augustus 2012 Kwaliteitskaart Coöperatief leren



Vergelijkbare documenten
Coöperatief leren (CLS) Volgens Dr. Spencer Kagan Verwerkt door Peter Steurs en Natascha Vansteelant

en een buitenkring. Voor de leerkracht Van groep 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 Stappen: Coöperatief leren

Structuren. Coöperatief leren

Workshop Coöperatief leren voor beginners

Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren

Coöperatief Leren op. Basisschool De Lier. Kwaliteitsdocument Coöperatief Leren Bs. De Lier

Stijgen/Dalen. Effectief rekenonderwijs

Beleidsplan coöperatief leren

BAS. Samenwerkend Leren Vastgesteld mei De Overstap

Coöperatieve werkvormen

Er kan pas over Coöperatief Leren gesproken worden als er gewerkt wordt volgens een aantal basisprincipes kortweg GIPS genoemd.

Coöperatief leren Verschillende werkvormen:

De golf spoelt op het strand. 1. golf 2. strand

Welke coöperatieve werkvormen gaan we aanleren?

Scholing 8 december. Wat kan je helpen? Wat helpt niet?

Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? Waarom is coöperatief leren belangrijk? Coöperatieve werkvormen

Doel: 27/11/2017. Coöperatieve werkvormen in functie van SEO en SOB Ariane Moreels

Overzicht van de coöperatieve werkvormen per leerjaar Tweede leerjaar

Schooljaar : Leerlijn Coöperatieve werkvormen binnen groepsplannen

Boekje met coöperatieve werkvormen

Les Dieren met een baan, thema vermaak

ONDERWIJS EN INNOVATIE OP DE LINDERTE

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht

Actieplan coöperatieve werkvormen.

Kijkwijzer rekenen. Gericht kijken en ontwikkelen

Tijdens de vergadering van

- Leerlijn Leren leren - CED groep. Leerlijn Leren leren CED groep

Leerlijn leren leren. Vakoverstijgend

3. Samenwerkend leren

Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten.

Onderbouw, groep 1 & 2

DENKEN DELEN UITWISSELEN (5 min.)

BIJLAGE 5 ACTIVERENDE WERKVORMEN

Checklist groep 3 4 Doorgaande lijn Daltononderwijs

Kijkwijzer (voorheen observatie instrument) ICALT. verdieping voor coach en leerkracht. leerkracht

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat

Meer doen met de rijtjesboeken

Mogelijke aandachtspunten voor het invullen van het lesevaluatieformulier

denken - delen - uitwisselen

6. Meningsvorming. doel Kritisch denken voorbereiding op een gesprek over verschillende oplossingen/meningen/enzovoort.

De valkuilen van Samenwerkend leren. In deze workshop zullen een aantal eenvoudige samenwerkingsvormen worden uitgevoerd, waarbij mn.

Inhoud. Onderwijskatern HSL HSL. 7 december Nummer 4, december Onderwijskatern. Inhoud van dit onderwijskatern:

Opbrengsten van CNV thema onderwijsdag 20 april 2016 Masterclass leerstrategieën door Karin Nijman & Inge Verstraete

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Het coöperatief leren

LEREN LEREN: WERKHOUDING EN AANPAKGEDRAG

Werken op de Arenberg

LEREN LEREN: WERKHOUDING EN AANPAK GEDRAG

Leerdoel: De leerlingen oefenen met herkennen van symmetrie van verschillende vormen.

Benodigdheden: Filmpje brein uitleg: overtuigingen en het effect op leren Kaartjes helpende en remmende gedachten, zie bijlage 1

Leerlingen leren hoe ze zelf (zonder hulp van de leerkracht) conflicten constructief kunnen oplossen.

Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase. Leerjaar 3, 15 Jaar. Leerjaar 4, 16 jaar

Een stagiaire instrueren en begeleiden bij het uitvoeren van leeractiviteiten en werkzaamheden

Vijf minuten actief met kleuters. Joyce van den Boogaard 3 februari 2016

5. Klassen-of groepsgesprek

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren

Werken met de Na-Kaarten

1. Denken-delen-uitwisselen

Arrangementen dagbesteding VSO Oriëntatiefase Verdiepingsfase Integratiefase Leerjaar 1 (de

kempelscan P2-fase Studentversie

CLS. Coöperatieve leerstrategieën

Coo peratief leren. Start van een nieuw schooljaar. Hoe een klas een echte groep wordt. RKBS DE ARENBERG

Groep 8 Basisles: Verschil in energiebronnen

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen

Leerjaar 4, 16 jaar. Leerjaar 5, 17 jaar

Speak up! Wat is JA en wat NEE?

Inhoud Een beetje overzicht

1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.

De eerste twee weken na de meivakantie!!

Wie ben jij? HANDLEIDING

Natuur in de klas product PLUS-handleiding Uit de bol gaan Groep 1 en 2

Buitenles PLUS-handleiding Kabouter IJssel Groep 1 en 2

Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? 1.1 Algemeen

Verslag Aardrijkskunde Lesvoorbereiding les 1

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Hoe observeer je in de klas?

De Vreedzame School. Sociale competentie en actief burgerschap in het basisonderwijs

Speels oefenen. Relaties tussen vermenigvuldigsommen. Vermenigvuldigen

De valkuilen van Samenwerkend leren. In deze workshop zullen een aantal eenvoudige samenwerkingsvormen worden uitgevoerd, waarbij mn.

Workshop Samen sterk leren, een win-win voor iedereen! 9.30 uur uur

Korte of lange opdrachten die gericht zijn op beheersing van de stof.

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Thema Op het vliegveld. Cursus vier, week acht deel b. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. oktober cursus vier, week acht

Trainingskaarten Zelfregulerend leren met effectieve leerstrategieën

Nederlands spreken en luisteren

Leerlijn/ontwikkelingslijn Leren leren cluster 4

Blauwe stenen leer je zo

Hoe een training in metacognitieve vaardigheden leerlingen en docenten helpt! Bijeenkomst 2

Natuur in de klas product PLUS-handleiding Spriet de slak Groep 3 en 4

Lesvoorbereiding Onderbouw (groep 1/2/3)

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

Schoolbeleid gewenst gedrag van Eenbes Basisschool De Wentelwiek

Workshop samen talenten benutten

Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken?

Werkvormen coöperatief leren

WAT IS DALTONONDERWIJS?

Leskist PLUS-handleiding Opgeruimd houdt het netjes Groep 3 en 4

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School

Ieder tweetal heeft nodig: Een kopie van de slagschipspelletjes: 1. 1A, 1B voor spel A, 2B voor spel A, 3B voor spel 3

Transcriptie:

augustus 2012 Kwaliteitskaart Coöperatief leren

Coöperatief leren WEB P a g i n a [ 2 ]

