Geschillencommissie passend onderwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Geschillencommissie passend onderwijs"

Transcriptie

1 1 J A A R V E R S L A G van 1 augustus december 2016 Geschillencommissie passend onderwijs Meer informatie op

2 Inhoud Voorwoord Algemene beschouwing Beleidskeuzes Waarnemingen De Geschillencommissie passend onderwijs wettelijke grondslag - bevoegdheid - integratie lwoo en praktijkonderwijs in passend onderwijs - Samenstelling van de Geschillencommissie passend onderwijs Activiteiten tijdens de verslagperiode Stichting Onderwijsgeschillen: secretariaat Activiteiten tijdens de verslagperiode De behandeling van de verzoekschriften Samenvattingen van de oordelen Bijlage I Procedure Bijlage II Lijst van gebruikte afkortingen Bijlage III Verwijzingen naar website/ hyperlinks... 61

3 Voorwoord 2 Utrecht, februari 2017 Anders dan de vorige jaren brengt de Commissie voortaan per kalenderjaar verslag uit. Dit houdt verband met de algemene verantwoording aan OCW die ook per kalenderjaar gebeurt. Omdat het laatste verslag het schooljaar omvat, bestrijkt dit verslag eenmalig zeventien maanden: de periode augustus 2015 tot en met december Het totaal aantal geschillen dat bij de Commissie is ingediend bleef deze verslagperiode verhoudingsgewijs op een constant niveau. Dit geldt ook voor het aantal verzoekschriften dat was ingediend over het ontwikkelingsperspectief. In schooljaar was het aantal geschillen met als onderwerp toelating of verwijdering nog met elkaar in evenwicht. Dat is deze verslagperiode echter aanzienlijk veranderd. De balans verschoof naar ongeveer 78% verwijderings- en 22% toelatingsgeschillen. 'Ongeveer' is hier een juiste term omdat veel verzoekschriften verschillende geschillen bevatten, waaruit de Commissie de meest actuele veelal tot haar te beoordelen domein kan rekenen. In hoofdstuk 1 van dit verslag wordt hierop nader ingegaan. Inmiddels hebben veel schoolbesturen en samenwerkingsverbanden beter grip op de regels van passend onderwijs. Uit de geschillen komt naar voren dat de inhoudelijke uitwerking van passend onderwijs op de scholen soms nog hoofdbrekens veroorzaakt. Het is voor een school niet eenvoudig om te bepalen hoe ver zij moet gaan met het bieden van extra ondersteuning en het invullen van de zorgplicht. De te bieden extra ondersteuning leidt vaak tot meer individuele begeleiding van leerlingen. Dat deze hierdoor behouden blijven voor het onderwijs is een groot goed. Tegelijk is deze vorm van begeleiding kwetsbaar omdat ze vaak persoonsgebonden is en gevoelig voor continuïteit.

4 Bij veel ouders is er door passend onderwijs hoop en verwachting ontstaan dat hun kind op de school van voorkeur wordt toegelaten en daar de schoolcarrière afrondt. Toch blijkt dit laatste niet altijd mogelijk en de teleurstelling kan dan zeer groot zijn. Het is daarom van groot belang dat de scholen de communicatie met de ouders over leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte optimaliseren. Ook de Commissie houdt zich actief bezig met verwachtingenmanagement. De mogelijkheden van de samenwerkingsverbanden, om te interveniëren bij geschillen, verdienen meer aandacht. Ook op dit punt verwijs ik u graag naar het eerste hoofdstuk van dit verslag. De Commissie hoopt met dit verslag toe te lichten welke richting die zij heeft gegeven aan de toepassing van enkele bepalingen over passend onderwijs. 3 mr. Jacques Dijkgraaf voorzitter

5 1. Algemene beschouwing Beleidskeuzes Het toevoegen van aanbevelingen aan het oordeel Er is een drietal redenen te herkennen, waarom ouders een verzoek indienen bij de Commissie. In de meeste kwesties speelt de acute situatie van definitieve verwijdering of weigering toelating waarbij ouders met het oordeel van de Commissie het tij trachten te keren. De tweede reden om een verzoek in te dienen is iets minder acuut maar nog steeds urgent: er is weliswaar een andere school gevonden, maar ouders en leerling willen terug naar de school van voorkeur of willen de deur naar die school nadrukkelijk openhouden. De derde reden voor het indienen van een verzoek bestaat er in hoofdzaak uit dat ouders willen reflecteren op het bestreden besluit of (h)erkenning wensen van de problematische onderwijssituatie van de leerling. In deze laatste gevallen is niet altijd duidelijk of de school van oorsprong nog in beeld zal gaan komen. Aan een verzoekschrift worden vaak met het conflict samenhangende grieven of wensen toegevoegd. Veelal klachtonderdelen over zorgvuldigheid en bejegening, wensen ten aanzien van compensatie of bijvoorbeeld over inclusief onderwijs. De Commissie krijgt ook via doorzending vanuit klachtencommissies de nodige kwesties voorgelegd. 4 Hoe breder of diffuser het verzoek is, des te meer de Commissie aandacht besteedt aan het verduidelijken aan partijen over welke onderdelen zij een uitspraak kunnen verwachten. De Commissie licht in haar openingsbrief aan partijen vaak al toe, op welk onderdeel van het aan haar gepresenteerde scala aan zaken zij haar onderzoek vooral zal toespitsen. Tijdens de zitting worden partijen gevraagd wat zij van de behandeling van het geschil verwachten. En voordat de voorzitter de zitting sluit, tracht de Commissie partijen al mee te geven in welke richting haar gedachten gaan. Ondanks dit inspelen op de verwachtingen heeft de Commissie gemerkt dat de behandeling van het verzoek, uitmondend in een schriftelijk oordeel, niet altijd heeft kunnen leiden tot het doorbreken van de impasse tussen partijen. Zij halen dan uit het oordeel in het meest ongunstige geval slechts een bevestiging van het eigen gelijk, maar tot vervolgstappen komt het niet of nauwelijks. Bovendien bereiken de Commissie signalen uit het veld, dat partijen graag van de Commissie méér vernemen dan alleen het oordeel, namelijk: hoe nu verder? De Commissie is aanvankelijk terughoudend geweest om aan haar oordeel aanbevelingen te verbinden. Niet altijd is of was duidelijk waarom een partij een oordeel wenste.

6 Maar ook over het uitbrengen van aanbevelingen in een geschil, dat een deel van een groter geheel betrof, kon worden geaarzeld. De Commissie meende dat, door terughoudend te zijn met aanbevelingen, zij partijen juist ruimte gaf tot vervolgacties naar eigen inzicht. Maar nu signalen uit het veld erop wijzen dat deze ruimte partijen niet altijd in beweging brengt, sterker, partijen juist prijs stellen op meer richting van de Commissie, heeft de Commissie haar beleid ten aanzien van het uitbrengen van aanbevelingen aangepast. Bij een verzoekschrift zijn er drie belanghebbenden te herkennen: de ouders (samen met hun kind/de leerling), het schoolbestuur en het samenwerkingsverband. Via de aanbevelingen wil de Commissie deze belanghebbenden vooral stimuleren tot het zetten van nieuwe stappen. Dat doet de Commissie door signalen af te geven wat zij van de belanghebbenden verwacht om de onderwijspositie van de leerling te verbeteren. Het is vervolgens aan de belanghebbenden die handschoen op te pakken. 5 Aanwezigheid inhoudelijk deskundige bij zitting Aan de Commissie kunnen in essentie drie kwesties worden voorgelegd: een geschil over het ontwikkelingsperspectief, over het verzoek om toelating tot de school en over een definitief verwijderingsbesluit. In geschillen over het ontwikkelingsperspectief dienen de scholen (of beter: de schoolbesturen) vaak een duidelijk en inhoudelijk verweerschrift in. Veelal is bij deze geschillen ook bijvoorbeeld de intern begeleider van de school aanwezig. De Commissie juicht dit toe, omdat hierdoor voor de ouders de inhoudelijke discussie over de begeleiding van hun kind veel duidelijker kan zijn.

7 Bovendien wordt hierdoor de Commissie adequaat van informatie voorzien. Ook bij toelatingskwesties zet de school over het algemeen duidelijk uiteen waarom zij tot haar besluit is gekomen. Dit ligt anders als het gaat om verwijderingskwesties. De Commissie signaleert dat bij die geschillen de schoolbesturen nogal eens terughoudend zijn bij het voeren van voldoende inhoudelijk verweer. Het leidt ertoe dat de Commissie soms aanvullend navraag moet doen naar stukken, in het verweer de feitelijke onderbouwing achterblijft of dat het bevoegd gezag ter zitting weliswaar aanwezig is maar een functionaris van de school die inhoudelijk op de hoogte is, niet is meegekomen. Dit belemmert soms een adequate inhoudelijke behandeling van het verzoek. Naar de achterliggende redenen kan de Commissie slechts raden. Is deze aanpak de schoolbesturen ingegeven om strategisch-juridische redenen, wordt getracht prudent om te gaan in de relatie met de ouders of is de taxatie dat verweer er pas werkelijk toe doet als partijen elkaar treffen bij de formele bezwaarschriftprocedure? Hoe dit ook zij, het risico van een onvoldoende onderbouwd verweer kan ertoe leiden dat de Commissie het verzoek, gericht tegen het verwijderingsbesluit, gegrond acht en dat zij het schoolbestuur aanbeveelt het bestreden besluit in te trekken. Als het schoolbestuur vervolgens afwijkt van het advies van de Commissie, zal het die afwijking moeten motiveren.(op grond van artikel 34.9 lid 8 van het Besluit bekostiging WPO, artikel 46 lid 8 van het Besluit bekostiging WEC of artikel 15b lid 7 van het Besluit bekostiging WVO). 6 Het voorgaande heeft ertoe geleid dat de Commissie de uitnodiging aan partijen voor de hoorzitting heeft aangepast. Daarin staat nu dat de Commissie van het schoolbestuur verwacht dat bij de zitting ook een functionaris van de school aanwezig is, die direct betrokken is geweest bij de problematiek rond de leerling.

8 Horen van leerlingen In de 10e voortgangsrapportage over passend onderwijs, pagina 21, is toegelicht dat in de afgelopen periode een eerste verkenning heeft plaatsgevonden naar de positie van kinderen, met name degenen die thuisonderwijs genieten, bij de beslissing over een passende onderwijsplek. Daarbij is vermeld dat is besloten om het Nederlands Centrum voor Onderwijsrecht te vragen om een grondige (juridische) analyse uit te voeren van de mogelijke reikwijdte en implicaties van een hoorrecht. Dit hoorrecht van kinderen is voor de Commissie een actuele kwestie. De Commissie wijst de ouders, het schoolbestuur en het samenwerkingsverband er bij de uitnodiging van de hoorzitting op, dat zij leerlingen vanaf de leeftijd van 12 jaar bij aanvang van de zitting kan horen. De betreffende leerling mag dan in eigen woorden aan de Commissie vertellen wat hij van de behandeling van het geschil verwacht. Vervolgens verlaat de leerling de zaal en behandelt de Commissie het geschil verder inhoudelijk buiten de aanwezigheid van de leerling. 7 De Commissie maakt regelmatig gebruik van dit hoorrecht. Haar ervaringen met deze werkwijze zijn tijdens een plenaire commissievergadering van november 2016 positief geëvalueerd. De Commissie is beschikbaar om informatie op dit specifieke punt te delen ten behoeve van de hiervoor genoemde (juridische) analyse.

9 Waarnemingen Meer geschillen over verwijdering, minder over toelating Zoals in het voorwoord is aangestipt is een verschuiving merkbaar in het aanbod van verzoekschriften. De geschillen gaan in toenemende mate over verwijdering van school en in afnemende mate over toelating. De afname van het aantal geschillen over toelating kan samenhangen met toegenomen kennis en ervaring van scholen en samenwerkingsverbanden met passend onderwijs. Zij zijn waarschijnlijk beter bekend met de door passend onderwijs aangescherpte onderzoeksplicht en het verbod op de selectie aan de poort. De zorgplicht blijft wel een punt van aandacht omdat zeker bij verwijderingskwesties nog regelmatig blijkt dat het vinden van een andere school niet is gelukt of zelfs volledig buiten beeld is gebleven. De toename van het aantal geschillen over verwijdering houdt mogelijk verband met het stadium waarin ouders een dergelijk geschil bij de Commissie kunnen indienen. Veel schoolbesturen vermijden het nemen van een formele verwijderingsbeslissing. Dit betekent niet dat de Commissie een dergelijke zaak niet zou kunnen behandelen. Voor haar is de feitelijke situatie (is er materieel sprake van verwijdering) doorslaggevend. Als de school de leerling niet meer toelaat en voor hem al een andere school zoekt, dan staan de signalen zodanig op verwijderen, dat ouders over de redelijkheid en de formele juistheid van de beslissing een oordeel kunnen vragen aan de Commissie. 8 Daarnaast heeft de wetgever met de instelling van de Commissie voor ouders een nieuwe waarborg gecreëerd. Werd een leerling voor de invoering van passend onderwijs van school verwijderd, dan bestond er een bezwaarmogelijkheid. Deze leidde er niet zelden toe dat de ouders met de directeur die het oorspronkelijke verwijderingsbesluit nam, opnieuw in gesprek konden gaan. Het lijkt erop dat in toenemende mate er door ouders de voorkeur aan wordt gegeven om een zwaar besluit als dat van definitieve verwijdering (of toelating) te laten de beoordelen door de Commissie die geen onderdeel uitmaakt van het bevoegd gezag dat het bestreden besluit nam. Zij kunnen het advies van de Commissie vervolgens gebruiken tijdens de formele bezwaarprocedure of inbrengen als zij rechter om een uitspraak vragen. Samenwerkingsverbanden De Commissie nodigt bij elke zitting het samenwerkingsverband uit om aanwezig te zijn als informant van de Commissie. De Commissie is hiertoe (al in 2015) overgegaan omdat zij meent dat het samenwerkingsverband in het kader van passend onderwijs een regierol toekomt bij geschillen in de eigen regio over toelating, verwijdering en het ontwikkelingsperspectief. Samenwerkingsverbanden geven eigenlijk steeds gehoor aan de uitnodiging. De aanwezigheid van het samenwerkingsverband wordt als constructief ervaren.

10 Inmiddels zozeer dat partijen in het samenwerkingsverband een extra mogelijkheid herkennen voor alternatieve oplossingen en bemiddeling. In dat kader heeft de GPO in november 2016 besloten haar advies aan partijen ook toe te sturen aan het samenwerkingsverband, zodat het direct tot (vervolg)actie kan overgaan nadat de Commissie advies heeft uitgebracht. Leerlingproblemen op school staan zelden op zichzelf, maar vertonen een verwevenheid met de sociale omgeving van de leerling buiten de school. Het is niet altijd duidelijk of en wanneer een samenwerkingsverband op de hoogte is gebracht van ernstige problemen met een leerling. Dat het samenwerkingsverband over dit soort situaties niet wordt ingeschakeld, is eigenlijk niet meer goed denkbaar. Het zijn de samenwerkingsverbanden die met de gemeentes beleidsmatig spreken over de onderwijskundige aspecten van het jeugdplan en het ondersteuningsplan. Voor het opstellen van het beleid behoort het samenwerkingsverband op de hoogte te zijn van de casuïstiek die mede aan het beleid ten grondslag ligt. Daarnaast is het samenwerkingsverband ook het orgaan dat zicht heeft op de ondersteuningsmogelijkheden in de regio en, nu eenmaal gesprekspartner van de gemeente, zicht heeft op de organisaties die op basis van andere dan onderwijswetgeving, ondersteuning kunnen bieden aan leerling en gezin. 9 Het is de Commissie gebleken dat daar waar de ondersteuningsmiddelen vanuit het samenwerkingsverband direct worden verdeeld onder de scholen, de slagkracht van het samenwerkingsverband om doeltreffend te bemiddelen navenant afneemt. Voor het bieden van adequate arrangementen ten behoeve van de ondersteuning van leerlingen en voor het bevorderen van de schoolgang (lees: tegengaan van thuiszitters) behoort een samenwerkingsverband over voldoende (financiële) armslag te beschikken. Termijnen Tamelijk hardnekkig blijven de vragen van bevoegde gezagen en hun gemachtigden aan de Commissie om uitstel van behandeling van het geschil, uitstel van de zitting of verlenging van de termijn voor het indienen van verweer. De totale wettelijke behandeltermijn van 10 weken (die niet ziet op schoolvakanties) wordt door de Commissie echter nauwkeurig gevolgd. Zij wijst partijen zowel via de website van Onderwijsgeschillen, als in de eerste brief aan hen erop dat uitstel (vanwege de wettelijke behandeltermijn en het belang van de leerling die i.c. veelal thuis zit) in beginsel niet wordt verleend.

11 2. De Geschillencommissie passend onderwijs Wettelijke grondslag De instelling van de Geschillencommissie passend onderwijs is geregeld in de Wet van 11 oktober 2012 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met een herziening van de organisatie en financiering van de ondersteuning van leerlingen in het basisonderwijs, speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs (Stb. 2012, 533), en is vastgelegd in artikel 43 van de Wet op het primair onderwijs (WPO), artikel 45 van de Wet op de expertisecentra (WEC) en artikel 27c van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO). 10 In het oorspronkelijk wetsvoorstel over passend onderwijs (33 106) was geen geschillencommissie opgenomen. De geschillenregeling en de toelichting zijn aan het wetsvoorstel toegevoegd via het amendement Ferrier-Van der Ham (Kamerstukken II 2011/12, , nr. 91). De Wet passend onderwijs is nader uitgewerkt in een Algemene maatregel van bestuur (Stb. 2014, 95). In dit Besluit worden o.a. inhoudelijke eisen gesteld aan het door het bevoegd gezag vast te stellen ontwikkelingsperspectief en de samenstelling van de Commissie. Bevoegdheid van de Commissie De Commissie is bevoegd om geschillen te behandelen die verband houden met aanmelding en toelating van een leerling die extra ondersteuning behoeft, het ontwikkelingsperspectief en de verwijdering van (alle) leerlingen. De daarvoor geldende wettelijke bepalingen zijn per 1 augustus 2015 de volgende: 1. artikel 43 lid 2 Wet op het primair onderwijs (WPO) verwijst naar artikel 40 lid 3, 4, 5 en 11WPO (toelaten & verwijderen) artikel 40a lid 1 en 4 WPO (het ontwikkelingsperspectief) 2. artikel 45 lid 2 Wet op de expertisecentra (WEC) verwijst naar: artikel 40 lid 4, 5, 6 18 WEC (toelaten & verwijderen) artikel 41 lid 2, onder a WEC (het oordeel van de Commissie van onderzoek *) artikel 41a, lid 1 en 4 WEC (het ontwikkelingsperspectief) *De Commissie van onderzoek is ingesteld door een onderwijsinstelling voor cluster 1 of 2. Artikel 41 lid 2 onder a WEC bepaalt dat de Commissie van onderzoek tot taak heeft "te beoordelen of een kind gezien zijn handicap voor het onderwijs op de instelling in aanmerking komt, dan wel in aanmerking komt voor begeleiding door de instelling indien het kind is of wordt ingeschreven op een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs of de Wet

12 op het voortgezet onderwijs, met dien verstande dat het oordeel van de commissie betrekking heeft op een door haar te bepalen periode." 3. artikel 27c lid 2 Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) verwijst naar: artikel 26 lid 1 en 4 WVO (het ontwikkelingsperspectief) artikel 27 lid 1, derde volzin, lid 2b, 2c en 2d WVO (definitieve verwijdering & aanmelding) 11 Integratie lwoo en praktijkonderwijs in passend onderwijs Samenwerkingsverbanden zijn met ingang van 1 januari 2016 als gevolg van de integratie van leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs in passend onderwijs (Stb. 2015, 149) verantwoordelijk voor het toewijzen van ondersteuning aan leerlingen die een beroep doen op het leerwegondersteunend onderwijs en het praktijkonderwijs. Deze wet brengt voor de Commissie geen bijzondere veranderingen met zich mee. De beoordeling van de toelating tot het vmbo (al dan niet met lwoo) en de toelating tot het praktijkonderwijs behoort sinds 1 augustus 2014 al tot de bevoegdheid van de Commissie op grond van de toen van kracht geworden regeling in de WVO (artikel 27c lid 2 WVO).

13 Samenstelling van de Geschillencommissie passend onderwijs mr. J.P.L.C. Dijkgraaf, voorzitter mr. D. Ghidei, vicevoorzitter mr. drs. P.H.A. van Geel, vicevoorzitter advocaat plv. collegelid CvdRvdMens voorm. ondervoorz. CvdRvdMens 12 drs. R. Aerden, lid drs. A.H.T. Gieling, lid drs. W.D. Hajonides vd Meulen, lid voorm. dir, cluster 2 school arts Maatschappij en Gezondheid zorgcoördinator/orthopedagoog drs. E. Hoeksma, lid drs. R.H.A.M. Kraakman, lid P.J. Kuiper, lid voorm. inspecteur Expertisecentra voorm. voorz. RvB OMO schoolmaatschappelijk werk drs. O. Meulenbeek, lid drs. L.P.F. Niessen, lid drs. M.E. Post, lid directeur/bestuurder po voorm. onderwijsbestuurder vo directeur NVO drs. M.H.W.C. Voeten, lid drs. J.P.M. Wichers-Bots, lid drs. W.A.J.J. Willems, lid psycholoog en orthopedagoog projectleider Kenniscentrum arts maatschappij en Gezondheid passend onderwijs Fontys Hogescholen

14 Activiteiten tijdens de verslagperiode Plenaire vergaderingen Tijdens de verslagperiode hebben 2 plenaire commissievergaderingen plaatsgevonden. In maart 2016 hebben de voorzitters van de Commissie een afstemmend overleg gehad met de voorzitters van de Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring. 13 Scholing voor de Commissie Op 30 september 2015 heeft Onderwijsgeschillen voor verschillende commissies een studieochtend verzorgd over passend onderwijs. Inleiders waren de heer K. Bouma, onderwijszorgconsulent en de heer H. Keesenberg, directeur van een samenwerkingsverband. Deelnemende commissies waren de Geschillencommissie passend onderwijs, de LCG WMS, de Landelijke arbitragecommissie samenwerkingsverbanden, de OOGO-commissies Ondersteuningsplan en Jeugdplan en de Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaringen. Op 12 mei 2016 is voorafgaand aan de plenaire vergadering van de Commissie, door een beleidsmedewerker van Ingrado een voordracht gehouden over leerplicht, thuiszittersproblematiek, de werkwijze en de rol van Ingrado. Op 14 september 2016 hebben verschillende leden van de Commissie deelgenomen aan de conferentie over Special Educational Needs (SEN). Op 15 november 2016 is door de directeur van Onderwijsconsulenten, mevrouw A. (Aischa) Trokasti, aan de Commissie een toelichting gegeven over de werkzaamheden van de Onderwijsconsulenten en de relatie tussen het werkveld van de Onderwijsconsulenten en de Geschillencommissie passend onderwijs.

