Sessie invulling afweegmatrix voor effecten weidevogels locatie Van der Valk Akersloot



Vergelijkbare documenten
Workshop resultaten Heemskerk d.d

PHS corridor Alkmaar Amsterdam Opstellen Sprinter materieel

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Corridor Amsterdam - Alkmaar

PHS corridor Alkmaar Amsterdam Opstellen Sprinter materieel

opstelterrein "Uitgeest e.o." - analyse water

PHS Amsterdam Alkmaar, Verslag Participatiebijeenkomst te Beverwijk over mogelijke locaties opstelterreinen Wijckerpoort en Scheg

Quick scan ecologie Grote Sloot te Burgerbrug

Verkenning routewijziging rond Wezep

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) Corridor Amsterdam - Alkmaar

Memo. Variant 1C Deze variant ligt aan de noordzijde van de spoorbaan, in aansluiting op het station en de bebouwingsrand van Uitgeest.

Ecologische beoordeling opstelterrein Uitgeest

Windenergie Lage Weide.

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Opening. Welkom door wethouder Tjeerd Herrema. Toelichting agenda van de avond door avondvoorzitter Alphons Rommelse

Woningbouw Schagerbrug en weidevogelleefgebied. Mogelijke verstoring. Natuurbeleven bv Dr. M. Kuiper Oostermeerkade TV Amstelveen

Provinciaal weidevogelonderzoek in de regio Amstel-, Gooi- en Vechtstreek Uit het Jaarboek Weidevogels 2007

Utrecht brengt geluid in kaart

Buitenschoolse opvang aan de Van Ruysdaellaan 97. Memorandum

Informatiedocument. Locatiekeuze Opstelterrein Sprinters met eindstation Uitgeest

Inventarisatie van locaties voor grootschalige zonne-energiesystemen

Op weg naar besluitvorming over de verkenning aanlanding netten op zee 2030

ffi SrnTEN '?",iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten

Ecologische effecten van de Hanzelijn op Vogelrichtlijngebieden. Aanvullende rapportage Drontermeer. Alterra-rapport 176b 1

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. ruimtelijke aspecten

Windenergieopgave in 2020

Hoofdlijnen aanpak Beter Bereikbaar Gouwe - fase 2. Juli 2019

Het verslag van de bijeenkomst van 13 april wordt op een enkel punt aangepast en direct vastgesteld. Ook dit verslag kan rondgestuurd worden.

N279 Veghel-Asten 11 juni 2018 Bijeenkomst 4 werkateliers: terugkoppeling en vooruitkijken

30 januari e bijeenkomst klankbordgroep

Participatietraject PHS-opstelterrein Uitgeest e.o., Workshops 28 januari 2014: Landschappelijke Inpassing en Weidevogels.

SurroundConsult. EU-richtlijn omgevingslawaai Geluidskaarten gemeente Breda

Stichting Hoevelaken Bereikbaar & Leefbaar

ons kenmerk 14UIT00522 doorkiesnummer fase PHS Goederenroutering Oost Nederland en de Reactienota MER 1 ste

Bewonersavond Windenergie Korendijk. John Ebbelaar (Tauw) Bob Schulte (Ecofys)

: Nieuw belastingstelsel

bestemmingsplan partiële herziening Vereenigde Binnenpolder 2005 geluidzone industrie Toelichting

TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN

Aanvraagformulier ontheffing stiltegebieden Provinciale milieuverordening Noord-Holland (hoofdstuk 4 stiltegebieden)

Natuurtoets. 1. Wet- en regelgeving. Permanente openstelling A12 Woerden Gouda

A28 Hoevelaken - Holkerveen

Memo. Concept

Aanpassingen vergaderstructuur. Voorstel. Inleiding. Toelichting vergaderstructuur

gis INperspectief thema aan de Slag IEdErEEN MET meer duurzaamheid in Nederland GIS geeft windenergie De hele stad op je bureau duurzaamheid

Verslag. van Sjoerd Haitsma onderwerp Omgevingswerkgroep Arcen 2018-Z4700 datum 5 maart 2018 plaats zaaknr. documentnr.

