In deze rapportage vindt u de resultaten van de eerste drie kwartalen van Hieronder de belangrijkste bevindingen:

Vergelijkbare documenten
INKOMEN Ontwikkeling uitkeringenbestand

Begroting Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken

Afdeling kwartaal 1

Algemeen beeld. Beleid Memo bij de 3 e kwartaal rapportage Wmo Onderwerp: Toelichting op de cijfers 3e kwartaal 2013

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

Uw brief van: - Ons kenmerk: Uw kenmerk: - Contact: Regine Suijker Bijlage(n): 1 Doorkiesnummer:

Bestuursrapportage. Sociaal Domein. 2 de kwartaal 2017

Paragraaf Decentralisaties

Raadsinformatiebrief. De gemeenteraad van Albrandswaard. Betreft: Tussenrapportage sociaal domein januari september Geachte raadsleden,

Tussenrapportage sociaal domein. 1 e helft 2016

Bestuursrapportage. Sociaal Domein. 3 de kwartaal 2017

M E M O. : de gemeenteraad. : het college van burgemeester en wethouders. Datum : oktober : analyse en maatregelen.

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

Datum : Status : Monitoring Sociaal Domein Krimpen aan den IJssel 1 e kwartaal 2015

Kwartaalrapportage Sociaal Domein. April 2016

Inhoud. Rapportage WMO en Jeugdzorg 3 e kwartaal 2018

Agenda. 1. Opening 2. Mededelingen 3. Verslag vorige vergadering 4. Presentatie uitvoering taken sociaal domein 5. Vragen

Financieel overzicht behorend bij Beleidsplan 4D s DAL 18 september 2014

2. Globale analyse 2015

Beleidsplan sociaal domein Onderdeel 7 Sturing & Bedrijfsvoering

Bijlage 1 - Gegevens monitor Sociaal domein - Gemeente Oirschot Inhoud

Kwartaalrapportage 2016 Sociaal Domein. Januari 2017

Bijlage 1: Analyse jeugdhulp Zuid-Holland Zuid

OKTOBER Kwartaalrapportage 2018 Sociaal Domein

Rapportage Sociaal Domein 2016 Gemeente Bergen (L) Rapportage Sociaal Domein 2016 Gemeente Bergen (L)

Cijfers Jeugd, Wmo en Participatiewet

Inhoud. Rapportage WMO en Jeugdzorg 4 e kwartaal 2018 Op basis van de gegeven bekend per

Rapportage Participatiewet / IOAW / IOAZ / BBZ

Kwartaal-in-beeld rapportage Q Montfoort

Rapportage Q Jeugdhulpregio Drenthe

Rapportage Sociaal Domein 2017 Gemeente Bergen (L) Rapportage Sociaal Domein 2017 (1 e en 2 e kwartaal) Gemeente Bergen (L)

** documentnr.: zaaknr.:

Eerste Kwartaalrapportage Sociaal Domein (januari-maart 2015)

Kwartaalrapportage Sociaal Domein. April 2019

Voortgang Wmo en Jeugdwet gemeente Buren Vierde kwartaalrapportage 2015

Begrotingswijziging 2015-I

Kwartaal-in-beeld rapportage Q Bodegraven-Reeuwijk

Bijlage 4. Financieel Overzicht Sociaal Domein

WMO MONITOR 2013 Samenvatting belangrijkste bevindingen

Gebundelde uitkering (BUIG)

WMO MONITOR KWARTAAL : Samenvatting belangrijkste bevindingen

Stadsteam Welzijn Oudewater. Resultaten 2015

In onze eerste bestuursrapportage voorspelden wij een eigen bijdrage van en in onze laatste bestuursrapportage (bedragen * 1000).

Aanpassing Hulp bij het Huishouden

RAPPORTAGE 2 E KWARTAAL WMO/AWBZ EN JEUGD Inleiding

Mei Kwartaalrapportage 2017 Sociaal Domein

Rekenmodel Participatiebudget geactualiseerd

Kwartaal-in-beeld rapportage Q Woerden

AAN DE AGENDACOMMISSIE

De wereld van het sociaal domein. Raadsbijeenkomst 28 januari 2014 Eerste bespreking beleidsplannen en De Verbinding

Kwartaal-in-beeld rapportage Q Oudewater

INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget

Met de nieuwe tussenrapportage willen we u sneller en meer inzicht geven in trends en ontwikkelingen om daar beter op in te kunnen spelen.

Hoe lang maakt een persoon gemiddeld gebruik van een voorziening (Wmo)?

Kwartaalrapportage 3 kwartaal 2013

Cluster : Samenleving Nummer : 8 Portefeuillehouder : Linda van der Deen Datum vergadering : 14 december 2015

1.0 Wet werk en bijstand (WWB)

Managementrapportage werk en inkomen 2017

Kwartaalrapportage Sociaal Domein. Oktober 2016

Voorstel aan college en raad

AAN DE AGENDACOMMISSIE

Jaarverslag Zorg 2013: Individuele voorzieningen Wmo 2013

Begroting Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken

Managementrapportage Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken

Datum Agendapunt Documentnummer. 8 november 2016 R12S004/z

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

In onze eerste bestuursrapportage voorspelden wij een eigen bijdrage van en in onze laatste bestuursrapportage (bedragen * 1000).

