Ervaringen met prevalentiestudies van urineweginfecties. OLV Aalst - Asse - Ninove Team ziekenhuishygiëne Dr. P. Jordens



Vergelijkbare documenten
Aanleiding Belgian National Nosocomial Infection Surveillance Studie (BNISS) uitgevoerd door het Kenniscentrum (KCE)

NOSO INFO EDITORIAAL INHOUD. Waarom een nummer dat speciaal gewijd is aan urineweginfecties? Surveillance van (nosocomiale) urineweginfecties

AANBEVELINGEN TER VOORKOMING VAN URINEWEGINFECTIES 2007

Woonzorginfecties: praktisch beleid Urineweginfecties in WZC

Urineweginfecties: definitie en diagnostiek

Blaaskatheterisatie. Marga Mulders & Chantal Jorissen. dinsdag 22 april 2014

Urineweginfecties Een correct staal als voorwaarde voor een juiste diagnose

Aandachtspunten bij de verzorging van een zorgvrager met een verblijfskatheter. Bousery Patricia Docent KTA Brugge. Inleiding

Urethrotomie volgens Sachse Urethrotomie volgens Otis Meatotomie (het verwijden van de urinebuis) Maatschap Urologie

Kwaliteitsbevordering in de huisartspraktijk, toegepast op de aanpak van urineweginfecties. Handleiding voor LOK-groepen WVVH

Urineweg-infecties bij kinderen. Loes Tanja kinderarts

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) en aanbevelingen in België:

Overzicht aanbevelingen richtlijn Urineweginfecties bij kwetsbare ouderen (2018)

Urineweginfecties in de zorg. UWI epidemiologie. UWI epidemiologie. UWI epidemiologie 15/10/2018

3 e Post EAUN Meeting

Cijfers Spoedopname 30/03/2017. Hoe doen we het in eigen ziekenhuis? dagopnames opnames raadplegingen ligdagen

Kathetergerelateerde urineweginfecties: we care!

Suprapubische katheter. Poli Urologie Route 60

Urineweginfecties en antibiotica

Urineweginfecties bij kinderen

Urineweginfecties (UWI s): Antibiotica en resistentie bij microorganismen

Potentiële problemen met blaassonde in-situ

Samenvatting. Samenvatting

Skillstrainingscentrum Limburg Verzorgende Verpleegkundigen Wijkverpleegkundigen

Nierinfectie (Pyelonefritis)

Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen

Koortsige Urineweginfecties/ Pyelonefritis bij kinderen. Dr An Bael, kindernefrologie ZNA Koningin Paola Kinderziekenhuis

Urologie JJ-katheter

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen Nier- en blaaskatheterisatie 8

URINE consensus. Guy Coppens

VALKUILEN bij de DIAGNOSTIEK van URINEWEGINFECTIES bij KWETSBARE OUDEREN. Stelling

Als de prostaat vergroot is bemoeilijkt deze het urineren. Om dit probleem te verhelpen wordt de prostaat gedeeltelijk verwijderd.

De suprapubische katheter

Verenso richtlijn urineweginfecties. Wouter Rozemeijer Arts-microbioloog

Hospithera. Your reference partner in medical supplies.

DEEL 2 Klinische aspecten

Referentiecijfers 2001 t/m 2011: Postoperatieve wondinfecties na hartchirurgie. PREZIES versie: december 2014 Documentversie: 7.0

Diagnostiek urineweginfecties: do s and dont s

Blaaskatheter Radboud universitair medisch centrum

Infectie RIsico Scan (IRIS) risico s in beeld

Urodynamisch onderzoek

chapter TWELVE Nederlandse samenvatting

Aanbevelingen ter voorkoming van nosocomiale infecties

URINEWEGINFECTIE ONDER DE LOEP GENOMEN

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriën in België: 01/01/ /10/2012

Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie

Observatiepunten en complicaties bij katheterisatie

Urologie. Blaasdrukmeting.

Twelve. TweTw. Twelve. Twelve. Twelve. Twelf. Twelve. Summary and General Discussion Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae.

Vernauwing van de plasbuis Sachse of Otis operatie

Naar huis met een blaassonde.

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar URINEWEGINFECTIES GERELATEERD AAN BLAASKATHETERISATIE BIJ DE HOND.

