Klasrapport IDP

Transcriptie

1 Dienst Curriculum & vorming Guimardstraat BRUSSEL Basisschool Toermalijn Lichtaartseweg Olen klas 6A

2 Katholiek Onderwijs Vlaanderen, 2016 Deze brochure is een intern document. De gegevens mogen niet vrijgegeven worden zonder toelating van het schoolbestuur en Katholiek Onderwijs Vlaanderen.

3 Inhoud Inleiding Gedifferentieerde rapportering Observatieopdracht WO en spreekproef NL: jij doet volgend jaar toch (opnieuw) mee? Klasresultaten Nederlands Kerndictee Lezen Luisteren Spreken Taalbeschouwing Klasresultaten Wereldoriëntatie 18 Observatieopdracht Onlineproef Klasresultaten Wiskunde Bewerkingen 23 Getallenkennis Meetkunde Meten en metend rekenen Leerlingresultaten 32 3

4 Inleiding In het schoolrapport vind je de resultaten van je school in vergelijking met de gemiddelde resultaten van de Vlaamse katholieke basisscholen die dit schooljaar aan de interdiocesane proeven (IDP) deelnamen. In dit klasrapport vind je de resultaten van je eigen klas. We leggen je hieronder uit hoe je die resultaten kunt interpreteren. De resultaten van IDP zijn outputgegevens waarmee de school haar eigen werking kan beoordelen. Ze helpen een antwoord te vinden op de vraag of men met het hele team erin slaagt de leerplandoelen, en dus ook de eindtermen, doorheen de leerjaren van de basisschool bij de leerlingen te realiseren. Je kunt de resultaten gebruiken bij de evaluatie van de schoolwerking over een deel van de doelen van de getoetste leergebieden. Voor een volwaardige evaluatie moet het team veel andere gegevens naast de toetsresultaten leggen. Interessant aan IDP en aan dit rapport is dat je de resultaten van de eigen school met die van veel scholen, die vanuit dezelfde leerplannen werken, kunt vergelijken. Voor bepaalde aspecten zal je als team vaststellen dat je onder of boven het gemiddelde landt. Dat is een aanknopingspunt voor een analyse van de eigen schoolresultaten. Daar kan de zoektocht naar de oorzaken beginnen. Om de werkelijke waarde van de eigen school te kunnen beoordelen, is het aangewezen om zich met 'de eigen familie' of de referentiegroep te vergelijken. Dat wil zeggen: met een groep scholen die met een vergelijkbare leerlingenpopulatie of onder gelijkaardige omstandigheden werkt. Vandaar dat we in het schoolrapport niet alleen het Vlaams gemiddelde ter vergelijking aanbieden, maar ook het gemiddelde van de referentiegroep waartoe jouw school behoort. Wie boven het gemiddelde van zijn referentiegroep scoort, doet het beter dan verwacht op basis van het leerlingenprofiel van de SES-indicatoren. Ook al scoor je als school misschien onder het Vlaams gemiddelde. Wie echter onder het gemiddelde van de referentiegroep scoort, weet alvast dat de zwakke score niet enkel aan de SES-indicatoren moet worden toegeschreven. Je wordt in de vergelijking van je resultaten geholpen doordat in je rapport de standaardafwijking wordt aangegeven. Die bepaalt of je score opvallend beter of slechter is dan de scholen van je referentiegroep. Des te meer moet je dan als school nagaan of er aan de onderwijspraktijk kan worden gesleuteld. Namens het IDP-team van Katholiek Onderwijs Vlaanderen hopen we dat dit rapport een goede aanzet geeft om voor de kwaliteit van je school zorg te dragen. Anne Verhoeven Teamverantwoordelijke basisonderwijs Ria De Sadeleer Directeur Dienst Curriculum & vorming 4