Augustus Kwartaalrapportage 2017 Sociaal Domein

Bestuursrapportage 2015

Voorstel raad en raadsbesluit

Monitor Sociaal Domein Gemeente Harlingen Januari t/m juni 2015

Beschut werk in Aanleiding

Transitieavond Maandag 16 april uur uur. 1.Inleiding 2.Jeugdzorg 3.AWBZ 4.WWNV

Informatiebijeenkomst Jeugdhulp

Jeugdhulp Drenthe Kwartaalrapportage Q4

AUGUSTUS Kwartaalrapportage 2018 Sociaal Domein

MANAGEMENTRAPPORTAGE WMO JEUGD

AB Jeugdhulp Rijnmond. Datum vergadering: 8 december Agendapunt nr.: 16. Onderwerp: Knelpunten 2017 en verder

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Voorschoten

Jaarcijfers Wet Werk & Bijstand Wet Maatschappelijke Ondersteuning Inkomensondersteuning

Kostenniveau zorg in natura (ZIN) 2016 en 2017

Tabel saldi Inkoop en prognose per perceel (afgeronde bedragen) Inkoop Prognose Tekort

Gemeente IJsselstein

Welke re-integratiemiddelen krijgen gemeenten onder de Participatiewet?

Rapportage 1 e halfjaar 2015 Jeugdhulp Drenthe

Memo (071) (071) Marieke Ouwerkerk Saskia Lekkerkerker

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Wassenaar

Vervolgens zijn de resultaten vergeleken met de ramingen voor de jaren , welke zijn gebaseerd op de meicirculaire 2014.

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Managementrapportage team sociale zaken 2014

Oktober Kwartaalrapportage 2017 Sociaal Domein

4e kwartaalrapportage Sociaal Domein Gemeente IJsselstein

Onderstaand overzicht uit de voorjaarsnota 2017 is bijgewerkt met de resultaten van de meicirculaire 2016.

Financiële vertaling Bestuursakkoord

Totaal bedragen * Uitgaven Inkomsten Bijdrage gemeente Bijdrage gemeente begroting Bedrijfsvoering

Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein RAPPORTAGE Asten,

Stuknummer: bl Managementinformatie. Afdeling Werk, Inkomen en Zorg (WIZ) Verantwoording Managementinformatie afdeling WIZ

: dhr. J.L.M. Vlaar : M. van Dam

Raadsvoorstel

Indicatoren sociaal domein. T/m 2 e kwartaal 2018

Transcriptie:

Kwartaalrapportage Sociaal Domein 3 e kwartaal 2015 Als gemeente Oldebroek zijn we verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo 2015, Jeugdwet en Participatiewet en de maatschappelijke en financiële effecten daarvan. Als gemeente willen we goed sturen op de resultaten die we in het beleidsdocument Samen voor Mekaar hebben gesteld. Hierbij is tijdig zicht op risico s nodig. Elk kwartaal ontvangt u daarom een rapportage met de resultaten op de belangrijkste prestatie-indicatoren. Belangrijkste bevindingen 3 e kwartaal 2015 In deze rapportage vindt u de resultaten van de eerste drie kwartalen van 2015. Hieronder de belangrijkste bevindingen: Wmo 2015: 217 meldingen leiden tot 174 aanvragen maatwerkvoorzieningen. Van de 217 meldingen zien we 42 oplossingen (19%) op eigen kracht of via een voorliggende voorziening. Het aantal maatwerkvoorzieningen is met 110 gedaald (5,7%). Hierin is ook de daling meegenomen die het gevolg was van de keuze van inwoners voor begeleiding via de Wet langdurige zorg. Kosten Wmo 2015 (begeleiding) zijn nog niet volledig inzichtelijk daar nog niet alle facturen zijn ontvangen en nog een groot aantal cliënten opnieuw geïndiceerd moet worden. Jeugd: De instroom, de uitstroom en het totaalaantal jeugdigen in zorg bij het CJG is door migratie van de dossiers van Office 365 naar Topicus op dit moment niet bekend. Deze worden bij het jaaroverzicht 2015 alsnog verwerkt. De verwijzingen van de nieuwe instroom zijn voor 53% (Q2: 60%) afkomstig van de huisartsen en 11% (Q2: 8%) afkomstig van de gemeenten. Van de overige 36% is (nog) niet bekend waar deze vandaan komt doordat aanbieders niet (altijd) volledig rapporteren. Participatie: 82 besluiten op aanvragen hebben geleid tot 59 toekenningen (72%). Het aantal uitkeringen is gedaald van 242 naar 225 uitkeringen. 40 uitkeringen zijn beëindigd door uitstroom naar werk of studie. 62 bedrijfsbezoeken hebben 46 vacatures opgeleverd, waarvan er inmiddels 25 zijn vervuld. 1

Financiën: De prognoses zijn bijgesteld op basis van de betalingen over de eerste 3 kwartalen 2015 en de nog te verwachten uitgaven. Momenteel is nog onvoldoende zicht op de uitgaven over 2015 voor Wmo en Jeugd. Ondanks dat er nog veel onzekerheden zijn, lijkt de rijksbijdrage voor de nieuwe taken voor 2015 voldoende om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Van het totale jaarbudget jeugd voor Oldebroek is van 4.954.978 (aangepaste begroting) is per 1 oktober 3.063.738 besteed. Het regionaal account jeugd verwacht geen budgettaire overschrijding op het totaalbudget van het jaar 2015 voor Oldebroek. De totaalprognose voor jeugd binnen de 6 deelnemende RNV-gemeenten laat een overschot van ruim 2,1 miljoen zien voor 2015. Benadrukt wordt dat er voor 2016 4,1 miljoen minder rijksbudget voor jeugd beschikbaar is. Het te verwachten overschot uit 2015 zal nodig zijn om deze vermindering van inkomsten op te vangen. Het participatiebudget is bestemd voor de Wsw en re-integratie. De uitgaven voor de Wsw blijven net niet binnen de Wsw-begroting ( 11.500). Er is nog wel enige ruimte in het reintegratiedeel om een eventueel tekort op het Wsw-deel op te vangen en zo binnen het totale participatiebudget neutraal te blijven. 2

