ONDERWIJSTIJD. 1. Principes



Vergelijkbare documenten
AANWENDING VAN DE ONDERWIJSTIJD IN HET KATHOLIEK BASISONDERWIJS

Lijst van de gebruikte leerplannen binnen het katholiek onderwijs

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van De Sportschool te Gentbrugge

Infoavond schoolorganisatie

1. WERKEN AAN EEN SCHOOLEIGEN CHRISTELIJKE IDENTITEIT

VISIETEKST ONDERWIJSTIJD BASISONDERWIJS VAN LESTIJD NAAR LEERTIJD. 1. De regelgeving. 2. Ontwikkelingsdoelen, eindtermen, leerplannen, studielast

Samengevat door Lieve D Helft ICT-coördinator Scholengemeenschap InterEssen

Basisinformatie maatschappelijke opdracht

Nieuw leerplan: Zin in leren, zin in leven

Klasrapport IDP

Klasrapport IDP

Welkom in onze school! 1

DON BOSCO GENK AANBOD EERSTE GRAAD. Meer dan je denkt!

Hoofdstuk I: Eindtermen de basics

MEDEDELING. Moderne vreemde talen in de B-stroom en in het bso. 1 Algemeen

Advies over de evaluatie van de eindtermen en ontwikkelingsdoelen voor het basisonderwijs

Overzicht rapportmodule

8 %9, +*-.+ ; ":, #3% Willy De Herdt Erik Verdonckt

Wij gaan met plezier naar school.

INFOBROCHURE BASISAANBOD BOVENBOUW. Schooljaar Geldenaaksebaan Heverlee tel: 016/

Standpunt rapport in het basisonderwijs PBD Basisonderwijs (september 2015)

INFOBROCHURE BASISAANBOD ONDERBOUW. Schooljaar Geldenaaksebaan Heverlee tel: 016/

VISIE. Met opvoeden en onderwijzen beogen leerkrachten de harmonische ontplooiing van de totale persoon.

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Vrije Gesubsidieerde Basisschool Jezus-Eik te Overijse.

INTERDIOCESANE PROEVEN

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van de Basisschool Wauberg-Linde te Linde-Peer

INFORMATIEBROCHURE EXAMENCOMMISSIE BASISONDERWIJS. Centrale Examenschool Sint-Lievencollege

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van de vrije lagere school Virgo Maria te Merksem

OPVOEDINGSPROJECT DE LINDE

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Vrije Lagere School te Paal

Onderwijskundige doelen

1. Situering van de onderwijsinstelling:

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Gemeentelijke Basisschool - De Windwijzer te LAARNE

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Vrije Basisschool te Poperinge

FLEXIBELE LEERTRAJECTEN

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van de Vrije Basisschool te Rumbeke Roeselare

Vakgebieden Methoden Omschrijving Taal Groep 1-2. Schatkist

Huistaken in Vrije Basisschool DE KIEVIT Een zorg van de school, de ouders en de kinderen Versie

INTERDIOCESANE PROEVEN

Schoolrapport IDP

Zwembaddossier. Toegelicht en uitgediept. Infomoment schoolraden basisonderwijs 23 juni 2014

DOELSTELLINGEN OKB OPVOEDINGSPROJECT ONTWIKKELINGSPLAN INDELING VAN HET CURRICULUM. LEERPLANNEN VVKBaO

Agenda onderwijsavond bovenbouw

Het pedagogisch project van de stedelijke scholen hebben we als volgt verwoord:

+!!! '%$- $ Lionel Creyf Francis Vandenbroucke

3 LEERPLANDOELEN. De katholieke basisschool stelt zich als algemeen streefdoel voor mediaopvoeding:

Bedoeling infoavond. Wegwijs maken in het programma en de werkwijze van het 3 de leerjaar

Workshops voor Scholengemeenschappen. PE-DIC-idee PE-DIC-initiatief PE-DIC-in orde!