Houtskoolschets Windstreek 2011

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl)

TOELICHTING op het Besluitformulier - Voorstel met registratienummer 2015/2302.

Planstudie Knooppunt Hoevelaken als test case voor SWUNG 1

A73 en geluid. Geluidsoverlast A73 rond Nijmegen Dukenburg en Hatertse en Overasseltse Vennen

Vooraf We maken kennis met (nieuw klankbordgroeplid) Frans Spoor, en de heer De Kort.

Plan van aanpak aanvulling Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland in verband met aansluiting gemeenten in de Rijnstreek

Geluidsschermen railverkeer Wierden

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe

Beantwoording technische vragen van dhr. Lathouwers (SP) over het bestemmingsplan Weginfrastructuur omgeving Eindhoven-Noordwest, Oirschot en Best.

Informatieavond vervolg Concept-Havenstrategie. 6 november 2013

Niet toestaan, voorwaarden

Zoeken naar nieuwe woon- en werklocaties

Overleg Klankbordgroep Windenergie Korendijk. Reinder Siebinga

Notitie Weidevogels Noord-Holland, 20 mei 2010

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan "Op den Bosch 3, Maashees". Nummer: de Raad van de gemeente Boxmeer

Belevingsonderzoek hinder en slaapverstoring Schiphol

Planstudie A27/A1. Informatieavonden in: Hollandsche Rading (26 april 2010) Groenekan (27 april 2010) Maartensdijk (15 juni 2010)

Formdesk Response Verzonden: donderdag 22juni :06 Aan: Post Onderwerp:

Startbijeenkomst Klankbordgroep 21 november

Concept Notulen Vergadering van het Interim Bestuur, Dorpsvereniging Groote Keeten

Formulier ten behoeve van het indienen van schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Delfland

Verslag 2e werkgroep rondweg Bedum 13 maart 2014

Effecten provinciale ruimtelijke structuurvisie op natuur Provincie Utrecht

Akoestisch onderzoek 1 extra woning Landsweg deelgebied 2 te Brielle Geluidsrapport ten behoeve van vaststellen hogere waarde in het kader van de Wet

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K.van Viegen (PVDD) (d.d.15 januari 2013) Nummer Onderwerp Natuurcompensatie

Op de agenda worden de volgende agendapunten toegevoegd: - Besluitenlijst en actiepuntenlijst. CB

Nota zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan Doorgaande fietsverbinding Castricum Akersloot fase 2

Vragen en antwoorden openbare zitting ontwerpbeschikking emplacement Born 16 januari 2012

Toelichting nieuwe geluidwetgeving: SWUNG-1 Samenvatting informatieavond 10 november 2011 Rijkswaterstaat november 2011

Provinciale Staten van Noord-Holland

N346 Schakel Achterhoek A1 Rondweg Lochem

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

Projectnummer: D Opgesteld door: Vincent den Ouden. Ons kenmerk: MB _vA.3. Kopieën aan: ARCADIS

Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Spoorverbetering Arnhem - Winterswijk Technische briefing 23 mei 2018

Quick scan ecologie Stroet te Sint Maarten

Vleermuisonderzoek Zwanenburg

Programma Regionaal Platform 20 april 2016 Locatie: Van der Valk Hotel, Aalsterweg 322 te Eindhoven

Eindrapport TOETSING NATUURONTWIKKELING TEN NOORDEN VAN DE N201 AAN HET PROVINCIAAL NATUURBELEID

maart H.A. Doelman-van Geest, P. Maas, J.P. de Wit Tympaan Instituut

O P E N B A A R. Advies:

Akoestische analyse railverkeerslawaai 'Groes II'

Vakantiepark en Recreatieve Poort Herperduin

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Meteren - Boxtel

Nota van Antwoord. Antwoorden op de inspraak op het. Voornemen om een milieueffectrapport (MER) op te stellen. Verbreding A58 St. Annabosch - Galder

