1-1. HET PROBLEEM Pesten en plagen worden vaak door elkaar gehaald! Het probleem is dat pesten soms wordt afgedaan als plagerij of als een onschuldig spelletje. Als je gepest bent, heb je ervaren dat pesten heel wat verder gaat en dat het kan leiden tot een zeer ongelukkig gevoel. Soms is het verschil moeilijk vast te stellen! Bijvoorbeeld: Iemand van zijn fiets aftrekken! Dat kan plagen zijn, maar ook pesten! Om te kunnen bepalen of er sprake is van plagen of pesten spelen een aantal factoren een belangrijke rol! 8
1-2. FACTOREN De factoren en de verschillen: Plagen Pesten Machtsverhouding De kinderen zijn niet bang van elkaar. Het gebeurt meestal 1 op 1. De rol van wie plaagt of geplaagd wordt ligt niet vast. Gelijke Machtsverhouding De pester heeft de macht. Het ene kind is bang van het andere. Bovendien gebeurt het vaak in groepsverband tegenover 1 persoon. Hierbij ligt de rol van pestkop en gepeste vast, alleen de rol van de omstanders kan verschillen. Scheve Machtsverhouding Weerbaarheid De kinderen kunnen elkaar aan. Slachtoffer kan zich verdedigen De gepeste voelt zich machteloos. Slachtoffer kan zich niet verdedigen Tijdsduur Het gebeurt meestal eenmalig en is onschuldig. Het is van korte duur en is te stoppen. Het gebeurt incidenteel Het gebeurt niet zomaar één keer, maar iedere dag weer, soms een jaar of langer achter elkaar en is niet te stoppen. Het gebeurt langdurig en intensief Mishandeling Het is niet bedreigend, omdat de kinderen niet bang van elkaar zijn, elkaar aankunnen en het om een incident gaat. Er is geen sprake van mishandeling Het is bedreigend, omdat het niet om een incident gaat en het gepeste kind geen kans ziet om het te stoppen. Er is sprake van mishandeling Schade Het blijft bij het voorval en heeft geen verdere gevolgen. Er is geen sprake van schade Het gepeste kind delft het onderspit en heeft (terecht) angst voor verdere gevolgen. Er is sprake van schade 9
1-3. VERSCHILLEN DIT IS PLAGEN! Samenvatting: Machtsverhouding Gelijke Machtsverhouding Weerbaarheid Slachtoffer kan zich verdedigen Tijdsduur Het gebeurt incidenteel Mishandeling Geen sprake van mishandeling Schade Geen sprake van schade Bij plagen is er sprake van incidenten en van een gelijke machtsverhouding, is er geen winnaar of verliezer, is het slachtoffer in staat zichzelf te verdedigen, en loopt het slachtoffer geen lichamelijke en/ of geestelijke schade op. Extra informatie: Plagen gebeurt spontaan en beide partijen hebben (achteraf) lol. Plagen is niet zo erg, omdat: Kinderen leren, door elkaar te plagen, om met conflicten om te gaan. Het hoort bij het groot worden. Meer hierover in Sociale Vaardigheden en Wat zijn de gevolgen? 10
1-3. VERSCHILLEN DIT IS PESTEN! Samenvatting: Machtsverhouding Scheve Machtsverhouding Weerbaarheid Slachtoffer kan zich niet verdedigen Tijdsduur Het gebeurt langdurig en intensief Mishandeling Er is sprake van mishandeling Schade Er is sprake van schade Bij pesten is er sprake van meerdere gebeurtenissen die langdurig en intensief zijn, er is geen gelijke machtsverhouding, is het slachtoffer niet in staat zichzelf te verdedigen, en loopt het slachtoffer (blijvende) lichamelijke en/ of geestelijke schade op. Extra informatie: Pesten gebeurt bewust en de pestkop heeft als doel het slachtoffer te kleineren of te kwetsen. Pesten is wel erg, omdat: Kinderen, op de lange of korte termijn, schade ondervinden op lichamelijk en/of geestelijk gebied. Bovendien vormt het vaak een probleem in de toekomst! Meer hierover in Wat zijn de gevolgen? 11
1-4. GEWELD Het probleem is dat pesten uit de hand lopen en overgaan in agressie. Dit is een vorm van geweld! Pesten is een vorm van geweld! Definitie van pesten: Pesten is het herhaaldelijk uitoefenen van lichamelijke en/of geestelijke mishandeling door één of meerdere personen op een persoon, die niet in staat is zich te verdedigen. Wat is agressie? Boosheid, verdriet, blijdschap en angst zijn de belangrijkste emoties van een mens. Psychologen beschouwen agressie niet als een emotie maar als een 'aangeleerde' gewoonte. Agressief gedrag is vaak vroeger afgekeken van anderen, van ouders bijvoorbeeld. Definitie van agressie: We spreken van agressie wanneer iemand andermans grenzen overschrijdt, bewust schade berokkent of met woede probeert iets te bereiken. Definitie van geweld: Iemand iets laten doen door gebruik te maken van dwangmiddelen. (dreigen) Met opzet schade toebrengen aan mensen en/of aan hun waardevolle spullen. Meer hierover in Hoe wordt er gepest? 12