Nascholingsaanbod muzische opvoeding op maat van kinderen en leerkrachten

2.1. Gegevens m.b.t. de situering van onze onderwijsinstelling Gegevens met betrekking tot lokale situatie

INFOBROCHURE BASISAANBOD MIDDENBOUW. Schooljaar Geldenaaksebaan Heverlee tel: 016/

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Vrije Basisschool Het Rietje te Westerlo

Deel 1: Pedagogisch project Vrije Basisschool Lenteland

Zoekwijzer Leerplannen basisonderwijs

STUDIEAANBOD SINT-JOZEF HUMANIORA

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Vrije Basisschool Rinkrank te Kalmthout

Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs Guimardstraat 1, 1040 BRUSSEL. Deel 1 Opvoedingsproject

~ 1 ~ selecteren. (LPD 1,8,27) (LPD 13,22,23,27)

FRANS. Personeelsvergadering 31 mei mogen moeten. taalregeling. Talenbeleidsnota 3220 FRANS 1

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Vrije Basisschool Sint Jozef, Groenstraat 244 te Vilvoorde

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van de Vrije lagere school Schoolstraat 8 te 8750 Zwevezele

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van GO! freinetschool De Tinteltuin te ZOUTLEEUW

2. Ons opvoedingsproject

Gemeentelijk basisonderwijs: Pedagogisch project

1 Pedagogisch project

Functiebeschrijving beleidsmedewerker

Eindtermen: Activiteiten + 6 jaar The Outsider Vlaamse Ardennen

Pedagogisch project 1

Om de school te helpen bij het voeren van een zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid

Strijlandstraat Gooik-Strijland Tel. 054/ Fax. 054/

Opvoedingsproject. A. ONS OPVOEDINGSPROJECT p. 2. A.1 De christelijke identiteit p. 2. A.2 Gevarieerd en goed begeleiden p. 3

Het pedagogisch project van de stedelijke scholen hebben we als volgt verwoord:

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Vrije Basisschool Sint-Theresia te KORTRIJK

Modernisering SO eerste graad. Dinsdag 12 maart 2019

Gezien het bovenstaande zijn kunstvakken direct of indirect betrokken bij het nastreven van vakoverschrijdende

Doelen REDELIJKE AANPASSINGEN & GETUIGSCHRIFT BAO. Redelijke aanpassingen evalueren finaliteit basisonderwijs. november 2017

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van de Vrije Basisschool Sancta Maria te Aarschot

-Onze school behoort tot het officieel gesubsidieerd onderwijsnet. Het schoolbestuur is de gemeente Olen.

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Vrije Basisschool - Yggdrasil te BRASSCHAAT

KIEZEN VOOR HET SECUNDAIR ONDERWIJS info ouders basisonderwijs 1, 2 en 3 april 2019

Engagementsverklaring

DOCUMENT. Toelichting bij de lessentabellen. Inhoud. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel

STRUCTUUR EN ORGANISATIE. eigen keuzes school. aanbevelingen - raamtekst. regelgeving overheid

Gesubsidieerde Gemeentelijke Lagere School Mgr. Schottestraat 3b 8650 Houthulst. Pedagogisch project

Agenda onderwijsavond middenbouw

1 e graad. In onze talentgerichte eerste graad krijgen leerlingen de kans om beetje bij beetje hun interesses, talenten en mogelijkheden te ontdekken.

Klasrapport IDP

Enkele krachtlijnen voor kwalitatieve muzische vorming MUZISCHE GRONDHOUDING ONTWIKKELEN MUZISCHE EXPRESSIEVORMEN ONTDEKKEN

GIBO HEIDE. pedagogisch project

1 Werken aan de schooleigen christelijke identiteit (opdracht 1)

1. Het leergebied bewegingsopvoeding: algemeen

pedagogisch p project

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van de Stedelijke Freinetschool De Harp te GENT

Werken aan meer kwaliteit in onderwijs

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Vrije Basisschool te Jette

De Toverberg. Klik om tekst toe te voegen. Kunst en ontwikkelingsgerichte leerthuis. Trapklassen en niveaugroepenwerking

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van GO! basisschool Ter Elzen Wijtschate te WIJTSCHATE

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs

Transcriptie:

