Master in de journalistiek Stageleidraad voor studenten Academiejaar 2013-2014 1
Inhoud Inleiding... 3 1. Doelstellingen... 4 2. Inhoud van de stage... 4 3. Stage-actoren en begeleiding... 5 3.1 De stagiair... 5 3.2 De stagementor... 5 3.3 De stagesupervisor (KU Leuven Antwerpen)... 6 3.4 De stagecoördinator (verantwoordelijke binnen instelling)... 6 4. De stagekeuze... 7 5. Stageduur en stageverloop... 7 5.1 Stageduur... 7 5.2 Het stageverloop... 8 5.3 Enkele afspraken in verband met verzekering, afwezigheid of ongeval... 8 1. Doelstelling... 9 2. Onderdelen... 9 3. Vormvereisten... 9 1. Procedure voor de evaluatie en eindbeoordeling... 10 2
Inleiding Beste student Je koos voor de master in de journalistiek, dus voor een wetenschappelijke opleiding met een stevige basis praktijkvorming. Stage in het tweede semester maakt deel uit van de keuze die je hebt gemaakt in het onderdeel praktijk en portfolio. Het doorlopen van deze stage zal je de onontbeerlijke ervaring van het werkveld meegeven. De stage is een periode van al doende leert men ; je leert ervaringsgericht. Je wordt ondergedompeld in het dagelijkse reilen en zeilen van een redactie/nieuwsdienst. Je krijgt de kans de eerder verworven competenties aan de praktijk te toetsen. Het wordt een boeiende ontdekkingstocht! De stageleidraad geeft je een beeld van de concrete doelstellingen, de organisatorische en praktische aspecten van een stage. Tevens biedt de leidraad je ook praktische informatie over de stageduur, het stageverloop en de evaluatie. Tot slot krijg je ook concrete richtlijnen over het stageverslag. Veel succes! Karen Foelen Stagecoördinator Michaël Opgenhaffen Coördinator master in de journalistiek 3
DEEL 1: De stage 1. Doelstellingen De stage verenigt de drie doelstellingen van de opleiding: - Beroepspersoonlijkheidsvorming - Theoretische scholing - Specifieke en wetenschappelijk verantwoorde praktijkopleiding Stage lopen is meer dan alleen zicht krijgen op de werkzaamheden van een organisatie. Het is ervaring opdoen, al doende leren en het geleerde toepassen. Al werkend realiseer je je leerdoelen. Je legt relaties tussen theorie en praktijk. Het is een verbreding en verdieping van je deskundigheid. Naast beroepsspecifieke kennis, vaardigheden en attitudes wordt er ook een appel gedaan op basisvaardigheden zoals kunnen samenwerken in een team, creativiteit, flexibele en kritische houding. Je oriënteert je op je toekomstige beroepsuitoefening, integreert je in de wereld van de arbeid, in de cultuur van een organisatie. Je toetst je geschiktheid voor beroepsuitoefening in het journalistieke werk. De stage in de master in de journalistiek is een beroepsopleidende stage. Onder deskundige begeleiding verwerf je het niveau van een beginnende beroepsuitoefenaar. Je oefent het toekomstige beroep reeds op een vrij zelfstandige basis uit en schakelt jezelf in. Je maakt hierbij gebruik van je kennis en vaardigheden. Je draagt hierbij redelijk wat verantwoordelijkheid, ontplooit veel initiatieven en integreert je in de werking van de stageplaats. 2. Inhoud van de stage De inhoud van de stage is afhankelijk van het werkveld/de redactie waar je stage loopt en varieert naar gelang je gekozen hebt voor de gesproken of de geschreven pers. Een aantal werkvelden waarin je stage kan lopen, zijn bijvoorbeeld: - Binnenlandjournalistiek - Buitenlandjournalistiek - Cultuurjournalistiek - Human interest-journalistiek - Sportjournalistiek - Gerechtsjournalistiek - Wetenschapsjournalistiek In elk werkveld word je ingeschakeld in de werking van de organisatie/redactie. Dit betekent dat je deel uitmaakt van een team en mee functioneert in de werking hiervan. Je takenpakket omvat bijvoorbeeld artikelen schrijven, meegaan op reportage, monteren van beeldfragmenten, uitvoeren van opzoekingswerk, afnemen van interviews. 4
