gebruik wand-, tafelen tunnelbekistingen STICHTING COMMISSIE VOOR UITVOERING VAN RESEARCH INGESTELD DOOR DE B ETO N VE R E N IGI N G
ONDERZOEKINGSCOMMISSIES (1974) COMMISSIE A 7 Onderzoek naar het plastische gedrag van constructies. A 13 Onderzoek naar de krachtsverdeling in scheve platen. A16 Veiligheid. A 17 Stabiliteit. A 19 Statisch onbepaalde constructies voor skeletten en doorgaande balken. A 20 Dynamische problemen in de bouw. A 21 Onderzoek naar de oplegreacties van vierzijdig ondersteunde platen. A 23 Sterkte en stijfheid van kolommen. A 24 Plastische scharnieren. A25 Pons. COMMISSIE B 3 Niet-destructief onderzoek van beton. B 4 Onderzoek van betonstaal. B 7 Onderzoek van technologische invloeden op scheurvorming in beton. B 13 Afwerking van beton in de buitenlucht. B 14 Kwaliteitscontrole van beton. B 16 Reparaties aan betonconstructies. B 17 Ontkistingsmiddelen. B 18 Nieuwe betonsoorten. B 19 Dekking lichtbeton. B 20 Beton bij afvalwaterzuiveringsinstallaties. B 21 Transporteren van betonspecie. COMMISSIE C 4 Onderzoek van de brandveiligheid van voorgespannen betonconstructies. C 11 Voorgespannen betonverharding. C 15 Staal-beton liggers. C 15A Staal-beton kolommen. C 16 Lasverbindingen. C 18 Toleranties voor betonwerk. C 19 Samenwerking prefab liggers met ter plaatse gestort beton. C 20 Vermijden van hinderlijke scheurvorming ten gevolge van krimp en temperatuurwisselingen. C 21 Lage wapeningspercentages. C 22 Gedeeltelijk voorgespannen beton. C 24 Doorbuigingen. C 25 Lasbaarheid betonstaal. C 26 Voorspankabels zonder aanhechting. C 26A Corrosiebescherming voorspankabels zonder aanhechting. C 27 Voegmortels. C 28 Constructiedetails. C 29 Invloed van spatten op de brandwerendheid van beton. PC 30 Triaxiaal voorgespannen beton. C 31 Constructief onderwaterbeton. C 32 Aanvangsspanningen bij voorgespannen lichtbeton. C 33 Wisselbelasting. C 34 Betondekking. COMMISSIE E 2 E3 Rationalisatie van de wapening. Gebruik van wand-, tafel- en tunnelbekistingen.
gebruik wand-, tafelen tunnelbekistingen STICHTING COMMISSIE VOOR UITVOERING VAN RESEARCH INGESTELD DOOR DE BETONVERENIGING
VOORWOORD Op 25 maart 1969 werd opgericht de STUBECO, Studievereniging tot ontwikkeling van bekistingconstructies, onderdeel van de Betonvereniging. Binnen deze vereniging ontstonden werkgroepen, die zich gingen bezighouden met velerlei aspecten van de bekistingproblematiek. Een belangrijk aspect was het onderzoek naar grote bekistingelementen in de woningbouw. Al snel bleek dat over deze materie weinig informatie bestond. Een literatuuronderzoek wees uit dat van enige systematische benadering tot dan toe geen sprake was. De betreffende werkgroep concludeerde, dat slechts een praktijkonderzoek naar het gebruik van bedoelde bekistingen de gewenste informatie kon verschaffen. Daartoe werd een voorstel ontwikkeld voor een enquête op een 40-tal bouwwerken, waarbij vooral aandacht zou worden geschonken aan het praktische gebruik, zowel in normale omstandigheden als bij bijzondere [weers- omstandigheden. Op 1 december 1972 werd geïnstalleerd de CUR-commissie E 3 "Gebruik wand-, tafel- en tunnelbekistingen", met als taak bovengenoemde enquête uit te voeren. De samenstelling van de commissie was: C.P. Verschuren, voorzitter Ir. H.L. Poolman, secretaris-rapporteur C. Beukers, P.J.A. Nijssen, Ir. F. van der Wissel, leden R.L. van Hulst, rapporteur Ir. R. Arnoldy, mentor De enquête is in de maanden december 1972 t/m maart 1973 op enthousiaste en deskundige wijze verricht door de heren A.J. Wamaar, F.A.C.M. van Gemert, J.P. Hopmans en D. Louw, allen student aan de TH's Delft of Eindhoven. Zij hebben tevens hoofdstuk 2 en de bijlage samengesteld, bevattend respectievelijk