1. Inleiding Samenwerken is een belangrijke vaardigheid die leerlingen nodig hebben om goed te kunnen functioneren in de samenleving. Coöperatief leren is een uitstekende manier om deze vaardigheid in de praktijk te oefenen. Al in de kleutergroepen kan worden begonnen met coöperatieve werkvormen. Leerlingen leren met en van elkaar. Leerlingen die coöperatief leren, werken op een gestructureerde manier samen in kleine, veelal heterogeen samengestelde groepen. De achterliggende gedachte is dat kinderen niet alleen leren van de interactie met de leerkracht, maar ook van de interactie met elkaar. De leerlingen zijn actief met de leerstof bezig, ze praten er met elkaar over, waardoor de inhoud van de stof meer betekenis voor hen krijgt. Door de samenwerking in een groepje, ontwikkelen leerlingen ook samenwerkingsvaardigheden. Sterker door verschillen Binnen coöperatief leren kunnen verschillen tussen leerlingen benut worden: de sterke leerlingen zijn model voor de zwakkere leerlingen en helpen hen. Op hun beurt krijgen de sterke leerlingen meer inzicht in de leerstof door de uitleg die ze aan anderen geven. Door samen te werken, leren de leerlingen in een groep elkaar beter kennen. Er ontstaat een klimaat in de klas waarin leerlingen elkaar waarderen, begrip voor elkaar hebben en bereid zijn elkaar te helpen. Zeven sleutels Om coöperatieve leerstrategieën succesvol in een klas te implementeren zijn er zeven sleutels : Didactische structuren Teams Klassenmanagement Klasbouwers Teambouwers Sociale vaardigheden Basisprincipes GIPS Daarnaast heeft coöperatief leren vijf intrapersoonlijke functies en vijf onderwijsinhoudelijke functies: Klasbouwers (groepsversterkend op het niveau van de klas) Teambouwers (groepversterkend op teamniveau / subgroepniveau) Sociale vaardigheden Communicatievaardigheden Besluitvorming Onderwijsinhoudelijke functies Beheersing Procedureel Informatieverwerking Denkvaardigheden Informatie presenteren Coöperatief leren is een werkvorm die bij alle vakken kan worden toegepast. Coöperatief leren staat en valt bij het enthousiasme en de medewerking van de leraar en de kinderen. In traditionele klassen is er de directe instructie en een klassikale benadering van de leerstof. Wanneer een kind het juiste antwoord geeft, gaat de leraar verder met het volgende onderwerp in de veronderstelling dat alle kinderen betrokken zijn. Wanneer kinderen echter de tijd krijgen om de stof zich eigen te maken en te verwoorden, blijft meer kennis hangen en komt er meer inzicht. P a g i n a [ 3 ]

2. Materialen Onderstaande materialen zijn op school aanwezig: Uitgaven Bazalt P a g i n a [ 4 ]

3. Kijkwijzer Naam: Datum: Groep: Observeerbaar gedrag 1 2 3 4 AP 1. De leerkracht van groep 1-2 gebruikt dagelijks werkvormen van coöperatief leren, die voldoen aan GIPS. o o o o Tweepraat Dubbelrij Mix en Koppel Tweetal Coach o 2. De leerkracht van groep 3-4 gebruikt dagelijks werkvormen van coöperatief leren, die voldoen aan GIPS. o De werkvormen uit groep 1-2 o o o o Rondpraat Rondpraat op Tijd Stijgen en dalen Tweegesprek op Tijd o 3. o De werkvormen uit groep 1-4 o o o o Genummerde koppen bij elkaar Mix Tweetal Gesprek Zoek Iemand Die Beroemdhedeninterview o o P a g i n a [ 5 ]

Observeerbaar gedrag 1 2 3 4 AP 4. Bij de lesvoorbereiding zoekt de leerkracht actief naar mogelijkheden om tijdens de reguliere les passende didactische structuren te gebruiken. 5. De leerkracht plant bij de weekplanning één klasbouwer of teambouwer in. 6. In de beginfase geeft de leerkracht precies aan welke stappen de kinderen binnen iedere structuur (telkens) moeten zetten. Bij het aanleren van een didactische structuur maakt de leerkracht gebruik van picto s (1-4) of T-schema (5-8). Deze zijn zichtbaar in de klas aanwezig. 7. De leerkracht bespreekt samenwerkingsactiviteiten kort na met de kinderen, qua proces. Bij de nabespreking wordt het T-schema (groep 5-8) gehanteerd. 8. De leerkracht hanteert bij didactische structuren het aandachtsteken, zodat de leertijd efficiënt gebruikt kan worden. 9. De leerkracht hanteert bij didactische structuren structureel denktijd, zodat de leertijd efficiënt gebruikt kan worden. 10. De leerkracht hanteert bij stemvolume de termen: groepsstem, teamstem en liniaalstem. 11. Bij coöperatief leren wordt vanaf groep 3 in teams gewerkt, waarbij de plaatsen zijn genummerd. 12. Vanaf groep 3 wisselen de teams minimaal 3 keer per schooljaar van samenstelling. 13. Bij coöperatief leren wordt gebruik gemaakt van de termen oogmaatje (vanaf groep 3) en schoudermaatje. 14. De leerkracht gebruikt breinpauze activiteiten (energizers), tussen lesactiviteiten door Scoor de bovenstaande items door een kruisje te zetten in het vakje dat het meest overeenkomt met de situatie in de eigen klas. 1 = komt nooit voor 2 = komt af en toe voor / 1 keer per week 3 = komt vaak voor / meerdere keren per week / meer dan 1 keer per week 4 = dat is standaard / dat is altijd zo / elke dag / is een routine Indien het item voor jezelf een actiepunt is, zet je een kruisje in het vakje van de laatste kolom. P a g i n a [ 6 ]

