DE RISICO'S VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN



Vergelijkbare documenten
Een gewaarschuwd mens

KPMG PROVADA University 5 juni 2018

Consultatie vervanging rapportagekader financiële informatie voor non-ifrs-banken. De Nederlandsche Bank

Investment Management. De COO-agenda

Materieel belang in de jaarrekening. Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving

IFRS 15 Disaggregatie van opbrengsten

Resultaten Derde Kwartaal oktober 2015

Geconsolideerde verkorte balans

Hoe cashflow te interpreteren. Volgens de lesgever <> begin liquiditeit einde liquiditeit hoewel alle reporting modellen wel zo

Financial due diligence: Toegevoegde waarde due diligence adviseur bij afrekenmechanismen

Special nieuwe standaard van Joint Ventures

Toelichting op minderheidsbelangen. Toezicht Financiële Verslaggeving

Future of the Financial Industry

Inhoud Deze pdf bevat de volgende Engelstalige voorbeeldrapportages van sectie II, deel 3 HRA:

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

(Voor de EER relevante tekst)

De grote accountancykantoren berichten

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden

Working capital management. De toenemende druk op Credit Control

Financiële instrumenten Hedge Accounting. Eric de Weerdt Anne-Claire van den Wall Bake

Nummer 8, december Update IASB publiceert IFRS 15 Revenue from Contracts with Customers

Wijziging Regeling staten financiële ondernemingen Wft

Omzetsprong in 2016 tot EUR 460 mio op jaarbasis Jaarcijfers FNG bekend

Classificatie en waardering van financiële instrumenten onder IFRS 9

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

Brexit en Wisselkoersrisico s. Wim De Boe FX Corporate Sales

: Commentaar op nieuwe concept EU-jaarrekeningrichtlijn

HOE MAAKT U UW WAGENPARK KLAAR VOOR IFRS 16?

1 Toepasselijke IFRS normen 1. 2 Definities 2 3 Informatie die in de balans moet worden opgenomen 3 4 Onderscheid tussen vlottend en vast 4

RJ-Uiting : ontwerp-richtlijn 400 Jaarverslag

Themabijeenkomst Verbonden Partijen. Emmen, 18 februari 2013 Mr. Frank A.H.M. van Attekum Deloitte Consulting B.V.

In te vullen door de docent: Cijfer: = Slechts hele punten toekennen! 5,4. In te vullen door de student: Naam: Groep: Collegiale toetsing

Rubriek Verslaggeving en Verslaglegging. Bent u klaar voor 2018?

Rubriek Verslaggeving en Verslaglegging. IFRS nog volop in beweging

Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33)

Stichting Pensioenfonds Huntsman Rozenburg Beleggingsplan 2011

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Technische nota 2017/XX - Definiëring van EBIT / EBITDA na omzetting van de accounting richtlijn

Prof dr Philip Wallage 2 JUNI 2010 AMSTERDAM SEMINAR EUMEDION, NIVRA EN VBA

Opgave 2 Geef een korte uitleg van elk van de volgende concepten: De Yield-to-Maturity of a coupon bond.

IT risk management voor Pensioenfondsen

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

IFRS 15 Nieuwe regels verwerken opbrengsten

NedSense enterprises n.v. AVA. 11 juni 2013

Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming?

Financiële verslaggeving in beweging. Programma

Periode < 5 jaar , ,3 5 jaar < periode < 10 jaar 4 44, ,4 10 jaar < periode < 15 jaar Periode > 15 jaar 1 113, ,0

Hoe groot was de appetite voor risk appetite?

Elektronisch handtekenen in een handomdraai! Het proces in enkele stappen 2017, Deloitte Accountancy

Update IASB publiceert Improvements to IFRSs

copyright DJB International

Onderzoek naar de effectiviteit van Business Control 2016

Is systeemgericht toezicht voor een bedrijf van belang? Presentatie BZW Masterclass Veiligheid. Moerdijk, 30 Juni 2011

IFRS 15 Balanspresentatie

SIS FINANCE. voor professionals door professionals. consulting. interim management. finance professionals. SIS finance

Financial yearly report YES-DC 2011

Kleine en micro-rechtspersonen Er worden geen wijzigingen van hoofdstuk B11 Leasing voorgesteld.

Rubriek Verslaggeving en Verslaglegging. Het mega project van de IASB

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

IFRS 15 Optreden als principaal of als agent?

