ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT ACADEMIEJAAR

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT ACADEMIEJAAR 2010-2011 1

Inhoud OPDRACHTVERKLARING... 9 TITEL I: BEGRIPPENLIJST... 10 TITEL II: ONDERWIJSREGLEMENT... 20 Toepassingsgebied... 20 Afdeling 1 Soorten inschrijvingen... 20 1.1 Diplomacontract, creditcontract en examencontract... 20 1.1.1 Keuzemogelijkheden... 20 1.1.2 Diplomacontract... 21 1.1.3 Creditcontract... 21 1.1.4 Examencontract... 21 1.1.5 Combineerbaarheid van contracten... 22 1.1.5.1 Combinatiemogelijkheden... 22 1.1.5.2 Combinatie leidt niet tot bijkomende examenkansen... 23 1.2 Standaardtrajecten - Flexibele trajecten - Geïndividualiseerde trajecten... 23 1.2.1 Standaardtrajecten... 23 1.2.2 Flexibele trajecten... 23 1.2.3 Geïndividualiseerde trajecten... 23 1.3 Wijziging van studiecontract... 23 1.3.1 Wijzigingen op verzoek van de student... 23 1.3.1.1 Wijzigingen van soort contract... 23 1.3.1.2 Wijzigingen van de contractinhoud... 24 1.3.1.3 Wijziging van opleiding... 25 1.3.2 Wijzigingen in het opleidingsaanbod door de HUB... 26 1.4 Uitschrijven... 26 Afdeling 2 Inschrijvingsregels en studiegelden... 28 2.1 Inschrijvingsregels... 28 2.1.1 Inschrijven is een overeenkomst tot stand brengen... 28 2.1.2 Duur van de overeenkomst... 28 2.1.3 Ogenblik van (her)inschrijven... 28 2.1.4 Specifiek vereiste toelating voor inschrijving... 28 2.2 Leerkrediet... 29 2.3 Studiegeld... 30 2.3.1 Studiegeld voor diplomacontracten, creditcontracten en examencontracten30 2.3.1.1 Berekening van het studiegeld bij inschrijving... 30 2.3.1.2 Berekening definitief studiegeld... 31 2.3.1.3 Als het financieel wat moeilijker gaat... 32 2.3.1.4 Overzicht studiegelden... 33 2.3.2 Studiegelden voor studenten uit het secundair onderwijs die een creditcontract afsluiten... 35 2.3.3 Verhoogd studiegeld bij ontoereikend leerkrediet... 35 2.3.4 Studiegeld bij uitschrijven en veranderen van studierichting of bij wanbetaling35 2.3.5 Aanrekening van extra studiekosten... 35 2.4 Betaald educatief verlof... 35 2.5 Faciliteiten op basis van een bijzonder statuut... 36 2.5.1 Voltijds werken... 36 2.5.2 Topsport... 36 2.5.3 Functiebeperking... 37 2.5.4 Mandaat als studentenvertegenwoordiger of een politiek mandaat... 37 2.5.5 Kunst op hoog niveau... 37 2.5.6 Faciliteiten... 38 2

2.6 Bijkomende regeling voor werkstudenten... 38 Afdeling 3 Toelatingsvoorwaarden... 40 3.1 Taalvoorwaarden... 40 3.2 Diplomavoorwaarden voor een bacheloropleiding... 40 3.2.1 Algemeen... 40 3.2.2 Bijzondere toelatingsvoorwaarden... 40 3.2.2.1 Bijzondere toelatingsvoorwaarden tot de Bijzondere leerroute voor maatschappelijk assistent 40 3.2.2.2 Bijzondere toelatingsvoorwaarden voor het verkorte traject Bachelor in de rechten... 40 3.2.2.3 Bijzondere toelatingsvoorwaarden voor het verkorte traject Bachelor in de taal- en letterkunde... 41 3.2.3 Afwijkingen m.b.t. de diplomavoorwaarden voor een bacheloropleiding... 41 3.2.3.1 Afwijkingen voor inschrijving met een diplomacontract: Slagen voor een toelatingsassessment41 3.2.3.2 Afwijkingen voor inschrijving met een creditcontract... 42 3.3 Diplomavoorwaarden voor een masteropleiding... 43 3.4 Diplomavoorwaarden voor de bachelor-na-bacheloropleiding... 45 3.5 Diplomavoorwaarden voor de master-na-masteropleiding... 46 3.6 Diplomavoorwaarden voor de precourses English and Economics for Academic Studies... 47 3.6.1 English and Economics for Academic Studies in preparation for BBA/MIBEM... 47 3.6.2 English and Economics for Academic Studies in preparation for MBA... 47 3.7 Diplomavoorwaarden voor de specifieke lerarenopleiding... 47 3.8 Toelatingsvoorwaarden tot de attesten binnen de opleiding milieu- en preventiemanagement.... 48 3.9 Beperkingen op de inschrijving via studievoortgangsbewaking... 48 3.10 Weigering tot het volgen of verderzetten van een opleidingsonderdeel... 48 Afdeling 4 Opleidingen... 49 4.1 Overzicht van de opleidingen aangeboden door de HUB... 49 4.1.1 Professionele bacheloropleidingen... 49 4.1.2 Bachelor-na-bacheloropleiding... 50 4.1.3 Academische bacheloropleidingen... 50 4.1.4 Masteropleidingen... 51 4.1.5 Master-na-masteropleiding... 52 4.1.6 Schakelprogramma s en voorbereidingsprogramma s... 53 4.1.7 Specifieke lerarenopleiding van academisch niveau... 54 4.1.8 Precourses... 54 4.1.9 Doctoraten... 54 4.1.10 Opleidingsprogramma... 55 4.2 Informatie met betrekking tot de opleidingen... 55 4.2.1 Informatie per opleiding... 55 4.2.2 Informatie per opleidingsonderdeel: ECTS-fiche... 55 4.3 Studiepunten en studietijd... 56 4.3.1 Studiepunten... 56 4.3.2 Verdeling van de studiepunten over de opleiding... 56 4.4 Gedragscode met betrekking tot de taalregeling... 56 4.4.1 Algemene bepaling van onderwijs- en bestuurstaal... 56 4.4.2 Opleidingsonderdelen die in elk geval in een andere taal worden georganiseerd... 57 4.4.3 Andere opleidingsonderdelen die in een andere taal worden georganiseerd... 57 4.4.4 Opleidingen volledig in een andere taal... 57 4.4.5 Kwaliteitsbewaking... 57 3

