Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. staatssecretaris drs. P. de Krom Postbus 90801 2509 LV Den Haag doorkiesnummer (070) 373 8681 betreft Tekort Inkomensdeel WWB 2011 uw kenmerk ons kenmerk BAWI/U201101586 bijlage(n) 1 datum 13 september 2011 Geachte heer De Krom, Op 13 juli jl. heeft u de nadere voorlopige budgetten voor het inkomensdeel WWB van 2011 bekend gemaakt op het SZW-gemeenteloket. De VNG maakt kanttekeningen hierbij. In 2010 kwamen gemeenten 350 miljoen tekort op het inkomensdeel WWB. Toen werd bij de definitieve vaststelling van het budget uitgegaan van 282.000 uitkeringen WWB/WIJ en een gemiddelde prijs van 13.545 per uitkering. Het werkelijke bijstandsvolume kwam in dat jaar uit op 297.000 uitkeringen (jaargemiddelde op basis van CBS-cijfers). De gemiddelde prijs per uitkering bedroeg in 2010 14.100. In 2011 dreigt hetzelfde probleem zich weer voor te doen: namelijk een tekort van 492 miljoen bovenop het eigen risico van 177 miljoen voor 12.500 uitkeringen. In totaal dreigen gemeenten hierdoor 669 miljoen aan eigen middelen te moeten toeleggen in 2011op het uitvoeren van de WWB. 1. In de eerste plaats ontvangen gemeenten per uitkering 570 te weinig budget. Voor de VNG is dit onacceptabel. Omdat het gaat om een taak die de gemeente in medebewind uitvoert dient het Rijk de volledige kosten van een uitkering te vergoeden. 2. Daarnaast laten recente cijfers van het CBS zien dat de bijstand dit jaar veel sterker oploopt dan de ramingen voorspellen. Hierdoor dreigen gemeenten bovenop het eigen risico voor 12.500 uitkeringen voor nog eens 18.500 uitkeringen geen budget te ontvangen. 3. Ten slotte gaat het om een beleidseffect dat is ingeboekt voor kinderalimentatie van 69 miljoen, dat volgens gemeenten niet wordt gerealiseerd. De VNG heeft de problemen tijdens het bestuurlijk overleg van 31 augustus jl. bij u onder de aandacht gebracht. Omdat wij van mening blijven dat er een oplossing moet komen, zullen wij het onderwerp ook agenderen voor het eerstvolgende bestuurlijke overleg financiële verhoudingen (BOFV) en onder de aandacht brengen van de Tweede Kamer. VNG Postbus 30435, 2500 GK Den Haag Tel 070-373 83 93 www.vng.nl 01
Niet alleen leidt de kwestie tot onverantwoorde financiële risico s voor individuele gemeenten, het ontneemt gemeenten ook de mogelijkheid om vanaf de start een succes te kunnen maken van de nieuwe Wet Werken naar vermogen. Hoogachtend, Vereniging van Nederlandse Gemeenten drs. C.J.G.M. de Vet, lid directieraad VNG Postbus 30435, 2500 GK Den Haag Tel 070-373 83 93 www.vng.nl 02
Toelichting 1. Gemeenten ontvangen 570 per uitkering te weinig De VNG constateert dat het budget voor de WWB/WIJ, los van het beleidseffect voor kinderalimentatie, berekend is op basis van een te lage vergoeding per uitkering. Voor 2011 gaat het ministerie van SZW in de budgetraming uit van een gemiddelde prijs van 13.550 per uitkering, zowel voor de WWB als voor de WIJ. In deze raming is rekening gehouden met een index voor loonstijging. Voor 2011 bedraagt die 1,856%. Daarnaast is de prijs gecorrigeerd voor het bovengenoemde beleidseffect op de kinderalimentatie door middel van een neerwaartse bijstelling van - 243 per uitkering (zie punt 3). Uit verantwoordingsinformatie van gemeenten blijkt dat de gerealiseerde prijs in 2010 uitkwam op 14.100 per uitkering. Uitgaande van de verwachte loonontwikkeling van 1,856% zal de gemiddelde uitkeringsprijs in 2011 naar verwachting uitkomen op 14.362. Als daar het beleidseffect voor kinderalimentatie van wordt afgehaald, leidt dat tot een gemiddelde prijs van 14.120 per uitkering. Gemeenten