GOVERNMENT NOTICE. STAATSKOERANT, 18 AUGUSTUS 2017 No NATIONAL TREASURY. National Treasury/ Nasionale Tesourie NO AUGUST

Aanpassing Prospectussen Aegon, AEAM en Aegon Paraplu 1 Funds Per 1 augustus 2016

Nedlloyd Pensioenfonds Beter in control bij alternatieve vastrentende waarden door samenwerking

Impact of BEPS disruptions on TCF / TRM / Tax Strategy

VERSLAG (2016/C 449/35)

De rol van de waarde van vastgoed in crisistijd op de verslaggeving van vastgoed ondernemingen

Figuur overgenomen uit Value Based Healthcare prijsinschrijvingsdocumentatie van The Decision institute die hier ook opleidingen voor aanbieden.

A day made of glass. h.p:// v=6cf7il_ez38

98 De Pensioenwereld in 2015

Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V.

Heeft IFRS 13 Fair value measurement toegevoegde waarde?

Woningcorporaties & Renterisicomanagement

Eumedion symposium Nederland vestigingsland aantrekkelijk voor beleggers én ondernemingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties;

De impact van automatisering op het Nederlandse onderwijs

Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op 25 mei 2011

Verslaggeving over kredietrisico's uit beleggingen en vorderingen. Toezicht Financiële Verslaggeving

Audit Alert 22 De controle van staatsobligaties met landenrisico

Participatieregelingen: beloning of investering?

Rapport analyse afschrijvingskosten Gemeente Oostzaan. Oostzaan, 22 april 2013

Pensioenen - Opvolging van het 2014 onderzoek naar de naleving van de verslaggevingsstandaard. Kwaliteit Accountantscontrole en Verslaggeving

Uitnodiging Security Intelligence 2014 Dertiende editie: Corporate IAM

(Big) Data in het sociaal domein

Voorwoord. Mededelingen Aureus:

Totaal , ,4

Financiële instrumenten

Optional client logo (Smaller than Deloitte logo) State of the State

Opleiding PECB ISO 9001 Quality Manager.

Inhoud. Voorwoord 11. Hoofdstuk 1 Treasury 13

VERSLAG (2016/C 449/19)

Bijzondere waardevermindering van activa. Toezicht Financiële Verslaggeving

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

VERSLAG. over de jaarrekening van de Europese Stichting voor opleiding betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van de Stichting

Alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving

IFRS 15 Alloceren van de transactieprijs

Jaarresultaten 2008 DPA Groep DPA Flex Group N.V. buigt in 2 e halfjaar operationeel verlies om in winst ondanks omzetdaling

OVERGANGSREGELS / TRANSITION RULES 2007/2008

Dutch Round Table On Performance Measurement

Inhoud Noordhoff Uitgevers bv. Antwoorden hoofdstuk 1 2. Antwoorden hoofdstuk 2 3. Antwoorden hoofdstuk 3 4. Antwoorden hoofdstuk 4 5

Transcriptie:

Financial accounting Invloed IFRS 7 op kwaliteit risicoverslaggeving DE RISICO'S VAN FINANCIËLE INSTRUMENTEN De maatschappelijke behoefte aan transparante informatie over risico s en het hieraan gerelateerde risicomanagement van ondernemingen neemt toe. De internationale regelgever (IASB) heeft gehoor gegeven aan deze behoefte met de publicatie van IFRS 7. Deze nieuwe standaard, effectief vanaf 1 januari 2007, vereist uitgebreide toelichtingen in het jaarverslag ten aanzien van financiële instrumenten, met een sterke focus op de risico s en beheersingsmaatregelen die hiermee samenhangen. De auteurs bespreken in dit artikel de resultaten van een empirisch onderzoek naar de invloed van IFRS 7 op de kwaliteit van risicoverslaggeving van Europese energiebedrijven. DOOR WILFRED KEVELAM EN RALPH TER HOEVEN Risicoverslaggeving mag zich in de recente jaren steeds meer verheugen in de aanzienlijke belangstelling van wetenschappelijk onderzoek. Zo is onderzocht of er een relatie bestaat tussen de mate van risicoverslaggeving en diverse ondernemingsspecifieke factoren (Linsley en Shrives, 2006). Hieruit blijkt onder andere dat de mate van risicoverslaggeving positief geassocieerd is met de omvang van de onderneming. Andere onderzochte factoren zijn de aanwezigheid van institutionele aandeelhouders en de onafhankelijkheid van de Board of Directors (Abraham en Cox, 2007). Het onderzoek richt zich ook op de leesbaarheid en begrijpelijkheid van de gepubliceerde informatie (Linsley en Lawrence, 2007). Om risicoverslaggeving gedetailleerder te bekijken, wordt er veelal een onderscheid gemaakt in soorten risico s. Een mogelijk onderscheid is dat tussen business risks, internal-control risks en financial risks. Het onderzoek dat we in dit artikel bespreken, gaat in op de laatste categorie risico s. Ten aanzien van deze risico s kan gesteld worden dat er in de recente jaren significante ontwikkelingen hebben plaatsgevonden. Enerzijds zijn financiële risico s fors toegenomen, evenredig aan het aantal toegenomen financiële instrumenten, die bovendien steeds complexer worden. 1 Anderzijds hebben ook risicomanagementtechnieken zich in de laatste jaren sterk ontwikkeld. De internationale regelgever, International Accounting Standards Board (IASB), reageerde op de genoemde ontwikkeling met de invoering van een nieuwe standaard op het gebied van financiële instrumenten. Onder financiële instrumenten vallen zowel primaire financiële instrumenten, zoals handelsvorderingen en -schulden, als derivaten, zoals opties en termijncontracten. IFRS 7 betekent een vervanging en uitbreiding van bestaande toelichtingsvereisten zoals opgenomen in IAS 30 en 32 2, zodat alle toelichtingsvereisten op het gebied van financiële instrumenten nu in één standaard zijn opgenomen. Het juist en volledig toepassen van IFRS 7 vergt een grote inspanning van ondernemingen. De grote vraag is dan ook of de standaard, door de in Europa verplichte invoering enerzijds en door de praktische toepassing anderzijds, daadwerkelijk leidt tot meer inzicht in de risico s voortvloeiende uit financiële instrumenten, en daardoor tot een verbetering van de informatiekwaliteit van risicoverslaggeving. De OKTOBER 2008 35