ONDERWIJSTIJD De oordeelkundige aanwending van de onderwijstijd is een aspect van kwaliteitszorg. Door het Decreet Basisonderwijs (25 februari 1997) en het Decreet op de Ontwikkelingsdoelen en Eindtermen (15 juli 1997) moet de gangbare verdeling van de onderwijstijd worden bijgestuurd. 1. Principes 1.1 Het algemene opvoedingsconcept van het katholiek basisonderwijs dient herkenbaar te zijn in de aanwending van onderwijstijd. 1.2 De onderwijstijd wordt zodanig aangewend dat het schoolteam de eigen leerplannen, waarin de decretale ontwikkelingsdoelen en eindtermen zijn verwerkt, bij zoveel mogelijk leerlingen realiseert. 1.3 Bij de concrete organisatie van de onderwijstijd zorgt het team ervoor dat de pedagogisch-didactische principes van het basisonderwijs tot hun recht komen. Onder andere dient aandacht besteed aan het volgende : - De organisatie van de onderwijstijd moet ruimte geven aan een gedifferentieerd onderwijsaanbod. - De organisatie van de onderwijstijd dient bij te dragen tot een geïntegreerd of zinvol samenhangend onderwijsaanbod. - De organisatie van de onderwijstijd dient zo flexibel te zijn, dat het onderwijsaanbod kan inspelen op wat bij de leerlingen en in de schoolgemeenschap leeft. 2. Wettelijk kader Het schoolbestuur bepaalt vrij de aanwending van de onderwijstijd. In de (nieuwe) reglementering wordt ook niet meer van een leerjaar en van een graad gesproken, maar van een leerlingengroep. Die vrijheid wordt begrensd door de volgende reglementering ; 2.1 De leerlingen krijgen 28 lestijden (of 1 400 minuten) onderwijs- en opvoedingsactiviteiten per week. Na overleg of onderhandeling in het lokaal comité kan een 29 ste lestijd worden georganiseerd. Decretaal wordt geen verdeling van de lestijden in 50 en 25 minuten opgelegd. 2.2 De regering bepaalt de onderwijstijd op jaarbasis, d.w.z. de vakantieperioden, de schooldagen en de gevallen waarin de lessen geschorst kunnen worden. 2.3 Het onderwijsaanbod omvat de volgende leergebieden. Voor het kleuteronderwijs : lichamelijke opvoeding, muzische vorming, Nederlands, wereldoriëntatie, wiskundige initiatie. Voor het lager onderwijs : lichamelijke opvoeding, muzische vorming, Nederlands, wiskunde, wereldoriëntatie en de leergebiedoverschrijdende thema s leren leren en sociale vaardigheden (decreet BaO, art. 39 en 40). 2.4 Frans : Het onderricht van de tweede taal mag in het lager onderwijs worden ingericht van het vijfde leerjaar af, naar rata van ten hoogste drie uren per week. 3110 onderwijstijd 1