15 Stichting Onderwijsgeschillen: secretariaat Het secretariaat De Geschillencommissie passend onderwijs is ondergebracht bij Stichting Onderwijsgeschillen te Utrecht, die de Commissie administratief en juridisch ondersteunt De stichting vormt het landelijke en onafhankelijke loket voor geschillen van allerlei aard binnen het gehele onderwijs in Nederland. Stichting Onderwijsgeschillen beschikt over een professioneel bureau met een team van deskundige medewerkers, met daarin ervaren onderwijsjuristen. De coördinerend secretaris van de Geschillencommissie passend onderwijs is mr. Stephan Schellens. 14 Stichting Onderwijsgeschillen heeft een bestuurder en een Raad van Toezicht. Directeur/bestuurder van de Stichting Onderwijsgeschillen is mr. H.E. (Hilde) Mertens. De samenstelling van de Raad van Toezicht is als volgt: mr. H.T. van der Meer, voorzitter, president gerechtshof Amsterdam mr. drs. C.W.M. Dullaert, lid, directeur Le Tableau B.J.F. Fransen MSc, lid, bestuursadviseur Activiteiten tijdens de verslagperiode Informatievoorziening Onderwijsgeschillen stelde gedurende de verslagperiode 5 digitale nieuwsbrieven samen voor de Commissie. Daarmee worden de leden op de hoogte gehouden van de voor de Commissie relevante nieuwsberichten, ontwikkelingen in wet- en regelgeving, jurisprudentie en nieuw verschenen publicaties. Op 4 februari 2016 heeft de directeur van Onderwijsgeschillen deelgenomen aan een briefing bij OCW over het interventieteam onderwijs en zorg. Op 14 september 2016 heeft de directeur van Onderwijsgeschillen op de Nationale SEN conferentie een workshop verzorgd over de werkwijze van de Commissie. De coördinerend secretaris van de Commissie heeft in 2016 een aantal voordrachten verzorgd over de jurisprudentie en werkwijze van de Commissie: 15 april 2016 voor de Onderwijsconsulenten te Den Haag 6 oktober 2016, tijdens de conferentie voor samenwerkingsverbanden PO en VO in het teken van 'Samen werken aan de transformatie', te Lunteren. 1 november 2016 voor een samenwerkingsverband passend onderwijs te Amersfoort

16 Tijdens het jaarlijkse WMS congres hebben secretarissen van Onderwijsgeschillen workshops gehouden over passend onderwijs 11 november 2015: 'Samen werken aan passend onderwijs 9 november 2016: 'De praktijk van de Geschillencommissie passend onderwijs' Op 17 maart 2016 heeft de coördinerend secretaris een interne scholing verzorgd voor de secretarissen van Onderwijsgeschillen, die vanwege de toename van zaken, op het domein van passend onderwijs ingezet zouden gaan worden. Ten behoeve van de 8e, 9e en 10e voortgangsrapportage passend onderwijs en het daarmee samenhangend Algemeen Overleg door de Tweede Kamer is vanuit de Commissie in november 2015, juni 2016 en november 2016 kwantitatieve informatie verstrekt over de aan de Commissie voorgelegde geschillen. Daarnaast zijn in dit kader bevindingen van de Commissie van meer algemene strekking gedeeld met OCW. 15 In oktober en november 2015 is na een verzoek daartoe van de Onderwijsinspectie door de Commissie een modus ontwikkeld op basis waarvan aan de Onderwijsinspectie mededeling kan worden gedaan welk samenwerkingsverband betrokken is bij een geschil dat is voorgelegd aan de Commissie. Het verzoek van de Onderwijsinspectie houdt verband met de wens de oordelen van de Commissie te betrekken bij het toezicht op passend onderwijs. Aan de Onderwijsraad zijn in september 2016 in het kader van een onderzoek naar passend onderwijs kwantitatieve gegevens verstrekt over de aan de Commissie voorgelegde geschillen. Verschillende secretarissen van Onderwijsgeschillen verzorgden publicaties die in relatie stonden tot passend onderwijs: S. Schellens: De toelaatbaarheidsverklaring: gift of last?, Passend Onderwijs Magazine , p. 6-9 O. Luiken, Zorg- en onderzoeksplicht, verwachtingen, Kader Primair' , p : S. Schellens, Hoort wie klopt daar? Kinderen! Tijdschrift voor Interne Begeleiders TIB J. van Velzen, Help, mijn kind is niet meer welkom op school! Utrecht Onderwijsgeschillen 16 maart Een artikel verschenen op de website van Onderwijsgeschillen De website van Onderwijsgeschillen bevat een thema Praktijkvoorbeelden. In maart 2016 verscheen in dat kader een artikel over het voorkomen van een klacht en het door school en ouders gezamenlijk opstellen van een ontwikkelingsperspectief.

17 Onderzoek / evaluatie doorwerking adviezen Geschillencommissie passend onderwijs In navolging van de onderzoeken naar het effect en de doorwerking van de uitspraken en adviezen van de LCG WMS en Landelijke Klachtencommissie, is vanuit het Expertisecentrum van Onderwijsgeschillen opdracht gegeven tot het doen van een vergelijkbaar onderzoek naar de adviezen van de Geschillencommissie passend onderwijs. De opdracht is in het voorjaar 2016 verstrekt aan een het onafhankelijk onderzoeksbureau Regioplan beleidsonderzoek. Vanuit het Expertisecentrum is een begeleidingscommissie ingesteld. De voorzitter van de Commissie, de heer mr. J.P.C.L. Dijkgraaf maakt deel uit van de begeleidingscommissie. Zowel de heer Dijkgraaf, als de vicevoorzitter, mr. drs. P.H.A. van Geel en de coördinerend secretaris van de Commissie zijn in mei 2016 door het onderzoeksbureau geïnterviewd. 16

18 3. De behandeling van de verzoekschriften Wijze van afhandelen van verzoekschriften Ingediende geschillen kunnen eindigen door een schriftelijk advies van de Commissie of door intrekking door de partij die het geschil heeft aangemeld. In de verslagperiode zijn 78 verzoekschriften ingediend. Van de 78 ingediende verzoekschriften zijn er 13 niet doorgezet om verschillende redenen. In de meeste gevallen zijn de ouders en het schoolbestuur alsnog tot overeenstemming gekomen. In een enkel geval werd er geen informatie meer ontvangen van verzoekers of was er evident sprake van een door de ouders verkeerd gekozen procedure. 17 Aantal verzoekschriften Aantal ingediende verzoekschriften t/m Overlopende geschillen afkomstig uit voorgaande verslagperiode (ingediend voor ) Totaal in behandeling tijdens verslagperiode Niet doorgezet tijdens verslagperiode Behandeld Uitspraken Bemiddeld Vervolgen na 31 december

19 Wijze van behandeling De Commissie die het verzoek behandelt, bestaat uit drie personen: één voorzitter en twee leden. De voorzitter is een jurist. De voorzitter bepaalt de samenstelling van de Commissie. De Commissie wordt zo samengesteld dat zij een beslissing kan nemen uit onderwijskundig, pedagogisch, psychologisch, medisch en juridisch oogpunt. De mondelinge behandeling vindt plaats tijdens een besloten zitting, waar partijen in de gelegenheid worden gesteld hun standpunten toe te lichten en vragen van de Commissie te beantwoorden. De Commissie verwacht dat ouders, het bevoegd gezag van de betreffende school en een vertegenwoordiger van het samenwerkingsverband aanwezig zijn op de zitting. Na de zitting brengt de Commissie zo spoedig mogelijk een schriftelijk advies uit. Het advies van de Commissie is niet bindend. Het schoolbestuur kan slechts afgewogen en beargumenteerd van het oordeel van de Commissie afwijken Wijze van behandeling Mondelinge behandeling ter zitting 60 Schriftelijke behandeling 1 Vereenvoudigde behandeling (2x kennelijk niet-ontvankelijk) 2 Als regel vindt het onderzoek naar het verzoekschrift plaats tijdens een hoorzitting van de Commissie. Het reglement van de Commissie voorziet in de mogelijkheid om op het verzoek van zowel de ouders als het schoolbestuur het geschil schriftelijk te behandelen (artikel 12 Reglement). In een dergelijk geval wordt beide partijen, na de indiening van het verzoekschrift en het verweerschrift, gelegenheid geboden voor een tweede reactie (repliek en dupliek). 1 Regeling 22 juli 2013, nr. JOZ/524032, aldaar de

20 Naast de mondelinge en schriftelijke behandeling, biedt het reglement van de Commissie in artikel 11 de mogelijkheid tot vereenvoudigde behandeling van het verzoek: de procedure eindigt dan zonder behandeling ter zitting omdat de Commissie zich kennelijk onbevoegd acht om het verzoek te behandelen, de verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk is in zijn verzoek, het verzoek kennelijk ongegrond is of het verzoek kennelijk gegrond is. Onderwerpen van de verzoekschriften ingediend tussen 1-8-'15 en '16 Een verzoekschrift kan verschillende onderwerpen hebben. Het aantal onderwerpen in onderstaand overzicht stemt daarom niet overeen met het aantal ingediende verzoekschriften primair onderwijs speciaal onderwijs voortgezet onderwijs voortgezet speciaal onderwijs

21 Uitgebrachte oordelen Uitgebrachte oordelen : Gegrond Ongegrond 37 Niet-ontvankelijk Deels gegrond/deels ongegrond Van de 37 plus 1 oordelen die (deels) gegrond waren, heeft het schoolbestuur in vijf gevallen het advies van de Commissie niet overgenomen. In vier gevallen is het oordeel deels overgenomen. In 70% van de gevallen is het oordeel geheel gevolgd. Doorlooptijden De totale behandeltijd voor verzoekschriften bedraagt tien weken. Dit is een wettelijke termijn. Als eerste dag geldt de eerste werkdag na ontvangst van het compleet verzoekschrift, omdat verzoekschriften veelal 's avonds en in het weekend worden ingediend per . Er hebben zich gedurende het verslagjaar drie termijnoverschrijdingen voorgedaan. In een zaak werd de uitspraak verwacht op 28 december 2015, maar kwam deze gereed op 6 januari In twee andere zaken betrof de termijnoverschrijding één dag respectievelijk twee dagen. In acht geschillen is vanwege spoedeisend belang een verkorte uitspraak uitgebracht (dictum). Partijen ontvingen daarna de tekst van de volledige uitspraak. Voor zover de volledige tekst buiten de tien-wekentermijn valt, geldt als uitgangspunt dat binnen veertien dagen na het dictum de tekst van het volledig advies voor partijen beschikbaar is.

22 4. Samenvattingen van de oordelen Communicatie en publiciteit Op de website van Onderwijsgeschillen staat uitgebreide gestructureerde informatie over de Commissies en over thema s, waaronder passend onderwijs. Er is een reeks Themabrieven opgezet met als onderwerp passend onderwijs. Bezoekers van de website kunnen zich gratis abonneren op de themabrieven. Ook via Linkedin en Twitter is er via Onderwijsgeschillen aandacht voor passend onderwijs. De uitspraken van de Geschillencommissie worden (geanonimiseerd) gepubliceerd op de website van Onderwijsgeschillen. Ook worden veel uitspraken van de Commissie apart nog onder de aandacht gebracht via Actueel op de homepage van Onderwijsgeschillen. 21 Samenvattingen Periode 1 augustus tot en met 31 december uitspraak 10 augustus 2015 Een school voor voortgezet onderwijs mag bij de beoordeling van de toelating van een leerling niet voorbijgaan aan het advies van de basisschool. Een leerling heeft van zijn basisschool als schooladvies vmbo bbl (met leerwegondersteuning) gekregen. Desondanks wordt hij voor die opleiding niet toegelaten. De vmbo-school meent dat de leerling op drie leergebieden een achterstand heeft en vindt dat het schooladvies van de basisschool daarom praktijkonderwijs had moeten zijn. Vanwege de leerachterstanden kan de leerling volgens de school niet toegelaten worden tot de vmbo bbl opleiding. Het verzoek is gegrond omdat de toelatingsbeslissing gebaseerd moet zijn op schooladvies. De Commissie adviseert het bevoegd gezag om een nieuwe beslissing over de toelating te nemen. Volgens artikel 3 lid 2 Inrichtingsbesluit WVO dient het bevoegd gezag zijn beslissing over de toelating tot het eerste leerjaar te baseren op het schooladvies van de basisschool. Door de leerling niet toe te laten tot de vmbo bbl opleiding is de school voorbijgegaan aan het schooladvies. Daarmee heeft de school gehandeld in strijd met de regelgeving uitspraak 12 augustus 2015 De school van aanmelding kan een leerling niet weigeren vanwege de vereiste intensieve begeleiding als onvoldoende is onderzocht wat zijn ondersteuningsbehoefte is, ook al ligt er een aanbod van een andere school.

23 De reguliere basisschool heeft het advies vmbo basisberoepsgerichte leerweg met leerwegondersteuning gegeven. De vmbo school waar de leerling is aangemeld, weigert hem toe te laten omdat zij meent de intensieve begeleiding die de leerling nodig heeft in de reguliere lessen niet te kunnen bieden. Het verzoek is gegrond omdat de precieze ondersteuningsbehoefte niet is vastgesteld. De Commissie adviseert het bevoegd gezag om een nieuwe beslissing over de toelating te nemen. Verweerder mocht uit de informatie die bij de aanmelding is verstrekt, afleiden dat de leerling ondersteuning nodig heeft, maar welke ondersteuning en de mate waarin hij deze ondersteuning nodig heeft, kon verweerder op dat moment nog niet bepalen. De school had de precieze ondersteuningsbehoefte van de leerling moeten vaststellen. Dat is niet gebeurd. Er was een aanbod van een andere school om de leerling toe te laten. Omdat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de vraag of de school van aanmelding in de extra ondersteuningsbehoefte kan voorzien, kon de school niet beoordelen of het aanbod van de andere school een passend aanbod was. Zolang dit niet vaststaat, ontslaat het aanbod van de andere school de school van aanmelding niet van haar zorgplicht uitspraak 17 september 2015 Het schoolbestuur moet een leerling in het voortgezet onderwijs horen over een voorgenomen besluit tot verwijdering van de leerling. Een leerling was betrokken bij een incident op school en is in verband daarmee geschorst. Het bestuur heeft de moeder van de leerling verteld dat het voornemens was de leerling van school te verwijderen. Bij dit gesprek was de leerling niet aanwezig. Vervolgens is de leerling van school verwijderd. Het bestuur heeft dit besluit genomen omdat fysiek en verbaal geweld tegen een docent dusdanig ernstig is dat er geen andere oplossing is dan de leerling te verwijderen. Het verzoek is gegrond; de Commissie adviseert het verwijderingsbesluit in te trekken. In artikel 14 lid 1 van het Inrichtingsbesluit WVO staat dat de leerling en zijn ouders eerst de gelegenheid moeten krijgen om gehoord te worden voordat een leerling verwijderd wordt. De leerling is niet gehoord. De gedragingen van de leerling waren weliswaar ernstig, maar niet zodanig dat alleen tot verwijdering overgegaan kon worden. Het schoolbestuur had moeten onderzoeken of er een kans op herhaling was en of het beoogde doel (veiligheid en rust op school) op een andere manier bereikt had kunnen worden. Dat is niet gebeurd. Het verwijderingsbesluit voldoet niet aan de daarvoor geldende formele voorschriften en doorstaat naar zijn inhoud de redelijkheidstoets niet.

24 uitspraak 22 september 2015 De school heeft onvoldoende onderzocht of zij kan voorzien in de ondersteuningsbehoefte van twee aangemelde leerlingen. Sector: primair onderwijs Twee leerlingen zijn na aanmelding op een wachtlijst geplaatst. Na een half jaar krijgen de ouders bericht dat er twee plekken voor de kinderen beschikbaar komen. De school weigert de kinderen toe te laten omdat zij niet tegemoet kan komen aan de ondersteuningsbehoefte van beide kinderen. De school heeft tijdens de mondelinge behandeling van het geschil de voltallige Commissie gewraakt. Het verzoek is gegrond. De Commissie adviseert het bevoegd gezag om een adequaat onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte van de twee leerlingen te doen en een nieuw besluit te nemen. Wrakingsverzoek is afgewezen. De school mocht uit de informatie die bij de aanmelding is verstrekt, afleiden dat beide leerlingen ondersteuning nodig hebben. Welke ondersteuning en of de ondersteuning uit de basisondersteuning of extra ondersteuning zou moeten worden gegeven, moest nog verder worden beoordeeld. De school heeft echter geconcludeerd dat beide leerlingen milde en/of intensieve ondersteuning nodig hebben. Onduidelijk is op grond waarvan de school tot deze conclusie is gekomen. Niet gebleken is dat met de ouders is gesproken over de ondersteuningsbehoefte van de kinderen. Ook is niet voldaan aan de verplichting dat wanneer leerlingen worden geweigerd, in overleg met de ouders een andere school wordt gevonden die wel kan voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerlingen. Het wrakingsverzoek is afgewezen omdat uit het gebruikelijke onderzoek van de Commissie tijdens de zitting naar de bevoegdheid, ontvankelijkheid en inhoud van het geschil, geen vooringenomenheid ten aanzien van een van de partijen kan worden afgeleid. Ook verder is niet van enige partijdigheid gebleken uitspraak 28 september 2015 De weigering van de reguliere school voor voortgezet onderwijs om de leerling toe te laten mag niet alleen gebaseerd zijn op het advies van de basisschool voor voortgezet speciaal onderwijs. De basisschool voor speciaal onderwijs heeft voor een leerling met ADHD als schooladvies gegeven: VMBO-kader binnen cluster IV. De moeder meldt de leerling aan bij een school voor regulier voortgezet onderwijs. De school baseert zich op het schooladvies en wijst de leerling af, omdat de school niet kan voorzien in de extra ondersteuningsbehoefte van de leerling. Het verzoek is gegrond.

25 De Commissie adviseert het bevoegd gezag om te onderzoeken of de leerling, met extra ondersteuning vanuit de school en het samenwerkingsverband, toegelaten kan worden tot de school. De weigering om de leerling toe te laten tot de reguliere school voor voortgezet onderwijs mag niet alleen gebaseerd zijn op een advies voor cluster IV. Ook dan moet eerst te worden onderzocht of de school kan voorzien in de extra ondersteuningsbehoefte van de leerling. De school heeft de leerling, zonder extra ondersteuning, laten deelnemen aan een proefweek. Dit is geen goede manier om de ondersteuningsmogelijkheden van de school te onderzoeken. De school heeft onvoldoende onderzocht of de leerling, met extra ondersteuning vanuit de school en het samenwerkingsverband, toegelaten kan worden. De school heeft na de afwijzing ook onvoldoende overlegd met de moeder over andere scholen voor voortgezet onderwijs, die gelet op de ondersteuningsbehoefte van de leerling passend zouden kunnen zijn uitspraak 2 oktober 2015 Bij een afstroomadvies van speciaal voortgezet onderwijs (klas 3 vmbo-t) naar mbo niveau 1, op een andere locatie, behoort onderzocht te zijn of er alternatieven bestaan die aansluiten op de onderwijsbehoefte van de leerling. Een vso-school laat een leerling klas 3 vmbo-t niet doubleren en adviseert om binnen de school het onderwijs op mbo niveau 1 te gaan volgen op een andere locatie. De leerling wilde terug naar het niveau vmbo-k binnen regulier onderwijs Het verzoek is gegrond. De mogelijkheid tot afronding van het voortgezet onderwijs is voor de leerling afgesloten als gevolg van het advies van de school. De vso-school biedt geen derde leerjaar aan op vmbo-k niveau. Zij had bij het samenwerkingsverband moeten nagegaan of er, buiten de eigen schoolorganisatie, alternatieven bestaan die aansluiten op de onderwijsbehoefte van de leerling. De vso-school biedt binnen de eigen schoolorganisatie alleen het eerste en tweede leerjaar vmbo-kader aan. Daarna stroomt men uit naar een pré-entreeklas voor middelbaar beroepsonderwijs (mbo) of naar vmbo-t. De leerling in kwestie stroomt op, haalt het derde jaar vmbo-t echter niet en krijgt het advies af te stromen naar het mbo op niveau 1, op een andere locatie. De school biedt dit aan binnen de eigen organisatie en de leerling wordt formeel dus niet verwijderd. Een dergelijke situatie (ander niveau, andere locatie, andere leerlingpopulatie) stelt de Commissie gelijk met verwijdering, zodat zij bevoegd is het verzoek te behandelen. Zij overweegt dat leeftijdgenoten zonder ondersteuningsbehoefte in dezelfde omstandigheden wel de mogelijkheid hebben op zoek te gaan naar een andere school die de vmbo-k opleiding tot en met examinering aanbiedt.