tweeledigheid in de vraagstelling impliceert dat kwalitatief goede wetgeving niet een op een leidt tot kwalitatief goede verslaggeving. Immers, ook de praktische toepassing van de standaard is hierbij van belang, wat empirisch onderzoek noodzakelijk maakt. In deze bijdrage willen wij de gestelde onderzoeksvraag beantwoorden op basis van empirisch onderzoek naar de jaarverslaggeving over 2006 en 2007 van twintig Europese beursgenoteerde energieondernemingen. Juist voor deze ondernemingen zijn financiële instrumenten van vitaal belang voor een succesvolle bedrijfsvoering. Inhoud van IFRS 7 IFRS 7 beoogt meer transparantie van ondernemingen op het gebied van enerzijds het belang van financiële instrumenten voor de financiële positie en prestatie van de onderneming, en anderzijds over de aard en omvang van de risico s die hieruit voortvloeien. De IASB meent dat de gebruiker van de jaarrekening dergelijke informatie nodig heeft om een economisch juiste beslissing te kunnen nemen. Alle Europese beursgenoteerde ondernemingen zijn vanaf 1 januari 2007 verplicht IFRS 7 toe te passen, ook als het gebruik van financiële instrumenten nihil is. Echter, de mate van informatieverschaffing is afhankelijk van de mate waarin een onderneming financiële instrumenten bezit en gebruikt. Het juist en volledig toepassen van IFRS 7 vergt een grote inspanning van ondernemingen De grootste verandering ten opzichte van eerdere standaarden zijn de uitgebreide toelichtingvereisten ten aanzien van risico s die voortvloeien uit het bezit en gebruik van financiële instrumenten, en hoe de onderneming deze risico s beheerst. Het gaat hierbij om het kredietrisico, het liquiditeitsrisico, marktrisico s en eventuele overige risicoconcentraties. Operationele risico s vallen buiten het bestek van IFRS 7. De vereiste informatie dient zowel kwalitatief als kwantitatief van aard te zijn. Het principe van paragraaf 31 van IFRS 7 vereist dat een onderneming beschrijft aan welke risico s zij wordt blootgesteld en hoe deze risico s zijn ontstaan. Daarnaast dient de onderneming de doelstellingen, grondslagen en procedures van het risicomanagement duidelijk te maken, evenals de gehanteerde methoden voor het meten van het risico. Ook eventuele wijzigingen hierin ten opzichte van de vorige verslagperiode moeten gepubliceerd worden. Naast de hiervoor genoemde kwalitatieve informatie, vereist IFRS 7 ook kwantitatieve informatie. Deze informatie dient een juiste samenvatting te zijn van informatie die intern aan managers op sleutelposities wordt verstrekt. Dit is de zogenaamde management approach die IFRS 7 kent. Door de management approach wordt de gebruiker van de jaarrekening in staat gesteld de risico s vanuit het standpunt van het management te bekijken. Daarnaast kan het kostenbesparend uitwerken, aangezien de informatie toch al voor interne rapportages wordt opgesteld. Het belangrijkste nadeel is het risico dat mogelijk concurrentiegevoelige informatie naar buiten wordt gebracht. De onderneming zal hierin dus een doordachte afweging moeten maken. IFRS 7 biedt een aantal vereisten waaraan minimaal voldaan moet worden om het vereiste inzicht in de risico s te bieden. Deze minimale kwantitatieve vereisten in relatie tot het betreffende risico bespreken we hierna. Kredietrisico. Kredietrisico wordt gedefinieerd als het risico dat de ene partij bij een financieel instrument haar verplichting niet zal nakomen, waardoor de andere partij een verlies te verwerken krijgt. Een onderneming dient volgens IFRS 7 de maximale kredietblootstelling weer te geven, met een omschrijving van eventueel verkregen onderpanden die ter zekerheid dienen. Wanneer verstrekte kredieten zijn verlopen, dient er een ouderdomsanalyse gepresenteerd te worden met een uitsplitsing van kredieten naar aantal maanden van verloop. Indien het onwaarschijnlijk is dat een onderneming haar geld daadwerkelijk terugkrijgt, kunnen de kredieten worden afgewaardeerd. Ook dit moet uitgebreid worden toegelicht. Een laatste belangrijke verandering die IFRS 7 met zich meebrengt, is dat er een beoordeling van de algemene kredietkwaliteit moet worden gegeven. Dit geeft meer inzicht in de kredietrisico s en vooral of het waarschijnlijk is dat deze kredieten in de toekomst afgewaardeerd moeten worden. De kwaliteit van deze kredieten wordt veelal weergegeven door interne kredietratings, al dan niet gekoppeld aan ratings van externe partijen zoals Standard Poor s en Moody s. Liquiditeitsrisico. Ook omtrent het liquiditeitsrisico, het risico dat een onderneming niet in staat is te voldoen aan haar betalingsverplichtingen voortvloeiende uit financiële instrumenten, dienen uitvoerige toelichtingen te worden opgenomen in het jaarverslag. Het belangrijkste toelichtingvereiste betreft hier een looptijdanalyse van financiële verplichtingen, waarbij de onverdisconteerde, contractuele verplichtingen per tijdvak dienen te worden weergegeven. Onder deze kasstromen vallen niet alleen de rente- en aflossingsbetalingen, maar tevens betalingen die uit hoofde van derivaten zoals swaps, opties en futures verwacht worden (Bout en Ter Hoeven, 2007). 36 OKTOBER 2008