Herinrichting Bemmelse Waard

Visie Spoorgeluidmaatregelen Arnhem. Presentatie Bewonersavond Zuidzijde Spoor Gemeente Arnhem, 7 november 2018

Raadsvergadering. Onderwerp Verordening Commissie voor de Bezwaarschriften gemeente Bunnik 2014

Detacheringen & Jobcoaching Productie & Diensten Kwekerij & Groenvoorziening Jobhouse

Toelichting bij Uitbreiding gebiedsaanvraag Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb)

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 15 februari 10 mei 6 juli 2017

Reactieformulier Aanbiedingsontwerp Combinatie A1/A28

Verslag vergadering Sportraad 21 januari 2019 Locatie: Vredehoflaan 950, Vlissingen

Transcriptie:

Notulen Onderwerp Sessie invulling afweegmatrix voor effecten weidevogels locatie Van der Valk Akersloot Datum 2 oktober 2014 Eigenaar Radboud van Casteren Status Concept Kenmerk P919042 Aanwezig Eric Westerhuis, Niels Spinhoven, Radboud van Casteren (ProRail), Ron van der Hut (bureau Altenburg & Wymenga), Jan de Ruijter en Rienk Slings (St. De Hooge Weide), Egbert van Diepen en Adrie Lute (st. Alkmaardermeeromgeving e.o.), Henk Vaessen en Cees de Vries (Vogelwerkgroep Midden- Kennemerland) Afwezig R. Wiersma (provincie Noord-Holland) en Onno Steendam (Landschap Noord- Holland), beiden met kennisgeving Deze sessie is georganiseerd naar aanleiding van de participatieworkshop die ProRail op 11 september heeft georganiseerd. Tijdens deze workshop hebben de heren Vaessen en Slings kritiek geleverd op het weidevogelonderzoek van A&W en op de wijze waarop de verschillende alternatieven worden beoordeeld op weidevogels. De kritiek was, samengevat: Het onderzoek dat naar weidevogels is gedaan geeft een onvolledig beeld van deze aantasting omdat oude telgegevens zijn gebruikt en omdat er geen rekening wordt gehouden met toekomstige ontwikkelingen en ambities, waaronder de toekomstige toekenning van de status weidevogelkerngebied door de provincie. De scoring van de alternatieven in het afweegkader kan met dit onderzoeksrapport niet juist worden gedaan. Het doel van deze sessie is om gezamenlijk te bepalen hoe de ontbrekende informatie kan worden aangevuld en hoe het afweegkader moet worden gevuld om wel recht te doen aan de feiten. Niels Spinhoven opent de vergadering en stelt met de aanwezigen de agenda vast. De werksessie begint met een presentatie van bureau A&W over het rapport Ecologische beoordeling opstelterrein Uitgeest: effect op weidevogels. Daarna kunnen vragen worden gesteld en opmerkingen worden gemaakt. We besluiten de sessie met het invullen van de afweegmatrix voor de aspecten die relevant zijn voor het aspect weidevogels. In de sessie op 11 september jl. is ProRail opgeroepen om de provincie bij dit onderwerp te betrekken. ProRail heeft provincie Noord-Holland is bij deze sessie uitgenodigd vanuit haar rol als beleidsmaker op gebied van weidevogelbescherming. Helaas was de provincie niet in de gelegenheid om deel te nemen. Eric Westerhuis laat weten nog telefonisch overleg met mevrouw Wiersma van de provincie te voeren naar aanleiding van de sessie. De presentatie van A&W zal aan de aanwezigen beschikbaar worden gesteld (actie ProRail). Opmerkingen/vragen bij presentatie rapport: Dhr de Ruijter: Het beleid van de weidevogelleefgebieden wordt vanaf 2015 anders ( meer doen in minder gebieden ). In de Castricummerpolder komt een gruttokerngebied, is deze nieuwe