26 Van de school had in het kader van de zorgplicht verwacht mogen worden dat zij bij het samenwerkingsverband was nagegaan of er in deze zaak voor de leerling alternatieven waren, anders dan het, via de eigen onderwijsorganisatie, laten volgen van het mbo op niveau uitspraak 14 oktober 2015 De verwijzing van de leerling naar het vso voldoet niet aan eisen van de zorgplicht, omdat er geen ontwikkelingsperspectief is opgesteld. Een school heeft een leerling niet bevorderd naar de derde klas van de havo maar hem verwezen naar het voortgezet speciaal onderwijs (vso). Het samenwerkingsverband heeft op verzoek van het schoolbestuur een toelaatbaarheidsverklaring voor het vso afgegeven. De moeder van de leerling meent dat haar zoon met de juiste begeleiding in het regulier voortgezet onderwijs kan blijven. Het verzoek is gegrond omdat geen ontwikkelingsperspectief is opgesteld Het bestreden besluit wordt door de Commissie op één lijn gesteld met een (voornemen tot) verwijdering. Bij verwijdering van een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte, waar bij deze leerling sprake van was, moet deugdelijk onderzoek zijn gedaan naar zijn ontwikkelingsperspectief en naar de begeleidingsmogelijkheden die er nog voor de school zijn. Er was geen ontwikkelingsperspectief opgesteld. Wel was er een startdocument opgesteld, maar dat voldoet niet aan de eisen die aan een ontwikkelingsperspectief worden gesteld. Doordat een ontwikkelingsperspectief ontbreekt, is er geen zicht op de concrete ondersteuning die de leerling is geboden en tot welke resultaten dit heeft geleid. Er is niet voldaan aan de verplichtingen die voortvloeien uit de zorgplicht uitspraak 19 oktober 2015 De beslissing om de leerling vanwege zijn gedrag te verwijderen van de reguliere basisschool is redelijk, omdat de gedragsproblemen aanzienlijk zijn. Sector: primair onderwijs Een leerling van groep 2 van de basisschool is vanwege aanzienlijke gedragsproblemen verwijderd van school. Door zijn gedrag ontstonden onveilige situaties voor andere leerlingen en onderwijspersoneel. Het verzoek is ongegrond omdat de gedragsproblemen te aanzienlijk zijn voor de reguliere basisschool. Bij de leerling is sprake van ernstige gedragsproblematiek: voortdurende woedeaanvallen, schoppen, slaan, spugen en leeftijds-inadequaat taalgebruik. Het gedrag is willekeurig gericht tegen medeleerlingen en tegen onderwijspersoneel dat hem wil corrigeren.

27 De woedeaanvallen veroorzaken lichamelijke schade bij leerlingen en personeel. Van een reguliere basisschool hoeft niet te worden verwacht dat zij, ook niet met extra ondersteuning, een leerling met deze gedragsproblemen onderwijs kan bieden uitspraak 17 november 2015 Het bezwaar tegen het ontwikkelingsperspectief is gegrond omdat de school de uitgangspunten voor de begeleiding had gewijzigd terwijl de ouders en het samenwerkingsverband het daar eerder al over eens geworden waren. Een leerling van 4 vwo doubleert vanwege langdurige afwezigheid wegens ziekte. Na een eerdere bezwaarprocedure (dossier ) heeft het samenwerkingsverband in samenspraak met de ouders een ontwikkelingsperspectief (opp) opgesteld. De school heeft daar een handelingsdeel bij geschreven, maar alleen door enkele uitgangspunten in het opp te veranderen. De ouders maken bezwaar tegen de vaststelling van dit opp. Het bezwaar is gegrond omdat de onderwijsbehoeften van de leerling onjuist zijn weergegeven in het ontwikkelingsperspectief. Het lukte de school niet om een passend onderwijsaanbod te doen bij het opp dat door het samenwerkingsverband in overleg met de ouders was opgesteld. Daarom veranderde de school enkele uitgangspunten voor de begeleiding waarover het samenwerkingsverband en de ouders het eerder eens waren geworden. De Commissie gaat ervan uit dat het eerder opgestelde ontwikkelingsperspectief de reële onderwijsbehoefte van de leerling weergeeft. Vanwege de wijzigingen in het opp is het bezwaar gegrond. De Commissie geeft partijen in overweging om na te gaan of de leerling niet als langdurig zieke leerling (cluster 3) moet worden aangemerkt uitspraak 10 december 2015 Onder omstandigheden kan de zorgplicht van een school overgaan naar een andere school. Een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte kan niet worden geweigerd als onvoldoende onderzoek is gedaan naar de ondersteuningsmogelijkheden van de school. Sector: primair onderwijs Een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte is niet toegelaten tot een school en zit thuis. De school zal einde schooljaar worden opgeheven. De ouders melden de leerling in juni aan bij een andere school, die de leerling niet toelaat omdat zij niet in de ondersteuningsbehoefte van de leerling kan voorzien. Er zijn bijzondere omstandigheden waardoor de zorgplicht nu rust op de tweede school van aanmelding. Het verzoek is gegrond omdat niet is onderzocht welke (extra) ondersteuning de school zelf kan bieden en of het samenwerkingsverband ondersteuning kan inzetten.

28 De zorgplicht rust hier vanwege bijzondere omstandigheden op het bevoegd gezag van de tweede school van aanmelding en niet langer bij het vorige schoolbestuur. Deze bijzondere omstandigheden zijn gelegen in het feit dat de eerste school van aanmelding einde schooljaar is gesloten, de leerling een thuiszitter is en op de tweede school is aangemeld op een moment dat al bekend was dat de eerste school zou worden opgeheven en nog geen invulling gegeven had aan haar zorglicht. De tweede school heeft de aanmelding ook feitelijk in behandeling genomen en de leerling geweigerd. Het verzoek is ontvankelijk. Op basis van de informatie die aan de school was gegeven en op grond van de observatie tijdens de proefdag had de school wellicht voldoende inzicht in de ondersteuningsbehoefte van de leerling. Maar het is niet gebleken dat het bevoegd gezag heeft onderzocht welke (extra) ondersteuning de school zelf kan bieden en of het samenwerkingsverband ondersteuning kan inzetten uitspraak 14 december 2015 Het schoolbestuur moet de leerling, zijn ouders en de inspectie betrekken bij een verwijderingsbesluit. Over een OPP moet met de ouders op overeenstemming gericht overleg worden gevoerd. Voor een leerling in het voortgezet onderwijs met gedragsproblemen is een intensief mentoraat ingezet. In verband met deze extra ondersteuning is een opp opgesteld. Toen bleek dat het intensieve mentoraat onvoldoende opleverde, heeft de school besloten om voor de leerling een toelaatbaarheidsverklaring (tlv) voor een school voor voortgezet speciaal onderwijs aan te vragen. Voordat de tlv was afgegeven, is de leerling betrokken geweest bij een incident. De school heeft toen besloten om de leerling van school te verwijderen. Het verzoek over het opp is gegrond, omdat daarover geen op overeenstemming gericht overleg is gevoerd. Het verzoek over het voorgenomen verwijderingsbesluit is gegrond, omdat de leerling, de ouders en de inspectie niet zijn gehoord Als een opp wordt bijgesteld, moet de school daarover met de ouders op overeenstemming gericht overleg voeren. Dat is niet gebeurd. Verder heeft de school niet onderzocht of er op de school andere extra ondersteuning ingezet had kunnen worden. Omdat de leerling niet meer tot de school werd toegelaten is hij feitelijk van school verwijderd. Een verwijderingsbesluit mag pas worden genomen, nadat de leerling en de ouders in de gelegenheid zijn gesteld hierover te worden gehoord. Dat is niet gebeurd. Daarnaast heeft met de Inspectie geen overleg plaatsgevonden.

29 uitspraak 21 december 2015 Bij de beoordeling of een leerling uit het sbo kan worden toegelaten tot een school voor regulier onderwijs moet bij het onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte het al bestaande ontwikkelingsperspectief betrokken worden. Sector: primair onderwijs Een vader wil zijn zoon overplaatsen van speciaal basisonderwijs naar een reguliere basisschool. Na afloop van een proefweek weigert de school inschrijving omdat zij de leerling geen passende ondersteuning kan bieden. Het verzoek is gegrond. De Commissie adviseert het bevoegd gezag om op basis van een volledig onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte een nieuw besluit te nemen over de toelating van de leerling. De ondersteuningsbehoefte van de leerling is door de school vastgesteld op basis van een niet schriftelijk vastgesteld overleg met de intern begeleider van de sbo-school en de observaties in de proefweek. De school had het door de sbo-school opgestelde ontwikkelingsperspectief van de leerling ook moeten betrekken bij het onderzoek. Omdat de school dit niet heeft gedaan, is sprake van een onvolledig onderzoek. 28 Periode 1 januari tot en met 31 december uitspraak 4 januari 2016 Een reguliere vo-school die handelingsverlegen is en een passende vso-school gevonden heeft, mag de leerling verwijderen. Dat de nieuwe school niet de door ouders gewenste christelijke grondslag heeft, is niet verwijtbaar. Een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte vanwege cerebrale parese, volgt regulier vmbo basisberoepsgerichte leerweg met lwoo aan een gereformeerde school. De school acht zich handelingsverlegen en deelt de ouders mee dat zij het voornemen heeft om de leerling definitief te verwijderen. De school heeft een andere school (vso) gevonden maar die heeft niet een protestants-christelijke grondslag zoals de ouders wensen. Het verzoek over het voorgenomen verwijderingsbesluit is ongegrond. De school heeft veel begeleiding en ondersteuning geboden. Maar de leerling heeft meer individuele begeleiding nodig die de school niet kan bieden. De ondersteuningsmogelijkheden die de school gelet op de afspraken binnen het samenwerkingsverband heeft, zijn voldoende benut. Er is voor de leerling een andere passende school gevonden. Dat die school niet de gewenste protestants-christelijke grondslag heeft, kan de school niet worden verweten. Er is immers sprake van een specifieke ondersteuningsvraag.

30 Het recht op onderwijs van een bepaalde richting gaat niet vanzelfsprekend voor het belang van het kind, in de zin dat recht wordt gedaan aan zijn ondersteuningsvraag. Bovendien biedt het samenwerkingsverband waarbij de vo-school is aangesloten geen vso in de door ouders gewenste richting uitspraak 6 januari 2016 De verwijdering van een leerling uit groep 8 is alleen mogelijk als er zwaarwegende argumenten zijn en alle begeleidingsmogelijkheden zijn benut. Sector: primair onderwijs Een leerling met extra ondersteuningsbehoefte van groep 8 van een reguliere basisschool is verwijderd vanwege gedragsproblemen en problemen in concentratie en werkhouding. De school stelt dat zij handelingsverlegen is. De moeder van de leerling maakt bezwaar tegen de verwijdering. Het verzoekschrift is gegrond omdat zwaarwegende argumenten ontbreken en de school niet alle begeleidingsmogelijkheden heeft benut. Naast de problemen van de leerling in gedrag en werkhouding, wil zijn moeder niet meewerken aan door de school gewenst onderzoek van de leerling. Dat neemt niet weg dat de school op basis van de beschikbare gegevens meer gestructureerd onderwijs had kunnen bieden. Meer overleg met de moeder, bijvoorbeeld met behulp van mediation, had kunnen leiden tot overeenstemming over de extra begeleiding. Het ondersteuningsprofiel bevat hiervoor een procedure. Die had gevolgd moeten worden, ook omdat de leerling al in groep 8 zit. Zwaarwegende argumenten voor verwijdering waren niet aanwezig uitspraak 13 januari 2016 Verwijdering van een leerling na ernstige incidenten, waarbij acuut gevaarlijke situaties zijn ontstaan, mag. De school moet dan wel zelf een andere school zoeken die bereid is de leerling toe te laten. Sector: primair onderwijs Een leerling in groep 7 wordt verwijderd nadat hij tot twee keer toe, kort na elkaar, met meubilair heeft gegooid. De leerling is inmiddels toegelaten op een school voor speciaal onderwijs. In voorgaande jaren was het gedrag van de leerling wisselend. De leerling werd begeleid vanuit de basisondersteuning. Zijn ouders zijn van mening dat de school eerder extra ondersteuning had moeten aanvragen bij het samenwerkingsverband. Het verzoek is ongegrond. De leerling is meerbegaafd en begeleid vanuit de basisondersteuning. Dat is conform het schoolondersteuningsprofiel. Het gedrag van de leerling in voorgaande schooljaren was wisselend en voor zijn begeleiding zijn individuele handelingsplannen opgesteld.

31 Aan het eind van groep 6 ging het heel goed. Er was toen, en ook daarvoor, geen aanleiding om extra ondersteuning aan het samenwerkingsverband te vragen. De incidenten in groep 7 volgden elkaar snel op en leverden gevaarlijke situaties op voor de leerling zelf, de medeleerlingen en de leerkrachten. Hierdoor is een acute situatie ontstaan, waarbij de school voorrang mocht geven aan herstel van een veilige, werkbare school door de leerling definitief te verwijderen en te verwijzen naar een onderwijsomgeving die aan hem beter passende zorg kan bieden uitspraak 18 januari 2016 Een verwijderingsbesluit kan niet in stand blijven, omdat niet is voldaan aan de hoorplicht en de zorgplicht en het onvoldoende is gemotiveerd. Een leerling volgt regulier vmbo basisberoepsgerichte leerweg met lwoo. In het derde jaar is zij betrokken bij een incident met een medeleerling, waarvoor zij wordt geschorst. Enkele dagen later besluit de school om de leerling definitief te verwijderen wegens bedreiging/intimidatie van een medeleerling en fysiek geweld. Het verzoek is gegrond. De ouder en leerling zijn niet gehoord voordat het definitief verwijderingsbesluit werd genomen. Dat is in strijd met de hoorplicht. De school had ook nog geen andere school gevonden die de leerling een passende onderwijsplek kan bieden. Dat is in strijd met de zorgplicht. Het verwijderingsbesluit is ook onvoldoende onderbouwd: duwen van een medeleerling tijdens het incident kan niet worden aangemerkt als fysiek geweld. Over dit incident was de leerling ook niet gehoord en het incident vormde voor de school geen reden voor het opleggen van de schorsing. Voorts is niet gebleken dat de bedreiging/intimidatie van een medeleerling zodanig ernstig was dat dit op zichzelf voldoende grond is voor een verwijdering. Dat de opeenvolging van incidenten in combinatie met het niet toereikend zijn van de inspanningen van de school aanleiding was voor de verwijdering, blijkt niet uit het verwijderingsbesluit uitspraak 27 januari 2016 Het besluit om een leerling te verwijderen van school moet voldoen aan het ondersteuningsbeleid van de school. Een leerling uit 1 vwo heeft kort na de start op school problemen op het gebied van gedrag, concentratie en werkhouding. De school plaatst hem in een time-outvoorziening en komt tegen het einde van het schooljaar tot de conclusie dat de leerling beter af is op een school voor voortgezet speciaal onderwijs. De leerling mag daarom niet meer terugkeren op de school. De ouders zijn het daar niet mee eens.

32 Het verzoekschrift is gegrond omdat de school bij deze verwijdering niet heeft gehandeld conform het eigen ondersteuningsbeleid. Het ondersteuningsbeleid van de school beschrijft drie fasen van handelen. De school heeft nagenoeg onmiddellijk naar de zwaarste middelen gegrepen om de situatie de baas te worden. De school is niet eerst zorgvuldig nagegaan welke ondersteuningsbehoefte de leerling had en welke ondersteuning de school zelf kon bieden. Daarom is het verzoek gegrond. De Commissie tekent daarbij aan dat uit onderzoeken gedurende de time-outvoorziening wel gebleken is dat de extra begeleiding die de leerling nodig heeft, wel in een zodanige omvang en structuur is, dat een school voor voortgezet speciaal onderwijs, op dit moment voor de leerling wel het beste is uitspraak 27 januari 2016 Als de leerling na opname in een GGZ-instelling niet meer terugkeert op zijn school, hoeft die school geen ontwikkelingsperspectief meer op te stellen. Sector: primair onderwijs De leerling volgde regulier basisonderwijs zonder extra ondersteuning. In mei heeft de school ambulante begeleiding ingezet om de lichamelijke en sociaal-emotionele belemmeringen van de leerling in kaart te brengen. Vervolgens zou een opp worden opgesteld. Zover kwam het niet omdat kort daarna de leerling werd opgenomen in een GGZ-instelling. Daarna laat moeder het kind geen onderwijs meer volgen aan de school. Toch verlangt zij dat de school alsnog een opp opstelt. Het verzoek over het opp is ongegrond. In het opp moet beschreven worden op welke wijze de school ondersteuning kan geven aan een leerling die extra ondersteuning nodig heeft. Het opp is niet alleen leerlingspecifiek maar ook schoolspecifiek. Het is begrijpelijk dat de school het eindadvies van de GGZ-instelling heeft willen afwachten alvorens een definitief opp op te stellen. De leerling zou niet meer terugkeren op school omdat zijn moeder geen vertrouwen meer had in de school. Onder deze omstandigheden hoeft de school niet alsnog haar ondersteuningsmogelijkheden voor deze specifieke leerling te beschrijven uitspraak 29 januari 2016 Een voornemen tot verwijdering moet de juiste gronden voor verwijdering vermelden; dat is hier niet het geval omdat de handelingsverlegenheid van de school niet is genoemd. Een leerling volgt regulier vmbo, basisberoepsgerichte leerweg met lwoo. Hij is bekend met adhd en dyslexie; onderzoek wijst ook op dysgrafie, dyspraxie en dysfatische ontwikkeling.

33 Bij de overgang van het tweede naar het derde leerjaar is de leerling vanwege zijn gedrag overgeplaatst naar een parallelklas. Na de overplaatsing verergert zijn gedrag en doen zich enkele incidenten voor waarvoor hij twee keer wordt geschorst. Vervolgens neemt de school een voornemen tot definitieve verwijdering wegens aanhoudend ontoelaatbaar, onberekenbaar en dreigend gedrag van de leerling. De Commissie verklaart het verzoek gegrond. Verwijdering van een leerling is een uiterste middel dat slechts na zeer zorgvuldige besluitvorming kan plaatsvinden. Een besluit tot (voornemen tot) verwijdering moet daarom gedragen worden door de daaraan ten grondslag gelegde redenen. De voorgenomen verwijdering is gebaseerd op drie incidenten. Deze zijn wel aanleiding om maatregelen te treffen richting de leerling. Maar niet is gebleken dat deze gebeurtenissen zodanig zijn en met elkaar in verband staan en frequent zijn voorgevallen dat sprake is van aanhoudend ontoelaatbaar, onberekenbaar en dreigend gedrag. Gebleken is dat niet zozeer de incidenten maar de handelingsverlegenheid van de school ten grondslag ligt aan het voornemen tot verwijdering. Deze handelingsverlegenheid is niet opgenomen in de verwijderingsbrief. Daarom is het besluit op onjuiste gronden genomen uitspraak 1 februari 2016 Mogelijkheid van aanmelding van leerling met extra ondersteuningsbehoefte mag niet afhankelijk worden gemaakt van een voorafgaande observatie. De zorgplicht rust op het bevoegd gezag en wordt uitgevoerd door diens school van aanmelding van voorkeur ouders. Een leerling wordt niet ingeschreven omdat hij tijdens een kennismakingsochtend vanwege zijn gedrag niet goed geobserveerd kan worden. Het is de vierde school van het bevoegd gezag waar hij niet wordt toegelaten. Moeder is het hier niet mee eens. Het verzoek is gegrond en de Commissie adviseert de behandeling van het inschrijvingsverzoek opnieuw ter hand te nemen. Als een leerling is aangemeld bij verschillende scholen moeten de ouders aangeven welke school hun voorkeur heeft. Van die school kan de uitvoering van de zorgplicht worden verlangd. De wettelijke eis van schriftelijke aanmelding hangt samen met de termijn van zes plus vier weken die de school heeft om aan de zorgplicht te voldoen. Maar de aanmelding kan ook uit andere omstandigheden blijken. Zo is in dit geval aan moeder een inschrijvingsformulier uitgereikt en is de leerling door de school tijdens een kennismakingsochtend in de klas geobserveerd. Die observatie was door het gedrag van de leerling niet goed mogelijk. Het is vervolgens aan de school om te beoordelen op welke andere onderwijslocatie de leerling het beste geobserveerd kan worden.