5 Gedifferentieerde rapportering Dit rapport brengt de resultaten van de leerlingen gedifferentieerd in beeld. Leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeften kunnen op hun manier meedoen aan de proef, zodat ook zij de kans krijgen om te tonen welke kennis en vaardigheden ze beheersen. Het gaat om leerlingen die redelijke aanpassingen (RA) gebruiken of een individueel aangepast curriculum (IAC) volgen. Enkel een leerling die beschikt over een verslag dat toegang geeft tot het buitengewoon onderwijs kan een individueel aangepast curriculum volgen in het gewoon onderwijs. De resultaten van de school en van de referentiegroep worden enkel berekend op de leerlingen die de proef op een gestandaardiseerde manier afleggen. Anders heeft de gebruiker geen vergelijkingsbasis. De gegevens van de leerlingen met redelijke aanpassingen of een individueel aangepast curriculum worden in het rapport niet bij de andere gegevens gevoegd. Ze mogen noch bij de resultaten van de school noch bij de resultaten van de referentiegroep terechtkomen. Voor de rapportering is het dus belangrijk dat we weten welke leerlingen de proeven op een gestandaardiseerde manier afleggen, welke leerlingen redelijke aanpassingen gebruiken of een individueel aangepast curriculum volgen. In een apart rapport, beschikbaar op de website, vind je een overzicht van de resultaten van de leerlingen met redelijke aanpassingen of een individueel aangepast curriculum in je referentiegroep. * Heeft het zin klasresultaten binnen de school of scholengemeenschap te vergelijken? Het IDP-klasrapport bevat de scores gegroepeerd per klas. Daar moet je zeer omzichtig mee omgaan. Het is in elk geval niet de bedoeling om leerkrachten met elkaar te vergelijken. Leerlingengroepen kunnen immers erg van elkaar verschillen. Bovendien zijn de resultaten van de leerlingen de vrucht van hun voorbije schoolloopbaan en niet enkel van het zesde leerjaar. * Zijn de resultaten bruikbaar voor de evaluatie van de leerlingen? Een leerkracht kan het overzicht van de resultaten van zijn klas gebruiken bij het reflecteren over de effecten van zijn aanpak. Zo vraagt hij zich bijvoorbeeld af of hij erin geslaagd is om vrijwel iedereen de minimumdoelen te helpen bereiken. Al bij al ligt het zwaartepunt van de analyse van de IDP-resultaten toch op het proces van de schoolzelfevaluatie. Dat wil zeggen: op de gezamenlijke reflectie op de resultaten, in het vooruitzicht van verbeteringen van de onderwijspraktijk doorheen de hele basisschool. Het overzicht van de individuele leerlingenresultaten kunnen leerkrachten gebruiken om na te gaan hoever elke individuele leerling, op het einde van het zesde leerjaar, staat. Het toetsresultaat van de leerling wordt dan in de eindevaluatie meegenomen, naast veel andere gegevens. Leerkrachten hebben namelijk veel manieren om zich een beeld te vormen van wat een leerling kent en kan en van wie de leerling is. Vooral wie gedurende vele jaren ervaring met leerlingengroepen kan opdoen, kan redelijk goed inschatten wat het resultaat op een eindtoets (wel en niet) zegt. Zo'n leerkracht denkt er ook niet aan om de IDP-score zonder meer op het rapport van de leerling over te schrijven. Die score is, zoals gezegd, maar een deel van het hele verhaal van de leerling. 5

6 Observatieopdracht WO en spreekproef Nederlands: jij doet volgend jaar toch (opnieuw) mee? Met de observatieopdracht wereldoriëntatie komen we tegemoet aan het evalueren van doelen die niet in de online proef kunnen worden getoetst, maar die daarom niet minder belangrijk zijn. De observatieopdrachten kunnen gaan over het aanduiden van plaatsen op de globe, het uitvoeren of het presenteren van een experiment, het inzetten van media bij het opzoeken en delen van informatie Dit schooljaar boden we de kans om belangrijke vaardigheden in verband met de bestaansdimensie mens en ruimte te observeren. De leerlingen maakten kennis met een website die toont hoeveel vliegtuigen er zich op een bepaald moment in het luchtruim bevinden. Bij het uitvoeren van de observatieopdracht demonstreren leerlingen vaardigheden die ze in de online proef niet aan bod kunnen laten komen, zoals bijvoorbeeld werken met een kompas. Leerkrachten krijgen op hun beurt zicht op hoe brede doelen geëvalueerd kunnen worden. De observatieopdracht wereldoriëntatie werd dit schooljaar gekoppeld aan doelen van het leerplan Nederlands spreken. Deze doelen worden zo in een functionele context aangeboden: de kinderen maken bij de motiverende spreekopdracht gebruik van de informatie de ze opzochten voor de observatieopdracht WO. Dat sluit aan bij de geïntegreerde manier van werken die centraal staat in het nieuwe leerplan voor het basisonderwijs Zin in leren! Zin in leven!. In de toekomst zullen we nog meer inzetten op geïntegreerde opdrachten, waarbij verschillende leergebieden aan bod zullen komen. Jij doet volgend jaar toch ook mee? 6