Aantal personen Gestapelde zorg WMO en participatie Om 1gezin1plan in de praktijk te brengen hebben we inzichtelijk gemaakt wie gebruik maakt van meerdere regelingen. In het overzicht zijn de actuele voorzieningen per 1 oktober 2015 opgenomen 1. Gegevens van Jeugd zijn hierin niet meegenomen, omdat dit vanwege de privacy (nog) niet haalbaar is. Gestapelde zorg per persoon 1000 800 600 400 200 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Aantal regelingen 1-4-2015 1-7-2015 1-10-2015 Aantal 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Totaal regelingen 01-04-2015 819 322 159 75 49 25 16 6 3 1 1 1.476 01-07-2015 829 354 158 75 44 13 7 1 2 0 0 1.483 01-10-2015 781 356 178 92 48 28 12 7 3 1 0 1.506 Uit het overzicht blijkt: 781 (51,9%) van de 1.506 personen maken gebruik van 1 regeling. (per 1 juli: 55,9%) 191 (12,7%) personen maken gebruik van 4 of meer regelingen. (per 1 juli: 9,6%) Het hogere aantal regelingen wordt met name veroorzaakt doordat personen zowel begeleiding, aanpassingen woonvoorzieningen en (rolstoel) vervoersvoorziening hebben. 1 De voorzieningen betreffen WWB, IOAW, IOAZ, Bijzonder bijstand, Minimabeleid, Hulp bij huishouden, Rolstoelvoorzieningen, Vervoersvoorzieningen, Parkeerkaart, Woonvoorzieningen, Overige voorzieningen en Begeleiding. 3

Prestatie-indicatoren WMO 2015 Om zicht te krijgen op de ondersteuning en bedragen voor de Wmo 2015 maken we voorlopig onderscheid tussen de ondersteuning die overgekomen is uit de AWBZ en de Wmo-ondersteuning die al eerder door de gemeente werd geleverd. Aantallen meldingen/aanvragen Onderstaand overzicht laat zien hoeveel meldingen er t/m 3 e kwartaal 2015 in het kader van de Wmo in de gemeente Oldebroek ontvangen zijn. (Bron: WIZ Oldebroek, stand 1 oktober 2015) Omschrijving besluit Q1 Q2 Q3 Q1 tm Q3 Geen aanvraag Ingetrokken Wel aanvraag Doet aanvraag maatwerkvoorziening 45 44 61 150 150 Eigen kracht en maatwerkvoorziening 4 5 6 15 15 Ingetrokken 1 0 0 1 1 Lost het op eigen kracht op (netwerk etc) 9 8 8 25 25 Oplossen met voorliggende/algemene voorz 0 5 12 17 17 Ongewijzigd continueren 3 2 4 9 9 Eindtotaal 62 64 91 217 42 1 174 Het overzicht laat zien dat 217 meldingen geleid hebben tot 174 aanvragen. 1 melding is ingetrokken. Van de 217 meldingen zien we 42 oplossingen op eigen kracht of via een voorliggende voorziening. Dit is circa 19%. Dit ligt nog onder het percentage van 30% waar we naar streven. Bij 15 meldingen is het deels op eigen kracht en deels met een maatwerkvoorziening opgelost. Hierbij wordt opgemerkt dat naast het totaal aantal meldingen (217) er nog 40 meldingen niet in het schema zijn verwerkt. Dit zijn meldingen uit Q1, Q2 en Q3 die in het digitale systeem ten onrechte de omschrijving buiten behandeling hebben gekregen. Een eerste korte analyse laat zien dat het gaat om situaties waarbij de cliënt is verhuisd, overleden, zelf een voorziening heeft gekocht e.d. Om een juiste conclusie te kunnen trekken over eigen kracht oplossingen worden deze 40 meldingen nader geanalyseerd. De uitkomst zal worden verwerkt in de totaalrapportage over 2015. Aantallen maatwerkvoorzieningen Onderstaand overzicht laat zien hoeveel voorzieningen de gemeente Oldebroek verstrekt. (Bron: WIZ Oldebroek, stand 1 oktober 2015) Soort voorziening 1-1-2015 1-4-2015 1-7-2015 1-10-2015 PGB ZIN Hulp bij huishouden 445 438 432 434 54 380 Vervoer 803 807 792 798 31 767 Rolstoel 270 272 244 259 1 258 Woonvoorziening 136 118 114 118 6 112 Begeleiding 289 273 207 224 59 165 Eindtotaal 1943 1908 1789 1833 151 1682 Onze ambitie is om het totaal aantal individuele voorzieningen met 3% te laten dalen. Op 1 oktober is dit percentage ruim gerealiseerd (5,7%). Let wel, hierin is ook de daling meegenomen die het gevolg was van de keuze van inwoners voor begeleiding via de Wlz, zie de toelichting bij paragraaf Indicaties en bedragen Begeleiding'. Exclusief de nieuwe taken (kolom begeleiding) is de daling per 1 oktober 2,7% ten opzichte van 1 januari. 4