3. Onderwijstijd in drie betekenissen Onderwijstijd is altijd de tijd waarbinnen de leerlingen aan de begeleidende leerkracht(en) zijn toevertrouwd, individueel of in groep. Het gaat dus niet over de onderwijsopdracht of de prestaties van de leerkrachten. We onderscheiden drie betekenissen : 3.1 De tijd die nodig is om een leerplan (doelen van een leergebied) te realiseren gedurende van het basisonderwijs. Dit is de taak van de leerplanmakers. 3.2 De onderwijstijd zoals de school die organiseert of verdeelt. 3.3 De tijd die de leerkracht voor zijn leerlingengroep en voor de individuele leerlingen bepaalt. Hier gaat het om de verroosterde tijd op het concreetste niveau van de klaspraktijk : de tijd die de leerkracht aangeeft in de jaarplanning, het klasboek, de individuele begeleidingsplannen. 4. Een verdeelsleutel die aansluit bij de leerplannen 4.1 De noodzakelijk geachte tijd wordt in een globale procentuele raming uitgedrukt. Vanuit de leerplannen geldt de volgende ruwe verdeling : - Wereldoriëntatie : 20 à 25 % - Wiskunde : 20 à 25 % - Nederlands (Moedertaalopvoeding) : 20 à 25 % - Godsdienst : 10 % - Muzische opvoeding : 10 à 15 % - Bewegingsopvoeding Schrift : 10 % 4.2 Voor Frans dient ten minste 8 procent van de tijd voorzien. Dat komt in de praktijk overeen met ten minste 112 minuten of tussen twee en drie lestijden op weekbasis. Die tijd kan worden vrijgemaakt door, evenredig met de algemene verdeelsleutel, de voorziene tijd voor de andere leergebieden te verminderen. Voor Godsdienst wordt daarop een uitzondering gemaakt. 4.3 Voor het kleuteronderwijs geldt alleen het principe dat je als leerkracht elk kind in zijn verschillende aspecten van ontwikkeling tracht te ondersteunen en dat daarvoor de nodige tijd wordt uitgetrokken. 4.4 Toelichting bij de leergebieden en de leerplannen 4.4.1 Godsdienst Voor dit leergebied zijn er geen decretale ontwikkelingsdoelen en eindtermen. In het katholiek kleuter- en lager onderwijs biedt Godsdienst aan leerlingen een vorming en een levensbeschouwelijk perspectief dat in het hele onderwijsaanbod is verwerkt. Dat vindt plaats in lesactiviteiten Godsdienst, het is ook geïntegreerd in diverse andere lessen, in school-activiteiten, animatieprojecten, vieringen enz 4.4.2 Bewegingsopvoeding en Schrift Bij bewegingsopvoeding gaat het vooral om het ontwikkelen van de motorische competentie, van een gezonde, fitte en veilige levensstijl en een positief zelfbeeld en een goed sociaal functioneren. De ontwikkeling van de fijne motoriek of de klein-motorische vaardigheden krijgt vooral in het leerplan Schrift expliciete aandacht. Omdat de klemtoon in beide leerplannen op de psychomotorische ontwikkeling ligt, brengen we ze hier onder één noemer. In de praktijk zal schrift altijd maar een klein deel van de tijd voor bewegingsopvoeding opeisen. In de aanvangsjaren van de lagere school zal voor het zogenaamde aanvankelijk schrijven wekelijks een systematisch oefenmoment van bijvoorbeeld een half uur worden voorzien, voor de andere groepen of leerjaren 3110 onderwijstijd 2

komt schrift geïntegreerd aan bod. Bewegingsopvoeding heeft ook een muzische dimensie, in de vorm van bewegingsexpressie. Wat daarrond op school wordt aangeboden, staat in het gelijknamige onderdeel van het leerplan Muzische opvoeding. De tijd die voor muzische opvoeding is voorzien, slaat dus ook op dat bewegingsaspect. In verband met bewegingsopvoeding dient opgemerkt dat de voorziene tijd niet per definitie gelijk staat met een wekelijkse lesopdracht die voor elke klas aan een leermeester wordt toegewezen. Bijvoorbeeld in het leren zich vaardig en veilig bewegen in het verkeer. De voorziene tijd heeft dan ook met die geïntegreerde activiteiten te maken. 4.4.3 Muzische opvoeding Dit leergebied omvat de volgende domeinen en overeenkomstige deelleerplannen : bewegingsexpressie, beeldopvoeding, muzikale opvoeding, muzisch taalgebruik en opvoeding in dramatisch spel. Muzische opvoeding is dus meer dan wat men er traditioneel onder verroosterde, nl. beeldende en muzikale opvoeding. De verruiming heeft als effect dat de voorziene tijd voor muzische opvoeding dient uitgebreid. De decretale ontwikkelingsdoelen en eindtermen onderscheiden bij het muzische ook een domein media. Het muzisch gebruik van media zit in onze deelleerplannen van muzische opvoeding verweven (zie leerplan Media-opvoeding). Andere aspecten van mediaopvoeding zitten in het aanbod van verschillende leergebieden, vooral in wereldoriëntatie en taalopvoeding. 4.4.4 Nederlands (Moedertaalopvoeding) Een belangrijke verschuiving is de aandacht voor het mondeling taalgebruik in de vorm van luisteren, en spreken, en dat doorheen de hele basisschool. Aan mondeling taalgebruik dient ten minste de helft van de tijd-voor-taal (over alle jaren heen) te worden besteed. De taalbeschouwing dient vooral het taalgebruik in al zijn vormen (luisteren, spreken, lezen en schrijven) te ondersteunen. Dat wil zeggen dat taalbeschouwing het communicatief en functioneel taalgebruik dient te bevorderen : het is geen apart vak. Voor taalopvoeding in het algemeen geldt overigens dat er behalve via een systematisch onderwijsaanbod, vooral ook op een geïntegreerde manier aan gewerkt wordt. De onderwijstijd voor Nederlands valt met andere woorden niet volledig samen met verroosterde taalactiviteiten. 4.4.5 Frans Anders dan voor Nederlands gaat bij Frans vrijwel alle tijd naar het mondeling taalgebruik. Maar altijd gaat de aandacht naar het communicatief en functioneel gebruik van de vreemde taal. 4.4.6 Wiskunde Dit leergebied bevat de volgende domeinen : getallenkennis, bewerkingen, meten en metend rekenen, meetkunde, domeinoverschrijdende doelen i.v.m. problemen oplossen, communiceren in wiskunde en wiskundige leertaken leren aanpakken. Net als voor taal, geldt ook voor wiskunde dat de integratie in wereldoriënterend onderwijs essentieel is om de functionaliteit van de leerinhouden te laten ervaren. Het is eveneens zo dat de tijd die de leerlingen met wiskunde bezig zijn, niet samenvalt met wiskundelessen. Dat is bijvoorbeeld zeer zeker het geval bij het onderwijs aan de jongste leerlingen. 3110 onderwijstijd 3