Afdeling 5 Het individueel jaarprogramma... 58 5.1 Algemeen... 58 5.2 Hoe registreer je je individueel jaarprogramma... 58 5.3 Regels voor flexibele trajecten... 59 5.4 Opnemen van opleidingsonderdelen van een anderstalige opleiding... 60 5.5 Keuzevakken aan een andere Vlaamse instelling van hoger onderwijs... 60 5.6 Opnemen van opleidingsonderdelen van andere (buitenlandse) instellingen in het kader van een mobiliteitsprogramma... 61 5.6.1 Voorwaarden om deel te nemen aan een mobiliteitsprogramma... 61 5.6.2 Selectieprocedure voor deelname aan een mobiliteitsprogramma... 62 5.6.3 Samenstelling van je individueel jaarprogramma, het learning agreement en het equivalentiedossier... 63 5.6.3.1 In de professionele opleidingen... 63 5.6.3.2 In de academische opleidingen... 63 5.6.4 Beurzen voor mobiele studenten... 64 5.6.5 Mobiliteitsovereenkomst... 65 5.6.6 Wijzigen aan het individueel jaarprogramma of equivalentiedossier... 65 5.6.7 Administratief statuut en dienstverlening voor studenten in een mobiliteitsprogramma... 65 5.7 Vrijstellingen aanvragen... 66 5.7.1 Vrijstelling op basis van eerder verworven kwalificaties: diploma, getuigschrift (EVK) 66 5.7.2 Vrijstelling op basis van eerder verworven competenties (EVC)... 67 5.7.2.1 Aanmelding... 67 5.7.2.2 Intakegesprek en informatie... 67 5.7.2.3 Financiële bijdrage... 68 5.7.2.4 Bekwaamheidsonderzoek en attestering... 68 5.7.2.5 Vrijstellingen... 69 5.7.2.6 Beroep... 69 5.7.2.7 Praktisch... 69 Afdeling 6 Trajectbegeleiding... 70 6.1 Algemeen... 70 6.2 Informatiesessies voor startende studenten... 70 6.3 Hulp bij het opstellen van een flexibel traject... 71 6.4 Studievorderingstoetsen/proefexamens... 71 6.5 Maatregelen van studievoortgang... 72 6.5.1 Bindende voorwaarden en weigering tot inschrijving wegens onvoldoende studievoortgang... 72 6.5.1.1 Bindende voorwaarden tot inschrijving... 72 6.5.1.2 Weigering van verdere inschrijving voor een opleiding voor studenten met diplomacontract..... 72 6.5.1.3 Weigering voor een bepaald opleidingsonderdeel voor studenten met een creditcontract 73 6.5.1.4 Weigering van verdere inschrijving voor studenten met een creditcontract... 73 6.5.1.5 Weigering op grond van onvoldoende leerkrediet... 73 6.5.2 Beroep... 73 Afdeling 7 Examens, credits, creditbewijzen en diploma s... 74 7.1 Semestersysteem... 74 7.2 Structuur van het academiejaar... 74 7.3 Examens... 74 7.3.1 Examens buiten de examenperiode... 74 7.3.2 Inschrijven voor examens en beraadslagingsperiodes... 75 7.4 Registratie van lichte onvoldoendes... 75 7.5 Afstand doen van een geregistreerde lichte onvoldoende... 76 7.5.1 In een vorig academiejaar geregistreerd... 76 7.5.2 Binnen het lopende academiejaar geregistreerd... 76 7.6 Afstand doen van een credit binnen het academiejaar... 77 7.7 Afstand doen van een overdracht binnen het academiejaar... 77 4

7.8 Afstand doen van het recht om geslaagd verklaard te worden voor een diplomastudent... 77 7.9 Creditbewijzen... 77 7.10 Valorisering van creditbewijzen behaald in de context van een creditcontract... 78 7.11 De voorwaarden voor het behalen van een diploma... 79 7.12 De voorwaarden voor het behalen van een tweede diploma... 79 7.13 Diploma behalen na het eerste semester... 79 Afdeling 8 Academische kalenders - Administratieve kalender... 81 8.1 Academische kalender Onderwijsgroep Academische opleidingen... 81 8.2 Academische kalender Onderwijsgroep Professionele opleidingen... 82 8.3 Administratieve kalender... 83 Afdeling 9 Rechten en plichten, rechtsbescherming en tuchtreglement... 86 9.1 Rechten en plichten van de student... 86 9.1.1 Recht op gelijke behandeling... 86 9.1.2 Recht op openbaarheid van bestuur... 86 9.1.3 Recht op een onpartijdige behandeling... 86 9.1.4 Recht op verdediging... 87 9.1.5 Motiveringsplicht... 87 9.1.6 Specifieke rechten en plichten... 87 9.1.7 Inspraakregeling van de studenten... 87 9.1.8 Bescherming van de persoonsgegevens... 88 9.2 Interne beroepsprocedure betreffende toelating en studievoortgang... 89 9.3 Rechtsbescherming en behandeling van klachten... 91 9.4 Tuchtreglement... 92 9.5 Bewaartermijn van documenten... 95 Afdeling 10 Afdeling 11 Afdeling 12 Aanvullende en afwijkende bepalingen in verband met studenten die niet in het bezit zijn van een diploma van de Vlaamse Gemeenschap en/of niet-eer studenten... 96 Aanvullende en afwijkende bepalingen voor de opleiding Bachelor in de gezinswetenschappen... 101 Aanvullende en afwijkende bepalingen voor de permanente vorming... 107 Afdeling 13 Verzekeringen... 118 Afdeling 14 Aanvullende reglementen... 118 5

TITEL III EXAMENREGLEMENT... 119 Afdeling 1 Algemeen examenreglement... 119 Art. 1 Doelstellingen... 119 1.1 Algemene bepalingen... 119 Art. 2 Toepassingsgebied... 119 Art. 3 Aanvullingen en afwijkingen... 119 1.2 Organisatie van de examens... 120 Art. 4 Examenperiodes... 120 Art. 5 beraadslagingsperiodes... 120 Art. 6 Bijzondere examineertijdstippen... 121 Art. 7 Studievorderingstoetsen/proefexamens... 121 Art. 9 Openbaarheid... 121 Art. 10 Inschrijving voor examens en examenplanning... 122 1.3 Deelname aan de examens... 123 Art. 11 Voorwaarden om aan examens deel te nemen... 123 Art. 12 Examenkansen... 123 Art. 13 Afstuderen in de beraadslagingsperiode van februari... 124 Art. 14 Controle... 124 Art. 15 Hernemen van examens uit de examenperiode januari/februari... 125 1.4 Afwijkende examenplanningen... 125 Art. 16 Bijzondere regelingen in individuele omstandigheden... 125 1.5 Examens afgelegd in een andere opleiding of instelling... 125 Art. 17 Tijdstip en plaats van examens... 125 Art. 18 Examenresultaten en beraadslaging... 126 Art. 19 Vervanging door een evaluatie van equivalent opleidingsonderdeel... 127 1.6 Ombudsdienst... 127 Art. 20 Opdracht, aanstelling en beschikbaarheid... 127 Art. 21 Bevoegdheid en betwistingen... 127 Art. 22 Onverenigbaarheid... 128 Art. 23 Ombudsverslag... 128 1.7 Verloop van de examens... 128 Art. 24 Examinator... 128 Art. 25 Examenvorm en examenduur... 128 Art. 26 Beoordeling... 129 Art. 27 Administratieve verwerking... 130 1.8 De examencommissies en hun bevoegdheid... 130 Art. 28 Samenstelling van de examencommissie van de opleiding... 130 Art. 29 Bevoegdheden van de examencommissie van de opleiding... 131 Art. 30 Samenstelling en bevoegdheden van de beperkte examencommissie... 132 Art. 31 Vaststellen van examenresultaten van inkomende uitwisselingsstudenten... 132 1.9 Beraadslaging... 132 Art. 32 Aanwezigheid... 132 Art. 33 Geheimhouding... 133 Art. 34 Stemgerechtigden... 133 Art. 35 Consultatie van niet-leden door de examencommissie... 133 Art. 36 De examencommissie als college en beslis- en stemregels... 133 Art. 37 Criteria voor het slagen voor een opleidingsonderdeel... 134 Art. 38 Criteria voor het slagen voor een bachelor- of masteropleiding, schakelprogramma of voorbereidingsprogramma... 134 Art. 39 Criteria voor het slagen voor een opleiding van permanente vorming... 135 6

