Geschillencommissie passend onderwijs



Vergelijkbare documenten
Jaarverslag schooljaar Landelijke tijdelijke geschillencommissie ontwikkelingsperspectief (v)so 1 augustus augustus 2014

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring (LBT) Meer informatie op

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt

ADVIES. de Stichting [naam stichting], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [de school] te [vestigingsplaats], verweerder

SAMENVATTING. de heer A, wonende te B en mevrouw C, wonende te D, hierna te noemen verzoekers gemachtigde: mevrouw mr. A.M.T.

ADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder

ADVIES. Het oordeel van de Commissie is reeds bij brieven van 10 oktober 2018 aan partijen meegedeeld.

School moet de ouder erop wijzen dat voor het vinden van een andere passende school haar medewerking nodig is. ADVIES

Adviezen voor toelating leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte

Geschil over toelating leerling. De school heeft onvoldoende invulling gegeven aan haar onderzoeksplicht. ADVIES

SAMENVATTING Geschil over toelating leerling tot mavo; VO

ADVIES. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van D, verweerder

Geschil over weigering toelating. Alleen het samenwerkingsverband kan beslissen of een leerling toelaatbaar is voor het praktijkonderwijs.

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school.

ADVIES. de Stichting B, gevestigd te L, het bevoegd gezag van C, een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs, verweerder

SAMENVATTING ADVIES. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag

SAMENVATTING ADVIES. het College van Bestuur van D, gevestigd te E, het bevoegd gezag, verder te noemen verweerder

ADVIES. in het geding tussen: [Verzoekers], wonende te [woonplaats], verzoekers, gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout

De Commissie is niet bevoegd om een oordeel te geven over een besluit van het samenwerkingsverband over toelating tot een Talentklas.

Geschillen en Passend Onderwijs

ADVIES. de Stichting voor openbaar primair onderwijs E, gevestigd te B, het bevoegd gezag van F te B, verweerder

ADVIES. Stichting C, gevestigd te C, het bevoegd gezag van basisschool D te C, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. N. Stommels

ADVIES. Stichting B, gevestigd te Houten, het bevoegd gezag van C, verweerder gemachtigde: de heer mr. S.G. van der Galiën

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw [verzoekster], wonende te [woonplaats], gemachtigde: mevrouw mr. A. Post

ADVIES. de Stichting C, gevestigd te B-Zuidoost, het bevoegd gezag van de C (de school), te B Zuidoost, verweerder

ADVIES. [verzoekster], wonende te [woonplaats], moeder van [de leerling], verzoekster, gemachtigde: [naam gemachtigde]

ADVIES. in het geding tussen: A en B, wonende te X, verzoekers,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Passend onderwijs: de praktijk van de Geschillencommissie passend onderwijs (GPO)

Het verzoek is niet-ontvankelijk omdat er (nog) geen sprake is van een situatie die op één lijn is te stellen met verwijdering.

Geschil over verwijdering. Het besluit is redelijk omdat de school niet kan voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling.

Geschillencommissie passend onderwijs (GPO)

Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering.

De verwijdering is redelijk is omdat de school niet meer kan voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling ADVIES

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster,

ADVIES. 1. Verzoekster is de moeder van F. F heeft vanaf zijn vierde jaar tot en met groep 5 onderwijs gevolgd op basisschool J, te K.

geschil over toelating leerling. Het conflictueuze verleden met de moeder is nu geen grond om de leerling niet toe te laten tot de school.

Praktijkschool heeft onvoldoende voldaan aan zijn plicht om een andere school bereid te vinden de leerling toe te laten.

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te Y, verzoekster, de Stichting B, gevestigd te Z, het bevoegd gezag van C te M, verweerder

Bezwaar toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs is ongegrond, omdat de school handelingsverlegen is geworden.

ADVIES. Stichting [verweerder], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [de school] te [vestigingsplaats],

klacht tegen samenwerkingsverband over onvoldoende dekkend onderwijsaanbod ongegrond omdat gebrek aan dekkend aanbod nog niet gebleken is

SAMENVATTING Geschil over toelating leerling tot regulier gymnasium; VO

ADVIES. F, Stichting voor Katholiek Onderwijs, gevestigd te G, het bevoegd gezag van E, verweerder

Bijlage 1. Overzicht geschillen en procedures

ADVIES. D, gevestigd te B, het bevoegd gezag van C te E, een school voor speciaal basisonderwijs, verweerder

ADVIES. in het geding tussen: Stichting [bezwaarde] te [vestigingsplaats], bezwaarde. [Samenwerkingsverband], te [vestigingsplaats], verweerder

Geschil over verwijdering twee leerlingen. School en ouders hebben geen vertrouwen meer in elkaar. Het verwijderingsbesluit is redelijk.

Geschil over verwijdering leerling. De veiligheidssituatie van de leerling is van invloed op het vinden van een andere passende school.

ADVIES. [Bestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [school1], verweerder gemachtigde: de heer drs. H.J.

Geschillencommissie passend onderwijs

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwarencommissie functiewaardering PO, VO en MBO. Meer informatie op

ADVIES. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, het bevoegd gezag van F, verweerder

de Stichting C, gevestigd te Q, het bevoegd gezag van D, locatie E te P, verweerder

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1 Inleiding. 1.1 Introductie. 1.2 Probleemstelling

Ontwijken zorgplicht door proefplaatsing af te spreken, zonder de leerling aan te laten melden, is in strijd met Wet passend onderwijs.

ADVIES. Stichting [naam], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van de school voor speciaal onderwijs [de school], verweerder

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwarencommissie functiewaardering PO, VO en MBO. Meer informatie op

in het geding tussen: de heer A en mevrouw B, wonende te C, de heer D, wonende te E, mevrouw F, wonende te G, verzoekers

Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en toekenning extra ondersteuning

Reglement Adviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring VSO clusters 3 en 4 en Praktijkonderwijs

School mag een leerling niet verwijderen als speciaal onderwijs aangewezen is en er geen tlv voor speciaal onderwijs is afgegeven.

ADVIES. in het geding tussen: de heer en mevrouw [klagers], wonende te [woonplaats], verzoekers, gemachtigde: mevrouw mr. A.M.T.

Geschillencommissie passend onderwijs (GPO)

ADVIES. het College van Bestuur van D, het bevoegd gezag van E, gevestigd te M, verweerder

Toelaatbaarheidsverklaring praktijkonderwijs is onverenigbaar met gelijktijdige toelating tot vmbo. ADVIES. in het geding tussen:

Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaringen speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs clusters 3 en 4

J A A R V E R S L A G Landelijke bezwarencommissie functieordenen hbo. Meer informatie op

Toelating en verwijdering in het kader van de ondersteuningsbehoefte. Céline Adriaansen José van Snek

ADVIES. 1. Verzoekers zijn de ouders van C, geboren op 10 november C is bekend met Cerebrale Parese.

ADVIES. de [het bestuur] te [vestigingsplaats] het bevoegd gezag van [de school], verweerder

ZORGPLICHT: WANNEER WEL EN WANNEER NIET?

ADVIES. 1) Verzoekster is de moeder van L. L zit vanaf groep 1 op E (hierna: de school). Het schooljaar zit hij in groep 5.

Geschillencommissie passend onderwijs Informatie voor ouders

ADVIES. Stichting [verweerder], gevestigd te [plaats], het bevoegd gezag van basisschool [de school], verweerder gemachtigde: mevrouw mr. A.C.M.

ADVIES. [het samenwerkingsverband], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder

Wettelijke borging De wettelijke borging van de zorgplicht zit in twee artikelen van de wet op het primair onderwijs; artikel 40, lid 3 en 4:

ADVIES. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van D te B, verweerder

J. Weessies, ambtelijk secretaris Pagina 1

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Regeling klachten en geschillen

ADVIES. in het geding tussen: De heer en mevrouw A, wonende te B, verzoekers, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van D te B

Achtergronden van de wet ( knelpunten huidig systeem) en doelen van deze wet:

ADVIES. de heer [klager] en mevrouw [klaagster], wonende te [plaatsnaam], verzoekers, gemachtigde: mevrouw mr. M.J. Zennipman

PROCEDURE KLACHTEN EN GESCHILLEN

Reglement Adviescommissie Bezwaarschriften van het Samenwerkingsverband PasVOrm

Geschil over verwijdering. Een reguliere basisschool mag een leerling vanwege fysiek grensoverschrijdend gedrag verwijderen.