de resultaten van de enquête en de rapportage per project. Bij het houden van de enquête werd op de bezochte bouwbedrijven bijzonder veel medewerking ontvangen. De commissie heeft voorts dankbaar gebruik gemaakt van de adviezen van de arbeidsinspectie inzake de veiligheid op gietbouwprojecten. Deze adviezen worden door de inspectie als uitgangspunt gehanteerd bij haar werkzaamheden. Tenslotte spreekt de CUR haar dank uit aan de Stichting Bouwresearch voor de financiële steun ten behoeve van dit onderzoek. december 1974 DE STICHTING COMMISSIE VOOR VAN RESEARCH UITVOERING
INHOUD Hoofdstuk 1 INLEIDING 5 1.1 Algemene beschouwing over gietbouw 5 1.1.1 Gietbouw als systeem 5 1.1.2 Gietbouwsystemen 5 1.1.3 Essentie van het systeem 6 1.1.4 Cyclus 6 1.1.5 Investering 7 1.1.6 Woningontwerp 8 1.2 Doelstelling en aanpak van het onderzoek 8 1.2.1 Enkele ervaringen van de enquêteurs 9 1.3 Opzet rapportage 10 Hoofdstuk 2 RESULTATEN VAN DE ENQUÊTE 11 2.1 Algemene beschouwing 11 2.2 Overzichtstabellen 13 2.3 Produktiegege vens 13 2.3.1 Hoogbouw 13 2.3.2 Laagbouw 28 2.4 Doorwerken in de winter 29 2.5 Veiligheidsmaatregelen 35 2.5.1 Wandbekisting 40 2.5.2 Tunnelbekisting 40 Hoofdstuk 3 SAMENVATTING 42 3.1 Inleiding 42 3.2 Voorbereiding en aanpak 42 3.3 Rapportage 42 Summary 44 Bijlage RAPPORTAGE PER PROJECT 47 Indeling rapportage per project 49 Projecten 1 t/m 16 hoogbouw 51 Projecten 17 t/m 36 laagbouw 130
Hoofdstuk 1 INLEIDING 1.1 Algemene beschouwing over gietbouw 1.1.1 Gietbouw als systeem Onder gietbouw kunnen in de seriewoningbouw alle bouwmethoden worden verstaan, waarbij de vloeren en de meestal dragende wanden in het werk tot een monoliet worden gestort. Hierbij wordt gebruik gemaakt van bekistingpanelen, die in betrekkelijk korte tijd kunnen worden gesteld, afgebroken en getransporteerd naar het volgende te storten onderdeel. Een variant is de methode, waarbij de vloeren als geprefabriceerde betonplaten worden aangebracht en aan de wanden worden vastgestort. Het zijn echter niet de bekistingpanelen alleen, die van deze bouwmethode een systeem maken. Daarvoor is tevens nodig dat het woningontwerp en de variatie in de ontwerpen, de seriegrootte en de ligging van de woningblokken, de materiaalkeuze en tenslotte de gehele uitvoering [planning, werkmethode] van zowel de ruwbouw als de afbouw zijn afgestemd op de mogelijkheden die deze bouwmethode te bieden heeft. Kortom, slechts door een integrale aanpak, waarbij alle betrokkenen reeds tijdens de ontwerpfase rond de tafel plaatsnemen, is het mogelijk om gietbouw als systeem toe te passen. 1.1.2 Gietbouwsystemen Reeds voor de Eerste Wereldoorlog vond toepassing van samengestelde bekistingpanelen plaats. Echter pas na 1945 kwam een gerichte ontwikkeling van deze bekistingvormen op gang. Door de enorme stijging van de loonkosten en het belangrijke percentage dat het arbeidsintensieve bekisten op de loonpost innam, was dit een onderdeel dat door velen werd bestudeerd. In eerste instantie paste men standaardbekistingelementen in een modulair systeem toe; met behulp van bouten en/of klemmen werden de elementen aan elkaar gekoppeld. Het bekistingmateriaal was staal of hout en later ook wel kunststof. Door het toenemend gebruik van bouwkranen konden grotere panelen worden toegepast, waardoor minder arbeid voor het samenstellen en afbreken benodigd was. Met de huidige systemen, waarbij panelen van 20 m 2 en meer worden toegepast, worden belangrijke besparingen bereikt op de benodigde manuren. Hiertegenover staat een toename aan materiaalkosten. Op dit moment kan men een drietal vormen van gietbouw onderscheiden, te weten: -1unnclbckistingen j -wand- en tafelbekistingen; -wandbekisting en prefab plaatvloeren.
