Stand van zaken Olympische Hoofdstructuur (OHS) Olympisch Plan 2028 19 oktober 2011 Ruimtelijke ambitie OP 2028 Binnen de ruimtelijke ambitie van het Olympisch Plan lopen momenteel 4 verschillende trajecten: Sportlandkaart: verkenning van de ruimtelijke inrichting van grootschalige en bovenregionale sportaccommodaties (trekker NOC*NSF) Olympische Hoofdstructuur: ruimtelijk plan waarin wordt verkend waar de Olympische spelen het beste kunnen plaatsvinden (trekker ministerie lenm) Verkenning maatschappelijke kosten en baten (VMKB): verkennen wat de maatschappelijke kosten en baten van de aanloop naar en de organisatie van de Olympische Spelen in Nederland zijn (trekker ministerie VWS). Keuze stad: bepalen welke stad het meest geschikt is als potentiële (naamgevende) kandidaatstad (Alliantie Olympisch Vuur). Stand van zaken Olympische Hoofdstructuur Achtergrond "Nederiand is in 2028 een duurzaam en aantrekkelijk land voor bezoekers, met een prettig leefklimaat voor inwoners, een goede bereikbaarheid en een gunstig vestigingsklimaat voor bedrijven". Dat is een ambitie zoals verwoord in het kabinetsstandpunt "uitblinken op alle niveaus". Hierin heeft het vorige kabinet ambities geformuleerd met betrekking tot de kansen - van gezondheid tot ruimtelijke ordening en van sport tot innovatie die het Olympisch Plan 2028 biedt voor Nederland. De organisatie voor de Olympische en Paralympische Spelen in de zomer van 2028, gesteund door het huidige kabinet in het regeerakkoord, vormt daarbij een wenkend perspectief. Het opstellen van de Olympische Hoofdstructuur (OHS) is, mede op verzoek van de Tweede Kamer, door de minister van Infrastructuur en Milieu opgepakt om bovenstaande ambities te concretiseren. De Olympische Hoofdstructuur is het netwerk van ruimtelijke voorzieningen en ontwikkelingen dat nodig is om het Olympisch Plan te realiseren. De Olympische Hoofdstructuur moet niet alleen de Olympische Spelen mogelijk maken, maar tegelijkertijd zorgen voor een ruimtelijke legacy ("nalatenschap"). Het Rijk wil de Olympische Spelen mogelijk te maken met een maximaal blijvend resultaat voor heel Nederland. Dit betekent dat investeringen ten behoeve van de Olympische Spelen zoveel mogelijk moeten bijdragen aan de concurrentiekracht van Nederland als geheel en dat investeringen voor de Olympische Spelen zoveel mogelijk 'no regret' zijn. Er wordt daarom zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij bestaande plannen, projecten en beleidsdoelen van het Rijk, andere overheden en het bedrijfsleven. Het doel van de ontwikkeling van de OHS is dan ook drieledig: 1) Het scherper in beeld brengen van de ruimtelijk legacy van de Spelen, cq het streven om de Spelen binnen te halen. Dit betekent het koppelen van het Olympisch programma en de benodigde voorzieningen aan concrete infrastructurele en ruimtelijke opgaven op het gebied van verstedelijking, vestigingsklimaat, bereikbaarheid, en water en groen en het inzichtelijk maken hoe de Olympische ambitie benut kan worden als katalysator voor die opgaven.