Art. 40 Criteria voor het behalen van een diploma of getuigschrift en een graad van verdienste... 135 Art. 41 Beraadslagingsverslag... 136 1.10 Onregelmatigheid of fraude... 137 Art. 42 Definities... 137 Art. 43 Procedures... 137 Art. 44 Sancties... 137 1.11 Mededeling en bespreking van de examenresultaten... 138 Art. 45 Mededeling van de beslissingen van de examencommissie... 138 Art. 46 Bespreking van de resultaten en inzagerecht... 139 Art. 47 Bewaren van de examenkopijen... 139 Art. 48 Gebruik of publicatie van werkstukken en afstudeerwerken... 139 1.12 Tolerantiemogelijkheden en hernemen van opleidingsonderdelen... 140 Art. 49 Tolerantiekrediet... 140 Art. 50 Overdracht van een deel van een opleidingsonderdeel... 140 Art. 51 Hernemen van (delen van) opleidingsonderdelen... 141 Art. 52 Behoud van beste resultaat binnen het academiejaar... 141 Art. 53 Creditbewijzen... 141 Art. 54 Hernemen van opleidingsonderdelen in een volgend academiejaar... 141 Art. 55 Afstand doen van het recht om te slagen voor de opleiding... 142 1.13 Geschillenregeling... 142 Art. 56 Conflicten voor of tijdens een examen... 142 Art. 57 Materiële vergissingen vastgesteld vóór een beraadslaging... 143 Art. 58 Materiële vergissingen vastgesteld na een beraadslaging... 143 Art. 59 Intern beroep tegen een ongunstige examenbeslissing... 143 Afdeling 2 Aanvullend examenreglement... 146 2.1 Bijzondere bepalingen in verband met de Academische opleidingen van de HUB... 146 2.1.1 Specifieke bepalingen voor de opleidingen gezamenlijk aangeboden met K.U.Leuven... 146 Art. 60 Toepassingsgebied... 146 Art. 61 De examencommissie in de gezamenlijke bacheloropleiding in de rechten... 146 Art. 62 Criteria om te slagen voor een bacheloropleiding... 146 Art. 63 Criteria om te slagen voor een masteropleiding... 146 Art. 64 Criteria voor het behalen van een diploma en een graad van verdienste... 147 Art. 65 Vaststellen van de gewogen examenscore over een gehele opleiding... 147 Art. 66 Het behouden van tolereerbare onvoldoendes (en bijkomende voorwaarden voor studenten die nog geen 60 studiepunten verworven hebben) in de bacheloropleiding rechten... 147 Art. 67 Hernemen van (delen van) opleidingsonderdelen... 148 Art. 68 Afrondingsregels... 148 Art. 69 Overgangsmaatregelen m.b.t. de overstap naar een volledig opleidingsmodel met ingang vanaf 2009-2010... 148 Art. 70 Overgangsmaatregelen m.b.t. het slagen voor de opleiding... 148 Art. 71 Overgangsmaatregelen m.b.t. de graad van verdienste voor de opleiding... 149 Art. 72 Overgangsmaatregelen tussen een masteropleiding met een tolerantiesysteem en een masteropleiding zonder tolerantiesysteem... 149 Art. 73 Gelijke behandeling bij overgangsmaatregelen... 149 Art. 74 Masterproef in de master-na-masteropleidingen... 149 Art. 75 Doctoraat... 149 7

2.1.2 Attesten binnen de opleiding milieu- en preventiemanagement... 150 Art. 76 Het attest Multidisciplinaire Basisvorming... 150 Art. 77 Het attest Multidisciplinaire Specialisatie Preventieadviseur Niveau I150 Art. 78 Het attest Specialisatie Ergonomie - Preventieadviseur Ergonomie. 150 Art. 79 Het attest Milieucoördinator B... 150 Art. 80 Het attest Milieucoördinator A via overgangsniveau... 150 Art. 81 Het attest Energiedeskundige A... 150 2.1.3 Specifieke bepalingen in verband met de specifieke lerarenopleiding... 151 Art. 82 Beraadslaging... 151 2.1.4 Diverse bepalingen... 151 Art. 83 Januari-examens in de Faculteit Economie & Management... 151 Art. 84 Januari-examens voor uitgaande uitwisselingsstudenten... 151 2.2 Bijzondere bepalingen in verband met de professionele opleidingen van de HUB151 2.2.1 Opleidingen met een bijzonder karakter... 151 Art. 85 Kleuteronderwijs en Sociaal Werk... 151 Art. 86 Regels voor het tolereren van lichte onvoldoendes... 152 2.2.2 Specifieke bepalingen voor de opleiding Bachelor in de gezinswetenschappen... 152 Art. 87 Toepassingsgebied... 152 Art. 88 Examenperiodes... 152 Art. 89 Beraadslagingsperiodes... 152 Art. 90 Studievorderingstoetsen/proefexamens... 153 Art. 91 Inschrijven voor examens en examenplanning... 153 Art. 92 Bespreking van de examenresultaten... 153 2.2.3 Diverse bepalingen... 153 Art. 93 Deelname aan een mobiliteitsprogramma... 153 2.3 Specifieke bepalingen voor de opleidingen van permanente vorming... 153 Art. 94 Toepassingsgebied... 153 Art. 95 Examenperiodes... 153 Art. 96 beraadslagingsperiodes... 154 Art. 97 Inschrijving voor examens en examenplanning... 154 Art. 98 Voorwaarden om aan examens deel te nemen... 154 Art. 99 Examenkansen... 154 Art. 100 Controle... 155 Art. 101 Samenstelling van de examencommissie van de opleiding... 155 Art. 102 Bevoegdheden van de examencommissie van de opleiding... 155 Art. 103 Aanwezigheid... 155 Art. 104 Consultatie van niet-leden door de examencommissie... 156 Art. 105 Mededeling van de beslissingen van de examencommissie... 156 Art. 106 Bespreking van de resultaten en inzagerecht... 156 TITEL IV: INWERKINGTREDING EN OVERGANGSBEPALINGEN... 157 Art. 1 Toepassing... 157 Art. 2 Overgangsmaatregelen tussen Kandidaat-Licentiaatstructuur of Graduaatstructuur naar de Bachelor-Masterstructuur... 157 Art. 3 Overgangsmaatregel m.b.t. het slagen voor de opleiding i.v.m. de overstap van een studiejaarsysteem/programmajaarsysteem naar een flexibel systeem... 157 Art. 4 Overgangsmaatregel m.b.t. de graad van verdienste voor de opleiding i.v.m. de overstap van een studiejaarsysteem / programmajaarsysteem naar een flexibel systeem... 158 Art. 5 Gelijke behandeling bij overgangsmaatregelen... 158 8