Aantal uren Hulp bij het huishouden Uitgaand van de verschillende oude Wmo-voorzieningen is de hulp bij het huishouden de grootste kostenpost. Zoals uit voorgaande tabel blijkt hebben op 1 oktober 2015 434 inwoners hulp bij het huishouden ontvangen. Zij ontvingen samen 1.541 uur per week hulp bij het huishouden. Op 1 januari 2015 waren dat 445 inwoners met in totaal 1.627 uur. De verdeling tussen HH1 (huishoudelijke werkzaamheden) en HH2 (organisatie van het huishouden) is als volgt: Huishoudelijke verzorging 1.800 1.600 1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 0 1-1-2015 1-4-2015 1-7-2015 1-10-2015 HH1 HH2 Uren HH 1-1-2015 1-4-2015 1-7-2015 1-10-2015 HH1 1.193 1.186 1.147 1.128 HH2 434 406 417 413 1.627 1.592 1.564 1.541 In totaal is voor deze voorzieningen in 2015 1,741 miljoen begroot. In de eerste 3 kwartalen is 1.048.000 uitbetaald. Indicaties en bedragen Begeleiding (voorheen AWBZ) Het budget voor de nieuwe Wmo-taken (voorheen AWBZ) in 2015 is 3,7 miljoen. Deels is dit bedrag bestemd voor vastgelegde en verplichte bestemmingen zoals cliëntondersteuning, tegemoetkoming chronisch zieke en gehandicapte minima en dergelijke. Een bedrag van 2,9 miljoen is beschikbaar voor maatwerk. De ontwikkeling van indicaties AWBZ in 2015 is als volgt: Verdeling Indicaties per ondersteuningstype uit WIZ per 1 oktober 2015 Indicatie AWBZ 1-1-2015 1-4-2015 1-7-2015 1-10-2015 Begeleiding groep 111 106 82 92 Begeleiding individueel 175 159 121 127 Kortdurend verblijf 3 8 4 5 Totaal Wmo 2015 nieuw 289 273 207 224 Opgemerkt wordt dat het relatief hogere aantal op 1 januari 2015 wordt veroorzaakt doordat op dat moment nog iedereen mee werd geteld. Doordat mensen op grond van een ministeriele regeling konden kiezen voor het Wlz-overgangsrecht is dit aantal daarna afgenomen. Deze personen vallen nu onder de Wet langdurige zorg (Wlz). 5

Geleverde zorg Begeleiding Helaas is het op dit moment nog niet mogelijk om volledig inzicht te verschaffen in de kosten voor geleverde zorg. Inmiddels ontvangen we steeds meer facturen maar nog niet alle aanbieders hebben (alles) gedeclareerd tot nu toe. Dit wordt vooral veroorzaakt door het feit dat nog niet alle aanbieders hun systemen hebben aangepast aan de nieuwe Wmo-standaarden. Dit betekent ook dat de inning van de eigen bijdragen achter blijft bij de verwachting. Eind augustus zijn de aanbieders hier in regioverband (RNV-gemeenten en Zeewolde) op aangesproken. Het vormt nu onderdeel van de transformatiegesprekken. Om een inschatting te maken van de uitgaven is, aan de hand van de gegevens die zijn overgekomen vanuit de AWBZ, een (globale) berekening gemaakt. Hierbij is eerst berekend wat de uitgaven zijn op basis van de al betaalde facturen en de indicaties van het overgangsrecht (zie kolom 1 ). Vervolgens is berekend wat de uitgaven zouden zijn als alle indicaties die voor 31 december 2015 aflopen ongewijzigd worden voortgezet (zie kolom 2 ). Tenslotte is een berekening gemaakt van de indicaties die in 2014 en tot nu toe in 2015 niet zijn verzilverd (zie kolom 3 ). Dit levert het volgende overzicht op: Voorziening 1 2 3 totaal begroot verschil Zorg in natura (ZIN) Begeleiding individueel 855.305 385.443-258.941 981.807 689.448-292.359 Begeleiding groep 822.161 254.211-190.694 885.678 790.168-95.510 Vervoer 38.689 3.277-41.966 41.966 - Kortdurend verblijf 2.329 414-2.743 2.398-345 totaal ZIN 1.718.484 643.345-449.635 1.912.194 1.523.980-388.214 PGB Begeleiding individueel 306.518 88.343-394.861 892.086 497.225 Begeleiding groep 187.600 99.008-286.608 431.654 145.046 Vervoer - - - - - - Kortdurend verblijf 4.934 5.598-10.532 75.540 65.008 totaal PGB 499.052 192.949-692.001 1.399.280 707.279 Totaal ZIN en PGB 2 2.217.536 836.294-449.635 2.604.195 2.923.260 319.065 In de tabel zien we vooralsnog een positief saldo voor de kosten voor begeleiding. Zoals benoemd is dit een voorlopige inschatting op basis van bovenstaande berekeningswijze. Overige voorzieningen Naast de Wmo-voorzieningen verstrekt de gemeente voorzieningen als de maaltijdvoorziening en de gehandicaptenparkeerkaart. Deze zijn geen direct onderdeel van de Wmo, maar dragen wel bij aan het uitgangspunt van de Wmo om mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Vooralsnog blijft dit aantal redelijk constant. Op 1 oktober 2015 gaat het om: 2015 1-1-2015 1-4-2015 1-7-2015 1-10-2015 Gehandicapte Parkeerkaart 285 285 289 288 Maaltijdvoorziening 87 89 89 91 2 Het verschil tussen het overschot bij PGB en het tekort bij ZIN ten opzichte van de begroting wordt veroorzaakt door het feit dat het totale Wmo-budget in de begroting is verdeeld over deze producten op basis van zeer voorlopige cijfers van onderzoeken begin 2014. 6