regelgeving wel meegenomen? Antw: In dit rapport nog niet, maar we zullen in een later stadium als de locatiekeuze is gevallen, wel rekening houden met dit nieuwe provinciale beleid. Het effect van geluid is duidelijk te zien in de tabel op sheet5, is daarin ook het visuele aspect meegenomen? Antw: ja, dat heeft ook een effect, en is terug te zien in de bandbreedte van de immissie hoger dan 45 db(a). Je weet immers niet of de vogels verjaagd worden door het geluid, de zichtbaarheid van de treinen of beiden. Welk geluid heeft gediend voor het onderzoek, voorbijrijdende treinen of het opstelterrein an sich? Antw.: In het rapport is de toekomstige ontwikkeling van het gecumuleerde geluid uit verschillende bronnen meegenomen. De provinciale weg, vliegverkeer, doorgaand spoorverkeer en het opstelterrein dragen allen bij aan het geluidsniveau. De bijdrage van doorgaand treinverkeer aan de toename van het geluid in het onderzochte gebied is aanzienlijk groter dan de bijdrage van het opstelterrein. Het rapport van A&W laat dit laat zien met tekeningen met geluidscontouren. Is de overlast overdag ook meegenomen? Antw.: Dat is voor wat betreft geluid door M+P in het geluidsrapport wel meegenomen, maar dan verdisconteerd in 24 uurs gemiddelden. Dus piekgeluiden (harde geluiden voor een korte periode) zijn niet meegenomen? En hoeveel db kan dat zijn? Is een booggeluid harder dan een voorbijrijdende trein? Antw: piekgeluiden zijn ook meegenomen in het gemiddelde. ProRail zegt toe om M+P te vragen om inzicht te geven in het geluidsniveau van een voorbijrijdende trein ten opzichte van een piekgeluid op een opstelterrein, bijvoorbeeld booglawaai. Deze informatie zal aan A&W worden verstrekt (actie ProRail). Eric Westerhuis benadrukt dat het in deze studie naar een alternatievenkeuze ook vooral gaat om zaken in beeld te brengen die het onderscheid tussen de alternatieven goed zichtbaar te maken. In deze fase wordt niet in detail gekeken naar hoeveel geluid er geproduceerd wordt. Dit detailniveau zal in een volgende fase wel worden gezocht, als de keuze voor een locatie is gemaakt. Dhr. de Ruijter: Als ik het goed zie zorgen de opstelterreinen net voor een verschuiving van de contouren zodat het weidevogelgebied juist nog geraakt wordt? Antw: De verschuiving van de contouren als gevolg van het opstelterrein is uiterst gering, op sommige punten zullen de gebieden ook al geraakt worden door de verschuiving van de contouren als gevolg van de toename van het geluid van het doorgaand treinverkeer. Dhr. Lute: Zorgt een geluidsscherm ook voor reflectie van het geluid naar de andere kant en komen er uiteindelijk wel de schermen die berekend zijn? Antw: Sommige geluidsschermen reflecteren en andere absorberen geluid. Naast snelwegen worden vaak reflecterende schermen toegepast. Voor spoor gaan we uit van absorberende schermen, die het geluid zoveel mogelijk dempen en niet terugkaatsen. Dhr. Slings: vogels die niet in het optimaal ingerichte weidegebied terecht kunnen, verspreiden zich noodgedwongen over omliggende gronden richting het spoor. Daar zijn geen gegevens van. De Hooge Weide heeft ook geen telgegevens hiervan. Dit lijkt een hiaat in de inventarisatie. Antw: Niels Spinhoven reageert op de opmerking over de telgegevens. In een bijeenkomst in januari 2014 is dit punt inderdaad aangegeven door dhr. Slings. Toen was echter de planning dat er medio 2014 een locatiekeuze gemaakt zou worden. Op dat moment was er geen tijd meer voor een aanvullende telling in het zomerseizoen. ProRail nodigt de aanwezigen om hun gezamenlijke 2/5