4.4.7 Wereldoriëntatie In wereldoriëntatie exploreren de kinderen alle dimensies van leven en samenleven. In die zin sluit wereldoriëntatie ook zogenaamde educaties in ; aspecten van verkeerseducatie, gezondheidsopvoeding, levenshouding, leren omgaan met technologie en media, enz. komen aan bod binnen de verschillende bestaansdimensies. In het leerplan staat in die zin ook dat minstens een vierde van de onderwijstijd dient besteed te worden aan de realisering van de doelen voor wereldoriëntatie. 4.4.8 Leergebiedoverschrijdende doelen Alle leerplannen wijzen de algemene of leergebiedoverschrijdende doelen een belangrijke plaats toe Voor die doelen wordt geen apart deel van de onderwijstijd vooropgesteld. In de geraamde tijd voor de realisatie van de leerplannen zit immers de tijd om aan de leergebiedoverschrijdende doelen te werken. 4.5 Tijdsverdeling over de leerlingengroepen en de leerjaren heen De hiervòòr opgegeven tijdsverdeling (zie 4.1) slaat op de verdeling van de ruim 9 000 lestijden basisonderwijs (36 schoolweken x 28 x 9 jaar) over de verschillende leergebieden. 4.5.1 Vragen de leergebieden in alle leerlingengroepen evenveel aandacht? Het antwoord is voor de hele basisschool positief. In de voorgestelde verdeelsleutel zit evenwel ook speelruimte om voor bepaalde leerlingengroepen wat meer of minder tijd te voorzien. Voor Nederlands kan bijvoorbeeld in de eerste leerjaren, waar het leesonderwijs veel aandacht vraagt, meer voor de bovengrens van de 20 à 25 procent gekozen worden, terwijl er in de vierde klas iets minder tijd voor Nederlands verroosterd wordt. Wel is het zo dat de individuele school eigen accenten kan leggen, naargelang van haar specifieke leerlingenpopulatie (die bijvoorbeeld zeer taalzwak is). Het schoolbestuur en het team kunnen in die zin wijzigingen aanbrengen aan de aangegeven verdeelsleutel. Overigens is daarvoor al in de opgegeven verdeelsleutel ruimte geschapen ( à procent). 4.6 De verdeling van de tijd in het kleuteronderwijs Er dient naar gestreefd dat bij de begeleiding van de kinderen elk kind de tijd krijgt die het nodig heeft om als persoon in al zijn dimensies te ontwikkelen. Die tijd is in het kleuteronderwijs vooral gekoppeld aan activiteiten of een aanbod : spelmomenten, werken in hoeken die de kinderen zelf kiezen, samen de vele facetten van een thema verkennen, een vaardigheid begeleid oefenen, speciale belevings- en expressiemomenten, enz. De leerkracht laat de keuze en de duur van dat aanbod aansluiten bij de betrokkenheid van de kinderen op wat in en om ze gebeurt, en in het bijzonder bij wat elk kind nodig blijkt te hebben. Wat de leerkracht observeert bij de kinderen vormt daarbij het directe aanknopingspunt. 5 Organisatie Als de school in het kader van de schoolwerkplanning een concrete tijdsverdeling opmaakt, doet ze dat altijd voor bepaalde leerlingengroepen. Maar het kan ook anders. De school kan ook een programma opstellen voor leerlingengroepen van twee of drie jaar, met daarbinnen een min of meer gedifferentieerd programma. De organisatie van de onderwijstijd is met andere woorden gekoppeld aan de structuur of organisatie van de leerlingengroepen op school. 3110 onderwijstijd 4