34 De observatie kan deel uitmaken van het onderzoek naar de extra ondersteuningsbehoefte van de leerling, dat in het kader van de zorgplicht verricht moet worden. Omdat de zorgplicht op de school rustte, kon de school de toelating niet weigeren zonder dat eerst een andere school bereid was gevonden de leerling toe te laten uitspraak 1 februari 2016 Een verwijderingsbeslissing moet gebaseerd zijn op recente en relevante informatie over de gezondheid en ondersteuningsbehoefte van de leerling. Een leerling is in groep 8 slechtziend geworden als gevolg van een ziekte. Hij start de eerste klas havo aan een reguliere school met ondersteuning vanuit cluster 1. Ondanks verschillende aanpassingen en evaluaties, concludeert de school begin april dat zij niet de vereiste ondersteuning kan bieden. Begin juli volgt het voornemen tot verwijderen en medio augustus het definitief verwijderingsbesluit. Hierover dient de moeder een geschil in. Het verzoek is gegrond en de Commissie adviseert het verwijderingsbesluit in te trekken. De leerling heeft gedurende het schooljaar maar korte periodes gebruik kunnen maken van adequaat functionerende hulpmiddelen, zoals het gebruik van speciale software op zijn computer. De problemen rond de hulpmiddelen hadden moeten zijn opgelost om tot een goede beoordeling van het werkelijke functioneren van de leerling te kunnen komen. Ook had de school bij het verwijderingsbesluit moeten meewegen dat het maken van huiswerk door de leerling beter verliep, er door de docenten een verbetering in zijn gedrag was opgemerkt en de verbetering van het zicht van de leerling zich ook had doorgezet in de twee maanden na de eindevaluatie. Deze omstandigheden hadden voor de school aanleiding moeten zijn om de periode op deze school verder te verlengen uitspraak 17 februari 2016 Het overleg over het ontwikkelingsperspectief is onvoldoende, omdat het ontwikkelingsperspectief al na één overleg zonder overeenstemming is vastgesteld. Sector: primair onderwijs Ouders ontvingen een ontwikkelingsperspectief van hun kind. Enkele dagen later hebben zij over dit document een overleg met de intern begeleider. Tijdens dit overleg wordt geen overeenstemming bereikt. De school gaat daarna over tot vaststelling van het ontwikkelingsperspectief. Ouders dienen hierover een verzoekschrift in. Het verzoek over het opp is gegrond omdat er geen open en reëel overleg is gevoerd en omdat het opp niet volledig is. Voordat het schoolbestuur een ontwikkelingsperspectief vaststelt, moet het daarover met de ouders op overeenstemming gericht overleg voeren. Dat overleg moet open en reëel zijn.

35 Aan die eis is niet voldaan als de school al na één overleg tot vaststelling van het opp overgaat, terwijl in het overleg met de ouders geen overeenstemming is bereikt. Ook inhoudelijk voldoet het ontwikkelingsperspectief niet omdat daarin niet de leerrendementsverwachting per vakgebied en de wijze waarop die gerealiseerd zal worden, zijn opgenomen uitspraak 17 februari 2016 De school die de leerling heeft verwezen naar een bovenschoolse voorziening (OPDC) behoudt de regiefunctie over het opp; over de bijstelling van het opp moet de school op overeenstemming gericht overleg met de ouder voeren. Een leerling van een reguliere eerste klas vmbo-t/havo, is vanwege gedragsproblemen geplaatst op een OPDC, niveau vmbo-t. Voor de duur van het verblijf op het OPDC is een opp opgesteld. Aan het eind van het verblijf adviseert het OPDC vso. Het verzoek is gegrond Uit een opp moet blijken wanneer het is vastgesteld, wanneer het is bijgesteld en welke wijzigingen zijn doorgevoerd. Dat is hier niet duidelijk. Bij plaatsing op een bovenschoolse voorziening blijft het bevoegd gezag verantwoordelijk voor het opp en moet het regie voeren. Dat is niet gebeurd. De vo-school heeft met de ouders twee gesprekken gevoerd. Maar deze gingen niet over het opp, maar over de noodzaak van speciaal onderwijs voor de leerling, de verhuizing naar Almere en de aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring. Over het opp is daarom ten onrechte geen op overeenstemming gericht overleg gevoerd voordat het is vastgesteld uitspraak 1 maart 2016 Een ontwikkelingsperspectief moet aan alle wettelijke eisen voldoen. Sector: primair onderwijs Een leerling die bekend is met onder meer dyslexie, hypermobiliteit, DCD en ADHD zit op een reguliere basisschool. Ouders zijn het niet eens met het voor hem opgesteld ontwikkelingsperspectief. Het verzoek is gegrond. De Commissie adviseert de school een opp op te stellen dat voldoet aan de wettelijke eisen. Op grond van de afspraken die binnen het samenwerkingsverband zijn gemaakt, had voor deze leerling een volledig ontwikkelingsperspectief opgesteld moeten worden. Het ontwikkelingsperspectief voldoet niet, omdat er geen (onderbouwing van het)

36 uitstroomperspectief is opgenomen en de bevorderende en belemmerende factoren die van invloed zijn op het onderwijs van de leerling ontbreken. Niet is gebleken dat over het ontwikkelingsperspectief met de ouders het vereiste op overeenstemming gericht overleg is gevoerd uitspraak 24 maart 2016 De verwijdering van de leerling wegens gedragsproblematiek op een vso-school met verwijzing naar forensische jeugdpsychiatrie en andere vso-school, is redelijk. Sector: Speciaal onderwijs/voortgezet speciaal onderwijs Een school voor voortgezet speciaal onderwijs (vso) stelt handelingsverlegen te zijn wat betreft de gedragsproblematiek van de leerling. Volgens de vso-school heeft de leerling intensievere begeleiding nodig en is psychiatrisch onderzoek nodig opdat duidelijk wordt wat de leerling nodig heeft. Daarom heeft de vso-school de leerling verwezen naar de forensische jeugdpsychiatrie waar onderzoek en behandeling kan plaatsvinden. Een andere vso-school verzorgt dan het onderwijs. De moeder van de leerling meent dat de vso-school nog meer begeleiding zou kunnen bieden. Het verzoek is ongegrond. De leerling vertoonde grensoverschrijdend, gezagsondermijnend en agressief gedrag. Dit gedrag van de leerling was dermate ernstig dat aannemelijk is dat het onderwijsleerproces daardoor wordt verstoord en van invloed was op de veiligheid van andere leerlingen en personeel. Bovenop de speciale onderwijsomgeving van de vso-school, heeft de school verschillende vormen van begeleiding ingezet. Ondanks de geboden ondersteuning en begeleiding is het gedrag van de leerling niet verbeterd. De vso-school heeft dan ook in redelijkheid kunnen concluderen handelingsverlegen te zijn. Omdat de leerling is gebaat bij intensievere begeleiding en hij in aanraking is geweest met justitie, lijkt een traject bij de forensische jeugdpsychiatrie in combinatie met onderwijs de meest passende oplossing uitspraak 30 maart 2016 Als de met gezag belaste ouder instemt met het ontwikkelingsperspectief hoeft de school met de verzorger van de leerling niet opnieuw op overeenstemming gericht overleg te voeren Sector: primair onderwijs Een pleegmoeder is het er niet mee eens dat de school weliswaar met de moeder van de leerling, maar verder buiten pleegmoeder om, het ontwikkelingsperspectief heeft vastgesteld van de leerling uit haar pleeggezin. Voorzittersbeslissing Het verzoek is kennelijk niet-ontvankelijk. Voordat het schoolbestuur een ontwikkelingsperspectief vaststelt, moet het daarover met de ouders op overeenstemming gericht overleg voeren.

37 Zorgvuldigheid verlangt dat ook de pleegmoeder die de leerling duurzaam verzorgt daarbij wordt betrokken. Mogelijk is dat in deze zaak onvoldoende gebeurd. Desondanks heeft de met gezag belaste moeder ingestemd met het ontwikkelingsperspectief. In zo'n situatie komt de pleegmoeder geen recht toe dat de school met haar opnieuw op overeenstemming gericht overleg moet voeren voordat de school het ontwikkelingsperspectief kan vaststellen uitspraak 12 april 2016 School mag besluiten tot verwijdering van chronisch zieke leerling wegens de verstoorde verhouding met de moeder, mits een andere school bereid gevonden is de leerling aan te nemen. De LOI is niet zo een andere school. Een chronisch zieke leerling volgt havo op een reguliere school. De school en de moeder bereiken geen overeenstemming over aanpassing van het onderwijsprogramma en er is geen definitief ontwikkelingsperspectief vastgesteld. Als de school verneemt dat de leerling via de LOI is gestart met thuisonderwijs, besluit zij over te gaan tot uitschrijving en voor zover rechtens vereist tot verwijdering van de leerling. Het verzoek is gegrond. De pogingen van de school te komen tot een aangepast onderwijsprogramma waarbij de leerling (deels) thuisonderwijs volgt, stuitten op nieuwe voorstellen van de moeder. Het laatste voorstel voor thuisonderwijs van de moeder leidde ertoe dat de school geen zeggenschap zou hebben over de inhoud en vorm van het onderwijs, maar wel eindverantwoordelijk zou zijn. Dat de school dit voorstel niet heeft geaccepteerd, is niet onredelijk. De onderlinge verhouding tussen de moeder en de school is verstoord en herstel is niet waarschijnlijk. Vanwege deze omstandigheden heeft de school in redelijkheid tot verwijdering van de leerling kunnen besluiten. Voordat een school mag overgaan tot verwijdering van een leerling, moet er een andere school zijn gevonden die bereid is de leerling aan te nemen. De LOI kan niet als een andere school worden aangemerkt. Daarom is het verzoek gegrond uitspraak 14 april 2016 Verwijdering van een leerling na een incident waarbij de veiligheid binnen de school in het geding is, mag. Maar de school moet invulling geven aan de zorgplicht en een ononderbroken leerproces voor de leerling bewaken. De leerling is geschorst na een incident waarbij hij grensoverschrijdend gedrag heeft vertoond. Vervolgens volgt een voornemen tot verwijdering. Ondertussen maakt de leerling vanaf huis zijn schoolwerk.

38 Het verzoek is gegrond omdat onvoldoende invulling is gegeven aan de zorgplicht van het schoolbestuur. Het voornemen om de leerling te verwijderen is redelijk geweest omdat de leerling zich grensoverschrijdend heeft gedragen en de veiligheid van medewerkers van school in het geding is geweest. Wel heeft de school onvoldoende invulling gegeven aan de zorgplicht. De school moet actiever op zoek naar een andere school voor deze leerling en direct inzetten op het bewaken van een ononderbroken leerproces voor de leerling. De school had de mogelijkheid van een tijdelijke plaatsing op het opdc moeten bespreken met de ouders uitspraak 3 mei 2016 Reguliere school voor voortgezet onderwijs mocht leerling met extra ondersteuningsbehoefte die lang thuis heeft gezeten, weigeren. Een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte heeft enkele jaren grotendeels thuis gezeten. Hij heeft korte periodes onderwijs gevolgd op het vso en de rebound, een onderwijsvoorziening van het samenwerkingsverband. De ouders hebben de leerling aangemeld bij een reguliere school voor voortgezet onderwijs waar de leerling enkele jaren eerder een proefplaatsing had gehad. De school weigert de leerling toe te laten omdat zij niet in de ondersteuningsbehoefte van de leerling kan voorzien. De Commissie oordeelt het verzoek ongegrond. De leerling is gediagnosticeerd met pdd-nos, maar volgens de ouders komt zijn gedrag voort uit hoogbegaafdheid en hooggevoeligheid. Voor zijn gedrag heeft de leerling intensieve begeleiding nodig. Daarnaast heeft de leerling een individueel onderwijstraject nodig waarbij hij veel één-op-één wordt begeleid, omdat hij langere tijd geen onderwijs heeft gevolgd. De ondersteuningsmogelijkheden die de school heeft sluiten niet of onvoldoende aan op de ondersteuningsbehoefte van de leerling. Ook de inzet van ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband is, gelet op de ondersteuningsbehoefte, niet voldoende. De school heeft daarom in redelijkheid kunnen concluderen dat zij niet kon voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling. De school heeft een vso-school met een speciale klas voor langdurige thuiszitters, waar onderwijs op havo-niveau wordt aangeboden, bereid gevonden in gesprek te gaan met de ouders en de leerling over de plaatsingsmogelijkheden. De ouders weigerden echter in gesprek te gaan over welke andere scholen een passende onderwijsplek zouden kunnen bieden aan de leerling. Ook gaven zij geen toestemming om de gegevens over de leerling uit te wisselen met andere scholen. Gelet op het niet willen meewerken van de ouders, heeft de school met dit aanbod van de vso-school kunnen volstaan. 37

39 uitspraak 13 mei 2016 Het verwijderingsbesluit is redelijk, omdat de leerling zich voortdurend niet aan de schoolregels hield en de school handelingsverlegen was geworden. De school heeft aan haar zorgplicht voldaan, omdat voor een andere school is gezorgd. De leerling, met extra ondersteuningsbehoefte, wordt vanwege zijn gedrag en de incidenten die hij veroorzaakt verwijderd van zijn reguliere vo-school. De school was handelingsverlegen geworden en kon niet (meer) in de ondersteuningsbehoefte van de leerling voorzien. De ouders bestrijden dit en dienen een verzoekschrift in. Het verzoek is ongegrond. Het gedrag van de leerling belemmert het onderwijsleerproces van hemzelf en zijn medeleerlingen. Hij is regelmatig betrokken bij, soms ernstige, incidenten. Ondanks de door school geboden ondersteuning, zijn het gedrag en de studieresultaten van de leerling niet verbeterd. De school heeft voldoende ondersteuning geboden en in redelijkheid tot de verwijdering kunnen concluderen. De school heeft een vso-school bereid gevonden om de leerling in te schrijven. Gelet op de ondersteuningsmogelijkheden en de reisafstand is die vsoschool passend. Dat de leerling problemen zou hebben met enkele leerlingen van die school is onvoldoende aannemelijk geworden. De leerling was welkom voor een intakegesprek bij een onderwijsvoorziening gericht op potentiële schoolverlaters, maar de ouders hebben daarvan afgezien. De school heeft aan haar zorgplicht voldaan uitspraak 23 mei 2016 School voor vso cluster 4 mocht leerling weigeren die na proefplaatsing in regulier onderwijs wil overstappen naar cluster 2-onderwijs en in de tussentijd toelating verzoekt bij zijn oude school. Ouders en hun zoon willen weg bij de vso-school voor cluster 4. De proefplaatsing op een reguliere school mislukt. Op verzoek van ouders vraagt de school toelating tot cluster 2 aan, die wordt toegekend. In de tussentijd wordt de leerling niet toegelaten tot de cluster-4-school waar hij nog staat ingeschreven; de school organiseert wel afstandsonderwijs. Ouders dienen hierover een verzoekschrift in bij de Commissie. Het verzoek is ongegrond. De ouders wilden geen permanente terugkeer naar de cluster-4-school omdat die volgens hen ongeschikt is voor hun zoon. Zij willen dat hij met name voor het maken van toetsen toegelaten wordt, in afwachting op inschrijving bij cluster-2. De Commissie overweegt dat een school van herkomst in beginsel gehouden is om na mislukte proefplaatsing weer het onderwijs aan de leerling te verzorgen.

40 De wijze waarop dit gebeurt, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. De cluster- 4-school heeft onderzoek gedaan naar het verzoek om toelating. Daarbij zijn de persoonlijkheidskenmerken van de leerling afgewogen, zijn recente officiële afscheid van school en klasgenoten, de voor hem vereiste onderwijsstructuur en het gegeven dat het om een overbruggingsperiode ging. Een onderwijsstructuur op ad hoc basis verdraagt zich niet met de specifieke ondersteuningsbehoefte van de leerling en zou een contraproductief effect kunnen hebben op zijn ontwikkeling. De school heeft een redelijk standpunt ingenomen uitspraak 25 mei 2016 De weigering toelating van een leerling met extra ondersteuningsbehoefte bij een school in oprichting, valt onder de bevoegdheid van de Commissie. Het verweer dat de school vol is, slaagt niet omdat er geen consequent en transparant toelatingsbeleid is. De nieuwe school start met ingang van het volgende schooljaar waarvoor de leerling zich aanmeldt. De school wijst de leerling af, omdat er geen plaats meer is. Omdat leerlingen zonder een extra ondersteuningsbehoefte wel zijn aangenomen terwijl zij zich later hadden aangemeld, dienen de ouders een verzoekschrift in. Het verzoek is gegrond. De school bevindt zich weliswaar in de oprichtingsfase, maar zal met ingang van het volgende schooljaar worden bekostigd door het Ministerie. Voor de aanmelding en toelating van leerlingen moet de school zich daarom nu al houden aan de Wet op het voortgezet onderwijs. Als een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte zich aanmeldt bij een school, moet de school onderzoeken of zij in de ondersteuningsbehoefte van de leerling kan voorzien. Deze verplichting geldt niet als de school vol is. Voor een geslaagd beroep op deze uitzondering moet er sprake zijn van een consequent en transparant toelatingsbeleid. Daarvan is geen sprake omdat onduidelijk is hoeveel leerlingen zijn aangemeld, hoeveel plaatsen er zijn en hoeveel leerlingen zijn aangenomen. Ook heeft de school op sommige momenten wel en op sommige momenten niet gesteld dat de ondersteuningsbehoefte van leerlingen bij toelating een rol speelt. De school heeft de bepalingen uit de Wet passend onderwijs niet toegepast. Zij heeft niet onderzocht of zij in de ondersteuningsbehoefte van de leerling kon voorzien. De school is niet aangesloten bij een samenwerkingsverband en heeft niet onderzocht of ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband uitkomst zou bieden. Ook heeft de school geen andere school gevonden die bereid is de leerling toe te laten. De school heeft dan ook niet aan haar zorgplicht voldaan. 39

41 uitspraak 25 mei 2016 Het verzoek is niet-ontvankelijk, omdat de beslissing van de Mytylschool om de leerling niet meer handmatig te tillen geen verband houdt met toelating of verwijdering van die leerling. Sector: primair onderwijs De Mytylschool wil een leerling voortaan gaan tillen met een tillift. Volgens de ouders kan hun dochter heirdoor niet langer naar school. Zij verzoeken de Commissie te besluiten dat hun dochter handmatig moet worden getild, zodat zij weer kan deelnemen aan het onderwijs. Het verzoek is kennelijk niet-ontvankelijk. De Commissie kan een geschil behandelen over toelating van een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte of over verwijdering van een leerling. Het geschil over handmatig tillen houdt geen verband met haar toelating maar met de kwaliteit van de aan de leerling geboden begeleiding. Het geschil houdt evenmin verband met verwijdering: de leerling mag immers naar school maar haar ouders houden haar thuis omdat zij het oneens zijn met het gebruik van een tillift. De voorzitter heeft het onderzoek naar het verzoekschrift zonder behandeling ter zitting gesloten omdat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is uitspraak 15 juni 2016 Het verzoek is niet-ontvankelijk, omdat er (nog) geen sprake is van verwijdering van de leerling. Sector: primair onderwijs Een basisschool laat een leerling na een incident niet meer toe tot de school. De moeder van de leerling stelt dat er sprake is van een verwijderingsbesluit. Dit zou door de school ook zo tegen haar zijn gezegd. Het verzoek is niet-ontvankelijk De Commissie kan geschillen behandelen over de toelating van leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte, de vast- of bijstelling van een ontwikkelingsperspectief en de verwijdering van leerlingen. Gebleken is dat de leerling inmiddels weer naar school gaat en in afwachting van een onderzoek bij de GGZ ook zal blijven gaan. Er is daarom in dit geval (nog) geen sprake van een verwijdering of van een voornemen tot verwijdering. Ook is geen sprake van een situatie die gelijk kan worden gesteld met verwijdering. Dat de school aan het verblijf van de leerling voorwaarden stelt op het gebied van sociaal-emotionele en fysieke veiligheid maakt dit niet anders. Omdat het geschil ook geen verband houdt met toelating (na aanmelding) of een opgesteld ontwikkelingsperspectief, is het verzoek niet-ontvankelijk.

42 uitspraak 17 juni 2016 Na een overbruggingsperiode op het opdc mocht de oude school de toelating weigeren, omdat de leerling was aangewezen op vso en daar op korte termijn zou starten. Een leerling is van school verwijderd. Hij kan niet direct starten op de vso-school. Ter overbrugging is hij toegelaten tot het opdc. Als het opstarten van 'zijn' vso-groep nog iets langer duurt dan gepland, komt de leerling na afloop van de opdc-periode thuis te zitten. Ouders vragen daarom toelating tot de oude school maar deze weigert de leerling toe te laten. Het verzoek is ongegrond. Het besluit om de leerling niet opnieuw tot de school van herkomst toe te laten is redelijk De start van de leerling op de vso-school sloot niet aan op zijn periode op het opdc, omdat de vso-docent van de nieuw te vormen groep ziek was. Hierdoor heeft de leerling twee weken geen onderwijs kunnen volgen. Die omstandigheid kan het bestuur van de oude school niet worden verweten. Mede door de toelaatbaarheidsverklaring vso is het redelijk dat de leerling niet terug mocht naar zijn oude school. Dat door het volgen van vso de leerling geen diploma kan halen, betekent niet dat de vso-school niet passend is. De leerling kan namelijk ook via Staatsexamens meedoen aan landelijke schriftelijke examens en op die wijze een diploma halen. Bovendien is de vso-school een goede voorbereiding op de entreeopleiding van het ROC en heeft de leerling ter zitting verklaard dat hij het op de vso-school naar zijn zin heeft uitspraak 20 juni 2016 Na een overbruggingsperiode op het opdc mocht de oude school de toelating weigeren, omdat de leerling was aangewezen op vso en daar op korte termijn zou starten. Sector: primair onderwijs Een leerling zit ruim een jaar in een Talentklas van het samenwerkingsverband, een klas voor hoogbegaafde leerlingen. Het samenwerkingsverband beslist over de toelating. Een voorwaarde voor toelating is een intelligentieonderzoek waaruit blijkt dat de intelligentie van de leerling op 130 of hoger ligt. De leerling is destijds zonder intelligentieonderzoek tot de Talentklas toegelaten omdat hij daar wegens persoonlijke omstandigheden niet toe in staat was. Voor hernieuwde toelating voor het nieuwe schooljaar is inmiddels wel een intelligentieonderzoek nodig. De ouders menen dat een intelligentieonderzoek niet noodzakelijk is en hebben dit niet laten afnemen bij hun zoon. Het samenwerkingsverband laat de leerling daarom niet toe tot de Talentklas. De Commissie is onbevoegd omdat er geen sprake is van een geschil tussen het schoolbestuur en de ouders over toelating van een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte, de verwijdering van een leerling of de vast- of bijstelling van een ontwikkelingsperspectief.