P a g i n a [ 7 ]

4. Werkvormen TWEEPRAAT ZIE IK? HOOR IK? Je werkt in een tweetal Eén persoon praat, de ander luisteren Liniaalstem Je laat elkaar uitspreken Als de tijd om is wisselt de beurt P a g i n a [ 8 ]

Tweepraat 1. De leerkracht geeft een opdracht, waarop meerdere korte reacties mogelijk zijn 2. De leerkracht geeft even denktijd 3. Leerlingen werken in tweetallen 4. De leerkracht geeft aan wie mag beginnen 5. Leerling 1 geeft reactie. Hierna geeft leerling 2 een reactie, etc. P a g i n a [ 9 ]

DUBBELRIJ ZIE IK? HOOR IK? Je staat in twee rijen tegenover elkaar Je werkt met degene die tegenover je staat Alle kinderen uit één rij luisteren Liniaalstem Alle kinderen uit één rij praten Je begroet en bedankt elkaar Alle kinderen uit één rij schuiven door, op teken van de leerkracht P a g i n a [ 10 ]

Dubbelrij 1. De leerlingen staan in twee rijen tegenover elkaar 2. De leerkracht stelt een vraag en geeft denktijd 3. Rij 1 geeft een reactie 4. Rij 2 geeft een reactie 5. De leerkracht noemt het aantal plaatsen dat leerlingen uit een van beide rijen doorschuif 6. Herhalen vanaf stap 2 Dubbelrij P a g i n a [ 11 ]

MIX EN KOPPEL ZIE IK? HOOR IK? MIX Je loopt met een kaartje in de hand door de ruimte. Als je iemand ontmoet ruil je het kaartje BEVRIES Je staat stil en ruilt niet meer. Liniaalstem Tweepraat (om en om) als vervolgopdracht KOPPEL Je zoekt iemand met het kaartje dat bij jouw kaartje past. Als je een koppel hebt gevormd ga je aan de zijkant van de ruimte staan P a g i n a [ 12 ]

Mix en koppel 1. Leerlingen lopen rond met een kaartje in de hand en ruilen dit met iedereen die ze ontmoeten (MIX). Ze kijken telkens wat er op het kaartje staat. 2. Op teken van de leerkracht (BEVRIES) stoppen de leerlingen en kijken naar hun kaartje 3. Op teken van de leerkracht (KOPPEL) zoeken de leerlingen een medeleerling met een passend kaartje 4. Een gevormd koppel gaat aan de zijkant staan en voert een vervolgopdracht uit 5. Met dezelfde kaartjes wordt de werkwijze meerdere keren herhaald P a g i n a [ 13 ]

TWEETAL COACH ZIE IK? HOOR IK? Iedereen werkt in tweetallen Je maakt om de beurt een opgave Iedereen noteert de uitkomst Liniaalstemmen Je vertelt hoe je de opdracht aanpakt Complimentje of een correctie P a g i n a [ 14 ]

Tweetal coach 1. Er is een reeks opdrachten waarbij met strategieën gewerkt kan worden 2. A leest de opgave en geeft een antwoord waarbij de strategie wordt verwoord 3. B observeert en bevestigt, complimenteert, coacht 4. Beiden noteren het antwoord 5. De rollen worden opgedraaid. B leest de volgende opgave Tweetal coach P a g i n a [ 15 ]