5.1 Binnen een jaarklassensysteem Wat er voor elke leerlingengroep op het programma staat, kan in veel gevallen worden afgeleid uit de leerlijnen van de leerplannen. We verwijzen daarvoor naar de leeftijdskolommen en de streepjescodes naast de doelen in de leerplannen. De beperkingen van het jaarklassensysteem trachten de leerkrachten enigszins te ondervangen door binnen de jaarklas de leerlingen gedifferentieerd onderwijs te geven (binnenklasdifferentiatie) zie rubriek zorgbreedte (SWP 2201/1 e.v.) 5.2 Binnen alternatieve systemen De alternatieven voor het jaarklassensysteem bestaan meestal hieruit dat leerlingen eerst in basisgroepen worden geplaatst met ruime leeftijdsgrenzen. Bijvoorbeeld van twee of drie jaar. Daarbinnen wordt dan op verschillende manieren gegroepeerd. Voor sommige activiteiten wordt gewerkt met heterogene groepen qua leeftijd en vorderingen. Voor andere activiteiten (curriculumonderdelen) worden leerlingen met min of meer gelijke kenmerken (bijvoorbeeld vorderingen) in kleine groepen gegroepeerd en krijgen ze een aangepast programma. Een minder ingrijpende afwijking van het jaarklassensysteem bestaat erin dat de jaarklas als basisstructuur behouden blijft, maar dat op bepaalde momenten voor bepaalde leergebieden of activiteiten de klas doorbroken wordt (zie ook 6.1.6). Op die momenten wordt dan niet naar leeftijd, maar naar vorderingen of belangstelling gegroepeerd. Alle alternatieven voor het jaarklassensysteem maken de organisatie van het onderwijs, en meteen ook de organisatie van de onderwijstijd, voor het schoolteam veel complexer. Maar tegenover die planningslast staat dan weer dat het onderwijs en de onderwijstijd meer op de maat van de ontwikkeling van de leerlingen kan worden gesneden. 6 Organisatie van de onderwijstijd voor een leerlingengroep of klas 6.1 Respecteer de algemene verdeelsleutel (zie 4.1) De tijdsbesteding kan worden gerealiseerd via een vast rooster voor één of twee weken of via een planning voor een langere periode, maar altijd dienen alle leergebieden in de passende verhouding aan bod te komen. 6.2 Zoek een evenwicht tussen een vaste (zich herhalende) en een flexibele toepassing van het rooster Door dat evenwicht zorg je ervoor dat de planning doorzichtig en beheersbaar is én dat flexibel kan worden ingespeeld op wisselende behoeften (de actualiteit, de belangstelling van de leerlingen, de tijd die nodig is om een thema eens grondig aan te pakken, ). 6.3 Maak blokken voor leergebieden. Zo kun je de horizontale samenhang van de leerdomeinen uit een leergebied tot zijn recht laten komen. Zorg er met andere woorden voor dat de tijdseenheden waarmee je een rooster opbouwt de versnippering of compartimentering van het onderwijsaanbod niet in de hand werken. Maak van de leerdomeinen (onderdelen van leergebieden) geen vakjes. Maak bijvoorbeeld in het lager onderwijs een onderwijseenheid - voor Nederlands en niet voor spreken, luisteren, enz. - voor wiskunde en niet voor metend rekenen, meetkunde, enz. - voor wereldoriëntatie en niet voor ruimte, natuur, tijd, enz. - voor muzische opvoeding en niet voor muzikale opvoeding, bewegingsexpressie, dramatisch spel, enz. Deze stap naar een geïntegreerd aanbod vergemakkelijkt ook de realisatie van leergebiedoverschrijdende doelen. 6.4 Voorzie naast tijd voor leergebiedgebonden activiteiten, ook tijd voor uitgesproken geïntegreerd werken. Beide systemen hebben zo hun mogelijkheden. 3110 onderwijstijd 5