Prestatie-indicatoren Jeugd Voor de monitoring van de ondersteuning vanuit de Jeugdwet, wordt aangesloten bij informatie die vanuit de Regio Noord Veluwe (RNV) wordt verzameld. Meldingen en aanvragen De instroom, de uitstroom en het totaal aantal jeugdigen in zorg bij het CJG is door migratie van de dossiers van Office 365 naar Topicus op dit moment niet bekend. Deze worden bij het jaaroverzicht 2015 alsnog verwerkt. Het aantal jeugdigen in specialistische ondersteuning is gebaseerd op de gegevens van het Regionaal Account Jeugdhulp. Aantal personen 1-1-2015 1-4-2015 1-7-2015 1-10-2015 PGB 61 65 65 63 ZIN 146 293 390 407 Totaal 207 358 455 470 De stijging van het aantal ZIN ondersteuningstrajecten heeft te maken met het aantal aanbieders dat rapporteert, zowel binnen als buiten de RNV-regio. Het is op dit moment niet duidelijk of er ook een daadwerkelijke stijging van het aantal trajecten plaatsvindt. Init8 De zorgaanbieders leveren monitorgegevens aan bij initi8. Er is nu voor ongeveer 91% van de gegevens beschikbaar. Hetgeen een redelijk betrouwbaar beeld geeft van de geleverde zorg. Onderverdeling per zorgaanbieder (per 01-10-2015). 3 350 300 250 200 150 100 50 0 Landelijk Bovenregionaal GGZ JOH LVB JB/JR 1-7-2015 0 2 314 27 12 0 1-10-2015 1 2 330 43 27 0 Vanwege privacy problematiek zijn er nog geen gegevens bekend over jongeren in JB/JR. Inmiddels is dit probleem gedeeltelijk opgelost. Hierdoor is er wel een totaalbedrag aan kosten voor de regio bekend, maar zijn er nog geen individuele gegevens. 3 GGZ: Geestelijke Gezondheidszorg, JOH: Jeugd- en Opvoedhulp, LVB: Licht Verstandelijke Beperking, JB/JR: Jeugdbescherming / Jeugdreclassering. 7

Bevindingen regionaal account 1. In het algemeen zijn de stijgingen te verklaren door het stijgende aantal aanbieders dat in het derde kwartaal rapporteert. 2. De grootste en meest opvallende stijging binnen de LVB en de bovenregionale zorg is te verklaren door de aansluiting van een grote aanbieder, s Heerenloo, die sinds enkele weken rapporteert via de regionale monitor. 3. Ook hebben wij door middel van het financiële verkeer zicht gekregen op cliënten, afkomstig uit onze regio, die zorg krijgen van niet-gecontracteerde aanbieders vanuit buiten de regio Noord Veluwe. 4. De cliënten die momenteel landelijk zorg krijgen worden inzichtelijk door de facturatie van landelijke zorgaanbieders. In het derde kwartaal betrof het 15 cliënten die door 4 organisaties worden geholpen. 5. Jeugdbescherming Gelderland heeft gegevens aangeleverd voor wat betreft de omzet maar (nog) geen specifieke aantallen jeugdigen per gemeente. Dit heeft volgens Jeugdbescherming Gelderland nog steeds te maken met technische mankementen. 6. De verwijzingen van de nieuwe instroom zijn voor 53% (Q2: 60%) afkomstig van de huisartsen en 11% (Q2: 8%) afkomstig van de gemeenten. Van de overige 36% is (nog) niet bekend waar deze vandaan komt doordat aanbieders niet (altijd) volledig rapporteren. 7. Het naar verwachting geschetste beeld in de eerste en tweede kwartaalrapportage wordt nog steeds bevestigd: de opgaven van de zorgaanbieders in het eerste kwartaal door middel van initiële vulling, waren op alle voorzieningen erg fors. 8. Volgens de prognose van het totaalbudget van de RNV voor 2015 heffen de budgettaire onderschrijdingen de overschrijdingen op wanneer het totaalbeeld wordt vergeleken. Oftewel momenteel verwacht het account geen budgettaire overschrijding op het totaalbudget van het jaar 2015, dit is inclusief de korting op basis van de meicirculaire 2015. 9. Doordat slechts 5 landelijke instellingen hebben gedeclareerd, is het lastig om een prognose te maken van de landelijk ingezette voorzieningen in onze regio. 10. Cliënten die momenteel onder de wet langdurige zorg (Wlz) vallen zijn nog niet verrekend. Volgens een landelijke berekening zou dit om een bedrag van 780.000 kunnen gaan. 11. De inzet van de bovenregionale zorg loopt achter ten opzichte van de contractueel vastgestelde budgetgaranties. Door de bovenregionale afspraken zal de regio deze zorgaanbieders wel moeten financieren. 12. Met deze aanbieders zullen in de komende maanden afspraken worden gemaakt over een eventueel andere inzet bij onderschrijding. Met de andere Gelderse regio s maken wij op de korte termijn afspraken over een verrekening waarbij de mogelijkheid bestaat niet ingezette financiering terug te krijgen. 13. Tot en met het derde kwartaal zijn geen zorgaanbieders omgevallen vanwege financiële redenen. Lokale inzet jeugd Gemeente Oldebroek zet voor het preventieve jeugdbeleid ruim 1.000.000 in. Momenteel is er veel aandacht voor het positief coachen bij de sportverenigingen, positief opvoeden binnen de kerken en loopt het project Kansrijk Wonen al enkele jaren. Ook de jeugdgezondheid wordt uit dit preventieve budget bekostigd. 8