RONDPRAAT ZIE IK? HOOR IK? Je werkt in je eigen team Eén persoon praat, de anderen luisteren Teamstem Je laat elkaar uitspreken Na een korte reactie wisselt de beurt Er kunnen meerdere rondjes worden gemaakt P a g i n a [ 16 ]

Rondpraat 1. De leerkracht geeft een gespreksonderwerp 2. Leerlingen werken in het eigen team 3. De leerkracht geeft even denktijd 4. De leerkracht geeft aan wie mag beginnen 5. Leerling 1 geeft reactie. Hierna geeft leerling 2 een reactie, dan leerling 3 en daarna leerling 4. Hierna kan er evt. nog een rondje worden gemaakt. P a g i n a [ 17 ]

RONDPRAAT OP TIJD ZIE IK? HOOR IK? Je werkt in je eigen team Eén persoon praat, de anderen luisteren Teamstem Je laat elkaar uitspreken Als de tijd om is wisselt de beurt P a g i n a [ 18 ]

Rondpraat op tijd 1. De leerkracht geeft een gespreksonderwerp 2. Leerlingen werken in het eigen team 3. De leerkracht geeft even denktijd 4. De leerkracht geeft aan wie mag beginnen 5. Leerling 1 geeft binnen de gegeven tijd een reactie. Hierna geeft leerling 2 een reactie, dan leerling 3 en daarna leerling 4. Rondpraat op tijd P a g i n a [ 19 ]

STIJGEN EN DALEN ZIE IK? HOOR IK? Na een stelling even denktijd Je gaat staan als de stelling past Je gaat zitten als de stelling niet past P a g i n a [ 20 ]

Stijgen en dalen 1. De leerkracht geeft een stelling 2. De leerlingen krijgen denktijd 3. De leerlingen die zich in de stelling kunnen vinden gaan staan (of blijven staan) STIJGEN 4. De leerlingen die zich niet in de stelling kunnen vinden gaan zitten (of blijven zitten) DALEN 5. De leerkracht geeft de volgende stelling. Stap 2-3-4 worden herhaald. P a g i n a [ 21 ]

TWEEGESPREK OP TIJD ZIE IK? HOOR IK? Je werkt in een tweetal Liniaalstem Denktijd A praat, B luistert Als de tijd om is wisselt de beurt Je laat elkaar uitspreken Korte samenvatting als spreker klaar is Compliment of correctie op de samenvatting P a g i n a [ 22 ]

Tweegesprek op tijd 1. De leerkracht geeft een gespreksonderwerp en even denktijd 2. Leerlingen werken in tweetallen 3. A geeft gedurende een vastgestelde tijd een reactie. 4. B luistert en vat samen 5. De rollen worden omgedraaid P a g i n a [ 23 ]

GENUMMERDE KOPPEN BIJ ELKAAR ZIE IK? HOOR IK? Je werkt in je eigen team Iedereen schrijft het antwoord op De koppen bij elkaar: gaan staan Teamstem Je geeft om de beurt je eigen antwoord Gekozen nummer geeft het groepsantwoord Team klaar: dan gaan zitten P a g i n a [ 24 ]

Genummerde koppen 1. De leerlingen werken in teams 2. De leerkracht stelt een vraag, alle leerlingen noteren het antwoord 3. Op teken van de leerkracht gaan de leerlingen staan en steken de leerlingen de koppen bij elkaar om de antwoorden uit te wisselen 4. Als er eenduidigheid is gaat het team zitten. 5. De leerkracht noemt een nummer, deze leerling vertelt of laat zien wat het groepsantwoord is. P a g i n a [ 25 ]

MIX-TWEETAL-GESPREK ZIE IK? HOOR IK? De looptijd wordt als denktijd gebruikt. Je loopt dus rustig rond Op teken van de leerkracht maak je een tweetal Liniaalstemmen Eén leerling vertelt (ander luistert) Je maakt een tweetal met de dichtstbijzijnde medeleerling Op teken van leerkracht wisselt de beurt P a g i n a [ 26 ]