Opdrachtverklaring In onze instellingen 1 staan de studenten centraal. Wij valoriseren hun talent en vormen ze tot vakbekwame en geëngageerde mensen. Praktijk als oriëntatie, wetenschap en onderzoek als fundering is ons profiel. Dromen, Denken, Durven, Doen en Doorzetten, vormen ons leidmotief. Ons onderwijs is state of the art, publiek gevalideerd. Onze begeleiding is persoonlijk. Innovatie en kwaliteit blijven onze ambities. Wij kiezen voor Europa en de wereld vanuit een Vlaamse verankering. Samen anders zijn is onze kracht. Wij werken vanuit een christelijke inspiratie die stimuleert tot een breed en authentiek maatschappelijk engagement. Wij koesteren vertrouwen in elkaar en in de toekomst. 1 Deze opdrachtverklaring is gezamenlijk opgesteld met KAHO Sint Lieven in het kader van de structurele samenwerking tussen beide instellingen. 9

TITEL I: BEGRIPPENLIJST Academiejaar Een periode van één jaar die ten vroegste op 1 september en uiterlijk op 1 oktober begint en eindigt op de dag voor het begin van het volgende academiejaar. Deze periode wordt voor alle opleidingen ingedeeld in twee semesters, behalve voor permanente vorming. Academische kalender Schema dat de globale organisatie van het academiejaar weergeeft m.b.t. lesperiodes, examenperiodes, beraadslagingsperiodes, vakantieperiodes. Actualiseringprogramma Een programma dat kan opgelegd worden aan studenten die in het hoger onderwijs willen doorstromen op grond van een creditbewijs, EVK s of een bewijs van bekwaamheid dat ten minste 5 kalenderjaren eerder werd behaald. Afstudeerrichting Een differentiatie in een opleidingsprogramma met een studieomvang van ten minste 30 studiepunten. Een afstudeerrichting wordt vermeld op het diploma en diplomasupplement. Afstudeerwerk Werkstuk waarmee een opleiding wordt voltooid zoals een masterproef voor een masteropleiding of een eindproef voor een professionele opleiding. Associatie K.U.Leuven Samenwerkingsverband tussen de K.U.Leuven en hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap. De samenstelling van het samenwerkingsverband en de beschrijving van de organen en de werkingsterreinen zijn te vinden op www.associatie.kuleuven.be. Begeleidingsdossier Een elektronische registratie van de adviezen m.b.t. trajectbegeleiding, gegeven door de trajectbegeleiders van een opleiding. Attest van deelname aan permanente vorming Het document dat op het einde van een traject van permanente vorming aan een student wordt afgeleverd die minstens 80% van de onderwijsactiviteiten gevolgd heeft. Op dit attest worden de belangrijkste identificatiegegevens van de student en de opleiding opgenomen. Bekwaamheidsonderzoek Het onderzoek van de competenties van een persoon, voorafgaand aan het afleveren van een bewijs van bekwaamheid. Beraadslaging De samenkomst van een examencommissie die de resultaten van de examens over de opleidingsonderdelen vaststelt, die vaststelt of de student geslaagd is voor het geheel van een opleiding en hiervoor het eindresultaat vaststelt. 10

Beraadslagingsperiode Een beraadslagingsperiode is een periode in het academiejaar, vastgelegd in de academische kalender, waarop examencommissies van de opleiding en beperkte examencommissies samenkomen met het oog op het uitoefenen van de hun door het examenreglement toegewezen bevoegdheden. Bewijs van bekwaamheid Het bewijs dat een student op grond van EVC s de competenties heeft verworven eigen aan: het niveau van bachelor in het hoger professioneel onderwijs of het academisch onderwijs, of het masterniveau, of een welomschreven opleiding, opleidingsonderdeel of cluster van opleidingsonderdelen Bedoeld bewijs betreft een document of registratie. Een bewijs van bekwaamheid kan aanleiding geven tot een vrijstelling of een alternatief traject. Campus De HUB telt vijf campussen: Campus Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Campus Nieuwland Campus Parnas Campus Stormstraat Campus Terranova Competentie Geïntegreerde kennis, vaardigheden en attitudes waardoor iemand in staat is om effectieve, kwaliteitsvolle prestaties te leveren in een bepaalde functie of rol. Creditbewijs De erkenning van het feit dat een student volgens een examen de competenties, verbonden aan een opleidingsonderdeel, heeft verworven. Deze erkenning wordt vastgelegd in een document of een registratie. De verworven studiepunten, verbonden aan het betrokken opleidingsonderdeel, worden aangeduid als credits. Creditcontract Een contract aangegaan tussen de HUB en een student die zich inschrijft met het oog op het behalen van (een) creditbewij(s)(zen) voor één of meer opleidingsonderdelen. Creditdossier Het elektronisch document dat op elk moment van de studie een overzicht geeft van de tot dan toe verworven en getolereerde studiepunten voor de respectieve opleidingsonderdelen, met ook een vermelding van de opleidingsonderdelen en studiepunten waarvoor de student een vrijstelling heeft gekregen. Credits De studiepunten verbonden aan een opleidingsonderdeel waarvoor een student minstens 10 op 20 of pass heeft behaald. De studiepunten zijn bepaald in functie van het academiejaar waarin een student het credit heeft verworven. Deel van een opleidingsonderdeel Een deel is een ondeelbare en onveranderlijke hoeveelheid leerstof waaraan minstens 1 studiepunt wordt toegekend. Het deel kan onafhankelijk gepland en geëxamineerd worden. 11