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2

Urodynamisch onderzoek urologie

Evaluatie van surveillance hemoculturen bij hematologische patiënten onder immunosuppressiva

Urologie Blaaskatheter via de buik / suprapubische katheter

Blaaskatheter via de buik. Suprapubische katheter

UROLOGIE. Verwijderen (nier)stenen door operatie

Urineweginfecties nader belicht. Anne-Marie Giesen Remmie Hammers-Cupido

Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen

Nefrostomie katheter

Urodynamisch onderzoek

Urologie JJ-katheter

Katheter verwijderen De-katheterisatie

Nr Naam Beschrijving Mogelijke waarden of verwijzingen 1 Patiëntidentificatie Een uniek patiëntidentificatienummer Vrije tekst

Urodynamisch onderzoek

Handleiding voor (zelf)katheteriseren van de blaas

Antibiotica Resistentie van Uropathogene E. coli. bij huisartsen patiënten in de leeftijd van jaar. E.Stobberingh, MINC 29 maart 2011

Percutane niersteenverwijdering

Blaasontsteking. Oorzaak, preventie, behandeling. Jessa Ziekenhuis vzw. Dienst kwaliteit. versie september 2015 (Object-ID )

PATIENTENBROCHURE Urodynamisch Onderzoek (UDO)

PATIËNTENINFO. Blaasspoelingen. Urologie

Suprapubische catheter

Urodynamisch onderzoek urologie

Jaarcijfers 2018: Thema Urethrakathetergebruik PREZIES versie: februari 2019 Documentversie: 1.0

PATIËNTEN INFORMATIE. Zelfkatheterisatie bij mannen

Nefrostomie katheter. Maatschap Urologie IJsselland Ziekenhuis

V. Spoorenberg Arts-onderzoeker, AIOS Interne Geneeskunde Afdeling Infectieziekten, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam

RESIDENT: G. Gertrude

Urologie Gynaecologie Blaasfunctie onderzoek

Urologische verpleging in de thuiszorg. R. Pieters Verpleegkundig specialist urologie UZ Gent Voorzitter vzw Urobel

Urodynamisch onderzoek

INHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN

Naar huis met een blaaskatheter Urologie

Afdeling: Urologie. Onderwerp: Urodynamisch onderzoek

Analyse aanpak urineweginfectie en resistentie profiel antibiotica in woonzorgcentra

VSV: Verloskundige kringen van: de Kempen-Eindhoven- Strabrecht Máxima Medisch Centrum

Nieuwe richtlijnen Verenso UWI en LLWI Astrid Beckers Specialist Ouderengeneeskunde Vivium Zorggroep

Verblijfskatheter Inbrengen en verzorgen. Maatschap Urologie IJsselland Ziekenhuis

INFORMATIE- EN TOESTEMMINGSFORMULIER. suburethrale sling

Blaasspoeling met BCG. Urologie

Feedback van gegevens m.b.t. Infectiebeheersing op de afdeling. NVKVV: Verpleegkundigen infectiebeheersing Lieven Hoebrekx 14/03/2016

Inbrengen dubbele J-katheter

Patiënteninformatie. JJ-stent. Informatie over het plaatsen van een JJ-stent terTER_

Blaasinstillatie PATIËNTENBROCHURE

percutane niersteenoperatie (PNL)

Prostaatecho met punctie

RETROGRAAD URETHROGRAM FOTO VAN UW PLASBUIS

Sophia Kinderziekenhuis. Katheteriseren van de blaas. Handleiding voor ouders/verzorgers

Transcriptie:

Ervaringen met prevalentiestudies van urineweginfecties OLV Aalst - Asse - Ninove Team ziekenhuishygiëne Dr. P. Jordens

Prevalentiestudies UWI in het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis 1 prevalentiestudie : mei 1987 28 % jaarlijkse prevalentiestudies : okt. 1988 okt. 1993 prevalentiestudies maart 1996, okt. 1996 & okt. 1997 jaarlijkse prevalentiestudies : okt. 1998 okt. 2001 prevalentiestudies (focus urinaire katheter) : okt.2002 2003

Incidentiestudie vs prevalentiestudie = begin infectie = duur infectie T1 T2 T3

Prevalentiestudie UWI administratieve gegevens specifieke studiegegevens methode staalname : midstream, aanwezigheid blaas- of suprapubische katheter aanwezigheid symptomen urineweginfectie verminderde weerstand urogenitale instrumentatie toegediende antibiotica

Urinestaal voor microbiologisch onderzoek midstream katheterurine : éénmalige katheterisatie aanprikken van een verblijfsof suprapubische katheter

Definitie urineweginfectie midstream : 100.000 KVE/ml katheterurine : 1.000 KVE/ml Exclusiecriterium : 3 verschillende soorten micro-organismen

