Tijd voor vrije tijd! Slapen moet, naar school gaan moet. En vrij zijn, doen wat je wilt, dat moet ook. Dat staat zelfs in een afspraak tussen heel veel landen. Kinderen hebben recht op vrije tijd. Mireille Geus Tijd voor vrije tijd! estafette estafette In je vrije tijd, mag jij kiezen. Wat wil je doen? Een dier verzorgen? Naar voetbal gaan of zingen of op het toneel staan? Spelen met andere kinderen? Tekenen of wandelen of zwemmen? Er moet niks. Alles kan en mag! vrije tijd v r i j e ti j d Tijd voor vrije tijd! N AVIG ATO R Mireille Geus M4 M4
Tijd voor vrije tijd! Mireille Geus tekeningen van Nancy Kers
Inhoud 1. Boos! 8 2. Naar het andere plein 10 3. Portret van Roosmarijn 12 4. Portret van Evert 14 5. Portret van Freek-Jan 16 6. Smullen met Rik 18 7. Nog meer smullen met Rik 20 8. Gedicht 22 9. De kreeft van Anna 24 10. Alles over toneel 26 11. Leuke vragen 27 12. Wist je? 28 13. We gaan verhuizen 30 14. Het konijn van Bert 32 15. De slang van Tim 34 16. Zwembad 36 17. Gezond eten 38 18. Bericht aan Floris 40 19. Bericht aan Koos 42 20. Trap en niet in 44 21. Nodig plassen 46 22. Schoolkrant 48 23. Niet voor watjes 50 24. Naar het ziekenhuis 52 7
1. Boos! Lief dagboek, Ik ben boos, woedend, kwaad, echt heel razend dus! En weet je waarom? Omdat mijn moeder zo stom is. Ik mag niet bij dat andere pleintje spelen, met die andere kinderen. Ik mag alleen maar hier voor de deur spelen. Met de kinderen uit de straat en die ernaast. Die ken ik, die kent mijn moeder, dat is veilig. Dat andere is onbekend, dus onveilig, zegt mijn moeder. Gevaarlijk zelfs, volgens mijn moeder dan. Ze vindt die kinderen er niet aardig uitzien. Ze lijken zo wild, zegt ze. Is dat dezelfde moeder die zegt dat je tegen iedereen aardig moet zijn? Dat je niet op de buitenkant moet letten? Dat ik met iedereen moet leren omgaan? 8
Maar nou mag ik er dus niet heen. Ik moet hier blijven. Ze kijkt steeds uit het raam, om te zien of ik wel voor de deur blijf spelen. Hier voor de deur is het saai! Er is een klimrek, daar kan ik alles al op. Er is een glijbaan, die is zo langzaam. Dat is eigenlijk alleen leuk voor kleuters! Op dat andere plein is een heel hoge glijbaan en een voetbalkooi. Alle kleintjes blijven daar weg. Er spelen alleen grote, stoere jongens. Daar wil ik natuurlijk ook bij horen! Maar dat ik mag dus niet. Nu zit ik thuis, binnen. Tot ik het mag. STOP 9
2. Naar het andere plein Lief dagboek, Dat ik binnen moest blijven, was niet zo leuk. Ik ben gewoon een buitenkind. Binnen moet je zitten, hangen, liggen en veel stiller zijn dan buiten. Buiten kun je lekker gillen en rennen en springen. Dat is veel leuker! Maar daarom schrijf ik eigenlijk niet, lief dagboek. Ik heb bij het andere pleintje gespeeld! Niet stiekem, hoor. Ik bleef twee hele dagen binnen. Toen zei mijn moeder zuchtend: Ga maar. Ze zag dat ik weer van plan was binnen te blijven. Doe het maar een keer, zei ze, dan zul je zien Maar de rest van wat ze zei hoorde ik niet meer, want ik was toen al op dat plein. 10
Er waren een paar grote jongens. Ik liep naar de glijbaan. Een van de jongens liep er ook naartoe. Hij ging vlak voor mij de glijbaan op. Heel langzaam begon hij de trap op te klimmen. Hij trapte af en toe naar achteren. Toen hij boven was, gleed hij snel naar beneden. Maar hij bleef op het eind van de glijbaan zitten. Ik gleed tegen hem aan. Een paar jongens kwamen om mij heen staan. Wat doe je hier? Je hoort hier niet, ga weg, zei er een. Ik stond met bonkend hart op en ging weg. Naar mijn eigen speelplek. Ik slingerde lekker wild aan het klimrek, en ik zwaaide vrolijk naar mijn moeder. STOP 11
3. Portret van Roosmarijn Wie: Ik ben Roosmarijn. Wanneer: Op 19 april ben ik geboren. Waar: Dat gebeurde in Tilburg. Thuis: Papa, mama en mijn zusje Natalie. Huisdier: Mijn huisdier is een kat. Vrije tijd: Tv-kijken, tekenen en zingen. Lekker: Patat en kroket. Vies: Bonen. Vertel eens wat meer: Ik ben Roosmarijn. Mijn papa maakt mij vaak aan het lachen. Om heel stomme dingen. Dan zegt hij gewoon een raar woord en dat blijft hij herhalen, tot ik lach. Mijn zus Natalie kan heel goed tekenen. Nog beter dan ik. We maken vaak ruzie. Dat vindt mama niet leuk. Op zondag eten we altijd heel lang. Mijn oma komt dan vaak op bezoek. 12