Een deel is zichtbaar op een collegerooster, individueel jaarprogramma, examenkaart en resultatenblad voor studenten. Voor een deel kan je nooit een creditbewijs ontvangen, maar wel een overdracht volgens de regels opgenomen in dit reglement. Diploma Het document dat wordt afgeleverd op het einde van een bachelor- of masteropleiding aan een voor het geheel van de opleiding geslaagde student of na het met succes afgerond hebben van een doctoraatsproject. Hierin worden de belangrijkste identificatiegegevens van de student en de opleiding opgenomen. Diplomacontract Een contract aangegaan tussen de HUB en een student die zich inschrijft met het oog op het behalen van een graad of diploma van een opleiding of die zich inschrijft voor een schakel- of voorbereidingsprogramma. Diplomastudent Student die in het lopende academiejaar het vereiste aantal studiepunten kan verzamelen om te kunnen slagen voor de opleiding. Diplomasupplement Het opgestelde document, in overeenstemming met de Europese standaarden, waarin de niet in het diploma vermelde bijzondere karakteristieken van de opleiding en van de studieresultaten worden vermeld. Dit document bevat in het bijzonder de creditbewijzen voor de geslaagde student. ECTS-fiche (European Credit Transfer and Accumulation System) Een beknopte beschrijving van de belangrijkste elementen van een opleidingsonderdeel: doelstellingen, niveau (inleidend, uitdiepend, gespecialiseerd), competenties, flexibiliteit, leertrajecten en onderwijsmethoden, studie- en verwerktijd, evaluatiemodaliteiten en studiemateriaal. De fiche wordt ook gebruikt om de studiebelasting van het opleidingsonderdeel internationaal te kunnen vergelijken en uit te wisselen. EER Volgende landen behoren tot de Europese Economische Ruimte (EER): België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, IJsland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechische Republiek, Verenigd Koninkrijk en Zweden. Het onderscheid tussen EER-studenten en niet-eer-studenten is relevant in het kader van de wetgeving i.v.m. verblijfsvergunningen. EHOR Volgende landen behoren tot de Europese Hoger Onderwijs Ruimte (EHOR): alle landen die behoren tot de EER aangevuld met de volgende landen: Albanië, Andorra, Armenië, Azerbeidzjan, Bosnië & Herzegovina, Georgië, Kroatië, Kazachstan, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Moldavië, Montenegro, Oekraïne, Russische Federatie, Servië, Turkije, Vaticaanstad, Zwitserland. Het onderscheid tussen EHOR-studenten en niet-ehor-studenten is relevant in het kader van het studiegeld. Equivalentiedossier Dossier dat de verhouding vastlegt tussen de gevolgde opleidingsonderdelen in het kader van een mobiliteitsprogramma aan een gastinstelling en hun credits en de HUBopleidingsonderdelen die ze vervangen. Dit dossier vormt de basis van de learning agreement van de student. 12

Evaluator De taak van de evaluator bestaat erin om na te gaan in welke mate een student de leerresultaten heeft behaald van een bepaald opleidingsonderdeel of gedeelte ervan. Eerder Verworven Competentie (EVC) Een eerder verworven competentie is het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes verworven door middel van leerprocessen die niet met een studiebewijs werden bekrachtigd. Eerder Verworven Kwalificatie (EVK) Een eerder verworven kwalificatie is elk binnenlands of buitenlands studiebewijs dat aangeeft dat een formeel leertraject, al dan niet binnen onderwijs, met goed gevolg werd doorlopen, voor zover het niet gaat om een creditbewijs dat werd behaald binnen de instelling en opleiding waarbinnen men de kwalificatie wenst te laten gelden. Examen Een beoordelingssituatie waarin wordt nagegaan of de student op grond van zijn studie (deel)competenties, verbonden aan een (deel van een) opleidingsonderdeel, heeft verworven. Een examen kan plaatsvinden op één bepaald moment, maar kan ook verlopen onder de vorm van een reeks activiteiten die in de tijd gespreid zijn zoals een stage of vormen van permanente evaluatie. Examencontract Een contract aangegaan tussen de HUB en een student die zich onder de door het instellingsbestuur bepaalde voorwaarden inschrijft voor het afleggen van examens met het oog op het behalen van: een graad, een diploma of een getuigschrift van een opleiding of een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen. Examenkans Het aantal keer dat een student in een academiejaar recht heeft om examen af te leggen over eenzelfde opleidingsonderdeel. Examenperiode Een examenperiode is een periode in het academiejaar, vastgelegd in de academische kalender, specifiek bedoeld om examens te organiseren en waarin resultaten van examens worden geregistreerd en meegedeeld aan studenten door de dienst Studentenadministratie of, in het geval van permanente vorming, de programmacoördinator. Examinator De examinator is een lid van het onderwijzend personeel dat belast is met het toekennen van het examenresultaat (van een deel) van een opleidingsonderdeel van het betrokken academiejaar en de betrokken groep, of zijn vervanger. Een examenresultaat komt tot stand door evaluatieactiviteiten die worden uitgevoerd door de examinator en zijn eventuele mede-evaluatoren. Flexibel traject Een traject waarbij de student afwijkt van het door de opleiding voorgestelde modeltraject. Geïndividualiseerd traject Een bijzondere vorm van flexibel traject dat kan worden toegestaan aan een student op zijn verzoek. 13

Generatiestudent Een student die zich, in een bepaald academiejaar, voor het eerst inschrijft met een diplomacontract voor een professioneel of academisch gerichte bachelor in het Vlaamse hoger onderwijs. Het statuut van generatiestudent geldt voor dat volledige academiejaar. Geregistreerde studiepunten Het geheel van credits die de student heeft behaald én de getolereerde studiepunten die de student heeft beslist te behouden in het kader van de tolerantieregeling beschreven in het examenreglement. Getolereerde studiepunten De studiepunten verbonden aan een opleidingsonderdeel waarvoor een student geen 10 op 20 heeft behaald, maar die hij beslist te behouden volgens de tolerantieregeling beschreven in het examenreglement en die door de student opgenomen zijn in zijn creditdossier. Getuigschrift van een schakel- of voorbereidingsprogramma Het document dat op het einde van een schakel- of voorbereidingsprogramma aan een geslaagde student wordt afgeleverd en waarin de belangrijkste identificatiegegevens van de student en de opleiding worden opgenomen. Getuigschrift van permanente vorming Het document dat op het einde van een traject van permanente vorming, anders dan een postgraduaat, aan een geslaagde student wordt afgeleverd en waarin de belangrijkste identificatiegegevens van de student en de opleiding worden opgenomen. Graad De aanduiding van bachelor, master of doctor verleend op het einde van een opleiding. Graad van verdienste De bijzondere vermelding die wordt gegeven op het einde van een bachelor- of masteropleiding of, indien voorzien in dit reglement, een opleiding van permanente vorming. Groep De organisatorische eenheid op basis waarvan collegeroosters worden opgemaakt. Studenten volgen de colleges samen in een groep. Er kunnen een of meerdere groepen voorzien worden voor één opleidingsfase van een opleiding. Deze groepen worden aangeduid met een code bv 1HZ1/1A, met telkens een specifiek collegerooster. Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB) De Hogeschool-Universiteit Brussel is een structurele samenwerking tussen HUB-EHSAL en de HUB-KUBrussel. De Hogeschool-Universiteit Brussel oefent via een geïntegreerde besluitvorming de bij decreet toegewezen bevoegdheden van de individuele instellingen uit en treedt op als overkoepelende entiteit. Individueel jaarprogramma Het geheel van opleidingsonderdelen dat een individuele student opneemt in één academiejaar. Inschrijvings- en examengeld voor opleidingen van permanente vorming Het bedrag dat een student betaalt voor zijn deelname aan onderwijsactiviteiten en examens. Voor sommige opleidingen worden deze bedragen afzonderlijk geïnd. 14