kennis en informatie in te brengen om toch te komen tot een zo juist mogelijk beeld geeft van de actuele stand van zaken en ontwikkelingen in het gebied. Overigens is een actuele telling wel noodzakelijk als we eenmaal een locatiekeuze hebben gemaakt. Echter, de afweging voor de keuze van een alternatief zal gebeuren op basis van gegevens uit 2006/2009 en op basis van de input die we aanvullend ontvangen. We spreken af dat in het rapport van A&W in beoordelingstabel op een gepaste wijze een plek zal worden gegeven aan de ontwikkelingen die sinds 2009 in het gebied hebben geplaatsgevonden. We spreken met elkaar af dat Ron van der Hut namens ProRail en Rienk Slings namens de aanwezige belanghebbenden informatie uitwisselen om deze in het rapport te kunnen verwerken. Ron komt met een voorstel en zal de vraag aan dhr. Slings formulieren. Eric Westerhuis blijft vanuit vanuit ProRail betrokken bij deze uitwisseling. Actie: ProRail/A&W en Rienk Slings. Zijn er verschillen in effecten van overlast tussen verschillende soorten? Antw: Ja, juist als het geluid zich op de dezelfde frequentie begeeft als de balts- of contactroep van de betreffende vogel, is er meer sprake van verjaging. Vogels hebben dan meer last van het geluid omdat ze zichzelf niet meer kunnen laten horen (dit effect heet maskering). Is de soort Zomertaling meegenomen in het rapport? Want die zit wel in het gebied. Antw: Nee, de zomertaling is niet meegenomen in dit rapport. Dhr Van der Hut en dhr Slings zullen in overleg een lijst met meer gevoelige soorten maken, waarna het rapport hierop aangevuld zal worden Kan het zijn dat voor de zomertaling, de contouren wel meer wijzigen als gevolg van het opstelterrein? Later heeft Ron van de Hut hierop geantwoord: De geluidscontouren wijzigen niet voor de Zomertaling, omdat er geen gegevens zijn die er op wijzen dat de drempelwaarde voor geluidsbelasting bij de Zomertaling lager liggen. Voor de Veldleeuwerik is wel een lagere drempelwaarde vastgesteld: 42 d(ba). Geluidseffecten van het opstelterrein zijn echter veel kleiner dan die van zichthinder en zichtbare menselijke activiteiten. Voor de Zomertaling wordt een opvliegafstand van 120 m in de literatuur genoemd. Voor weidevogels heeft Ron van de Hut nog geen grotere opvliegafstand dan 200 m kunnen vinden, maar hij zoekt dit uit. Effect van lichtoverlast: Hierbij blijkt dat er een effect is tot zo n 50 tot 200 meter. Verder weg is de lichtbron nog wel zichtbaar, maar werpt deze nagenoeg geen licht meer op de grond. Het lichtontwerp van het opstelterrein is inmiddels aangepast, met lagere lichtmasten van 5,5 meter waardoor het effect van lichtverstoring beperkt blijft tot maximaal 50 meter vanaf het terrein. Voor wat betreft visuele verstoring als gevolg van het opstelterrein geldt ook een contour van 50 tot 200 meter. Rienk Slings stelt dat de effecten van de verschillende alternatieven op weidevogels die naar verwachting zullen optreden totaal anders kunnen zijn dan op grond van het geraakte weidevogelleefgebied (cfm. huidige provinciale beleid), verondersteld mag worden. De N203 raakt het grootste oppervlak weidevogelbeschermingsgebied. De effecten als het terrein daar komt zijn naar verwachting erg gering. Ook op de Driehoek vallen de effecten erg mee. De reden hiervoor is dat het beleid dat hier gevoerd is afgelopen jaren (agrarisch natuurbeheer) onvoldoende effectief is gebleken. De provincie gaat beleidsmatig en financieel inzetten op het versterken van wel succesvolle structuren. Het aanwijzen van weidevogelkerngebied is onderdeel van dat nieuwe beleid. Om een juiste afweging te maken zal dus ook naar het potentieel van het gebied en naar toekomstig beleid en regelgeving gekeken moeten worden. Het gebied waar alternatief N203 ligt, zal naar verwachting niet worden aangewezen als weidevogelkerngebied (WVKG). 3/5

