VOORSTEL PROJECT DE ROULOT 1. INLEIDING



Vergelijkbare documenten
opdrachtsverklaring centrum voor volwassen personen met handicap MOZAÏEK

II FUNCTIEOMSCHRIJVING CONTEXTBEGELEIDER

Wat willen we in Pegode VZW bereiken?

gedragenheid onvoorwaardelijke acceptatie van het zijn & niet van het doen het krijgen van bestaansrecht vanuit de omgeving - erbij mogen horen & erbi

KHB Kwaliteitsbeleid: Visietekst: gezinsgericht werken

1. Pedagogisch project - visie

WZC De Wingerd. Kleinschalig Genormaliseerd Wonen: Visietekst van Theorie naar Praktijk

Deel 1 Opvoedingsproject

Nieuwe manier van werken met zorg. Visie en werkwijze

identiteitsbewijs identiteitsbewijs onderwijsgroep noord

ONDERSTEUNINGSLIJNEN ZUIDWESTER

III.11.1 FUNCTIEOMSCHRIJVING LEEFGROEPBEGELEIDER

Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties. Ambulant Arrangement. Hulpverlening na een periode in de opvang

' Zijn wie je bent. Dat is geluk.'

ZORGBUREAU JOKIJO PEDAGOGISCHE BELEIDSDOCUMENTEN

INFOBROCHURE REISBURO/ROULOT

Klas-in-zicht Wat? Hoe gaan we tewerk? Aan de slag en verder?

In de Visie is beschreven waar SGL in de toekomst voor wil staan, rekening houdend met ontwikkelingen die op dit moment aan de orde zijn.

Visie pastoraal in Monsheide

Naam van de schoolexterne interventie: Arktos HERGO

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis

Deel 1: Waar staan we voor als Werkwinkel? Netwerk jij mee?

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

- het deblokkeren van de situatie, om de band tussen jongeren en onderwijs te herstellen/ vrijwaren.

Verwonderen Ontdekken Onderzoeken

Naam van de schoolexterne interventie: Reisburo

Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs Guimardstraat 1, 1040 BRUSSEL. Deel 1 Opvoedingsproject

Meer info over Prisma en WMO?

VISIE. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon.

De missie van de vzw Provincialaat der Broeders van Liefde

Naam van de schoolexterne interventie: Roulot

25 Integratie OCMWgemeente: aan vertrouwen en een sterker beleid

een weg is, als we maar genoeg mogen proberen.

Actief burgerschap. Sint Gerardusschool Splitting ET Emmen Tel:

Huiswerkbeleid

Aandacht, affectie, waardering, respect en ondersteuning.

Brochure MissionAlive Leergemeenschap

Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas

Doe mij maar een gewoon leven

Wonen Doe Je Thuis: inhoudelijk kader van Combinatie Jeugdzorg

Deel 1. Opvoedingsproject

Naam van de schoolexterne interventie: ipot Groep INTRO Brussel

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN

Onze visie op cliënten, medewerkers en organisatie vertrekt vanuit 6 waarden: Cliëntgestuurd, Integer, Inclusief, Open, Participatief, Professioneel.

WAT MAAKT DE VRIJESCHOOL UNIEK?

Engagementsverklaring

D E K LE OPVOEDINGSPROJECT T E. Werken met een visie. R K

Strategienota Ruimte, Relatie & Rekenschap

II FUNCTIEOMSCHRIJVING CONTEXTBEGELEIDER

G.V.Basisschool Hamont-Lo

onderwijsgroep noord identiteitsbewijs

Samenwerkingsprotocol provinciale hulpverlening partnergeweld met de Mee-ander 1

BaLO welkom

De krachtgerichte methodiek

Bezoekadres Kenmerk Uw brief Bijlage(n) Maatschappelijke diensttijd, kansen en uitdagingen

wat doen we aandacht ambitie leren dialoog

Deel 1: Pedagogisch project Vrije Basisschool Lenteland

Naam van de schoolexterne interventie: Lange Time Out Halle, Groep Intro

Competenties van leerkrachten in scholen met een katholiek geïnspireerd opvoedingsproject

en vast dagritme, een rustige omgeving, nuttige werkzaamheden en gezelligheid samen.

Het 8- fasenmodel. Een reisgids voor de begeleiding van het maatje

De kracht van de ontmoeting Spreken in waarheid Positieve Heroriëntering

Zelfstandig Leren

Dialoogdag op 21 april 2015

Brede School - Grimbergen

Inhoudelijk verslag Project Harelbeke 2018 Vormingswerkers: Dieter Meeuws & Iréne DeKoning.

VACATURE Trajectbegeleider / educatief medewerker (m/v) Persoonlijke ontwikkelingstrajecten vzw LEJO (tijdelijke vervanging 1 december 30 juni)

WAT MAAKT DE VRIJESCHOOL UNIEK?

Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen

Trends in dagbesteding. Charlotte Hanzon, 9 maart 2017

Visie op het basisaanbod

Onthaalbureau Inburgering Limburg vzw. Presentatie voor ERSV (18/12/2012) AI in het Onthaalbureau

Doe mij maar een gewoon leven

Een recept voor Vakmanschap. Bejegeningsstijl en opleiding van personeel

Identiteitsdocument van Jenaplanschool de Sterrenwachter

We voorzien dat de jongeren maximaal 18 keer kunnen komen. Provincie Vlaams Brabant

Competentieprofiel medewerker BAAL

Vacature Business Development & Sales

In verbinding zelf keuzes maken. Petri Embregts

Het pedagogische raamwerk in een notendop

PEDAGOGISCH PROJECT VBS SINT-LUTGARDIS

Vzw Stappen Vzw LEJO de jongeren te versterken LEJO en Stappen

Netwerkgericht werken binnen de jeugdhulp. Bie Melis en Mia Claes

Thermometer leerkrachthandelen

NL COACH CONGRES 01/12/2017

Opbrengst vsv cafe 3 april talentontwikkeling Pagina 1

visie op hulpverlening

BASECAMPvzw De missie van Basecamp vzw

ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT

BUDGETGROEP BIZ OOST-VLAANDEREN

Ankerpunten voor morgen

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers ,

Reflectie op besluitvorming en handelen

Observaties vanuit werkgevers over werknemers met een psychische kwetsbaarheid. datum 1 augustus Vooruitgang door vernieuwend werkgeven

Welke vaardigheden hebben een invloed op het al dan niet succesvol zijn van het outplacement?

Het Ontwikkelingshuis: Een kijk op de co- evolutie van kinderen en gezinnen

Eén gezin één plan. Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp

De identiteit van Catent

Transcriptie:

VOORSTEL PROJECT DE ROULOT 1. INLEIDING We staan voor de uitdaging om een antwoord te zoeken voor de jongeren en kinderen die geen aansluiting vinden in het bestaande aanbod van school en werk. Dit vanuit de realiteit dat een steeds groter deel van onze cliëntengroep met dit probleem wordt geconfronteerd. Het ontbreken van een zinvolle dagbesteding is geen geïsoleerd gegeven. Het verhoogt de complexiteit van de problemen waarmee onze cliënten sowieso al te kampen hebben. Door een aanbod op dit vlak te organiseren kunnen we het geheel van de begeleiding van de jongere meer kans op slagen geven. Het aanbod dat we willen uitwerken richt zich naar de jongeren die in begeleiding zijn binnen Sporen of binnen één van de partners van het samenwerkingsverband. 2. VISIE De verschillende modellen waarop we ons inspireren, hebben een aantal gemeenschappelijkheden. Er wordt uitgegaan van het geloof in de groei van jongeren binnen hun context. De focus wordt gelegd op de potenties, de mogelijkheden, de krachten van de jongere en zijn context. 2.1. VEERKRACHTMODEL Veerkracht in pedagogische betekenis duidt op het vermogen om goed te functioneren op een sociaal aanvaardbare manier en ondanks alle moeilijke omstandigheden. Willen we de veerkracht van jongeren in ontwikkeling brengen moeten we de 6 elementen van het veerkrachthuis in overweging nemen. Gedragenheid en zingeving vormen de fundamenten van het veerkrachthuis. Zich gedragen weten, is een dubbel proces: je hebt iemand anders (of anderen) nodig die je draagt (dragen) en je moet deze gedragenheid ook aanvaarden en erkennen. Deze gedragenheid kan in eerste instantie geboden worden door de ouders maar ook door een sociaal netwerk, hulpverleners, Zingeving impliceert greep krijgen op de wereld, verbanden zien, ontdekken van relaties, beseffen dat je zelf zin kan geven aan het leven, Op vlak van deze fundamenten is het moeilijk rechtstreeks en intentioneel te werken. Het komt erop aan de nodige randvoorwaarden te creëren. Op de eerste verdieping van het veerkrachthuis bevinden zich de (sociale) vaardigheden, de eigenwaarde, humor en creativiteit. Binnen een begeleidingsaanbod kunnen we deze elementen een expliciete plaats geven. Sociale Vaardigheden Eigenwaarde Humor creativiteit