1-5. SOCIALE VAARDIGHEDEN Volgens Stichting Jeugdzorg spreken we NIET van pesten bij kinderen tot 8 jaar! Dit komt doordat kinderen in deze leeftijdsgroep nog volop hun sociale vaardigheden aan het leren zijn. Bron: Stichting Jeugdzorg - Kinderen pesten kinderen Wat zijn sociale vaardigheden? Sociaal gedrag en weerbaarheid zijn vaardigheden die je nodig hebt om je te bewegen in de maatschappij. Meestal verloopt de ontwikkeling vanzelf, maar soms gaat de ontwikkeling niet vanzelf. Omgaan met andere mensen, je kunnen verplaatsen in een ander, vriendschappen sluiten: voor de één is dat gemakkelijker dan voor de ander. Het heeft allemaal te maken met je sociale vaardigheden. Wat is het belang van sociale vaardigheden? Als de sociale vaardigheden niet voldoende zijn ontwikkeld vallen kinderen op doordat ze buiten de groep vallen. Ze krijgen vaak problemen op school door teruggetrokken gedrag of juist doordat ze te vaak betrokken zijn bij conflicten. Een voorbeeld: Kinderen en jongeren met hoor-, spraak- of taalproblemen of met autisme, hebben er dikwijls moeite mee. Dat komt omdat zij de wereld om zich heen anders beleven of begrijpen. Daar komt nog bij dat zij zich vaak niet goed kunnen uitdrukken. Dit kan ertoe leiden dat zij gespannen zijn in de omgang met anderen en weinig zelfvertrouwen hebben. Sommigen gaan sociaal contact vermijden, terwijl ze daar juist behoefte aan hebben. Meer hierover in Ontwikkeling van de sociale Vaardigheden 13
1-5. SOCIALE VAARDIGHEDEN Ontwikkeling van de sociale vaardigheden bij kinderen van 2 tot 4 jaar: zijn. Ruzies tussen kinderen van deze leeftijd vallen niet onder het begrip pesten. Bij pesten zijn het steeds dezelfde kinderen die het slachtoffer Bij kinderen onder de vier jaar speelt dit zelden een rol. Peuters en dreumesen kunnen elkaar enorm dwars zitten. Regelmatig valt te zien dat ze elkaars speelgoed afpakken, elkaar aan de haren trekken en proberen elkaar te raken met houten blokken. Zoals kinderen alles moeten leren, moeten ze ook leren om met andere kinderen om te gaan. Af en toe ruzie, vechten om speelgoed hoort daarbij. Heel jonge kinderen kunnen zich nog niet verplaatsen in de gevoelens van een ander. Zij zijn meestal sterk op zich zelf gericht. Als ze een pop willen hebben die net wordt vastgehouden door een ander kind, willen ze deze pop pakken. Dat het andere kind dat niet zo leuk vindt, hebben ze niet in de gaten. Rond hun derde jaar beginnen veel kinderen door te krijgen hoe ze contact moeten leggen met andere kinderen. Ze merken dat het beter werkt om iets aan een ander kind te vragen dan om het meteen om te duwen. Sommige kinderen doen er lang over om te leren hoe ze met andere kinderen om kunnen gaan. Kinderen leren het meeste van de oplossingen die ze zelf uitvinden. Dat geldt ook bij het oplossen van ruzies. Het is daarom niet verstandig om kinderruzies meteen te stoppen of de kinderen een kant en klare oplossing aan te bieden. Het helpt wel om kinderen steun te geven als ze er zelf niet uitkomen. Een voorstel om om de beurt met de pop te spelen of samen met alle poppen te spelen, kan kinderen helpen bij het oplossen van hun ruzie om de pop. 14
1-5. SOCIALE VAARDIGHEDEN Ontwikkeling van de sociale vaardigheden bij kinderen van 4 tot 8 jaar: Gericht pesten komt in deze leeftijdsgroep niet zo veel voor. Wel zijn sommige kinderen populairder dan anderen. De sociale rollen in de groep liggen meestal nog niet vast. Kinderen tussen vier en acht jaar verkeren dagelijks in een groep leeftijdgenoten, of ze dat nu leuk vinden of niet. Ze doen daar veel ervaring op. Ze kijken veel naar elkaars gedrag. Ze zien hoe het ene kind iets van een ander gedaan probeert te krijgen. Ze merken dat bepaalde kinderen bijna nooit mogen meedoen met andere kinderen. Al kijkend en handelend leren ze, met vallen en opstaan, hoe je met anderen kunt omgaan. Kleuters kunnen rollen verdelen en daar hele verhalen bij bedenken. Ze leren ook steeds beter om hun spel af te stemmen op degenen met wie ze spelen. Kleuters reageren dan vooral op het gedrag van de ander. Ze gaan ervan uit dat er een direct verband is tussen iets wat er gebeurt en de emoties die je bij de ander kunt zien. Als er iets van je wordt afgepakt, word je boos en dat laat je merken: dat geldt voor iedereen. Kleuters kunnen nog niet goed inschatten hoe hun eigen gedrag invloed kan hebben op andere kinderen. In de loop van hun schooljaren leren ze dat steeds beter. Kinderen gaan ook steeds beter beseffen dat eenzelfde gebeurtenis niet bij elk kind dezelfde emotie hoeft op te roepen. Pas in de hoogste klassen van de basisschool zijn kinderen in staat om de gevoelens en eigenschappen van anderen goed te onderscheiden en te beschrijven. Om sociale vaardigheden te leren, hebben kinderen vooral elkaar nodig. Meestal slagen ze er in zelf hun ruzies op te lossen of te bepalen wie de baas mag zijn. Als dat niet lukt, moeten ze weten dat de volwassenen hen steunen. Kinderen van deze leeftijd zijn vaak al goed in staat om met de hulp van een volwassene te bekijken wat nu eigenlijk het probleem is en hoe dat opgelost kan worden. Daarbij kunnen de vier- en vijfjarigen het beste uit de voeten met eenvoudige oplossingen. Bij de wat oudere kinderen kan een beroep worden gedaan op hun invoelingsvermogen. Goede voorbeelden en een verstandige aanpak door volwassenen helpen kinderen bij het leren samenleven. 15