Mix tweetal gesprek 1. De leerkracht geeft een gespreksonderwerp 2. Leerlingen lopen willekeurig door de ruimte 3. Looptijd is denktijd 4. Op teken van de leerkracht vormen leerlingen een tweetal met iemand die dichtbij staat 5. Om beurten krijgen de leerlingen gesprekstijd 6. Herhalen vanaf stap 2. Elke keer een andere gesprekspartner P a g i n a [ 27 ]

ZOEK IEMAND DIE ZIE IK? HOOR IK? Denktijd: leerlingen vullen een werkblad in Leerlingen lopen vrij door de ruimte en vormen op teken een tweetal Een leerling controleert. Als het akkoord is noteert hij zijn naam Een leerling vraagt, de andere leerling antwoordt Liniaalstem Per uitwisselbeurt slechts één vraag / antwoord De beurt wisselt en hierna vormt zich een nieuw tweetal ( high five ) P a g i n a [ 28 ]

Zoek iemand die 1. De leerlingen vullen een werkblad voor een gedeelte in 2. Leerlingen lopen rond en zoeken een partner met high five 3. A stelt één vraag en B antwoordt. A schrijft het antwoord op het eigen werkblad 4. B checkt en tekent af, hierna wisselen van rol 5. Een leerling die alles heeft ingevuld gaat zitten en is hulpbron 6. Als alle leerlingen zitten worden antwoorden met rondpraat vergeleken. P a g i n a [ 29 ]

BEROEMDHEDEN INTERVIEW ZIE IK? HOOR IK? Je werkt in je eigen team Denktijd: 2 vragen noteren Wie aan de beurt is gaat staan Teamstem Wie staat reageert op de vragen Applaus na het interview P a g i n a [ 30 ]

Beroemdheden interview 1. Je werkt in een team (4 personen) 2. De teamleden bedenken 2 vragen voor elkaar (beide vragen op een apart blaadje noteren) 3. Een beroemdheid wordt willekeurig gekozen 4. De teamleden geven hun vragen aan de beroemdheid 5. De beroemdheid selecteert vragen en beantwoordt deze 6. Als de beurt om is ontvangt de beroemdheid applaus. Hierna wisselt de beurt Beroemdheden interview P a g i n a [ 31 ]

SCHUD EN PAK ZIE IK? HOOR IK? A pakt een kaartje en geef dit aan B Denktijd na het stellen van de vraag Leerlingen kijken elkaar aan Bij elk kaartje verschuift de beurt één plaats met de klok mee B leest de vraag voor C geeft antwoord op de vraag D vat samen D geeft compliment of correctie Teamstem P a g i n a [ 32 ]

Schud en pak 1. Nummer 1 pakt de kaart uit de stapel 2. Nummer 2 leest de vraag voor 3. Nummer 3 krijgt bedenktijd en geeft antwoord 4. Nummer 4 vat samen wat nummer 3 gezegd heeft. 5. Nummer 3 zegt of de samenvatting klopt of corrigeert. P a g i n a [ 33 ]

VENSTERRUITEN ZIE IK? HOOR IK? De leerlingen maken tweetallen (schoudermaatje) De leerlingen maken individueel aantekeningen (per onderdeel) De leerkracht geeft informatie in delen De leerlingen wisselen om en om de informatie uit (tweepraat) De leerlingen gebruiken de eigen aantekeningen bij het uitwisselen van de informatie liniaalstem P a g i n a [ 34 ]

Vensterruiten 1. De leerkracht geeft een stelling 2. De leerlingen krijgen denktijd 3. De leerlingen die zich in de stelling kunnen vinden gaan staan (of blijven staan) STIJGEN 4. De leerlingen die zich niet in de stelling kunnen vinden gaan zitten (of blijven zitten) DALEN 5. De leerkracht geeft de volgende stelling. 6. Stap 2-3-4 worden herhaald. P a g i n a [ 35 ]