Stichting Primair Passend Onderwijs Haaglanden, verder SPPOH, overweegt het volgende:

Geschil over verwijdering leerling met visuele beperking. De school heeft de resterende ondersteuningsmogelijkheden onvoldoende onderzocht.

Regeling bezwaar toelaatbaarheid

Thuisplaatsing van een leerling wordt aangemerkt als een voorgenomen verwijdering. ADVIES

AD V I ES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, hierna te noemen verzoekster

[stichting] te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [school] te [vestigingsplaats], verweerder gemachtigde: de heer mr. M.R.A.

ADVIES. de heer [verzoeker] en mevrouw [verzoekster], wonende te [plaatsnaam], verzoekers gemachtigde: de heer mr. R.F. Bakker

ADVIES. Stichting A, gevestigd te B, het bevoegd gezag van het C College, bezwaarde

ADVIES. het College van Bestuur van C, het bevoegd gezag van D, gevestigd te E, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. R.D. Harteman

ADVIES. Stichting C, gevestigd te K, het bevoegd gezag van D te K (de school), verweerder gemachtigde: mevrouw mr. I.A. Hoen

Tweede deel

Uitvoering bezwaaradviescommissie

Transcriptie:

Geschillencommissie passend onderwijs Jaarverslag schooljaar 2014-2015 1 augustus 2014 t/m 31 juli 2015

Inhoud Inhoud 2 Voorwoord 3 1 Algemene beschouwing 5 - beleidskeuzes - waarnemingen 2 De Geschillencommissie passend onderwijs 9 - wettelijke grondslag - bevoegdheid - toelatingsgeschillen tot 1 augustus 2014 - toelatingsgeschillen cluster 1/2 tot 1 augustus 2015 - integratie lwoo en praktijkonderwijs in passend onderwijs - samenstelling van de Commissie - secretariaat van de Commissie 3 De behandeling van de verzoekschriften 15 4 Samenvattingen van de oordelen 19 Bijlage I Procedure GPO 36 Bijlage II Lijst van gebruikte afkortingen 38 Bijlage III Verwijzingen naar website / hyperlinks 39 Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 2

Voorwoord Utrecht, 1 september 2015 Met ingang van 1 augustus 2014 is de Wet passend onderwijs in werking getreden. Op grond van die wet en het daarbij behorende Besluit is de Geschillencommissie passend onderwijs (GPO) ingesteld. Haar voorgangster, de Landelijke Tijdelijke Geschillencommissie Ontwikkelingsperspectief (v)so, was op 1 augustus 2013 al gestart met een deel van de werkzaamheden met name voor geschillen over het ontwikkelingsperspectief in het kader van de Kwaliteitswet (v)so. In het schooljaar 2014-2015 ontving de Commissie 51 verzoekschriften. In ruim 23% van de gevallen was duidelijk dat er sprake was van (langdurige) thuiszitproblematiek van leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs. In veel zaken bleek de zorgplicht nog een struikelblok te zijn. Scholen vonden het nog lastig te bepalen wat de zorgplicht precies voor hen betekent. Ook hebben ze moeite te bepalen op welke school de zorgplicht rust, welke (verzwaarde) onderzoekseisen met de zorgplicht samenhangen en onder welke omstandigheden aan de zorgplicht is voldaan. Een ander struikelblok voor scholen is het ontwikkelingsperspectief. In de geschillen hierover onderzoekt de Commissie of er op overeenstemming gericht overleg met de ouders is gevoerd. Met de ouders moet open en reëel gesproken zijn. Scholen bleken zich vaak niet voldoende bewust van de daarmee samenhangende verplichting om ouders zorgvuldig te informeren en voldoende bedenktijd te bieden om te beslissen of er wel of niet ingestemd wordt met het ontwikkelingsperspectief. Veel samenwerkingsverbanden en scholen kennen aan ouders een instemmingsrecht toe op het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief. Dat is niet in overeenstemming met de wet die alleen vereist dat met de ouders op overeenstemming gericht overleg plaatsvindt. Maar wat daar ook van zij, voor de Commissie is duidelijk geworden dat de begeleiding van de leerling dreigt te stagneren als ouders het niet eens zijn met het handelingsdeel. Het risico op thuiszitten is dan groot. Veel kwesties die aan de Commissie zijn voorgelegd zijn tot een oplossing gekomen. Dit blijkt ook uit de reacties van de verschillende schoolbesturen op de uitgebrachte adviezen van de Commissie. Die adviezen zijn in bijna alle gevallen overgenomen. Verschillende leerlingen zijn alsnog toegelaten tot de school van hun voorkeur of er volgde bijvoorbeeld nader onderzoek naar de (werkelijke) ondersteuningsbehoefte van de leerling. Meerdere verzoekschriften zijn ingetrokken als gevolg van tussentijds bereikte overeenstemming tussen partijen. Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 3

Laagdrempelig en snel behoort de procedure bij de Commissie te zijn. Om dit te bevorderen is er voor verzoekers via internet een formulier beschikbaar, waarmee zij het verzoekschrift per e-mail kunnen indienen. Binnen twee werkdagen maakt het secretariaat van de Commissie vervolgens de zittingsdag bij partijen bekend en stuurt daarbij het verzoekschrift digitaal door naar het betrokken schoolbestuur. De hierbij gevolgde werkwijze staat in detail op de website van Onderwijsgeschillen en leidt eigenlijk niet tot bijzonderheden. De totale behandeltermijn van tien weken is in het algemeen haalbaar gebleken. Wel heeft de Commissie de nodige beperkingen gesteld aan de verzoeken om aanhouding of uitstel. Dergelijke verzoeken kunnen alleen onder zeer bijzondere en zwaarwegende omstandigheden worden gehonoreerd vanwege het belang bij onderwijs voor de leerling die door het voorliggend besluit dreigt thuiszitter te worden of dat al is. Daarbij komt dat als ouders bezwaar hebben gemaakt bij het schoolbestuur, het schoolbestuur pas op dat bezwaar mag beslissen nadat de Commissie advies heeft uitgebracht. Er is dus alle belang bij dat een verzoek snel wordt behandeld. De behandeltermijn van tien weken is tijdens de zomervakantie lastiger te realiseren, omdat de beschikbaarheid van partijen voor een zitting beperkt is. Juist in zaken waar het aanmeldings- of verwijderingskwesties betreft hebben partijen belang bij een snel advies van de Commissie. Dit heeft ertoe geleid dat in geschillen waar sprake was van een spoedeisend belang, binnen twee werkdagen een verkort oordeel werd uitgebracht. Dit bood partijen de mogelijkheid om maatregelen te treffen, zodat de leerling na de zomervakantie zonder onderbreking zijn schoolcarrière kon voortzetten. De eerste verzoekschriften hadden nog wel eens een lange voorgeschiedenis waarin al het nodige was ondernomen om de leerling passend onderwijs te bieden. Naarmate het schooljaar verstreek, veranderde dit beeld en werden meer en meer verzoekschriften ingediend over recente kwesties. Deze zaken gingen met name over leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte uit groep 8, die niet tot de beoogde school voor voortgezet onderwijs werden toegelaten of leerlingen die van school werden verwijderd. De snelheid en betrekkelijke eenvoud van de procedure, de acceptatiegraad van de adviezen en de actualiteit van geschillen geven aanleiding te verwachten dat de toestroom van geschillen ook in het lopend schooljaar substantieel zal zijn. mr. Jacques Dijkgraaf voorzitter Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 4