Marktrisico s. Tot slot zijn er de marktrisico s. Deze omvatten, maar zijn niet beperkt tot, het valutarisico, het interestrisico en overige prijsrisico s. Bij deze risico s gaat het om mogelijke fluctuaties in de marktwaarde of in de kasstromen van een financieel instrument door schommelingen in marktprijzen. In dit kader wordt door IFRS 7 een gevoeligheidsanalyse vereist voor ieder type marktrisico, waaruit blijkt hoe de resultaten en het eigen vermogen beïnvloed worden door mogelijke veranderingen in de desbetreffende variabele. Deze mogelijke veranderingen moeten redelijkerwijs te verwachten zijn: het gaat hier niet om worst and best case-scenario s. Een onderneming moet aangeven welke methoden en veronderstellingen hierbij gebruikt worden, en welke wijzigingen hierin eventueel hebben plaatsgevonden ten opzichte van de vorige verslaggevingperiode. Als alternatief staat IFRS 7 het ook toe een value at risk-analyse op te stellen. Empirisch jaarrekeningenonderzoek Opzet en methodologie van het onderzoek. Centraal in dit onderzoek, dat is uitgevoerd door een van de auteurs, staat de informatiekwaliteit van risicoverslaggeving. De kwaliteit van informatie is niet eenvoudig te definiëren door de abstracte en subjectieve aard van het concept. Dit impliceert dat ook het meten ervan noodzakelijkerwijs een bepaalde mate van subjectiviteit met zich meebrengt (zie o.a. Knoops, 2001). Immers, in elk onderzoek zullen er keuzes gemaakt moeten worden in zowel de opzet van het onderzoek als de te gebruiken methodologie. In dit onderzoek hebben we gekozen om de kwaliteit van toelichtingen op financiële instrumenten te beoordelen aan de hand van een disclosure index. De informatievereisten van IFRS 7 vormen hierbij de basis. Gezien de arbeidsintensiviteit van de onderzoeksmethode, is het noodzakelijk om de omvang van de disclosure index beperkt te houden. De disclosure index bevat daarom 59 items waarover al dan niet informatie wordt verschaft in het jaarverslag. In de geest van IFRS 7 ligt de focus van de disclosure index op kwantitatieve informatieverschaffing omtrent risicoconcentraties voortvloeiende uit financiële instrumenten. Alle items op de disclosure index kennen dezelfde weging, om zo de aanwezige subjectiviteit te beperken. 3 Figuur 1 geeft de opbouw van de disclosure index weer. De kwaliteit van informatie is niet eenvoudig te definiëren Steekproef. De toepassing van IFRS 7 is onderzocht in de jaarrekeningen 2006 en 2007 van twintig Europese energieondernemingen, om zo de verschillen tussen de jaarverslagen en derhalve de invloed van IFRS 7 te analyseren. Middels een categorisatie in sectoren (www.annualreports.info), is een overzicht samengesteld van alle Europese energieondernemingen met meer dan vijftig werknemers. Dit heeft geresulteerd in een lijst met ruim tachtig ondernemingen. Uit deze lijst zijn Categorie: Aantal items A. Algemene toelichtingsvereisten 7 B. Toelichtingen ten aanzien van het belang van financiële instrumenten B1. Toelichtingen ten aanzien van de balans 7 B2. Toelichtingen ten aanzien van de resultatenrekening 3 B3. Overige toelichtingen 4 14 C. Toelichtingen ten aanzien van de aard en omvang van risico's C1. Toelichtingen ten aanzien van het kredietrisico 10 C2. Toelichtingen ten aanzien van het liquiditeitsrisico 6 C3. Toelichtingen ten aanzien van marktrisico's 18 C4. Overige toelichtingen ten aanzien van risico's 4 38 Figuur 1 Totaal aantal items op de index: 59 Verdeling kwaliteitscriteria van de disclosure-index OKTOBER 2008 37

willekeurig (at random) twintig ondernemingen geselecteerd, hetgeen ons inziens een representatieve steekproef is. De keuze om het empirisch onderzoek uit te voeren onder jaarrekeningen van ondernemingen uit de energiesector is een logische, aangezien financiële instrumenten van vitaal belang zijn voor deze sector. Sinds de deregulering van Europese energiemarkten in de jaren negentig, hebben ondernemingen in deze sector te maken met zeer volatiele grondstofprijzen, gebaseerd op vraag en aanbod (Van der Kloot Meijburg, 2008). Omvangrijke en zeer gedetailleerde contracten, bijvoorbeeld betreffende de fysieke levering van gas, zijn eerder regel dan uitzondering. Ondernemingen uit deze sector zijn derhalve genoodzaakt grote posities in financiële instrumenten aan te houden, teneinde de financiële risico s die zij lopen te beperken. Onderzoeksresultaten Zoals blijkt uit figuur 2 zijn de scores op de disclosure index in 2007 aanzienlijk hoger dan in 2006. Op maar liefst 20 van de 59 items op de checklist werd een significante stijging geconstateerd. Ook steeg het percentage ondernemingen dat de gevraagde informatie inderdaad in het jaarverslag openbaart significant van 48% in 2006 tot 67% in 2007. De geselecteerde ondernemingen presenteren meer toelichtingen op financiële instrumenten ten aanzien van de balansposities, de invloed op de resultatenrekening en een aantal overige zaken. Maar de grootste verbetering zit in de kwantitatieve toelichtingen op de financiële risico's. Gezien het vernieuwende karakter van deze informatie bespreken we deze onderzoeksresultaten in het resterende gedeelte van deze paragraaf nader. Kredietrisico. Volgens verwachting constateren wij met betrekking tot het kredietrisico een forse verbetering van de informatiekwaliteit, doordat er aanzienlijk meer kwantitatieve gegevens in het jaarverslag worden opgenomen. Deze kwantitatieve gegevens zijn eenduidig te interpreteren, waardoor er een juist inzicht verkregen kan worden in het daadwerkelijke kredietrisico. IFRS 7 heeft gezorgd voor een grote verbetering van de informatiekwaliteit met betrekking tot financiële instrumenten Bijna alle onderzochte ondernemingen van 2007 noemen het maximale kredietrisico en geven hierbij de vergelijkende cijfers van het voorgaande jaar. Ook over eventueel verkregen onderpanden wordt in 2007 meer informatie verschaft. Een duidelijke omschrijving van deze onderpanden ontbreekt echter regelmatig. Categorie: Toepassing Toepassing 2006 2007 A. Algemene toelichtingvereisten: 84% 89% B. Toelichtingen ten aanzien van het belang van financiële instrumenten B1. Toelichtingen ten aanzien van de balans 51% 71% B2. Toelichtingen ten aanzien van de resultatenrekening 70% 88% B3. Overige toelichtingen 81% 93% C. Toelichtingen ten aanzien van de aard en omvang van risico's C1. Toelichtingen ten aanzien van het kredietrisico 37% 68% C2. Toelichtingen ten aanzien van het liquiditeitsrisico 43% 74% C3. Toelichtingen ten aanzien van de marktrisico s 35% 58% C4. Overige toelichtingen ten aanzien van risico's 4% 0% Figuur 2 Gemiddelde toepassing totaal: 48% 67% Gemiddelde toepassing disclosure-index per categorie 38 OKTOBER 2008