Financiën Onderstaande tabel is gebaseerd op gegevens van het Regionaal Account Jeugdhulp en de lokale uitgaven. Jeugd 5.000.000 4.000.000 3.000.000 2.000.000 1.000.000 - begroting 2015 realisatie Q1 tm prognose 2015 Q3 Jeugd 4.954.978 3.063.738 4.726.112 Uit de tabel blijkt dat de verwachte uitgaven binnen de begroting blijven. Nogmaals wordt opgemerkt dat dit een raming betreft en dat de werkelijke uitgaven nog niet volledig inzichtelijk zijn. 9

Prestatie-indicatoren Participatiewet Om de resultaten over participatie te meten wordt ingegaan op de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw), de uitkeringen en werkgeversdienstverlening. Aantallen WSW In onderstaande tabel zijn de aantallen per WSW bedrijf opgenomen. In het derde kwartaal zijn 3 mensen met pensioen gegaan, dit betreft 2,5 SE 4. WSW 2015 Per 1-1-2015 Per 1-4-2015 Per 1-7-2015 Per 1-10-2015 IG 5 99,72 94,9 94,61 93,57 WEZO 11,72 12,445 12,445 12,445 Wedeka 0,75 0,75 0,75 0 Felua 1,08 1,08 1,08 1 Totaal 113,19 109,095 108,805 107,015 Budget Participatie en Wsw In totaal is voor ondersteuning naar werk 2.968.939 beschikbaar. Van dit budget is een bedrag van 2.787.011 geoormerkt voor de Wsw en 181.928 voor re-integratie en participatie. Voor de Wsw is een extra gemeentelijke bijdrage begroot van 77.715, onder meer voor de hogere kostprijs bij de WEZO. In onderstaande tabel zijn de uitgaven van de eerste drie kwartalen verwerkt. Participatiebudget: Wsw WSW 2015 3.000.000 2.500.000 2.000.000 1.500.000 1.000.000 500.000 0 begroot realisatie prognose Q1 2.826.844 724.386 2.861.842 Q2 2.864.726 1.442.499 2.849.973 Q3 2.864.726 2.158.441 2.876.234 Zoals het er nu naar uitziet blijven de uitgaven niet binnen de begroting ( 11.500). Hiervoor wordt ruimte gehouden in het re-integratiebudget, om zo budgetneutraal te blijven. 4 Binnen de WSW wordt gerekend met SE s. Eén normale SE is één baan van 36 uur. In bijzondere gevallen kunnen mensen gezien hun arbeidshandicap en mate van begeleiding die ze nodig hebben zwaarder tellen dan 1 SE. 5 Bij de Inclusief Groep betreffen het de cijfers van de gemiddelde realisatie vanaf 1 januari tot en met het einde van het kwartaal. 10

In onderstaande tabel zijn de uitgaven opgenomen die tot nog toe zijn gedaan op het reintegratiebudget (Bron: Civision Middelen, 1 oktober 2015). Participatiebudget: Re-integratie Participatie 2015 250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 0 begroot realisatie prognose Q1 200.196 23.591 150.000 Q2 181.928 35.539 175.000 Q3 181.928 73.486 155.000 Het re-integratiebudget wat wordt ontvangen van het Rijk is bij de meicirculaire 2015 verlaagd van 200.196 naar 181.928. De realisatie betreft onder andere de kosten van inburgeringstrajecten, OWME 6 en jobcoaching. Om de uitstroom naar werk te bevorderen zijn er vanaf juni 2015 met een drietal reintegratiepartijen trajecten ingezet. Doel van de trajecten is de feitelijke plaatsing van kandidaten op een baan, zodanig dat er geen sprake meer is van uitkeringsonafhankelijkheid. In totaal zijn er tot en met het derde kwartaal 51 personen aangemeld. Hiervan zitten nu nog 27 personen in traject. Bij de aanmeldingen voor deze trajecten zijn we uitgegaan van de meest kansrijken van het bijstandbestand. We hebben geconstateerd dat bij een groot deel van de doelgroep sprake is van een redelijke afstand tot de arbeidsmarkt, door gebrek aan opleiding, werkervaring en arbeidsritme. Doordat geïnvesteerd moet worden in het verbeteren van de leefomstandigheid (persoonlijke verzorging, presentatie, motivatie en vertrouwen) van de personen kost het meer tijd om uit te stromen richting arbeid. 4 trajecten zijn beëindigd vanwege uitstroom naar werk, 16 trajecten (31%) zijn vroegtijdig beëindigd als gevolg van psychische/medische problematiek, daarnaast zijn er nog 4 trajecten beëindigd door verhuizing/detentie. Aantal meldingen en prestaties bij aanvang van de uitkering De ondersteuning vanuit de Participatiewet is gericht op het vinden van werk. Indien nodig kan een beroep worden gedaan op een bijstandsuitkering. Door de nadruk op werk wordt geprobeerd om voor (bij meldingen) en tijdens de aanvraagprocedure mensen aan het werk te krijgen en zo het aantal uitkeringen terug te brengen (poortwachten). 6 Workshop: Oldebroek Werkt Met Elkaar. 11