3. Stage-actoren en begeleiding Als stagiair sta je centraal in een netwerk van relaties. Je wordt hierbij begeleid door een stagementor op de stageplaats en een stagesupervisor van de instelling. Vier partners (actoren) zijn betrokken in het stagegebeuren: - De stagiair - De stagementor - De stagesupervisor - De stagecoördinator Elke partner heeft bepaalde verantwoordelijkheden die ertoe bijdragen dat de stage succesvol verloopt. 3.1 De stagiair Voor de stage - Maakt een gemotiveerde keuze - Volgt de gemaakte afspraken op - Neemt deel aan de informatiesessie over de stages - Maakt een afspraak met de stagementor voor een kennismakingsgesprek/sollicitatie - Rapporteert het verloop van de kennismaking aan de stagecoördinator en bezorgt hem/haar een ingevuld en ondertekend stagecontract (in drievoud), een werkpostfiche, een risico-analyse - Bezorgt de tegengetekende documenten aan de stagementor Tijdens de stage - Streeft ernaar de vooropgestelde stagedoelstellingen te realiseren en neemt daartoe de nodige initiatieven (zich informeren m.b.t. de structuur en de werking van de organisatie, de (taak)inhoud, het eigen functioneren) - Houdt zich aan de afspraken met de onderwijsinstelling aangaande contracten, planning, timing en specifieke opdrachten (stageverslag) - Bereidt zich voor op de evaluatiebespreking(en) op de stageplaats - Verwittigt de stagementor en de stagecoördinator bij ziekte en afwezigheid - Neemt bij moeilijkheden contact op met de stagecoördinator - Neemt steeds contact op met de stagecoördinator bij een ongeval (verzekering) Na de stage - Houdt zich beschikbaar voor een eventueel evaluatiemoment - Dient het stageverslag in bij de stagecoördinator binnen de voorziene tijd 3.2 De stagementor - Plant in overleg met collega s, met de instelling en met jou de stageactiviteiten en neemt de dagelijkse leiding op zich 5
- Bereidt je voor op opdrachten, superviseert en evalueert - Is de persoon bij wie je terecht kan met vragen - Evalueert je werkzaamheden: ofwel krijg je onmiddellijk feedback na een activiteit ofwel worden er vooraf bepaalde overlegmomenten voor uitgetrokken. De mogelijkheid om jezelf bij te sturen tijdens de stage is zeer belangrijk. Stage lopen is een leerproces, je bent immers nog geen beroepsuitoefenaar. - Verstrekt tijdens de evaluatie/overlegmomenten informatie (aan de stagesupervisor en) jou over de stagewerkzaamheden en de wijze van uitvoering. - Heeft oog voor de benodigde kennis, de transfer van theorie naar de praktijk, de vaardigheden en attitudes 3.3 De stagesupervisor (KU Leuven Antwerpen) Voor de stage - Helpt je indien nodig bij je zoektocht naar een stageplaats - Is verantwoordelijk voor de afstemming van de opleidings- en stagedoelen en voor het beogen van een succesvolle samenwerking tussen de partners - Informeert je vooraf over het verloop van de stage (kan ook gebeuren door de stagecoördinator) Tijdens de stage Na de stage - Superviseert het stageverloop door opvolging van de (tussentijdse) verslagen van de student - Begeleidt je bij het reflecteren over je stage-ervaringen - Ondersteunt, stuurt bij en treedt indien nodig probleemoplossend op - Volgt het leerproces in termen van de opleidingsdoelen en werkt als dusdanig mee aan de uitbouw van je persoonlijke en professionele beroepshouding - Evalueert het leerproces en leidt de evaluatiebespreking(en) - Evalueert het stageverslag - Geeft de uiteindelijke stagebeoordeling - Stagesupervisor: Michaël Opgenhaffen 03/206 04 91 - Michaël.Opgenhaffen@soc.kuleuven.be 3.4 De stagecoördinator (verantwoordelijke binnen instelling) - Coördineert alle organisatorische aspecten van de stage in het departement - Informeert de studenten over de stageopdrachten vanuit de onderwijsinstelling en licht deze toe: o.m. het opzet van het voorafgaandelijk contact, het stageverslag, enz. - De stagecoördinator staat in voor een vlotte samenwerking tussen alle partners betrokken bij het stageverloop - De stagecoördinator bemiddelt in geval van geschillen 6
- Stagecoördinator: Karen Foelen 03/206 04 85 karen.foelen@kuleuven.be 4. De stagekeuze Om de doelstelling van de stage te realiseren is het essentieel dat een stageplaats geschikt is. De volgende criteria worden gehanteerd bij het maken van die keuze: - Het takenpakket dient aan te sluiten bij het opleidings- en beroepsprofiel en in overeenstemming te zijn met de gestelde doelen van de opleiding - Een voldoende gevarieerd takenpakket moet gegarandeerd worden - De stagementor dient iemand te zijn die deskundig is met betrekking tot de inhoud van de stage - De stagementor moet voldoende tijd kunnen uittrekken voor de begeleiding van zijn stagiair Om een stageplaats te vinden die zo dicht mogelijk aansluit bij je wensen, verwachtingen en belangstelling, is het nodig dat je informatie inwint over de mogelijkheden, dat je een goed inzicht hebt in jezelf en dat je denkt in termen van opleiding- en loopbaanplanning alvorens je een stagekeuze formuleert. Kies je stage in functie van je persoonlijkheid. 