Een andere verbetering is het bieden van een beoordeling van de algemene kredietkwaliteit. In 2007 biedt bijna 60% van de onderzochte energieondernemingen een dergelijke beoordeling in de vorm van een kredietrating, terwijl in 2006 dit percentage nog op 30% lag. Een laatste, duidelijke kwaliteitsverbetering laat zich zien in het aanbieden van een ouderdomsanalyse van debiteuren die de betalingstermijn hebben overschreden en waarop niet is afgewaardeerd (past due, not impaired). In 2007 wordt dit overzicht door 85% van de onderzochte ondernemingen geboden. Bij de overige 15% wordt het kredietrisico niet significant geacht. Een voorbeeld van een ouderdomsanalyse wordt gegeven in figuur 3. Liquiditeitsrisico. De belangrijkste nieuwe eis is dat er een looptijdanalyse gepubliceerd moet worden, waarbij de onverdisconteerde kasstromen in tijdsvakken ingedeeld moeten worden. Dit biedt veel belangrijke informatie: het wordt immers inzichtelijk hoe omvangrijk de uitgaande kasstromen zijn en in welke periode deze zullen plaatsvinden. In 2007 is er slechts één onderneming die niet voldoet aan deze eis. Dit betekent dat 95% wel een looptijdanalyse openbaart. Nagenoeg alle ondernemingen publiceren hierbij ook de vergelijkende cijfers en een uitsplitsing tussen primaire en afgeleide financiële instrumenten. In 2006 werd slechts in 25% van de onderzochte ondernemingen een vergelijkbare analyse geboden. Wel werden er in een aantal gevallen looptijdanalyses in een andere vorm opgesteld. Deze bieden echter in mindere mate relevante informatie. Overige marktrisico s. Hoewel verwacht werd dat de energieondernemingen moeite zouden hebben om te voldoen aan de eis van gevoeligheidsanalyses, worden deze toch door een grote meerderheid (ruim 80%) van de onderzochte ondernemingen opgesteld en gepubliceerd. Hierbij moet rekening worden gehouden met het feit dat voor een aantal ondernemingen bepaalde risico s niet significant zijn en dat het opstellen van een gevoeligheidsanalyse voor deze risico s dan ook niet verplicht is. Bij de gevoeligheidsanalyses ten aanzien van het valutarisico is de dollar verreweg de meest gebruikte munteenheid. Fluctuaties van 10-15% van de relevante wisselkoers worden hierbij veelal als redelijk verondersteld. Bij het interestrisico worden fluctuaties variërend van 0.5-1.5% (50-150 bps) gehanteerd. Opvallend is dat aan de harde, kwantitatieve eisen in grote mate wordt voldaan, terwijl de toelichtingen hierop vaak ontbreken of minimalistisch zijn. Onzes inziens zorgt juist deze aanvullende toelichting ervoor dat de gegevens juist geïnterpreteerd kunnen worden. Een voorbeeld van hoe het wel moet, komt uit het jaarverslag 2007 van British Gas (BG) (zie figuur 4). Vooral bij de gevoeligheidsanalyses zijn toelichtingen op de kwantitatieve informatie bij veel ondernemingen onvoldoende Conclusie Uit het empirische jaarrekeningenonderzoek blijkt dat de jaarverslagen 2006 van Europese energiebedrijven slechts in beperkte mate aan de gevraagde informatievereisten van IFRS 7 voldoen. Hoewel niet verplicht, behoorde het tot de mogelijkheden dat ondernemingen de gevraagde informatie vrijwillig publiceerden. Dit blijkt echter nauwelijks het geval. Geconcludeerd kan worden dat IFRS 7 inderdaad voor een grote verbetering van de informatiekwaliteit met betrekking tot financiële instrumenten heeft gezorgd. De grootste verschillen ten opzichte van de jaarverslagen 2006 zijn te vinden in de kwantitatieve toelichtingvereisten over het kredietrisico, het liquiditeitsrisico en de marktrisico s. Deze kwantitatieve informatie is eenduidig te interpreteren en levert daarom een grote bijdrage aan de informatiekwaliteit. De verbetering van de kwaliteit van risicoverslaggeving en daardoor ook van de informatiekwaliteit van de jaarverslagen 2007 van Europese energiebedrijven is derhalve evident. Carrying amount of other financial receivables past due but not impaired EUR 1,000 2007 2006 Up to 60 days overdue 1,523 1.714 61 to 120 days overdue 1,647 258 More than 120 days overdue 2,567 74 Total 5,737 2,046 Figuur 3 Ouderdomsanalyse (jaarverslag Elia, 2007) OKTOBER 2008 39