ontvangen dus 570 per uitkering te weinig budget. Een tekort van 4% op elke uitkering. Een dergelijk risico op de uitkeringsprijs is naar de mening van de VNG niet overeengekomen in het bestuursakkoord van 2007. Er zijn destijds vaste budgetten afgesproken voor het inkomensdeel WWB op basis van meerjarige volume-ramingen (MLT-ramingen), waarbij gemeenten zich committeerden aan een kwantitatieve ambitie om het bijstandsvolume met 30.000 uitkeringen extra terug te brengen. Voor conjuncturele ontwikkelingen werd een eigen risico van maximaal 12.500 uitkeringen afgesproken. De budgetten zouden wél jaarlijks worden aangepast voor de loon/prijs-ontwikkeling en voor beleidseffecten. De VNG constateert nu dat er geen adequate loon- en prijscorrectie plaatsvindt en is van mening dat dit bij de definitieve vaststelling van het budget alsnog moet gebeuren. Als dit in de periode tussen 2008 en 2010 ook tot tekorten heeft geleid, zal dit eveneens moeten gecorrigeerd. 2. Veel meer mensen in bijstand dan ramingen voorspellen Ten slotte plaatst de VNG een kanttekening bij de huidige volumeramingen. CBS-cijfers laten zien dat er veel meer mensen in de bijstand zitten dan de ramingen voorspellen. In de ogen van de VNG zijn de uitzonderlijke economische omstandigheden hier de voornaamste oorzaak van. Door gebruik te maken van een rekenmethode die dateert uit 2007 ontstaan in de ramingen grote afwijkingen met de feitelijke bijstandsontwikkeling. Hierdoor wordt het budget niet adequaat gecorrigeerd voor de effecten van de huidige conjuncturele ontwikkeling. Voor 2011 gaat men in de huidige budgetraming uit van 284.000 WWB/WIJ-uitkeringen. Het gaat hier om een verwacht jaargemiddelde. In deze raming is al rekening gehouden met een eigen risico van 12.500 uitkeringen. CBS-cijfers laten een heel andere ontwikkeling van het bijstandsvolume zien. Eind 2010 ontvingen 307.000 mensen een WWB/WIJ-uitkering. Sindsdien is dat aantal bijstandsgerechtigden alleen maar verder blijven oplopen, tot een niveau van zo n 318.000 in mei van dit jaar (meer recente cijfers zijn nog niet beschikbaar). Zelfs als het bijstandsvolume per direct stopt met stijgen en stabiliseert rond het huidige niveau van 318.000 uitkeringen, zal het jaargemiddelde in 2011 uitkomen op ca. 315.000 uitkeringen. Na correctie voor het eigen risico van 12.500 uitkeringen, levert dit een bijstandsvolume van 302.500 uitkeringen op. In dat geval komen gemeenten dus voor 18.500 uitkeringen budget tekort (302.500 284.000). 3. Beleidseffect van 69 miljoen voor kinderalimentatie Het beleidseffect van 69 miljoen is ingeboekt in het kader van de aangescherpte normen voor kinderalimentatie. Op basis hiervan is de vergoeding die gemeenten per uitkering ontvangen voor 2011 met ca. 243 naar beneden bijgesteld. VNG Postbus 30435, 2500 GK Den Haag Tel 070-373 83 93 www.vng.nl 03
De VNG betwijfelt of dit beleidseffect in de praktijk in die mate zal optreden en is daarom van mening dat niet op voorhand een besparing van 69 miljoen kan worden ingeboekt. Eerder hebben de VNG en het ministerie van SZW afgesproken dat er een monitor zal worden uitgevoerd om na te gaan in hoeverre de beoogde effecten daadwerkelijk optreden. De VNG is van mening dat het budget moet worden gecorrigeerd als uit deze monitor blijkt dat het effect van 69 miljoen verkeerd is ingeschat. Samengevat: in 2011 dreigt tekort van 669 miljoen De bovenstaande kanttekeningen leiden ertoe dat gemeenten tekort zullen komen op hun budget. In totaal gaat het om een verwacht tekort van 669 miljoen. Een deel daarvan - 177 miljoen - behoort tot het eigen risico van gemeenten (12.500 uitkeringen voor de effecten van conjunctuur). Wat overblijft is een tekort van 492 miljoen. 