Resultaten prevalentiestudie 1988-1993 Tijdstip prevalentie studiepopulatie prevalentiecijfer oktober 1988 70 450 15,6% oktober 1989 76 449 16,9% oktober 1990 77 478 16,1% oktober 1991 58 415 14,0% oktober 1992 70 449 15,6% oktober 1993 61 450 13,6% Het gemiddeld prevalentiecijfer voor de zes studies bedraagt 15,3% (95% CI 13,9-16,7)

Risicofactoren geslacht leeftijd ziekenhuisverblijf verminderde / gedaalde weerstand urogenitale instrumentatie urinaire katheter verblijfsduur urinaire katheter

Geslacht & UWI 1988-1993 MAN VROUW GEEN UWI 90% UWI 10% GEEN UWI 80% UWI 20%

Leeftijd & UWI 1988-1993 30 28,0 percentage UWI 25 20 15 10 5 8,1 5,2 8,6 7,4 13,0 10,3 14,5 18,5 22,0 0 0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90-99 jaar gemiddelde leeftijd alle patiënten : 59,8 jaar, patiënten met urineweginfectie : 66,9 jaar

Ziekenhuisverblijf & UWI 1988-1993 percentage UWI 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 41,3 38,5 28,7 25,2 20,6 13,3 10,0 7,1 // // 0 1-7 8-14 15-21 22-28 29-35 36-42 >42 dagen

Verminderde weerstand & UWI 1988-1993 GEEN VERMINDERDE WEERSTAND VERMINDERDE WEERSTAND GEEN UWI 86% UWI 14% GEEN UWI 80% UWI 20% verminderde weerstand : diabetes, nierinsufficiëntie,...

Urogenitale instrumentatie & UWI 1988-1993 GEEN UROGENITALE INSTRUMENTATIE UROGENITALE INSTRUMENTATIE GEEN UWI 85% UWI 15% GEEN UWI 85% UWI 15%

Urinaire katheter & UWI 1988-1993 GEEN KATHETER KATHETER GEEN UWI 87% UWI 13% GEEN UWI 70% UWI 30%

Verblijfsduur urinaire katheter & UWI 1988-1993 70 60 55,7 percentage UWI 50 40 30 20 12,5 15,7 40,7 10 0 // // 0 1-7 8-14 >14 dagen

Feedback tot 1993. geneesheren & hoofdverpleegkundigen schriftelijk rapport hoofdverpleegkundigen ( verpleegkundige equipe) mondelinge toelichting op respectievelijke diensten specifieke aandacht voor verpleegeenheden met hoog prevalentiecijfer

Feedback 1993 toelichting en bespreking resultaten prevalentiestudie oktober 1993 vergadering hoofdverpleegkundigen - 22/11/93 & oproep samenstelling werkgroep campagne preventie urineweginfecties

Samenstelling werkgroep PUWI V OK HV C URO HV C ABD HV C ORT HV IZ HV G V ZH HYG 7 verpleegkundigen ADVIES Dienst Urologie Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis

Campagne preventie urineweginfecties. Doel daling nosocomiale urineweginfecties Hoe beperk blaassondage (denk aan alternatieven!) verwijder blaassonde, indien aanwezigheid niet langer vereist aseptische techniek(en) Middelen folder diareeks video s (gebruik niet verplicht!)

Referentieverpleegkundigen preventie urineweginfecties 36 referentieverpleegkundigen - 15/01/1996

COMITE VOOR ZIEKENHUISHYGIËNE WERKGROEP PREVENTIE URINEWEGINFECTIES URO URO REFERENTIEVERPLEEGKUNDIGEN PREVENTIE URINEWEGINFECTIES ALLE VERPLEEGKUNDIGEN GENEES-GENEES HEREN HEREN

Tijdschema 22/11/1993 Samenstelling werkgroep 05/01/1994 1 e vergadering werkgroep 17/10/1994 Ontwerp richtlijnen + folder Advies urologen 27/03/1995 Campagne klaar 08/05/1995 Voorstelling campagne vergadering hoofdverpleegk. 12/12/1995 86% v/d verpleegkundigen bereikt

MEI MEI 1987 1987 1988 1988 1989 1989 1990 1990 1991 1991 1992 1992 1993 1993 MAA MAA 1996 1996 1996 1996 1997 1997 OPEN GESLOTEN RINEDRAINAGESYSTEEM CAMPAGNE PREVENTIE URINEWEGINFECTIES 28% 28% gemiddelde: 15,3% 15,3%?