Op deze conclusie moet echter wel een aantal nuances worden aangebracht. Zo is de bovenstaande conclusie gebaseerd op basis van de door ons gehanteerde kwaliteitscriteria en gekozen onderzoeksmethode. Dit betekent dat een bepaalde mate van subjectiviteit in deze onoverkomelijk is. Uit het onderzoek blijkt verder dat IFRS 7 door de ondernemingen wel heel behoorlijk, maar niet geheel juist en volledig wordt toegepast. In een aantal gevallen worden de risico s en de beheersing van de risico s niet volledig uitgelegd. Ook voldoen sommige ondernemingen niet aan de harde, kwantitatieve informatievereisten. Maar de grootste slag kan gemaakt worden in de toelichtingen op de kwantitatieve informatie. Vooral bij de gevoeligheidsanalyses zijn deze bij veel ondernemingen onvoldoende. In de komende jaren zouden energiebedrijven en, op basis van onze ervaring, ondernemingen in overige sectoren hier meer aandacht aan kunnen besteden, zodat een verdere stijging van de informatiekwaliteit wordt gerealiseerd. Daarnaast zetten wij onze vraagtekens bij de uitwerking van de management approach zoals IFRS 7 die kent. Uit het jaarrekeningenonderzoek blijkt dat veelal wordt voldaan aan de eisen van IFRS 7, maar dat er nauwelijks additionele Sensitivity analysis Financial instruments used by the Group that are affected by market risks primarily comprise cash and cash equivalents, borrowings and derivative contracts. The principal market variables that affect the value of these financial instruments are UK and US interest rates, US Dollar to pound Sterling exchange rates, UK and US gas prices and Japan Crude Cocktail (JCC) prices. The table below illustrates the indicative post-tax effects on the income statement and equity of applying reasonably foreseeable market movements tot the Group s financial instruments at the balance sheet date. 2007 2006 Business Performance Disposals, remeasurements and impairments Equity Business Performance Disposals, remeasurements and impairments Equity UK interest rates +100 basic points 9 (5) 8 8 (4) 8 UK interest rates +100 basic points (4) 1 (8) (3) 2 (8) US$/UK exchange rate +20 cents (12) (4) (16) (15) (3) (4) UK gas prices + 10 pence/ therm (45) (89) (3) (53) (62) US gas prices + 1US$/mm btu 10 51 5 11 JCC prices + 10US$/bbl (25) The above sensitivity analysis is based on the Group s financial assets, liabilities and hedge designations as at the balance sheet date and indicate the effect of a reasonable increase in each market variable. The effect of a corresponding decrease in these variables is approximately equal and opposite. The following assumptions have been made: (a) the sensitivity includes a full year s change in interest payable and receivable from floating rate borrowings and investments based on the post-swap amounts and composition as at the balance sheet date; (b) fair value changes coming from derivative instruments designated as cash flow or net investment hedges are considered fully effective and are recorded in equity; (c) fair value changes coming from derivative instruments designated as fair value hedges are considered fully effective and entirely offset by adjustments to the underlying hedged item; (d) fair value changes coming from derivatives not in a hedge relationship are recorded in the income statement; (e) fair value changes coming from certain long-term UK gas contracts arise entirely from sensitivity to the two year forward price for UK gas; the long-term gas price assumptions used in the valuation of such contracts are unaffected by reasonably foreseeable movements in UK gas prices. Figuur 4 Gevoeligheidsanalyse (jaarverslag British Gas, 2007) 40 OKTOBER 2008