2) Het bepalen van het ruimtelijk zwaartepunt van de Spelen; de regio waarbinnen het hoofdprogramma het beste kan plaatsvinden. Tevens wordt de samenhang met heel Nederiand meegenomen. Spreiding van het programma is noodzakelijk voor bestuuriijk en maatschappelijk draagvlak en voor het Olympisch niveau van heel Nederiand. 3) Het inzichtelijk maken van consequenties voor beleid en keuzes in projecten;"no regret maatregelen". OHS en "big 5" Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft het initiatief in de ontwikkeling van de Olympische Hoofdstructuur (OHS). In de ontwerp Rijksstructuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is een procestekst over de OHS opgenomen: naar een Olympische Hoofdstructuur. In 2008 is uit de verkenning naar de haalbaarheid van het organiseren van de Olympische Spelen gebleken dat het mogelijk is de Spelen in Nederiand te organiseren. De Spelen zijn echter te groot voor één stad. Tevens blijkt dat, gelet op de dooriooptijd van ruimtelijke investeringen, al op korte termijn keuzes gemaakt moeten worden. Hierbij zal niet alleen de overheid moeten investeren, ook de private sector zal mee moeten willen doen. Het zwaartepunt van het programma (de zogenaamde 'big five'; Olympisch stadion, basketbalstadion, Olympisch zwembad. Olympisch dorp met 3.000 woningen en perscentrum) zal liggen in die stad/stedelijke regio. Amsterdam en Rotterdam hebben beiden aangegeven voor het organiseren van de Spelen in aanmerking te willen komen. Echter, aan de Spelen is altijd de naam van 1 stad verbonden. Het Olympisch Plan beslaat heel Nederiand en heeft in Nederiand draagvlak nodig: Het zwaartepunt van het programma ("big 5") zal in de Randstad liggen. Regio Amsterdam of Rotterdam. 70% (indicatief) van het resterende sportprogramma ligt binnen 1 uur reizen van het Olympisch Dorp. 30% (indicatief) van het resterende sportprogramma is in heel Nederiand. Een spreiding over heel Nederiand voor bijvoorbeeld hotelcapaciteit, oefenlocaties etc. In de ontwerp structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is de spreiding met de volgende kaart gevisualiseerd:
s zwaartepunt Olympische Hoofdstructuur Olymplsctie Hoofdstructuur (txg five: dyinpisdi Sudton. Bisketbiistadion. Otympisd) Zwembad, dynipisch Dorp en Pcrscenmjm) Nederland op Olympisch Niveau 4^ kwartaal 2011: bespreking in ministerraad en Kamer De combinatie van de loc-criteria, het benutten van de bestaande ontwikkelingen en het doel er zoveel mogelijk uit te halen (legacy) heeft in de OHS studie 3 fase vijf varianten opgeleverd voor het zwaartepunt met de big 5. Twee met een focus op Amsterdam, twee met een focus op Rotterdam en één variant waarbij het zwaartepunt van de Spelen wordt gespreid over de Randstad: Rotterdam: focus van de big 5 in Stadshavens, Zuid, Kuip. Rotterdam - Den Haag: verdeling van de big 5 over Rotterdam, Delft en Den Haag Amsterdam: concentratie van de big 5 op de as Zuidas - IJburg 2^ fase Amsterdam: concentratie van de big 5 op de as Coentunnel - Zaan- IJ oevers Randstad: spreiding van de big 5 over Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag. Geconcludeerd is dat diverse ruimtelijke varianten mogelijk zijn, maar dat er verschillen zijn qua kosten en imago van de gebieden. De inhoudelijke en financiële resultaten van deze studie zijn verwerkt in een publicatie (Olympische Hoofdstructuur: alternatieven en hun implicaties, DHV/ Must). Hiernaast is een eerste verkenning gedaan van de maatschappelijk-economische waarde van de organisatie van de spelen van 2028 voor Nederland (Verkenning Kosten en Baten van Olympische en Paralympische Spelen 2028 in Nederiand, Rebel).
Deze beide stukken zijn opgesteld onder regie van het rijk (respectievelijk ministerie van lenm en VWS) en zijn tot op heden strikt vertrouwelijk tot en met bespreking in de ministerraad, waarna de stukken openbaar worden^ en ter bespreking / besluitvorming naar de Kamer gaan. Geplande data: 11 november 2011 bespreking in de ministerraad, 14 november 2011 bespreking in de Kamer. Naast de rapportages wordt tevens het vervolgtraject besproken. Vanuit lenm wordt voorgesteld om een MIRT onderzoek te starten. Doel van het MIRT onderzoek is het faciliteren van een inhoudelijk en bestuuriijk proces om te komen tot de keuze voor en potentiële kandidaat-stad voor de Olympische en Paralympische Spelen van 2028. Daarbij wordt gekeken naar draagvlak, financiële risico's (o.a. de relatie benodigde investeringen en financiële planning in het MIRT) en de grootste meerwaarde (o.a. in relatie tot stimulering van gebiedsontwikkelingen en effecten van de keuze stad op ruimtelijke en infrastructurele ontwikkeling) Het ministerie van