Prevalentie & prevalentiecijfer 1996-1997 Tijdstip prevalentie studiepopulatie prevalentiecijfer maart 1996 73 501 14,6% oktober 1996 56 497 11,3% oktober 1997 45 466 9,7% Het gemiddeld prevalentiecijfer voor 1996-1997 (oktober) bedraagt 10,5% (95% CI 8,6-12,4). Dit is significant lager dan het prevalentiecijfer van vóór de campagne (p<0.001).

Studiepopulatie 1988-1993 >< 1996-1997 1988-1993 1996-1997 man / vrouw (%) 49,2 / 50,8 49,8 / 50,2 gemiddelde leeftijd 59,8 jaar 61,1 jaar

Patiënten met urineweginfectie 1988-1993 >< 1996-1997 1988-1993 1996-1997 man / vrouw (%) 10,2 / 20,3 7,8 / 15,9 leeftijd 0-39 jaar 7,6% 6,6% 40-69 jaar 12,9% 9,4% 70 jaar 22,0% 16,2%

Verminderde weerstand 1988-1993 >< 1996-1997 Studiepopulatie 1988-1993 1996-1997 Verminderde weerstand (%) 21,9 24,7 geen verminderde weerstand & UWI (%) 14,1 10,7 verminderde weerstand & UWI (%) 19,7 15,5

Urinaire katheter - verblijfsduur 1988-1993 >< 1996-1997 >< 1997 1988-1993 1996-1997 1997 urinaire katheter (%) 14,1 12,2 9,4 urinaire katheter & UWI (%) 30,3 31,5 18,2 verblijfsduur (%) dag zelf 4,2 3,9 4,6 < 8 dagen 53,7 60,7 70,5 8, < 15 dagen 14,2 18,0 15,9 15 dagen 27,9 17,4 9,1

Vergelijking 1 e en 2 e periode Micro-organisme OLV 1988-1993 OLV 1996-1997 CDC* 10/1986-04/1997 Escherichia coli Klebsiella sp. Proteus sp. Enterococcus sp. Pseudomonas sp. Enterobacter sp. Candida sp. 37,5 % 11,1 % 9,6 % 9,4 % 8,6 % 4,3 % 3,9 % 40,9 % 5,2 % 6,7 % 10,9 % 4,1 % 7,8 % 10,9 % 19,2 % 5,8 % - 14,1 % 11,2 % - 14,4 % Overige 15,6 % 13,5 % 35,3 % * National Nosocomial Infection Surveillance (NNIS) Report, Data Summary from October 1986 - April 1997

28% 28% 15,3% 15,3% 10,5% 10,5% MEI MEI 1987 1987 1988 1988 1989 1989 1990 1990 1991 1991 1992 1992 1993 1993 MAA MAA 1996 1996 1996 1996 1997 1997 om te corrigeren voor evt. seasonal trends enkel cijfers van oktober met elkaar vergeleken OPEN GESLOTEN URINE- DRAINAGE- SYSTEEM 1 CAMPAGNE PREVENTIE URINEWEGINFECTIES

DEFINITIE & CRITERIA URINEWEGINFECTIE (PREVALENTIESTUDIE UWI -. 1998) SYMPTOMEN AANWEZIG Ja SYMPTOMEN Neen GEEN SYMPTOMEN AANWEZIG minimum 1 symptoom zonder andere oorzaak minimum 2 symptomen zonder andere oorzaak - koorts (> 38 C) - drang (dringende mictie) - pollakisurie (frequente mictie) - dysurie (pijnlijke mictie) - suprapubische pijngevoeligheid blaaskatheter 7 dagen vóór cultuur geen blaaskatheter 7 dagen vóór 1 pos. cultuur en en en en pos. urinecultuur, 100.000 KVE/ml, max. 2 species tenminste 1 van de volgende : pyurie pos. urinecultuur, 100.000 KVE/ml, max. 2 species > 1* pos. urinecult., 100.000 KVE/ml, zelfde micro-org., max. 2 species > 1* pos. urinecultuur, zelfde uropathogeen, 100 KVE/ml, geen midstream pos. urinecultuur, 100.000 KVE/ml, 1 uropathogeen, pt. onder AB-therapie voor urineweginfectie SYMPTOMATISCHE URINEWEGINFECTIE ASYMPTOMATISCHE BACTERIURIE * twee opeenvolgende urineculturen met een tijdsinterval van max. 48 uren