Instelling/Instellingsbestuur De Hogeschool-Universiteit Brussel en haar bestuursorgaan. Internationale programma s Volgende programma's uit het studiegebied handelswetenschappen en bedrijfskunde: English and Economics for Academic Studies, Bachelor of Business Administration, Master of Business Administration, Master of International Business Economics and Management, Master in de internationale bedrijfseconomie en het bedrijfsbeleid, Master of European Business. Volgend programma uit het studiegebied politieke en sociale wetenschappen: Master of Quantitative Analysis in the Social Sciences. Kwalificatie van de graad Het onderdeel van een opleidingsbenaming dat de specifieke profielafbakening van een opleiding aangeeft. Learning agreement Het document dat vastlegt welke opleidingsonderdelen een student in het kader van een mobiliteitsprogramma opneemt aan een gastinstelling met zijn goedkeuring en die van de gastinstelling. Leerkrediet Het aantal studiepunten waarover een individuele student beschikt om zich in te schrijven tegen het normale studiegeldtarief. Leerresultaat De bepaling van wat van de student verwacht wordt dat hij weet, kent, begrijpt en kan toepassen na voltooiing van een onderwijsgerelateerd leerproces. Leerresultaten worden gedefinieerd in termen van kennis, vaardigheden en attitudes eigen aan een opleiding, (deel van een) opleidingsonderdeel of cluster van opleidingsonderdelen. Mobiliteitsprogramma Een kader waarbinnen een student een deel van zijn opleidingsprogramma (study en/of placement) kan afleggen aan een gastinstelling van een ander land of een andere gemeenschap en/of waarbinnen een student van dergelijke instelling aan de HUB kan studeren als uitwisselingsstudent. Modeltraject Een modeltraject is een traject dat bestaat uit een door een opleiding opgesteld opleidingsprogramma, waarbij met opname van plicht- en keuzemogelijkheden wordt verduidelijkt hoe een student binnen een vooropgestelde duur het aan de opleiding verbonden diploma of getuigschrift kan behalen. Het modeltraject kan worden opgedeeld in een aantal opleidingsfasen, waarvan de omvang wordt uitgedrukt in studiepunten. Een opleiding kan meerdere modeltrajecten aanbieden. Niet herkansbaar opleidingsonderdeel Een opleidingsonderdeel waarvoor geen tweede examenkans kan worden opgenomen voor de beraadslagingsperiode van september. Een tweede examenkans kan wel worden opgenomen in de beraadslagingsperiode van juni indien de eerste examenkans werd opgenomen in de beraadslagingsperiode van januari/februari en indien het praktisch en organisatorisch mogelijk is. Niet tolereerbaar opleidingsonderdeel Een opleidingsonderdeel waarvoor een examenresultaat van minstens 10/20 of pass is vereist. De student kan hiervoor geen lichte onvoldoende opnemen. 15

Offshore campus Elke campus waar de HUB buiten het Vlaamse grondgebied opleidingen aanbiedt. Per offshore campus geldt een specifieke onderwijsregeling, waarvan de principes zijn afgestemd op de onderwijsregeling van de opleidingen aangeboden in Vlaanderen. Ombudsdienst De dienst die ter beschikking staat van de studenten met het oog op de bescherming van hun rechten en de behandeling van klachten. Hij treedt hierbij op als bemiddelaar tussen de instelling en de student bij problemen i.v.m. onderwijsverstrekking, onderwijsorganisatie en examens. Voor de permanente vorming wordt de ombudsdienst waargenomen door de programmacoördinator van de betrokken opleiding. Onderwijsgroep In de educatieve structuur van de HUB worden de opleidingen, uitgezonderd permanente vorming, aangeboden vanuit 2 groepen: de groep academische opleidingen en de groep professionele opleidingen. De groep academische opleidingen bestaat uit 3 faculteiten: Economie & Management, Taal & Letteren en Rechten. Elke faculteit wordt geleid door een decaan. De groep professionele opleidingen bestaat uit de studiegebieden: gezondheidszorg, handelswetenschappen en bedrijfskunde, onderwijs en sociaal-agogisch werk. Elk studiegebied wordt geleid door een directeur. Opgenomen studiepunten Het totaal van de studiepunten van de opleidingsonderdelen waarvoor een student zich inschrijft in een academiejaar. Opleiding Een opleiding is de structurerende eenheid van het onderwijsaanbod. Een opleidingsprogramma bestaat uit een samenhangend geheel van opleidingsonderdelen. Bij succesvolle voltooiing ontvang je een diploma of getuigschrift. Opleidingsfase Een opleidingsfase is een coherent gedeelte van een opleiding, met het oog op de structurering van het modeltraject en de bewaking van de studievoortgang. Opleidingsonderdeel (OOD) Een afgebakend geheel van onderwijs-, leer-, en evaluatieactiviteiten dat gericht is op het verwerven van welomschreven competenties op het gebied van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes. Voor alle opleidingen kan je per opleidingsonderdeel de inhoudelijke studie-informatie raadplegen op www.hubrussel.net, onder `ECTS-fiches'. Een opleidingsonderdeel kan op zichzelf bestaan of opgesplitst zijn in delen (zie begrip deel van een opleidingsonderdeel ). Opleidingsprogramma Een opleidingsprogramma is de weergave van een modeltraject. Oriëntatie Een cluster van keuzevakken van minder dan 30 studiepunten. De oriëntatie wordt niet op het diploma vermeld, maar wel op het diplomasupplement. 16

Overdracht Een cijfer van minstens 10/20 behaald op een deel van een opleidingsonderdeel dat behouden blijft in een volgende beraadslagingsperiode van het lopende of een daarop volgend academiejaar. Voor opleidingen van permanente vorming is een overdracht slechts geldig binnen eenzelfde academiejaar. Permanente vorming Verzamelnaam van alle opleidingen, verschillend van bachelor- of masteropleidingen, die leiden tot een postgraduaatgetuigschrift, een getuigschrift van permanente vorming of een attest van deelname aan permanente vorming. De opleidingen van permanente vorming worden binnen de HUB georganiseerd door het Groepscentrum Permanente Vorming (GPV) en de EHSAL Management School (EMS). Postgraduaat Een opleiding van permanente vorming met een omvang van minstens 20 studiepunten. Postgraduaatgetuigschrift Het document dat, in het kader van permanente vorming, op het einde van een postgraduaat aan een geslaagde student wordt afgeleverd, en waarin de belangrijkste identificatiegegevens van de student en de opleiding worden opgenomen. Programmacoördinator permanente vorming De medewerker die verantwoordelijk is voor de inhoudelijke samenhang en organisatie van het programma van permanente vorming, en die de contacten met de studenten en docenten onderhoudt. Raad van Europa Volgende landen behoren tot de Raad van Europa: Albanië, Andorra, Armenië, Azerbeidzjan, België, Bosnië-Herzegovina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Georgië, Griekenland, Hongarije, Ierland, IJsland, Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië, Malta, Moldavië, Monaco, Montenegro, Nederland, Noorwegen, Oekraïne, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Russische Federatie, San Marino, Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Turkije, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland. Het onderscheid tussen diploma s die uitgereikt zijn door een land van de Raad van Europa of een land buiten de Raad van Europa is relevant in het kader van de diplomavoorwaarden voor een opleiding. Resultatenblad Het papieren exemplaar van het examenresultaat van een student. Schakelprogramma Een programma dat wordt opgelegd aan een student die zich wenst in te schrijven voor een masteropleiding op grond van een in het professioneel hoger onderwijs uitgereikt diploma. Standaardtraject Een traject waarbij de student het modeltraject volgt volledig conform de door de opleiding vooropgestelde opleidingsfasen. 17