lenm wil het Plan van Aanpak in het BO MIRT najaar 2011 vast laten stellen. Afronding van de eerste fase van het MIRT-onderzoek vindt plaats uiteriijk 1 mei 2012. Dit sluit aan bij het streven om in de tweede helft van april 2012 en vergadering van de Council te beleggen, waarin de keuze stad op de agenda staat. Opdrachtgevers van het MIRTonderzoek zijn het primair Amsterdam en Rotterdam. VWS en het ministerie van lenm van medeopdrachtgever. In de Council Olympisch Vuur is afgesproken toe te werken naar een keuze voor een (potentiële) kandidaat cq. naamgevende stad vóór de Spelen van London 2012. De steden hebben aangegeven dat dit wenselijk is omdat voor een evenement als de Olympische Spelen tijdige voorbereiding nodig is, NOC*NSF zal een potentiële kandidaat-stad uiteindelijk voordragen aan het IOC. De keuze van de stad is daarmee een gezamenlijke keuze van de sportsector. Rijk, lokale overheden en de sociale partners binnen de Alliantie Olympisch Vuur. Belang OHS voor de provincie Zuid-Holland Ruimte en regionale economie zijn core business van de provincie. Hierdoor zal de provincie altijd moeten participeren in de OHS en het Olympisch Plan. De OHS heeft ook effecten op het regionaal mobiliteitssysteem, waaronder de provinciale wegen. Tijdige betrokkenheid in het planproces is ook daarvoor wenselijk. Het proces van het Olympisch Plan maakt innovatieve en creatieve krachten in de samenleving los. Het Olympisch Plan sluit aan bij het verbinden van netwerken (versterken van infrastructuur, water, landschappelijke structuur) en biedt economische kansen (promotie, aantrekken bedrijven en toeristen). Kandidaatstelling voor Olympische Spelen kan als versneller dienen voor investeringsbeslissingen van bestaande programma's en projecten en als gezamenlijke drive voor verschillende partijen: de spelen als katalysator. De Spelen kunnen dienen als hefboom om investeringen te mobiliseren die de verwezenlijking van ambities dichterbij brengen. NB: tijdens de ateliers OHS in het 1^ en 2 kwartaal van 2011 is de provincie betrokken. De varianten die toen verkend zijn, sloten aan bij de lopende projecten met een gedragen belang uit de PSV en de projecten uit de Gebiedsagenda Zuidvleugel/Zuid-Holland. Het bereikbaarheidspakket Zuidvleugel en de afspraken die gemaakt zijn in het BO MIRT zijn tevens vertrekpunt. Aandachtspunt in de VMKB is bijvoorbeeld welke infrastructuur wordt gerekend als O-alternatief (autonome situatie, 2028 aanwezig, besluiten genomen en financiering geregeld) en welke infrastructuur additioneel is voor de spelen (categorie tijdelijk, categorie structureel die ook nuttig is voor de autonome ontwikkeling). Indien er bijzonderheden blijken uit de te publiceren rapportages, zal de portefeuillehouder/gs hier na openbaar making van de rapporten over worden geïnformeerd.
1 stad is te klein om de spelen te organiseren. Daarnaast is er, naast de big 5, een aanzienlijk aanbod nodig van andere faciliteiten, zoals: sportfaciliteiten, oefenlocaties, hotels, congresinfrastructuur, toeristische attracties en dagprogramma's, programma's voor bezoekende bedrijven etc. Ofde kandidaat-stad nu Amsterdam of Rotterdam wordt, de Olympische Spelen vinden altijd plaats in Zuid-Holland. De Olympische Spelen kunnen worden gebruikt om alleriei vormen van (ruimtelijk)beleid te richten, te kanaliseren en hierin te prioriteren. De OHS projecten leiden mogelijk tot opname van projecten in het MIRT. Betrokkenheid van de provincies daarbij is belangrijk. Bijvoorbeeld: er spelen discussies welke kosten al dan niet aan de Olympische Spelen toegerekend kunnen worden. Indien er een keuze wordt gemaakt voor het zwaartepunt van de Spelen (Amsterdam of Rotterdam), betekent dit dat een aantal infrastructurele investeringen tijdig gerealiseerd zal moeten zijn, wat een aantal projecten kan versnellen maar ook ten koste kan gaan van andere infrastructurele projecten in Zuid-Holland. De uitkomsten van de OHS worden vertaald naar het provinciale omgevingsbeleid. De provincie benoemt en bewaakt de (ruimtelijke) voorwaarden ten aanzien van de ruimtelijke en de (regionale) infrastructurele voorzieningen. Aandachtspunt Gedurende het proces van de OHS is er enorm gefocust op de BIG 5, ofwel in plaatsing van de 5 grote ruimtelijke opgaven bij de organisatie van de Spelen. Het grotere verband lijkt uit het oog verloren. Het is noodzakelijk dat de OHS gedetailleerder wordt uitgewerkt. Naast de "big 5" gaat het dan ook om de vele andere wedstrijdaccommodaties, trainingsfaciliteiten, hotels, fanzones voor toeristen en bezoekers etc. over heel Nederland. Voor draagvlak is het van belang dat het Olympisch Plan 2028 van "heel Nederland" wordt.