1.1.3 Essentie van het systeem Wat is nu de essentie van het gietbouwsysteem in vergelijking met fabriekmatige woningbouw en traditionele bouw? Deze is naar de mening van de commissie, dat niet de te verrichten werkzaamheden bepalend zijn voor de planning maar dat het uitgangspunt voor de organisatie wordt gevormd door een vaste cyclus van het bekistingmateriaal. 1.1.4 Cyclus Onder cyclus wordt verstaan: de tijdsduur van het moment van ontkisten van het paneel tot het tijdstip dat ditzelfde paneel opnieuw wordt ontkist met andere woorden: de omlooptijd van het betreffende paneel. De cyclus is bij wand- en tunnelpanelen meestal 1 dag, terwijl deze bij vloerpanelen dikwijls afhankelijk wordt gesteld van de bloklengte; daarbij kan de cyclus variëren van 24 uur tot 24 dagen. Door deze vaste cyclus heeft men een zeer duidelijk en begrijpelijk uitgangspunt voor de verdere opzet, zoals keuze transportmaterieel, ploeggrootte, taken en daarmee samenhangend beloning enz. Afwijkingen worden direct gesignaleerd, waardoor snel kan worden ingegrepen en verliezen kunnen worden voorkomen. Uit het bovenstaande blijkt dat het belangrijk is de cyclus ook in moeilijke omstandighedsn te handhaven, zoals bij een ingewikkeld onderdeel, onder diverse weersomstandigheden enz. Tevens is het tempo direct afhankelijk van de cyclus en de materieelinzet en wel als volgt: produktietempo in _ aantal woningen waarvoor bekistingpanelen woningen per dag cyclus aanwezig Dit kan worden verduidelijkt met het onderstaande planningsvoorbeeld: aanwezige panelen werkbare dagen (per woning) 1 2 3 4 5 6 7 panelen 1 m 13 A A panelen 2 I H panelen 3 panelen 4 panelen 5 panelen 6 ÏÉ M 1 1Ü T -l-in U 11-12 - diversen 4 storten woning 4 verharden en ontkisten elke dag worden 2 woningen ontkist en gestort Bij dit voorbeeld is er van uitgegaan dat het produktietempo op 2 woningen per dag ligt, dat wil zeggen iedere dag moeten twee woningen worden gestort. De cyclus is gesteld op drie dagen. Op de eerste, de tweede en de derde dag moeten steeds voor twee woningen panelen worden ingezet, dit zijn dan panelen voor in totaal 3 x 2 = 6 woningen. Pas de vierde dag komen de panelen 1 en 2 weer vrij, die dan op deze dag weer gebruikt kunnen worden voor de volgende woningen, namelijk de wo-
ningen 7 en 8. 1.1.5 Investering Cyclus en tempo bepalen omgekeerd het aantal benodigde en daarmee de investering. bekistingpanelen Schematisch kan de berekening van de investering aan bekisting worden weergegeven als in het onderstaande schema: aantal dagen voor. ontkisten. transport. stellen enz.. storten aantal dagen voor verharden aantal per dag te storten woningen cy c 1 us tempo aantal woningen waarvoor elementen nodig zijn kosten elementen per woning totale investering bekisting De investering in de bekistingpanelen kan dus worden verlaagd door verkorting van de cyclus of door verlaging van het tempo Cvermindering van de bouwcapaciteit). Daar het bouwtempo echter globaal zal zijn vastgesteld, is de cyclus de factor, die deze investering rechtstreeks beïnvloedt. De cyclus wordt bepaald door: a. het aantal dagen nodig voor ontkisten, transport, stellen en storten; deze tijd volgt uit: -de materieelinzet; -de ploegenindeling; -de organisatie en de werkmethode. b. het aantal dagen verharden; verkorting van de verhardingsduur kan worden bereikt door: -het toepassen van snellere cementsoorten of een hoger cementgehalte; -het toepassen van