MEI 1987 MEI 1987 1988 1988 1989 1989 1990 1990 1991 1991 1992 1992 1993 1993 MAA 1996 MAA 1996 1996 1996 1997 1997 28% 28% 15,3% 15,3% 10,5% 10,5% 1999 1999 2000 2000 2001 2001 9,7% 9,7% 1998 1998 1 CAMPAGNE PREVENTIE URINEWEGINFECTIES OPEN GESLOTEN URINE- DRAINAGE- SYSTEEM

Prevalentiestudies UWI in het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis prevalentiecijfer niet zomaar te vergelijken met vorige periodes (vóór 1998) gezien andere definitie & criteria (CDC) oktober 2001 prevalentiecijfer : 6,8 % % patiënten met een urinaire katheter 10,1 %

Prevalentiestudies UWI in het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis 1 prevalentiestudie : mei 1987 28 % open gesloten urinedrainagesysteem jaarlijkse prevalentiestudies : okt. 88-93 15,3 % campagne Prevalentiestudies okt. 96-97 10,5 % meting v/h effect v/d campagne jaarlijkse prevalentiestudies : okt. 98-01 9,7 % studie met andere definities / criteria (CDC) prevalentiestudies vanaf okt. 02 : focus urinaire katheter

Urinaire katheter

Prevalentiestudie UWI 2002 in het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis oktober 2002 prevalentiecijfer : 25,0 % Urinaire katheter Ter vergelijking studies 1998-2001 prevalentiecijfer bij patiënten met een urinaire katheter 24,9 %

Plaatsen verblijfskatheter Aseptisch Atraumatisch

Plaatsen verblijfskatheter Aseptisch goede handhygiëne ontsmetten van de meatus aseptisch inbrengen van de katheter

Plaatsen verblijfskatheter Atraumatisch bij & : gebruik van een glijmiddel bij & : Ch 14 (volwassene) bij : houding penis bij inbrengen van katheter

Zorgen bij een patiënt met een verblijfskatheter Gesloten drainagesysteem Fixatie van de katheter

Zorgen bij een patiënt met een verblijfskatheter Gesloten drainagesysteem katheter en urinecollector met elkaar verbinden vóór het inbrengen van de katheter katheter en urinecollector niet loskoppelen tijdens het verblijf van de katheter katheter en urinecollector steeds samen vervangen

Zorgen bij een patiënt met een verblijfskatheter Fixatie van de katheter een goede fixatie van de katheter voorkomt beschadiging van de blaashals en de mucosa van de urethra bij & : op de buik bij (penis op het abdomen) : om druk t.h.v. de peniscrotale hoek te vermijden

Algemene preventieve maatregelen Een goede algemene hygiëne van de urogenitale streek en een goede diurese vormen de beste algemene maatregelen ter preventie van urineweginfecties

Prevalentiestudies UWI 02-03 in het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis oktober 2002 prevalentiecijfer : 25,0 % % patiënten met urinaire katheter 12,6 % oktober 2003 prevalentiecijfer : 27,6 % % patiënten met urinaire katheter 9,1 % Urinaire katheter Ter vergelijking studies 1998-2001 % patiënten met urinaire katheter 12,9 %

Prevalentiestudie UWI - 2003 UWI... verblijfsduur urinaire katheter 70 gemiddelde insertieduur : 7 dagen, mediaan : 4 dagen (min : 1, max : 28 d.) bij 4 patiënten : insertieduur =? (onbekend) 66,7 60 percentage UWI 50 40 30 20 17,5 37,5 10 0 // // Aalst + Asse + Ninove 0 1-7 8-14 > 14 dagen

Prevalentiestudie UWI - 2002 UWI... verblijfsduur urinaire katheter 70 gemiddelde insertieduur : 7 dagen, mediaan : 5 dagen (min : 0, max : 40 d.) bij 4 patiënten : insertieduur =? (onbekend) 60 percentage UWI 50 40 30 20 23,4 40,0 40,0 10 0 Aalst + Ninove 0,0 // // 0 1-7 8-14 > 14 dagen

Percentage patiënten met een urinaire katheter 2002 Aalst Asse Ninove 12,6 % 12,4 % 15,4 % 64/508 18/145 4/26 14/15/16-okt 30-okt 30-okt

Percentage patiënten met een urinaire katheter 2003 Aalst Asse Ninove 9,3 % 8,8 % 8,0 % 44/475 12/137 2/25 20/21/22-okt 20/21/22-okt 21-okt