1. Belangrijke bevindingen van de Commissie Bevindingen over de procedure Ervaringen tijdens de behandelingen van de geschillen zijn voor de Commissie aanleiding geweest een aantal beleidskeuzes te maken. Deze beleidskeuzes worden hieronder toegelicht. Samenwerkingsverband Bij de behandeling van de eerste verzoekschriften bleek het van meerwaarde te zijn dat een vertegenwoordiger van het samenwerkingsverband op de zitting van de Commissie aanwezig was. Het samenwerkingsverband bleek niet altijd op de hoogte te zijn van problemen die zich op het gebied van de extra ondersteuningsbehoefte voordoen of die verband houden met toelating of verwijdering van een leerling. Doordat het samenwerkingsverband tijdens de zitting meer inzicht in de problematiek kreeg, kon het samenwerkingsverband vaak alsnog bijdragen aan de oplossing. Ook voor de informatieverstrekking aan de Commissie is de aanwezigheid van het samenwerkingsverband bij de zitting van de Commissie van belang. Bij zittingen waar het samenwerkingsverband niet was meegekomen kon het schoolbestuur relevante vragen over de rol en interventies van het samenwerkingsverband niet altijd beantwoorden. De Commissie is er daarom toe overgegaan om het samenwerkingsverband standaard uit te nodigen voor de zittingen. De Commissie kent aan het samenwerkingsverband tijdens de zitting de rol van neutrale informant toe. Om die reden heeft de vertegenwoordiger van het samenwerkingsverband geen plaats aan een zijde van een van de partijen, maar zit hij tussen partijen in. Minderjarigen De Commissie had al in haar reglement voorzien dat minderjarige leerlingen gehoord konden worden. Zij heeft inmiddels als vast beleid dat leerlingen van 12 jaar en ouder in beginsel gehoord worden. De Commissie kan een leerling van 12 jaar en ouder, die in staat is zijn mening te vormen, bij aanvang van de zitting horen. Daarna wordt de leerling verzocht de zaal te verlaten en kan hij in een andere ruimte van het secretariaat verblijven tot de zitting is afgelopen. Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 5

Een leerling van 16 jaar en ouder kan in beginsel de gehele zitting aanwezig zijn. Dit is ter beoordeling van de voorzitter. Leerlingen jonger dan 12 jaar worden niet toegelaten tot de zitting. Verkorte uitspraak De Commissie dient volgens de wet binnen tien weken na ontvangst van het verzoekschrift haar advies uit te brengen. In de praktijk betekent dit dat partijen circa vier tot vijf weken na de zitting moeten wachten op het oordeel van de Commissie, dat verwerkt is in een volledige uitspraak. Als gevolg van de totale doorlooptijd van slechts tien weken kan de procedure als een spoedvoorziening worden aangemerkt. Soms hebben partijen zelfs geen tijd om vier tot vijf weken na de zitting op het oordeel te wachten. Die situatie doet zich met name voor rond de zomervakantie bij aanmeldings- en verwijderingsgeschillen. In spoedeisende kwesties wordt daarom binnen twee werkdagen schriftelijk een verkorte uitspraak (dictum) naar partijen gezonden. Dit is dan op de zitting met partijen afgestemd. Partijen ontvangen dan in een later stadium de complete tekst van het advies. Digitale dossiers Een onbedoeld neveneffect van het digitaal aanleveren van stukken is het gemak waarmee (onnodig) omvangrijke documenten kunnen worden ingebracht. Om de aard en de inhoud van het geschil ook voor de niet-professionele procespartij (wat ouders meestal zijn) inzichtelijk en begrijpelijk te houden, heeft de Commissie grenzen gesteld aan de omvang van de in te brengen documenten. 1 1 Zie bijlage II van dit jaarverslag. De link naar het beleid van de Commissie is opgenomen in bijlage III Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 6

Inhoudelijke bevindingen De zaken die de Commissie dit jaar behandeld heeft, geven aanleiding een aantal overkoepelende opmerkingen te plaatsen over passend onderwijs. Beleidsarme invoering Verschillende samenwerkingsverbanden hebben gekozen voor zogenoemde beleidsarme invoering van passend onderwijs. Veelal betekent dit dat de samenwerkingsverbanden de ondersteuningsmiddelen niet toekennen op basis van aanvragen van scholen, maar direct volgens een verdeelsleutel doorgeven aan de scholen. Dit kan ertoe leiden dat die samenwerkingsverbanden voor zichzelf geen bijzondere taak of verantwoordelijkheid zien bij conflicten tussen ouders en scholen over extra ondersteuning of terughoudend zijn in het ontwikkelen van extra ondersteuningsalternatieven. In een beleidsarme situatie zijn initiatieven vanuit het samenwerkingsverband niet vanzelfsprekend. Ook bij aanmeldings- of verwijderingsproblemen lijken de scholen het samenwerkingsverband, dat zijn taak uitoefent volgens een beleidsarm concept, nauwelijks te raadplegen. Het is de vraag of een dergelijke beleidsarme structuur voldoende recht doet aan de regiefunctie die de samenwerkingsverbanden in het kader van passend onderwijs toekomt. Zij moeten op grond van de wet immers een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen realiseren binnen en tussen scholen. Dit moet zodanig gebeuren dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. Tijdens de behandeling van verzoekschriften is gebleken dat de hiervoor beschreven beleidsarme structuur die sommige samenwerkingsverbanden aanhouden, de regierol van de samenwerkingsverbanden beperkt. Selectie aan de poort Passend onderwijs is erop gericht dat niet de beperking of de stoornis van de leerling leidend is bij het bepalen van wat er nodig is, maar wel de ondersteuningsbehoefte van de leerling binnen de context van de school- en thuissituatie 2. Het schoolondersteuningsprofiel behoort een beschrijving te vormen van de voorzieningen die op de school zijn getroffen voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven 3. Maar in verschillende schoolondersteuningsprofielen worden niet zozeer de ondersteuningsmogelijkheden genoemd die de school kan verzorgen, maar vooral welke mogelijkheden de school niet heeft. Soms vermeldt het ondersteuningsprofiel dat bepaalde vormen van geestelijke of lichamelijke aandoeningen (denk aan Asperger, ADHD e.d.) door de school niet ondersteund kunnen worden. Met deze inrichting van het 2 PO-Raad, Werken met het schoolondersteuningsprofiel in het regulier en (voortgezet) speciaal (basis-)onderwijs, 2012, p. 6 3 Kamerstukken II 2011-2012, 33 106 nr. 3, pag. 15 (MvT) Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 7

schoolondersteuningsprofiel, waarmee scholen benadrukken welke categorieën leerlingen zij niet kunnen ondersteunen, dreigt een nieuwe vorm van selectie aan de poort van het funderend onderwijs te ontstaan. De onderzoeksplicht die scholen hebben om te bepalen of zij een leerling de noodzakelijke ondersteuning kunnen bieden, raakt hierdoor op de achtergrond en dat verdraagt zich niet met passend onderwijs. Afdeling Leerplicht In sommige geschillen komt naar voren dat de gemeentelijke afdelingen Leerplicht langdurig een thuiszitsituatie van een leerling hebben gedoogd. Dit gedogen kan tot effect hebben dat de betreffende school zich minder inspant om huiswerkbegeleiding aan te bieden of een andere school voor de leerling te zoeken. Gelukkig krijgen dergelijke kwesties als gevolg van een andere ontwikkeling, bijvoorbeeld een signaal van de onderwijsinspectie, of omdat ouders een geschil indienen bij de Commissie, een nieuwe impuls en komt er alsnog beweging in de onderwijssituatie van de leerling. Het verdient aanbeveling dat de scholen, samenwerkingsverbanden en de gemeentelijke afdelingen Leerplicht ook de kwesties waar voor een leerling al langere tijd geen pasklare oplossing beschikbaar is, actief blijven benaderen om te voorkomen dat leerlingen afgesloten raken van onderwijs. Juridisering Bij de procedure voor de Commissie is een advocaat niet verplicht. De procedure is zo ingericht dat de ouders een verzoekschrift kunnen indienen per e-mail in de vorm van een eenvoudig, kort formulier, dat als download beschikbaar is op de website van Onderwijsgeschillen 4. In een aantal zaken hebben partijen, zowel ouders als schoolbesturen, zich juridisch laten bijstaan. De Commissie zou dit niet willen duiden als een negatieve ontwikkeling. Algemeen gesteld kan de juridische ondersteuning partijen behulpzaam zijn om de standpunten toe te spitsen op passend onderwijs. Er zijn immers meerdere procedures mogelijk. Opvolgen advies Het algemene beeld is dat schoolbesturen positief staan tegenover de beoordeling van het geschil door de Commissie, zeker ook omdat daarmee een eind lijkt te kunnen komen aan vaak langlopende kwesties. Schoolbesturen staan over het algemeen open voor de uitleg en interpretatie van de Wet passend onderwijs door de Commissie en hebben meermaals aangegeven hun procedures overeenkomstig de adviezen van de Commissie aan te zullen passen. 4 De link is opgenomen in bijlage III van dit jaarverslag. Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 8