43 Het samenwerkingsverband houdt weliswaar de Talentklas in stand maar de Talentklas is geen school en het samenwerkingsverband is geen bevoegd gezag van een school. Er is geen sprake van een geschil tussen de ouders en het bevoegd gezag van de basisschool over verwijdering of toelating, omdat de leerling ingeschreven blijft bij de basisschool en daar onderwijs kan genieten. Evenmin is sprake van een geschil over de vast- of bijstelling van het ontwikkelingsperspectief uitspraak 22 juni 2016 Verwijdering van een leerling met extra ondersteuningsbehoefte kan pas als onderzoek is gedaan naar de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de ondersteuningsmogelijkheden van de school Sector: primair onderwijs Een leerling met extra ondersteuningsbehoefte is vanwege zijn gedrag in maart geschorst. Twee maanden na de schorsing zit de leerling nog thuis. Er is een tijdelijke plek op een sboschool waar de leerling naar toe kan. Daar kunnen deskundigen de leerling observeren en advies geven over de onderwijsbehoeften van de leerling en hoe hier aan voldaan kan worden. De moeder van de leerling stemt hier niet mee in. Daarop heeft de directeur van de school mondeling meegedeeld dat de school de leerling zal verwijderen. Het bevoegd gezag heeft geen formeel verwijderingsbesluit genomen. De moeder is het niet eens met de voorgenomen verwijdering en dient een verzoekschrift in. Het verzoek is gegrond. De Commissie is bevoegd om geschillen over de verwijdering van een leerling in behandeling te nemen. De feitelijke situatie van de leerling die al lange tijd geen klassikaal onderwijs ontvangt en thuis zit, wordt gelijk gesteld met verwijdering. De Commissie beoordeelt of de school overeenkomstig passend onderwijs en de zorgplicht heeft gehandeld. Als een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte wordt verwijderd, moeten het ontwikkelingsperspectief van de leerling en de mogelijkheden van de school tot begeleiding in beeld zijn gebracht. Dat is niet gebeurd. Er is wel beschreven welke onderwijsbehoefte de leerling heeft, maar bij gebrek aan onderzoek naar het gedrag van de leerling is onvoldoende duidelijk geworden welke ondersteuning de leerling nodig heeft en of de school de ondersteuning zelf kon bieden. Omdat de school onvoldoende onderzoek heeft verricht naar de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de ondersteuningsmogelijkheden van de school, heeft de school niet in redelijkheid tot het voorgenomen besluit tot verwijdering kunnen komen. 42

44 uitspraak 24 juni 2016 Het besluit tot verwijdering kan niet in stand blijven, omdat nog geen andere school bereid is gevonden om de leerling te plaatsen. Een leerling in de derde klas van het vmbo weigert na een incident de klas te verlaten, ook na interventie van de teamleider. Voor zijn gedrag heeft de school hem geschorst en aansluitend verwijderd. Op het moment van het definitieve verwijderingsbesluit was er nog geen andere school bereid om de leerling te plaatsen. Het verzoek is gegrond. De leerling heeft een medeleerling een klap gegeven nadat hij door die leerling in zijn zij was gestoken met een pen. Hij weigerde de klas te verlaten toen de leerkracht en daarna de teamleider dat vroegen. Bij de school was bekend dat de leerling problemen ondervond met autoriteit en gezag. In het eerste leerjaar had hij daarom een periode doorgebracht in het opdc. Voor die periode is een ontwikkelingsperspectief opgesteld dat daarna niet meer is aangepast. Incidenten werden alleen met de mentor besproken. De school heeft nagelaten om de leerling voldoende te ondersteunen met zijn problemen. Het uiterste middel van verwijdering is daarom te vroeg ingezet uitspraak 4 juli 2016 Reguliere school voor voortgezet onderwijs mocht de leerling weigeren, omdat zij niet kan voorzien in de ondersteuningsbehoefte van deze leerling die vanaf groep 4 speciaal onderwijs volgde. Een moeder wil haar zoon een kans geven in regulier onderwijs en heeft hem aangemeld voor vmbo met leerwegondersteuning. De zoon heeft vanaf groep 4 onderwijs gevolgd in het speciaal onderwijs. De school voor vmbo heeft de leerling niet toegelaten. Het verzoek is ongegrond Als uitstroombestemming is in het ontwikkelingsperspectief op didactisch niveau vmbo bb/kb opgenomen, maar op gedragsmatig niveau vso cluster 4. In het speciaal onderwijs is veel aandacht geweest voor de gedragsproblematiek van de leerling. Desondanks zijn veel gedragsmatige doelen niet gehaald. De leerling heeft vooral behoefte aan individuele begeleiding en aanmoediging in een gestructureerde omgeving met zo min mogelijk prikkels. In die ondersteuningsbehoefte kan de school niet voorzien. Er zijn geen doeltreffende aanpassingen denkbaar die in redelijkheid van de school mogen worden verwacht.

45 uitspraak 6 juli 2016 Verwijdering van leerlingen wegens het gedrag van hun moeder mag pas als er geen redelijke alternatieven meer zijn en de belangen van de kinderen zijn meegewogen. Sector: primair onderwijs Het schoolbestuur heeft twee leerlingen van school verwijderd omdat hun moeder aanhoudend voor onrust op de school zorgt. Het verzoek is gegrond De moeder heeft op Social media opgeroepen tot verzet van andere ouders en heeft ook op andere manieren voor onrust op de school gezorgd. Het gedrag van de moeder rechtvaardigt mogelijk verwijdering van de kinderen van school. Maar daarbij had het schoolbestuur de belangen van de kinderen moeten meewegen. Bijvoorbeeld het belang om de toetsen aan het einde van het jaar nog op de school te kunnen afleggen. Ook heeft het schoolbestuur onvoldoende geprobeerd de zaak op een andere manier op te lossen, bijvoorbeeld door een schoolverbod voor de moeder in combinatie met bemiddeling. Het schoolbestuur had pas tot verwijdering van de leerlingen mogen overgaan nadat gebleken was dat er geen redelijke alternatieven meer resteerden uitspraak 8 juli 2016 Reguliere vo-school mocht leerling met extra ondersteuningsbehoefte weigeren, omdat de leerling niet voldoet aan het vereiste minimale onderwijsniveau voor toelating tot de school. Ouders melden een leerling met syndroom van Down aan bij een vrije school die onderwijs aanbiedt voor mavo, havo en vwo. De school wijst de leerling af, omdat zij niet het minimale vmbo-t niveau heeft. Verzoekster verlangt toelating. De Commissie oordeelt het verzoek ongegrond. De leerling heeft op meerdere gebieden een leerachterstand van enkele jaren. Bepaalde kernvakken basisonderwijs zijn bij haar op het niveau van groep 3/4. Als toelatingseis voor de school van aanmelding geldt dat de leerling minimaal het niveau vmbo-t heeft. De leerling mag worden geweigerd, omdat zij niet voldoet aan het vereiste niveau van de school. Bij die omstandigheid is er geen zorgplicht, zodat de school van aanmelding geen andere school hoeft te zoeken die bereid is de leerling onderwijs aan te bieden uitspraak 18 juli 2016 Het besluit tot verwijdering kan niet in stand blijven omdat wettelijke bepalingen en interne, door school en bestuur vastgestelde regels, onvoldoende zijn nageleefd Sector: primair onderwijs

46 De school besluit de leerling te verwijderen vanwege leer- en gedragsproblemen en het verbod van zijn moeder om hem te onderzoeken en te begeleiden. Het schoolbestuur schrijft hierover een brief aan moeder. De leerling, die dreigt thuis te komen zitten, krijgt een proefplaatsing van twaalf weken op een school voor speciaal basisonderwijs. Moeder is het niet eens met de verwijderingsbeslissing. Het verzoek is gegrond In een brief aan moeder had het schoolbestuur gesteld dat samenwerking niet langer mogelijk was, de school handelingsverlegen was en het beter zou zijn als moeder voor haar zoon een andere school zocht. Het schoolbestuur, openbaar onderwijs, had in de brief de mogelijkheid van bezwaar opengesteld. Deze brief is een verwijderingsbeslissing, mede omdat vanaf dat moment de leerling niet meer tot de school is toegelaten. Daarbij is geen inhoud gegeven aan de zorgplicht, omdat er geen andere school bereid was de leerling toe te laten. Het schoolbestuur heeft in afwijking op de eigen regels geen verslag naar moeder toegezonden van het horen van de leerkracht, de ambtenaar leerplichtzaken en de Onderwijsinspectie. Het bezwaar dat verzoekster had ingediend, is door het schoolbestuur ten onrechte niet aangemerkt als een bezwaarschrift in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Inhoudelijk heeft de school onvoldoende regie gehouden op de begeleiding van de leerling; de school heeft zijn ontwikkeling onvoldoende gedocumenteerd. Of de leerling op korte termijn weer tot de school of een andere school voor regulier onderwijs kan worden toegelaten, hangt af van het ontwikkelingsperspectief dat opgesteld moet gaan worden uitspraak 19 juli 2016 Het verzoek over een voorgenomen verwijdering van een leerling is niet-ontvankelijk, omdat de ouders inmiddels de leerling op een andere school hebben ingeschreven. Sector: primair onderwijs De leerling in groep 6 van de basisschool vertoont een problematische werkhouding die zijn leerresultaten negatief beïnvloedt. De school ziet geen mogelijkheden voor verbetering en neemt contact op met een school voor speciaal basisonderwijs en reserveert een plek voor de leerling. Ook wordt een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal basisonderwijs aangevraagd. De ouders vinden dat deze handelwijze neerkomt op verwijdering van de leerling. Het verzoek is niet-ontvankelijk De school heeft de ouders van de leerling een brief gestuurd die niet anders kan worden gelezen dan als het voornemen te bewerkstelligen dat aan de leerling een andere vorm van onderwijs aangeboden zal worden, op een ander niveau, op een andere locatie, met andere leerkrachten en een andere leerlingenpopulatie.

47 Er is dan ook sprake van verwijdering. Maar omdat de ouders de leerling inmiddels zelf hebben ingeschreven bij de andere school is hun belang aan het verzoek komen te ontvallen uitspraak 26 juli 2016 School moet de ouder erop wijzen dat voor het vinden van een andere passende school haar medewerking nodig is. Een school voor regulier vo wijst na een onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte de leerling af. Omdat de moeder niet toestaat dat de school gegevens van haar zoon naar een andere school toezendt en zij niet open staat voor andere opties dan de school van aanmelding, besluit de school om moeder en leerling terug te verwijzen naar de sbo-school waar de leerling het onderwijs nog volgt. De Commissie oordeelt het verzoek gegrond omdat onvoldoende uitvoering is gegeven aan de plicht ervoor zorg te dragen dat een andere school bereid is de leerling toe te laten. In het besluit van de school staat slechts dat de leerling niet wordt toegelaten. De school had uiteen moeten zetten welke opties met de moeder zijn besproken en haar alsnog moeten uitnodigen voor een gesprek om samen op zoek te gaan naar een andere school. Hierbij had de school de moeder erop moeten wijzen dat wanneer zij niet bereid was alsnog in gesprek te gaan over een andere school, de school geen uitvoering kan geven aan haar zorgplicht en deze dan ophoudt uitspraak 12 augustus 2016 De school hoeft de aangemelde leerling met extra ondersteuningsbehoefte niet toe te laten als de groepen vol zitten en de leerling door zijn positie op de wachtlijst nog niet aan de beurt is om geplaatst te worden. Sector: primair onderwijs Een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte wordt in november aangemeld en op de wachtlijst van de school geplaatst omdat de groepen vol zitten. Als in april een herhaald verzoek om plaatsing opnieuw wordt afgewezen, wendt de moeder zich tot de Commissie. De school houdt op redelijke gronden een wachtlijst aan en de leerling is daar terecht op geplaatst. De school hoefde nog niet over te gaan tot plaatsing of onderzoek van de ondersteuningsbehoefte van de leerling. Het verzoek is ongegrond. Een aanmelding komt tot stand nadat deze door een ouder schriftelijk bij de school is ingediend. De school plaatst meer (30) leerlingen in de combinatiegroepen 1 / 2 dan beleidsmatig (28) is afgesproken. Zij houdt daarom op redelijke gronden een wachtlijst aan. De leerling staat eerste op de wachtlijst.

48 Bij het vrijkomen van de eerstvolgende plek in de groep behoort de school over te gaan tot beoordeling van het verzoek om toelating en de ondersteuningsbehoefte van de leerling uitspraak 12 september 2016 School kan een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte niet weigeren als onvoldoende onderzoek is gedaan naar de ondersteuningsmogelijkheden van de school. De zorgplicht houdt mede in dat een andere school concreet bereid is de leerling toe te laten Een leerling heeft afwisselend speciaal en regulier onderwijs gevolgd. Hij volgt nu vso en voelt zich daar in de auti-groep niet thuis. Zijn ouders hebben hem aangemeld bij een reguliere voschool. Die weigert toelating omdat zij niet in de ondersteuningsbehoefte van de leerling kan voorzien. Verder maakt zij de leerling attent op mogelijke andere vso-scholen die hem passend onderwijs kunnen bieden. Het verzoek is gegrond De school heeft informatie over de leerling verzameld om te bezien wat zijn ondersteuningsbehoefte is. Daarbij is zij er ten onrechte vanuit gegaan dat ouders zich tegen een ontwikkelingsgericht onderzoek zouden verzetten. Dit onderzoek was volgens de school wel gewenst en dient dan ook alsnog plaats te vinden. De school van aanmelding niet kan volstaan met een oriëntatieadvies maar moet in het kader van de zorgplicht er concreet zorg voor te dragen dat een andere passende school bereid is de leerling in te schrijven uitspraak 16 september 2016 Na weigering toelating is een directe terugverwijzing naar de oude school uit oogpunt van de zorgplicht niet passend. Een leerling heeft als gevolg van chronische migraine een hoog schoolverzuim. Vanwege onvoldoende resultaten stapt zij over van 2 havo naar 3 vmbo. Zij meldt zich daartoe aan bij een vmbo die als profiel media, vormgeving en ict heeft. De school wijst de leerling af en gaat er vanuit dat zij op haar huidige school zal blijven. Het verzoek is gegrond; de Commissie adviseert het schoolbestuur om uitvoering te geven aan zijn plicht om zorg te dragen voor een andere school. Voor de creatieve vakken van de opleiding moeten de leerlingen samenwerken en is de fysieke aanwezigheid van leerlingen vereist. De leerling is vanwege haar hoge verzuim niet in staat om aan deze (opleidings)eis te voldoen. Voorgestelde aanpassingen, zoals cameraonderwijs en twee jaar over één leerjaar doen, kunnen er niet voor zorgen dat de leerling regelmatig genoeg fysiek aanwezig is om met de andere leerlingen samen te werken. De school heeft daarom in redelijkheid kunnen besluiten om de leerling niet toe te laten.

49 De school heeft alleen niet zorggedragen voor een andere school, maar ging ervan uit dat de leerling op haar huidige school zou blijven. De school had echter met de leerling en haar ouders moeten bespreken of haar huidige school de meest passende plek is of dat in samenspraak naar een andere school moest worden gezocht. Dit heeft de school niet gedaan en daarmee heeft de school onvoldoende invulling gegeven aan de zorgplicht uitspraak 22 september 2016 De voorgenomen verwijdering van de leerling en haar plaatsing op een bovenschoolse voorziening is redelijk, omdat de leerling onveilige situaties veroorzaakte en de school geen onderzoek mocht uitvoeren. De school is handelingsverlegen door ernstige gedragsproblemen van de leerling en het verbod van haar ouders op het instellen van een zorgtraject en het doen van onderzoek. De school heeft het voornemen tot verwijdering uitgesproken. Daarna is de leerling gebruik gaan maken van een bovenschoolse voorziening voor onderwijs en onderzoek. De ouders zijn het oneens met het voorgenomen verwijderingsbesluit. Het verzoek is ongegrond. Door een plek te regelen op een bovenschoolse voorziening heeft de school voor dit moment voldaan aan de verplichtingen die in het kader van passend onderwijs op haar rusten. Of de leerling na die periode kan terugkeren op school hangt af van de resultaten uit het onderzoek op de bovenschoolse voorziening. De mededeling in het voorgenomen besluit, dat de leerling niet meer kan terugkeren op school is daarom voorbarig geweest uitspraak 22 september 2016 De voorgenomen verwijdering van de leerling is redelijk omdat de school handelingsverlegen is, geen nader onderzoek mag uitvoeren en een andere school heeft aangeboden die passend is voor de leerling. Sector: primair onderwijs De school is handelingsverlegen bij een zesjarige leerling bij wie op vierjarige leeftijd hoogbegaafdheid is vastgesteld. Ouders verlangen passende begeleiding en melden de leerling ziek als de school onderzoek verlangt en zegt dat er mogelijk sprake is van autisme. Na een half jaar afwezigheid van de leerling gaat de school over tot het voornemen tot verwijdering. Het voorgenomen verwijderingsbesluit is niet onredelijk, het verzoek is ongegrond. Bij verwijdering van een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte moet deugdelijk onderzoek zijn verricht naar het ontwikkelingsperspectief en of er voor school

50 begeleidingsmogelijkheden resteren. Recent onderzoek is niet mogelijk omdat de leerling al lange tijd de school niet bezoekt. De school, die klassikaal onderwijs biedt, heeft de leerling in een speciale groep met vier andere leerlingen begeleiding geboden. Meerdere malen heeft de school aangegeven handelingsverlegen te zijn. In januari verlangt zij uiteindelijk onderzoek naar de leerling, die daarna niet meer naar school komt. Op basis van alle (wel) beschikbare informatie is duidelijk dat de leerlinge een kleine onderwijssetting nodig heeft. Die kan de school niet bieden en is elders binnen het samenwerkingsverband beschikbaar. De ouders hebben van dat aanbod geen gebruik gemaakt. Dat die school thans vol zit, kan de school niet worden verweten uitspraak 26 september 2016 De voorgenomen verwijdering van de leerling is redelijk vanwege de ontstane onrust en onveiligheid als gevolg van gebeurtenissen waar de leerling bij betrokken was. Het aanbod van twee andere scholen is redelijk omdat deze voldoende nabij zijn. Sector: primair onderwijs Een basisschool gaat over tot een voorgenomen verwijderingsbeslissing omdat de leerling betrokken is geweest bij verschillende incidenten en daardoor een situatie van onrust en het gevoel van onveiligheid op de school is ontstaan. Het verzoek is ongegrond. De Commissie beoordeelt of de school in redelijkheid heeft kunnen besluiten de leerling te verwijderen. Na de incidenten heeft het schoolbestuur de belangen van de leerling afgewogen tegen de belangen van de school en geconcludeerd dat terugkeer van de leerling naar school niet reëel is. Deze beslissing is redelijk geweest. De school heeft twee andere scholen bereid gevonden de leerling toe te laten. De reisafstand naar deze scholen is beperkt. Weliswaar is de moeder voornemens om met de leerling te verhuizen maar niet gebleken is dat het aanbod op dit moment niet reëel is. De school heeft dan ook aan zijn verplichting tot het vinden van een andere school voldaan uitspraak 12 oktober 2016 De wijziging van het uitstroomprofiel in het ontwikkelingsperspectief naar 'arbeidsmarkt' is redelijk, omdat de school de leerling niet langer kan begeleiden binnen de theoretische variant van deze praktijkschool. De school voor praktijkonderwijs besluit het uitstroomprofiel in het ontwikkelingsperspectief van een leerling te wijzigen van 'vervolgonderwijs' naar 'arbeidsmarkt'. Vervolgens plaatst de school de leerling aan het einde van het derde jaar over van de theoretische variant naar een meer praktisch georiënteerde variant. Door de overplaatsing heeft de leerling geen directe instroommogelijkheid meer bij de entree-opleiding van het mbo.

51 Het verzoek is ongegrond en de wijziging van het ontwikkelingsperspectief is redelijk geweest. Deze praktijkschool biedt onderwijs aan in twee varianten, elk op een andere locatie. De inschatting welke van beide locaties op dit moment het meest geschikt is voor de leerling, behoort tot de professionele beoordelingsruimte van de school. Beide varianten voldoen aan de wettelijke voorwaarden en leveren na vier jaar het certificaat praktijkonderwijs op. Een variant biedt leerlingen echter direct toegang tot de entree-opleiding van het mbo. De leerling moet vanwege zijn gebrekkige motivatie en gedrag deze variant verlaten. Bij de leerling zijn forse gedragsproblemen gediagnosticeerd. Hij is lange tijd niet aan leren toegekomen en tegen de grenzen van de meer theoretische variant aangelopen. Aannemelijk is dat hij succeservaringen kan gaan opdoen en dat bij hem het gevoel van falen wordt weggenomen als hij overstapt naar de andere variant. De bijstelling van het uitstroomperspectief is daarom redelijk geweest uitspraak 14 oktober 2016 Het besluit tot verwijdering kan niet in stand blijven omdat onvoldoende extra ondersteuning aan de leerling is geboden. Sector: primair onderwijs De leerling is na verwijdering van zijn vorige school voor regulier basisonderwijs in januari gestart op deze school voor speciaal basisonderwijs. In juli deelt de school mee geen grip op het gedrag van de leerling te krijgen. De school laat hem niet meer toe en verwijdert de leerling definitief na de zomervakantie. Het verzoek is gegrond. Er was al toestemming door de moeder gegeven voor nader onderzoek maar de school heeft dit pas in april opgepakt. De aangevoerde reden hiervoor, namelijk dat reeds een ander onderzoek liep, is onvoldoende omdat de twee onderzoeken elkaar niet uitsluiten. Na de rapportage in mei is een behandelingsplan opgesteld dat maar twee weken is gehanteerd. Na het late onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte van de leerling heeft de school onvoldoende gedaan om hem de nodige extra ondersteuning te geven uitspraak 26 oktober 2016 De voorgenomen verwijdering van de leerling is redelijk omdat zijn resultaten onvoldoende waren en een derde maal de brugklas doen niet in zijn belang is. De leerling is door ongevallen ziek geweest en heeft regelmatig verzuimd. Het eerste schooljaar is hij niet overgegaan en bij wijze van uitzondering mocht hij het schooljaar overdoen in de brugklas. Nadat ook de tweede keer de resultaten niet voldoende waren, heeft de school aan de ouders het voornemen tot verwijdering van de leerling meegedeeld.