Ze is heel lief. Heel vaak neemt ze wat voor mij mee. Voor mijn haar of voor mijn kamer. Ik wil graag een hond, maar dat mag niet. Onze kat heet Moor en ze is bang. Als we ook een hond hebben, dan zien we Moor nooit meer. In Tilburg is het heel leuk. Mijn school is ook gezellig. De juf speelt gitaar. Ze kan niet zingen. Nou ja, ze kan het wel, maar heel erg vals. Ik mag het vaak voordoen. Met kerst mocht ik ook zingen, in de grote zaal. Alle mensen gingen klappen. Mijn moeder huilde. Ze zei dat het kwam, omdat ze trots was. Ik blijf zingen. STOP 13
4. Portret van Evert Wie: Ik ben Evert. Wanneer: Ik ben op 2 november geboren. Waar: Ik woon in Amsterdam. Thuis: Vader, moeder, grote broer. Huisdier: Nee, ondanks veel zeuren niet gekregen. Vrije tijd: Vooral voetbal. Lekker: Friet en pasta. Vies: Verder alles. Vertel eens wat meer: Ik zit op voetbal. Niet op gewoon voetbal. Dat komt door mijn benen. Mijn benen zijn niet goed. Ik ben ermee geboren. Het komt door mijn heupen. Dus ik zit op G-voetbal. Zo heet dat. Dat is mijn eigen voetbal. We spelen zeven tegen zeven op een half veld. Jongens en meisjes bij elkaar. Dat is echt prachtig! We spelen elke maand uit en thuis. 14
Ons doel is lekker groot. We spelen een minuut of 25. Soms let de scheids niet zo goed op. Dan spelen we langer door. Na de wedstrijd mogen we op doel schieten. Dat is ons toetje! Ieder een strafschop, om de beurt. Ik schiet heel vaak in het doel. Ik praat niet graag over mijn benen. Over alles wat ik niet kan. Ik denk elke dag aan voetbal. Aan rennen achter de bal. Aan een doelpunt maken. Aan de wedstrijd die net was. Aan de wedstrijd die nog komt. Of ik kijk naar voetbal op tv. Er is elke dag wel een wedstrijd te zien. Heel soms gaan we naar een echte wedstrijd kijken. Hier in de buurt, in het echt. Dat is wel heel mooi. Mijn vader is er altijd als ik speel. Soms komt mijn broer mee. Voetbal is super! STOP 15
5. Portret van Freek-Jan Wie: Ik ben Freek-Jan. Wanneer: Op 30 juli ben ik geboren. Waar: Nu woon ik in Baambrugge. Thuis: Alleen met mama. Huisdier: Een rat, die heel leuk en lief is. Vrije tijd: Lachen, gieren, brullen. Lekker: Vlees! Vies: Vis! Vertel eens wat meer: Ik wil beroemd worden! Mensen aan het lachen maken. Mijn moeder lacht zich al rot om mij. Als we afwassen en er valt wat, dan verzin ik daar een grapje bij. Dan kunnen we lachen. Als iets misgaat, dan denk ik: dit is mijn kans! Soms regent het buiten, terwijl het lekker weer moet zijn. Dan vertel ik een heel verhaal over een warm land. Een keer deed ik dat zo goed, dat mijn moeder het warm kreeg! 16
Dat we samen zijn, zonder vader, is niet pijnlijk. Mijn moeder kan heel goed moeder en vader zijn. En door mij is ze altijd vrolijk. Als ik groot ben, wil ik op het toneel staan. Net als Freek de Jonge. Hij is heel bekend bij veel mensen. Ik heet Freek, dus dat schiet al op. Alle mensen lachen dan om mij. Ik krijg er heel veel geld voor. Mijn moeder en ik gaan dan leuke dingen doen. En we kopen alles wat we willen. Mijn oom zegt dat ik het goed kan. Ik heb leuke grappen en ik praat duidelijk. Hij ziet mij wel beroemd worden. Als hij bij ons is, dan lacht hij ook veel om mij. Ik wil dat alle mensen naar mij kijken en blij zijn. STOP 17
6. Smullen met Rik Riks hoekje over eten Rik vertelt ons hoe je een lekker hapje maakt. Rik zegt: Dit is een hapje met een sterretje. Fijn en simpel. Echt iets voor jou. Doe je schort om, ga de keuken in en begin meteen. Dit heb je nodig: - vijf appels - een paar scheppen suiker - kaneel - scheutje water Zo maak je het klaar: Je schilt de appels en snijdt ze in kleine stukjes. De stukjes gooi je in een pan. Je doet er een scheutje water bij. Dan zet je de pan op het vuur. Blijf erbij staan! Loop dus niet weg. Voeg de suiker toe. Daarna de kaneel. 18
Ruikt het al lekker? Laat alles een minuut of vier koken. Zet dan het vuur uit. Haal de pan van het gas. Stamp de appels fijn met een stamper. Je raadt het zeker al: we hebben appelmoes gemaakt. Je kunt het heel fijn stampen of juist niet. Proef maar, dan is je meteen duidelijk of het klaar is. Maar pas op, het is nog heet! Warm of koud smaakt dit lekker. Nodig een vriend of vriendin uit en geniet! STOP 19
Tijd voor vrije tijd! Slapen moet, naar school gaan moet. En vrij zijn, doen wat je wilt, dat moet ook. Dat staat zelfs in een afspraak tussen heel veel landen. Kinderen hebben recht op vrije tijd. Mireille Geus Tijd voor vrije tijd! estafette estafette In je vrije tijd, mag jij kiezen. Wat wil je doen? Een dier verzorgen? Naar voetbal gaan of zingen of op het toneel staan? Spelen met andere kinderen? Tekenen of wandelen of zwemmen? Er moet niks. Alles kan en mag! vrije tijd v r i j e ti j d Tijd voor vrije tijd! N AVIG ATO R Mireille Geus M4 M4