2. De Geschillencommissie passend onderwijs De Geschillencommissie passend onderwijs kende haar voorgangster in de Landelijke Tijdelijke Geschillencommissie Ontwikkelingsperspectief (v)so. Deze was ingesteld voor de periode 1 augustus 2013 tot 1 augustus 2014. Met ingang van 1 augustus 2014 is de Landelijke Tijdelijke Geschillencommissie Ontwikkelingsperspectief (v)so overgegaan in de Tijdelijke geschillencommissie toelating en verwijdering, hierna verder aangeduid als de Geschillencommissie passend onderwijs. Wettelijke grondslag De instelling van de Geschillencommissie passend onderwijs is geregeld in de Wet van 11 oktober 2012 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met een herziening van de organisatie en financiering van de ondersteuning van leerlingen in het basisonderwijs, speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs (Stb. 2012, 533), en is vastgelegd in artikel 43 van de Wet op het primair onderwijs (WPO), artikel 45 van de Wet op de expertisecentra (WEC) en artikel 27c van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO). In het oorspronkelijk wetsvoorstel over passend onderwijs (33 106) was geen geschillencommissie opgenomen. De geschillenregeling en de toelichting zijn aan het wetsvoorstel toegevoegd via het amendement Ferrier-Van der Ham (Kamerstukken II 2011/12, 33 106, nr. 91). De Wet passend onderwijs is nader uitgewerkt in een Algemene maatregel van bestuur (Stb. 2014, 95). In dit Besluit worden o.a. inhoudelijke eisen gesteld aan het door het bevoegd gezag vast te stellen ontwikkelingsperspectief en de samenstelling van de Commissie. Bevoegdheid van de Commissie De Commissie is bevoegd om geschillen te behandelen die verband houden met aanmelding en toelating van een leerling die extra ondersteuning behoeft, het ontwikkelingsperspectief en de verwijdering van (alle) leerlingen. De daarvoor geldende wettelijke bepalingen zijn per 1 augustus 2015 de volgende: 1. Wet op het primair onderwijs, artikel 43 lid 2 verwijst naar WPO artikel 40 lid 3, 4, 5 en 11 (toelaten & verwijderen) WPO artikel 40a lid 1 en 4 (het ontwikkelingsperspectief) Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 9

2. Wet op de expertisecentra, artikel 45 lid 2 verwijst naar: WEC artikel 40 lid 4, 5, 6 18 (toelaten & verwijderen) WEC artikel 41 lid 2, onderdeel a (het oordeel van de Commissie van onderzoek *) WEC artikel 41a, lid 1 en 4 (het ontwikkelingsperspectief) *De Commissie van onderzoek is ingesteld door een onderwijsinstelling voor cluster 1 of 2. Onderdeel a van artikel 41 lid 2 van de WEC bepaalt dat de Commissie van onderzoek tot taak heeft te beoordelen of een kind gezien zijn handicap voor het onderwijs op de instelling in aanmerking komt, dan wel in aanmerking komt voor begeleiding door de instelling indien het kind is of wordt ingeschreven op een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs of de Wet op het voortgezet onderwijs, met dien verstande dat het oordeel van de commissie betrekking heeft op een door haar te bepalen periode. 3. Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 27c lid 2 verwijst naar: WVO artikel 26 lid 1 en 4 (het ontwikkelingsperspectief) WVO artikel 27 lid 1, derde volzin, lid 2b, 2c en 2d (definitieve verwijdering & aanmelding) Toelatingsgeschillen tot 1 augustus 2014 Formeel ging de Geschillencommissie passend onderwijs op 1 augustus 2014 van start. Op verzoek van het ministerie van OCW bood de Landelijke Tijdelijke Geschillencommissie ontwikkelingsperspectief (v)so (de LTGO) de mogelijkheid om tot 1 augustus 2014 als Commissie ad hoc, geschillen te behandelen die gingen over de toelating van een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte. Het betrof geschillen waarin leerlingen betrokken waren die met ingang van het schooljaar 2014-2015 wilden starten in het po, sbo, vo of (v)so cluster 3 of 4. Partijen die bij het geschil betrokken waren (ouders en schoolbestuur) dienden er wel mee in te stemmen dat die Commissie het geschil behandelde. De LTGO bood deze mogelijkheid om te bevorderen dat leerlingen met een ondersteuningsvraag met ingang van het nieuwe schooljaar op tijd een passende plek konden krijgen. Tot 1 augustus 2014 werden vier geschillen ontvangen, waarop twee uitspraken volgden. Twee verzoekschriften werden niet doorgezet. Het oordeel uitgebracht in dossier 106295 dient te worden gerekend tot de LTGO, omdat deze uitspraak is gedaan voor 1 augustus 2014. Het tweede oordeel, in dossier 106355, wordt gerekend tot de Geschillencommissie passend onderwijs, omdat deze uitspraak is gedaan na 1 augustus 2014. Toelatingsgeschillen instellingen voor cluster 1 en 2 tot 1 augustus 2015 Een enigszins vergelijkbare situatie ontstond op 1 augustus 2014 voor toelatingsgeschillen tot de instellingen voor cluster 1 en 2 (instellingen voor leerlingen met visuele beperkingen respectievelijk auditieve en/of communicatieve beperkingen). Er was op dat moment wetgeving in voorbereiding om ook die geschillen onder de werking te brengen van de Geschillencommissie passend onderwijs. In afwachting daarvan hebben de besturen van de instellingen voor Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 10

auditief en/of communicatief beperkte leerlingen (samenwerkend in Siméa) en de besturen van de instellingen voor visueel beperkte leerlingen (samenwerkend in VIVIS-onderwijs) verklaard aan het ministerie van OCW en aan de Commissie, alvast in de geest van die wetswijzing te willen handelen. Dit betekende dat deze instellingen de ouders zouden informeren dat zij ingeval van een geschil over toelating zich konden wenden tot de Commissie. Verder hebben de instellingen verklaard de uitspraken van de Commissie te zullen erkennen. Geschillen over toelating tot cluster 1 en 2 hebben zich overigens niet aangediend tijdens de verslagperiode. De Variawet passend onderwijs en kwaliteit (v)so (Stb. 2015, nr. 150) regelt inmiddels dat geschillen over de toelating tot de instellingen cluster 1 en 2 met ingang van 1 augustus 2015 kunnen worden voorgelegd aan de Commissie. Integratie lwoo en praktijkonderwijs in passend onderwijs Samenwerkingsverbanden worden per 1 januari 2016 verantwoordelijk voor het toewijzen van ondersteuning aan leerlingen die een beroep doen op het leerwegondersteunend onderwijs en het praktijkonderwijs. De landelijke objectieve toelatingscriteria blijven behouden. Vanaf 1 augustus 2015 moet het samenwerkingsverband het ondersteuningsplan aanpassen op de integratie van lwoo en pro (Wet van 1 april 2015, Stb. 2015 nr. 149). Deze wet brengt voor de Commissie geen bijzondere veranderingen met zich mee. De beoordeling van de toelating tot het vmbo (al dan niet met lwoo) en de toelating tot het praktijkonderwijs behoort tot de bevoegdheid van de Commissie op grond van de al bestaande regeling in de WVO (artikel 27c lid 2 WVO). Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 11