52 Het verzoek is ongegrond. De school verkeerde lange tijd in onzekerheid verkeerd over de vraag of de leerling het niveau van de school aankon. Door ziekte en ziekteverzuim was het voor de school moeilijk om in het eerste schooljaar vast te stellen wat de oorzaak van het onvoldoende presteren was. Nadat besloten was dat de leerling voorwaardelijk zou overgaan, heeft de school verschillende plannen van aanpak opgesteld en uitgevoerd. Alhoewel het voorstelbaar is dat de school andere vormen van begeleiding had geboden of de begeleiding anders had gestructureerd, is niet aannemelijk geworden dat de leerling onder dergelijke omstandigheden betere resultaten had kunnen behalen uitspraak 31 oktober 2016 Een school mag de toelating van een leerling niet weigeren als niet eerst een andere school is gevonden die bereid is de leerling toe te laten. Sector: primair onderwijs Een sbo-school weigert een leerling toe te laten omdat de school niet in de ondersteuningsbehoefte van de leerling kan voorzien Het verzoek is gegrond. De Commissie adviseert het schoolbestuur om uitvoering te geven aan zijn zorgplicht: het zorgdragen voor een andere school. Het onderwijsconcept van de sbo-school brengt met zich dat de leerling dagelijks zes werkplekwisselingen heeft en op die werkplekken steeds een andere leerkracht treft. Ook de samenstelling van de groepen op deze werkplekken verschilt. Door deze wisselingen en de prikkels die daarmee gepaard gaan, kan onvoldoende worden voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling. De leerling heeft veel behoefte aan structuur en duidelijkheid, een prikkelarme omgeving en hij is leerkrachtafhankelijk. Er zijn redelijkerwijs geen doeltreffende aanpassingen mogelijk. De sbo-school heeft daarom in redelijkheid tot zijn besluit kunnen komen om de leerling niet toe te laten. De ouders stonden niet open voor andere sbo-scholen. Maar dat ontslaat de sbo-school niet van de plicht om voor de weigering toelating in ieder geval bij de alternatieve sbo-scholen na te gaan of er plek voor de leerling was en of zij bereid zouden zijn de leerling aan te nemen. Dit heeft de sbo-school niet gedaan. Ook had de sbo-school de ouders er op moeten wijzen dat wanneer zij niet bereid zijn om in gesprek te gaan over een andere school, er geen invulling kan worden geven de zorgplicht. De sbo-school heeft daarom onvoldoende invulling gegeven aan de zorgplicht uitspraak 1 november 2016 De verwijderingsbeslissing houdt geen stand omdat deze niet is gebaseerd op deugdelijk feitenonderzoek, niet strookt met de interne regels en geen blijk geeft van een belangenafweging.

53 Een leerling is van school verwijderd omdat hij tijdens het inzien van een gemaakte toets de puntentelling heeft bijgesteld. De school merkt dit aan als examenfraude. Het verzoek is gegrond. Partijen hebben verschillende versies over wat er precies gebeurd is. Het voorgenomen verwijderingsbesluit berust uitsluitend op de verklaring die de betreffende docent ten overstaan van de directeur heeft afgelegd. De docent en de leerling hebben niet in elkaars aanwezigheid kunnen reageren op elkaars verklaringen. Ook anderszins heeft verweerder geen onderzoek verricht om de feiten verder vast te stellen. In het leerlingenstatuut is bepaald dat een leerling die wordt betrapt op fraude bij een toets, het cijfer 1 krijgt toegekend. Toepassing van deze bepaling is in het geheel niet overwogen. Verder is niet gebleken dat er een belangenafweging en een proportionaliteitsafweging hebben plaatsgevonden uitspraak 9 november 2016 De school mag de leerling verwijderen omdat zij niet de benodigde ondersteuning kan bieden en een andere school heeft gevonden die passend is voor de leerling. De leerling, die bekend is met pdd-nos, is al ruim anderhalf jaar thuis. De verstandhouding tussen school en moeder verloopt moeizaam; volgens school belemmert moeder de zelfstandige ontwikkeling van haar zoon. Na lange tijd wordt een plan opgesteld om de leerling thuisonderwijs te geven met als doel terug te keren op school. Buiten aanwezigheid van moeder en zonder haar hierbij te betrekken, wijzigt de school dit plan in onderwijs op afstand met als doel terugkeer naar een schoolse setting. Ook gaat school over tot verwijdering. Het verwijderingsbesluit is op goede gronden genomen, het verzoek is ongegrond. Bij verwijdering van een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte moet deugdelijk onderzoek zijn verricht naar het ontwikkelingsperspectief en de voor school resterende begeleidingsmogelijkheden. Het vormen van een actueel beeld van de ondersteuningsbehoefte is niet mogelijk omdat de leerling al lange tijd de school niet bezoekt. Op basis van alle (wel) beschikbare informatie is duidelijk dat een terugkeer naar school niet realistisch is en dat de leerling is gebaat bij een kleinschalige schoolomgeving. Die kan de school niet bieden en is elders binnen het samenwerkingsverband beschikbaar. De school heeft niet zorgvuldig gehandeld doordat zij verzoekster niet heeft betrokken bij de beslissing om een eerder concept arrangement niet te gaan uitvoeren. Maar in zijn totaliteit heeft de school wel voldoende invulling gegeven aan de ondersteuningsverplichtingen.

54 uitspraak 18 november 2016 School mag een leerling niet verwijderen als speciaal onderwijs aangewezen is en er geen tlv voor speciaal onderwijs is afgegeven. Sector: primair onderwijs Een leerling is van school verwijderd omdat de sbo-school geen mogelijkheid meer zag om haar de begeleiding te bieden die zij nodig heeft. De school heeft bij het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring voor so, cluster 3 aangevraagd. De aanvraag is niet in behandeling genomen omdat de ouders er niet mee instemden. Twee soscholen hebben verklaard dat zij de leerling toelaatbaar achten tot het so. Het verzoek is gegrond. De school heeft mogen concluderen dat de leerling is aangewezen op speciaal onderwijs. Omdat er geen tlv is, is plaatsing op een so-school niet mogelijk. De school had, eventueel door het voeren van een procedure, moeten bewerkstelligen dat het samenwerkingsverband een tlv had afgegeven. Voor het aanvragen van een tlv is geen instemming van de ouders vereist uitspraak 5 december 2016 De voorgenomen verwijdering van leerling is redelijk omdat zij niet in staat is het praktijkgedeelte van het vmbo te halen en de verwijzing naar de Tussenvoorziening van het samenwerkingsverband of naar voortgezet speciaal onderwijs voor haar passend is. De leerlinge van het vmbo bbl heeft drie jaar zware sociaal-emotionele problemen. Ondanks intensieve begeleiding is zij niet in staat het praktijkdeel succesvol af te ronden. De tijdelijke plaatsing op de Tussenvoorziening van het samenwerkingsverband wezen ouders af. Zij waren aanvankelijk wel bereid de leerling in te schrijven op het vso. Toen zij daar op terugkwamen sprak de school het voornemen uit de leerling te gaan verwijderen. Ouders hebben hiertegen een verzoekschrift ingediend. Het verzoek is ongegrond met aanbeveling aan de ouders dat zij de leerling laten deelnemen aan de Tussenvoorziening. Als zij dit afwijzen is een verwijzing naar het vso een voldoende passend alternatief. De Tussenvoorziening is een passend voorstel omdat de leerling daar kan worden onderzocht, onderwijs ontvangt en ingeschreven blijft op de huidige school. De ondersteuningsbehoefte zoals op dit moment bekend is, wijst op vso.

55 uitspraak 13 december 2016 Als de school na bezwaren van ouders het ontwikkelingsperspectief aanpast, moet zij dit duidelijk met ouders bespreken en aangeven dat zij vervolgens het ontwikkelingsperspectief vaststelt. Sector: speciaal onderwijs/voortgezet speciaal onderwijs Een ouder is het niet eens met het door de so-school opgestelde ontwikkelingsperspectief voor haar dochter. De school heeft de opmerkingen van de moeder in een apart document verwerkt en aan de ouders toegestuurd. De school heeft dit document als bijlage bij het ontwikkelingsperspectief gevoegd. Voor de school is daarna het ontwikkelingsperspectief vastgesteld. Het verzoek is gegrond. De Commissie adviseert het schoolbestuur om de ouders uit te nodigen voor een gesprek om het ontwikkelingsperspectief en de bijlage te bespreken en deze stap in het proces van totstandkoming van het ontwikkelingsperspectief duidelijk te markeren en duidelijk te maken wanneer tot vaststelling van het opp wordt overgegaan. In het op overeenstemming gerichte overleg heeft de ouder bezwaren geuit tegen het ontwikkelingsperspectief dat voor haar dochter was opgesteld. De opmerkingen van de ouder heeft de school verwerkt in een bijlage en aan de ouders gestuurd. De school heeft aan de ouders onvoldoende duidelijk gemaakt dat de bijlage deel uitmaakt van het ontwikkelingsperspectief. De school had de ouders moeten uitnodigen voor een vervolggesprek voor het geval die zich, ondanks de bijlage, niet in het ontwikkelingsperspectief zouden kunnen vinden. Daarna zou de school, ook wanneer geen overeenstemming zou worden bereikt, over kunnen gaan tot vaststelling van het ontwikkelingsperspectief. Deze stappen had de school duidelijk moeten markeren. Daarom is het verzoek gegrond. Inhoudelijk voldoet het ontwikkelingsperspectief aan de wettelijke eisen. De school heeft uitgebreid onderbouwd waarom de verschillende onderwijsdoelen zijn opgenomen en deze doelen zijn niet onredelijk. Ook is de verwachte uitstroombestemming voldoende onderbouwd uitspraak 13 december 2016 Een school die op de hoogte is van gedragsproblematiek bij een leerling, moet de ondersteuningsbehoefte in kaart brengen. Een leerling die was uitgeschreven in verband met uithuisplaatsing en verblijf in een ander deel van het land, is na haar terugkeer weer ingeschreven op de school. Na ruim een week is de leerling thuisgeplaatst, omdat de school geen mogelijkheid meer zag om haar passende ondersteuning te bieden. De moeder is het daar niet mee eens. Het verzoek is gegrond.

56 De thuisplaatsing komt in werkelijkheid neer op (het voornemen tot) verwijdering waarbij de leerling mede uit oogpunt van orde en veiligheid hangende de verwijderingsprocedure geschorst blijft. Toen de leerling werd uitgeschreven was al sprake van ernstige gedragsproblematiek. De school was daarmee bekend. Bij de hernieuwde aanmelding had de school daarom onderzoek moeten doen naar de ondersteuningsbehoefte van de leerling. Dat is nagelaten. Er is niet gebleken van concrete ondersteuningsmaatregelen ter voorbereiding op de terugkeer van de leerling. Nu verweerder van mening is dat de leerling op het vso thuishoort, ligt het voor de hand dat verweerder een toelaatbaarheidsverklaring aanvraagt. De instemming van verzoekster is daarvoor niet vereist uitspraak 21 december 2015 Voor deze chronisch zieke leerling die gedeeltelijk naar school wil en kan en voor wie het diploma haalbaar is, ligt aanpassing van het ontwikkelingsperspectief t.b.v. afstandsonderwijs of inhuur expertise voor de hand. Een leerling heeft vanwege chronische ziekte behoefte om ook thuis onderwijs te kunnen volgen. Zij verlangt een verdergaande aanpassing van het opgesteld ontwikkelingsperspectief. Het verzoek is gegrond. Aanpassing van het opp wat betreft bijvoorbeeld inkoop van materiaal voor afstandsonderwijs of de inhuur van specifieke expertise ligt voor de hand. De leerling kan en wil naar school gaan maar de mate waarin is als gevolg van haar gezondheid onzeker. Het havo-diploma is haalbaar. Algehele vrijstelling van leerplicht is daarom niet aan de orde. Bij gedeeltelijke vrijstelling van geregeld schoolbezoek blijft de school verantwoordelijk voor het onderwijsprogramma van de leerling. De Commissie sluit daarbij aan op de brief van de staatssecretaris van OCW van 18 november In het kader van het ontwikkelingsperspectief mocht voor deze leerling van school nader onderzoek worden verwacht naar inkoop van materiaal voor afstandsonderwijs of de inhuur van specifieke expertise. Afstandsonderwijs is geen vervanging van schoolonderwijs. Uitgangspunt van het opp blijft dat de school aanspreekbaar blijft op inhoud, vorm en uitvoering van het geboden onderwijs uitspraak 22 december 2015 Als de reguliere basisschool handelingsverlegen is en voldoende is aangetoond dat zij niet langer in de ondersteuningsbehoefte kan voorzien, is de beslissing de leerling te verwijderen redelijk. Sector: primair onderwijs Een 12-jarige leerling met het syndroom van Down is wegens handelingsverlegenheid verwijderd. Zijn ouders menen dat de beschikbare extra ondersteuning onvoldoende is benut en dat de school daarom te snel geconcludeerd heeft handelingsverlegen te zijn.

57 Het verzoek is ongegrond. De jarenlange begeleiding van de leerling is ook in uren intensief geweest. Zowel de leerkrachten, remedial teacher, de ambulant begeleider van het samenwerkingsverband als de extern deskundige waren hierbij nauw betrokken. Daarmee heeft de school haar interne en externe mogelijkheden aan ondersteuning voldoende benut. Met behulp van de aanwezige kennis is de ondersteuningsbehoefte van de leerling adequaat in beeld gebracht. Desondanks is een situatie ontstaan waarbij het functioneren van de leerling dagelijks voor problemen zorgt, zijn veiligheid in het gedrang is, hij in de klassikale omgeving niet meer is te handhaven en de individuele begeleiding geen oplossing meer bereikt. De school heeft in voldoende mate aangetoond dat zij niet in de ondersteuningsbehoefte van de leerling kan voorzien uitspraak 21 december 2015 Voor deze chronisch zieke leerling die gedeeltelijk naar school wil en kan en voor wie het diploma haalbaar is, ligt aanpassing van het ontwikkelingsperspectief t.b.v. afstandsonderwijs of inhuur expertise voor de hand. Een leerling heeft vanwege chronische ziekte behoefte om ook thuis onderwijs te kunnen volgen. Zij verlangt een verdergaande aanpassing van het opgesteld ontwikkelingsperspectief. Het verzoek is gegrond. Aanpassing van het opp wat betreft bijvoorbeeld inkoop van materiaal voor afstandsonderwijs of de inhuur van specifieke expertise ligt voor de hand. De leerling kan en wil naar school gaan maar de mate waarin is als gevolg van haar gezondheid onzeker. Het havo-diploma is haalbaar. Algehele vrijstelling van leerplicht is daarom niet aan de orde. Bij gedeeltelijke vrijstelling van geregeld schoolbezoek blijft de school verantwoordelijk voor het onderwijsprogramma van de leerling. De Commissie sluit daarbij aan op de brief van de staatssecretaris van OCW van 18 november In het kader van het ontwikkelingsperspectief mocht voor deze leerling van school nader onderzoek worden verwacht naar inkoop van materiaal voor afstandsonderwijs of de inhuur van specifieke expertise. Afstandsonderwijs is geen vervanging van schoolonderwijs. Uitgangspunt van het opp blijft dat de school aanspreekbaar blijft op inhoud, vorm en uitvoering van het geboden onderwijs uitspraak 22 december 2015 Als de reguliere basisschool handelingsverlegen is en voldoende is aangetoond dat zij niet langer in de ondersteuningsbehoefte kan voorzien, is de beslissing de leerling te verwijderen redelijk. Sector: primair onderwijs

58 Een 12-jarige leerling met het syndroom van Down is wegens handelingsverlegenheid verwijderd. Zijn ouders menen dat de beschikbare extra ondersteuning onvoldoende is benut en dat de school daarom te snel geconcludeerd heeft handelingsverlegen te zijn. Het verzoek is ongegrond. De jarenlange begeleiding van de leerling is ook in uren intensief geweest. Zowel de leerkrachten, remedial teacher, de ambulant begeleider van het samenwerkingsverband als de extern deskundige waren hierbij nauw betrokken. Daarmee heeft de school haar interne en externe mogelijkheden aan ondersteuning voldoende benut. Met behulp van de aanwezige kennis is de ondersteuningsbehoefte van de leerling adequaat in beeld gebracht. Desondanks is een situatie ontstaan waarbij het functioneren van de leerling dagelijks voor problemen zorgt, zijn veiligheid in het gedrang is, hij in de klassikale omgeving niet meer is te handhaven en de individuele begeleiding geen oplossing meer bereikt. De school heeft in voldoende mate aangetoond dat zij niet in de ondersteuningsbehoefte van de leerling kan voorzien. 57

59 Bijlage I Procedure Fragment van de eerste brief die de Commissie na ontvangst van een verzoekschrift toestuurt aan ouders, het schoolbestuur en het samenwerkingsverband. De wetgever heeft bepaald dat de behandeling van het verzoek, inclusief vakanties, in tien weken moet zijn afgerond. Procedurevoorschriften 1. Van partijen (verzoekers & schoolbestuur) wordt verlangd dat zij alle stukken in één keer en tijdig indienen. Uitstel wordt in beginsel niet verleend. 2. De uitwisseling van stukken vindt bij voorkeur per plaats. Partijen dienen stukken per in bij de Commissie en sturen de stukken in CC naar de wederpartij. De Commissie ontvangt liefst in één pdf het verzoekschrift/verweerschrift. Dit ter voorkomen van talloze digitale bijlagen. 3. Het adres van de Commissie is: info@onderwijsgeschillen.nl 4. Partijen maken bij verzending gebruik van een aanbiedingsbericht waaruit blijkt dat de e- mail is verzonden naar alle betrokken partijen. Deze werkwijze brengt met zich mee dat de Commissie niet naar partijen bevestigt dat zij bepaalde stukken heeft ontvangen (noch deze doorstuurt). 5. De omvang van de in te dienen processtukken is begrensd. Zowel het verzoekschrift als het verweerschrift kent een maximale omvang van tien (enkelzijdige) pagina's. 6. Aan het verzoekschrift en het verweerschrift kunnen tot maximaal veertig pagina's bijlagen worden toegevoegd. 7. Met het verweerschrift dient te worden ingediend: 1) het eerste blad kopie uittreksel KvK (de formele naam van het schoolbestuur); 2) het schoolondersteuningsprofiel; 3) het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband; 4) indien van toepassing, het ontwikkelingsperspectief van de leerling. Deze documenten vallen niet onder de hiervoor beschreven omvang. 8. Bijlagen of processtukken die de toegestane omvang overstijgen, worden niet in de behandeling van het geschil betrokken en dus buiten beschouwing gelaten. 9. Uiterlijk tot drie werkdagen voor de zitting, uur 's middags, kunnen partijen, met inachtneming van het bovenstaande, nadere stukken indienen. Te laat ingediende stukken worden niet toegelaten als dossierstuk, tenzij hierdoor naar het oordeel van de voorzitter het belang van de andere partijen niet wordt geschaad. 10. Het schoolbestuur wordt verzocht om één exemplaar van het verweerschrift met bijlagen ten behoeve van de schriftelijke dossiervorming per post na te sturen naar de Commissie. * De stukken 1, 2, en 3 bij punt 7 genoemd, hoeven niet schriftelijk te worden ingediend. 11. De Commissie heeft het dossier voor de mondelinge behandeling volledig gelezen. Zij wil ter zitting onderzoek doen naar de kern van het geschil. Dit onderzoek biedt geen ruimte voor een herhaling van informatie uit het dossier door middel van (het voorlezen van) pleitnota's. 58

60 De zitting Het samenwerkingsverband is nadrukkelijk uitgenodigd voor de hoorzitting. Het verschijnt daar niet namens één der partijen maar heeft de hoedanigheid van informant voor de Commissie. Het samenwerkingsverband komt in het kader van passend onderwijs een regietaak toe wat betreft leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte en leerlingen die niet deelnemen aan het onderwijs. Ouders, schoolbestuur en het samenwerkingsverband worden verzocht uiterlijk vier werkdagen voor de zitting mee te delen welke personen daarbij aanwezig zullen zijn. Van het schoolbestuur wordt verwacht dat bij de zitting ook een functionaris van de school aanwezig is, die direct betrokken is geweest bij de problematiek van de leerling. 59 Leerlingen tussen de 12 en 16 jaar die in staat zijn hun mening te vormen, kunnen bij aanvang van de zitting worden gehoord. Daarna wordt de leerling verzocht de zaal te verlaten en kan in een andere ruimte van het secretariaat verblijven tot de zitting is afgelopen. Wij verzoeken u ermee rekening te houden dat in die andere ruimte geen toezicht aanwezig is. Leerlingen van 16 jaar en ouder kunnen, zulks ter beoordeling van de voorzitter, in beginsel de gehele zitting aanwezig zijn.