7 Klasresultaten Nederlands Totaaloverzicht Leerdomein in % Klas (*) School Vlaanderen Ref.groep (**) Kerndictee Lezen Luisteren Spreken Taalbeschouwing * De getallen in groen en rood geven het verschil aan tussen het gemiddelde van de klas en dat van de referentiegroep. Positieve verschillen staan links in het groen. Negatieve verschillen staan rechts in het rood. **Om onze referentiegroep te kennen, zie schoolrapport. 7

8 Kerndictee Leren spellen is een onderdeel van leren schrijven. De spelling staat in dienst van het schrijven. Op het einde van het basisonderwijs willen we dat elk kind de spelling beheerst om op zijn niveau schriftelijk te kunnen communiceren. We gebruiken in de proef vooral hoogfrequente woorden zoals die zijn opgenomen in de woordfrequentielijst van Goessaert (2004). Aantal ingeschreven leerlingen: 23 Aantal leerlingen die deelnamen aan de gestandaardiseerde proef Kerndictee: 23 Gestandaardiseerde proef (*) Aantal woorden juist Aantal leerlingen % leerlingen Cum. % Gem. % Cum. % Gem. % klas school school Vlaanderen Cum. % Vlaanderen Gem. % ref.groep Cum. % ref.groep 20/20 2/ /20 5/ /20 5/ /20 0/ /20 3/ /20 2/ /20 2/ /20 1/ /20 0/ /20 1/ /20 1/ /20 0/ /20 0/ /20 0/ /20 0/ /20 0/ /20 0/ /20 0/ /20 0/ /20 1/ /20 0/ * Het is mogelijk dat de cumulatieve percentages verschillend zijn van 100%. Dit heeft te maken met afrondingen. 8

9 9

10 Lezen Leesonderwijs leidt ertoe dat leerlingen vaardige en kritische lezers worden. Zulke lezer neemt zowel talige boodschappen als niet-talige boodschappen en communicatieve elementen waar. Hij probeert ze te begrijpen, te interpreteren, te beoordelen en te integreren. De leesproef vertrekt steeds van een leesdoel. De vragen bij een tekst staan in functie van dat doel. Aantal ingeschreven leerlingen: 23 Aantal leerlingen die deelnamen aan de gestandaardiseerde proef Lezen: 23 Gestandaardiseerde proef Vraag Aantal juiste antwoorden klas in % school in % Vlaanderen in % referentiegroep in % 62 16/ / / / / / / / / /

11 11

12 Luisteren Luisteren en spreken zijn onlosmakelijk verbonden. We evalueren ze dan ook best in brede communicatieve situaties. Op het einde van de basisschool kan en wil een kind de boodschap van de anderen waarnemen, begrijpen en verwerken. Voor luisteren is toetsen geen eenvoudige zaak. Door uit te leggen over welke luisterdoelen het in een bepaalde toets precies gaat, waarvoor een toets dient, zetten we een stap in de goede richting. Aantal ingeschreven leerlingen: 23 Aantal leerlingen die deelnamen aan de gestandaardiseerde proef Luisteren: 23 Gestandaardiseerde proef Vraag Aantal juiste antwoorden klas in % school in % Vlaanderen in % referentiegroep in % 27 9/ / / / / / / / / /

