Urethrotomie volgens Sachse Urethrotomie volgens Otis Meatotomie (het verwijden van de urinebuis) Maatschap Urologie

Transcriptie

1 Urethrotomie volgens Sachse Urethrotomie volgens Otis Meatotomie (het verwijden van de urinebuis) Maatschap Urologie

2 Datum en tijd U wordt (dag), (datum) om uur verwacht. Plaats U meldt zich op de afgesproken tijd bij de receptie van de hoofdingang van het Diaconessenhuis. Hier wijst men u de weg naar de verpleegafdeling Urologie of de afdeling dagverpleging/kort verblijf. Neemt u de volgende zaken mee bij opname: uw inschrijf- en afsprakenkaart uw verzekeringsbewijs een geldig identiteitsbewijs uw actuele medicatieoverzicht en medicijnen (in originele verpakking) deze folder. Algemeen U heeft met de arts afgesproken dat u een operatie ondergaat aan de urinebuis (urethra). Deze folder geeft u meer informatie over de gang van zaken bij deze operatie. Urethrastrictuur Als gevolg van sterke littekenvorming na beschadiging van de urinebuis of ontsteking in de urinebuis, kan plaatselijk een vernauwing (strictuur) in de urinebuis ontstaan. Dit bemoeilijkt het urineren. Er is dan sprake van een urethrastrictuur (vernauwing in de urinebuis). Door deze vernauwing kunt u verschillende plasklachten hebben, bijvoorbeeld frequent moeten urineren, druppelsgewijs urineren of verliezen van een scheutje urine. Bij een ernstige strictuurvorming kunt u helemaal niet meer spontaan urineren. De vernauwing kan ontdekt zijn: bij het inbrengen van een blaaskatheter (slangetje in de urinebuis), wat dan niet wil lukken; na analyse van de plasklachten; na analyse van een röntgenonderzoek. De urethrotomie-operatie heeft tot doel om deze vernauwing op te heffen door middel van klieven. Bij het klieven van de urethrastrictuur wordt door middel van een cystoscoop een mesje opgevoerd waarna de strictuur met dat mesje wordt gekliefd (dit is de Sachse techniek). Ondanks deze ingreep blijft er een kans bestaan op nieuwe strictuurvorming. 2

3 Bij vrouwen is er soms sprake van een vernauwing in de urinebuis die bij de uitmonding van de urinebuis ligt. Als de uitmonding van de urinebuis te nauw wordt kan er dus weerstand ontstaan. Hierdoor gaat urineren moeizaam en lukt uiteindelijk spontaan urineren niet meer. Daardoor kunnen zich gemakkelijk infecties ontwikkelen. Hierbij gebeurt de manier van klieven volgens de Otis techniek. Meatotomie (het verwijden van de meatus) Indien alleen de uitmonding (meatus) van de urinebuis (urethra) te nauw is, dan spreekt men van een meatusstrictuur (vernauwing in de uitmonding van de urinebuis). Ook hierbij heeft u plasklachten (u moet persen met plassen, heeft een slappe straal en het urineren duurt langer dan normaal) en soms ontstaan en urineweginfecties. Duur van het verblijf in het ziekenhuis U moet rekenen op een verblijfsduur van één à twee dagen, afhankelijk van het verloop en herstel. Voorbereiding Medicijngebruik Als u bloedverdunnende middelen gebruikt (zoals fenprocoumon (Marcoumar), Sintrom, Ascal, Plavix) of NSAIDS (bijv. Aspirine, Voltaren, Ibuprofen), moet u hiermee een week voor de operatie stoppen (in overleg met de anesthesie). Verpleegkundig spreekuur U wordt opgeroepen voor het verpleegkundig spreekuur. Dit heeft als doel u op verpleegkundig gebied te informeren over de opname naar aanleiding van de vragenlijst die u van tevoren thuis al heeft ingevuld. (Het verpleegkundig spreekuur geldt alleen voor patiënten die worden opgenomen op verpleegafdeling Urologie) De opname Meestal wordt u de dag van de operatie nuchter opgenomen, tenzij de uroloog anders beslist. Eventuele vragen aan de uroloog kunt u tijdens de dagelijkse visite stellen. U bent van tevoren al bij de anesthesioloog op het Preoperatief Spreekuur geweest. Hier heeft u informatie gekregen over de verdoving en de pijnstilling rondom de operatie. Vanaf middernacht moet u nuchter blijven: u mag niets meer eten of drinken, u mag alleen een slokje water voor het innemen van medicatie. Er wordt urine afgenomen voor onderzoek. Ter voorkoming van trombose, krijgt u een injectie in uw buik. 3