Aantal meldingen (Bron: WIZ: Besluitenlijst aanvragen, 1-10-2015 en eigen registratie 7 ) per 1-4-15 per 1-7-15 per 1-10-15 Meldingen aan de poort 34 65 90 Besluiten op aanvraag 34 72 82 Toegekende aanvragen 22 65% 52 72% 59 72% Gewijzigd continueren 1 3% 1 1% 1 1% Ingetrokken aanvragen 5 15% 9 13% 12 15% Afgewezen aanvragen 4 12% 5 7% 8 10% (nog) geen aanvragen ontvangen na melding 2 6% 4 6% 0 0% Niet in behandeling nemen 0 0% 1 1% 2 2% Tot en met het 3 e kwartaal zijn 82 besluiten genomen waarvan 59 (72%) tot een toekenning hebben geleid 8. Hiermee blijven we net onder de norm van 30% poortwachten. Onderstaande tabel toont de ontwikkeling van het aantal uitkeringen in de afgelopen maanden. (Bron: WIZ Oldebroek, datum 1 oktober 2015). Ontwikkeling aantal uitkeringen WWB, IOAW, IOAZ, Bbz 1 januari 2015 tot 1 oktober 2015 9 250 200 150 100 50 BBZ IOAZ IOAW WWB 0 1 jan (d) 1 apr (d) 1 juli (d) 1 okt (v) regeling 1 jan (d) 1 apr (d) 1 juli (d) 1 okt (v) BBZ 1 3 2 3 IOAZ 4 4 3 3 IOAW 24 28 29 30 WWB 201 205 208 189 Totaal 230 240 242 225 Na een lange periode van toename van het aantal uitkeringsgerechtigden zien we na afloop van het derde kwartaal een daling van het aantal uitkeringsgerechtigden. Per 1 oktober 2015 is het aantal gedaald naar 225. 7 Is een Word lijst die bijgehouden wordt door de klantmanagers. 8 Het aantal aanvragen en genomen besluiten is niet per definitie gelijk, omdat bijvoorbeeld een melding in Q2 afgehandeld kan worden in Q3. 9 In deze tabel zijn de cijfers tot en met het tweede kwartaal van 2015 definitief (d) te noemen, d.w.z. dat alle aanvragen en beëindigingen zijn verwerkt (met de kanttekening dat door bijv. een toekenning of beëindiging met terugwerkende kracht dit nog minimaal kan veranderen). De cijfers van het derde kwartaal van 2015 zijn voorlopig (v). In verband met de afhandelingstermijn van aanvragen en beëindigingen kunnen deze aantallen nog wijzigen. 12

De belangrijkste instroomreden blijft beëindiging van WW (24%). Daarnaast is de huisvesting van statushouders (verblijfsgerechtigden) toegenomen in het 3 e kwartaal (13%) en blijft verhuizing vanuit een andere gemeente een belangrijke instroomreden (16%). Het aantal nieuwe IOAW-uitkeringen blijft toenemen. Inmiddels zijn er tot 1 oktober 14 nieuwe uitkeringen toegekend. Bijna een verdubbeling ten opzichte van 2014 (8). Deze ontwikkeling zien we ook bij de Arbeidsmarktregio Regio Zwolle. Er zijn tot 1 oktober 2015 95 uitkeringen beëindigd. Het aantal beëindigingen (63) is in het derde kwartaal meer dan verdubbeld ten opzichte van het 1 e half jaar (46). Belangrijkste redenen zijn uitstroom naar arbeid (35%) en verhuizing naar een andere gemeente (18%). Het totale budget voor uitkeringen is 2.686.097 en tot en met september is 2.318.180 uitgegeven. Prestaties die leiden tot beëindigen van de uitkering De ondersteuning vanuit de participatiewet is zoveel mogelijk gericht op de uitstroom uit de uitkering naar werk. Prestatie-indicator is dat tenminste 14% van de uitkeringen wordt beëindigd in verband met reguliere arbeid of studie. Uitgaande van 237 uitkeringen 10 betekent dit dat tenminste 33 personen moeten uitstromen om de prestatie indicator te halen. Uitstroom in verband met reguliere arbeid of studie (Bron: WIZ Oldebroek) 1-4-2015 1-7-2015 1-10-2015 Gemiddelde aantal uitkeringen 237 238 237 Prestatie-indicator 14% 33 33 33 Uitstroom 7 20 40 Arbeid 5 17 33 Studie 2 3 7 Nog te realiseren 26 13-7 Tot oktober 2015 zijn in totaal 40 uitkeringen beëindigd in verband met uitstroom naar werk of studie. Dit betekent dat we al ruim over de gestelde prestatie-indicator uitgaan. Dit is mede te danken aan de inzet van de accountmanager werk en de werkcoaches (zie ook werkgeversdienstverlening). Prestaties tijdens de uitkering We streven ernaar dat mensen zoveel mogelijk naar werk uitstromen, ook als dit betekent dat zij daarnaast nog een beroep op een uitkering moeten blijven doen. Het volgende overzicht laat zien wat de hoogte is van het gemiddelde parttime inkomen afgezet tegen de norm van gemiddeld 17.500 opbrengst per maand (Bron: WIZ Oldebroek). In verband met de administratieve afwikkeling wordt gekeken naar de cijfers van het half jaar, voorafgaand aan het 3e kwartaal. De volgende tabel laat zien hoeveel personen in de afgelopen periode inkomsten hadden naast hun uitkering. Als indicator hebben we gesteld dat tenminste 22% van het uitkeringenbestand een parttime inkomen heeft. 10 voorlopig gemiddelde per 1 oktober 2015. 13