5. Stageduur en stageverloop 5.1 Stageduur - De stageperiode loopt idealiter van 20/12/2013 tot 07/02/2014 of tijdens de zomermaanden juli en augustus. Studenten die tijdens de zomermaanden stage lopen, dienen hun stageverslag uiterlijk op 29/08 in. Die dag is meteen ook de laatste stagedag. Stages kunnen de colleges in geen geval in de weg staan. - Je presteert tijdens de stageperiode minstens 150 u stage. - Je werkt bij voorkeur volledige weken. Indien nodig of gewenst, kan je ook starten met volledige weken en een opdracht verder uitwerken gespreid over één of twee dagen per week. - Je werkt bij voorkeur tijdens weekdagen en overdag. Naargelang de noodwendigheden kan je ook stage lopen tijdens het weekend en s avonds. Gepresteerde overuren worden gecompenseerd in samenspraak met de stagementor. - Indien je in het kader van een opdracht naar het buitenland gaat, dient de onderwijsinstelling (stagecoördinator) hier tijdig van op de hoogte gebracht te worden om de nodige regelingen te kunnen treffen met de verzekeraar. - De verzekering die geldt voor het volgen van de lessen loopt tijdens de stage gewoon door. Bij een ongeval waarschuw je onmiddellijk de stagecoördinator (d.w.z. binnen de 48 u na het ongeval) voor tijdige signalering aan de verzekering. 7
5.2 Het stageverloop - Voor aanvang van de stage dien je alle documenten te laten invullen en ondertekenen (contract, werkpostfiche, risico-analyse, specifieke vermeldingen voor verzekering enz.). - Na de stage vullen alle betrokken partijen een evaluatieformulier in met het oog op een eventuele verdere samenwerking. - Je stelt een stageverslag op (zie instructies verder in deze stageleidraad) 5.3 Enkele afspraken in verband met verzekering, afwezigheid of ongeval - In geval van afwezigheid waarschuw je onmiddellijk je stagementor en de stagecoördinator. Het totale aantal uren moet je effectief presteren (een mogelijk tekort bij langere afwezigheid moet je inhalen). Bij afwezigheid van drie dagen en meer stuur je een doktersattest op naar de instelling ter attentie van de stagecoördinator. - De verzekering die geldt voor het volgen van de lessen loopt tijdens je stage gewoon door. Bij een ongeval moet je onmiddellijk de instelling (stagecoördinator) waarschuwen voor tijdige signalering aan de verzekering (binnen de 48 uur na het ongeval contact opnemen met de stagecoördinator). - Indien je in het kader van een opdracht naar het buitenland gaat, dien je de instelling (stagecoördinator) daar tijdig van op de hoogte te brengen om de nodige regelingen te kunnen treffen met de verzekeraar. Je supervisor/stagecoördinator is gedurende de stageperiode bereikbaar voor bijkomende informatie, bij moeilijkheden, onduidelijkheden enz. 8
DEEL 2: het stageverslag 1. Doelstelling In het stageverslag geef je een duidelijk, volledig en overzichtelijk beeld van het stageverloop en van de gerealiseerde taken en opdrachten. Het opmaken van een stageverslag heeft een dubbel doel: Het bevordert je zelfinzicht, je inzicht in de stageplaats en je opdrachten, en het werkveld. Dat wil zeggen, het zet je aan tot: - Het leren observeren, verwoorden en schriftelijk weergeven van informatie over het stageverloop - Analyseren en ordenen van gegevens, verbanden leggen en het ontwikkelen van een eigen visie ten aanzien van de aangebrachte thema s - Reflecteren over je eigen handelen, over de eigen persoonlijke beroepshouding en over je persoonlijke ontwikkeling Het verslag biedt de stagesupervisor een beter inzicht in het leerproces en je bereikte leerniveau. Vanuit het stageverslag krijgt je stagesupervisor zicht op je functioneren tijdens de stage. De supervisor neemt de informatie, zoals verwerkt in het stageverslag, mee op in de globale stagebeoordeling. 2. Onderdelen - Stage- evaluatieformulier, met een beschrijving en een evaluatie van de stage; - Productieverslag: een voorstelling en kritische bespreking van enkele producties die je zelf gemaakt hebt, of waar je aan meegewerkt hebt; - Portfolio mag, maar hoeft niet. 3. Vormvereisten - Productieverslag: ongeveer 10 blz in totaal; - De documenten worden afgegeven aan de balie van het secretariaat t.a.v. Karen Foelen, ten laatste op 9 juni 2014 om 12u (voor de winterstages) of op 29 augustus 2014 om 12u (voor de zomerstages). 9
DEEL 3: evaluatie van de stage 1. Procedure voor de evaluatie en eindbeoordeling Het cijfer wordt bepaald door een academisch coördinator, na overleg met de stagementor, een vrijblijvend gesprek met de student, en de lectuur van de stageverslagen van de mentor en de student. 10