Bij leergebiedgebonden activiteiten kun je als leerkracht gemakkelijk volgens een cursorische leerlijn of stap voor stap aan een leerdoelenpakket werken. Bij geïntegreerde onderwijseenheden worden de grenzen van leerdomeinen en/of leergebieden doorbroken. Het uitgangspunt is vaak een bepaald thema, een project, een animatiemoment, Het aandeel van het geïntegreerde pakket in de hele onderwijstijd is vooral bij de jongste leerlingen vrij groot. Bij onderwijs aan kleuters, die de werkelijkheid zeer uitgesproken in haar totaliteit ervaren, is het aanbod daarom ook niet in lessen opgedeeld. De kinderen doen er ervaringen op met alle aspecten van een thema of een belangstellingscentrum. Er is vrij spel met keuzeactiviteiten. De kinderen werken in hoeken die volgens het belangstellingscentrum worden ingericht. Begeleide en vrije activiteiten volgen elkaar op een natuurlijke wijze op. Vanaf het eerste leerjaar gaat het geïntegreerde aanbod afnemen om plaats te maken voor meer leergebiedgebonden onderwijseenheden. Dat sluit ook aan bij de psychologische ontwikkeling van de kinderen, bij hun vermogen om de wereld binnen een bepaalde structuur te verkennen. Maar ook bij de toename van de kennis en vaardigheden die (deels) systematisch moeten geleerd worden. 6.5 Voorzie ruimte voor een gedifferentieerd aanbod en voor zorgverbredende activiteiten. Vooreerst is er de verschillende tijd die de ervaren leerkracht spontaan aan zijn leerlingen besteedt tijdens foutenanalyses, voor een bemoedigend gesprek, voor een hernieuwde uitleg, enz. Die subtiele verdeling van tijd en aandacht is een vorm van differentiatie. Het is niet de meest in het oog springende, maar daarom niet de minst ingrijpende. Daarnaast kun je ook op een meer georganiseerde manier differentiëren, vooral naar tempo of naar aanpak. Dan voorzie je in het rooster systematisch momenten voor extrahulp (en tijd). Denk aan een keuze-uur, een remediërings- of verdiepingsblok voor biijvoorbeeld taal en wiskunde, differentiatie via contractwerk, enz. Op zulke differentiemomenten dienen ook niet alle leerlingen met hetzelfde leergebied bezig te zijn. De ene leerling kan bijvoorbeeld iets van wiskunde inoefenen, terwijl een andere een tekst samenvat, en nog een andere met de hulp van de leerkracht een taak i.v.m. spelling uitvoert. 6.6 Overweeg de mogelijkheid om klasdoorbrekend te werken. Je kunt veel samen beleven tijdens animatiemomenten, crea- of muzo(namid)dagen, weekopeningen en sluitingen. Om in het bijzonder de beschotten of drempels tussen kleuterschool en lagere school te verkleinen, is een groepering van de oudste leeftijdsgroep van de kleuterschool en het eerste leerjaar van de lagere school voor sommige activiteiten een goede zaak. 6.7 Spreid de activiteiten of onderwijseenheden volgens het leerproces en de betrokkenheid van de leerlingen. De reglementering met betrekking tot de dagindeling biedt de schoolleiding en het team alle ruimte. De enige richtlijn bestaat erin dat de lessen ten vroegste om 8 uur kunnen beginnen, ten vroegste eindigen om 15 uur, ten laatste eindigen om 17 uur, en dat er een middagpauze moet zijn van ten minste 1 uur. (Besluit Vlaamse Regering tot organisatie van het schooljaar in het basis- en secundair onderwijs 11 juli 1991). 3110 onderwijstijd 6

3110 onderwijstijd 7