Samenstelling van de Geschillencommissie passend onderwijs De Commissie is per 1 augustus 2014 benoemd bij het Besluit van de Staatssecretaris van OCW van 19 juni 2014, nr. JOZ/638831 (Stc. 2014, nr. 17818). Dit benoemingsbesluit is genomen: - gelet op artikel 34.9 van het Besluit Bekostiging WPO, artikel 46 van het Besluit Bekostiging WEC en artikel 15b van het Inrichtingsbesluit WVO; - gezien de gezamenlijke bindende voordracht van de ouderorganisaties, de landelijke patiënten- en gehandicaptenorganisaties en de sectororganisaties, zoals aangeboden door de directeur van Stichting Onderwijsgeschillen bij brief van 22 mei 2014. Ingevolge artikel 2 van het Besluit van 19 juni 2014 is de Commissie benoemd voor de periode van 1 augustus 2014 tot 1 augustus 2018. Op 17 oktober 2014 is mr. dr. J. Sperling LL.M. teruggetreden vanwege haar benoeming als lid van de Landelijke Commissie Geschillen WMS. Krachtens het Besluit van 17 oktober 2014 van de Staatssecretaris van OCW (Stc. 2014, nr. 31594) zijn met terugwerkende kracht tot 1 augustus 2014 benoemd als lid, tevens vicevoorzitter mr. drs. P.H.A. van Geel en mr. D. Ghidei. Het benoemingsbesluit voor deze beide vicevoorzitters is genomen, gelet op de hiervoor al genoemde wettelijke bepalingen en de brief van de directeur van Stichting Onderwijsgeschillen van 4 september 2015, bevattend de gezamenlijke bindende voordracht van de verschillende maatschappelijke organisaties 5. Wijze van samenstellen Op basis van afspraken die in overleg met het ministerie van OCW zijn gemaakt met de voordragende organisaties en Stichting Onderwijsgeschillen, heeft een werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de sectororganisaties en de landelijke algemene en specifieke ouderen patiëntenorganisaties 6, de werving en selectie van voorzitters en leden voor de Tijdelijke geschillencommissie ontwikkelingsperspectief (v)so op zich genomen. Zoals eerder in dit verslag al is toegelicht, is de TGPO overgegaan in de Geschillencommissie passend onderwijs. Om tot een goede, evenwichtig samengestelde Commissie te komen zijn er met alle beoogde kandidaten gesprekken gevoerd. Op basis van de gehouden wervings- en selectieprocedure zijn de commissieleden door de organisaties voor de zomer van 2013 gezamenlijk voor benoeming voorgedragen aan de staatssecretaris. Deze voordracht is voor de Geschillencommissie passend onderwijs door genoemde organisaties hernieuwd en vervat in de brief van 22 mei 2014. Het enige verschil vormde de voordracht van de nieuwe leden Gieling en Willems, beiden jeugdarts, waarmee de vereiste medische deskundigheid van de Commissie was vervuld. Met de al eerder benoemde leden en voorzitters werd al voldaan aan de vereiste (ortho)pedagogische, psychologische, onderwijskundige, maatschappelijke, bestuurlijke en juridische deskundigheid 7. 5 PO-Raad, VO-raad, Landelijke Ouderraad, Balansdigitaal en Ieder(in) 6 Zie voetnoot 4 7 Besluit van 12 februari 2014, Stb. 2014 nr. 95 (AmvB passend onderwijs) Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 12

De leden van de Commissie en hun functie mr. J.P.L.C. Dijkgraaf, lid, tevens voorzitter - zelfstandig gevestigd advocaat mr. drs. P.H.A. van Geel, lid, tevens vicevoorzitter - plaatsvervangend collegelid College voor de Rechten van de Mens mr. D. Ghidei, lid, tevens vicevoorzitter - plaatsvervangend collegelid College voor de Rechten van de Mens mr. dr. J. Sperling LL.M, lid, tevens vicevoorzitter (tot 17 oktober 2014) - zelfstandig gevestigd juridisch adviseur onderwijsrecht drs. R. Aerden, lid - voormalig directeur speciaal onderwijs cluster 2 drs. A.H.T. Gieling, lid - arts Maatschappij en Gezondheid drs. W.D. Hajonides van der Meulen, lid - orthopedagoog en GZ-psycholoog werkzaam binnen het po drs. E. Hoeksma, lid - voormalig inspecteur expertisecentra drs. R.H.A.M. Kraakman, lid - voormalig voorzitter Raad van Bestuur in het voortgezet onderwijs P. Kuiper, lid - consulent met aandachtsgebied onderwijs/schoolmaatschappelijk werk drs. O. Meulenbeek, lid - voormalig directeur/bestuurder in het primair onderwijs drs. L.P.F. Niessen, lid - voormalig directeur en bestuurder in het voortgezet onderwijs drs. M.E. Post, lid - directeur Nederlandse Vereniging van Pedagogen en onderwijskundigen (NVO) drs. M.H.W.C. Voeten, lid orthopedagoog en psycholoog werkzaam binnen het sbo drs. J.P.M. Wichers-Bots, lid - orthopedagoog en GZ-psycholoog, werkzaam binnen het hbo. drs. W.A.J.J. Willems - arts Maatschappij en Gezondheid Stichting Onderwijsgeschillen: secretariaat Het secretariaat De ondersteuning van de Geschillencommissie passend onderwijs is ondergebracht bij Stichting Onderwijsgeschillen te Utrecht. De stichting vormt het landelijke en onafhankelijke loket voor geschillen van allerlei aard binnen het gehele onderwijs in Nederland. Stichting Onderwijsgeschillen beschikt over een professioneel bureau met een team van deskundige medewerkers, met daarin ervaren onderwijsjuristen. De coördinerend secretaris van de Geschillencommissie passend onderwijs is mr. Stephan Schellens. Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 13

Het secretariaat stelde vijf digitale nieuwsbrieven samen voor de Commissie gedurende het schooljaar 2014-2015. Daarmee worden de leden op de hoogte gehouden van de voor de Commissie relevante nieuwsberichten, ontwikkelingen in wet- en regelgeving, jurisprudentie en nieuw verschenen publicaties. Op 7 juli 2015 is de nieuwe website van Onderwijsgeschillen online gegaan. Het biedt een duidelijk toegangsportaal voor de zeer verschillende groepen gebruikers die de website dagelijks raadplegen. Hierdoor vinden bijvoorbeeld zowel ouders, schoolbesturen als juridische professionals snel hun weg naar de uitspraken van de Commissie, haar reglement, het formulier waarmee een verzoekschrift kan worden ingediend of ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving. Door de nieuwe website zijn ook de samenvattingen van de geanonimiseerde uitspraken van de Commissie redactioneel vernieuwd. De nieuw gekozen vorm verbetert de internet-zoekresultaten, waardoor de uitspraken van de Commissie sneller worden gevonden. Stichting Onderwijsgeschillen heeft een bestuurder en een Raad van Toezicht. Directeur/bestuurder van de Stichting Onderwijsgeschillen is mr. H.E. (Hilde) Mertens. De samenstelling van de Raad van Toezicht is als volgt: mr. H.T. van der Meer, voorzitter, president gerechtshof Amsterdam mr. drs. C.W.M. Dullaert, lid, directeur Le Tableau B.J.F. Fransen MSc, lid, bestuursadviseur Activiteiten in het schooljaar 2014 2015 Plenaire vergaderingen Tijdens de verslagperiode hebben 2 plenaire commissievergaderingen plaatsgevonden. Scholing voor de Commissie Op 22 januari 2015 is door een beleidsmedewerker van Siméa een voordracht gegeven over de veranderingen die passend onderwijs teweeg hebben gebracht binnen cluster 1 en 2. Op 20 april 2015 hebben verschillende leden van de Commissie en medewerkers van het secretariaat deelgenomen aan het Congres passend onderwijs. Overige zaken Op 20 april 2015 heeft de directeur van Onderwijsgeschillen voor het Congres passend onderwijs een voordracht gehouden over de jurisprudentie van de Commissie. Op 28 mei 2015 heeft de coördinerend secretaris van de Commissie over de jurisprudentie en werkwijze van de Commissie een voordracht gehouden voor het kennisnetwerk leiding & staf van de Nederlandse Vereniging voor Onderwijsrecht. Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 14