61 Bijlage II Lijst van gebruikte afkortingen AMVB ADD ADHD BBL BRIN GL GPO HAVO IB LWOO MAVO MR OCW ODD OPDC OPP PCL PDD-NOS PrO RVC SBO SO SOG Stb Stc TGPO TL VMBO VO VSO VWO WEC WGBH/CZ WPO WVO Algemene maatregel van Bestuur Attention deficit disorder Attention deficit hyperactivity disorder Beroepsbegeleidende leerweg Basisregistratie instellingen Gemengde leerweg Geschillencommissie passend onderwijs Hoger algemeen voortgezet onderwijs Interne begeleider Leerwegondersteunend onderwijs Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs Medezeggenschapsraad Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Oppositional defiant disorder Orthopedagogisch didactisch centrum Ontwikkelingsperspectief Permanente commissie leerlingenzorg Pervasive developmental disorder - not otherwise specified Praktijkonderwijs Regionale verwijzingscommissie Speciaal basisonderwijs Speciaal onderwijs Stichting Onderwijsgeschillen Staatsblad Staatscourant Landelijke tijdelijke geschillencommissie ontwikkelingsperspectief (v)so Theoretische leerweg Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Voortgezet onderwijs Voortgezet speciaal onderwijs Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs Wet op de expertisecentra Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronisch ziekte Wet op het primair onderwijs Wet op het voortgezet onderwijs 60

62 Bijlage III Verwijzingen naar website/ hyperlinks Uitspraken Geschillencommissie passend Uitspraken GPO Procedure Procedure GPO in het kort 61 Formulier: Hoe dien ik een geschil in bij de Verzoekschrift GPO formulier verzoekschrift Praktische informatie over de Praktische informatie Website Stichting Website Onderwijsgeschillen Website Passend OCW passend onderwijs

63 62 Meer informatie De informatie in dit jaarverslag is gebaseerd op de situatie van januari tot en met december 2016 Voor de meest actuele informatie verwijzen wij u naar de website van Onderwijsgeschillen: Stichting Onderwijsgeschillen Postbus AD Utrecht Volg Onderwijsgeschillen:

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring (LBT) Meer informatie op

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring (LBT) Meer informatie op J A A R V E R S L A G 2 0 1 5 Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring (LBT) Meer informatie op www.onderwijsgeschillen.nl Inleiding Het samenwerkingsverband passend onderwijs (swv)

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt 107793 - Een school moet in overleg met ouders treden om een andere passende school te vinden, ook als de school verwacht dat ouders hier niet voor openstaan. in het geding tussen: ADVIES mevrouw A, wonende

Nadere informatie

Jaarverslag schooljaar Landelijke tijdelijke geschillencommissie ontwikkelingsperspectief (v)so 1 augustus augustus 2014

Jaarverslag schooljaar Landelijke tijdelijke geschillencommissie ontwikkelingsperspectief (v)so 1 augustus augustus 2014 Jaarverslag schooljaar 2013-2014 Landelijke tijdelijke geschillencommissie ontwikkelingsperspectief (v)so 1 augustus 2013 1 augustus 2014 Stichting Onderwijsgeschillen I Postbus 85191 I 3508 AD Utrecht

Nadere informatie

School moet de ouder erop wijzen dat voor het vinden van een andere passende school haar medewerking nodig is. ADVIES

School moet de ouder erop wijzen dat voor het vinden van een andere passende school haar medewerking nodig is. ADVIES 107287 - School moet de ouder erop wijzen dat voor het vinden van een andere passende school haar medewerking nodig is. ADVIES in het geding tussen: mevrouw A, wonende te K, verzoekster en Stichting B,

Nadere informatie

ADVIES. Het oordeel van de Commissie is reeds bij brieven van 10 oktober 2018 aan partijen meegedeeld.

ADVIES. Het oordeel van de Commissie is reeds bij brieven van 10 oktober 2018 aan partijen meegedeeld. 108363 - Geschil over weigering toelating leerling met syndroom van Down. De school heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar de ondersteuningsbehoefte van de leerling. in het geding tussen: ADVIES [Verzoekster],

Nadere informatie

Geschil over verwijdering. Het besluit is redelijk omdat de school niet kan voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling.

Geschil over verwijdering. Het besluit is redelijk omdat de school niet kan voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling. 108158 - Geschil over verwijdering. Het besluit is redelijk omdat de school niet kan voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling. ADVIES in het geding tussen: mevrouw [verzoekster], wonende te

Nadere informatie

ADVIES. [verzoekster], wonende te [woonplaats], moeder van [de leerling], verzoekster, gemachtigde: [naam gemachtigde]

ADVIES. [verzoekster], wonende te [woonplaats], moeder van [de leerling], verzoekster, gemachtigde: [naam gemachtigde] 108056 - Geschil over voorgenomen verwijdering leerling. Het verzoek is gegrond omdat er geen ontwikkelingsperspectief is opgesteld en geen op overeenstemming gericht overleg met de ouder heeft plaatsgevonden.

Nadere informatie

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school.

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school. 107612 De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school. in het geding tussen: de heer A en mevrouw B, verzoekers, gemachtigde:

Nadere informatie

ADVIES. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van D, verweerder

ADVIES. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van D, verweerder 106975 ADVIES in het geding tussen: A, wonende te B, verzoekster, en het College van Bestuur van C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van D, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij verzoekschrift van

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder

ADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder 107682 School kan een leerling met extra ondersteuningsbehoefte niet weigeren zonder voldoende onderzoek naar de ondersteuningsmogelijkheden van de school. Ook is overleg nodig met de ouders over welke

Nadere informatie

Geschil over toelating leerling. De school heeft onvoldoende invulling gegeven aan haar onderzoeksplicht. ADVIES

Geschil over toelating leerling. De school heeft onvoldoende invulling gegeven aan haar onderzoeksplicht. ADVIES 108241 Geschil over toelating leerling. De school heeft onvoldoende invulling gegeven aan haar onderzoeksplicht. ADVIES in het geding tussen: [verzoekster], wonende te [woonplaats], verzoekster, gemachtigde:

Nadere informatie

ADVIES. de Stichting B, gevestigd te L, het bevoegd gezag van C, een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs, verweerder

ADVIES. de Stichting B, gevestigd te L, het bevoegd gezag van C, een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs, verweerder 107697 - De reguliere VO-school kan het onderzoek naar de toelating van een leerling uit praktijkonderwijs beperken tot de adviezen van het samenwerkingsverband en de Praktijkschool, maar moet hierover

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw [verzoekster], wonende te [woonplaats], gemachtigde: mevrouw mr. A. Post

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw [verzoekster], wonende te [woonplaats], gemachtigde: mevrouw mr. A. Post 108492 - geschil over verwijdering leerling. Het verzoek is niet-ontvankelijk omdat de leerling welkom is op de school en onderwijs op haar eigen niveau krijgt aangeboden. in het geding tussen: ADVIES

Nadere informatie

Geschillencommissie passend onderwijs (GPO)

Geschillencommissie passend onderwijs (GPO) Geschillencommissie passend onderwijs (GPO) Informatie voor scholen/schoolbesturen/schoolleiders Over (niet) toelaten, verwijderen en het ontwikkelingsperspectief van leerlingen Meer informatie op www.onderwijsgeschillen.nl

Nadere informatie

Het verzoek is niet-ontvankelijk omdat er (nog) geen sprake is van een situatie die op één lijn is te stellen met verwijdering.

Het verzoek is niet-ontvankelijk omdat er (nog) geen sprake is van een situatie die op één lijn is te stellen met verwijdering. 107678 - Het verzoek is niet-ontvankelijk omdat er (nog) geen sprake is van een situatie die op één lijn is te stellen met verwijdering. in het geding tussen: ADVIES de heer en mevrouw A, wonende te B,

Nadere informatie

ADVIES. de Stichting C, gevestigd te B-Zuidoost, het bevoegd gezag van de C (de school), te B Zuidoost, verweerder

ADVIES. de Stichting C, gevestigd te B-Zuidoost, het bevoegd gezag van de C (de school), te B Zuidoost, verweerder 107691 - De school kan de leerling verwijderen omdat deze niet meer voldoende begeleid en ondersteund kan worden en omdat de veiligheid van medeleerlingen in het geding is. in het geding tussen: mevrouw

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: A en B, wonende te X, verzoekers,

ADVIES. in het geding tussen: A en B, wonende te X, verzoekers, 107715 - School moet bij vervullen van zorgplicht de regie nemen en ouders erop wijzen dat bij weigering mee te werken de zorgplicht op een gegeven moment eindigt. in het geding tussen: A en B, wonende

Nadere informatie

de Stichting C, gevestigd te Q, het bevoegd gezag van D, locatie E te P, verweerder

de Stichting C, gevestigd te Q, het bevoegd gezag van D, locatie E te P, verweerder 107839 ADVIES in het geding tussen: de heer A, vader van B, wonende te P, verzoeker, gemachtigde: mevrouw N.P.J. van Uffelen en de Stichting C, gevestigd te Q, het bevoegd gezag van D, locatie E te P,

Nadere informatie

Geschillencommissie passend onderwijs (GPO)

Geschillencommissie passend onderwijs (GPO) Geschillencommissie passend onderwijs (GPO) Informatie voor ouders Over (niet) toelaten, verwijderen en het ontwikkelingsperspectief van uw kind Meer informatie op www.onderwijsgeschillen.nl Geschillencommissie

Nadere informatie

ADVIES. Stichting [verweerder], gevestigd te Tiel, het bevoegd gezag van basisschool [de school] te [vestigingsplaats], verweerder

ADVIES. Stichting [verweerder], gevestigd te Tiel, het bevoegd gezag van basisschool [de school] te [vestigingsplaats], verweerder 108209 - Geschil over voorgenomen verwijdering. Het besluit is redelijk omdat de school op dit moment niet kan voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de ouders niet meewerken aan het

Nadere informatie

ADVIES. Stichting B, gevestigd te Houten, het bevoegd gezag van C, verweerder gemachtigde: de heer mr. S.G. van der Galiën

ADVIES. Stichting B, gevestigd te Houten, het bevoegd gezag van C, verweerder gemachtigde: de heer mr. S.G. van der Galiën 107261 in het geding tussen: ADVIES mevrouw A, wonende te Amsterdam, verzoekster, en Stichting B, gevestigd te Houten, het bevoegd gezag van C, verweerder gemachtigde: de heer mr. S.G. van der Galiën 1.

Nadere informatie

ADVIES. de heer [verzoeker] en mevrouw [verzoekster], wonende te [plaatsnaam], verzoekers gemachtigde: de heer mr. R.F. Bakker

ADVIES. de heer [verzoeker] en mevrouw [verzoekster], wonende te [plaatsnaam], verzoekers gemachtigde: de heer mr. R.F. Bakker 108644 - De voorgenomen verwijdering is redelijk omdat de school naar vermogen de leerling ondersteuning heeft geboden, maar desondanks niet langer zijn veiligheid kan waarborgen. in het geding tussen:

Nadere informatie

ADVIES. Stichting [verweerder], gevestigd te [plaats], het bevoegd gezag van basisschool [de school], verweerder gemachtigde: mevrouw mr. A.C.M.

ADVIES. Stichting [verweerder], gevestigd te [plaats], het bevoegd gezag van basisschool [de school], verweerder gemachtigde: mevrouw mr. A.C.M. 108148 - Geschil over voorgenomen verwijdering leerlingen en het ontbreken van een ontwikkelingsperspectief. De school heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar de ondersteuningsbehoefte van de leerlingen;

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: de heer [verzoeker], wonende te [woonplaats], verzoeker, gemachtigde: mevrouw mr. A.M.T. Wigger

ADVIES. in het geding tussen: de heer [verzoeker], wonende te [woonplaats], verzoeker, gemachtigde: mevrouw mr. A.M.T. Wigger 107990 - Geschil over voorgenomen verwijdering. De voorgenomen verwijdering is niet juist omdat onvoldoende onderzoek naar de ondersteuningsbehoefte van de leerling is gedaan en omdat de ernst van het

Nadere informatie

Geschil over verwijdering. Een reguliere basisschool mag een leerling vanwege fysiek grensoverschrijdend gedrag verwijderen.

Geschil over verwijdering. Een reguliere basisschool mag een leerling vanwege fysiek grensoverschrijdend gedrag verwijderen. 108662 - Geschil over verwijdering. Een reguliere basisschool mag een leerling vanwege fysiek grensoverschrijdend gedrag verwijderen. ADVIES in het geding tussen: [verzoekster], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster,

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, 107629 De aanpassing van het uitstroomprofiel van het ontwikkelingsperspectief van 'vervolgonderwijs' in 'arbeid' is redelijk omdat de leerling niet in staat is het diploma te halen. in het geding tussen:

Nadere informatie

Passend onderwijs: de praktijk van de Geschillencommissie passend onderwijs (GPO)

Passend onderwijs: de praktijk van de Geschillencommissie passend onderwijs (GPO) Passend onderwijs: de praktijk van de Geschillencommissie passend onderwijs (GPO) WMS Congres 9 november 2016 Medezeggenschap en Good Governance! Olga Luiken Secretaris Agenda Inleiding Samenwerkingsverband

Nadere informatie

Geschillencommissie passend onderwijs Informatie voor ouders

Geschillencommissie passend onderwijs Informatie voor ouders Geschillencommissie passend onderwijs Informatie voor ouders Over (niet) toelaten, verwijderen en het ontwikkelingsperspectief van leerlingen Goed passend onderwijs voor ieder kind! Vanaf 1 augustus 2014

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: de heer en mevrouw [klagers], wonende te [woonplaats], verzoekers, gemachtigde: mevrouw mr. A.M.T.

ADVIES. in het geding tussen: de heer en mevrouw [klagers], wonende te [woonplaats], verzoekers, gemachtigde: mevrouw mr. A.M.T. 108487 - Geschil over bijstelling ontwikkelingsperspectief. De school heeft in redelijkheid kunnen concluderen dat plaatsing op een cluster 2 school tegemoetkomt aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling.

Nadere informatie

ADVIES. de Stichting voor openbaar primair onderwijs E, gevestigd te B, het bevoegd gezag van F te B, verweerder

ADVIES. de Stichting voor openbaar primair onderwijs E, gevestigd te B, het bevoegd gezag van F te B, verweerder 107915 - Geschil toelating. De onderzoeksplicht naar de ondersteuningsbehoefte van de leerling betekent niet dat die informatie door eigen onderzoek van de school moet zijn verkregen; wel moet invulling

Nadere informatie

Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering.

Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering. 108071 - Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering. in het geding tussen: ADVIES [verzoekers], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

Adviezen voor toelating leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte

Adviezen voor toelating leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte Adviezen voor toelating leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte Passend Onderwijs is van start gegaan in augustus 2014. Sindsdien heeft de Geschillencommissie Passend Onderwijs (GPO) nogal wat klachten

Nadere informatie

Bezwaar toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs is ongegrond, omdat de school handelingsverlegen is geworden.

Bezwaar toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs is ongegrond, omdat de school handelingsverlegen is geworden. 108180 - Bezwaar toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs is ongegrond, omdat de school handelingsverlegen is geworden. ADVIES in het geding tussen: [bezwaarde], wonende te [woonplaats], bezwaarde

Nadere informatie

School mag een leerling niet verwijderen als speciaal onderwijs aangewezen is en er geen tlv voor speciaal onderwijs is afgegeven.

School mag een leerling niet verwijderen als speciaal onderwijs aangewezen is en er geen tlv voor speciaal onderwijs is afgegeven. 107426 - School mag een leerling niet verwijderen als speciaal onderwijs aangewezen is en er geen tlv voor speciaal onderwijs is afgegeven. in het geding tussen: ADVIES de heer A en mevrouw B, verzoekers,

Nadere informatie

ADVIES. 1. Verzoekers zijn de ouders van C, geboren op 10 november C is bekend met Cerebrale Parese.

ADVIES. 1. Verzoekers zijn de ouders van C, geboren op 10 november C is bekend met Cerebrale Parese. 107039 - Een reguliere vo-school die handelingsverlegen is en een passende vso-school gevonden heeft, mag de leerling verwijderen. Dat de nieuwe school niet de door ouders gewenste christelijke grondslag

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: [Verzoekers], wonende te [woonplaats], verzoekers, gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout

ADVIES. in het geding tussen: [Verzoekers], wonende te [woonplaats], verzoekers, gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout 108622 - Geschil over toelating leerling. Een toelaatbaarheidsverklaring voor cluster 3-onderwijs betekent niet dat elke school in dat cluster de leerling kan toelaten. ADVIES in het geding tussen: [Verzoekers],

Nadere informatie

De verwijdering is redelijk is omdat de school niet meer kan voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling ADVIES

De verwijdering is redelijk is omdat de school niet meer kan voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling ADVIES 107880 - De verwijdering is redelijk is omdat de school niet meer kan voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling in het geding tussen: ADVIES de heer A en mevrouw B, wonende te C, verzoekers,

Nadere informatie

PROCEDURE KLACHTEN EN GESCHILLEN

PROCEDURE KLACHTEN EN GESCHILLEN PROCEDURE KLACHTEN EN GESCHILLEN INLEIDING Als een leerling extra ondersteuning nodig heeft, wordt dat georganiseerd volgens de regels van het samenwerkingsverband (SWV). Meestal gaat dat in goed overleg,

Nadere informatie

ADVIES. Stichting [verweerder], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [de school] te [vestigingsplaats],

ADVIES. Stichting [verweerder], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [de school] te [vestigingsplaats], 108469 - geschil over verwijdering. Als een leerplichtige leerling van school af moet maar de ouders hem niet inschrijven op een andere school, moet het schoolbestuur een verwijderingsbeslissing nemen.

Nadere informatie

ADVIES. de heer [klager] en mevrouw [klaagster], wonende te [plaatsnaam], verzoekers, gemachtigde: mevrouw mr. M.J. Zennipman

ADVIES. de heer [klager] en mevrouw [klaagster], wonende te [plaatsnaam], verzoekers, gemachtigde: mevrouw mr. M.J. Zennipman 108597 - Geschil over verwijdering leerling met extra ondersteuningsbehoefte. Pas als planmatig onderzoek is gedaan naar de ondersteuningsbehoefte van de leerling, kan verwijdering plaatsvinden. De school

Nadere informatie

ADVIES. [Verweerder], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [de school] te [vestigingsplaats], verweerder

ADVIES. [Verweerder], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [de school] te [vestigingsplaats], verweerder 108518 - Geschil over verwijdering leerling. De verwijdering is redelijk omdat ouders medewerking aan begeleiding van en onderzoek naar de leerling blokkeren. ADVIES in het geding tussen: [verzoekers],

Nadere informatie

ADVIES. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, het bevoegd gezag van F, verweerder

ADVIES. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, het bevoegd gezag van F, verweerder 107011 ADVIES in het geding tussen: mevrouw en de heer A, wonende te B, verzoekers, en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, het bevoegd gezag van F, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Op

Nadere informatie

ADVIES. D, gevestigd te B, het bevoegd gezag van C te E, een school voor speciaal basisonderwijs, verweerder

ADVIES. D, gevestigd te B, het bevoegd gezag van C te E, een school voor speciaal basisonderwijs, verweerder 107766 De zorgplicht voor het vinden van een andere passende school rust op de school van aanmelding, ook als de leerling nog staat ingeschreven bij een andere school in het geding tussen: mevrouw A, wonende

Nadere informatie

Geschil over verwijdering twee leerlingen. School en ouders hebben geen vertrouwen meer in elkaar. Het verwijderingsbesluit is redelijk.

Geschil over verwijdering twee leerlingen. School en ouders hebben geen vertrouwen meer in elkaar. Het verwijderingsbesluit is redelijk. 108219 - Geschil over verwijdering twee leerlingen. School en ouders hebben geen vertrouwen meer in elkaar. Het verwijderingsbesluit is redelijk. in het geding tussen: ADVIES [verzoekers], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: Stichting [bezwaarde] te [vestigingsplaats], bezwaarde. [Samenwerkingsverband], te [vestigingsplaats], verweerder

ADVIES. in het geding tussen: Stichting [bezwaarde] te [vestigingsplaats], bezwaarde. [Samenwerkingsverband], te [vestigingsplaats], verweerder 108387 /108388 - Bezwaren vso-schoolbestuur tegen toelaatbaarheidsverklaringen bekostigingsniveau 1. Voor de bekostigingscategorie is de ondersteuningsbehoefte van de leerling doorslaggevend en blijft

Nadere informatie

ADVIES. 1) Verzoekster is de moeder van L. L zit vanaf groep 1 op E (hierna: de school). Het schooljaar zit hij in groep 5.

ADVIES. 1) Verzoekster is de moeder van L. L zit vanaf groep 1 op E (hierna: de school). Het schooljaar zit hij in groep 5. 107219 - Verwijdering van een leerling met extra ondersteuningsbehoefte kan pas als onderzoek is gedaan naar de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de ondersteuningsmogelijkheden van de school. in

Nadere informatie

ADVIES. Stichting C, gevestigd te D, het bevoegd gezag van basisschool E (verder: de school), verweerder

ADVIES. Stichting C, gevestigd te D, het bevoegd gezag van basisschool E (verder: de school), verweerder 107914 - Geschil over verwijdering leerling. Verzoek gegrond omdat de school geen ontwikkelingsperspectief heeft opgesteld en geen op overeenstemming gericht overleg met verzoekster heeft plaatsgevonden.