ZINGEVING GEDRAGENHEID 2.2. COMPETENTIEMODEL We spreken over competenties als een jongere over voldoende vaardigheden beschikt om de taken waar hij in het dagelijkse leven mee geconfronteerd wordt op een adequate wijze kan vervullen. Hulpverlening gericht op competentievergroting veronderstelt aansluiten bij en versterken van de (potentiële) krachten in de jongere zelf en/of zijn directe omgeving. De nadruk ligt op een positieve benadering waarbij het gaat om het leren van nieuw gedrag zodat jongeren voor zichzelf een nuttige en betekenisvolle plek in de samenleving verwerven. De hulpverlener moet de jongere aanspreken op zijn krachten en kwaliteiten, daar de verbondenheid zoeken. 2.3. SOCIALE ECOLOGIE De leer van de sociale ecologie wijst er ons op dat het gedrag van een individu erg bepaald wordt door de interacties van dit individu met zijn omgeving. De menselijke persoon bevindt zich echter in het middelpunt van een hele set van contexten: individu gezin familie buurt kennissen en vrienden school en werk gemeenschap -... universum); het zijn niet alleen de interacties binnen elk van deze omgevingen, maar ook de wederzijdse beïnvloeding van deze contexten op mekaar, die bepalend kunnen zijn. Een optimale gedragenheid van een individu door deze contexten zouden we verbondenheid kunnen noemen. Hoe sterker de verbondenheid, hoe sterker de zelfbeleving, zelfbepaling en zingeving van het betrokken individu. 2.4. ERVARINGSLEREN Ervaringsleren: met lijf, denken en gevoel betrokken zijn; de betekenis van ervaring gewaarworden; actieve inzet. Natuur, samenwerken als haalbare inzet. Kernprocessen: ervaringen en engagementen aangaan, verantwoordelijk worden voor het eigen leerproces, beleving en betrokkenheid. Ervaring, verbondenheid, zingeving en aanklampen worden in één adem uitgesproken. Het belangrijkste uitgangspunt is dat jongeren zichzelf kunnen ontdekken door het opdoen van ervaringen. 3. DOELGROEP EN DOELSTELLINGEN We richten ons naar jongeren die binnen het regulier school en/of werksysteem uitvallen door veelvuldig verzuim van lessen, het uitgesloten worden wegens het storen van de lessen, niet ingeschreven zijn of geraken in een school, geen tewerkstelling of brugproject hebben of vinden.

Doelen : - Stimuleren van de jongere tot het (terug) vinden van zinvol bezig zijn. - Bieden van zelfinzicht en oefenkansen op vlak van werk- en sociale vaardigheden - Bieden van structuur aan de jongere op vlak van tijdsbesteding. - Zoeken naar zinvolle en haalbare manieren om opnieuw aan te sluiten op school en/of werk. -. 4. WERKINGSPRINCIPES 4.1 vraaggericht (op maat) Wanneer we spreken van een aanbod op maat impliceert dit overleg met de jongere, vertrekkend uit zijn situatie en op zijn tempo. Dit heeft als consequentie dat het traject van elke jongere er anders zal uit zien. 4.2 laagdrempelig Het aanbod mag geen te hoge eisen stellen aan de jongere om er in te kunnen stappen. (Dit neemt niet weg dat de uitdaging kan liggen in het leren en ontwikkelen van vaardigheden doorheen het traject). Bovendien moet het aanbod naar de jongere worden toegebracht. 4.3 Uitnodigend We willen een aanbod voorzien, gebracht door mensen die gegrepen zijn door wat ze doen. Op die manier kan hun enthousiasme aanstekelijk werken. 4.4 aanklampend Uitnodigend wil niet zeggen dat het initiatief louter bij de jongere moet blijven. De jongere moet het traject niet alleen aangaan maar wordt hierin ondersteund, er zijn bakens, er is een kader. Het aanbod komt naar hen, we vertrekken van hun mogelijkheden en trachten via de ervaring verbinding te leggen met henzelf. We laten hen niet los, maar trachten hen door een benadering op maat stapje per stapje verder te brengen. 4.5 gevarieerd We moeten op zoek naar een brede waaier van activiteiten : dit zowel wat betreft de inhoud (onderhoud van natuur, metsen, bloemschikken, fotograferen,..) als naar vorm (samen met een begeleider, in groep, met iemand uit context,..) 4.6 (snelle) succeservaringen We willen voor de jongere een aanbod realiseren waarvan we geloven dat hij met zijn competenties en met steun vanuit zijn context, kan slagen (link: eigenwaarde: veerkrachtmodel). Vaak hebben deze jongeren immers een aantal ervaringen van falen achter de rug. 4.7 flexibel De jongere moet gemakkelijk van het ene aanbod in een ander kunnen overstappen. De overgangen mogen geen breuklijnen zijn.