3. De behandeling van de verzoekschriften Wijze van afhandelen van verzoekschriften Ingediende geschillen kunnen eindigen door een schriftelijk advies van de Commissie of door intrekking door de partij die het geschil heeft aangemeld. In de verslagperiode zijn 51 verzoekschriften ingediend. Daarnaast is 1 verzoek tot wraking van de Commissie ingediend. Dit verzoek is door de wrakingskamer behandeld en als ongegrond beoordeeld. Van de 51 verzoekschriften zijn er 16 niet doorgezet om verschillende redenen. In de meeste gevallen zijn de ouders en het schoolbestuur alsnog tot overeenstemming gekomen. In een enkel geval werd er geen informatie meer ontvangen van verzoekers of was er evident sprake van een door de ouders verkeerd gekozen procedure. Zo werd de Commissie aangezien als de Bezwaaradviescommissie van een samenwerkingsverband dat oordeelt over toelaatbaarheidsverklaringen. Een tweetal verzoekschriften dat niet werd doorgezet had betrekking op besluiten van (ver) voor 1 augustus 2014. Aantal verzoekschriften Aantal ingediende verzoekschriften 01-08-2014 t/m 31-07-2015 51 Overlopend geschillen afkomstig van de LTGO (ingediend voor 1-8-2014) 2 Niet doorgezet 16 Behandeld op zitting waarvan te vervolgen na 1 augustus 2015 33 2 Uitspraken 31 Hangende geschillen op 31 juli 2015 waarvan te vervolgen na 1 augustus 2015 6 2 Aan het einde van de verslagperiode, op 31 juli 2015, waren zes verzoekschriften nog in behandeling. In een van die zes zaken heeft de Commissie op 7 juli 2014 een zitting gehouden. De behandeling van dat verzoekschrift ter zitting zal, na het oordeel van de wrakingskamer van 16 juli 2015, worden voortgezet op 18 augustus 2015. Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 15

In een verzoek heeft de Commissie op 14 juli 2015 zitting gehouden en op verzoek van partijen, die mediation willen beproeven, het geschil aangehouden. De vier andere verzoekschriften worden ter zitting behandeld in september 2015. Wijze van behandeling De Commissie die het verzoek behandelt, bestaat uit drie personen: één voorzitter en twee leden. De voorzitter is een jurist. De voorzitter bepaalt de samenstelling van de Commissie. De Commissie wordt zo samengesteld dat zij een beslissing kan nemen uit onderwijskundig, pedagogisch, psychologisch, medisch en juridisch oogpunt. De mondelinge behandeling vindt plaats tijdens een besloten zitting, waar partijen in de gelegenheid worden gesteld hun standpunten toe te lichten en vragen van de Commissie te beantwoorden. De Commissie verwacht dat ouders, het bevoegd gezag van de betreffende school en een vertegenwoordiger van het samenwerkingsverband aanwezig zijn op de zitting. Na de zitting brengt de Commissie zo spoedig mogelijk een schriftelijk advies uit. Het advies van de Commissie is niet bindend. Het schoolbestuur kan slechts afgewogen en beargumenteerd van het oordeel van de Commissie afwijken 8. Wijze van behandeling Mondelinge behandeling ter zitting 29 Schriftelijke behandeling 1 Vereenvoudigde behandeling 1 8 Regeling 22 juli 2013, nr. JOZ/524032, aldaar de Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 16

Als regel vindt het onderzoek naar het verzoekschrift plaats tijdens een hoorzitting van de Commissie. Het reglement van de Commissie voorziet in de mogelijkheid om op het verzoek van zowel de ouders als het schoolbestuur het geschil schriftelijk te behandelen (artikel 12 Reglement). In een dergelijk geval wordt beide partijen, na de indiening van het verzoekschrift en het verweerschrift, gelegenheid geboden voor een tweede reactie (repliek en dupliek). Naast de mondelinge en schriftelijke behandeling, biedt het reglement van de Commissie in artikel 11 de mogelijkheid tot vereenvoudigde behandeling van het verzoek: de procedure eindigt dan zonder behandeling ter zitting omdat de Commissie zich kennelijk onbevoegd acht om het verzoek te behandelen, de verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk is in zijn verzoek, het verzoek kennelijk ongegrond is of het verzoek kennelijk gegrond is. Onderwerpen van de verzoekschriften ingediend tussen 1-8- 14 en 1-8- 15 Onderwerp Primair onderwijs Speciaal onderwijs Voortgezet onderwijs Voortgezet speciaal onderwijs Geschil over toelatingsbeslissing 7 0 15 0 Geschil over een verwijderingsbeslissing Geschil over het vast- of bijstellen van het ontwikkelingsperspectief 5 0 12 1 4 0 7 0 Een verzoekschrift kan verschillende onderwerpen hebben. Het aantal onderwerpen in bovenstaand overzicht stemt daarom niet overeen met het aantal ingediende verzoekschriften. De Commissie beoordeelt geschillen over aanmelding en toelating van leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte. Veelal zal het geschil gaan over een minderjarige leerling, maar dit hoeft niet altijd het geval te zijn. Ook een geschil ingediend door een meerderjarige leerling kan door de Commissie worden behandeld (advies 106561). Een geschil over een verwijderingsbeslissing kan zich richten op een voorgenomen besluit tot verwijdering, maar ook op een definitief besluit. Onder verwijdering verstaat de Commissie ook het onder omstandigheden moeten afstromen naar een ander type onderwijs op een andere onderwijslocatie (advies 106740). Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 17

Uitgebrachte oordelen Uitgebrachte oordelen 31 Gegrond 20 Ongegrond 8 Niet-ontvankelijk 2 Gemengd oordeel 1 In bovenstaand overzicht worden de oordelen weergegeven over de hoofdzaak van het verzoekschrift. Als regel worden enkelvoudige geschillen aan de Commissie voorgelegd. Het gaat veelal om een geschil over een verwijdering, of over een toelatingsprobleem of over het ontwikkelingsperspectief. In een enkel geval is niet-ontvankelijkheid uitgesproken over een geschil dat niet de hoofdzaak betrof. Voor het overige was het oordeel ongegrond (advies 106778). In één zaak bleek ter zitting sprake van een zodanige mix van kwesties dat op delen daarvan een oordeel gegeven diende te worden (advies 106544). Doorlooptijden Doorlooptijd verzoekschriften i.v.m. 10 weken-termijn, gerekend vanaf binnenkomst verzoek tot datum uitspraak Aantal dossiers Gemiddeld aantal dagen Uitspraak 26 62 Verkorte uitspraak wegens spoedeisend belang 5 38 Voor de berekening van de doorlooptijd van een verzoek wordt als eerste dag gehanteerd de eerste werkdag na ontvangst van het verzoekschrift, omdat verzoekschriften veelal s avonds en in het weekend worden ingediend per e-mail. Er hebben zich gedurende het verslagjaar geen termijnoverschrijdingen voorgedaan. Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 18