1. Beleidseffect kinderalimentatie 69 miljoen 2. Te lage gemiddelde uitkeringsprijs 1 162 miljoen 3. Meer mensen in bijstand dan ramingen voorspellen 2 261 miljoen 4. Eigen risico van 12.500 uitkeringen 3 177 miljoen Totaal tekort (inclusief eigen risico) 669 miljoen Ook in 2010 kwamen gemeenten 350 miljoen tekort op het inkomensdeel van de WWB. Alle financiële winst die gemeenten sinds 2004 hebben geboekt met het terugdringen van het aantal bijstandsgerechtigden dreigt nu, in een tijdsbestek van 2 jaar, om te slaan in een financiële strop voor gemeenten. Aanvullend De discrepantie tussen de prijsraming van het Rijk en de feitelijke prijsontwikkeling ontstaat, doordat het Rijk het jaar 2007 als peiljaar aanhoudt voor de gemiddelde uitkeringsprijs en op basis van dat prijsniveau alleen corrigeert voor de index van de loonstijging, zonder te kijken naar de feitelijke ontwikkeling van de gemiddelde uitkeringsprijs. Als in de tussenliggende periode beleidseffecten worden ingeboekt die in de praktijk niet optreden wordt dit het jaar erop niet in de ramingen gecorrigeerd. Normaal gesproken volgt de bijstand de ontwikkeling van de werkloosheid met enige vertraging (een dergelijke relatie wordt ook verondersteld in de ramingsregel van het CPB). De cijfers van het CBS geven voor de huidige situatie echter een afwijkend beeld te zien (zie tabel 1). Hoewel de werkloosheid al sinds enige tijd is gaan dalen, blijft de bijstand onverminderd doorstijgen. Een mogelijke verklaring ligt bij de groep zzp-ers. Men vermoedt dat de effecten van de crisis voor een groot deel zijn opgevangen door zzp-ers, waardoor de stijging van de werkloosheid relatief beperkt is gebleven. Het zou goed kunnen dat een deel van de zzp-ers te lang heeft moeten sappelen om de crisis uit te zingen en nu rechtstreeks instroomt in de bijstand. Ook de verkorting van de WW-duur heeft mogelijk tot gevolg dat veel mensen die met de crisis werkloos zijn geworden nu sneller doorzakken vanuit de WW naar de WWB. 1 Per uitkering gaat het om een verschil van 14.120-13.550 = 570. Uitgaande van de 284.000 uitkeringen waar het huidige budget op is gebaseerd leidt dit tot een tekort van 161,9 miljoen. 2 Ervan uitgaande dat de ontwikkeling van het bijstandvolume stabiliseert op 318.000 uitkeringen, waardoor het jaargemiddelde uitkomt op 315.000 uitkeringen, ontstaat er een verschil met het geraamde budget van 31.000 uitkeringen (315.000 284.000). Na correctie voor het eigen risico van 12.500 blijft een verschil van 18.500 uitkeringen over. Bij verwachte uitkeringsprijs van 14.120 leidt dit tot een tekort van 261,22 miljoen. 3 Onderdeel van de afspraken uit het bestuursakkoord van 2007 was dat de vaste budgetten gecorrigeerd zouden worden voor effecten van de conjuncturele ontwikkeling, maar alleen buiten de bandbreedte van 12.500 uitkeringen. Het gaat om een eigen risico van 176,5 miljoen dat gemeenten zelf moeten dragen en om die reden in mindering is gebracht op het totale tekort. VNG Postbus 30435, 2500 GK Den Haag Tel 070-373 83 93 www.vng.nl 04
Tabel 1. Ontwikkeling WWB/WIJ-uitkeringen en WW-uitkeringen (Jan 2002 Mei 2011) 400 350 Aantal uitkeringen 300 250 200 150 100 50 0 2002 januari 2002 juli 2003 januari 2003 juli 2004 januari 2004 juli 2005 januari 2005 juli 2006 januari 2006 juli 2007 januari 2007 juli 2008 januari 2008 juli 2009 januari 2009 juli 2010 januari 2010 juli 2011 januari Jaar WW-uitkeringen WWB/WIJ-uitkeringen VNG Postbus 30435, 2500 GK Den Haag Tel 070-373 83 93 www.vng.nl 05