hulpstoffen; -het verwarmd aanvoeren van betonspecie in koude perioden; -het afdekken van verse beton bij bepaalde temperaturen; -het verwarmen van de bekisting en of omgeving van het verse beton. De onder b genoemde maatregelen kosten geld en deze kosten moeten daarom worden afgewogen tegen de lagere investering van de bekistingpanelen. Daartoe moet worden bepaald: -wanneer deze maatregelen moeten worden getroffen; -hoeveel dagen per jaar dit nodig is; -wat de kosten per maatregel per dag zijn. De kosten van een bepaalde maatregel per jaar zijn: de kosten van de maatregel per dag x het aantal dagen jaar dat de maatregel getroffen moet worden per
Ten einde de Kosten per woning te Kennen moet dit bedrag weer worden gedeeld door de jaarproduktie. 1.1.6 Woningontwerp Gietbouw is ontwikkeld voor het zogenaamde hoogbouw-galerijtype. Gaandeweg blijkt dat dit type steeds minder door de opdrachtgever wordt gewenst. Dientengevolge is men het systeem voor velerlei ontwerpen gaan toepassen en - zoals uit het onderzoek blijkt - met succes. Dit is niet alleen het geval voor hoogbouw vormen, zoals portiek- en torenflats, maar vooral ook voor laagbouwprojecten. Interessant is te zien, dat uit het onderzoek niet blijkt dat er een relatie bestaat tussen investering en arbeids- Kosten enerzijds en woningvorm anderzijds. Hier is de voorzichtige conclusie op zijn plaats dat het veel gebouwde galerijtype misschien niet is gebouwd uit Kostenoverwegingen, maar omdat de organisaties van al diegenen die bij het bouwen betrokken zijn, niet in staat waren om een grotere creativiteit te ontwikkelen. Ditzelfde geldt trouwens voor het feit, dat er evenmin een relatie te ontdekken valt met de seriegrootte. Daarom zou het interessant zijn nader te onderzoeken of serievergroting en uniformering (een ander woord voor standaardisering) zal leiden tot Kostenverlaging. 1.2 Doelstelling en aanpak van het onderzoek De doelstelling van het onderzoek was het verkrijgen van praktijkgegevens over het gebruik van grote wand- en tafelbekistingen in de woningbouw, met name onder wisselende weersomstandigheden. Naast dit centrale thema zijn tevens gegevens verzameld over de veiligheid op de bouwplaats, de afwerking enz. Daar het om praktijkinformatie ging werd aan een onderzoek ter plaatse de voorkeur gegeven boven een schriftelijke enquête. De ervaringen met schriftelijke enquêtes zijn slecht, mede waarschijnlijk omdat het bedrijfsleven daarmee wordt overspoeld. In eerste instantie is door de Stubeco, dus vooruitlopend op het eigenlijke onderzoek, een zeer uitvoerig enquêteformulier samengesteld. Net dit formulier is op een drietal werken een "voorenquête" gehouden om daarmee de nodige ervaring op te doen. Het was de bedoeling het eigenlijke onderzoek in de winterperiode te verrichten in verband met het bestuderen van de toegepaste maatregelen. Van dit laatste is door de bijzonder gunstige weersomstandigheden weinig gekomen. Voor het eigenlijke onderzoek is een 40-tal bedrijven benaderd. Hiervan hebben 31 bedrijven positief gereageerd, met het gevolg dat 36 werken Konden worden bezocht. OoK de eigenlijke enquête bestond uit twee delen. Eerst werd bij 2 bedrijven ervaring opgedaan. Hieruit is de procedure ontwikkeld, volgens welke de overige bedrijven zijn benaderd en geënquêteerd. De enquête werd, zoals in het voorwoord reeds is vermeld, uitgevoerd door studenten in de Bouwkunde aan de TH-Eindhoven en in de Weg- en