Studentenbegeleiding Het adviseren en begeleiden van studenten bij studiebelemmerende factoren van psychologische, sociale, medische, financiële of culturele aard, evenals initiatieven en activiteiten gericht op de sociale en academische integratie van studenten. Studentencoaching De overkoepelende term die in de HUB gebruikt wordt voor de diverse vormen van begeleiding. Studentencoaching omvat studiebegeleiding, trajectbegeleiding, studentenbegeleiding en ombudsdienst. Studiebegeleiding De activiteiten die de studenten ondersteunen in het verwerven van de competenties van de gekozen opleiding of opleidingsonderdelen. Studie-efficiëntie De verhouding tussen het aantal verworven credits en het aantal opgenomen studiepunten in een academiejaar, uitgedrukt als een percentage. De cumulatieve studie-efficiëntie is dezelfde verhouding, maar dan over alle voorgaande academiejaren binnen dezelfde opleiding heen. Studiegeld Het bedrag dat een student betaalt voor zijn deelname aan onderwijsactiviteiten en/of examens voor alle opleidingen uitgezonderd permanente vorming. Studieomvang Het aantal studiepunten toegekend aan een opleidingsonderdeel of aan een opleiding. Studiepunt Een binnen de Vlaamse Gemeenschap aanvaarde internationale eenheid die overeenstemt met ten minste 25 en ten hoogste 30 uren voorgeschreven onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten en waarmee de studieomvang van elke opleiding of elk opleidingsonderdeel wordt uitgedrukt. Er worden enkel gehele studiepunten toegekend. Toelatingsassessment Een evaluatieprocedure waarbij de instroomcompetenties van een student via een formeel instrument vastgesteld worden en die leidt tot toelating tot het hoger onderwijs. Tolerantiekrediet Het aantal lichte onvoldoendes, uitgedrukt in studiepunten, dat een student kan behouden in het kader van de tolerantieregeling opgenomen in het examenreglement. Trajectbegeleiding Het adviseren en begeleiden van studenten bij het nemen van beslissingen i.v.m. studievoortgang. Verantwoordelijke trajectbegeleiding van de opleiding De persoon die verantwoordelijk is voor de opvolging van de trajectbegeleiding in een bepaalde opleiding. In de academische opleidingen is dit de academisch secretaris, in de professionele opleidingen is dit de opleidingscoördinator of een daartoe aangestelde verantwoordelijke. Verworven studiepunten Studiepunten, verbonden aan opleidingsonderdelen, waarvoor een student een creditbewijs heeft ontvangen. 18

Volgtijdelijkheid De volgorde waarin je bepaalde opleidingsonderdelen moet afleggen. We onderscheiden verschillende soorten volgtijdelijkheid: aangewezen volgtijdelijkheid: een student is niet verplicht de opleidingsonderdelen in een bepaalde volgorde af te leggen, maar de in de ECTSfiches aangegeven volgorde is wel de meest logische en geeft je maximale slaagkansen. dwingende volgtijdelijkheid: is een door de opleiding vastgestelde volgorde van opleidingsonderdelen. De opleiding vereist een bepaalde minimumscore op opleidingsonderdeel A alvorens opleidingsonderdeel B te mogen volgen. Deze minimumscore kan een credit zijn (aangeduid in de opleidingsprogramma s met <- CRE) of een Fx (aangeduid in de opleidingsprogramma s met <- Fx). Voorbereidingsprogramma Een programma dat kan worden opgelegd aan een student die in het bezit is van een academisch bachelor- of masterdiploma dat niet op rechtstreekse wijze toelating verleent tot de masteropleiding waarvoor hij zich wenst in te schrijven. Vooruitgeschoven examen Een vooruitgeschoven examen is een examen van een opleidingsonderdeel waarvan de afname gebeurt voordat de lessen van het opleidingsonderdeel definitief ten einde zijn. Met het afleggen van dit examen nemen de studenten hun eerste examenkans op voor dit opleidingsonderdeel. Vrijstelling op basis van EVC of EVK De opheffing van de verplichting om over een opleidingsonderdeel, of een deel ervan, examen af te leggen op basis van EVC of EVK. Het aantal studiepunten waarvoor de vrijstelling geldt, is het aantal studiepunten vermeld in het opleidingsprogramma van het academiejaar waarin de vrijstelling wordt toegekend. Het aantal vrijgestelde studiepunten wordt in mindering gebracht voor het bepalen van het tolerantiekrediet van de student; het wordt niet meegerekend bij het bepalen van de graad van verdienste of (cumulatieve) studie-efficiëntie. Vrijstelling met behoud van resultaat (VBR) De opheffing van de verplichting om over een opleidingsonderdeel, of een deel ervan, examen af te leggen op basis van een creditbewijs voor hetzelfde opleidingsonderdeel behaald binnen de instelling in de context van een andere opleiding of contract. Het aantal studiepunten waarvoor de vrijstelling geldt, is het aantal studiepunten vermeld in het opleidingsprogramma van het academiejaar waarin de vrijstelling wordt toegekend. Het creditbewijs kan verworven zijn in het kader van een creditcontract of een diplomacontract. Het aantal vrijgestelde studiepunten wordt niet in mindering gebracht voor het bepalen van het tolerantiekrediet van de student; het wordt wel meegerekend bij het bepalen van de graad van verdienste of (cumulatieve) studie-efficiëntie. 19

Toepassingsgebied TITEL II: Onderwijsreglement Dit onderwijsreglement is van toepassing op de opleidingen, onderwijsactiviteiten en dienstverlening die aangeboden worden door de Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB) in Vlaanderen. 2 De Hogeschool-Universiteit Brussel is een structurele samenwerking tussen HUB-EHSAL en HUB-KUBrussel. De Hogeschool-Universiteit Brussel oefent via een geïntegreerde besluitvorming de bij decreet toegewezen bevoegdheden van de individuele instellingen uit en treedt op als overkoepelende entiteit. De afspraken uit dit onderwijsreglement kunnen wijzigen in geval van overmacht of wegens onvoorziene omstandigheden. Eventuele wijzigingen worden steeds in de Academische Raad besproken en goedgekeurd en worden vervolgens aan alle betrokken studenten meegedeeld. De bepalingen van dit onderwijsreglement zijn van toepassing op alle studenten, voor zover er geen afwijkende of bijkomende bepalingen zijn opgenomen specifiek voor studenten met een niet-vlaams diploma in afdeling 10, specifiek voor de studenten van de opleiding Bachelor in de gezinswetenschappen in afdeling 11 en specifiek voor de studenten van de permanente vorming in afdeling 12. Inkomende en uitgaande uitwisselingsstudenten blijven onderhevig aan de reglementen van hun thuisinstelling. Voor uitgaande uitwisselingsstudenten zijn ook de voorschriften voor inkomende uitwisselingsstudenten van hun gastinstelling van toepassing. Afdeling 1 Soorten inschrijvingen 1.1 Diplomacontract, creditcontract en examencontract 1.1.1 Keuzemogelijkheden Bij je inschrijving sluit je een toetredingsovereenkomst met de HUB, d.i. een overeenkomst waarbij je de rechten en plichten van dit onderwijs- en examenreglement aanvaardt. Je kunt hierbij kiezen tussen volgende soorten contracten: een diplomacontract met het oog op het behalen van een diploma of getuigschrift een creditcontract met het oog op het behalen van een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen een examencontract met het oog op het behalen van een diploma of getuigschrift of een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen Door je inschrijving wordt je keuze voor een soort contract definitief. Je kunt van soort contract wijzigen op de tijdstippen en onder de voorwaarden bepaald in punt 1.3 Wijziging van studiecontract van dit onderwijsreglement. 2 Voor de opleidingen aangeboden in Dubaï is, wegens de verschillende organisatorische context, een apart onderwijsreglement van toepassing waarvan de principes zijn afgestemd op dit onderwijsreglement. 20