13 13

14 Spreken Spreken evalueren is niet mogelijk met een gewone meerkeuzetoets, kan enkel individueel of in kleine groepjes en is vaak tijdrovend. Met een korte spreekproef, gekoppeld aan de observatieopdracht van WO, willen we toch nagaan of kinderen een boodschap mondeling kunnen overbrengen. In die spreekproef observeert de leerkracht of kinderen een persoonlijk verslag kunnen uitbrengen van een behandeld onderwerp en of ze over dit onderwerp een vraag kunnen beantwoorden. Aan de hand van een kijkwijzer scoort de leerkracht verschillende aspecten van de spreekvaardigheid van de leerling. Aantal ingeschreven leerlingen: 23 Aantal leerlingen die deelnamen aan de gestandaardiseerde proef Spreken: 23 Gestandaardiseerde proef (*) Aantal woorden juist Aantal leerlingen % leerlingen Cum. % Gem. % Cum. % Gem. % klas school school Vlaanderen Cum. % Vlaanderen Gem. % ref.groep Cum. % ref.groep 30/30 0/ /30 0/ /30 0/ /30 0/ /30 0/ /30 0/ /30 0/ /30 2/ /30 3/ /30 3/ /30 2/ /30 5/ /30 1/ /30 3/ /30 2/ /30 1/ /30 1/ /30 0/ /30 0/ /30 0/ /30 0/ /30 0/ /30 0/ /30 0/ /30 0/ /30 0/ /30 0/ /30 0/ /30 0/ /30 0/ /30 0/ * Het is mogelijk dat de cumulatieve percentages verschillend zijn van 100%. Dit heeft te maken met afrondingen. 14

15 15

16 Taalbeschouwing Taalbeschouwing is de overkoepelende term waaronder elke activiteit valt waarbij op aspecten van taal gereflecteerd wordt. Hoe functioneert taal in communicatie en hoe gebruiken mensen taal als ze luisteren, spreken, lezen en schrijven (taalgebruik)? Hoe zit de taal in elkaar (taalsystematiek)? Het streefdoel is om kinderen te laten nadenken over taalverschijnselen. Aantal ingeschreven leerlingen: 23 Aantal leerlingen die deelnamen aan de gestandaardiseerde proef Taalbeschouwing: 23 Gestandaardiseerde proef Vraag Aantal juiste antwoorden klas in % school in % Vlaanderen in % referentiegroep in % 72 20/ / / / / / / / / /

17 17

18 Klasresultaten Wereldoriëntatie Totaaloverzicht Leerdomein in % Klas (*) School Vlaanderen Ref.groep (**) Onlineproef * De getallen in groen en rood geven het verschil aan tussen het gemiddelde van de klas en dat van de referentiegroep. Positieve verschillen staan links in het groen. Negatieve verschillen staan rechts in het rood. **Om onze referentiegroep te kennen, zie schoolrapport. 18

19 Onlineproef De vragen peilen naar kennis, inzichten en vaardigheden die van leerlingen op het einde van het zesde leerjaar mogen verwacht worden. Sommige invulvragen refereren naar leerplandoelen waarbij aan de leerlingen gevraagd wordt om een voorbeeld, een verklaring, een verband, een vergelijking te geven. Aantal ingeschreven leerlingen: 23 Aantal leerlingen die deelnamen aan de gestandaardiseerde proef Onlineproef: 23 Gestandaardiseerde proef Vraag Aantal juiste antwoorden klas in % school in % Vlaanderen in % referentiegroep in % 1 23/ / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / / /

20 20

21 Klasresultaten Wiskunde Totaaloverzicht Leerdomein in % Klas (*) School Vlaanderen Ref.groep (**) Bewerkingen Getallenkennis Meetkunde Meten en metend rekenen * De getallen in groen en rood geven het verschil aan tussen het gemiddelde van de klas en dat van de referentiegroep. Positieve verschillen staan links in het groen. Negatieve verschillen staan rechts in het rood. **Om onze referentiegroep te kennen, zie schoolrapport. 21

22 Bewerkingen Bij bewerkingen komt het erop aan dat kinderen concrete situaties in verband brengen met bewerkingen en omgekeerd. Inzicht in de eigenschappen van bewerkingen en de relaties tussen bewerkingen is essentieel om handig te kunnen rekenen. Kinderen leren vier rekenwijzen: hoofdrekenen, cijferen, schattend rekenen en werken met de zakrekenmachine. Op het einde van de basisschool kiezen ze de meest geschikte rekenwijze om verschillende soorten vraagstukken op te lossen. Aantal ingeschreven leerlingen: 23 Aantal leerlingen die deelnamen aan de gestandaardiseerde proef Bewerkingen: 22 Gestandaardiseerde proef Vraag Aantal juiste antwoorden klas in % school in % Vlaanderen in % referentiegroep in % 1 18/ / / / / / / / / / / / / / / / / / / /