Maand Aantal personen % van het uitkeringenbestand Parttime inkomen Norm Januari 46 20,0% 19.756,50 17.500 Februari 46 19,1% 19.903,44 17.500 Maart 38 15,8% 15.556,44 17.500 April 40 16,7% 16.819,74 17.500 Mei 38 15,8% 16.697,71 17.500 Juni 40 16,6% 20.518,85 17.500 Het aantal personen met een inkomen naast een uitkering blijft, net als in het tweede kwartaal, wat lager dan de gewenste indicator van 22%. Dit is onder meer te verklaren doordat er meer mensen volledig zijn uitgestroomd uit de uitkering. Dit is ook terug te zien in de hoogte van de parttime inkomsten. Deze blijft in 2 van de 3 maanden ook onder de norm. Omdat er meer uitstroom is naar werk en dit ook een besparing oplevert is deze indicator voor de begroting van 2016 aangepast: de gemiddelde besparing op de uitkering door fulltime en parttime arbeid t.o.v. het voorgaande jaar. In de laatste kwartaalrapportage zal deze besparing voor 2015 worden opgenomen, zodat dit meetbaar is vanaf 2016. Werkgeversdienstverlening Om zoveel mogelijk mensen aan het werk te krijgen, richten we ons op contacten met werkgevers. Hierbij willen we werkgevers ondersteunen om invulling te geven aan vacatures en tegelijkertijd waar mogelijk inwoners met een uitkering een kans bieden op werk. Tot 1 oktober 2015 zijn er 62 bedrijven voor het eerst bezocht. Dit heeft geresulteerd in 46 vacatures. Van deze vacatures zijn er in de eerste drie kwartalen 25 vervuld. 9 vacatures zijn ingetrokken door de werkgever doordat deze op een andere manier zijn vervuld en 12 zijn nog openstaand. De vacatures zijn regulier ingevuld (9), dan wel door te starten met een werkervaringsplaats 11 (27). Het aantal plaatsingen is hoger dan het aan het aantal vervulde vacatures, omdat bij enkele vacatures meerdere kandidaten zijn geplaatst. Er zijn 34 werkzoekenden met een uitkering van de gemeente Oldebroek aangenomen. Eenmaal was dit iemand vanuit een regiogemeente en eenmaal via het UWV. Uitstroom 4 3 2 1 0 Q1 Q2 Q3 Regulier - uitstroom WEP - uitstroom Regulier - ged.uitstroom WEP - ged.uitstroom In de eerste 3 kwartalen zijn er 8 werkzoekenden via reguliere arbeid uitgestroomd naar werk. Daarnaast zijn er 17 werkervaringsplaatsen omgezet naar een regulier dienstverband. Hiervan hebben 10 dienstverbanden geleid tot volledige uitstroom en 7 tot gedeeltelijke uitstroom. 11 Van deze werkervaringsplaatsen zijn er 4 vroegtijdig (voor afloop van de drie maanden met behoud van uitkering werken) beëindigd. 14

Financiën Uitgangspunt voor het sociaal domein is budgetneutraliteit. In deze paragraaf staan de financiële ontwikkelingen en risico s vermeld. Prognose Onderstaande tabel toont de begroting 2015 12 en de uitgaven. De prognoses zijn gebaseerd op de betalingen over het eerste 3 kwartalen van 2015 en de nog te verwachten uitgaven. Budgetneutraliteit Decentralisaties 14.000.000 12.000.000 10.000.000 8.000.000 6.000.000 4.000.000 2.000.000 0 Primaire Aangepaste Realisatie Prognose begroting begroting Participatie 3.027.040 3.046.654 2.231.927 3.031.234 Jeugd 5.151.704 4.954.978 3.063.738 4.726.112 WMO oud 1.574.171 1.864.606 1.220.146 1.623.516 WMO 3.756.605 3.716.217 1.299.931 3.316.965 Zoals eerder in deze rapportage genoemd is het zicht op de uitgaven over 2015 voor Wmo en Jeugd nog niet volledig. Uit voorlopige berekeningen blijkt dat de budgetten voor 2015 voldoende lijken om aan de verplichtingen te voldoen. We benadrukken dat dit een voorlopige prognose is en dat de rijksbijdragen 2015 hoger zijn dan die van 2016. Risico s In het sociaal domein hebben we te maken met open eind regelingen. Dit betekent dat de uitgaven sterk afhankelijk zijn van de werkelijke vraag naar ondersteuning. Bovendien laat de ontwikkeling van de baten voor de komende jaren een dalende lijn zien. De overgang naar het objectieve verdeelmodel voor de gemeente Oldebroek levert een korting op het budget op, oplopend van 1,5 miljoen in 2016 tot 3 miljoen in 2019. Hierover is de raad al geïnformeerd door het college in de informatie bij de meicirculaire. 12 In de meicirculaire 2015 zijn de bedragen voor het sociaal domein aangepast daar meer cliënten in de zorg uiteindelijk gekozen hebben om gebruik te blijven maken van de Wet Langdurige Zorg (Wlz). Hierdoor zijn de budgeten van Wmo en Jeugd in totaal met ca. 200.000 verlaagd. De kosten worden hiermee ook verlaagd zodat dit geen effect heeft op het resultaat. Ook in de septembercirculaire 2015 zijn bedragen iets aangepast, dit geldt voor de bedragen Wmo en Participatie. De primaire begroting is in deze tabel aangehouden. 15