informatie wordt geopenbaard. Volgens IFRS 7 zouden interne rapportages in samengevatte vorm weergegeven dienen te worden in het jaarverslag. Het lijkt of ondernemingen bij het opstellen van de gevraagde informatie meer naar de harde bepalingen van IFRS 7 hebben gekeken, dan daadwerkelijk getracht hebben een juiste samenvatting van de interne rapportages te bieden. ~ Knoops, C.D. (2001), Het meten van de kwaliteit van de financiële verslaggeving; een methodologische beschouwing, Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie Vol. 75/10, p 431-443. ~ Linsley, P.M. en M.J. Lawrence (2007), Risk Reporting by the Largest UK Companies; Readability and Lack of Obfuscation, Accounting, Auditing Accountability Journal Vol. 20/4, p. 620-627. ~ Linsley, P.M. en P.J. Shrives (2006), Risk Reporting: A Study of Risk Disclosures in the Annual Reports of UK Companies, British Accounting Review Vol. 38, p. 387-404. Noten 1. De Amerikaanse 'subprime crisis' kan als een perfecte illustratie van deze ontwikkeling worden beschouwd. Immers, ondoorzichtigheid en complexiteit van financiële (krediet)producten spelen hierin een cruciale rol. 2. IAS 30 biedt vereisten voor informatieverschaffing in de jaarrekening van banken en soortgelijke instellingen. IAS 32 gaat met name dieper in op de presentatie van financiële instrumenten. 3. Ahmed en Courtis (1999) stellen dat ongewogen en 'dichotome disclosure indices' de norm zijn, aangezien zij subjectiviteit minimaliseren. Desondanks is deze stelling in de literatuur aan discussie onderhevig. Literatuur ~ Abraham, S. en P. Cox (2007), Analysing the Determinants of Narrative Risk Information in UK FTSE 100 Annual Reports, British Accounting Review Vol. 39, p 227-248. ~ Bout, J.L. en R.L. ter Hoeven (2007), Nieuwe verslaggevingregels voor de jaarrekening, Bank- en effectenbedrijf Vol. 56/12, p 34-37. ~ Kloot Meijburg, M. van der (2008), Beheers de energierisico s, Het Financieele Dagblad. W. (Wilfred) Kevelam MSc (kevelam.wilfred@kpmg.nl) is sinds september werkzaam bij KPMG Accountants te De Meern (Utrecht). Dit artikel is gebaseerd op zijn afstudeerscriptie ter afronding van de Master Accountancy Controlling aan de Rijksuniversiteit Groningen. Prof. dr. R.(Ralph) L. ter Hoeven RA (rterhoeven@deloitte.nl) is partner bij Deloitte en hoogleraar externe verslaggeving aan de Rijksuniversiteit Groningen. De resultaten van het empirisch onderzoek kunt u vinden in de Finance ControlBase. Michael Page, founded 1976 in London, is one of the world s leading professional recruitment consultancies, specializing in the placement of candidates in permanent, contract, temporary and interim positions with clients around the world. The Group operates through 166 offices in 28 countries and employs over 5.535 employees worldwide. Michael Page Executive Search is a subsidiary of the Michael Page Group, specialised in executive recruitment and selection of leading executives. With a flexible, dynamic methodology, structured by activity sectors, and with consultants who have extensive experience in executive recruitment and selection, Michael Page Executive Search offers a service focused on total client satisfaction for organisations and candidates. Michael Page Executive Search Committed to your Success Specialists in Executive Search 166 offices in 28 countries worldwide www.michaelpage.nl