De overheid en particuliere stichtingen (zoals De Hooge Weide) hebben afgelopen jaren flinke investeringen aan grondaankopen en gebiedsinrichting gedaan in het gebied met als doel om de het geschikter te maken voor weidevogels. Gronden van Stichting de Hooge Weide zijn intussen EHS-gebied geworden. Met de aanwijzing van de gronden als WVKG wordt de kans op succes groter. De nieuwe WVKG ontstaan meestal rondom bestaande gebieden om deze te vergroten en te verbinden. Deze gebieden zijn bedoeld om het agrarisch natuurbeleid meer succesvol te maken en zullen er ook meer komen in Uitgeest dan in Castricum. De precieze WVKG s zijn echter nog niet vastgelegd. ProRail stelt de vraag of het ondanks het ontbreken van actuele gebiedsdekkende telgegevens mogelijk om een goede afweging te maken in de afweegmatrix? De aanwezigen zijn het erover eens dat dat het geval is, mits er na de keuze wel een vervolgonderzoek komt. Om een afweging te maken zijn de huidige gegevens (rapport en geleverde kennis door de aanwezigen) voldoende. ProRail is ook nu vooral op zoek naar een goede afweging en is bereid om daarvoor ook de potentie van het gebied en het toekomstig beleid (toekomstvastheid) mee te nemen in het afweegkader. De aanwezigen geven aan dat het wel goed afgestemd moet worden met de Provincie, naar verwachting worden de WVKG in 2016 vastgesteld. Eric Westerhuis bevestigt dat deze afstemming wordt gezocht en dat ProRail inmiddels beschikt over stukken waarin het nieuwe beleid is beschreven. De Provincie is overigens ook onderdeel van het Bestuurlijk Overleg in januari waarin de Staatssecretaris de regio zal vragen om een advies voor een locatiekeuze. In het door ProRail op te stellen informatiedocument zal alle verzamelde beslisinformatie meegenomen worden. Volgens aanwezigen is 10 jaar geleden onderzocht of er weidevogels zitten langs de spoorlijn Uitgeest - Beverwijk. De alternatieven in Beverwijk (opstellocaties) zelf zullen voor weidevogels naar verwachting niet interessant zijn. A&W zal de tabel in zijn rapport aanpassen aan nieuwe WVKG en een extra kolom toevoegen met de totaal score inclusief nieuwe gebieden (Actie A&W). Afweegmatrix Gezamenlijk wordt de afweegmatrix bekeken. We besluiten om onder onderdeel 21 Natuur een aparte categorie weidevogels te maken (21 c). De scoring van de alternatieven zal gebeuren op de volgende vastgestelde criteria: Ruimtebeslag weidevogelleefgebied huidig Ruimtebeslag weidevogelkerngebied toekomstig Verstoringseffect Bedreiging op de potentie Desinvestering Het ruimtebeslag van beschermde gebieden kan gekwantificeerd worden, zodat een eerlijke vergelijking mogelijk is. Deze twee criteria moeten worden gescoord door berekening. De aanwezigen komen voor de laatste drie criteria tot een gezamenlijke score van - - tot + + voor de alternatieven. Deze zijn opgenomen in een nieuwe versie van de afweegmatrix. De matrix zoals deze is ingevuld zal als bijlage bij dit verslag worden meegestuurd. ProRail zal nagaan of de wijze van scoren goed is gegaan; er ontstaat tegen het einde wat twijfel over. We spreken met elkaar af dat de uiteindelijke ingevulde afwegingsmatrix op het aspect weidevogels zal worden afgestemd met Rienk Slings voor deze in het informatiedocument wordt opgenomen. 4/5

ProRail dankt alle aanwezigen voor hun inbreng en discussie en zegt toe dat het verslag binnen een week beschikbaar zal zijn. 5/5