4 De operatie Tijdens de operatie mag u geen sieraden en/of make-up dragen. U krijgt een operatiejasje aan. De verpleegkundige brengt u naar de operatiekamer en daar neemt de anesthesioloog het over. U krijgt een infuus waardoor vocht en geneesmiddelen kunnen worden toegediend. Meestal vindt operatie plaats onder regionale verdoving (ruggenprik). U bent dan wel bij bewustzijn, maar voelt geen pijn. Door middel van een holle buis/katheter in de urinebuis wordt de vernauwing gekliefd. De operatie duurt ongeveer 20 minuten. Na de operatie Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Als u weer goed stabiel bent gaat u naar de afdeling terug. Na de operatie heeft u: een infuus in de arm; een blaaskatheter (dit is een slangetje dat via de urinebuis (urethra) in de blaas is gebracht; soms een sp-katheter (suprapubische katheter). Dit is een slangetje dat via de buik in de blaas wordt gebracht. Dit wordt soms gedaan om na afloop te gebruiken bij het oefenen van spontaan urineren (residu meten). soms naast uw bed een spoelsysteem. Hieraan zit een grote zak met zoutoplossing om uw blaas te spoelen. Deze mag weer af als de urine er helder uit ziet. Dat wil zeggen als de urine niet helder rood ziet en geen bloedstolsels meer bevat. Als u terug bent op de afdeling mag u in principe een normale maaltijd nuttigen. Het is van belang om goed te drinken (dat wil zeggen dat u elk uur een glas drinkt, naast koffie/thee). Over het algemeen kunt u zich de volgende dag zelfstandig douchen. Als u pijn heeft is het belangrijk dat u dit op tijd aangeeft aan de verpleegkundige. Dan kunt u hiervoor pijnstilling krijgen. Afhankelijk van de kleur van de urine en het tijdstip van operatie bepaalt de uroloog wanneer de blaaskatheter eruit gaat. Als u nog een sp-katheter in de buik heeft dan wordt hiermee het residu bepaald. Dat wil zeggen na het spontaan urineren wordt met behulp van de sp-katheter de hoeveelheid achtergebleven urine gemeten. Als de hoeveelheid residu na enkele keren spontaan urineren minimaal is, zal de spkatheter worden verwijderd. Heeft u alleen een blaaskatheter dan moet u hierna goed spontaan urineren 4

5 (mictie). De verpleegkundige geeft op dat moment aan wat een goede mictie is. Na de operatie kan de urine er bloederig uit zien. Daarnaast kunt u last hebben van blaaskrampen. Dit wordt veroorzaakt door de blaaskatheter. Dit kan voelen als een schrijnend/ branderig gevoel in uw blaas/urinebuis en/of veelvuldig aandrang voelen om te moeten urineren. Deze klacht verdwijnt zodra de blaaskatheter wordt verwijderd. Als het plassen goed gaat, kunt u in de meeste gevallen nog dezelfde dag naar huis. Ontslag U krijgt een afspraak mee voor een poliklinische controle. Er wordt dan gekeken hoe het u de afgelopen periode thuis is vergaan. Heeft u vragen over de ingreep, dan kunt u deze tijdens het controlebezoek bespreken met uw uroloog. Weer thuis Het is raadzaam om de eerste dagen extra te drinken (dat wil zeggen elk uur een glas drinken). Na de ingreep kunt u nog pijn hebben. Hiervoor kunt u paracetamoltabletten nemen (maximaal 6 tabletten van 500 mg per dag). De pijn kan wel een paar dagen aanhouden, maar gaat vanzelf over. Het urineren kan wat branderig/schrijnend voelen de eerste dagen na de ingreep. Verder kan er wat bloed in de urine aanwezig zijn. Hierover hoeft u zich niet ongerust te maken. U moet uw huisarts waarschuwen als u puur, vers, helder bloed plast of als bloedstolsels het urineren belemmeren. 2 dagen na de ingreep kunt u weer aan het werk gaan. Wacht met fietsen en sporten tot 7-10 dagen na de ingreep. Zwaar tillen is toegestaan. U mag weer seksueel contact hebben na 7 dagen na de ingreep. Gebruik alcoholische drank met mate. U mag weer zwemmen/baden na 1 week na de ingreep. Complicaties Koorts; als gevolg van de operatie kan uw temperatuur stijgen. Dit kan wijzen op een infectie. Daarom is het belangrijk om uw temperatuur op te nemen. Bloederige urine Pijn bij het urineren. Neemt u contact op als: uw temperatuur hoger is dan 38,5 C; de urine enkele dagen na de ingreep nog bloederig is; u pijn blijft houden bij het urineren. 5

6 Als de operatie minder dan 1 week geleden heeft plaatsgevonden, neemt u contact op met het ziekenhuis, anders met uw eigen huisarts. Antistolling Heeft u voor uw opname bloedverdunnende middelen (Marcoumar, Sintrom, Ascal, Plavix) gebruikt, dan hoort u bij ontslag wanneer u hiermee weer kunt starten. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u deze stellen aan uw uroloog of contact opnemen met de polikliniek Urologie. Maatschap Urologie Telefoonnummer: / /DIA1032 6