23 23

24 Getallenkennis Getallenkennis houdt zich bezig met de eigenschappen van getallen. Getallen zijn onmisbaar in alle leerdomeinen van wiskunde. Bij bewerkingen (hoofdrekenen, schattend rekenen, cijferen en de zakrekenmachine gebruiken), bij meten en metend rekenen, meetkunde en domeinoverschrijdende doelen zijn getallen een onmisbare hulp om situaties te verwiskundigen. Aantal ingeschreven leerlingen: 23 Aantal leerlingen die deelnamen aan de gestandaardiseerde proef Getallenkennis: 22 Gestandaardiseerde proef Vraag Aantal juiste antwoorden klas in % school in % Vlaanderen in % referentiegroep in % 11 17/ / / / / / / / / /

25 25

26 Meetkunde Bij ruimtelijke oriëntatie staat het verkennen van de ruimte centraal. Kinderen leren die ervaringen schematisch weergeven en interpreteren. Bij vormleer verwerven ze via verkenning van figuren belangrijke meetkundige begrippen. Ze leren over meetkundige relaties als evenwijdigheid, loodrechte stand en symmetrie. Kinderen gebruiken de verworven meetkundige begrippen en inzichten in zinvolle toepassingen. Aantal ingeschreven leerlingen: 23 Aantal leerlingen die deelnamen aan de gestandaardiseerde proef Meetkunde: 22 Gestandaardiseerde proef Vraag Aantal juiste antwoorden klas in % school in % Vlaanderen in % referentiegroep in % 52 19/ / / / / / / / / /

27 27

28 Meten en metend rekenen Het eerste deel in de leerlijn meten en metend rekenen is dingen kwalitatief leren vergelijken zonder meetinstrument en maateenheid. Geleidelijk ontstaat het inzicht dat het kwantitatieve meten bestaat uit nagaan hoeveel keer de maateenheid in het te meten voorwerp gaat. Leerlingen ervaren daarbij de nood aan een standaardmaateenheid. Op basis van referentiematen maken ze schattingen. Meten en metend rekenen is praktisch, functioneel en veelzijdig. Aantal ingeschreven leerlingen: 23 Aantal leerlingen die deelnamen aan de gestandaardiseerde proef Meten en metend rekenen: 22 Gestandaardiseerde proef Vraag Aantal juiste antwoorden klas in % school in % Vlaanderen in % referentiegroep in % 42 14/ / / / / / / / / /

29 29

30 Leerlingresultaten Ruwe score NL WO Wisk leerling Kerndictee Lezen Luisteren Spreken Taalbeschouwing Onlineproef Bewerkingen Getallenkennis Meetkunde Meten en metend rekenen max te behalen score

31 Score in procent NL WO Wisk leerling Kerndictee Lezen Luisteren Spreken Taalbeschouwing Onlineproef Bewerkingen Getallenkennis Meetkunde Meten en metend rekenen

32 Overzicht scores Leerling Leergebied Leerdomein Behaalde % Vlaanderen in % leerling 01 NL Kerndictee 80 Lezen Luisteren Spreken Taalbeschouwing leerling 01(COMP) Wisk Bewerkingen 75 Getallenkennis Meetkunde 73 Meten en metend 64 leerling 01 WO Onlineproef 80 leerling 02 NL Kerndictee 80 Lezen Luisteren Spreken Taalbeschouwing Wisk Bewerkingen 25 Getallenkennis Meetkunde Meten en metend WO Onlineproef 40 leerling 03 NL Kerndictee Lezen 71 Luisteren Spreken 61 Taalbeschouwing Wisk Bewerkingen 80 Getallenkennis Meetkunde 73 Meten en metend 64 WO Onlineproef 77 leerling 04 NL Kerndictee 80 Lezen Luisteren Spreken Taalbeschouwing Wisk Bewerkingen Getallenkennis Meetkunde 73 Meten en metend WO Onlineproef 67 32