4.8 kleinschalig Om zo goed mogelijk gedifferentieerd en geïndividualiseerd te kunnen werken, moet het project kleinschalig blijven. Ook hierin verschilt het project van ander, schools aanbod. De jongere moet maximale kansen krijgen ervaringen op te doen en nieuwe kansen te creëren. 4.9 appreciërend appreciëren betekent: waarderen, waarde geven aan, naar waarde kunnen schatten; we gaan ervan uit dat elke jongeren een waardevol individu is die we op een waarderende manier kunnen tegemoet treden. 4.10 realistisch dromen Het aanbod vertrekt vanuit en speelt zich af binnen de realiteit. De realiteit blijft op elk moment de toetssteen. Maar we opteren bewust voor het uitgangspunt van de dromen en fantasieën. Willen we de jongeren erkennen en respecteren voor wie ze zijn, moeten we vertrekken van hun toekomstideeën. We gaan samen met hen de uitdaging aan. Het proces is immers minstens zo belangrijk als het doel op zich. Het proces mag niet gelost worden als het doel niet haalbaar (b)lijkt te zijn. 4.11 begeleidershouding De begeleider moet uiteraard vertrekken vanuit bovenstaande visie, doelstelling en werkingsprincipes. Het is een houding van naast de jongere staan, in een soort metapositie. De begeleider tracht vanuit de jongere te vertrekken: wat wil die, welke competenties zijn aanwezig, naar wat gaat diens interesse, welke vragen heeft hij, De inhoud komt van de jongere, maar de begeleider helpt die inhoud naar boven te krijgen, zoekt rode draden, confronteert ook wanneer nodig, geeft grenzen aan wanneer dit verwacht wordt, 5 CONCEPT : - Een atelierwerking op kleine schaal in de regio Hoeilaart-Overijse ( maximum 4 jongeren tegelijkertijd), op onze eigen locatie in Hoeilaart, of op een andere locatie, onder begeleiding van één van onze begeleiders. - Spreken en doen: in een aantal startgesprekken proberen de begeleiders de jongeren te motiveren, te engageren, door oprecht geïnteresseerd het gesprek met de jongere aan te gaan, tegelijkertijd is er het doen het samen dingen doen maakt een ander soort gesprekken mogelijk, samen zoeken naar mogelijkheden. - Wij stellen verwachtingen in de jongere, verwachtingen naar opnieuw verbinding kunnen aangaan, opnieuw engagementen aan te durven. Dit verwachtingen stellen is een relationeel gegeven; in onze optiek betekent het dat de begeleider investeert in het ondersteunen van, creëren van veiligheid voor de jongere, waardoor deze opnieuw zijn mogelijkheden durft exploreren - Korte trajecten: we proberen de heraansluiting op school, of werk, of indien het vorige op korte termijn niet mogelijk is, het aangaan van vrijwilligerswerk of een

project (bvb via het reisburo) steeds in het vizier te houden; daarom willen we nauw samenwerken met clb en onderwijs. 6 BETREKKEN VAN DE CONTEXT Ook in dit project wordt de verbinding tussen de jongere en zijn context niet losgelaten en wordt bij elke individuele aanmelding bekeken welke rol de contextfiguren kunnen spelen gedurende het traject, De begeleider nodigt daartoe de, voor de jongere belangrijke, betrokkenen uit van bij het begin. De familie en ruimere context wordt maximaal geactiveerd en verantwoordelijk gehouden. 7 SAMENWERKEN MET ANDERE VOORZIENINGEN EN INSTANTIES In dit project werken we samen met VCLB Leuven (voor Sint-Martinusschool Overijse en GITO Overijse) en Arktos Vlaams-Brabant. We willen de samenwerking met andere mogelijke partners in de loop van dit project verder uitbouwen. 8 PERSPECTIEVEN/OPVOLGING/EVALUATIES De doelen hierboven beschreven worden steeds als toetsteen behouden. Een belangrijk punt om te bewaken is de afstemming tussen de jongere en het aanbod. We willen voorkomen dat jongeren in een vacuüm terechtkomen, dat ze zich te lang zouden gaan nestelen in een leegte. Er moet dus een continue evaluatie zijn van zowel proces als doel. De leden van de stuurgroep De Roulot volgen dit op. Daarnaast moet het project op zich, de visie, methodieken en concepten gezien worden als een levend project, als iets wat we steeds blijven bevragen, bijschaven, ondersteunen, verbeteren. Ook hier krijgt de stuurgroep een belangrijke rol. 9 CAPACITEIT EN PERSONEEL - Maximum capaciteit: 4 jongeren tegelijkertijd gedurende max 2à3 weken. - Op jaarbasis gaan we ervan uit een 40 tal jongeren te kunnen begeleiden - We willen ½ VT kunnen tewerkstellen gedurende een volledig schooljaar Contact: vzw Sporen - de Roulot project voor alternatieve dagactiviteit voor jongeren tel 0496/26.67.53-02/658.29.27 roulot@sporen.be Ten Trappenstraat 22 1560 Hoeilaart Medewerkers: Heleen Vertommen Jan Benaerts