Nadere informatie

ADVIES. het College van Bestuur van D, het bevoegd gezag van E, gevestigd te M, verweerder

ADVIES. het College van Bestuur van D, het bevoegd gezag van E, gevestigd te M, verweerder 106841 in het geding tussen: ADVIES A en B, wonende te C, verzoekers gemachtigde: de heer mr. drs. R.F. Bakker en het College van Bestuur van D, het bevoegd gezag van E, gevestigd te M, verweerder 1. VERLOOP

Nadere informatie

ADVIES. Stichting B, gevestigd te Z, het bevoegd gezag van J media en vormgeving, verweerder

ADVIES. Stichting B, gevestigd te Z, het bevoegd gezag van J media en vormgeving, verweerder 107347 - Ook bij overstap van een leerling moet de school van aanmelding bij de weigering toelating van een leerling met extra ondersteuningsbehoefte zorgdragen voor een andere school. in het geding tussen:

Nadere informatie

ADVIES. Stichting C, gevestigd te C, het bevoegd gezag van basisschool D te C, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. N. Stommels

ADVIES. Stichting C, gevestigd te C, het bevoegd gezag van basisschool D te C, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. N. Stommels 107926 - Geschil over toelating leerling. School moet onderbouwen waarom het de leerling niet de noodzakelijke ondersteuning kan bieden en hierbij de ondersteuningsmogelijkheden van het samenwerkingsverband

Nadere informatie

ADVIES. F, Stichting voor Katholiek Onderwijs, gevestigd te G, het bevoegd gezag van E, verweerder

ADVIES. F, Stichting voor Katholiek Onderwijs, gevestigd te G, het bevoegd gezag van E, verweerder 107871 ADVIES in het geding tussen: mevrouw A, wonende te D, verzoekster, en F, Stichting voor Katholiek Onderwijs, gevestigd te G, het bevoegd gezag van E, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Op 22

Nadere informatie

Geschil over voorgenomen verwijdering. School heeft vanwege de veiligheid kunnen besluiten tot verwijdering van de leerling.

Geschil over voorgenomen verwijdering. School heeft vanwege de veiligheid kunnen besluiten tot verwijdering van de leerling. 108217 - Geschil over voorgenomen verwijdering. School heeft vanwege de veiligheid kunnen besluiten tot verwijdering van de leerling. in het geding tussen: ADVIES mevrouw [klaagster], wonende te [plaatsnaam],

Nadere informatie

geschil over toelating leerling. Het conflictueuze verleden met de moeder is nu geen grond om de leerling niet toe te laten tot de school.

geschil over toelating leerling. Het conflictueuze verleden met de moeder is nu geen grond om de leerling niet toe te laten tot de school. 108740 - geschil over toelating leerling. Het conflictueuze verleden met de moeder is nu geen grond om de leerling niet toe te laten tot de school. in het geding tussen: ADVIES de heer [naam], verzoeker

Nadere informatie

Toelaatbaarheidsverklaring praktijkonderwijs is onverenigbaar met gelijktijdige toelating tot vmbo. ADVIES. in het geding tussen:

Toelaatbaarheidsverklaring praktijkonderwijs is onverenigbaar met gelijktijdige toelating tot vmbo. ADVIES. in het geding tussen: 108314 praktijkonderwijs is onverenigbaar met gelijktijdige toelating tot vmbo. ADVIES in het geding tussen: [bezwaarden], wonende te [woonplaats], bezwaarden en [samenwerkingsverband], verweerder 1. VERLOOP

Nadere informatie

SAMENVATTING ADVIES. het College van Bestuur van D, gevestigd te E, het bevoegd gezag, verder te noemen verweerder

SAMENVATTING ADVIES. het College van Bestuur van D, gevestigd te E, het bevoegd gezag, verder te noemen verweerder SAMENVATTING 106528 - Geschil toelating leerling tot de basisschool; PO Het schoolbestuur van een reguliere basisschool heeft op 10 juli 2014 aan de ouders meegedeeld dat hun zoon, een leerling met een

Nadere informatie

ADVIES. 1. Verzoekster is de moeder van F. F heeft vanaf zijn vierde jaar tot en met groep 5 onderwijs gevolgd op basisschool J, te K.

ADVIES. 1. Verzoekster is de moeder van F. F heeft vanaf zijn vierde jaar tot en met groep 5 onderwijs gevolgd op basisschool J, te K. 107017 ADVIES in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. M.R. de Kok, en het College van Bestuur van C, stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs,

Nadere informatie

De Commissie is niet bevoegd om een oordeel te geven over een besluit van het samenwerkingsverband over toelating tot een Talentklas.

De Commissie is niet bevoegd om een oordeel te geven over een besluit van het samenwerkingsverband over toelating tot een Talentklas. 107216 - De Commissie is niet bevoegd om een oordeel te geven over een besluit van het samenwerkingsverband over toelating tot een Talentklas. in het geding tussen: verbeterd* ADVIES de heer en mevrouw

Nadere informatie

Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en toekenning extra ondersteuning

Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en toekenning extra ondersteuning Versie 1 september 2017 Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en toekenning extra ondersteuning Samenwerkingsverband passend

Nadere informatie

ADVIES /advies d.d. 27 mei 2019 pagina 1 van 6

ADVIES /advies d.d. 27 mei 2019 pagina 1 van 6 108684 - Geschil over verwijdering gegrond. De school moet de ondersteuning van de leerling aan de hand van een ontwikkelingsperspectief vormgeven. ADVIES in het geding tussen: [verzoeker], wonende te

Nadere informatie

ADVIES. [het schoolbestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [de school], verweerder

ADVIES. [het schoolbestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [de school], verweerder 108553- Geschil over verwijdering leerling. De voorgenomen verwijdering is redelijk omdat de school, ondanks de geboden extra ondersteuning, niet aan de ondersteuningsbehoefte van de leerling kan voldoen.

Nadere informatie

Geschillen en Passend Onderwijs

Geschillen en Passend Onderwijs Geschillen en Passend Onderwijs Rechten en plichten Congres passend onderwijs 20 april 2015 Hilde Mertens directeur/bestuurder Rechtsbescherming Passend Onderwijs Landelijke Commissie voor Geschillen WMS

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: de heer mevrouw A, wonende te B, verzoekers. de Stichting C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van D, verweerder

ADVIES. in het geding tussen: de heer mevrouw A, wonende te B, verzoekers. de Stichting C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van D, verweerder 107360 - De verwijderingsbeslissing houdt geen stand omdat deze niet is gebaseerd op deugdelijk feitenonderzoek, niet strookt met de interne regels en geen blijk geeft van een belangenafweging. in het

Nadere informatie

ADVIES. [het samenwerkingsverband], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder

ADVIES. [het samenwerkingsverband], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder 108078 - Bezwaar toelaatbaarheidsverklaring speciaal onderwijs is gegrond, omdat het deskundigenadvies onvoldoende duidelijk maakt of de leerling is aangewezen op dit type onderwijs. ADVIES in het geding

Nadere informatie

SAMENVATTING Geschil over toelating leerling tot mavo; VO

SAMENVATTING Geschil over toelating leerling tot mavo; VO SAMENVATTING 106544 - Geschil over toelating leerling tot mavo; VO Een leerling heeft twee jaar thuisonderwijs ontvangen. Als de inspectie die situatie beëindigt, meldt verzoekster haar zoon aan bij een

Nadere informatie

Ontwijken zorgplicht door proefplaatsing af te spreken, zonder de leerling aan te laten melden, is in strijd met Wet passend onderwijs.

Ontwijken zorgplicht door proefplaatsing af te spreken, zonder de leerling aan te laten melden, is in strijd met Wet passend onderwijs. 106669 - Ontwijken zorgplicht door proefplaatsing af te spreken, zonder de leerling aan te laten melden, is in strijd met Wet. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de

Nadere informatie

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwarencommissie functiewaardering PO, VO en MBO. Meer informatie op

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwarencommissie functiewaardering PO, VO en MBO. Meer informatie op J A A R V E R S L A G 2 0 8 Landelijke Bezwarencommissie functiewaardering PO, VO en MBO Meer informatie op www.onderwijsgeschillen.nl 2 Inhoudsopgave. Inleiding... 3 2. Samenstelling van de Commissie...

Nadere informatie

Tweede deel

Tweede deel 30-10-2017 1 Tweede deel Vooraf Veel problemen zijn te voorkomen door goed te communiceren met de ouders. Privacy is geen probleem als je met alle betrokkenen om tafel gaat zitten. 30-10-2017 2 Toelating

Nadere informatie

Toelating en verwijdering in het kader van de ondersteuningsbehoefte. Céline Adriaansen José van Snek

Toelating en verwijdering in het kader van de ondersteuningsbehoefte. Céline Adriaansen José van Snek Toelating en verwijdering in het kader van de ondersteuningsbehoefte Céline Adriaansen José van Snek Opzet bijeenkomst 1. Inleiding 2. Toelating (met name in het kader van de ondersteuningsbehoefte) 3.

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2012-35 15 maart 2013 Het is de commissie niet gebleken van omstandigheden die voor de school reden hadden moeten zijn om te twijfelen

Nadere informatie

Wettelijke borging De wettelijke borging van de zorgplicht zit in twee artikelen van de wet op het primair onderwijs; artikel 40, lid 3 en 4:

Wettelijke borging De wettelijke borging van de zorgplicht zit in twee artikelen van de wet op het primair onderwijs; artikel 40, lid 3 en 4: Zorgplicht Met de invoering van Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 is tevens het begrip zorgplicht geïntroduceerd. Opvallend daarbij is overigens dat in de tekst van de wet het woord zorgplicht niet

Nadere informatie

in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE 106806 - Het bezwaar tegen de afwijzing van een tlv voor het sbo is gegrond omdat het besluit onbevoegd is genomen en is gebaseerd op deskundigenverklaringen die het besluit niet dragen. ADVIES in het

Nadere informatie

ADVIES. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van D te B, verweerder

ADVIES. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van D te B, verweerder 107072 - Als de leerling na opname in een GGZ-instelling niet meer terugkeert op zijn school, hoeft die school geen ontwikkelingsperspectief meer op te stellen. in het geding tussen: A, wonende te B, verzoekster

Nadere informatie

Geschillencommissie passend onderwijs

Geschillencommissie passend onderwijs Geschillencommissie passend onderwijs Jaarverslag schooljaar 2014-2015 1 augustus 2014 t/m 31 juli 2015 Inhoud Inhoud 2 Voorwoord 3 1 Algemene beschouwing 5 - beleidskeuzes - waarnemingen 2 De Geschillencommissie

Nadere informatie

SAMENVATTING. de heer A, wonende te B en mevrouw C, wonende te D, hierna te noemen verzoekers gemachtigde: mevrouw mr. A.M.T.

SAMENVATTING. de heer A, wonende te B en mevrouw C, wonende te D, hierna te noemen verzoekers gemachtigde: mevrouw mr. A.M.T. SAMENVATTING 106517 - Geschil over ontwikkelingsperspectief; PO De oudste en de jongste broer van een drieling hebben, net als hun middelste broertje, vanaf groep 1 regulier onderwijs gevolgd op de basisschool.

Nadere informatie

ADVIES. de heer A en mevrouw B, wonende te D, verzoekers, gemachtigde: de heer mr. W. Brussee, voor deze mevrouw mr. M. Scholtes

ADVIES. de heer A en mevrouw B, wonende te D, verzoekers, gemachtigde: de heer mr. W. Brussee, voor deze mevrouw mr. M. Scholtes 107365 - De voorgenomen verwijdering van de leerling is redelijk omdat zijn resultaten onvoldoende waren en een derde maal de brugklas doen niet in zijn belang is. Geschillencommissie in het geding tussen:

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Introductie. 1.2 Probleemstelling

1 Inleiding. 1.1 Introductie. 1.2 Probleemstelling 1 Inleiding 1.1 Introductie Met de komst van passend onderwijs per 1 augustus 2015 is nieuwe regelgeving opgenomen in de Wet primair onderwijs (WPO) en de Wet op de educatieve centra (WEC). In het kader

Nadere informatie

Advies aan: Het bestuur van Stichting X, Stichting voor Speciaal Onderwijs (verder: het bevoegd gezag),

Advies aan: Het bestuur van Stichting X, Stichting voor Speciaal Onderwijs (verder: het bevoegd gezag), LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS Schooladvies en deelname aan Citotoets. De Commissie stelt vast dat er geen aanknopingspunten zijn om de oordeelsvorming van verweerder in twijfel te trekken.

Nadere informatie

Thuisplaatsing van een leerling wordt aangemerkt als een voorgenomen verwijdering. ADVIES

Thuisplaatsing van een leerling wordt aangemerkt als een voorgenomen verwijdering. ADVIES 107589 - Thuisplaatsing van een leerling wordt aangemerkt als een voorgenomen verwijdering. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, en ADVIES de Vereniging C te B en omstreken, gevestigd

Nadere informatie

ADVIES. de D, gevestigd te E, het bevoegd gezag van basisschool F te C, verweerder

ADVIES. de D, gevestigd te E, het bevoegd gezag van basisschool F te C, verweerder 107649 Aan een beslissing tot verwijdering van een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte moet een ontwikkelingsperspectief ten grondslag liggen. in het geding tussen: A en B, wonende te C, verzoekers

Nadere informatie

ADVIES. [het schoolbestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [de school], verweerder gemachtigde: de heer mr. J.A.

ADVIES. [het schoolbestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], het bevoegd gezag van [de school], verweerder gemachtigde: de heer mr. J.A. 108603 - Geschil over verwijdering leerling met syndroom van Down. Het VN-verdrag voor de rechten van personen met een handicap en de Wet gelijke behandeling doen er niet aan af dat grenzen van begeleiding

Nadere informatie

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwarencommissie functiewaardering PO, VO en MBO. Meer informatie op

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwarencommissie functiewaardering PO, VO en MBO. Meer informatie op 1 J A A R V E R S L A G 2 0 1 7 Landelijke Bezwarencommissie functiewaardering PO, VO en MBO Meer informatie op www.onderwijsgeschillen.nl 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Samenstelling van de Commissie...

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te Y, verzoekster, de Stichting B, gevestigd te Z, het bevoegd gezag van C te M, verweerder

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te Y, verzoekster, de Stichting B, gevestigd te Z, het bevoegd gezag van C te M, verweerder 107235 in het geding tussen: ADVIES mevrouw A, wonende te Y, verzoekster, en de Stichting B, gevestigd te Z, het bevoegd gezag van C te M, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Op 29 april 2016 heeft

Nadere informatie

Praktijkschool heeft onvoldoende voldaan aan zijn plicht om een andere school bereid te vinden de leerling toe te laten.

Praktijkschool heeft onvoldoende voldaan aan zijn plicht om een andere school bereid te vinden de leerling toe te laten. 106822 - Praktijkschool heeft onvoldoende voldaan aan zijn plicht om een andere school bereid te vinden de leerling toe te laten. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker en ADVIES het

Nadere informatie

ADVIES. Stichting C, gevestigd te K, het bevoegd gezag van D te K (de school), verweerder gemachtigde: mevrouw mr. I.A. Hoen

ADVIES. Stichting C, gevestigd te K, het bevoegd gezag van D te K (de school), verweerder gemachtigde: mevrouw mr. I.A. Hoen 107362 - De voorgenomen verwijdering van de leerling en haar plaatsing op een bovenschoolse voorziening is redelijk omdat de leerling onveilige situaties veroorzaakte en de school geen onderzoek mocht

Nadere informatie

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen 107071 ADVIES inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban tegen de heer C, directeur van D te E, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij klaagschrift van

Nadere informatie

Geschil over verwijdering leerling. Het staat onvoldoende vast dat de school de leerling geen passend onderwijs meer kan bieden.

Geschil over verwijdering leerling. Het staat onvoldoende vast dat de school de leerling geen passend onderwijs meer kan bieden. 108108 - Geschil over verwijdering leerling. Het staat onvoldoende vast dat de school de leerling geen meer kan bieden. ADVIES in het geding tussen: [verzoekers], wonende te [woonplaats], verzoekers, gemachtigde:

Nadere informatie

in het geding tussen: de heer A en mevrouw B, wonende te C, de heer D, wonende te E, mevrouw F, wonende te G, verzoekers

in het geding tussen: de heer A en mevrouw B, wonende te C, de heer D, wonende te E, mevrouw F, wonende te G, verzoekers 106581/106582/106586 - Voor de bijstelling van het ontwikkelingsperspectief moet voldoende op overeenstemming gericht overleg met de ouders plaatsvinden; VSO in het geding tussen: ADVIES de heer A en mevrouw

Nadere informatie

ADVIES. C, gevestigd te D, het bevoegd gezag van de school voor speciaal onderwijs E, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

ADVIES. C, gevestigd te D, het bevoegd gezag van de school voor speciaal onderwijs E, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. F.J. 107447 ADVIES in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. I. Mercanoglu en C, gevestigd te D, het bevoegd gezag van de school voor speciaal onderwijs E, verweerder

Nadere informatie

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring LBT. Meer informatie op

J A A R V E R S L A G Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring LBT. Meer informatie op 0 J A A R V E R S L A G 2 0 1 7 Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring LBT Meer informatie op www.onderwijsgeschillen.nl 1 Inhoud 1. Inleiding... 2 2.1 Samenstelling van de Commissie...

Nadere informatie

ADVIES. de Stichting B, gevestigd te Z, het bevoegd gezag van D te Z, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. A. Yandere-Köycü

ADVIES. de Stichting B, gevestigd te Z, het bevoegd gezag van D te Z, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. A. Yandere-Köycü 107041 - Een verwijderingsbesluit kan niet in stand blijven, omdat niet is voldaan aan de hoorplicht en de zorgplicht en het onvoldoende is gemotiveerd. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te Z, verzoekster,

Nadere informatie

ADVIES. Stichting A, gevestigd te B, het bevoegd gezag van het C College, bezwaarde

ADVIES. Stichting A, gevestigd te B, het bevoegd gezag van het C College, bezwaarde 107454 - Voor de beoordeling van het bekostigingsniveau van de tlv voor een leerling met een ernstige meervoudige beperking, mag het samenwerkingsverband uitgaan van de landelijke EMBregeling en de EMB-richtlijn.

Nadere informatie

klacht tegen samenwerkingsverband over onvoldoende dekkend onderwijsaanbod ongegrond omdat gebrek aan dekkend aanbod nog niet gebleken is

klacht tegen samenwerkingsverband over onvoldoende dekkend onderwijsaanbod ongegrond omdat gebrek aan dekkend aanbod nog niet gebleken is 108544 - klacht tegen samenwerkingsverband over onvoldoende dekkend onderwijsaanbod ongegrond omdat gebrek aan dekkend aanbod nog niet gebleken is ADVIES inzake de klacht van: mevrouw [klaagster] en de

Nadere informatie

SAMENVATTING ADVIES. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag

SAMENVATTING ADVIES. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag SAMENVATTING 106487 - Geschil over verwijdering en ontwikkelingsperspectief; VO Een opdc heeft besloten om een leerling met de diagnose selectief mutisme niet meer toe te laten tot het regulier onderwijsprogramma.

Nadere informatie

Geschil over verwijdering leerling met visuele beperking. De school heeft de resterende ondersteuningsmogelijkheden onvoldoende onderzocht.

Geschil over verwijdering leerling met visuele beperking. De school heeft de resterende ondersteuningsmogelijkheden onvoldoende onderzocht. 108448 - Geschil over verwijdering leerling met visuele beperking. De school heeft de resterende ondersteuningsmogelijkheden onvoldoende onderzocht. in het geding tussen: ADVIES [verzoekers], wonende te

Nadere informatie

PROTOCOL VERWIJDERING LEERLINGEN van DE HAAGSE SCHOLEN, stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs 2014

PROTOCOL VERWIJDERING LEERLINGEN van DE HAAGSE SCHOLEN, stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs 2014 PROTOCOL VERWIJDERING LEERLINGEN van DE HAAGSE SCHOLEN, stichting voor primair en speciaal openbaar onderwijs 2014 Vastgesteld door het bestuur van De Haagse Scholen, stichting voor primair en speciaal

Nadere informatie

AD V I ES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, hierna te noemen verzoekster

AD V I ES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, hierna te noemen verzoekster 106816 - De school van aanmelding kan een leerling niet weigeren vanwege de vereiste intensieve begeleiding als onvoldoende is onderzocht wat zijn ondersteuningsbehoefte is, ook al ligt er een aanbod van

Nadere informatie

ADVIES. Het oordeel van de Commissie is op 16 mei 2018 toegezonden aan partijen.

ADVIES. Het oordeel van de Commissie is op 16 mei 2018 toegezonden aan partijen. 108151 - Geschil over verwijdering leerling. De school kan niet langer voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling, heeft voldoende begeleiding geboden en onderzoek uitgevoerd. Er is voldaan

Nadere informatie

ADVIES. [Bestuur], het bevoegd gezag van [school1] te [vestigingsplaats], verweerder gemachtigde: mevrouw mr. C.F.J.

ADVIES. [Bestuur], het bevoegd gezag van [school1] te [vestigingsplaats], verweerder gemachtigde: mevrouw mr. C.F.J. 108077 - geschil over verwijdering leerling. Het besluit is redelijk omdat de school niet langer kan voorzien in de ondersteuningsbehoefte van de leerling en ouders onderzoek weigeren. in het geding tussen:

Nadere informatie

ADVIES. C., gevestigd te B, het bevoegd gezag van D, een school voor mavo en vmbo te B, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. A.C.M.

ADVIES. C., gevestigd te B, het bevoegd gezag van D, een school voor mavo en vmbo te B, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. A.C.M. 107835 ADVIES in het geding tussen: de heer en mevrouw A, wonende te B, verzoekers gemachtigde: de heer mr. I.P.M. Boelens en C., gevestigd te B, het bevoegd gezag van D, een school voor mavo en vmbo te

Nadere informatie

ADVIES. het College van Bestuur van C, het bevoegd gezag van D, gevestigd te E, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. R.D. Harteman

ADVIES. het College van Bestuur van C, het bevoegd gezag van D, gevestigd te E, verweerder gemachtigde: mevrouw mr. R.D. Harteman 107032 - Als de reguliere basisschool handelingsverlegen is en voldoende is aangetoond dat zij niet langer in in de ondersteuningsbehoefte kan voorzien, is de beslissing de leerling te verwijderen redelijk.

Nadere informatie