1.1.2 Diplomacontract Inschrijven via een diplomacontract betekent dat je je inschrijft met het oog op het behalen van een diploma van een opleiding. Je maakt een keuze tussen het volgen van een standaardtraject of een flexibel traject, zoals beschreven in punt 1.2 Standaardtrajecten - Flexibele trajecten - Geïndividualiseerde trajecten Inschrijven via een diplomacontract doe je ook wanneer je meent op grond van bewijzen van bekwaamheid vrijstellingen te kunnen krijgen voor alle opleidingsonderdelen van een opleiding. Je richt je aanvraag tot het verkrijgen van vrijstellingen aan de dienst Studentenadministratie van je campus. In geval van een positieve beslissing verwerf je het overeenstemmende diploma of getuigschrift. In geval van een negatieve beslissing wordt bepaald wat je nog moet volgen om het diploma of getuigschrift te kunnen behalen onder de voorwaarden bepaald in het examenreglement. De studiepunten waarvoor je inschrijft voor een initiële bachelor of master via een diplomacontract worden afgetrokken van je leerkrediet (zie verder punt 2.2 Leerkrediet). 1.1.3 Creditcontract Inschrijven via een creditcontract betekent dat je je inschrijft voor één of meerdere opleidingsonderdelen met het oog op het behalen van één of meerdere creditbewijzen voor één of meerdere opleidingsonderdelen. De opleiding kan bepalen dat bepaalde opleidingsonderdelen niet gevolgd kunnen worden onder de vorm van een creditcontract omwille van dwingende of aangewezen volgtijdelijkheidsvoorwaarden. Wil je, naast je inschrijving voor een diplomacontract, ook opleidingsonderdelen afleggen uit andere opleidingen en/of afstudeerrichtingen uit het HUB-opleidingsaanbod, dan kun je je voor die opleidingsonderdelen inschrijven via een creditcontract. Voor meer informatie kun je terecht bij de dienst Studentenadministratie van je campus of bij een studentenbegeleider van het Centrum voor Studentenbegeleiding en -Voorzieningen. Indien je niet beschikt over een diploma secundair onderwijs, kun je slechts inschrijven via een creditcontract voor afzonderlijke opleidingsonderdelen indien je aan de voorwaarden voldoet zoals beschreven in punt 3.2.3 Afwijkingen m.b.t. de diplomavoorwaarden voor een bacheloropleiding Je neemt hiervoor eerst contact op met de assessmentcoördinator, Barbara Folens (email: barbara.folens@hubrussel.be). De studiepunten waarvoor je inschrijft voor een initiële bachelor of master via een creditcontract worden afgetrokken van je leerkrediet (zie verder punt 2.2 Leerkrediet). 1.1.4 Examencontract Is het voor jou niet mogelijk om de lessen te volgen, dan kan je je inschrijven via een examencontract. Bij inschrijving via een examencontract schrijf je je in voor het afleggen van examens met het oog op het behalen van: een diploma/getuigschrift van een opleiding een creditbewijs voor één of meerdere opleidingsonderdelen In het eerste geval maak je een keuze tussen het volgen van een standaardtraject of een flexibel traject, zoals beschreven in punt 1.2 Standaardtrajecten - Flexibele trajecten - Geïndividualiseerde trajecten 21

In het tweede geval schrijf je je in voor het afleggen van examens van één of meerdere opleidingsonderdelen. Een inschrijving via een examencontract heeft geen gevolgen voor je leerkrediet(zie verder punt 2.2 Leerkrediet). Voor sommige opleidingsonderdelen kan je in principe niet inschrijven via een examencontract. Het betreft de opleidingsonderdelen van de master-na-master- en de bachelor-na-bacheloropleidingen en die opleidingsonderdelen uit de initiële opleidingen waarbij in de ECTS-fiches (raadplegen op www.hubrussel.net) is opgenomen dat ze uitgesloten zijn voor het volgen via een examencontract. Het gaat hierbij om opleidingsonderdelen waarin een intensieve begeleiding van docenten nodig is om de beoogde competenties te bereiken en te kunnen evalueren (met inbegrip van permanente evaluatie). Wil je deze opleidingsonderdelen toch volgen, dan schrijf je je voor deze opleidingsonderdelen in via een creditcontract. Als student met een examencontract kan je niet deelnemen aan de lessen noch aan andere onderwijsactiviteiten, tenzij aan de examens. Ook op dienstverlening vanwege de instelling en de studentenvoorzieningen kan je slechts in beperkte mate een beroep doen. Met een examencontract kan je op de HUB rekenen op de volgende beperkte dienstverlening: Voor inschrijving kan je terecht bij de dienst Studentenadministratie van de betrokken campus. Je bent er zelf voor verantwoordelijk administratief in orde te zijn (zie punt 8.3 Administratieve kalender). Voor aankoop van de cursussen kan je terecht bij de Cursusdienst tijdens de openingsuren. Je kunt de evaluatiemodaliteiten van jouw opleidingsonderdelen consulteren bij de ECTS-fiches op www.hubrussel.net. Je legt examens af samen met de studenten die ingeschreven zijn met een diploma- of creditcontract. Je kunt terecht bij de ombudsdienst voor het verplaatsen van examens wegens overmacht. Indien er stage voorzien is in de opleiding, dien je deze zelf te organiseren in overleg met je opleidingscoördinator en stagecoördinator. Je krijgt toegang tot HUBwise. 1.1.5 Combineerbaarheid van contracten 1.1.5.1 Combinatiemogelijkheden Je kunt per academiejaar slechts 1 diplomacontract per opleiding afsluiten. Wel is het mogelijk om gelijktijdig: een examencontract en een creditcontract af te sluiten voor dezelfde opleidingsonderdelen die behoren tot dezelfde opleiding. een diplomacontract voor een opleiding en een creditcontract voor opleidingsonderdelen die niet behoren tot je normale studieloopbaan binnen je opleiding. Je kunt nooit binnen het lopend academiejaar tegelijk een diplomacontract en een creditcontract, noch een diplomacontract en een examencontract afsluiten voor dezelfde opleidingsonderdelen en/of binnen dezelfde opleiding. Bij overstap naar een ander contracttype, gelden de regels van het contract waarnaar je overstapt. 22