedtesport de mogelijkheid projectvoorstellen in te dienen die tot doel hebben de breedtesport te stimuleren. Het is een tijdelijke regeling die loopt tot 2007 waarvoor ca. 30 miljoen gulden beschikbaar is. De projecten die worden toegekend worden gefinancierd op fifty-fifty-basis: VWS en betrokken gemeente. Eén van de criteria waarop aanvragen worden beoordeeld is de samenwerking met het onderwijs. Gemeenten kunnen tot 2007 elk jaar voor 1 april projectvoorstellen indienen. Zo is in 2000 een project schoolzwemmen van de gemeente Den Bosch toegekend en de gemeente Tilburg heeft voor dit jaar een project vangnet schoolzwemmen ingediend. In dit project krijgen kinderen die niet binnen het schoolzwemmen het A- diploma hebben gehaald de mogelijkheid aanvullend 30 zwemlessen te volgen. Bovendien wordt in het kader van dit project een leerlingvolgsysteem ontwikkeld en voorlichting gegeven. Men name scholen met veel allochtone leerlingen zullen aan het project deelnemen. 7

Bij relevante projecten opgedane kennis, modellen en ervaringen zullen worden verspreid onder alle belanghebbenden. 4.4 Bewustwording De meeste ouders zijn zich bewust van de gevaren voor hun kinderen van het vele water dat Nederland rijk is. Voor autochtone Nederlanders is dat bewustzijn vrijwel vanzelfsprekend. Door de geografische ligging van Nederland en het West-Europese klimaat zijn de Nederlandse geschiedenis en cultuur immers doordrongen van de strijd met en het ontzag voor het water. Voor die mensen die niet in Nederland geboren en/of getogen zijn, hoeft die vanzelfsprekendheid er niet per se te zijn. Daarom zal bij deze groepen extra aandacht gevraagd worden voor het belang van zwemvaardigheid voor hun eigen veiligheid en die van hun kinderen. In de verplichte inburgeringscursus voor nieuwkomers zal dit als een nadrukkelijk inhoudelijk aandachtspunt worden opgenomen. Per 1 augustus 2002 worden de eindtermen voor de inburgeringscursus aangepast. Het belang van zwemvaardigheid zal in de eindtermen voor maatschappij-oriëntatie worden opgenomen. Voorts is aan de BVE-raad en de ROC s gevraagd om vooruitlopend hierop ook voor het komende cursusjaar 2001/2002 het zwemmen op te nemen als aandachtspunt in de lesstof voor de inburgeringscursussen. Ook mensen die al langer in Nederland zijn, de zogenaamde oudkomers, zullen gewezen worden op de risico s van water en het nut van leren zwemmen. Dit gebeurt via het cursusaanbod dat via de gemeenten wordt verzorgd. De aandacht zal daarvoor met name worden gevraagd in de cursussen voor de doelgroep opvoeders. Vierenvijftig gemeenten hebben aanvullende middelen gekregen om een oudkomersbeleid te voeren dat is gericht op opvoeders en werklozen. Deze gemeenten wordt gevraagd om het belang van zwemvaardigheid op te nemen in de programma s voor opvoeders. 4.5 Onderzoek Allochtone kinderen blijken vaak moeite te hebben binnen het reguliere zwemaanbod zwemmen te leren. Voor een doeltreffende aanpak is het nodig te weten welke factoren van invloed zijn op de problemen die deze kinderen ondervinden. In een onderzoek dat in opdracht van OCenW dit jaar zal worden uitgevoerd zullen deze kenmerken in kaart worden gebracht. Er zal in elk geval aandacht worden besteed aan: - de rol van ouders, scholen en gemeenten; - de kwaliteit van het zwemaanbod - eventuele fysieke of mentale omstandigheden van de leerlingen. Eind 2001 is de rapportage van het onderzoek beschikbaar. Deze rapportage zal als handreiking beschikbaar komen voor scholen, zwembaden en gemeenten. 8

9