4. Samenvattingen van de oordelen Communicatie en publiciteit Op de website van Onderwijsgeschillen is plaats gemaakt voor uitgebreide gestructureerde informatie over de Commissies en over thema s, waaronder passend onderwijs. Er is een reeks Themabrieven opgezet met als onderwerp passend onderwijs in relatie tot geschillen. Bezoekers van de website kunnen zich gratis abonneren op de themabrieven. Ook via Linkedin en Twitter is er aandacht voor passend onderwijs. De uitspraken van de Geschillencommissie worden (geanonimiseerd) gepubliceerd op de website van Onderwijsgeschillen. Ook worden veel uitspraken van de Commissie apart nog onder de aandacht gebracht via Actueel op de homepage van Onderwijsgeschillen. In juli 2015 heeft Onderwijsgeschillen haar vernieuwde website online gezet. De nieuwe opzet, bedoeld om de toegankelijkheid te verbeteren, brengt een andere opzet van de samenvattingen met zich mee. Door deze nieuwe opzet zijn de samenvattingen op internet beter vindbaar. Samenvattingen op volgorde van indiening verzoekschrift 106355 De school kan de leerling met ADHD voor wie advies vmbo met lwoo is afgegeven niet zonder het nodige overleg met de ouders en zonder onderzoek naar ondersteuningsbehoefte op OPDC plaatsen De reguliere basisschool heeft het advies vmbo met lwoo afgegeven en de RVC heeft een positieve beschikking voor lwoo gegeven. De leerling heeft ADHD en gebruikt daarvoor medicatie. De ouders wensen plaatsing op de reguliere vmbo-school maar de leerling is geplaatst op het opdc. Het verzoek is gegrond omdat het advies van de basisschool doorslaggevend is, met de ouders onvoldoende overleg is gevoerd, de school onvoldoende onderzoek heeft gedaan. Volgens het toelatingsbeleid van de school en van het Samenwerkingsverband is het advies van de afleverende school doorslaggevend. Het toelatingsbeleid van het Samenwerkingsverband bepaalt dat de school met de ouders en de basisschool bespreekt of de school ondersteuning kan bieden op de eigen locatie of op een aparte locatie van het Samenwerkingsverband. En als voor een aparte locatie gekozen wordt, moet overleg plaatsvinden met de ouders, de school en het OPDC waarin het ontwikkelingsperspectief wordt vastgesteld. Dit is niet gebeurd. Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 19

Omdat de leerling de diagnose ADHD heeft, rust op het bevoegd gezag ook een onderzoeksplicht als bedoeld in de WGBH/CZ. Aan die onderzoeksplicht is geen inhoud gegeven. Ook ontbreken het vereiste uitplaatsingsprotocol en een besluit van de pcl+ voor plaatsing op het opdc. Voor plaatsing op het OPDC zijn onvoldoende gronden omdat voor de leerproblemen lwoo is geadviseerd en geïndiceerd. Het is van belang dat ouders en bevoegd gezag op korte termijn overleg voeren over de vraag of de leerling extra ondersteuning nodig heeft. 106465 Een vo-school kan een hoogbegaafde leerling met Asperger niet weigeren zonder onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte van de leerling Een leerling heeft van de basisschool het advies vwo gegeven. De leerling heeft het syndroom van Asperger en bij hem is hoogbegaafdheid vastgesteld. Hij is aangemeld bij een regulier gymnasium dat hem in mei 2014 heeft afgewezen. Daarna hebben de ouders hem aangemeld bij een andere reguliere school waar gymnasiumonderwijs wordt aangeboden. Die school weigert toelating. Het verzoek is gegrond omdat niet is voldaan aan de plicht om de ondersteuningsbehoefte van de leerling te onderzoeken. Een school moet bij de aanmelding van een leerling die extra ondersteuning nodig heeft, onderzoeken wat de ondersteuningsbehoefte is, waarna kan worden beoordeeld of de school de benodigde ondersteuning kan bieden. Aan die onderzoeksplicht is niet voldaan. Het bevoegd gezag van de school stelt dat aan de leerling reeds een passend aanbod is gedaan door het samenwerkingsverband, op een school voor voortgezet speciaal onderwijs op vwo-niveau. Maar met de ouders en de school van aanbod heeft geen overleg plaatsgevonden over de ondersteuningsbehoefte van de leerling. Het bevoegd gezag heeft ook niet met de ouders gesproken over de mogelijkheden binnen het samenwerkingsverband. Ook beschikte het bevoegd gezag niet over een schriftelijke bevestiging van de andere school dat zij bereid is de leerling toe te laten en er was geen inzicht in de door die school te bieden ondersteuning. Daar komt bij dat het aanbod een school voor speciaal onderwijs betrof en dus moest vaststaan dat de leerling toelaatbaar zou zijn geweest. Dit was niet het geval omdat ten tijde van de weigering toelating nog geen toelaatbaarheidsverklaring was afgegeven. 106487 Een OPDC dat voldoet aan zijn onderzoeksplicht kon besluiten om een leerling die niet in staat is het klassikaal onderwijs te volgen, niet meer toe te laten tot het regulier onderwijsprogramma Een OPDC heeft besloten om een leerling met de diagnose selectief mutisme niet meer toe te laten tot het regulier onderwijsprogramma. Sindsdien ontvangt zij van het 1ste tot en met het 4de lesuur individuele begeleiding van een psycholoog; daarna gaat zij naar huis. De ouders wensen dat de leerling wordt toegelaten tot het reguliere klassikale onderwijsprogramma van Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 20

het opdc en zijn het oneens met het opgestelde ontwikkelingsperspectief. Het verzoek is ongegrond omdat het opdc voldoende heeft gedaan in het kader van de onderzoeks- en zorgplicht en gebleken is dat de leerling niet in staat is het klassikaal onderwijs te volgen. De beslissing een leerling niet langer toe te laten tot het regulier onderwijsprogramma van het opdc wordt door de Commissie gelijkgesteld met een verwijderingsbeslissing waarover een verzoek aan de Commissie gedaan kan worden. Aan de eis, dat een andere school bereid is de leerling op te nemen, hoeft in beginsel pas te zijn voldaan bij het definitief verwijderingsbesluit. Voldoende is gebleken dat de leerling thans niet in staat is tot het volgen van regulier klassikaal onderwijs op het opdc zodat het niet onredelijk is om de leerling geen klassikaal onderwijs meer aan te bieden. Het ontwikkelingsperspectief voldoet inhoudelijk aan de wettelijke eisen zoals genoemd in artikel 26 WVO en artikel 15 van de AmvB passend onderwijs (Stb. 2014, 95). Dat het ontwikkelingsperspectief inhoudelijk onjuist is, is niet gebleken. 106504 De mavo-school mocht de leerling met autisme, die het advies havo/vwo kreeg, niet weigeren zonder eerst de ondersteuningsbehoefte te onderzoeken Een leerling, met autisme (pdd-nos), heeft van de basisschool het advies havo/vwo gekregen. Hij heeft regulier basisonderwijs gevolgd zonder leerlinggebonden financiering. In juli 2014 is Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 21