33 Overzicht scores Leerling Leergebied Leerdomein Behaalde % Vlaanderen in % leerling 05 NL Kerndictee Lezen Luisteren 74 Spreken Taalbeschouwing 76 Wisk Bewerkingen 60 Getallenkennis Meetkunde Meten en metend WO Onlineproef 60 leerling 06 NL Kerndictee Lezen Luisteren Spreken 61 Taalbeschouwing 76 Wisk Bewerkingen Getallenkennis 77 Meetkunde Meten en metend WO Onlineproef 63 leerling 07 NL Kerndictee Lezen Luisteren 74 Spreken Taalbeschouwing Wisk Bewerkingen 80 Getallenkennis Meetkunde 73 Meten en metend WO Onlineproef 73 leerling 08 NL Kerndictee Lezen 0 71 Luisteren Spreken Taalbeschouwing Wisk Bewerkingen 55 Getallenkennis Meetkunde Meten en metend

34 Overzicht scores Leerling Leergebied Leerdomein Behaalde % Vlaanderen in % leerling 08 WO Onlineproef 50 leerling 09 NL Kerndictee Lezen Luisteren Spreken Taalbeschouwing Wisk Bewerkingen 80 Getallenkennis Meetkunde Meten en metend WO Onlineproef 93 leerling 10 NL Kerndictee Lezen 71 Luisteren Spreken Taalbeschouwing Wisk Bewerkingen Getallenkennis Meetkunde Meten en metend WO Onlineproef 73 leerling 11 NL Kerndictee Lezen Luisteren 74 Spreken Taalbeschouwing 76 Wisk Bewerkingen 60 Getallenkennis 77 Meetkunde Meten en metend WO Onlineproef 47 leerling 12 NL Kerndictee Lezen 71 Luisteren Spreken Taalbeschouwing Wisk Bewerkingen 85 Getallenkennis Meetkunde

35 Overzicht scores Leerling Leergebied Leerdomein Behaalde % Vlaanderen in % leerling 12 Wisk Meten en metend WO Onlineproef leerling 13 NL Kerndictee Lezen 71 Luisteren Spreken Taalbeschouwing 76 Wisk Bewerkingen 85 Getallenkennis Meetkunde Meten en metend WO Onlineproef 73 leerling 14 NL Kerndictee Lezen Luisteren Spreken Taalbeschouwing Wisk Bewerkingen 80 Getallenkennis Meetkunde 73 Meten en metend 64 WO Onlineproef 73 leerling 15 NL Kerndictee Lezen Luisteren Spreken Taalbeschouwing Wisk Bewerkingen Getallenkennis Meetkunde Meten en metend 64 WO Onlineproef 90 leerling 16 NL Kerndictee Lezen Luisteren Spreken Taalbeschouwing Wisk Bewerkingen 95 Getallenkennis

36 Overzicht scores Leerling Leergebied Leerdomein Behaalde % Vlaanderen in % leerling 16 Wisk Meetkunde Meten en metend WO Onlineproef 90 leerling 17 NL Kerndictee Lezen Luisteren Spreken 61 Taalbeschouwing Wisk Bewerkingen 80 Getallenkennis Meetkunde Meten en metend WO Onlineproef 83 leerling 18 NL Kerndictee Lezen Luisteren Spreken Taalbeschouwing 76 Wisk Bewerkingen 80 Getallenkennis 77 Meetkunde 73 Meten en metend WO Onlineproef 60 leerling 19 NL Kerndictee Lezen Luisteren Spreken Taalbeschouwing Wisk Bewerkingen 90 Getallenkennis Meetkunde Meten en metend WO Onlineproef 83 leerling 20 NL Kerndictee Lezen Luisteren Spreken Taalbeschouwing Wisk Bewerkingen 80 36

37 Overzicht scores Leerling Leergebied Leerdomein Behaalde % Vlaanderen in % leerling 20 Wisk Getallenkennis Meetkunde 73 Meten en metend 64 WO Onlineproef 60 leerling 21 NL Kerndictee 5 80 Lezen Luisteren Spreken Taalbeschouwing Wisk Bewerkingen 75 Getallenkennis Meetkunde Meten en metend WO Onlineproef 67 leerling 22 NL Kerndictee Lezen Luisteren Spreken Taalbeschouwing Wisk Bewerkingen 60 Getallenkennis Meetkunde 73 Meten en metend WO Onlineproef 63 leerling 23 NL Kerndictee Lezen Luisteren Spreken Taalbeschouwing Wisk Bewerkingen 60 Getallenkennis Meetkunde Meten en metend WO Onlineproef 63 37