er contact geweest met een school voor mavo over een mogelijke aanmelding van de leerling. De school heeft daarop (aan in ieder geval de basisschool) laten weten dat de leerling niet kan worden aangenomen. Daarna heeft er contact plaatsgevonden tussen ouders, een onderwijsconsulent, de basisschool en het samenwerkingsverband. Uit dit overleg kwam naar voren dat de leerling zich toch bij het regulier voortgezet onderwijs zou moeten aanmelden. Vervolgens hebben de ouders de leerling medio september 2014 aangemeld bij dezelfde mavo. De school deelde mee dat de leerling niet geplaatst kan worden. Het verzoek is gegrond omdat de school niet heeft voldaan aan haar plicht om de ondersteuningsbehoefte van de leerling te onderzoeken. Uit de aanmeldgegevens kon echter niet zonder meer worden afgeleid welke ondersteuning de leerling precies nodig had. Het bevoegd gezag van de school had eerst de precieze ondersteuningsbehoefte van de leerling moeten vaststellen. Daarna had de school pas kunnen beoordelen of zij de extra ondersteuning in de vorm van doeltreffende aanpassingen zelf kon bieden. Bij de beoordeling of de school zelf in de ondersteuningsbehoefte kan voorzien, moet de school haar eigen schoolondersteuningsprofiel, maar ook de afspraken die binnen het samenwerkingsverband zijn gemaakt over de begeleiding van leerlingen met een ondersteuningsbehoefte, betrekken. Gezien deze verplichtingen kon het bevoegd gezag niet volstaan met de mededeling dat de leerling niet geplaatst kan worden en stellen dat de school geen ondersteuning aanbiedt aan leerlingen met autisme. 106517 De school kan een leerling met extra ondersteuningsbehoefte niet verwijderen zonder dat eerst een ontwikkelingsperspectief is vastgesteld Twee broers volgen voor de tweede maal onderwijs in groep 6. Zij vertonen gedragsproblemen en kenmerken van depressie. De school concludeerde handelingsverlegen te zijn. Voor de oudste broer heeft de school een daghulpvoorziening van bureau Jeugdzorg voorgesteld en voor de jongste broer plaatsing op het speciaal basisonderwijs. Het bevoegd gezag heeft vervolgens een voornemen tot verwijdering kenbaar gemaakt. Na indiening van het verzoek van de ouders aan de Commissie, is voor beide broers een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Het verzoek is gegrond omdat er ten tijde van het voornemen tot verwijdering geen ontwikkelingsperspectieven waren opgesteld. De later opgestelde ontwikkelingsperspectieven voldoen niet aan de eisen. Omdat er geen ontwikkelingsperspectieven waren opgesteld, was de geconcludeerde handelingsverlegenheid voorbarig. Over de inmiddels opgestelde ontwikkelingsperspectieven had met de ouders op overeenstemming gericht overleg gevoerd moeten worden. Dat is niet gebeurd. Bovendien ontbreekt daarin een omschrijving van de begeleiding die is afgestemd op de individuele behoeften van de leerlingen. De ontwikkelingsperspectieven voldoen op deze onderdelen niet aan de wettelijke eisen. Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 22

Voor de toelating tot het speciaal basisonderwijs was een toelaatbaarheidsverklaring afgegeven en een toelatingsverklaring opgesteld. Nog daargelaten dat deze verklaringen buiten verzoekers om zijn opgesteld, ontberen ze elke grondslag omdat nog niet kan worden beoordeeld welke onderwijs-ondersteuning voor de leerlingen passend is. De Commissie adviseert om het bestreden besluit in te trekken en de ontwikkelingsperspectieven bij te stellen en een nieuw besluit te nemen over de benodigde extra ondersteuning, waarbij wordt meegenomen welke ondersteuningsmogelijkheden de eigen school kan bieden. 106528 De zorgplicht rust op het bestuur van de eerste school waar ouders hun kind aanmelden Een reguliere basisschool heeft in juli 2014 aan de ouders meegedeeld dat de leerling met een ondersteuningsbehoefte, met ingang van 1 augustus 2014 wordt verwijderd omdat de basisschool hem niet de ondersteuning kan bieden die hij nodig heeft. De leerling kon worden aangemeld bij een van de scholen van een ander schoolbestuur of bij een school voor speciaal onderwijs. Het verzoek van de ouders aan het schoolbestuur om de leerling toe te laten tot een andere reguliere basisschool van het bestuur is afgewezen. De ouders hebben vervolgens tevergeefs in een kort geding toelating tot een van beide basisscholen gevorderd. Hierop hebben de ouders de leerling bij één van de scholen van een ander schoolbestuur aangemeld, welke aanmelding in behandeling is genomen. Enkele weken later hebben de ouders het schoolbestuur van de verwijderende school (opnieuw) verzocht om toelating van hun zoon. Het schoolbestuur heeft hierop negatief beslist. Hierover hebben de ouders een geschil voorgelegd aan de Commissie. Het verzoek is niet-ontvankelijk omdat de zorgplicht rust op het bestuur van de eerste school van aanmelding en dat is niet het schoolbestuur waartegen het verzoek is gericht. De ouders hebben hun zoon na 1 augustus 2014 tweemaal aangemeld en wel bij verschillende schoolbesturen. Het schoolbestuur waar de eerste aanmelding is gedaan, behoort als eerste uitvoering te geven aan de beoordeling van de aanmelding van de leerling zoals neergelegd in artikel 40 WPO. Een geschil over de beoordeling van de tweede aanmelding kan nu niet worden ingediend omdat het betreffende schoolbestuur in het kader van de aanmelding van de leerling nog niet gehouden is over te gaan tot een inhoudelijke beoordeling van de aanmelding. 106544 Een verzoek tot beoordeling van het niveau van onderwijs waarop de leerling is toegelaten is niet-ontvankelijk omdat het buitende de kaders van passend onderwijs valt; voor een leerling die geen extra ondersteuningsbehoefte heeft geldt geen plicht tot vaststelling van een ontwikkelingsperspectief Een leerling heeft twee jaar thuisonderwijs ontvangen. Als de Onderwijsinspectie die situatie beëindigt, meldt de ouder haar zoon aan bij een school voor voortgezet onderwijs. De school Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 23

laat de leerling toe tot mavo-plus. De ouder meent dat de leerling moet worden toegelaten tot het technasium op havo-niveau en dat er voor de leerling een ontwikkelingsperspectief moest zijn opgesteld voordat hij werd toegelaten. Het verzoek tot beoordeling van het niveau van toelating is niet-ontvankelijk. Het verzoek over het ontwikkelingsperspectief is ongegrond omdat de leerling geen extra ondersteuningsbehoefte heeft. De beoordeling of de aanmelding een leerling betreft die extra ondersteuning behoeft, is uitgevoerd. Daarbij heeft het schoolbestuur zich gebaseerd op de informatie van verzoekers, namelijk dat hun zoon een normale cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling doormaakt, dat hij het basisonderwijs volgde zonder Leerlinggebonden Financiering en dat de ondersteuning in het voortgezet onderwijs gericht moet zijn op zijn executieve functies, zoals de planning van huiswerk. Daarnaast heeft het schoolbestuur eigen onderzoek uitgevoerd. Daaruit volgde het advies voor regulier onderwijs. Door de school is toegezegd een ontwikkelingsperspectief op te stellen, niet vanwege een extra ondersteuningsbehoefte, maar omdat de leerling weer moest gaan wennen aan het dagelijks leven op een school. Er was verder geen vermoeden dat de leerling extra ondersteuning nodig had. De school heeft hem daarom in redelijkheid kunnen toelaten als leerling zonder extra ondersteuningsbehoefte. De vraag of de leerling vervolgens tot het juiste niveau van regulier onderwijs is toegelaten, valt buiten de kaders van passend onderwijs. 106561 - Meerderjarige leerlingen kunnen zelf een verzoek bij de Commissie indienen. De school heeft geen onderzoeksplicht naar passend onderwijs als het niet de bedoeling is om geplaatst te worden op de school Verzoekster is meerderjarig en in het bezit van een vmbo-diploma. Zij heeft zich aangemeld bij een vmbo-school om ingeschreven te worden met als doel bekostiging te krijgen van passend afstandsonderwijs op havo-niveau. De vmbo-school heeft de aanmelding niet in behandeling genomen, omdat zij geen havo-onderwijs biedt. Het verzoek is ongegrond. De Wet passend onderwijs is ook van toepassing op meerderjarige leerlingen. Dat blijkt uit artikel 27 leden 1a en 2g WVO dat gaat over de aanmelding door meerderjarige leerlingen. De minister heeft dit bevestigd tijdens de kamerbehandeling van de wet. Een leerling die zich aanmeldt bij een school, moet de bedoeling hebben om ook op deze school geplaatst te worden. Dit was niet de bedoeling van verzoekster: verzoekster wilde zich inschrijven op deze vmbo-school om bekostiging van afstandsonderwijs op havo-niveau. Een leerling die alleen niet-cognitieve begeleiding krijgt volgt geen onderwijs in de zin van de wet. Het verzoek om niet-cognitieve begeleiding is daarom geen aanmelding om toegelaten te worden tot de school in de zin van artikel 27 WVO. Op het bevoegd gezag rustte dan ook geen onderzoeksplicht naar een voor verzoekster meest passend onderwijsaanbod. Jaarverslag Geschillencommissie passend onderwijs 2014-2015 24